Beleidsplan Limburgs Museum voor de Cultuurplanperiode van de provincie Limburg. Concept voor een geprolongeerd succes

Beleidsplan Limburgs Museum voor de Cultuurplanperiode 2009-2012 van de provincie Limburg

Concept voor een geprolongeerd succes

Venlo, 28 september 2008

Limburgs Museum Cultuurplan 2009-2012

1

Waarom dit plan ? Sedert 1999 wordt het museaal beleid in de provincie Limburg mede uitgevoerd op basis van bedrijfsplannen die de drie provinciale musea in cycli van vier jaren opstellen. In het eerste bedrijfsplan Op weg naar het LimburgsT Museum(1999-2002) stond vooral de bouw, inrichting en implementatie van het museumconcept centraal. Dit plan bewees zijn grote waarde om het nieuwe museum te realiseren en het fusieproces sedert 1993 was ingezet en dat ten grondslag lag aan de nieuwe organisatie sedert 1993 af te ronden. Met het nieuwe Limburgs Museum Van Voor en Over Limburg in de regio Noord- en Midden Limburg, legde het provinciebestuur de basis voor een zeer wezenlijk deel van de –geografisch en thematisch- gespreide culturele infrastructuur in de provincie. In het meerjarenplan Het Limburgs Museum in balans (2003-2006) werd geconstateerd dat publieksgerelateerde taken in de voorafliggende tien jaren steeds absolute prioriteit hadden gekregen. Voor de toekomst van het museum was het essentieel de zorg rondom het beheer en behoud van de diverse collectiegebieden meer aandacht te geven. Daartoe moest een nieuw collectieplan worden opgesteld, aanvullend depot voorzieningen worden gerealiseerd en meer tijd beschikbaar komen voor collectieontsluiting. De opgebouwde band met het publiek mocht daaronder niet in gedrang komen, waarvoor de educatieve taakstelling verder zou worden uitgebreid en zou worden ingezet op realisatie van grotere tentoonstellingen en de ontwikkeling van het ‘kennistankstation’. Tenslotte moest de formatie definitieve veranderingen ondergaan omdat duidelijk gebleken was dat het grotere en nieuwe gebouw meer eisen stelde aan het beheer en voor de grotere tentoonstellingen met meer publiek de projectenadministratie uitgebreid moest worden. Teneinde de museale planvorming af te stemmen met de periodisering van de provinciale cultuurplannen, werd de provinciale musea gevraagd een tweetal plannen te maken voor de periode 2005-2008. Deze plannen moesten betrekking hebben op enerzijds het provinciale museumbeleid en anderzijds mogelijkheden onderzoeken om via OC &W aanvullende projectgelden te verkrijgen. Het plan voor het provinciale museumbeleid is sedertdien basis geweest voor de jaarplannen in deze periode. Het plan dat bij het ministerie van OC&W werd ingediend, werd niet gehonoreerd. Het bevatte wel visionaire aspecten die interessant waren voor het nationale cultuurbeleid (met name extramuraal beleid vanuit de musea), doch hadden betrekking op ‘slechts’ provinciaal terrein. Vandaar dat het niet werd gehonoreerd met nationale subsidie. Een aantal van de doelstellingen werd desondanks gerealiseerd doordat externe financieringsbronnen (fondsen, uitvoeringsregelingen, nieuw beleid) werden gevonden. Dit betekende echter een grote druk op de kerntaken van het museum. Met name de collectietaken stonden daarbij onder druk, aangezien de publiekstaken voor het bereiken van primaire doelstellingen van groot belang zijn. Toen in 2007 duidelijk werd dat de continuïteit van extramurale taken niet gegarandeerd konden worden, werd het personeelsverloop dusdanig groot, dat besloten werd deze taken versneld af te bouwen. In 2007 werd duidelijk dat de meerjarenbeleidplannen voor 2009-2012 wederom een vernieuwing zouden brengen. De provinciale musea werd gevraagd een pilotproject te volgen van de Rijksgesubsidieerde Musea. De evaluatie van deze nationale pilot is nog niet beschikbaar. Met behulp van de zelfevaluatie (gereed april 2008) zou een visitatiecommissie de beleidsvoorbereiding en –uitvoering van de diverse taakgebieden van de musea en hun strategische toekomstverwachtingen onderzoeken en hierover rapporteren (uiterlijk september 2008). De uitkomsten van zelfevaluatie, de bevindingen van de visitatiecommissie en het nieuwe cultuurplan van de provincie Limburg (2009-2012) moeten het fundament vormen van het meerjarenbeleidplan 2009-2012 van de provinciale musea.


2

Het Limburgs Museum heeft het afgelopen jaar met een groep van veertien medewerkers de zelfevaluatie opgesteld. Eenzelfde groep is ook betrokken geweest bij de samenstelling van een actuele SWOT-analyse en de formulering van de doelen voor 2009-2012. De directie heeft in nauwe afstemming met bestuur en het managementteam in april 2008 uitgangspunten voor het strategisch beleid geformuleerd (Limburgs Museum 2009-2012: Succes verzekerd ?). De visitatie commissie heeft daarover ook uitspraken gedaan en onderschrijft de belangrijke strategische plannen van het museum De realisatie van het strategisch (toekomstgericht) beleid is grotendeels afhankelijk van de randvoorwaarden die vooral door de overheden moeten worden gecreëerd. Afhankelijk hiervan kunnen de doelstellingen omtrent strategische keuzen in een definitieve versie van de meerjarenplannen voor 2009 tot en met 2012 worden vastgelegd.

Wie zijn wij ? De missie van het Limburgs Museum is eerder (1999, 2002, 2004) geformuleerd: Het Limburgs Museum wil hét toonaangevende en richtingbepalende museum zijn op het gebied van het Limburgs cultureel erfgoed. Het richt zich hierbij op Limburg in een lands- en provincieoverschrijdende (euregionale) context. Rondom de beleidsuitvoering van extramurale taken heeft ook een discussie over de missie plaatsgevonden. Er is geen reden om de missie aan te passen, mits we voor ogen houden dat de kerncompetenties voortkomen uit het gegeven dat we vooral een museale organisatie zijn en dus niet het gehele culturele erfgoed in de provincie Limburg dienen te bedienen. Het Limburgs Museum werd in 1992 statutair opgericht om de fusie tussen het Goltziusmuseum (gemeente Venlo) en het Limburgs Volkskundig Centrum (Limbricht) mogelijk te maken. Later werd hieraan ook de taakstelling van het provinciaal archief voor bewegend beeld (Lifva) aan toegevoegd. Voor de nieuwe organisatie werd vanaf 1996 in nauwe samenwerking met architect Jeanne Dekkers (Delft) een nieuwe accommodatie voorbereid, die in augustus 2000 in Venlo werd geopend. In de nieuwbouw is onder andere ruimte voor vaste presentaties, wisseltentoonstellingen, groepsontvang, flankerende activiteiten (film, lezingen, symposia etc), beheer- en behoudstaken, alsmede actieve informatie-overdracht in een ‘kennistankstation’, dat in het aanpalende oudste benzinetankstation van Nederland (1933) is gehuisvest. De vaste presentaties vragen aandacht voor kenmerken van de cultuur(geschiedenis) (250.000 v. Chr- hedendaags) in Limburg en aangrenzende regio’s (uit Duitsland, België en Nederland), waarbij ook aandacht wordt geschonken aan ‘alledaagse’ zaken. Daarbij maakt het museum gebruik van diverse soorten informatiedragers, zoals kunst, gebruiksvoorwerpen, objecten met historische betekenissen, modellen, rekwisieten en multimedia. In de conceptontwikkeling van het Limburgs Museum (1993-2000) moest rekening worden gehouden met het provinciaal museumbeleid. Hierin was voor de belangrijke erfgoedterreinen archeologie en de historisch gegroeide regionale kunst een centrale plaats weggelegd voor het Bonnefantenmuseum te Maastricht. Sedert 2002 heeft het Bonnefantenmuseum deze taak afgestoten. Het Limburgs Museum wil deze erfgoedtaken toevoegen aan de bestaande deelgebieden waarop het museum actief is. Daarmee wordt het profiel van het Limburgs Museum als hét provinciaal cultuurhistorisch museum verder aangescherpt en wordt de museale focus helder. Het Limburgs Museum wil principieel een interdisciplinair museum zijn. Navolgende disciplines zijn in de organisatie aanwezig: geschiedenis, kunstgeschiedenis, archeologie,


