DIB Strategisch document
Beleidsnota Internationale Politiek ACV-CSC Juni 2014
Internationale Dienst Deel 1 – Visie – Context – Missie 1. Visie1
Als ACV zien wij onze internationale opdracht gelinkt aan onze kernopdracht van solidariteit, in deze met andere werknemers in de wereld. Maar eveneens bestaat onze internationale opdracht uit een effectieve belangenverdediging van onze eigen leden. Het gaat immers om het vrijwaren en versterken van de invloed van werknemers, en voor de uitbouw van een rechtvaardige samenleving, ervan uitgaande dat in de huidige wereldorde, de internationale koers meer en meer de bestemming van de nationale ontwikkelingen bepaalt. Als vakbond keren we ons niet tegen mondialisering op zich, maar wel tegen een globalisering van het economisch systeem op basis van een neoliberale ideologie gekenmerkt door privatisering, deregulering en liberalisering waarbij de mens ten dienste staat van het kapitaal. Het ACV streeft naar een sociale, duurzame ontwikkeling vanuit sociaaleconomisch en ecologisch standpunt. Wij pleiten voor sociale rechtvaardigheid door een mondialisering van sociale rechten en een uitvoering van de waardig werk agenda. Deze duurzame maatschappelijke ontwikkeling is enkel mogelijk door de opbouw van een sterke sociale tegenmacht zowel op lokaal, nationaal, regionaal als internationaal niveau. Dat moet leiden naar een inclusieve samenleving op basis van gelijkheid en anti-discriminatie waarbij burgers recht hebben op inspraak en participatie en waarin de collectieve verdeling van ressources en diensten centraal staat. Waardig Werk en sociale ontwikkeling is enkel mogelijk als er in landen een echte tegenmacht bestaat, volwaardige en sterke vakbonden die de syndicale en mensenrechten van de bevolking in hun land verdedigen en bevorderen. Gezien het respect voor deze rechten centraal in de ideologie van het ACV staat, worden enkel autonome, pluralistische, representatieve, democratische en solidaire vakbonden door ACV ondersteund.
1
Welk internationaal syndicalisme? ACV bestuur 23 maart 2004 zette de voorwaarden waaraan internationaal syndicalisme moet voldoen op een rijtje: Autonoom: syndicalisme los van regeringen of politieke partijen. Pluralistisch: vakbonden kiezen autonoom de wijze waarop zij zich organiseren. Het recht op vereniging is een fundamenteel recht. Representatief: wij opteren voor een sterk basissyndicalisme (onderneming en of plaatselijk) als enige uitweg om op termijn tegenmacht te kunnen vormen. Democratisch: organisaties moeten inspraak en participatie vooropstellen en de structureren moeten ernaar handelen. Solidair: met internationalistische visie, bereid om zich in te schrijven in de internationale actie en er ook in te investeren (mensen/middelen).
1 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
2. Belangrijke Context elementen
De wereld verandert, wij ook… Enkele kernelementen over de veranderde context waarbinnen wij als ACV een internationaal beleid en werking voeren: Wat is er in de socio-economische wereld veranderd? Multipolaire wereld – opkomst nieuwe machten (BRICS) Neoliberalisme als dominante strekking – grotere ongelijkheid Deregulering arbeidsmarkt – atypische arbeid – afbraak sociale dialoog Samenvallende crisissen – dominantie MNO’s/financiële wereld Individualisering – duale samenleving: verlies aan ontwikkelingsmodel van vakbonden Opportuniteiten: waardig werk agenda / social floor Democratiseringsbewegingen (Arabische wereld,…) Klimaatverandering – uitdagingen rond green jobs Sociale media Opkomst faire trade Wat is er in onze syndicale wereld veranderd? Blijvende ernstige schendingen van arbeidsrechten Vakbonden overal onder druk - Vakbonden zijn niet meer primaire sociale actor (drijvende kracht voor verandering) Positie/slagkracht oude WVA-partners? Vakbondsfragmentatie + fusies Versterkte aanwezigheid ACV-CSC binnen Global Unions Versterkte opvolging/stem binnen G20, IMF, WB,… Versterkte stem binnen IAO Veranderingen binnen ACV We zijn als ACV niet meer (enige) hoofdactor in IVV (in vgl met WVA) We hebben als confederatie minder rechtstreekse linken met internationaal werk van onze centrales Welk effect gaan werven- uitkomsten hebben op internationaal werk? Wat met aandacht voor internationaal binnen interprofessioneel werk? Financiële beperkingen waarmee internationaal werk dient gebeuren Belang / grootte van programma binnen werking DIB (streng en zwaar administratief-technisch werkkader) Wegvallen van vorming binnen IIAV ACW netwerk – een nieuwe positie WSM Regionalisering Nieuwe ontwikkelingen binnen ontwikkelingssamenwerking Nieuwe wet op Ontwikkelingssamenwerking – WW agenda Nieuwe kader Belgische Ontwikkelingssamenwerking en noodzaak werken in synergiën Bijdrage aan armoedebestrijding op nationaal vlak eerder dan organisatieversterking Bepaling van transversale thema’s Budgettaire restricties MDG /post 2015 Vakbonden niet enige actoren op ons corebusiness domein (opportuniteit en bedreiging) 2 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
