Beleggingen in effecten S10PSF Pensioenfondsen
Beleggingen in effecten Enquête S10PSF Pensioenfondsen Handleiding – Ed. 2006 (update 2014)
© Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding.
Inhoud 1. Glossarium
5
2. Algemene bepalingen
9
1.1 Effect 1.1.1 Schuldbewijzen 1.1.2 Aandelen en gelijkgestelde effecten 1.2 Afgeleide producten 1.3 Haussepositie 1.4 Mobilisering van effecten/Repo - Reverse repo 1.5 Ingezetene of niet-ingezetene 1.5.1 Ingezetene 1.5.2 Niet-ingezetene 1.6 Territoriale positie 1.7 Depositaris
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Wettelijke verplichting Aangifteplichtigen Verantwoordelijkheid Periodiciteit en leveringstermijn Rapporteringswijzen Nihil-opgave Adressering
5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 7
9 9 9 9 10 10 10
3. Te verstrekken informatie
11
Bijlage 1: De elektronische aangiften via de toepassing OneGate
27
3.1 Identificatie van uw onderneming 3.2 Identificatie van de contactpersoon in uw onderneming/derde aangever 3.3 Aangifteperiode 3.4 Eigenlijke aangifte 3.4.1 Lijst van tabellen per enquête 3.4.2 Definitie van de tabellen 3.4.3 Definitie van de kolommen 3.4.4 Lijst van kolommen per tabel
1.1 Inleiding 1.2 Adres 1.3 Identificatie van de gebruikers 1.4 Functionaliteiten van de toepassing OneGate 1.4.1 Gebruik van de tabbladen 1.4.2 Het encoderen van de aangifte via het webformulier (tabblad Rapporten) 1.4.3 Het beveiligd importeren van CSV-bestanden binnen het webformulier (tabblad Rapporten) 1.4.4 Het beveiligd opladen van bestanden in XML-formaat (tabblad Opladen) 1.4.5 Status van de aangiften (tabblad Rapporten - Overview) 1.4.6 Gebruik van Berichten (tabblad Berichten) 1.5 Formaat van het CSV bestand 1.5.1 Algemeenheden 1.5.2 Voorbeeld van bestand 1.6 Schermafdrukken 1.6.1 Het encoderen van de aangifte via het webformulier 1.6.2 Het beveiligd uploaden van bestanden binnen het webformulier
3
11 11 11 11 12 12 12 26
27 27 27 28 28 29 30 30 31 31 32 32 33 34 34 35
Bijlage 2: Voorbeeld van tabellen
37
Bijlage 3: Verwijzing naar de boekhouding
47
Bijlage 4: Land- en muntcodes
49
2.1 2.2 2.3 2.4
Tabel Tabel Tabel Tabel
0390 – Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar 0391 – Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar 0392 – Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten 0399 – Haussepositie in afgeleide producten
4
38 40 42 44
1. Glossarium 1.1
Effect
In het kader van deze enquête wordt onder "effect" of "roerende waarde" iedere overdraagbare financiële vordering verstaan. 1.1.1
Schuldbewijzen
Schuldbewijzen omvatten obligaties en andere schuldbewijzen, die de houder gewoonlijk het onvoorwaardelijke recht geven op een vast of een bij contract bepaald variabel geldelijk inkomen. De schuldbewijzen omvatten onder meer: schatkistobligaties, zero-coupon obligaties, gesplitste obligaties (strips), obligaties met valutaclausule, obligaties met variabele rente, aan aandelen gekoppelde obligaties (bijv. converteerbare obligaties), perpetuele obligaties, obligaties met optionele vervaldagen; door vorderingen gewaarborgde schuldbewijzen zoals door hypotheken gedekte obligaties; geïndexeerde schuldbewijzen; niet-winstdelende preferente aandelen; euro-notes; verhandelbare depositobewijzen; certificaten aan toonder van neergelegde schuldbewijzen; schatkistbons; commercial paper; andere schuldbewijzen. Zij omvatten echter niet: rechten, opties en andere afgeleide producten; kredieten in rekening; handelskredieten en cliëntenrekeningen met een debetsaldo; rechten met betrekking tot de uitgifte van geldmarktinstrumenten zoals "note issuance facilities", "revolving underwriting facilities" en orderbriefjes met inbegrip van deze aan toonder; vastgoedcertificaten. 1.1.2
Aandelen en gelijkgestelde effecten
Aandelen en gelijkgestelde effecten omvatten alle instrumenten en stukken die, nadat aan de aanspraken van alle schuldeisers is voldaan, de houders ervan recht geven op de residuele waarde van een onderneming. Zij omvatten onder meer: de aandelen: gewone aandelen, preferente aandelen, winstdelende aandelen, ... ; deelbewijzen;
5
certificaten aan toonder van neergelegde eigendomsbewijzen; aandelen of deelbewijzen van Instellingen voor Collectieve Belegging (ICB). Zij omvatten echter niet: niet-winstdelende preferente aandelen (zijn als schuldbewijzen te beschouwen); rechten, opties, warrants en andere afgeleide producten.
