GEMEENTE
Bricllc
Aan burgemeester en wethouders
ingekomen:
5
zaaknr :
ZOU203
-
Datum:
4 ma a rt 2015
Sector/stafafdeling:
SLZ/Beleid
Portefeuillehouder:
Wethouder Borgonjen
Ontworpen door:
M. Hoogenboom
par. afd.hfd.
MRJ 2015
par. sec.hfa.
medeparaaf: Onderwerp: Proc esvoorstel nota Mantelzorgbeleid
Gevraagde beslissing c ollege: 1.
in te stemmen met het procesvoorstel nota Ma ntelzorgbeleid.
2.
Het procesvoorstel ter informa tie toezenden a a n de Wmo-ra a d.
3.
De commissie Sa menleving informeren.
De c ommissie informeren over: Het procesvoorstel nota Ma ntelzorgbeleid.
beslissing B & W d.d.
1 0 MK1 2015
akkoord:
bespreken:
J ^ conform
D a fwijkend besluit
□ a a ngehouden
pag. 1 van 3
Besluitvormingstraject Commissie
a d tum:
B.Z.M.
D
Samenleving
0
Grondgebied
D
Raad
I
advies
23 ma a rt 2015
1 □
Bezw. schr.
D
OR
D
GO
D
—
|
Samenvatting Bijgaand een memo met een procesvoorstel voor het opstellen van het mantelzorgbeleid. Zowel uit het collegeprogramma, het beleidsplan Wmo 2015 a ls de door de raad aangenomen motie terzake blijkt de urgentie om op dit terrein zo snel mogelijk nieuw beleid op te stellen. In de bijgaande memo treft u de planning hiervoor aan.
1.
Inleiding
Bijgaand een memo met een procesvoorstel voor het opstellen va n het ma ntelzorgbeleid. Zowel uit het collegeprogra mma , het beleidspla n Wmo 2015 a ls door de ra a d a a ngenomen motie va n de Pa rtij va n de Arbeid blijkt de urgentie om op dit terrein zo snel mogelijk nieuw beleid op te stellen. In de bijga a nde memo treft u de pla nning hiervoor a a n. 2.
Beoogd effec t
Zie punt 1 . 3.
Argumenten
Zie punt 1. 4.
Draagvlak en risic o's
Zie memo. 5.
Aan p a k / u i t v o e r i n g
Zie memo. 6.
Communi c atie
De memo ter informa tie toesturen a a n de Wmo-ra a d. 7.
Organisatoris c he en / o f personele aspec ten
N.v.t. 8.
Juridis c he aspec ten
N.v.t. 9.
Kosten, baten en dekking
N.v.t. 10.
Advies
1.
in te stemmen met het procesvoorstel nota Ma ntelzorgbeleid.
2.
Het procesvoorstel ter informa tie toezenden a a n de Wmo-ra a d.
3.
De commissie Sa menleving informeren.
pag.2 va n 3
Bijlage(n): Memo procesvoorstel Mantelzorgbeleid Motie PvdA 29-10-2014 Deel Beleidsplan Wmo 2014-2017 0
bijlagen meezenden
pag. 3 van 3
G E M E E N T E
Memo Betreft: Datum:
Procesvoorstel nota Mantelzorgbeleid 3 maart 2015
0. In- en aanleiding Per 1 januari is de Wmo 2015 in werking getreden. Hierdoor verandert er veel voor burgers die gebruik maken van zorgvoorzieningen. Mantelzorgers spelen hierbij een belangrijke rol. Het is aan de gemeente om beleid te ontwikkelen om mantelzorgers te ondersteunen. De Nationale Raad voor de Volksgezondheid hanteert de volgende definitie van mantelzorg: Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. Mantelzorgers zijn mensen die langdurig en onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit hun omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis.
