Beleggingsadviseur – Risicoprofiel Beschrijving Hierna volgen vijf situaties binnen Hermes en Partners waarin het risicoprofiel van de cliënt centraal staat. Stap 1: Afspraak is afspraak? Stap 2: Pensioengeld, dus voorzichtig! Stap 3: Is dit wel goed (huis)vaderschap? Stap 4: Kent de bank deze cliënt wel? Stap 5: Is een echtgenote handelingsbekwaam? Stap 1: Afspraak is afspraak? Kees, beleggingsadviseur van Hermes en Partners, bereidt zich voor op het halfjaarlijkse revisiegesprek met Joop (één van zijn cliënten). Kees merkt dat het risicoprofiel van de portefeuille van Joop niet meer goed aansluit met wat er met hem is afgesproken. Joop Koster, één van de cliënten van beleggingsadviseur Kees Mertens van Hermes en Partners, begint ieder gesprek steevast met het melden van de enorme verliezen op zijn portefeuille die hij begin deze eeuw heeft opgelopen en dat hij zoiets nooit meer wil meemaken. Kees heeft een afspraak gepland met Joop en bereidt zich voor op het halfjaarlijkse revisiegesprek. Hij pakt de portefeuilleoverzichten erbij en ziet dat ook Joop heeft geprofiteerd van de stijgingen van de beurzen in de afgelopen jaren. ‘Misschien dat Joop nu eens een keer niet begint over die grote dalingen uit het verleden’, denkt Kees hoopvol. De verwachtingen van de beurzen voor de komende maanden zijn positief, mede door een steeds betere economische groei. Door een juiste beleggingsmix en de stijgende aandelenbeurzen is het rendement op de portefeuille van Joop zo goed dat er als gevolg hiervan een ander probleem opdoemt: het risicoprofiel van de portefeuille is door de goede performance van de zakelijke waarden toegenomen naar neutraal en dat is niet wat er is afgesproken met Joop. Wat zal Kees moeten doen? a) Kees vertelt Joop het goede nieuws en adviseert hem, vanwege de goede vooruitzichten van de beurs, niets te wijzigen in de portefeuille. Feedback: Onjuist. Kees moet in het gesprek de cliënt wijzen op zijn toegenomen risicoprofiel en zal, als het profiel ongewijzigd blijft, Joop moeten adviseren een deel van zijn zakelijke waarden te verkopen. b) Joop is uiteraard dik tevreden met het rendement. Kees wijst hem op het toegenomen risicoprofiel en de risico's die hij daarbij loopt. Joop vindt dit geen probleem en Kees spreekt met hem af om dan voorlopig maar niets in de portefeuille te wijzigen. Kees maakt hiervan een aantekening in het cliëntdossier. Feedback: Onjuist. Gelet op het beleggingsverleden van Joop en zijn reacties daarop, is schriftelijke vastlegging naar Joop van het hogere risicoprofiel verstandig. Een betere
oplossing is dat Kees een deel van de zakelijke waarden van Joop verkoopt om zodoende weer op het defensieve profiel uit te komen. c) Een mooi beleggingsresultaat melden is altijd mooi, maar Kees blijft realistisch en adviseert Joop, ondanks de goede vooruitzichten, om een deel van de zakelijke waarden te verkopen, teneinde qua samenstelling weer op een defensief profiel te komen. Kees bevestigt dit schriftelijk aan Joop. Feedback: Juist. Gelet op het beleggingsverleden van Joop en de hoge jaarlijkse onttrekking uit de portefeuille is het een verstandig advies. De schriftelijke bevestiging is natuurlijk een goede follow-up.