1.2
Afgeleide producten
Een contract aangaande afgeleide producten is een financieel instrument dat verbonden is aan een ander specifiek financieel instrument of aan een index of aan grondstoffen en via hetwelk specifieke financiële risico's (zoals renterisico, wisselkoersrisico, risico's m.b.t. de koersen van aandelen of van grondstoffen, kredietrisico's, etc.) apart kunnen onderhandeld worden op de financiële markten. Volgende producten zijn o.a. geviseerd: rechten, opties, warrants en andere afgeleide producten.
1.3
Haussepositie
De effecten die aangehouden worden door de aangifteplichtige en die voorkomen op het actief van de balans vormen de "haussepositie".
1.4
Mobilisering van effecten/Repo - Reverse repo
Onder de meest courante mobiliseringverrichtingen komen de repoverrichtingen en reverse repos voor. Onder "repo" verstaat men iedere mobiliseringverrichting van effecten waarbij de eerste tegenpartij contant fondsen ontvangt en effecten levert aan de medecontractant met afsluiting van een tegengestelde verrichting op termijn. Onder "reverse repo" verstaat men iedere mobiliseringverrichting van effecten waarbij de eerste tegenpartij contant effecten ontvangt en fondsen levert aan de medecontractant met afsluiting van een tegengestelde verrichting op termijn. De mobiliseringverrichtingen mogen deze aangifte in geen geval beïnvloeden vermits zij de presentatie van de balans niet wijzigen en deze het enige criterium van aangifte is. Het al dan niet opnemen van effecten op het actief of het passief geldt als enig criterium. M.a.w. indien een effect dat zich op de actiefzijde van de balans bevindt het voorwerp uitmaakt van een "repo", blijft het opgenomen in de aangifte, ook al komt dit effect niet meer voor op de effectenrekening van de aangifteplichtige. Indien de effectenrekening van de aangifteplichtige daarentegen gecrediteerd wordt voor een effect ten gevolge van een "reverse repo", moet dit effect niet opgenomen worden in de aangifte vermits het effect niet voorkomt op de balans.
1.5
Ingezetene of niet-ingezetene
1.5.1
Ingezetene
Een ingezetene kan zowel een natuurlijke persoon als een onderneming zijn, inclusief een bijkantoor of bedrijfszetel in België van een onderneming van buitenlandse oorsprong, die in België economische activiteiten ontplooit en daartoe voor langere tijd over een locatie in België beschikt.
6
Meer concreet verstaan we onder ingezetene: elke rechtspersoon naar Belgisch privaatrecht, voor de activiteiten van zijn maatschappelijke zetel, van zijn dochtermaatschappijen, bijkantoren en bedrijfszetels gevestigd in België; elke rechtspersoon naar Belgisch publiekrecht en alle diensten daarvan in België, alsook de Belgische diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen in het buitenland; elke rechtspersoon naar buitenlands recht, voor de activiteiten van zijn bijkantoren en bedrijfszetels gevestigd in België; elke natuurlijke persoon die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, hierbij inbegrepen de ambtenaren van een organisatie naar internationaal of Europees recht, gevestigd in België. Elke persoon die in de bevolkingsregisters van een gemeente ingeschreven is, wordt geacht daar zijn hoofdverblijfplaats te hebben; elke natuurlijke persoon van Belgische nationaliteit die in een Belgische diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het buitenland een zending vervult, alsook de familieleden die deel uitmaken van zijn gezin en die hem vergezellen; elke natuurlijke persoon die, ofschoon hij zijn hoofdverblijfplaats in het buitenland heeft of niet in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente is ingeschreven, op duurzame wijze een onderneming uitbaat in België, en dat voor de activiteiten van die onderneming. 1.5.2
Niet-ingezetene
Het begrip "niet-ingezetene" verwijst naar iedereen die geen ingezetene is en die zijn economisch belangencentrum buiten België heeft. Ook moeder- en dochterbedrijven in het buitenland van ingezeten ondernemingen worden in dit verband als niet-ingezetenen beschouwd. De notie van niet-ingezetene komt niet overeen met die van buitenlander in de gewone betekenis van het woord. De nationaliteit is immers niet bepalend voor de hoedanigheid van ingezetene of niet-ingezetene. Meer concreet verstaan we onder niet-ingezetene: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet als een ingezetene mag beschouwd worden; elke natuurlijke persoon van buitenlandse nationaliteit die een betrekking uitoefent in een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van zijn land die gevestigd is in België, alsook de familieleden die deel uitmaken van zijn gezin en die hem vergezellen; de organisaties naar internationaal of Europees recht die gevestigd zijn in België; de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen die in België gevestigd zijn.