Belang van private sector MOL / differentiatie van steun aan landen
3. Missies voor DIB Om aan tot de vooropgestelde visie te komen en rekening houdend met de veranderde en veranderende context zal ACV DIB de volgende missies als prioriteiten opnemen: 1. Europese syndicale actie Missie 1: Op Europees vlak schakelt het ACV zich ten volle in in het EVV. Streefdoel blijft een stevige sociale sokkel in heel de EU. 2. Internationale syndicale actie Missie 2: Op wereldvlak is en blijft het ACV een van de steunpilaren van het Internationaal Vakverbond. 3. Belangenvertegenwoordiging in multilaterale instellingen Missie 3: Het ACV blijft een voortrekker van de werknemersbelangen in internationale instellingen als de IAO, OESO, WHO, IMF, WB. 4. Externe netwerking Missie 4: Het ACV werkt samen met diverse coalities, netwerken en NGO’s in politiek en campagnewerk om onze internationale visie te realiseren. 5. Interne netwerking Missie 5: ACV Internationale Dienst is een tussenschakel tussen de internationale vakbondswereld (ITUC en vakbonden in het zuiden), ACV-CSC en haar organisaties en achterban, zodat de internationale werking en het internationale engagement van ACV-CSC in zijn geheel versterkt wordt en gekend blijft. 6. Programma werking Missie 6: De capaciteit van nationale vakbonden in het Zuiden versterken opdat zij Waardig Werk in al haar facetten kunnen bevorderen voor alle werknemers van hun land ten voordele van een meer rechtvaardige herverdeling van rijkdom.
3 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
Deel 2 – Strategie, prioriteiten en aanpak van ACV-Dienst Internationale Betrekkingen 1. Europese syndicale actie Missie 1: Op Europees vlak schakelt het ACV zich ten volle in in het EVV. Streefdoel blijft een stevige sociale sokkel in heel de EU. Vaststelling: De belangrijkheid van de EU politiek groeit, de effecten en gevolgen direct meer en meer voelbaar voor de Belgische werknemers, vandaar de noodzaak voor een sterke EU actie vanuit ACV. Veel verschillende actoren die vanuit het ACV op EU – EVV zaken werken, mandaten hebben enz. Strategie DIB: Meer tijdsinvestering vanuit DIB op het vlak van de werking EVV en Europa. Sterke coördinatie van vanuit ACV DIB tov CES tussen de ACV diensten: studiedienst, bewegingsploeg, … Sterke coördinatie met de verschillende structuren van ACV in het EVV werk, centrales,… Duidelijke lijn en strategie hebben binnen het ACV om deze te laten wegen op het EVV. Zeer resultaat gerichte werking georiënteerd op een gelimiteerd aantal belangrijke dossiers ivm lobby en sensibilisering. Een goed gerichte, duidelijke communicatie rond EU dossiers tov de personen in de structuren, maar ook tov een verder geïnteresseerde achterban (dit laatste op te nemen door de mensen in de Wg EU) Het onderhouden van enkele kleinere initiatieven op het vlak van vorming en informatie doorstroming ivm Europese dossiers intern aan ACV. Voorzien van voldoende vorming, sensibilisering en informatie naar de geïnteresseerde achterban, door eigen initiatieven of in samenwerking met andere diensten. Bilaterale contacten onderhouden met andere Europese vakbonden 2. Internationale syndicale actie Missie 2: Op wereldvlak is het ACV een van de steunpilaren van het Internationaal Vakverbond. Vaststelling: Het ACV moet terug meer gaan inzetten op belangrijke en strategische contacten binnen het IVV. De exclusiviteit van het oude netwerk van WVA bonden moet uitgebreid worden naar contacten met alle belangrijke en interessante partners in het IVV. Dit is noodzakelijk indien het ACV haar slagkracht op het internationale wil blijven behouden. Het objectief is een ACV netwerk onderhouden dat: 1. Het ACV-CSC op de internationale kaart houdt (met minder middelen, dus meer efficiënt werken). 2. De partners van het ACV-CSC en van de ACV organisaties (centrales en verbonden) op de internationale kaart houdt, 3. De partners ondersteunt zodat zij ook hun rol op nationaal, regionaal en internationaal vlak kunnen spelen 4. Samenwerkingsallianties creëert om gezamenlijke standpunten te verdedigen in ITUC structuren of andere fora (IAO, WB,…).