Mantelzorgbeleid heeft prioriteit In zowel het Collegeprogramma 2014- 2018 als het beleidsplan Wmo 2015 is veel aandacht besteed aan mantelzorgers (en vrijwilligers). In het Collegeprogramma 2014-2018 staat: "Versterking van eigen kracht en zelfredzaamheid zijn het uitgangspunt. Hierbij zorgt de gemeente zowel voor voldoende, kwalitatief goede voorzieningen voor de inwoners (jong en oud) die extra hulp en ondersteuning nodig hebben, als voor basisvoorzieningen, die gebruikt kunnen worden voor iedereen. Het belang van de rol van mantelzorgers en vrijwilligers neemt daardoor toe. Tegelijk staat die onder druk doordat mensen meer en langer werken, en langdurige verbintenissen aan verenigingswerk afnemen. Binnen onze beperkte mogelijkheden is hierbij voor de gemeente vooral een ondersteunende en faciliterende rol weggelegd". In Brielle is op 14 april 2014 een bijeenkomst georganiseerd door de Commissie Samenleving over het thema Mantelzorgers. Tijdens deze avond hebben leden van de commissie gesproken met mantelzorgers om uit de praktijk te horen wat er leeft en hoe de gemeente mantelzorgers kan ondersteunen. De uitkomsten van deze avond zijn belangrijke input bij het ontwikkelen van beleid op dit vlak in vervolg op de eerdere notitie "Houd de mantelzorg(er) overeind" (vastgesteld in 2010). Het beleidsplan Wmo 2014 tot en met 2017, door de raad vastgesteld op 29 oktober 2014, geeft aan dat er in 2015 twee beleidsnota's komen waar het gaat om het gegeven dat inwoners zich inzetten voor anderen: vrijwilligerswerk en mantelzorg (blz. 19 e.v. De relevante pagina's zijn als bijlage toegevoegd). Omdat dit voornemen ook door Hellevoetsluis en Westvoorne is uitgesproken, wordt bij het opstellen van het mantelzorgbeleid waar mogelijk samengewerkt, voor zover dit past in de bestuurlijke planning van de gemeenten.
De door de gemeenteraad op 29 oktober 2014 aangenomen motie van de Partij van de Arbeid inzake het Mantelzorgcompiiment (inhoudende het gehele budget voor het mantelzorgcompliment te handhaven en dit ten goede te laten komen aan mantelzorgers), benadrukt het belang dat aan het ondersteunen van mantelzorgers wordt gehecht (zie bijlage). Het voorgaande is aanleiding om te komen tot een beleidsnotitie mantelzorgbeleid 2015, waarbij in deze procesmemo wordt aangegeven a. hoe de aanpak zal zijn, b. welke onderwerpen in ieder geval aan de orde komen en c. welke planning wordt nagestreefd.
A. Aanpak Fase 1: Inventarisatie huidige situatie (informatieverzameling). In fase 1 wordt de huidige situatie in kaart gebracht. Het zal hier met name gaan om een informatieverzameling van wat er al is. Zo heeft de gemeenteraad van Brielle in 2010 de nota "Mantelzorgondersteuning gemeente Brielle" vastgesteld. Daarnaast is het in deze fase belangrijk contact te leggen met verschillende betrokken partners. Te denken valt voor mantelzorg aan: • Mantelzorgsalon • Zorgaanbieders en huisartsen • Wmo-loket en procesregisseurs zorg • Ketenzorgdementie • St. MEE • Belangenorganisaties (oa ouderenbonden) • Kerken, Rode Kruis en De Zonnebloem • Mezzo De Wmo-raad zal gevraagd worden om gedurende het proces middels een afvaardiging mee te denken. De Wmo-raad heeft de geregistreerde mantelzorgers in Brielle in februari 2015 een brief gestuurd om hen input te vragen voor het nieuw op te stellen beleid. Fase 2: zoeken naar intearaliteit, verbindingen en ontbrekende schakels Fase 2 beoogt een kader op te leveren, waarin de hoofdlijnen voor de uitwerking worden weergegeven. Daarom is belangrijk inzichtelijk te hebben • wat er al is aan mogelijkheden om mantelzorgers te ondersteunen en faciliteren, • welke verbindingen kunnen worden gelegd, • welke schakels ontbreken (waar is nog behoefte aan?) en hoe kunnen daar invulling aan gegeven kan worden, • wat het financiële kader is. Dat inzicht wordt gezocht in fase 2. Fase 3: Concrete invulling, verwerking aanpak en keuzes In fase 3 worden de beleidsmatige keuzes vertaald naar een actieplan voor de komende jaren. Fase 4: Implementatie Het implementeren van het in fase drie opgestelde actieplan.