1.6
Territoriale positie
Onder "territoriale positie" verstaan we, voor een ingezetene, het geheel van bijkantoren en bedrijfszetels gevestigd in België. De te gebruiken code om de territoriale positie aan te duiden in de aangifte is de code 10 in de zone "identificatie van de positie".
1.7
Depositaris
Onder depositaris of bewaarnemer verstaan we de instelling waarbij de effecten van de aangifteplichtige in bewaring zijn neergelegd.
7
2. Algemene bepalingen 2.1
Wettelijke verplichting
Alle ingezeten ondernemingen zijn wettelijk verplicht om periodiek de aangifte over hun activa in effecten rechtstreeks aan de Nationale Bank van België (NBB) te leveren. Ter herinnering: bijkantoren en bedrijfszetels in België van rechtspersonen naar buitenlands recht hebben eveneens de hoedanigheid van ingezetenen. Bijgevolg moeten ook zij hun activa in effecten aan de NBB meedelen.
2.2
Aangifteplichtigen
De inzameling van gegevens omtrent effecten gebeurt d.m.v. de enquête S10PSF gericht aan alle ingezeten pensioenfondsen. De enquête S10PSF beoogt een aangifte op territoriale positie van gedetailleerde informatie, effect per effect, over het geheel van alle effecten die op de balans voorkomen.
2.3
Verantwoordelijkheid
Een aangifteplichtige kan volmacht geven aan een derde om zijn aangifte in te vullen. De verantwoordelijkheid voor de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de aangifte blijft echter altijd bij de aangifteplichtige berusten.
2.4
Periodiciteit en leveringstermijn
De aangifte is ofwel maandelijks, ofwel driemaandelijks, ofwel jaarlijks naargelang de rekenkundige som van de posten op de balans m.b.t. effecten (posten 003, 004, 005 en 007) al of niet de drempels van € 1 000 000 000 of van € 100 000 000 bereiken. Aldus, indien de rekenkundige som de drempel van € 1 000 000 000 bereikt, moet de aangifte maandelijks aangeleverd worden binnen de 11 werkdagen na het einde van de te rapporteren maand. Indien de rekenkundige som tussen € 100 000 000 en € 1 000 000 000 komt te liggen, moet de aangifte driemaandelijks (per einde maart, juni, september en december) aangeleverd worden binnen de 25 kalenderdagen na het einde van het te rapporteren kwartaal. In de andere gevallen is de aangifte jaarlijks en moet ze opgesteld worden per eind december en aangeleverd worden binnen de 25 kalenderdagen.
9
2.5
Rapporteringswijzen
De aangiften kunnen enkel elektronisch aangeleverd worden. De NBB stelt een volledig beveiligde toepassing ter beschikking voor de aangiften via internet. Met deze toepassing kunnen de aangiften gecodeerd worden en kunnen ook bestanden geüpload worden. Ondernemingen die vanuit eigen applicaties geautomatiseerde aangiften verstrekken, kunnen dit doen via een XML bestand dat ze per e-mail opsturen of via internet met filetransfer uploaden; de record lay-out van dit meer complexe bestand wordt nader uitgelegd in een apart document. Bijlage 1 gaat nader in op de elektronische aangifte.