4 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
5. Het mogelijk maakt om de input/standpunten/posities/aanwezigheid van de vakbonden in het netwerk in de internationale werking te garanderen Strategie DIB Werk met de vakbonden in de andere continenten: Onze samenwerking met vakbonden in de andere continenten, aangesloten bij het IVV, moet meer georiënteerd worden op strategische thema’s op nationaal of internationaal vlak, die zowel voor onze netwerkpartners als voor ons van belang zijn (Waardig Werk, duurzame ontwikkeling, rechten, interim werk, kmo’s, genre, post 2015,…) Onze contacten met het netwerk van vakbonden waar mee we contact hebben of houden moet zeer goed gepland en gestructureerd worden. Dit omwille van verminderde middelen om zelf te reizen, dus nood aan een efficiënt planning om toch met de netwerkpartners uit te wisselen. (tijdens bezoeken van de partners hier, tijdens SSO meetings, tijdens vergaderingen IVV, tijdens ILC van IAO,…) De exclusiviteit van de vakbonden uit het WVA netwerk is verdwenen, en het ACV moet zich meer openstellen naar alle lid organisaties van het IVV, maar met duidelijke criteria en strategie om zo’n netwerk uit te bouwen en relaties met andere netwerkpartners te onderhouden: 1. Belangrijke partners in het IVV netwerk (komen niet in aanmerking voor programmasteun); Het ACV-CSC moet een bekendheid en degelijke contacten met deze vakbonden hebben en onderhouden. 2. Strategische vakbonden (potentiele programmapartners). Dit zijn vakbonden met een degelijke werking, die in staat zijn om gezamenlijke standpunten op internationaal vlak met het ACV samen te verdedigen, met deze partners is stevig vakbewegingswerk op nationaal en internationaal vlak mogelijk. Meeste aandacht gaat uit naar vakbondsactie, politiek werk/lobby en uitbreiding,… 3. Nieuwe opkomende vakbonden: (potentiele programmapartners). Dit zijn nieuwe vakbonden, met een beginnende werking, maar met interessante mogelijkheden op nationaal/regionaal vlak. Nog veel aandacht gaat uit naar de uitbouw van de organisatie. 4. Andere contacten, sporadisch te onderhouden, zonder investeringen van middelen, enkel contacten tijdens IVV Congres, regionale congressen, op ILC,…. IVV en haar structuren: Belangrijk om de statutaire mandaten te behouden. Belangrijk om op internationaal vlak een rol te blijven spelen. Inzetten op prioritaire welgekozen thema’s en werkgroepen (van het IVV of gelinkt aan het IVV), waarin het ACV veel ervaring en expertise heeft. (domestic workers netwerk, informele economie,…) Gebruik maken van het netwerk van partner organisaties om onze acties te verspreiden en bekendheid te geven. Onze acties gebruiken om ons en onze partner vakbonden te profileren. TUDCN (Trade Union Development Cooperation Network) is zeker een thema waarin ACV-CSC een innovatieve expertise en inbreng kan doen, tegelijkertijd ook interessant om in toekomst gezamenlijke projecten uit te voeren. Dit biedt de mogelijkheid om onze samenwerking uit te breiden naar andere SSO’s (Solidarity Support Organisations), en de inkomsten van onze partnervakbonden te diversifiëren met samenwerking in netwerken. Evenals het HTUR (Human and Trade Unions Rights) netwerk, ook met een duidelijke ACV expertise, en is een ideaal middel om de brug te maken tussen het werk van ACV in de IAO en het IVV op dit vlak (CAN, CA, ILC,…). Het gender netwerk verder ondersteunen en de expertise van het ACV-CSC genderwerk inbrengen en verspreiden. De tussentijdse contacten met het IVV in Brussel versterken, dmv voortdurende aanwezigheid van DIB medewerkers (ook indien mogelijk op Congressen, GC,…)
5 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
