- Het gesproken woord geldt -
Grenzeloze ambities Ondernemen in een internationale context Dirk Jan van den Berg Voorzitter van het College van Bestuur van de TU Delft Ter gelegenheid van de opening van het collegejaar 2009/2010 Delft, 31 augustus 2009
Beste eerstejaars studenten, ik heet jullie allen van harte welkom bij deze feestelijke Opening van het collegejaar 2009/2010 van de Technische Uni‐ versiteit Delft. Het doet mij een groot genoegen om zoveel nieuwe gezichten te zien. Ik ben erg blij dat jullie in groten getale voor de Technische Universi‐ teit Delft hebben gekozen. Jullie hebben hiermee een goede keuze gemaakt: Delft staat namelijk op plaats 17 van de top 100 van technische universitaire instituten wereldwijd. Deze zogenoemde THE‐ranking kunnen jullie be‐ schouwen als de Quote‐500 onder de toonaangevende technische universitei‐ ten. Delft is de hoogst genoteerde Nederlandse instelling. Ook wil ik een woord van welkom richten aan de overige genodigden, in het bijzonder de minister van Verkeer en Waterstaat die vandaag bij ons aanwe‐ zig is. Het doet ons een groot genoegen dat u uw belangstelling toont voor deze belangrijke bijeenkomst. Een mijlpaal zowel voor de TU Delft als voor een nieuwe lichting jonge, toekomstige Delftse ingenieurs. Uw aanwezigheid onderstreept de betrokkenheid van het ministerie bij onze vooraanstaande technische universiteit, waar uitstekende ingenieursopleidingen worden ver‐ zorgd en zeer belangwekkend technisch‐wetenschappelijk onderzoek wordt verricht. Het belang dat het ministerie van V&W aan een nauwe relatie met de TU Delft hecht, is vandaag bevestigd met de ondertekening van een intentieverklaring. Ik ben bijzonder verheugd dat de TU Delft en het ministerie van Verkeer & Waterstaat nauwer gaan samenwerken op het gebied van onderwijs en on‐ derzoek. Zowel voor het ministerie als voor de TU Delft biedt deze samen‐ werking veel mogelijkheden om onze grenzeloze ambities verder te ont‐ plooien.
1
- Het gesproken woord geldt -
Hiermee snij ik het thema van deze dag aan: ‘Grenzeloze ambities’, gekoppeld aan ‘Ondernemen in een internationale context’. Dit thema past uitstekend bij onze universiteit. De TU Delft doet zijn werk in de context van steeds verdergaande internatio‐ nalisering van politieke, economische en wetenschappelijke netwerken. Dit vereist dat wij over de grenzen heen kijken. Samenwerking met kennisinstel‐ lingen op het gebied van onderwijs en onderzoek, binnen Nederland maar met name ook daarbuiten, is essentieel. De TU Delft maakt onder meer deel uit van de IDEA League, een strategisch samenwerkingverband tussen een aantal vooraanstaande Europese technische universiteiten. Op instellingsni‐ veau, maar ook op het niveau van faculteiten en afdelingen, werkt de TU Delft samen met een aantal internationale top technische universiteiten. Voor stu‐ denten betekent dit dat deuren naar universiteiten in Europa, Azië en de VS open staan. Deze samenwerkingsverbanden stimuleren ook studenten wereldwijd tot deelname in studentennetwerken. Een voorbeeld hiervan is het BEST network. BEST staat voor Board of European Students of Technology. Dit suc‐ cesvolle Europese studentennetwerk heeft als doel om technische studenten ‘international minded’ te maken. Een groep studenten aan de TU Delft is op dit moment met succes actief om een Delftse afdeling op te zetten. De mondialisering heeft echter ook tot gevolg dat kennisinstellingen wereld‐ wijd in toenemende mate met elkaar concurreren. Grootmachten als de Ve‐ renigde Staten en vooral ook de landen in Zuidoost Azië steken enorme be‐ dragen in de kenniseconomie, onder meer in R&D investeringen maar ook in de opleidingscapaciteit en de kwaliteit van het hoger onderwijs. Dit heeft de laatste 10 jaar geleid tot een verveelvoudiging van het aantal afgestudeerden uit landen als China, Korea en India. Dichter bij huis zijn