B. Globale inhoud Op dit moment is al een aantal punten te noemen waarop voorgesteld wordt beleid te ontwikkelen: 1.
Evaluatie mantelzorgsalon en toekomstige invulling
2. Minderjarige/jonge mantelzorgers 3. Ontwikkelen aanbod respijtzorg, waar mogelijk ook vrijwillige respijtzorg. 4. Vrijwillige oppas- en inspringhulp 5. Invulling blijk van waardering aan mantelzorgers 6. Mantelzorg voor dementerenden 7. Sociaal isolement/eenzaamheid onder mantelzorgers Uit de inventarisatiefase kan blijken dat het gewenst is onderwerpen toe te voegen. Dat zal dan gebeuren. In die zin is de beleidsnota een dynamisch stuk. C. Planning Actie Startnotitie Mantelzorg ambtelijk opstellen. Vaststelling door burgemeester en wethouders. Toezending aan commissie Samenleving en Wmo- raad. Fase 1: informatieverzameling Fase 2: zoeken naar integraliteit, verbindingen en ontbrekende schakels Fase 3: concrete invulling, verwerking aanpak en keuzes Voorlopige vaststelling door college Advies aanvraag Wmo-raad Definitieve vaststelling door college Behandeling in commissie Samenleving Vaststelling door gemeenteraad Fase 4: implementatie
Planning Februari 2015 Maart 2015 Maart, april 2015 Mei 2015 Juni 2015 Juli 2015 Juli 2015 Augustus 2015 24 augustus 2015 15 september 2015 Vanaf september 2015
aj« /13
Gemeente Brielle Reg.nr. | ( | . O Ö I c k ^ T Zaaknr.
%
Q l ^ ^ l
FW;.
Motie ( a r t i k e l 2 8 RvO) Mantelzorgcompliment Van
Fractie Partij van de Arbeid
Aan
De voorzitter van de gemeenteraad
Onderwerp: Mantelzorgcompliment D a t u m r a a d in openbare vergadering bijeen
29 oktober 2014
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 29 oktober 20] de grjffïer^ / \te voorzitter,
LC.M. van Steijn De gemeenteraad van Brielle, in vergadering bijeen op 29 oktober 2014 ter bespreking van het beleidsplan Wmo 2014 tot en met 2017. Constaterende dat, • Mantelzorg een cruciaal onderdeel is van de uitvoering van de Drie Decentralisaties / de WMO; • Steeds meer een beroep zal worden gedaan op de omgeving en de familie van zorgvragers; • Mantelzorg bieden vaak geestelijk en lichamelijk zwaar werk is. Overwegende dat/ • De overheid veel waardering heeft voor het werk van mantelzorgers. Daarom mantelzorgers tot nu toe een mantelzorgcompljment kunnen krijgen. Het mantelzorgcompliment voor mantelzorgers is voor langdurig en intensief een familielid, partner, vriend of kennis verzorgen. Het gaat om zorg waarvoor anders professionele hulp nodig is; • Volgens Mezzo, de landelijke vereniging van mantelzorgers, mantelzorgers gemiddeld € 1100 per jaar aan reis-, telefoon en andere extra kosten hebben; • Het huidige mantelzorgcompliment van € 200 per jaar is bedoeld als blijk van waardering voor het goede werk van mantelzorgers én een tegemoetkoming in de kosten; • Het gaat om een relatief kleine vergoeding voor het vele zorgwerk dat wordt gedaan; • Het budget voor het mantelzorgcompliment wordt toegevoegd aan het gemeentefonds. Verzoekt het college, • Het gehele budget voor het mantelzorgcompliment te handhaven en dit ten goede te laten komen aan mantelzorgen cfcsastoeSSdasfiEaaq^ En gaat over tot de orde van de dag Partij van de Arbeid
-C^^"
/,
<> i M j. K x T » gemeente
'Briefte
ts?,
Gemeente Wesfvoorne
HELLEVOETSLÜIS
De inzet van 'eigen kracht' in zowel de transitie als transformatie in het sociaal domein is bedoeld om de trend van een toenemend beroep op professionele zorg te keren. Als gemeenten willen wij een cultuuromslag maken in zorgen dat in plaats van zorgen voor. Deze omslag vraagt een verandering ook van onze inwoners, cliënten en professionals. Dat betekent dat 'eigen kracht' geen methode die af en toe gebruikt kan worden maar een fundamentele verandering is in de relatie tussen inwoners, organisaties en gemeenten. Kernbegrippen De begrippen zelfregie, eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid zijn kernbegrippen bij de decentralisaties in het sociaal domein. Zij vormen de kern van twee belangrijke veranderingen die al langer gaande zijn in de samenleving, maar die nu versneld worden door de decentralisaties en de bijkomende bezuinigingen. Ten eerste de verandering van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. De kosten van de verzorgingsstaat zijn sterk gestegen en er is onvoldoende ruimte voor oplossingen en initiatieven van burgers zelf. Daarom verandert de