3

volkskunde/etnologie, sociale en historische geografie, onderwijskunde, beeldcultuur. Daarnaast beschikt het museum sedert 2003 over een wetenschappelijke adviesraad (WAR), waarin deze disciplines eveneens aanwezig zijn. Middels deze WAR heeft het Limburgs Museum structurele contacten met vier universiteiten. Het Limburgs Museum heeft ruim 22,79 vaste fte’s. Een deel der taken (onder andere beveiliging en schoonmaak) is uitbesteed.Daarnaast werken in het Limburgs Museum een aantal additionele medewerkers en projectmedewerkers (3,2 fte), alsmede een dertigtal vrijwilligers en jaarlijks twee tot vijf stagiaires. De organisatie bestaat uit directie (1 fte) en stafgroep (4,86 fte), hoofdgroep beheer & behoud (9,12 fte) en hoofdgroep publiekszaken (7,82 fte). In de stafgroep worden taken betreffende administratie en controlling, secretariaat en P&O verricht. Daarnaast zijn hier een aantal publiekstaken ondergebracht die raakvlakken hebben met de bedrijfsvoering en betalingsverkeer in het museum, zoals entree, winkel, reserveringen en huur. De hoofdgroep beheer & behoud heeft zorg over gebouw, collecties (museumvoorwerpen, bewegend beeld, bibliotheek) en assisteert in technische zin bij opbouw en ontmanteling tentoonstellingen etc. De hoofdgroep Publiekszaken verzorgt de educatie, public relations, marketing en flankerende activiteiten. Onderzoek vindt plaats door de wetenschappelijk opgeleide functionarissen uit de hoofdgroepen Publiekszaken en Beheer & Behoud. De tentoonstellingen worden voorbereid volgens projectenorganisaties van wissellende samenstelling. Opdrachtgever is steeds de directeur van het museum, terwijl de projectcoördinatie wordt gedaan door (assistent-) conservatoren. De kracht van deze platte en heldere organisatie is: Sterk gericht op ontwikkeling van praktische toepassing van nieuwe communicatiemiddelen en –technieken in museale omgeving; Waar mogelijk actief participerend in Limburgse verenigingen, instellingen en initiatieven; Bereidheid provinciaal beleid te integreren in museale projecten; Niet traditioneel en ook actief in flankerende activiteiten;

Wat hebben we zoal gedaan ? Door absolute prioriteit de geven aan de publiekstaken, kon in augustus 2000 het nieuwe Limburgs Museum worden geopend. Het museum toont in de semi-permanente opstellingen op spannende en gevarieerde wijze museale presentaties die aan willen sluiten bij de belevingswereld van de belangrijkste doelgroepen. In de presentaties wordt gebruik gemaakt van moderne communicatietechnieken en nieuwe wetenschappelijke inzichten. Deze twaalf gerealiseerde nieuwe presentaties waren voor Nederland opmerkelijk, waardoor het Limburgs Museum relatief veel aandacht kreeg in de algemene en meer branchegerichte pers. Na de opening kreeg het Limburgs Museum beduidend meer bezoekers te verwerken dan de 35.000 bezoekers die waren geprognosticeerd. Uit het publieksonderzoek valt op te maken dat een groot deel van de bezoekers (ca 75%) de verschillende producten van het museum nog steeds hoog waardeert (meerderheid geeft een cijfer van gemiddeld 7,9). Ook blijkt dat het verblijf in het museum voor de meerderheid der bezoekers langer duurt dan 2 uur en dat circa 40 % een herhalingsbezoek aan het museum brengt. Er is veel animo vanuit het onderwijs om gebruik te maken van het educatieve aanbod van het museum. Door capaciteitsproblemen kunnen beoogde educatieve ontvangsten soms niet doorgaan. De meeste bezoekers brengen op basis van ‘mond-tot-mond’ reclame een bezoek aan het Limburgs Museum. Het huidige museum wordt door het publiek dus als (zeer) goed ervaren.


4

Het is van essentieel belang het positieve beeld tenminste te consolideren door het gebouw en de presentaties goed te onderhouden. De vaste presentaties zijn in de jaren 1996-2000 ontwikkeld en gerealiseerd. In de komende meerjarenbeleidperiode wordt, na de vervanging van de Historoscoop in 2007, een begin gemaakt met de vernieuwing van een aantal presentaties. Hiervoor zijn ideeën en plannen ontwikkeld en zijn in 2006-2008 extra middelen gevonden via Europese projecten (Historoscoop= Interreg IIIB) en samenwerking met maatschappelijke organisaties (Steunstichting Limburgse Allochtonen ten behoeve van ‘Kleur bekennen’). Het Limburgs Museum heeft de afgelopen jaren vele activiteiten ontwikkeld (tentoonstellingen, evenementen, studiedagen etc) die vanwege onderwerp en laagdrempeligheid belangrijke doelgroepen aanspreken. Belangrijke tentoonstellingen tijdens de laatste beleidsplanperiode waren bijvoorbeeld Asperges in olieverf, Het geheim van de Kelten, Heksen en tovenaars van toen en nu, Limburgia Exotica. Daarbij is de multidisciplinaire aanpak succesvol geweest, waardoor het museum een ontmoetingsplek en ontdekkingsoord voor een breed publiek is geworden: groepen uit het onderwijs, senioren en families, verblijfsrecreanten en specifiek geïnteresseerden. Daarbij is gebleken dat diverse incidentele activiteiten (grote tentoonstellingen) evenwel alleen mogelijk blijken te zijn door aanvullende subsidies. Daarnaast ontwikkelde het Limburgs Museum een groot aantal kleinere tentoonstellingen, die vooral inspeelden op actuele onderwerpen, recent onderzoek en collectietaken. Een bijzonder aandachtsgebied dat de laatste jaren steeds meer het profiel van het Limburgs Museum is gaan bepalen is film en fotografie. Tentoonstellingen als Alphons Hustinx-Kleur in donkere dagen, Wiel van der Randen-Bescheiden camera moderne blik, Annie van Gemert-Kloosterlingen, Hub Leufkens (1892-1962): een ondernemend kunstenaar; fotograaf en filmer van Limburg en Java, diverse fotowedstrijden en maandelijkse filmvoorstellingen droegen daar in belangrijke mate aan bij. In de afgelopen vier jaren zijn diverse pr-programma’s ontwikkeld om de naamsbekendheid van het Limburgs Museum groter te maken, zowel binnen als buiten de provincie. De belangrijkste waren Typisch Limburgs ?! (ten behoeve van provinciale groepsarrangementen) en Flashback (grensoverschrijdend museumbezoek). Het museum biedt in de tentoonstellingen de mogelijkheid wetenschappelijk verantwoorde informatie op te doen over de cultuurgeschiedenis van Limburg. Daarnaast is er een Informatiecentrum ingericht en zijn er in 2007-2008 plannen gemaakt voor een nieuwe website met o.a. educatieve pakketten en een Beeldbank Limburg. Het Limburgs Museum is niet alleen een belangrijke cultuurhistorisch-toeristische trekpleister voor de regio, het heeft zich eveneens ontwikkeld tot een bewaar- en toonplaats voor het Limburgs culturele erfgoed van geheel Limburg. Binnen de bewaarfunctie is ook aandacht uitgegaan naar de beheersbaarheid van collecties en de ontsluiting van de collecties voor publiekstaken. Wegens voorrang van andere publiekstaken (tentoonstellingen etc) is voor de collectietaken de afgelopen jaren te weinig tijd geweest. In 2007 vond met succes de herijking van het Limburgs Museum als een geregistreerd museum plaats, waardoor werd aangetoond dat het Limburgs Museum voldoet aan alle beleidseisen, -uitgangspunten en ICOM-doelen. De doelen zijn onderverdeeld in twaalf categorieën. Uitgangspunt hierbij zijn de (inter)nationale codes die het museum heeft onderschreven en waaraan het zich zegt te houden. Deze afspraken zijn neergelegd in de ICOM Code of Ethics. Het Limburgs Museum is actief lid van de Nederlandse Museumvereniging.