het landen als Fin‐ land en Zweden die al jaren fors investeren in de kenniseconomie. In verge‐ lijking met deze landen loopt Nederland sterk achter. Ons land scoort op dit punt zelfs onder het EU‐gemiddelde. De cijfers van het Innovatie Platform laten dit zien. Om de internationale concurrentie te kunnen bijbenen en om ‐ nog beter ‐ internationaal een vooraanstaande rol te kunnen spelen moet Nederland wegen vinden om substantieel meer geld in onderzoek en innova‐ tie te investeren. Wat het onderwijs betreft heeft u onlangs via de media kunnen vernemen dat het aantal vooraanmeldingen bij universiteiten dit jaar explosief stijgt ten opzichte van vorig jaar. Bij de TU Delft is deze ontwikkeling al een tijd zicht‐ baar. Het aantal nieuwe studenten is 2002 t/m 2008 met maar liefst 70 % gestegen. Deze trend zet zich ook dit collegejaar voort. Het aantal vooraan‐ meldingen staat nu op ruim 3200, dat is circa 23 % hoger dan vorig jaar op deze tijd. Redelijkerwijs mogen we verwachten dat de TU Delft afstevent op een recordaantal definitieve inschrijvingen. U begrijpt dat wij daar erg blij mee zijn. 2
- Het gesproken woord geldt -
De opvang van de enorme instroom is zonder meer een uitdaging. Het is onze maatschappelijke opdracht om uitstekende ingenieurs op te leiden. Ook al houdt de eerste geldstroom geen gelijke tred met het aantal studenten dat wij mogen ontvangen, wij blijven fors investeren in zaken als studiebegelei‐ ding, practica, onderwijsvormen in kleinere groepen en het gebruik van ICT in het onderwijs. De budgetten staan daarmee onder spanning. Dit leidt er toe dat universitei‐ ten met creativiteit en ondernemerschap hun mogelijkheden verkennen om de gevraagde kwaliteit en inspanningen te leveren. Voor de Nederlandse uni‐ versiteiten wordt het steeds belangrijker om (inter)nationale geldstromen uit andere fondsen te verwerven. De universiteiten en de TU Delft in het bij‐ zonder gaan daarom meer en meer ondernemen. Twee belangrijke terreinen wil ik met u delen: • voor de TU Delft is de Europese Unie van groot belang, omdat de Eu‐ ropese markt voor onderwijs en onderzoek in de komende jaren verder vorm zal krijgen. Voor het soort onderzoek en innovatie waar aan de TU Delft wordt gewerkt, biedt dit grote kansen voor Europese financiering. • De TU Delft werkt samen met een brede schakering van bedrijven en instellingen, zowel voor onderzoek als voor onderwijs. Omdat de TU Delft het hele spectrum van science, engineering and design (beden‐ ken, ontwerpen en maken) in huis heeft, is onze universiteit bijzon‐ der kansrijk om kennis naar de markt te brengen en een bijdrage te leveren aan een competitieve economie. Een prachtig actueel voorbeeld van Delftse samenwerking op Europees ni‐ veau is de bijdrage van de TU Delft aan de voorstellen voor de Knowledge and Innovation Communities op de gebieden klimaatverandering, duurzame energie en ICT, de zogenaamde KIC’s. Europa, het European Institute of In‐ novation and Technology (EIT), wil met deze KIC’s sterke Europese netwer‐ ken bouwen op verschillende technologie gebieden. Partners van de TU Delft hierbij zijn onder meer andere Nederlandse universiteiten, Europese univer‐ siteiten uit de IDEA League, Nederlandse bedrijven en instituten als Shell, DSM, ECN en Philips maar ook buitenlandse bedrijven als Nokia en Ericsson. Bij de KIC op het gebied van ICT participeert de TU Delft bovendien samen met de technische universiteiten in Eindhoven en Twente. Gedrieën werken wij al veel langer samen op het gebied van onderwijs en onderzoek in federa‐ tief verband. Binnen de 3TU.Federatie is in de afgelopen jaren naar mijn oor‐ deel veel bereikt. Vanuit het perspectief van de inhoud heb ik er groot ver‐ trouwen in dat er voor de komende jaren nog meer in zit. 3
- Het gesproken woord geldt -