maatschappij richting een participatiesamenleving: de rol van de overheid in zorg en ondersteuning wordt kleiner, en burgers gaan meer voor zichzelf en voor elkaar zorgen. In de participatiesamenlevmg krijgt de burger ruimte om zelf initiatieven te nemen. Ten tweede de emancipatie van patiënten en cliënten. Zij benadrukken dat ze naast hun rol als cliënt of patiënt ook gewoon inwoner zijn en een waardevol leven willen leiden, op een manier die bij hen past. Om volwaardige participatie aan de samenleving mogelijk te maken, ook voor mensen die afhankelijk zijn van ondersteuning, is maatwerk nodig: ondersteuning die aansluit bij hun mogelijkheden, wensen en voorkeuren. Deze kernbegrippen samen worden in de transities vaak 'vertaald' naar één term, namelijk 'eigen kracht'. Onderstaand schema geeft een samenvattingvan de meest gangbare definities. Begrip Zelfregie Eigen kracht Zelfredzaamheid Eigen verantwoordelijkheid
Kern Zelf bepalen Zelf kunnen Zelfstandig mee kunnen doen Zelf moeten of mogen
Kernvraag Wat m\ ik? Wat kan ik? Is compensatie nodig? Wat moet of mag ik zelf
doen? 'Eigen kracht' en vertaling naar de praktijk Uitgaande van de hierboven geschetste kernbegrippen en ontwikkelingen kunnen de volgende vijf uitgangspunten en de vertaling naar de praktijk voor de transitie en transformatie worden geformuleerd. 1. Inwoners6 hebben zelf de verantwoordelijkheid voor hun eigen leven, de problemen d ie daarin voorkomen en de mogelijkheden deze op te lossen. Waar dat de individuele inwoner niet lukt, is de eerste stap de mensen om zich heen te betrekken, a. Inwoners zijn in staat (eenvoudige) ondersteuning zelf te organiseren. De gemeente is er wanneer dat niet of onvoldoende lukt. * Kinderen/jongeren dragen deze verantwoordelijkheid (nog) niet zelf. Ouders/opvoeders zijn niet alleen verantwoordelijk voor zichzelf, maar ook voor hun minderjarige kinderen.
19
( ; > M l I N T V.
gemeente ■ E U E V O ei SLUIS
UrirHe
Gemeente Westvoorne
b. Indien nodig wordt in een breed gesprek de vraag verhelderd en samen met de burger gezocht naar oplossingsmogelijkheden. De inzet van eigen kracht, eigen netwerk en algemene voorzieningen staan centraal. Als dit niet voldoende is, kan een individuele maatwerkvoorziening aan de orde zijn. c. De regie blijft indien mogelijk, ook bij complexere ondersteuningsvragen, bij de inwoner en de sociale omgeving7. Als de inwoner de regie heeft, zelf het probleem definieert en met de sociale omgeving tot oplossingen komt, pakt de inwoner ook de verantwoordelijkheid. 2. Het maatschappelijk middenveld en de gemeente formule re n in samenspraak een vraaggestuurd aanbod dat aansluit op wat inwoners aanvullend nodig hebben om zelf de verantwoordelijkheid te behouden. Hierbij wordt ingezet op: a. Verbreden en zo nodig vernieuwen van het ondersteuningsaanbod. b. Versterken van de informele zorg - inzet van mantelzorg en van (zorg)vrijwilligers. 3. Eigen kracht is geen alternatief voor professionele zorg, maar complementair hieraan, het moet ervoor zorgen dat een inwoner zelf regie houdt over zijn eigen leven. De professional draagt hiervoor kennis en informatie aan. a. het maatschappelijke middenveld en de gemeente hebben een rol om vraaggestuurd aan te sluiten bij alles wat de inwoners zelf kunnen oplossen (gekanteld arrangement) b. Inwoners kunnen een beroep doen op onafhankelijke cliëntondersteuning die het belang van de cliënt als vertrekpunt hebben. c. Indie n nodig kan (professionele) ondersteuning geboden worden voor het versterken van de eigen kracht. 4. Inwone rs, het maatschappelijk middenveld en de gemeente moeten zich bewust zijn van de nie uwe rolverdefing tussen overheid en inwoners a. Informe re n van inwoners over de transitie en transformatie en de nieuwe rolverdeling. b. He t activeren van veerkracht in de samenleving, ruimte voor burgerinitiatieven. c. We de rke righe id, iedereen levert naar vermogen een bijdrage aan de maatschappij. 5. De gemeente en het maatschappelijk middenveld reiken inwoners middelen aan om regie te houden of (in eigen kring) te herwinnen. a. Er is een 'sociale kaart' beschikbaar waarbij inwoners de weg wordt gewezen en informatie beschikbaar Is om in eigen kring tot oplossingen te komen. b. Inwoners hebben hiervoor binnen de geldende voorwaarden keuzevrijheid door de mogelijkheid om te kiezen voor een Pgb.