Regionale IVV structuren: Ook hier moet de aanwezigheid van ACV-CSC versterkt worden, voor alle continentale structuren. Interessant zou zijn om rond specifieke thema’s een uitwisseling of samenwerking te organiseren. Deelname aan de regionale IVV Congressen en TUSSO/Donor meetings is prioriteit, gezien deze efficiënte momenten zijn om een hele kijk te hebben op wat er in het continent gebeurt, door wie en met wie, om vakbonden te ontmoeten die anders niet gecontacteerd worden enz. Europa in het IVV: Ook in het kader van het IVV moet het ACV haar contacten versterken met de vakbonden binnen de PERC (zeker de strategische vakbonden: DGB, de Scandinavische vakbonden,…)
3. Belangenvertegenwoordiging in multilaterale instellingen Missie 3: Het ACV blijft een voortrekker van de werknemersbelangen in internationale instellingen als de IAO, OESO, WHO, IMF, WB. IAO Vaststelling: In de context van de in vraagstelling van het volledige systeem door de werkgevers, is de aanwezigheid en de invloed van ACV in IAO momenteel zeer groot. Er bestaat een volledige unanimiteit in de groep werknemers ten opzichte van de aanwezigheid van de voorzitter, Marc Leemans, in de Commissie Normen en deze van Luc Cortebeeck in de Raad van Bestuur en tov de mogelijkheden die deze aanwezigheid biedt om tot een oplossing in dit conflict te komen. Strategie/rol van DIB: Internationale Arbeidsconferentie: het ACV heeft een specifieke bijdrage mbt de voor de volgende jaren geagendeerde thema’s (thematische commissies en de normen commissie) en ze kan ook de partner organisaties in deze commissies ondersteunen/begeleiden. DIB moet de link leggen tussen de collega’s van de vakbonden uit het Zuiden en de experten ACV (met de steun en medewerking van WSM). Commissie Normen: steun aan de voorzitter, woordvoerder van de werknemers in de Commissie Normen, in de politieke contacten in de commissie en de vakbonden aanwezig op de Conferentie Raad van Bestuur: begeleiding en ondersteuning van Luc Cortebeeck, voorzitter van de werknemers groep. TUAC/WB/klimaat netwerk… Vaststelling DIB werkt hier samen met personen met specifieke mandaten vanuit andere diensten van het ACV of ACV organisaties. Strategie/rol DIB DIB faciliteert en kapitaliseert het werk van deze collega’s, met het oog op: Het behouden van een algemeen overzicht op wat er zich op het internationale vlak gebeurt en afspeelt. Communicatie tov de achterban Gebruik van informatie in andere instellingen en netwerken. Voorzien van technische ondersteuning
6 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
4. Externe netwerking Missie 4: Het ACV werkt samen met diverse coalities, netwerken en NGO’s in politiek en campagnewerk om onze internationale visie te realiseren. Strategie van DIB: Speciale relatie met WSM Samenwerking op basis van comparatieve voordelen en kennis en specificiteit, met oog op de behoeften van de partners in het Zuiden. Er zou hier een rationalisering kunnen komen door een gezamenlijke programma aanpak te ontwikkelen en voor bepaalde taken zelfs gaan tot een bepaalde integratie. Een betere verdeling van taken, afstemming op basis van de expertise tussen de 2 teams moet gebeuren. (WSM is sterker op het vlak van programma administratie en methodologie, DIB meer op ondersteuning van vakbonden en specifieke vakbondsvorming, dienstverlening,…) Dit met het oog op mindere belasting van DIB op vlak van programmawerk, duidelijkheid en vereenvoudiging voor de partners in het zuiden. Degelijke integratie van het programmawerk voorafgaandelijk de programmaperiode 2017-2022 (zie punt 6). Opvolgen van partnerschappen en projecten van ACV-CSC centrales en verbonden met WSM zoveel mogelijk op ons initiatief (triangulaire relatie!). Verhoogde doorstroming van informatie tussen de verschillende structuren/medewerkers van WSM en DIB. Een betere afstemming van de vertegenwoordigingen, die zowel door WSM als ACVDIB gebeuren, zou ook tot rationalisering van de menselijke investering kunnen leiden. Input en expertise vanuit DIB en samenwerking met WSM tov specifieke