Deze voorbeelden illustreren dat het juist in deze competitieve wereld van groot belang is dat onze universiteit, de Technische Universiteit Delft, blijft ondernemen, blijft samenwerken en uitstekende ingenieurs blijft opleiden. ‘Delft’ is wereldwijd een sterk merk. De verwachtingen zijn altijd hoog ge‐ spannen als de naam Delft valt. Dit geldt voor Delft als instituut, voor de indi‐ viduele wetenschappers, maar ook voor jullie, de studenten. Wat verwachten wij van jullie zodat jullie aan dit sterke merk bijdragen? De Delftse ingenieur • Is een vakvrouw of vakman, die de ingewikkelde technisch‐ wetenschappelijk vragen van morgen kan signaleren, analyseren en oplossen. • kan zijn of haar technisch‐wetenschappelijke kennis toepasbaar ma‐ ken in concrete producten en innovaties. • heeft internationale ervaring opgedaan, bijvoorbeeld door een stage te volgen bij een andere universiteit of door deelname aan projecten in ontwikkelingslanden. • is actief betrokken bij studentenprojecten, zoals de verdere ontwik‐ keling van NUNA, de auto op zonne‐energie, het ontwerpen van een duurzame tuk‐tuk, een elektro‐vliegtuig, een satelliet en ga zo maar door. • heeft niet alleen technische kennis, maar is ook getraind in kritisch denken en heeft inzicht in de ethische en maatschappelijke ontwik‐ kelingen en verhoudingen. • heeft geproefd aan ondernemerschap door het volgen van colleges en workshops over ondernemerschap, bijvoorbeeld door een master aantekening voor “ondernemerschap” te verwerven. Succesvolle Delftse afstudeerders hebben op deze manier met hulp van de uni‐ versiteit een eigen bedrijf gestart. De Delftse ingenieur moet gewoon grenzeloos ambitieus zijn! Van onze afge‐ studeerde studenten wordt verwacht dat zij zich internationaal opstellen en zich maatschappelijk verantwoordelijk gedragen. Op mondiale schaal wor‐ den wij geconfronteerd met zeer urgente maatschappelijke problemen. Denk alleen maar aan de explosieve toename van de wereldbevolking, in combina‐ tie met het nastreven van een steeds hoger welvaartsniveau. In de komende decennia zijn grensverleggende technologische doorbraken nodig om aan le‐ vensbehoeften te voldoen op belangrijke terreinen van energievoorziening, duurzame leefomgeving, gezondheid en infrastructuur & mobiliteit. Het is niet toevallig dat het onderzoek van de TU Delft zich profileert op deze vier maatschappelijke gebieden. Van onze studenten verwachten wij dat zij 4
- Het gesproken woord geldt -
samen met de hoogleraren en andere wetenschappers activiteiten ontplooien binnen deze gebieden die wij aanduiden als DRI’s, Delft Research Initiatives op het Energie, Duurzame leefomgeving, Infrastructuur en mobiliteit en Ge‐ zondheid. Beste studenten, geachte dames en heren, afsluitend concludeer ik dat deze universiteit structureel werkt aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs. De trend van een almaar stijgende instroom van studenten aan de TU Delft lijkt te bevestigen dat wij op de goede weg zijn. Het College van Bestuur, en met ons de gehele universitaire gemeenschap, is zeer trots op deze blijk van er‐ kenning door een grote groep intelligente en ambitieuze jonge mensen. Ik daag jullie hierbij uit om met jullie grenzeloze ambitie bij te dragen aan het succes van deze internationaal georiënteerde universiteit, door je te ontwik‐ kelen tot een ingenieur die in staat is daadwerkelijke bijdragen te leveren aan oplossingen voor de maatschappelijke problemen van morgen. Durf te on‐ dernemen! Participeer in studentenprojecten, start – met de hulp van de uni‐ versiteit – een eigen bedrijf! Hier krijg je de kans om je ideeën in de praktijk toe te passen. Wees niet bang te falen, probeer het gewoon. Laten we streven naar een topnotering in de wetenschappelijke rankings, de “Quote‐lijsten” van de internationale wetenschap. Wie weet bestaat de Quo‐ te‐500 in een niet al te verre toekomst uit vooral ingenieurs, liefst van Delftse origine. Delft, 31 augustus 2009.
5