4,3
K e uz e s op het niveau 'Algemene voorzieningen'
Bevordering en ondersteuning manteUorgers en vrijwilligers In dit deel gaan we vooral in op aanvullende toekomstige algemene voorzieningen voor zowel de bevordering als de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Het toenemende beroep dat in de komende jaren op vrijwilligers en mantelzorgers gedaan wordt, noodzaakt namelijk tot herijking van dit beleid en leidt mogelijkerwijs tot extra
' Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld (gezins)situaües waarin er sprake is van drang en dwang.
20
( 1 I M 1. v S
i I"
gemeente HÉUEVOETSIUIS
Brielle
Gemeente Westvoorne
investeringen op dit terrein. Uitwerking hiervan volgt in de in 2015 op te stellen beleidsnota's vrijwilligerswerk en mantelzorgondersteuning. Verantwoordelijkheid terug bij de samenleving De komende jaren wordt van inwoners verwacht dat zij zich waar mogelijk meer gaan inzetten voor anderen. Doel van deze inzet is zoveel mogelijk mensen te laten participeren aan de samenleving. Deze vorm van burgerkracht kent 'm principe twee verschijningsvormen: 1. Vrijwilligerswerk; 2. Mantelzorg. Tien tot vijftien procent van de inwoners verleent mantelzorg. In Brielle en Westvoorne ligt dit aandeel iets hoger dan in Hellevoetsluis. Met name de ouderen (15%) ervaren overbelasting uit het verlenen van mantelzorg. In Westvoorne en Brielle doet ongeveer een derde van de inwoners vrijwilligerswerk. In Hellevoetsluis ligt dat aandeel lager. Tabel 6
Mantelzorg en vrijwilligerswerk8 Hellevoetsluis
Brielle
Westvoorne
19-65 jaar
10%
15%
14%
> 65 jaar
11%
14%
13%
% mantelzorgers dat zich tamelijk belast tot overbelast voelt
19-65 jaar
3%
8%
7%
15%
14%
15%
% vrijwilligers
> 65 jaar 19-65 jaar
21%
35%
32%
> 65 jaar
22%
31%
30%
% mantelzorgers
Naast vrijwilligerswerk en mantelzorg komt er met de invoering van de Participatiewet in 2015 eigenlijk nog een derde vorm van burgerkracht bij ; namelijk; 'de tegenprestatie'. Mensen met een bijstandsuitkering worden als gevolg van het uitgangspunt van de tegenprestatie in de Participatiewet 'verplicht' iets terug te doen voor de samenleving. Op dit moment wordt er nog onderzoek gedaan naar hoe dit principe vormgegeven gaat/moet worden. In de beleidsstukken voor de Participatiewet zal hier verder op ingegaan worden. Vrijwilligerswerk versus mantelzorg Bij zowel (georganiseerd) vrijwilligerswerk als bij mantelzorg gaat het om een vorm van inzet voor de (naaste) omgeving. Vrijwilligerswerk en mantelzorg verschillen echter ook van elkaar. Vrijwilligers kiezen er vaker bewust voor om iets voor een ander te gaan doen. Zij doen dit vaak vrijblijvend voor een bepaalde tijd of langdurig, halen hier plezier uit en hebben de mogelijkheid om hier uiteindelijk van af te zien wanneer de behoefte of noodzaak zich voordoet om ermee te stoppen. Vaak is er ook geen sprake van een emotionele band met de persoon voor wie vrijwilligers iets doen. • Mantelzorgers kiezen er in tegenstelling tot vrijwilligers minder vaak voor om iets voor een ander te doen: vaak overkomt het hen. Vanwege een emotionele band zorgen mantelzorgers voor een naaste die ondersteuning nodig heeft. Deze zorg is soms langdurig 8
Bron: GGD Rotterdam-Rijnmond. Integrale gezondheidsmonitor 'Gezondheid in kaart 2014' van de drie gemeenten (2014). 21
pcmc«nt>
(; t
H M :
v T v.