5

Het Limburgs Museum heeft middels bovenstaande acties het provinciaal beleid versterkt, met name inzake de aandachtsgebieden Jong Zijn In Limburg en Ondernemend Limburg.

Wat willen we gedurende 2009-2012 bereiken ? Het Limburgs Museum heeft een autonoom museaal beleid en draagt daarmee in de periode 2009-2012 bij aan het provinciaal beleid, waarbij dat in deze cultuurplanperiode met name tot uiting komt door aansluiting te zoeken bij de programmalijnen Investeren in mensen, Investeren in steden en dorpen en Innoveren in Limburg. Limburgers zouden bewuster kunnen zijn dat men leeft in een grensoverschrijdende provincie met een Europese dimensie. Dit uitgangspunt is gebaseerd op drie hoofddoelstellingen. 1. Het Limburgs Museum wil gevarieerde en laagdrempelige tijdelijke tentoonstellingen en publieksactiviteiten organiseren, alsmede de semi-permanente presentaties onderhouden en verbeteren, waardoor structureel tenminste gemiddeld 42.500 bezoekers jaarlijks het museum bezoeken. Belangrijker dan de bezoekersaantallen vinden wij het bereik, dat tot uitdrukking komt in gebruikers van de diverse diensten (website, IC, begeleid schoolbezoek), de duur van het verblijf in het museum (meerderheid van de bezoekers langer dan 2 uren) en de waardering voor het museum (meerderheid 8). Deze bezoekers komen in belangrijke mate als herhaalbezoekers naar bijzondere tentoonstellingen, waarvoor extra middelen moeten worden gegenereerd. Een groot deel van de bezoekers komt in (onderwijs)groepen die om specifieke begeleiding vragen. De semi-permanente presentaties vormen hiertoe een belangrijk instrumentarium en moeten derhalve op peil gehouden worden, door middel van onderhoud en aanpassingen. 2. Het Limburgs Museum wil in de cultuurplanperiode 2009-2012 aanwezige collecties selecteren, ontsluiten, verzorgen en (laten) onderzoeken. Vervolgens kunnen gegevens digitaal beschikbaar komen aan het publiek, waardoor een optimale publieksparticipatie gegarandeerd is. Daarvoor is het noodzakelijk dat uit de verzamelgebieden (bewegend beeld, objecten, bibliotheek) van het museum selecties worden gemaakt, zodat een representatief aanbod ontstaat dat door het publiek als zeer wenselijk wordt ervaren. Met name voor het ontsluiten van de belangrijke filmcollecties, digitalisering en het onderhoud van een Beeldbank Limburg moeten financiën nog worden gevonden. 3. Het Limburgs Museum wil het profiel als hét cultuurhistorisch museum van, voor en over Limburg verder ontwikkelen door de in 2002 ingeslagen weg om meer aandacht te geven aan de ontwikkeling van collecties op het gebied van archeologie (materiele cultuur) en historische kunst met betrekking tot Limburg (beeldcultuur) uit te bouwen. Aldus ontstaat meer evenwicht in de museale erfgoedtaken van het Limburgs Museum en wordt aan de bestaande vraag tegemoet gekomen. Dit zal leiden tot meer ruimtebeslag voor presentaties op deze terreinen en voor publieksvoorzieningen die noodzakelijk zijn voor een goede publieksparticipatie. Daarom wordt onderzocht hoe het Limburgs Museum kan uitbreiden, waardoor ook ruimtegebrek vanwege het succes van het Limburgs Museum (educatie, publieksontvangsten, grote Europese wisseltentoonstellingen etc) kan worden opgelost. Meer gedetailleerd wil het Limburgs Museum de drie hoofddoelstellingen bereiken door navolgende concrete doelen te verwezenlijken:


6

1. Culturele doelen Het Limburgs Museum wil in 2009-2012: I. Navolgende strategisch doel realiseren: a. Met het project ‘Kleur bekennen’ wil het Limburgs Museum op integrale wijze (vaste presentaties, wisseltentoonstellingen, extramurale contacten, flankerende activiteiten) een structurele band opbouwen met groepen uit onze samenleving die de culturele diversiteit als een realiteit beschouwen waarin kansen en uitdagingen aanwezig zijn. II. Daarnaast willen we de volgende doelen verwezenlijken: b. Actief participeren in instellingen en verenigingen die zich bezig houden met cultureel erfgoed, vooral in de provincie Limburg, Belgisch Limburg en Rijnland, alsmede op nationaal niveau. Tenminste 20 lidmaatschappen of bestuursfuncties worden daarbij actief bekleed. c. Participeren in Venloos Overleg Cultuurinstellingen (VOC) teneinde vanuit het veld ontwikkelingen in het culturele veld af te stemmen. d. Door samenwerking met Museum Van Bommel-Van Dam het concept van Museumpark verder versterken en de omgeving van het Limburgs Museum daarmee tot een aantrekkelijke verblijfsomgeving opwaarderen. e. Tenminste één internationaal project uitvoeren (waar mogelijk zelfs ‘trekken’) dat spoort met het provinciaal beleid en waarvan de resultaten gericht zijn op cultuurtoerisme en publieksparticipatie in de Euregio. f. Participeren in de planvorming voor de Floriade, waarbij het Limburgs Museum nastreeft dat cultuurgeschiedenis een beleefbaar aspect van dit festival wordt en dat bezoekers op de Floriade worden verwezen naar activiteiten in het Limburgs Museum.

2. Collecties en Beheer en behoud Het Limburgs Museum wil in 2009-2012: I. Strategisch beleid Op collectiegebied navolgende strategische doelen verwezenlijken: a. Het publieksbereik substantieel vergroten door het ontwikkelen van een ICT-platform (Beeldbank) waarin digitaal beeldmateriaal (museumvoorwerpen, films etc) wordt beheerd en toegankelijk gemaakt. Dit platform wordt in beginsel in projectvorm ontwikkeld vanaf 2009, nadat hierover met de Provincie Limburg afstemming heeft plaatsgevonden, met als doel het online aanbieden van gegevens en beeldmateriaal van objecten uit de museumcollectie, film uit de LiFVA-collectie en de titels van boeken en tijdschriften uit de bibliotheek Limburgs Museum. De haalbaarheid van dit doel is afhankelijk van het verkrijgen van aanvullende subsidies, zoals door de visitatiecommissie duidelijk is geadviseerd aan het provinciebestuur.Wanneer de subsidie niet of slechts ten dele wordt toegekend, moeten de projectdoelen worden aangepast. Hiervoor zijn in het voortraject scenario’s opgesteld. In het bereiken van dit doel wordt samenwerking gezocht met archiefinstellingen en musea in Limburg b. Voor belangrijk provinciaal roerend erfgoed extra middelen genereren waardoor met het aankoopbudget van het Limburgs Museum voor Limburg belangrijke objecten blijvend verworven kunnen worden.