thema’s. Verdere samenwerking mbt op beleidsbeïnvloedend werk en actie opBelgisch en internationaal vlak (post 2015, WWA, …). MOC - ACW Deelname aan de internationale positie en standpunt bepaling van ACW2 en MOC. NGO’s Prioriteit is deelname aan de koepels (11.11.11 en CNCD) op politiek niveau. Strategische keuzes maken tov de deelname van ACV in de thematische groepen of acties van deze koepels. De rol van ACV en WSM tov gezamenlijke vertegenwoordigingen rationaliseren en verdelen. Duidelijke coördinatie opstarten tussen ACV DIB, andere ACV diensten, WSM in bijv Coalitie WW, campagne Sociale bescherming, SKC, Achact…. Andere Contacten behouden met SERV, FOD-WASO, WBI en WBI projecten, met het oog op ondersteuning van initiatieven van de ACV organisaties en ook de standpuntbepaling binnen deze organen. Contact DGD en Kabinet OS Contacten onderhouden met DGD en het Kabinet van OS in functie van consultaties mbt officiële standpunt inname, beleidsbepalingen, ….rond internationale processen thema’s op het vlak van Ontwikkelingssamenwerking en waardig werk in de Belgische ontwikkelingssamenwerking. 5. Interne netwerking
2
Afhankelijk van de beslissingen mbt de werking van het ACW netwerk
7 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
Missie 5: ACV Internationale Dienst is een tussenschakel tussen de internationale vakbondswereld (ITUC en vakbonden in het zuiden), ACV-CSC en haar organisaties en achterban, zodat de internationale werking en het internationale engagement van ACVCSC in zijn geheel versterkt wordt en bekend blijft. Strategie DIB ACV DIB neemt de coördinatie van meerdere personen uit de verschillende diensten van de confederatie en de centrales met een Europees mandaat op (faciliteren van Wg Europa van het Nationaal Bestuur). Het is noodzakelijk om terug een politieke Wg internationaal te lanceren om een gestructureerde afstemming tussen de ACV visie, strategie en het werk van DIB met dit van de ACV organisaties (Centrales en verbonden) te organiseren. Deze werkgroep zou een garantie vormen voor een verhoogde coherentie van de volledige internationale actie van het ACV. In aanloop hiervan heeft het DIB een overleg met de internationale diensten van de centrales opgestart, dit werk moet voortduren en synergiën, gezamenlijke acties moeten ontwikkeld worden. Het overleg maakt een kennis ivm de acties van de centrales tov hun GUF’s en de werking van de GUF’s mogelijk. Idem voor het werk van ACV en de centrales tov DRC (faciliteren Wg Congo van het Nationaal Bestuur) Idem voor het werk van ACV en de centrales tov China en ACFTU (faciliteren van de Wg China van het Nationaal Bestuur). Het Noord luik van het IIAV programma moet beter geïntegreerd worden in het werk van de ACV organisaties (centrales en verbonden) rond een of ander thema zodat de gedragenheid van het Noordluik verhoogt en er een hogere impact op de achterban is. Het internationaal politiek en internationaal interprofessioneel bewegingswerk moet behandeld worden in de relevante en pertinente ACV structuren. Een coördinatie van het Europese of internationale werk dat door de collega’s van andere diensten uitgevoerd wordt (bijv bewegingsploeg, persdienst,…). 6. Programma werking Missie 6: De capaciteit van nationale vakbonden in het Zuiden versterken opdat zij Waardig Werk in al haar facetten kunnen bevorderen voor alle werknemers van hun land ten voordele van een meer rechtvaardige herverdeling van rijkdom. Vaststelling: De financiële en technische samenwerking met ACV partner vakbonden in het zuiden wordt beperkter, waardoor de beschikbare middelen (menselijke en financiële) dan ook op een zeer efficiënte manier moeten worden ingezet zodat deze de grootste impact voor de partners in het zuiden vormen. ACV beschikt over verschillende manieren om deze middelen in te zetten, namelijk: door de financiële ondersteuning