Bricilc
Gemeente Wesrvoorne
en continu van aard. Mantelzorgers zijn in tegenstelling tot vrijwilligers minder vrij om te besluiten de zorg/ondersteuning te beëindigen. Op den duur kan het verlenen van mantelzorg soms leiden tot zware (fysieke, psychische of tijd) belasting van mantelzorgers. Ondersteuning van mantelzorgers ter voorkoming van overbelasting is dan ook van belang. Bovenstaande vergelijking geeft vooral een theoretisch beeld van de onderlinge verschillen tussen vrijwilligers en mantelzorgers. In de praktijk is er ook vaker sprake van overlappen/grijze gebieden tussen zowel vrijwilligerswerk en mantelzorg. Bevordering en ondersteuning vrijwilligerswerk en mantelzorg Gezien bovenstaande kenmerken zal de nadruk van de beleidsinzet bij vrijwilligerswerk meer gericht zijn op het stimuleren en faciliteren van mensen om meer vrijwilligerswerk te kunnen of gaan verrichten. De ondersteuning is vooral gericht op het optimaliseren van de tevredenheid van vrijwilligers door goede informatie; advies en waardering en op het matchen van vraag en aanbod. In tegenstelling tot vrijwilligerswerk zal de inzet bij mantelzorgers niet zozeer gericht zijn op het bevorderen van mantelzorg, maar juist meer op ondersteuning van mantelzorgers. Dit moet ervoor zorgen dat zij hun taken beter vol kunnen houden en niet overbelast raken. De ondersteuning van mantelzorgers richt zich op de volgende aandachtsgebieden: informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp, respijtzorg, financiële tegemoetkoming en materiële hulp. De bevordering en ondersteuning van vrijwilligerswerk en mantelzorg door gemeenten betreft in eerste instantie een lokale taak en is bij uitstek geschikt om zo lokaal mogelijk in te vullen. In de huidige Wmo-beleidsplannen en in aparte vrijwilligers- en mantelzorgnotities van de verschillende gemeenten komen deze dan ook reeds uitvoerig aan bod. Bevordering en ondersteuning vinden vooral plaats door middel van subsidies aan (lokale) voorzieningen en initiatieven. Dit zal in de toekomst niet anders zijn. Bestaande voorzieningen Op dit moment wordt in de drie gemeenten al redelijk wat gedaan op het gebied van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Voor wat betreft het vrijwilligerswerk geldt bijvoorbeeld dat er een vrijwilligerscentrale is voor de drie gemeenten. Deze zorgt onder andere voor de uitvoering van de vrijwilligersvacaturebank, contactbalie, cursussen/trainingen voor vrijwilligers, ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties, het organiseren van contacten rond de landelijke vrijwilligersdag NL-doet en de organisatie/uitvoering van de jaarlijkse bedankactiviteit namens de gemeente. Wat betreft mantelzorgondersteuning kennen alle drie de gemeenten een mantelzorgsalon waar informatie, recreatie en lotgenotencontact wordt geboden en besteden alle gemeenten aandacht aan de jaarlijkse viering van de landelijke mantelzorgdag, waar mantelzorgers "in het zonnetje" worden gezet. Binnen het gemeentelijk loket is er bij alle gemeenten ook aandacht voor de rol van mantelzorgers in het ondersteuningsproces van zorgbehoevenden. Sommige gemeenten kennen naast bovengenoemde activiteiten ook een vorm van Vrijwillige' respijtzorg in de vorm van tijdelijke oppas- en mspringhulp. Toekomstige voorzieningen In het volgende gedeelte wordt concreet ingegaan op enkele (toekomstige) algemene voorzieningen voor vrijwilligers en mantelzorgers, die de drie gemeenten ofwel in
22
(; y, \ n t; ü i i
Gemeente Westvoorne
gemeente
HELLEYOE7SLÜ
gezamenlijkheid zullen oppakken of waar zij in het kader van de nieuwe Wmo individueel mee aan de slag (moeten) gaan. Reeds beoogde algemene voorzieningen stoor vrijwilligers en mantelzorgers In het beleidsplan drie decentralisaties van de gemeenten Hellevoetsluis en Westvoorne zijn al enkele algemene voorzieningen benoemd die in 2015 in afzonderlijke nota's verder uitgewerkt zullen worden. Het gaat daarbij om de producten 'Vrijwilligerssupport' en 'Mantelzorgsupport'. Hieronder worden deze producten bondig beschreven. In de uitwerking van het beleidsplan wordt bekeken in hoeverre Brielle op deze plannen kan aansluiten. Tabel 7 Productomschrijving vrijwilligerssupport en mantelzorgerssupport Productnaam'
Vrijwilligerssupport
Mantelzorgerssupport
Omschrijving:
Laagdrempelige voorziening voor vrijwilligers, vragers van vrijwilligerswerk en potentiële vrijwilligers die hen informeert, adviseert, bemiddelt, coacht en voor scholing en opleiding zorgt.