7

II. Algemeen De uitgangspunten voor de collectiedoelen zijn: a. Voor de collecties van Informatiecentrum, Bewegend Beeld en de Museumcollectie werken volgens de uitgangspunten die zijn geformuleerd in het Collectiebeleidsplan uit 2006; b. Namens de stichting Limburgs Film en Video Archief (LiFVA) zorgdragen voor het beheer in ruime zin van de collectie Bewegend Beeld. De stichting LiFVA is eigenaar / bruikleennemer van de filmcollecties die zijn verworven van instellingen en particulieren, en beheert de auteursrechten op de collecties; c. Namens de stichting Carnavalsmuseum zorgdragen voor beheer en toekomstige toegankelijkheid van de collectie. Stichting Carnavalsmuseum is eigenaar van een in omvang aanzienlijke collectie voorwerpen die betrekking hebben op carnaval. A. Museumcollecties Het Limburgs Museum wil op het gebied van acquisitie: a. Ernaar streven om hiaten in de collecties, verwoord in het Collectiebeleidsplan 2006, op te vullen. Dit gebeurt passief (op basis van aanbod) en actief (onderzoek naar hiaten); b. Met drie verzamelaars structurele afspraken maken over gefaseerde overgang van hun collecties naar het Limburgs Museum. Deze overgang overstijgt de tijdsspanne van dit bedrijfsplan; c. Gericht collecties verwerven met name op het gebied van materiele cultuur en beeldcultuur en daarbij rekening houden met de collecties die het museum in (langdurig) bruikleen heeft. d. De afspraken herijken die in 1998-2000 met de tien belangrijkste bruikleengevers zijn gemaakt en deze zonodig bijstellen; e. Vanuit de uitgangspunten van het Collectiebeleidsplan niet-passende collectieonderdelen afgestoten aan de hand van de door de branchevereniging opgestelde protocollen (LAMO); beschikbaarstelling aan andere museale instellingen is hierbij een belangrijk uitgangspunt; f. De collectie een kwaliteitsimpuls geven en zet hiervoor het fonds Aankopen en een actief langdurig bruikleenverkeer in. Het Limburgs Museum wil op het gebied van collectieontsluiting: a. Door een verlenging van Inhalen Achterstanden de registratieachterstand wegwerken. Hiervoor moet, naast de inzet van eigen medewerkers, tot en met 2012 één projectmedewerker worden aangesteld; b. Circa 1700 op inventariskaart geregistreerde objecten (met name keukencollectie, penningen, textiel) overzetten naar ADLIB; c. Jaarlijks de nieuwe aanwinsten (gemiddeld 400 objecten) registreren en digitaliseren (grote deelcollecties daargelaten); d. Geselecteerde delen van de collecties digitaliseren. Hiervoor zijn structureel meer middelen noodzakelijk en wordt een projectplan in 2009 gemaakt. e . Secundaire gegevens (literatuur en exposities) koppelen aan 50% van de geregistreerde objecten aan ADLIB. Het Limburgs Museum wil op het gebied van fysieke opslag en conservering: a. Naar aan leiding van nieuwe internationale inzichten in collectiemanagement (Spectrum) wordt dit programma bestudeerd en getoetst naar de situatie in het LM (2009) en worden onderdelen hiervan toegepast (2010-2012)


8

b. Verbeterpunten in de collectieopslag inventariseren en voert in 4 deelprojecten verbeteringen door; c. De huidige conserveringsbehoefte bij collecties beeldcultuur (o.a. schilderijen en werken op papier) inventariseren en deze uitwerken in jaarplannen/conserveringsvoorstellen; d. De huidige conserveringsbehoefte bij collecties archeologie inventariseren en deze uitwerken in jaarplannen/conserveringsvoorstellen; e. Zorgdragen voor uitvoering (interne of externe opdrachten) van gemiddeld 2 goedgekeurde conserveringsvoorstellen per jaar; Het Limburgs Museum wil op gebied van publiekspresentatie en beschikbaarstelling a. In de periode 2009-2012 tenminste twee collectietentoonstellingen organiseren naar aanleiding van meer onderzoek, ontsluiting en verzorging van de eigen collecties. b. Delen van de collectiedatabases digitaal beschikbaar stellen. c. Geselecteerde delen van de collectie via de Beeldbank Limburg toegankelijk maken voor publiek; d. Jaarlijks tenminste minimaal 100 objecten uit zijn collectie beschikbaar stellen aan andere museale instellingen in de vorm van (langdurige) bruiklenen; e. De belangrijkste aanwinsten in de vaste presentaties integreren waardoor deze aantrekkelijker worden en een aanzet kan worden gegeven voor de herinrichting van vaste presentaties. B. Collecties Bewegend Beeld Het Limburgs Museum wil op het gebied van acquisitie: a. In de periode 2009-2012 van elk van hieronder genoemde onderwerpen tenminste twee collecties of twee bijzondere, afzonderlijke filmtitels verwerven: - bedrijfsfilms (provincie- en sectorbreed); - sociaal-maatschappelijke en sociaal-economische onderwerpen - geschiedenis van bouwwerken - sport - periodes & subculturen (provo, jeugdbeweging jaren vijftig/zestig) - dagelijkse leven in oorlogstijd; b. De website prominenter inzetten en een speciale tentoonstelling organiseren (2011) om de acquisitie van bewegend beeld te stimuleren. Middelen daartoe zijn eveneens een reactieformulier en het frequent brengen van klein nieuws rond de filmcollecties; c. Door toepassing van de criteria voor acquisitie (op basis van selectie aan de poort) de relatief jonge LiFVA-collectie zo zuiver mogelijk houden zodat toekomstige afstoting tot een minimum kan worden beperkt. Het Limburgs Museum wil op het gebied van ontsluiting: a. In 2010 via de beoogde Beeldbank Limburg de LiFVA-collectie digitaal beschikbaar hebben. Voor digitalisering zijn structureel meer middelen noodzakelijk en is een projectplan gemaakt dat vanaf 2009 moet worden gerealiseerd. b. De registratieachterstand in 2010 hebben weggewerkt, te weten: ontsluiting van 1270 titels in Adlib; c. Jaarlijks 450 filmtitels materieel verzorgen en ontsluiten, afhankelijk van het aanbod; d. Jaarlijks 75 video- en dvd-titels ontsluiten. Het Limburgs Museum wil op het gebied van fysieke opslag en conservering: a. De daartoe bestemde, geconserveerde LiFVA-collecties na ontsluiting beheren in het koud depot; de geconserveerde en ontsloten collecties van Limburgse archiefdiensten worden