2.6
Nihil-opgave
Indien er in een aangifteperiode voor een bepaalde tabel geen effect aan te geven is, moet er toch een aangifte met aanduiding "nihil" gedaan worden. De aangifteformulieren voorzien een speciaal veld voor een dergelijke nihil-aangifte.
2.7
Adressering
De elektronische aangiften kunnen aangeleverd worden via de webtoepassing OneGate ofwel via onze portaalsite op het internetadres: http://www.nbb.be/onegate ofwel rechtstreeks via de volgende URL's: https://onegate-standard.nbb.be voor aangifte met gebruikersnaam en paswoord of https://onegate-certificate.nbb.be voor aangifte via een elektronisch certificaat ofwel via email per XML-formaat (uitsluitend gecodeerd bestand) op het internetadres:
[email protected].
10
3. Te verstrekken informatie 3.1
Identificatie van uw onderneming
Uw uniek ondernemingsnummer op 10 posities wordt als identificatiegegeven voor de aangifte gebruikt. In veel gevallen stemt dit overeen met uw BTW-nummer op 9 posities voorafgegaan door een 0 (recente ondernemingsnummers kunnen ook met 1 beginnen). Opgelet: het vestigingseenheidsnummer mag in geen enkel geval als identificatiegegeven gebruikt worden.
3.2
Identificatie van de contactpersoon in uw onderneming/derde aangever
Om snel met de verantwoordelijke belast met de aangifte te kunnen communiceren, gelieve de identificatiegegevens van de contactpersoon in uw onderneming (of van de derde aangever) rechtstreeks in de aangifte te vermelden.
3.3
Aangifteperiode
Een maandaangifte mag alleen gegevens afgesloten op het einde van één bepaalde maand bevatten (bv. januari, februari, maart, etc.). De maand moet aangegeven worden met 2 posities (bv. 01, 02, 03, etc.) en het jaar met 4 posities (bv. 2006). Een kwartaalaangifte mag alleen gegevens afgesloten op het einde van één bepaald kwartaal bevatten (bv. januari-maart, april-juni, etc.). Het kwartaal moet aangegeven worden via de laatste maand van het kwartaal met 2 posities (bv. 03 voor het 1ste kwartaal, 06 voor het 2de kwartaal, 09 voor het 3de kwartaal en 12 voor het 4de kwartaal) en het jaar met 4 posities (bv. 2006). Een jaaraangifte mag alleen gegevens afgesloten op eind december bevatten.
3.4
Eigenlijke aangifte
De aangifte S10PSF bestaat uit 4 tabellen die elk geïdentificeerd worden aan de hand van een getal met 4 cijfers. Deze verschillende tabellen dienen om de effecten aan te geven die zich onderling onderscheiden door: de aard van de effecten: schuldbewijzen of aandelen/gelijkgestelde effecten; de initiële looptijd van de effecten; de lokalisatie van de effecten op de actiefzijde van de balans.
11
3.4.1
Lijst van tabellen per enquête
Tabel Tabel Tabel Tabel
0390 - Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar; 0391 - Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar; 0392 - Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten; 0399 - Haussepositie in afgeleide producten.
In bijlage 2, vindt u een voorbeeld van elk van deze tabellen waaruit de aangifte is samengesteld. 3.4.2
Definitie van de tabellen
Bij elke definitie van een tabel werd een indicatieve lijst toegevoegd van de overeenstemmende posten van het boekhoudplan. Deze lijst is niet exhaustief: zo moet elk effect dat aan de definitie beantwoordt maar dat opgenomen is in een andere post van het boekhoudplan dan deze die vermeld werden, ook opgenomen worden in de rapportering. 3.4.2.1
Tabel 0390 - Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar
Deze tabel omvat de schuldbewijzen uitgegeven voor een initiële looptijd kleiner dan of gelijk aan één jaar aangehouden door de aangifteplichtige en die over het algemeen opgenomen zijn onder de volgende boekhoudpost: III B 2 (code 2322) : Beleggingen - Verhandelbare titels en overige financiële instrumenten - Obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten 3.4.2.2
Tabel 0391 - Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar
Deze tabel omvat de schuldbewijzen uitgegeven voor een initiële looptijd van meer dan één jaar aangehouden door de aangifteplichtige en die over het algemeen opgenomen zijn onder de volgende boekhoudpost: III B 2 (code 2322) :Beleggingen - Verhandelbare titels en overige financiële instrumenten - Obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten 3.4.2.3