langs van het WSM programma door de financiële ondersteuning langs het IIAV programma door de ondersteuning in nieuwe multilaterale initiatieven van TUDCN en andere. De programmawerking biedt enerzijds voordelen zowel voor ons als de partners in het Zuiden, maar het vergt enorm veel tijdsinvestering van de medewerkers van het ACV-DIB. DGD programma neemt momenteel 75% van de tijd van volledige DIB in beslag. Door een efficiëntere werking, betere opsplitsing van de taken pakketten (afstemming op expertise en interesse) moet er meer tijd vrij komen voor ander politiek internationaal vakbondswerk. Een programma instrument geeft zekerheid, meer heeft een zeer beperkte flexibiliteit. De activiteiten en budgetten worden voor een X aantal jaar vastgelegd en te behalen resultaten worden vooropgesteld. DGD evalueert de programmawerking uiteindelijk tov de efficiëntie van het beheer (gebruik budgetten) en het behalen van
8 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
de vooropgestelde resultaten. Zwakke partners, fouten in beheer, externe gebeurtenissen (tyfoon,…), interne problemen bij partners, andere politieke beslissingen bij de partners als bij ons leiden tot een niet behalen van de resultaten. Dit moet vermeden worden want dit heeft nefaste en negatieve gevolgen voor het hele programma. Strategie DIB: 6.1.
DGD Programma:
Programma 2015-2016 Het IIAV programma zal verder prioriteit leggen op het ondersteunen van capaciteitsversterkende acties bij de partners in het kader van Werknemersrechten en Sociale dialoog (2 doelstellingen van de WW agenda). Gezien het IIAV programma 2015-2016 een voortzetting wordt van het lopende programma (afspraak met DGD – versimpelde goedkeuringsproces), kunnen er geen nieuwe partners bij, wel oude uit. De partners waarmee we verder willen zijn: Consawu Zuid Afrika, CNT Niger, CSC RDC, CTH Haïti, CGT Colombia, UGT Brazilië, NDWTUF India, CLC Cambodia, KSBSI Indonesia. Belangrijk is ook de voortzetting van het luik “innovatieve initiatieven” in het nieuwe programma, dus zuid zuid uitwisselingen en ondersteuning van nieuwe initiatieven van de partner vakbonden door uitwisseling en expertise. Dit luik kan de deur terug openzetten tot supranationale vormingssessies en activiteiten. Gezien de moeilijkheid van gedragenheid van de activiteiten in het Noordluik, zullen enkele pilootprojecten rond bepaalde thema’s gelinkt aan het Zuiden en centraal in de internationale/nationale werking van ACV organisaties. In aanloop van de versterkte samenwerking en ingaande op de vraag van WSM om tot een betere taakverdeling te komen, proberen we enkele pilootprojecten op te starten met WSM mbt politieke werking in Noord en werking in de continenten. Voortwerken aan de perfectionering van de methodologie in DIB en met de PO’s.
Programma 2017-20223 Vanaf 2017 zullen de hervormingen van ontwikkelingssamenwerking in voege treden. Dit heeft voor het ACV-DIB en meer specifiek voor het IIAV-programma verschillende belangrijke gevolgen: IIAV moet een erkenningsprocedure doorlopen, met screening in 2015 Het bijdrage percentage verhoogt van 15-85% naar 20-80%, nog onduidelijk of inbreng in natura kan. Er geen politieke overeenkomst met het Kabinet meer bestaat, maar enkel een samenwerking met DGD. Alle NGA’s worden op gelijke regelgeving gesteld – dwz dat we vanaf 2017 dezelfde regelgeving als WSM zullen hebben Nieuwe regels mbt budgetten in landen Samenwerking en synergie met andere partners wordt belangrijk Vooraf gezamenlijke analyse kaders, per internationaal thema of per land uitwerken met verschillende Belgische NGA’s (Niet gouvernementele actoren) Dus naar 2017 moet er vanuit DIB-ACV en WSM een strategie opgebouwd worden om met 2 andere vakbonden en de Coalitie WW de uitwerking van gezamenlijke analyse kaders rond het internationale thema WW te verzekeren en synergiën te versterken.