9

gedeponeerd in dit depot, waarvoor het Limburgs Museum middels deponeringsovereenkomsten de zorg draagt; b. Continuering van de samenwerking met de archiefdiensten die onder coördinatie van het Limburgs Museum hebben samengewerkt in het filmconserveringsproject Een kleurrijke vertoning (2004-2006). Het streven is om de nog niet behandelde films van die archieven met als cultuurhistorische status A en B (hoge documentaire en filmische waarde) na selectie eveneens veilig te stellen, te ontsluiten, in de beeldbank onder te brengen en voor de lange duur te bewaren. Hiertoe wordt nauw overleg gevoerd in KVAL en met de archiefdiensten. In 2010 volgt hierover een besluit; c. onderzoek doen naar uitbreiding van de opslagcapaciteit voor LiFVA- en archiefcollecties, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met quarantaine van bedreigde film (vinegar). Het Limburgs Museum wil op het gebied van publiekspresentatie en beschikbaarstelling a. Jaarlijks 12 programma’s verzorgen in de reeks Limburgs Museum Cinema; b. Bij de samenstelling van historische av-producties voor tentoonstellingen in het Limburgs Museum voor 80% gebruik maken van de collecties LiFVA en Limburgs Museum; c. Na 2010 de zoekfunctie voor av-professionals, particulieren en onderwijs voor 100% van de ontsloten en gedigitaliseerde collecties ingevuld zien door de beoogde beeldbank; d. Met de implementatie van de beeldbank in 2010 efficiënter reageren op aanvragen; dit kan omdat beeldmateriaal vanaf een centrale digitale opslag (server) wordt geleverd; e. Vanaf 2010 de bestaande incidentele samenwerking met regionale en landelijke omroepen een meer structurele basis geven middels licentiecontracten; dit resulteert jaarlijks in gemiddeld 6 televisieprogramma’s waarin beeldmateriaal van het Limburgs Museum – LiFVA verwerkt wordt; f. In 2011 een tentoonstellingsproject presenteren rond filmcultuur, met als aanleiding het feit dat de oudst bewaarde film van Limburg dan 100 jaar geleden is gemaakt [1911]. De tentoonstelling maakt gebruik van interactieve presentaties uit de gedigitaliseerde filmbestanden; g. Gemiddeld vier maal per jaar met relevant nieuws rondom de collectie Bewegend Beeld naar buiten te treden (primair nieuws en beeldmateriaal brengen via nieuwe website); h. De naamvoering van de collectie in credits en projecten etc aanhouden zoals nu gebruikelijk: Limburgs Museum-collectie Limburgs Film en Video Archief. C. Collecties Informatiecentrum (IC) Uitgangspunt is om het Informatiecentrum verder te ontwikkelen tot een belangrijke (in Noord-Limburg gesitueerde) bron en vraagbaak m.b.t. de geschiedenis en (volks-)cultuur van Limburg. Het Limburgs Museum wil op het gebied van acquisitie: a. Nieuwe publicaties (zowel analoog als digitaal) signaleren, aansluitend bij het collectiebeleidsplan, en deze indien wenselijk verwerven voor de instituutsbibliotheek; b. Actief de hiaten op het terrein van de Limburgensia verder opvullen, met name wat betreft tijdschriften en reeksen. Wat betreft andere publicaties gebeurt dit op basis van aanbod (passief); c. Op basis van de selectiecriteria uit het collectiebeleidsplan stukken uit de collectie afstoten. In 2012 zal de IC-collectie gesaneerd zijn. Het Limburgs Museum wil op het gebied van ontsluiting: a. Circa 700 nieuwe aanwinsten per jaar registreren en inhoudelijk ontsluiten; b. Per jaar 100 tijdschriftartikelen ontsluiten; c. Het onderhoud en de redactie van de thesaurus uitvoeren.


10

d. Van de collectie Schillings 200 titels per jaar formeel en inhoudelijk beschrijven. e. De circa 10.000 boeken die al formeel beschreven zijn inhoudelijk ontsluiten; Het Limburgs Museum wil op het gebied van de fysieke opslag en conservering: a. De groeimogelijkheden voor de collectie realiseren door een meer efficiënte indeling van het depot boeken en tijdschriften. Hierdoor komt circa 120 meter legbordruimte beschikbaar; b. Voor de collectie oude drukken (circa 100 titels) een conserveringsplan laten opstellen en uitvoeren; c. Jaarlijks circa 40 afgeronde jaargangen van tijdschriften materieel laten verzorgen.

Het Limburgs Museum wil op het gebied van publiekspresentatie en beschikbaarstelling: a. De zichtbaarheid van het Informatiecentrum vergroten door het plaatsen van de gehele catalogus op het internet (2009/2010). Collectiegegevens worden daardoor voor iedereen toegankelijk, waardoor ook het fysieke bezoek aan het Informatiecentrum zal toenemen; b. Binnen de nieuw te bouwen website plekken creëren waar vragen kunnen worden gesteld aan het LM. Het Informatiecentrum zal een centrale rol spelen in de beantwoording van de vragen en de verzoeken om informatie; c. Over binnenkomende vragen actief adviseren in de vorm van verwijzing naar literatuur in het Informatiecentrum of doorverwijzen naar andere instanties; d. Tenminste 10 publicaties van het LM en haar rechtsvoorgangers, zijnde ouder dan vijf jaar, als online content beschikbaar stellen (voor zover het LM hierover de auteursrechten heeft); e. In 2009 in samenwerking met het educatieve team een plan opstellen over de rol van het IC m.b.t. educatie, en dit vervolgens uitvoeren (2010-2012); f. In 2009 de mogelijkheden tot interbibliothecair leenverkeer verruimen door middel van het regelen van toegang tot de NCC; g. Meer samenwerking op het terrein van bibliotheekzaken met Museum Van Bommel van Dam, Openbare Bibliotheek Venlo en Gemeentearchief Venlo D. Digitale collecties Het Limburgs Museum wil: a. Middels samenwerkingsovereenkomsten met andere erfgoedinstellingen een Beeldbank Limburg opzetten en verder invullen; b. De gedigitaliseerde collecties beschikbaar hebben voor: - de online beeldbank via de website LM voor cultuurhistorisch geinteresseerden. - professionele gebruikers (o.a. collega musea, omroepen als L1, producenten, andere musea) - activiteiten en projecten van het Limburgs Museum, bijvoorbeeld LM Cinema tentoonstellingen, educatie… - onderdeel van provinciale geschiedenisprojecten (zoals CBL)

3. Onderzoek Het Limburgs Museum wil in 2009-2012 een rol spelen in het cultuurhistorisch onderzoek in Limburg. Om dat te bewerkstelligen, zijn de volgende doelen geformuleerd: a.

Medewerkers van het Limburgs Museum doen zelf onderzoek naar collectie of verzamelgebieden van het museum, en voor tentoonstellingen zoals opgenomen in de jaarlijkse tentoonstellingsplanning Daarnaast wordt onderzoek door derden naar objecten uit de museumcollectie of voor tentoonstellingen door medewerkers van het LM begeleid.


11

b.

c.

d.

e. f. g.

h.

i.

Dit onderzoek en deze begeleiding wordt nadrukkelijk van wetenschappelijk medewerkers verwacht, en komt tot uitdrukking in publicaties en voordrachten. Ook zogenaamd ‘vrij wetenschappelijk onderzoek’ door medewerkers is incidenteel mogelijk. Dit onderzoek kan leiden tot verwervingen of nieuwe tentoonstellingsideeën. Bovendien versterkt het de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker en de naam van het Limburgs Museum in het wetenschappelijke veld. De belangrijkste onderzoeksvragen die gerelateerd zijn aan de collectie en verzamelgebieden van het museum zijn vastgelegd in een onderzoeksagenda. In deze agenda zijn ook de doelen voor de komende jaren vastgelegd. De onderzoeksagenda is niet statisch en wordt in principe ieder jaar geëvalueerd. Het aan tentoonstellingen gerelateerde onderzoek is afhankelijk van de tentoonstellingsplanning. In principe wordt voor alle grote door het LM georganiseerde tentoonstellingen (tenzij ze worden ingekocht) onderzoek voorbereid of begeleid; voor kleinere tentoonstellingen zal vaak (maar niet altijd) eigen onderzoek noodzakelijk zijn, en voor tentoonstellingen in de galerij zelden. Het LM en zijn medewerkers zullen jaarlijks ten minste tien publicaties verzorgen of daar substantieel aan bijdragen, en zij zullen minstens tien voordrachten verzorgen. Het museum organiseert ten minste twee studiedagen per jaar met een regionale dan wel nationale uitstraling, en twee studiedagen per jaar met internationale uitstraling. Het Limburgs Museum kent een wetenschappelijke adviesraad (WAR), waarin vertegenwoordigers van verschillende universiteiten zitting hebben. De WAR is intermediair tussen het museum en de wetenschappelijke wereld, en speelt een rol bij de reflectie op onderzoek van museummedewerkers. Daartoe komt de WAR ten minste twee keer per jaar samen met de wetenschappelijke staf van het museum. In de komende beleidsperiode wordt onderzocht in hoeverre het LM de etalage kan zijn van aan het beleid van het museum gerelateerd wetenschappelijk onderzoek in Limburg (zowel fysiek als digitaal – via de website van het museum). De beeldbank inzetten ten behoeve van onderzoek door derden op basis van de collectie LiFVA of andere verzamelingen Limburgs filmmateriaal. Dit kan gaan om onderzoek dat door het LM / de stichting LiFVA wordt geïnitieerd of door derden (bv universiteiten).