Algemene laagdrempelige ondersteuning gericht op mantelzorgers
Resultaat-
Doelgroep:
•
Toename aantaf vrijwilligers
•
Tevredenheid over inzet vrijwilligers
•
Tevreden vrijwilligers
•
Vraag en aanbod in kaart
•
Goede match tussen vraag en aanbod
•
Scholing
• Ondersteuning Vragers en aanbieders van vrijwillige Inzet
*
Vergroten draagkracht mantelzorgers
*
Voorkomen overbelasting
Inwoners die langer dan 3 maanden of meer dan 8 uur per week mantelzorg verlenen
In Brielle is op 14 april 2014 een bijeenkomst georganiseerd door de Commissie Samenleving over het thema Mantelzorgers. Tijdens deze avond hebben leden van de commissie gesproken met mantelzorgers om uit de praktijk te horen wat er leeft en hoe de gemeente mantelzorgers kan ondersteunen. De uitkomsten van deze avond worden verwerkt en zijn belangrijke input bij het ontwikkelen van beleid op dit vlak in vervolg op de eerdere notitie "Houd de mantelzorg(er) overeind".. De Voornse gemeenten kiezen ervoor om in de in 2015 op te stellen nota mantelzorgbeleid het beleid te concretiseren. Bevordering en ondersteuning via aanbestedingstrajecten Bij de inkoop en aanbesteding van nieuwe Wmo- en Jeugdzorgtaken zal in samenspraak met aanbieders gekeken worden hoe en of aanbieders binnen hun eigen dienstenaanbod meer vrijwilligers en mantelzorgers In kunnen zetten, teneinde eventuele zorgkosten te beperken. De inzet van vrijwilligers en mantelzorgers zien we daarbij slechts als complementair onderdeel van de professionele zorg en dus zeker niet als vervanging. De organisaties dienen goede afspraken met mantelzorgers en vrijwilligers te maken over welke werkzaamheden zij eventueel wel uit zouden kunnen voeren en welke absoluut niet. Ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers om dergelijke taken ook daadwerkelijk uit te kunnen voeren, 23
gemtenit HrUCVOETStUiS
(il MIK N T E
Gemeente Westvoorne
dient gewaarborgd te zijn. Vrijwilligers en mantelzorgers in zijn algemeenheid worden vanuit de gemeente ondersteund via de voor hen beschikbare voorzieningen. Bevordering en ondersteuning bij ondersteuningsvragen We gaan kijken hoe er mogelijkerwijs extra aandacht kan komen voor de inzet van het netwerk (mantelzorgers en vrijwilligers) bij ondersteuningsvragen. Dit onderdeel zal echter pas in 2015 in een aparte nota uitgewerkt worden. (Maatwerk)voorztening voor mantelzorgers Het kan voorkomen dat mantelzorgers problemen ondervinden bij de uitvoering van hun taken of overbelast dreigen te raken. Mantelzorgers komen binnen de nieuwe Wmo dan in aanmerking voorondersteunende voorzieningen. In het kader van de nieuwe taken zijn bijvoorbeeld dagbesteding en respijtzorg/kortdurend verblijf (maatwerk)voorzieningen die ook ten behoeve van ontlasting van de manteizorger ingezet kunnen worden (zie paragraaf 4.4). Mantelzorgcompliment Met de nieuwe Wmo zijn gemeenten niet alleen verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers, maar ook voor de waardering9. In de nieuwe Wmo wordt geregeld dat gemeenten verplicht worden in de Wmo-verordening vast te leggen op welke wijze het college jaarlijks zorg draagt voor een blijk van waardering voor mantelzorgers De gemeente waar de cliënt woont, is verantwoordelijk voor de waardering van mantelzorgers, ook als deze in een andere gemeente wonen. Van gemeenten wordt verwacht dat ze voorzien in een procedure die waarborgt dat ook mantelzorgers waarvan de cliënt geen beroep heeft hoeven doen op een maatwerkvoorziening in aanmerking komen voor een waardering. De gemeenten Hellevoetsluis, Brielle en Westvoorne zullen de waardering van mantelzorgers doen in de vorm van een attentie/ activiteit. Een blijk van waardering voor mantelzorgers is op dit moment reeds op beperkte schaal belegd bij gemeenten. De gemeenten vieren bijvoorbeeld de 'Dag van de Mantelzorg' waarbij mantelzorgers een dag in "het zonnetje" worden gezet middels een activiteit of attentie. De precieze vorm van waardering zal per gemeente lokaal ingevuld worden. Speciale aandacht zal besteed worden aan het bereiken van mantelzorgers. 