Stap 2: Pensioengeld, dus voorzichtig! De heer Van Leeuwen maakt een afspraak met Gerda Brand, beleggingsadviseur bij Hermes en Partners, om een rekening te openen. De heer Van Leeuwen is een succesvolle DGA, werkzaam in de vastgoedsector. De zaken gaan goed en hij is van plan zijn pensioenopbouw in eigen beheer op te bouwen door middel van een Pensioen BV. De reden hiervan is dat hij zelf zeer ervaren is op het gebied van beleggen en vindt dat de kosten die de verzekeringsbedrijven in rekening brengen veel te hoog zijn. ‘Dan kan ik het beter zelf doen’, is zijn motivatie. Van Leeuwen heeft een afspraak met Gerda Brand, beleggingsadviseur bij Hermes en Partners. Hij komt bij Gerda langs om een rekening te openen voor zijn pensioen BV en wil circa EUR 150.000,- storten in deze BV. Elk jaar zullen er vervolgstortingen gedaan worden. Van Leeuwen wil, mede gelet op het lage rendement die vastrentende waarden bieden, hoofdzakelijk beleggen in zakelijke waarden. Daar het beleggingsdoel het opbouwen van een pensioenvoorziening is, heeft de bank hierbij een bijzondere zorgplicht. Gerda adviseert hem defensief te beleggen om de zekerheid dat de beleggingsdoelstellingen worden gehaald te waarborgen. Is het geadviseerde risicoprofiel voor de pensioen BV niet te voorzichtig? a) Integendeel. De cliënt belegt in privé offensief, dus Gerda geeft het juiste advies om in de BV, waar het beleggingsdoel pensioenopbouw is, defensiever te beleggen. Feedback: Onjuist. Op zich moeten pensioengelden defensief belegd worden, maar de adviseur gaat voorbij aan het feit dat de beleggingshorizon in de BV meer dan twintig jaar is. Het lage rendement op vastrentende waarden draagt niet bij tot de zekerheid of de doelstellingen gerealiseerd gaan worden. b) Gerda gaat voorbij aan de lange beleggingshorizon en de ervaring van deze cliënt. Met een te defensieve houding ontneemt zij Van Leeuwen een reële kans om een hoger rendement te behalen. Als de cliënt zich bewust is van de risico's, kan van een hoger profiel worden uitgegaan. Feedback: Juist. Het lijkt er sterk op dat Gerda de bijzondere zorgplicht als doel ziet en niet als middel. In dit geval heeft Van Leeuwen een ruime beleggingservaring. Dit moet wel
blijken uit het opstellen van het risicoprofiel. De lange beleggingshorizon is hierbij mede belangrijk. Als de cliënt, in de BV, een hoger risicoprofiel wenst dan de bank eigenlijk maximaal adviseert, moet er nadrukkelijk (schriftelijk) op gewezen worden dat een hoger risico de kans vergroot dat de doelen of verplichtingen (pensioen) niet behaald kunnen worden. c) In dit geval is het advies van Gerda te voorzichtig. Gelet op het offensieve beleggingsbeleid van Van Leeuwen met zijn privévermogen, kan het risicoprofiel maximaal op neutraal worden gesteld. De bijzondere zorgplicht laat een hoger risicoprofiel niet toe. Feedback: Onjuist. Hier wordt voorbijgegaan aan de ervaring en beleggingshorizon van Van Leeuwen. Daarbij worden twee doelstellingen, vermogengroei (privé) en pensioenvoorziening (BV) op één hoop gegooid. Het is onjuist te stellen dat de zorgplicht 'iets' verbiedt. Het is meer een richtlijn dan een doel op zich.
Stap 3: Is dit wel goed (huis)vaderschap? Een vader wil een effectenrekening op naam van zijn dochter openen en daarmee proberen een hoger rendement te halen dan tot nu toe is behaald. Hij verzoekt de bank om een automatisch effectenkrediet te verlenen op de bestaande portefeuille. De heer en mevrouw Van der Zee hebben voor hun enig kind, Anna, steeds optimaal gebruikgemaakt van de fiscale schenkingsvrijstelling en jaarlijks het maximaal toegestane bedrag op een spaarrekening voor hun dochter gezet. Anna is nu tien jaar en het bedrag op haar internetspaarrekening is aangegroeid tot ruim EUR 40.000,-. Zelf is vader Van der Zee een verwoed belegger en hij volgt de beurzen al jarenlang op de voet. De rente is in de loop van de jaren flink gedaald en momenteel houdt de ontvangen rente net de belasting en huidige inflatie bij. Van netto vermogensgroei is voor Anna dus geen sprake. Pa Van der Zee vindt het een goed idee om een effectenrekening op naam van Anna te openen en daarmee te proberen een hoger rendement te halen dan tot nu toe is behaald met de internetspaarrekening. Anna’s ouders tekenen beiden als wettelijk vertegenwoordiger. Wat moet Hermes en Partners in dit geval doen? a) De bank kan het effectenkrediet zonder probleem verlenen, mits zij een nieuw hoger risicoprofiel opstelt en de ouders schriftelijk waarschuwt voor de risico's die het gebruik van een effectenkrediet meebrengt. Feedback: Onjuist. De ouders mogen, in verband met de zorgplicht voor minderjarigen, geen effectenkrediet aanvragen. Het kind kan mogelijk zelfs later een beroep doen om de transacties met geleend geld nietig te verklaren. b) Indien de bank een effectenkrediet wil verlenen, moeten de ouders eerst een machtiging vragen aan de kantonrechter. De bank moet in dit geval de aanwezigheid van de machtiging controleren. De bank moet de ouders waarschuwen dat er op speculatieve wijze wordt belegd.