4. Public Relations en Marketing Het Limburgs Museum stelt zich in 2009-2012 navolgende doelen: a. Kijkend naar de inzet van diverse media en de bijbehorende resultaten blijken free publicity en mond-tot-mond reclame van groot belang. Free publicity wordt al zo optimaal mogelijk ingezet. De mogelijkheden van mond-tot-mond reclame worden komende beleidsperiode verder uitgewerkt. b. Wil meer gaan samenwerken met verblijfsaccommodaties en zich meer profileren in deze branche als een kwalitatief en kindvriendelijke attractie waar verblijfsaccommodaties hun gasten graag naar toe sturen. c. Ontwikkelt een nieuwe website die in 2009-2010 operationeel wordt. De website sluit aan bij de interactieve behoefte en beleving van de bezoekers en stimuleert meetbaar het museumbezoek. Daarnaast ondersteunt de website een aantal taken binnen de organisatie (bijv. tonen van gedigitaliseerde collecties). De nieuwe website moet een toename van het aantal websitebezoekers realiseren tot circa 1.000.000 per jaar in 2012. d. Wil jaarlijks instrumenten (diverse folders), campagnes (diverse media) en samenwerkingsprojecten (diverse partners) ontwikkelen die resulteren in meer bezoekers.


12

e. Wil de instrumenten, campagnes en samenwerkingsprojecten evalueren op hun rendement en verricht daarvoor publieksonderzoek. f. Wil daarbij nadrukkelijk aandacht vragen voor senioren. Voor deze doelgroep worden speciale acties en producten ontwikkeld. g. Streeft naar uitbreiding van het aantal abonnees van de digitale nieuwsbrief tot 2.500. h. Wil het publieksonderzoek uitbreiden en verdiepen (zowel kwalitatief als kwantitatief) met name terzake de gestelde doelstellingen. De uitkomsten worden verwerkt in het beleid inzake PR en Marketing om beter kennis te kunnen nemen v an de wensen van de bezoekers en daar in de toekomst beter op in te kunnen spelen. i. Wil onderzoek doen naar de naamsbekendheid van het Limburgs Museum en in het vervolg hierop werken aan de vergroting van de naamsbekendheid. j. Streeft per jaar naar 1200 aan het museum gerelateerde vermeldingen op internet en 400 vermeldingen in de gedrukte media. k. Streeft naar de realisatie van een Interreg IV project (Flashback II) dat met name ook dient tot stimulering van (Duits) grensoverschrijdend cultuurtoerisme, netwerkvorming en kennisontwikkeling over grensoverschrijdende PR en Marketing. Hierin speelt de Floriade een belangrijke rol

5. A. Bezoekers De belangrijkste bezoekers van het Limburgs Museum zijn: - families (wonend in Limburg of tijdelijk verblijvend op verblijfsaccommodatie) - senioren (wonend in Limburg of tijdelijk verblijvend op verblijfsaccommodatie) - onderwijs (Basisonderwijs, Voorgezet Onderwijs en Speciaal onderwijs) Het Limburgs Museum wil in de jaren 2009-2012: a. Naast de bestaande doelgroepen ook nog extra aandacht genereren bij - migranten en hun nakomelingen - gasten van verblijfsrecreatieve centra - inwoners van Oostelijk Noord-Brabant en Zuid-Gelderland - cultuur- en historieliefhebbers uit de Nederrijnse grensregio, mede te bereiken via projecten en tentoonstellingen die de gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur tot thema hebben. Het project Flashback II zal daar een belangrijke rol in spelen b. Het aantal groepsbezoeken met rondleiding (exclusief onderwijs), in het bijzonder de groepen (families, verenigingen, etc) laten toenemen met 50 % tot gemiddeld 150 per jaar. c. De komende jaren minstens 42.500 bezoekers per jaar trekken. In de jaren dat er speciale grote tentoonstellingen worden georganiseerd streeft het museum naar 50.000 bezoekers. Bij het jaar van de Floriade wil het Limburgs Museum 60.000 bezoekers ontvangen. d. Streven naar een bezoekerstevredenheid van gemiddeld 8,0 e. Onderzoek doen naar het participatiegedrag van bezoekers in tentoonstellingen

5 B. Begeleid Groepsbezoek. Het Limburgs Museum wil in 2009-2012: a. Streven naar een betaalbare hoge kwaliteit van museumlessen middels begeleiding door professionele museumdocenten en tussentijdse evaluaties mbt vraag-aanbodinhoud. Daarbij heeft het vernieuwende karakter aandacht.


13

b. Constateert dat het schoolbezoek een vrij constante factor van bezoekers is. Gezien de capaciteit op het gebied van ruimte en personeel is verdere groei slechts beperkt mogelijk. Komende jaren wil het LM streven naar een lichte, gestage groei van de schoolbezoeken die in 2012 resulteert in minstens 13.000 leerlingen per jaar. De extra groei wordt voornamelijk gerealiseerd bij het Voortgezet Onderwijs, MBO/HBO en het Speciaal Onderwijs door middel van actieve benadering, samenwerking en innovatieve, vraaggerichte projecten. Daarvoor wordt een promotiecampagne gehouden voor het Voortgezet Onderwijs en MBO/HBO.Ten behoeve van deze grotere capaciteit wordt onderzocht welke fysieke ruimte hiervoor gekozen moet worden en welke andere taken/presentaties moeten komen te vervalen. c. Streeft er naar om in deze beleidsperiode bij het vaste aanbod van bestaande museumlessen voor het voortgezet onderwijs één nieuwe museumles toe te voegen d. Streeft naar vernieuwing van bestaande museumlessen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs bij de vaste collectie (n.a.v. nieuwe inrichting van een deel van de vaste presentaties). e. Streeft naar het aanbieden van tenminste twee museumlessen per jaar bij de tijdelijke tentoonstellingen, één voor het basisonderwijs en één voor het voortgezet onderwijs. f. Wil ieder jaar een speciaal evenement of project organiseren voor het voortgezet onderwijs waaraan minimaal 400 leerlingen deelnemen. g. Constateert een toename in verzoeken vanuit het onderwijs omtrent museumbezoek op maat en vraaggerichte projecten. Het Limburgs Museum zal ieder verzoek apart behandelen en afhankelijk van de haalbaarheid en betaalbaarheid uitvoeren. Daarnaast wil het LM vraaggericht werken door steunfunctie-instellingen, cultuurcoördinatoren en leerkrachten te betrekken bij de keuzes voor de inhoud van educatieve projecten. h. Zal ontwikkelingen in het onderwijsveld, zoals het ‘nieuwe leren’, de canons, culturele biografieën op de voet volgen en indien mogelijk en wenselijk in het aanbod verwerken. i. Wil een lessencyclus omtrent verzamelingen/verzamelgebieden ontwikkelen voor volwassenen en deze daarna jaarlijks aanbieden. j. Wil op het gebied van educatie samenwerking realiseren met onderwijsinstellingen en steunfunctie-instellingen in de regio, cultuurinstellingen in de provincie, organisaties voor volwasseneneducatie en migranteninstellingen met als doel vraag- en resultaatgerichte projecten te ontwikkelen en kennis en ervaringen te delen. k. Streeft naar het ontwikkelen van een rondleidersbeleid, waarbij kwaliteit, continuiteit, training en culturele diversiteit aandachtspunten zullen zijn. l. Zet het museumarrangement Typisch Limburgs ?! ook in de jaren 2009-2012 voort waarbij extra aandacht is voor organisaties met veel senioren. m. Onderzoekt in de jaren 2009-2012 de mogelijkheid van specifieke museumprojecten voor ouderen mede vanuit een geriatrische vraagstelling.