24 uurs beschikbaarheid van telefonisch of elektronisch luisterend oor In de Wmo 2015 (art. 2.2.4) krijgen gemeenten de opdracht om 'op Ieder moment van de dag telefonisch of elektronisch anoniem een luisterend oor en advies beschikbaar te stellen'. Tot nu toe werd deze taak gefinancierd door de provincies (circa 6 miljoen euro per jaar). Zij financierden de landelijke organisatie Sensoor die werkt vanuit een aantal regionale steunpunten. Nu de taak naar gemeenten gaat, hebben de provincies besloten zich na 2014 terug te trekken. Gemeenten ontvangen geen rijksmiddelen voor deze taak. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gaat landelijke afspraken maken met Sensoor voor voortzetting van de dienstverlening. Hiervoor zal een uitname uit het 9
In bijlage 2 is weergegeven wat op dit moment het landelijke beleid is met betrekking tot het mantelzorgcompliment en het gebruik binnen deze gemeenten. 24
<; r. gtmttnit HELLBVOEÏ SLUIS
M
i v. \ r
Briclic
v." •
Gemeente Westvoorne
gemeentefonds gedaan worden. Op dit punt is voor de drie gemeenten dus geen beleidsvrijheid. Doventolk Voor de doventolk vindt centrale inkoop door de VNG plaats. Hiervoor wordt een uitname uit het gemeentefonds gedaan. In de huidige situatie wordt deze voorziening namens alle zorgverzekeraars uitgevoerd door zorgverzekeraar Menzis. Op dit punt is voor de drie gemeenten dus geen beleidsvrijheid. Inloop GGZ Vanuit de AWBZ wordt momenteef niet alleen begeleiding bekostigd, maar ook de inloopfunctie GGZ. De inloopfunctie ggz wordt per 2015 overgeheveld naar de gemeente, evenals de middelen hiervoor. Er wordt landelijk geen korting op de middelen doorgevoerd. Beschrijving van de voorziening De inloopfunctie is de meest laagdrempelige functie in het kader van dag- en arbeidsmatige activiteiten. Het betreft een beschikbaarheidsfunctie waar deelnemers kunnen komen en gaan op het moment dat daaraan behoefte bestaat. Er worden geen {toelatingseisen gesteld aan de deelnemers. Gedurende de openingstijden is één professioneel begeleider aanwezig. De inloop ggz is bedoeld voor mensen met (langdurige) ernstige psychische, psychiatrische en psychosociale problematiek, vaak gecombineerd met problemen op andere leefgebieden en in combinatie met verslavingsproblematiek. Hun dagelijkse leven is complex en daardoor hebben veel cliënten moeite met het structureren van hun dagelijks bezigheden, bevinden ze zich in een sociaal isolement en hebben ze een laag zelfvertrouwen. Doel van de inloopfunctie is het sociaal isolement te voorkomen en de maatschappelijke deelname van de bezoekers te bevorderen. Tevens heeft de inloopfunctie een signalerende functie waarbij terugval kan worden voorkomen en problemen kunnen worden gesignaleerd. Daarnaast helpt de inloop ggz om overlast elders te vermijden. De inloop functioneert ook als vindplaats voor zorgmijders. Lokaal beleid Aan gemeenten ligt de vraag voor hoe zij de inloopfunctie GGZ vanaf 2015 willen invullen, en of zij deze willen behouden. Er ligt geen wettelijke verantwoordelijkheid voor het organiseren van een inloopfunctie als zodanig, maar uiteraard wel een bredere wettelijke verantwoordelijkheid om cliënten te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en participatie. De inloopfunctie is hiertoe een middel. Op Voorne is momenteel één inloop GGZ, deze wordt aangeboden vanuit het DAC De Sluis in Hellevoetsluis. In oktober/november 2014 vindt vanuit de drie Voomse gemeenten besluitvorming plaats over hoe deze functie per 1 januari 2015 vorm te geven, evenals over de doorontwikkeling na 2015.
4.4
Keuzes op het niveau 'Maatwerkvoorzieningen'
In de huidige Wmo staat de compensatieplicht centraal. Gemeenten zijn verplicht om mensen meteen beperking of een chronische psychische of psychosociale probleem te compenseren voor de beperkingen die zij ondervinden bij hun zelfredzaamheid en 25