Feedback: Juist. De bank moet aan haar zorgplicht voldoen door te waarschuwen dat beleggen met geleend geld strijdig is met het uitgangspunt dat met het vermogen van een minderjarige niet op speculatieve wijze behoort te worden belegd. c) De bank moet de ouders waarschuwen dat beleggen met geleend geld speculatief is en dat het strijdig is met de belangen van het vermogen van een minderjarige. De bank zal op basis van de grote beleggingservaring van de vader toestemming verlenen aan het effectenkrediet, mits beide ouders de overeenkomst tekenen. Feedback: Onjuist. Het is correct dat de bank moet waarschuwen voor speculatieve beleggingen. Maar de bank kan niet op basis van de grote ervarenheid van de vader een effectenkrediet verlenen voor een rekening van een minderjarige.
Stap 4: Kent de bank deze cliënt wel? René (beleggingsadviseur) heeft mevrouw Arend uitgenodigd voor een gesprek. Zij is na het vertrek van een collega overgedragen aan René. De informatie die René over mevrouw Arend heeft, is nogal verouderd (zie de aanvullende gegevens). Mevrouw Arend is al jaren cliënt van Hermes en Partners en heeft een beleggingsportefeuille die is opgebouwd uit beleggingsfondsen. Door het plotselinge vertrek van Marjan Bos op de afdeling beleggingsadvisering moesten de cliënten van Marjan worden verdeeld onder de overgebleven adviseurs. Mevrouw Arend is bij René in de boeken gekomen. Er is geen tijd geweest voor een degelijke overdracht. René heeft mevrouw Arend uitgenodigd voor een gesprek en ter voorbereiding leest hij het aanwezige cliëntdossier. Het eerste wat opvalt, is dat de laatste gespreksnotitie dateert van twee jaar geleden en er is geen beleggingsvoorstel aanwezig, gelukkig wel een inventarisatieformulier risicoprofielen. Hierop is een groeigericht profiel aan de cliënt bevestigd. Het formulier is door mevrouw Arend zelf ingevuld. René ontvangt mevrouw Arend en na enige tijd zegt zij: ‘Ik ben blij dat u belde, de laatste tijd hoorde ik minder dan normaal van uw collega Marjan.’ Verder in het gesprek merkt zij op dat zij het beleggen best wel interessant vindt en het financiële nieuws regelmatig volgt. ‘Maar ik blijf het toch maar moeilijke materie vinden, daarom is alles in beleggingsfondsen belegd.’ Terloops merkt ze ook nog op dat ze zich bij koersdalingen meteen veel zorgen maakt over de invloed daarvan op haar portefeuille. René krijgt door dit gesprek wel een andere indruk van mevrouw Arend dan hij had gevormd op basis van het cliëntdossier.
Klopt de informatie die de bank heeft over mevrouw Arend? a) Er is onvoldoende met mevrouw Arend gesproken over haar beleggingsdoelen en haar werkelijke risicoperceptie. Gelet op haar onzekere houding en angst bij dalingen,
had Marjan haar schriftelijk moeten waarschuwen voor de risico's van een bovengemiddeld risicoprofiel en dit in het cliëntendossier moeten aantekenen. Feedback: Juist. Bij deze cliënt had Marjan samen met haar het inventarisatieformulier moeten invullen om met haar tot een juist risicoprofiel te komen. Waarschijnlijk was in dit gesprek haar werkelijke risicoperceptie naar voren gekomen. Nu is er van haar invulling uitgegaan. Juist als het beleggingsdoel (nog) onbekend is en de cliënt aangeeft zich zorgen te maken bij koersdaling, moet er een up-to-date cliëntendossier zijn en regelmatig contact. b) Mevrouw Arend is niet goed geïnventariseerd bij de aanvang van de relatie met de bank. Hierdoor is er een verkeerd risicoprofiel opgesteld en daardoor zijn er te risicovolle beleggingen aangegaan. Feedback: Onjuist. De inventarisatie verdient geen schoonheidsprijs. Marjan had beter samen met haar de vragen moeten doorlopen, misschien was daar een lager risicoprofiel uit voortgekomen. Het is te stellig om te spreken van te risicovolle beleggingen daar er gekozen is voor goede beleggingsfondsen. c) Mevrouw Arend heeft blijkbaar de vragen op het inventarisatieformulier niet goed begrepen en Marjan had daar niet klakkeloos van uit moeten gaan. Maar gelet op haar relatief jonge leeftijd mocht Marjan uitgaan van een beleggingshorizon langer dan 10 jaar en daar past een groeigericht profiel bij. Feedback: Onjuist. Marjan heeft de situatie over de risicoperceptie van mevrouw Arend zeker onderschat. Maar haar leeftijd zegt uiteraard niets over de werkelijke beleggingshorizon. Zij hinkt immers voorlopig nog op twee gedachten: pensioenaanvulling of aankoop woning.