Tabel 0392 - Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten
Deze tabel omvat de aandelen en gelijkgestelde effecten aangehouden door de aangifteplichtige en die over het algemeen opgenomen zijn onder de volgende boekhoudposten: II C (code 223) : Vaste activa - Financiële vaste activa III B 1 (code 2321) : Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren III B 3 (code 2323) : Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen en investereringsfondsen. 3.4.2.4
Tabel 0399 - Haussepositie in afgeleide producten
Deze tabel omvat de afgeleide producten aangehouden door de aangifteplichtige en die over het algemeen opgenomen zijn onder de volgende boekhoudpost: III B 4 (code 2324) : Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Afgeleide financiële instrumenten.. 3.4.3
Definitie van de kolommen
De verschillende tabellen van de enquête over de beleggingen in effecten zijn samengesteld uit lijnen en kolommen. In een tabel worden de verschillende records voorgesteld onder de vorm van successieve lijnen geïdentificeerd aan de hand van volgnummers. In een kolom vindt men altijd hetzelfde type informatie in de verschillende opeenvolgende records: de kolommen worden gewoontegetrouw geïdentificeerd door een kolomnummer dat dezelfde betekenis heeft in alle tabellen. 12
Een unieke definitie van elke kolom voor het geheel van de tabellen wordt hieronder gegeven, alle kolommen komen evenwel niet noodzakelijk voor in alle tabellen (cf. punt 3.4.4). De kolommen die in de enquête voorkomen, zijn de volgende: 01: Identificatie van de positie; 05: Nummer van de post van de boekhoudstaat waarin de effecten zijn opgenomen; 10: Identificatiecode van het effect volgens de codering vermeld in kolom 11; 11: Identificatie van de gebruikte codering; 15: Benaming van het effect; 25: Aantal effecten (voor aandelen en gelijkgestelde effecten); 30: Stemrecht in % (aandelen en gelijkgestelde effecten); 40: Muntcode (ISO 4217 code); 50: Nominale waarde per effectcode (voor schuldbewijzen) (in de munt van kolom 40); 60: Boekwaarde per effectcode (in tegenwaarde EUR); 70: Marktwaarde per effectcode (in de munt van kolom 40); 71: Identificatie van het type marktwaarde; 97: Land van de tegenpartij (voor de afgeleide producten); 98: Identificatiecode van het land van de bewaarnemer (ISO 3166 code op 2 cijfers); 99: Ondernemingsnummer van de ingezeten bewaarnemer; CBFA 4-1: Code afzonderlijk vermogen; CBFA 5: Code subcategorieën; CBFA 6: Marktwaarde per eenheid; CBFA 7: Af te trekken bedrag; CBFA 8: Affectatiewaarde; CBFA 8-2: % van obligaties in gemengd effecten; CBFA 8-4: % van aandelen in gemengd effecten; CBFA 9: Link met een afgeleid product; CBFA 9-5: Zakelijk recht; CBFA 10: Naam van de in bewaring nemende instelling; CBFA 11: Adres van de in bewaring nemende instelling; CBFA 12: Rekeningnummer bij de in bewaring nemende instelling; CBFA 13: Affectatiewaarde van gelopen en niet vervallen interesten. 3.4.3.1
Kolom 01 - Identificatie van de positie
Deze kolom bevat de code van het type positie. Voor deze enquête is de code gelijk aan "10", vermits het om een enquête gaat volgens territoriale positie. Deze kolom staat niet aangegeven in de voorbeelden van tabellen in bijlage 2, vermits het een constante betreft; deze moet echter wel aangegeven worden in de elektronische bestanden. 3.4.3.2
Kolom 05 - Nummer van de post van de boekhoudstaat waarin de effecten zijn opgenomen
Voor dit gegeven moet u het nummer aangeven van de post van de boekhoudstaat (Hoofdstuk II, Sectie I van de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 19 april 1991 betreffende de jaarrekening van private voorzorginstellingen onderworpen aan de wetgeving betreffende de controle der verzekeringsondernemingen) waarin de effecten zijn opgenomen. 3.4.3.2
Kolom 10 - Identificatiecode van het effect volgens de codering vermeld in kolom 11
In kolom 10 moet men bij voorrang de ISIN-code opgeven. Indien geen enkele ISIN-code bestaat, is een andere code toegelaten. Bij gebrek aan enige code zijn blanco's toegelaten. Voorbeeld: de code BE0000257635 is de ISIN-code van een lineaire obligatie - OLO 1992/2007 - 8,50% uitgegeven door het Koninkrijk België op 20/02/1992 met vervaldag 01/10/2007.