6. Horeca, winkel en verhuur. Het Limburgs Museum: a. Constateert dat het museumrestaurant een belangrijke verrijking is van het totale museum, mits er blijvende aandacht is voor uitbouw van de commerciële mogelijkheden in relatie tot de museale activiteiten. Het Limburgs Museum wil dat de betekenis van het museumrestaurant belangrijker wordt. In 2009 wordt daarvoor een nieuw architectonisch vormgegeven terras aangelegd aan de Keulsepoort. Een voorwaarde is medewerking van de gemeente Venlo dmv verkoop grond en


14

b.

c.

d.

e.

participatie in verbetering van de openbare ruimte. Hierdoor wordt de uitstraling en toegankelijkheid (met name voor minder-validen) van het Museumrestaurant groter. Onderzoekt of het mogelijk is om de openingstijden van het Museumrestaurant te verruimen (vanaf 10.00 uur en donderdag t/m zaterdag in de avonduren) waardoor aantoonbaar meer omzet moet worden gegenereerd. Wil de museumwinkel verder ontwikkelen met producten die een relatie hebben met de aandachtsgebieden van het museum (‘heritage-producten) en die winst genereren. Er wordt daarbij rekening gehouden met productontwikkeling, inkoop, verkoop, inrichting winkel en het implementeren van ketendenken in het publieksbeleid. Met name bij de grote wisseltentoonstellingen wordt de winkel hierop afgestemd. Wil de opbrengst van de museumwinkel vergroten door de inrichting van de museumwinkel verder te professionaliseren en de afzet van museale producten buiten het museum te organiseren. Wil de foyer, auditorium, educatieve ruimte, informatiecentrum en vergaderruimten aan derden verhuren.

7. Presentaties en tentoonstellingen I. Het Limburgs Museum heeft als strategisch doel: a. Het profiel van het museum consistent maken door als hét cultuurhistorisch museum van de provincie Limburg relatief meer aandacht te geven aan (Limburgse) beeldcultuur (film, fotografie, regionale historische kunst) en materiele cultuur (oa archeologie). II. Het Limburgs Museum: a. Constateert dat de elf semi-permanente opstellingen voor de geprioriteerde doelgroepen van onderwijs, verblijfsrecreanten en kleine groepen (families) een belangrijk museaal kapitaal zijn en imagovormend werken. Het museum constateert dat het wenselijk is dat vaste presentaties en de multimedia toepassingen vervangen worden na een periode van 5 tot 10 jaar. Daarom worden komende beleidsperiode de zalen Limburg Ontstaat, Familieleven en Same! heringericht en voorzien van nieuwe publieksgerichte multimedia. Daarvoor worden op substantiële wijze middelen gegenereerd. b. Onderzoekt hoe en wanneer de vervanging van de andere acht semi-permanente presentaties tot stand kan worden gebracht. Daarvoor moeten in elk geval substantieel middelen worden gereserveerd. c. Integreert belangrijke aanwinsten uit de afgelopen jaren in de semi-permanente presentaties, waardoor deze aan aantrekkelijkheid winnen, duidelijk wordt dat het Limburgs Museum dienstbaar is aan het verzamelen van het Openbaar Cultuurbezit in Limburg en tevens een aanzet wordt gegeven voor de herinrichting van de (overige) semi-permanente presentaties d. . Vernieuwd de beteksting en indien mogelijk de verlichting in de semi-permanente presentaties, waardoor o.a. de leesbaarheid wordt verbeterd. e. Wil in 2009-2012 vier grote tijdelijke exposities organiseren waarbij het publieksbereik een belangrijke factor zal zijn. Uitgangspunt zijn laagdrempelige tentoonstellingen over cultuurhistorische onderwerpen die een associatie hebben met de missie van het museum. In 2012 staat de Floriade centraal in de tentoonstellingen van het Limburgs Museum. De periode voorafgaande aan de Floriade worden met tentoonstellingen nieuwsmomenten gezocht die aansluiten bij op de Floriade.


15

f. Wil jaarlijks ook nog tenminste vier kleinere tentoonstellingen presenteren die moeten bijdragen tot de profilering van het Limburgs Museum als bewaarplaats van het Limburgse culturele erfgoed. Er is hierbij aandacht voor belangrijke verzamelgebieden zoals materiele cultuur en beeldcultuur (fotografie, schilderijen, etc) en de reeks Cultuurlab, waarin studenten etnologie/cultuurwetenschap ruimte ter beschikking krijgen om de werking van ‘levende’ cultuur te tonen. Tenminste twee tentoonstellingen uit deze jaarlijkse reeks hebben betrekking op fotografie en moeten ook de aandacht voor dit beleidsterrein zichtbaar maken in de collectievorming. Hierdoor krijgt het LM binnen Limburg naast het terrein van bewegend beeld, een nadrukkelijker profiel op het gebied van de fotografie. Aldus wordt ‘beeldcultuur’, naast materiele cultuur, een versterkt kernonderdeel van het profiel van het Limburgs Museum. g. Bouwt en onderhoudt vier netwerken met (inter)nationale/provinciale musea/instellingen voor archeologie, cultuurgeschiedenis, Limburgse geschiedenis en Limburgse kunst teneinde tentoonstellingen in te kopen, door te verkopen of samen te ontwikkelen. h. Introduceert in de betreffende cultuurplanperiode marktonderzoek naar interesse voor potentiële tijdelijke tentoonstellingen en laat de uitkomsten meewegen in het tentoonstellingsprogramma.

8. Overige publieksactiviteiten Het Limburgs Museum: a. Biedt ieder jaar een aantal activiteiten aan die terugkomen -Museumweekend (april) -Ouverture bij begin van het culturele seizoen (september) - Week van de geschiedenis in het najaar - Pakhuis van Sinterklaas - Kersttentoonstelling b. Biedt maandelijks een gratis rondleiding aan op de eerste zondag van de maand en een film op de tweede zondag van de maand. c. Organiseert in de vakantieperiodes activiteiten voor kinderen, zo mogelijk passend bij het tentoonstellingsaanbod van dat moment. d. Organiseert regelmatig themadagen- activiteiten of lezingen bij tentoonstellingen e. Organiseert in samenwerking met het bestuur van de Vriendenstichting tenminste twee Vriendenbijeenkomsten en ontwikkelt tenminste drie activiteiten voor de leden van Pieke- en Kleioclub (jeugdvrienden).

9. Gebouw Het Limburgs Museum wil als strategisch doel: a. in deze cultuurplanperiode een oplossing vinden voor de ruimtenood door –waar mogelijk- intern ruimten aan te passen (educatieve ruimten, publieksontvangst, entree, winkel, vaste presentaties) en concreet maken hoe de bestaande museale ruimte kan worden uitgebreid. b. In deze cultuurplanperiode zich inzetten om de bijzondere Mikwe een plaats te geven bij het museum teneinde de bijbehorende cultuurgeschiedenis te verbijzonderen. c. In deze cultuurplanperiode onderzoeken of de hoofdentree van het Limburgs Museum een betere toegankelijkheid krijgt voor (grote) groepen die het museum willen bezoeken, alsmede geschikt gemaakt kan worden voor rolstoelgebruikers etc.