3
Dit is afhankelijk van het administratieve kader dat DGD en het Kabinet OS zal uitzetten ten gevolge van de hervormingen in ontwikkelingssamenwerking.
9 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
De frontvorming met de andere 2 Belgische vakbonden moet versterkt worden en er zal eventueel gekeken moeten worden naar synergie en samenwerking in bepaalde landen. Deze gelijkschakeling van de NGA’s en de duw naar samenwerking houdt een enorm potentieel voor de samenwerking tussen WSM en ACV-DIB in. Ook op het vlak van werking naar de partners toe. Voor 2017 kan er naar de partners gegaan worden en hun prioriteiten echt over onze 2 financieringsinstrumenten te verdelen. Het WSM en IIAV programma moet nog apart ingediend worden, maar de uitbouw zou zo kunnen gebeuren dat het eigenlijk één volledig programma wordt. ACV DIB en WSM hebben beide zeer complementaire expertises in het programmawerk en in het begeleiden van de vakbondspartners in het zuiden. De verfijning van de synergiën en de complementariteit van WSM en ACV DIB zou de efficiëntie van onze werking verhogen. Hieraan moet in de aanloop naar 2017 gewerkt worden, onder andere op: De vakbondsexpertise van het DIB versterken en gebruiken in beide programma’s De administratieve en technische expertise van WSM doortrekken en gebruiken in beide programma’s De methodologie van WSM en IIAV in de programma’s op elkaar afstemmen en zo versterken De administratieve last voor de partners in het Zuiden verminderen (door gelijke aanpak). Het is belangrijk om zowel zwakkere potentieel interessante vakbonden als strategische en sterkere vakbonden in onze programmawerking op te nemen en te behouden. Maar gezien de kans op een volledig programma met een degelijke taakverdeling gebaseerd op expertise van beide organisaties, doet het er niet meer toe in welk programma de partners zitten (in het IIAV programma of het WSM programma). Het ACV zou de inhoudelijke vakbewegingsbegeleiding kunnen garanderen en WSM eerder de eerste organisatieopbouw, en andere administratieve taken. Deze verdeling moet uitgewerkt worden met WSM.
6.2. Contacten en netwerking met specifieke diensten/instanties over programmazaken: Contact DGD DIB heeft zijn capaciteit voor het beheer, ondersteuning en evaluatie van het totale programma verhoogd. Het ACV (en zowel DIB en IIAV) zullen enkele belangrijke keuzes moeten maken in de voorbereiding van het nieuwe programma: De samenwerking/integratie met WSM De keuzes van de partners voor de programma’s De bedragen voor de verschillende partners, De gevolgen van de gezamenlijke kaders Kabinet OS Door de hervormingen neemt DGD het stuur van het Kabinet over voor wat de vakbondsprogramma’s betreft. Gezien alle ANG’s in dezelfde regelgeving zullen vallen, zal er nood zijn aan degelijke contacten van uit de vakbonden met de medewerkers van het Kabinet OS. NGO Federatie en ACODEV In aanloop van de hervormende OS wetgeving krijgen deze federaties (aanspreekpunten van de NGO’s tov DGD) meer belang. Het ACV-DIB zal naar de toekomst op programma technisch vlak meer moeten investeren in een samenwerking met deze structuren, eveneens met 11.11.11 en CNCD, gezien deze 2 laatsten de oefeningen van de gezamenlijke analyse kaders zullen coördineren. Het zal van groot belang zijn dat de vakbonden zich blijven profileren als aparte en specifieke actoren in OS, maar tegelijkertijd zich bij de NGO’s scharen. De vakbonden
10 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014
en de NGO’s zijn namelijk de enige echt non-gouvernementele actoren. De andere, zoals universiteiten, instellingen, enz zijn een stuk minder onafhankelijk, tot zelfs afhankelijk van DGD en overheid
11 Nota Internationaal Beleid ACV-DIB – juni 2014