Stap 5: Is een echtgenote handelingsbekwaam? De heer Steen is een offensieve belegger in Nederlandse opties en aandelen. Hij heeft niet lang meer te leven en zegt tegen zijn vrouw dat ze de beleggingsportefeuille pas over drie jaar mag verkopen. Wanneer de heer Steen overlijdt, vraagt mevrouw Steen de beleggingsadviseur (Jan) om advies. Jan Verbeek, beleggingsadviseur bij Hermes en Partners, heeft onder andere de heer Steen als cliënt. Steen is een offensieve belegger in Nederlandse opties en aandelen. Een echt beleggingsdoel is er niet. Steen is ziek. De dokters geven hem nog geen jaar. Zijn vrouw blijft in geval van overlijden financieel gezien goed verzorgd achter, daar heeft Steen voor gezorgd. Kinderen zijn er niet. Steen is van mening dat de huidige hausse nog drie jaar aanhoudt en hij heeft zijn vrouw gezegd dat ze de beleggingsportefeuille pas over drie jaar, bij herstel van de beurzen, mag verkopen. Het contact met Steen loopt goed en er worden af en toe wat transactie gedaan. Soms vanuit het ziekenhuis. Een jaar later belt mevrouw Steen. Haar man is overleden en ze vraagt zich af wat ze met de portefeuille aan moet.
In het daaropvolgende gesprek blijkt al snel dat mevrouw Steen (60 jaar) niets van beleggen begrijpt: Mevrouw Steen: "Dat was zijn ding, daar bemoeide ik mij nooit mee. Ik hoorde hem, vooral in dalende beursen, nog wel eens foeteren." Jan vraagt naar het voornemen van Steen om voorlopig de portefeuille niet te verkopen. Mevrouw Steen: "Af en toe hoorde ik hem wel eens praten over een herstel van de beurs in de komende jaren, maar daar heb ik geen acht op geslagen." Wat moet Jan doen voor mevrouw Steen? a) Haar aanbieden actief bij te staan bij het beheer van de portefeuille, vooral omdat hij weet dat het risicoprofiel voor deze onervaren belegger te risicovol is. De reden hiervan is dat hij de wens van de heer Steen, voorlopig niet te verkopen, wil respecteren. Dit moet hij schriftelijk bevestigen in het huidige risicoprofiel. Feedback: Onjuist. Hier wordt meer uit emotionele reden geadviseerd. Het is onverstandig om een onervaren belegger met een dergelijke portefeuille op die basis te adviseren. b) Voor mevrouw Steen een inventarisatieformulier invullen om de risicoperceptie te bepalen en op basis daarvan een gedegen beleggingsvoorstel maken. Het risicoprofiel aan haar bevestigen. Verder moet Jan schadebeperkende maatregelen adviseren en dit benadrukken door een beleggingsvoorstel. Feedback: Juist. Hiermee onderneemt Jan de juiste stappen en voldoet aan de zorgplicht om schadebeperkende maatregelen te ondernemen. c) Aan de hand van een ingevuld inventarisatieformulier een nieuw risicoprofiel opstellen en een beleggingsvoorstel maken. Dit voorstel moet mede gebaseerd zijn op een gefaseerde afbouw van de portefeuille in de komende twee jaar, om de wens van de heer Steen te respecteren. Feedback: Onjuist. Jan onderneemt de goede stappen maar strandt in de uitvoering. Hij handelt meer op emotionele gronden. Dat is onverstandig en de cliënt is meer gebaat met een gedegen voorstel dat de risico's van beleggen goed beschrijft. Hier ontbreekt een duidelijk risicobeperkend handelen.