16

d. De eigenaar van het museumgebouw overtuigen het waterprobleem blijvend op te lossen en zich daarbij constructief meewerken aan de diverse varianten en faseringen. Het Limburgs Museum wil: e. Het beleid van de gemeente Venlo om het Julianapark aantrekkelijker te maken en meer synergie met het Museum Van Bommel-Van Dam te bereiken constructief ondersteunen. f. Participeren in het provinciale project Netwerkaanpak Veiligheidszorg, waarvoor een calamiteitenplan voor de collectie wordt geschreven en waarbij het Limburgs Museum voor de regio Limburg-Noord het centrale aanspreekpunt zal zijn voor culturele instellingen. g. Streeft interne kwaliteitszorg na door: Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE), Klachtenregister bij de balie, Integrated Pest Management (IPM) tegen ongedierten etc, Mankementenlogboek bij technisch medewerkers, Procedurevoorschriften afhandeling post en archivering, Procedurevoorschriften betalingsverkeer, Algemeen handboek Werken in LM, Checklijst P&O procedures (beoordelingsgesprekken, functioneringsgesprekken, exit-interviews etc), Toetsen van Calamiteitenplan, BHVregels.

10. Financiële doelen I. Het Limburgs Museum wil als strategisch doel: a. In 2009 duidelijkheid hebben over de realisatie van een Beeldbank Limburg en de dekking van de kosten hiervoor in verband met nieuw beleid in de provincie Limburg. b. Extra middelen verwerven voor de blijvende verwerving van roerend cultureel erfgoed ten behoeve van het openbaar cultuurbezit. c. Noodzakelijke uitbreiding van fte mogelijk maken door uitbreiding van het subsidie. d. Ten behoeve van de vernieuwing van de vaste presentaties extra reserveringen kunnen doen. e. Compensatie van de gemeente Venlo vanwege de te verwachten terugloop van bezoekersaantallen als gevolg van werkzaamheden in de entreeroute naar het Limburgs Museum. II. Het Limburgs Museum: a. Wil jaarlijks een sluitende begroting hebben, met tenminste 15% zelf gegenereerde middelen. b. Wil jaarlijks tenminste 150.000 euro verkrijgen uit projectbijdragen, waarvan tenminste 120.000 euro uit fondsen en tenminste 30.000 vanwege provinciaal beleid. c. Wil bij alle grotere uitgaven vanwege activiteiten realistische projectplannen opzetten, die worden bezien in perspectief van museale uitgangspunten, marketing, public relations, sponsoring, fondsenwerving en kostenbewustzijn. d. Wil het aankoopfonds uitbouwen en dit jaarlijks vullen met tenminste 10.000 euro teneinde in aanmerking te komen voor aanmerkelijke cofinanciering door nationale fondsen voor uitzonderlijke verwervingen. e. Wil een Museum Businessclub onderhouden met tenminste jaarlijks 20 aangesloten bedrijven, waardoor het jaarlijkse tentoonstellingsbudget met tenminste 50.000 wordt aangevuld. f. Wil het project Inhalen Achterstanden afronden en reserveert voor een projectmedewerker 35.000 euro per jaar in deze cultuurplanperiode.


17

g. De kengetallen voor onderhoud van gebouw, installaties en presentaties jaarlijks evalueren en maakt met het provinciebestuur voor de periode 2009-2012 afspraken over de financiering van het preventief en groot onderhoud en de afschrijvingen. h. Wil in het kader van digitalisering de opslagcapaciteit van de server vergroten. i. Wil middelen reserveren voor een nieuwe website die gerealiseerd wordt vanaf 2009.

11. Personeel en Organisatie I. Het Limburgs Museum heeft als strategisch doel: a. De eerdere uitbreiding van de 2,0 fte ten behoeve van gebouwbeheer, educatie en administratie structureel te financieren en een uitbreiding met 1,0 fte voor de afdeling Bewegend Beeld tbv collectiebeheer en (digitale) dienstverlening en met 0,5 fte voor systeembeheer/Beeldbank Limburg met ingang van 2009 na te streven. Het Limburgs Museum: b. Houdt jaarlijks functioneringsgesprekken en wanneer dat nodig is ook beoordelingsgesprekken. c. Formuleert ingaande 2009 een leeftijd- en loopbaanbeleid en start met het opzetten van Persoonlijke Ontwikkel Plans (POP) voor 4 medewerkers per jaar. d. Streeft op basis van een evaluatie, naar een verdere ontwikkeling van het P&O-beleid. Hierbij wordt een belangrijk onderdeel ingenomen door het jaarlijks formuleren van scholingsplannen en het daadwerkelijk uitvoeren van de plannen. e. Streeft naar een vaste bemensing vanwege de kerntaken van het museum door gemotiveerde en verantwoordingsbewuste medewerkers. Voor 2009-2012 zijn dit bijna 23 fte’s, waarvan de kosten globaal verdeeld zijn over Algemeen (20 %), Collecties (40 %) en Publiek (40 %). Hierbij wordt de kanttekening geplaatst dat een belangrijk deel van de personeelsinzet ‘Collecties’ voorwaardenscheppend is voor publieksactiviteiten. f. Streeft naar een grote flexibilisering voor de overige (o.a. meer gespecialiseerde) taken, door middel van projectmedewerkers, inhuren van diensten o.a. op basis van detachering, samenwerkingsverbanden, onderhoudscontracten, inzetten van vrijwilligers, etc. g. Streeft naar terugdringing van versnippering van taken en verloven binnen de wettelijk vastgestelde kaders. h. Ziet door middel van een monitoring en MARAP toe op de implementatie van de gestelde doelen in 2009-2012. Op sectorniveau worden de gestelde doelen geëvalueerd en in het managementteam worden de financiële en personele aspecten in hun onderlinge samenhang nog eens bekeken. i. Wil dat binnen de lijnorganisatie regelmatig overleg is in de hoofdgroepen Publiekszaken en Beheer & Behoud, alsmede in de Stafgroep. j. Voor de diverse projecten worden projectgroepen in het leven geroepen die functioneren volgens de uitgangspunten van projectmatig werken. De directeur LM is opdrachtgever van de projectleiders. De voortgang van projecten wordt getoetst binnen het projectenoverleg en aan de hand van beslismomenten en –documenten. k. Past een sluitende urenregistratie toe voor de gehele organisatie als instrument voor projectmatig werken en een planning en evaluatie van werkzaamheden, waarbij een goede balans tussen lijn- en projectorganisatie het doel is. l. Overweegt een medewerker te belasten met de taak het coördineren van activiteiten. m. Zoekt naar continuïteit in de participatie van vrijwilligers in bestaande taken (rondleiding, mailing, film, collectieverzorging, vrienden) en onderzoekt de mogelijkheid van de inzet van vrijwilligers in nieuwe taken (bijvoorbeeld publieksontvang, onderzoek).


18

n. Wil een inhaalslag afronden van de beschrijving, verzorging en bewaring van de collecties en neemt daartoe een projectmedewerkers aan.

12. Bestuursmodel Het Bestuur van het Limburgs Museum: a. Past in de cultuurplanperiode de uitgangspunten van Cultural Governance toe. b. Streeft naar continuïteit en optimale bezetting van de diverse bestuursfuncties. c. Vergadert tenminste vijf maal per kalenderjaar en past daarbij de principes van planning & control toe.


19

Beleidsplan Limburgs Museum voor de Cultuurplanperiode van de provincie Limburg. Concept voor een geprolongeerd succes

Recommend Documents