13
Bijzonder geval: De Belgische kas- en groeibons, met of zonder kapitalisatie, en de vervallen coupons van kas- en groeibons met facultatieve kapitalisatie, moeten verplicht geïdentificeerd worden op basis van één van de volgende fictieve ISINcodes: LIJST VAN FICTIEVE ISIN-CODES VOOR KAS- EN GROEIBONS
Zonder kapitalisatie
OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR
OP MEER DAN ÉÉN JAAR
FF06MAXI01Y6
FF06OVER01Y9
Met facultatieve kapitalisatie
FF06FACUCAP3
Met automatische kapitalisatie
FF06AUTOCAP9
Vervallen coupons van kas- en groeibons met facultatieve kapitalisatie 3.4.3.4
FF06EXPCOUP1
Kolom 11 - Identificatie van de gebruikte codering
In kolom 11 (ID = identificatie) wordt het codetype vermeld voor de code in kolom 10 ter identificatie van het effect. De waarden moeten ofwel voorkomen in de vooraf vastgestelde tabel, ofwel een benaming zijn voor de codering die niet in de vooraf vastgestelde tabel voorkomen, ofwel blanco's zijn ingeval geen enkele code vermeld is in kolom 10. Indien een fictieve ISIN-code (cf. 3.4.3.3) gebruikt wordt in kolom 10, dient in de kolom 11 de waarde "01" vermeld te worden (ter aanduiding van een ISIN-codificatie). Voor het vermelde voorbeeld onder punt 3.4.3.3 van een effect geïdentificeerd via een ISIN-code, is de waarde in te voeren in kolom 11 gelijk aan "01" vermits het om een codificatie van het ISIN type gaat. Hieronder vindt u een lijst van de gebruikte codetypes. De aanpassingen aan deze lijst kunnen geraadpleegd worden op de internetsite www.betalingsbalans.be. Wanneer een effect geïdentificeerd moet worden aan de hand van een in de lijst niet opgenomen codetype, vraagt men best aan de NBB dit nieuwe type in de lijst op te nemen. Uitzonderlijk is het toegestaan de identificatiecode " " (blanco) te gebruiken; dergelijke registraties worden onderworpen aan een speciale controle en monden over ’t algemeen uit op een vraag om bijkomende inlichtingen bij de aangever. TYPE EFFECTENCODE CODETYPE
BENAMING
OMSCHRIJVING
01
ISIN
02
COMMON
03
SVM - SRW
Oude Belgische standaard voor effecten uitgegeven in België
04
SEDOL 1
"Stock Exchange Daily Official List" – code ter identificatie van effecten in het Verenigd Koninkrijk en Ierland
05
SEDOL 2
"Stock Exchange Daily Official List" – code ter identificatie van effecten in het Verenigd Koninkrijk en Ierland
21
CUSIP
Internationale standaard ("International Securities Identification Number") Gemeenschappelijke code voor Euroclear Bank en Clearstream Bank
Gebruikt door de "US finance industry" voor de effecten uitgegeven of verhandeld in de Verenigde Staten en Canada
14
TYPE EFFECTENCODE CODETYPE
BENAMING
22
CINS
"Cusip International Numbering System" – gebruikt door de "US finance industry" voor effecten uitgegeven of verhandeld buiten de Verenigde Staten en Canada
23
BLO
Bloomberg codering, New York
24
ISM
ISMA codering (International Securities Market Association), London
25
RIC
Reuters Identificatiecode, Londen
26
TK
Telekurs – Zwitserse standaard voor uitgegeven effecten
41
SIS
"Securities Information System" – Belgische standaard voor uitgegeven effecten
42
WKN
"Wertpapierkennummer" – Duitse standaard voor uitgegeven effecten
43
SVN
"Valorennummer" – Zwitserse standaard voor uitgegeven effecten
3.4.3.5
OMSCHRIJVING
Kolom 15 - Benaming van het effect
Tekstuele informatie die de benaming van het effect omvat. De benaming van het effect in kolom 15 moet in geval van schuldbewijzen de vermelding van de nominale intrestvoet bevatten. 3.4.3.6
Kolom 25 - Aantal effecten (voor aandelen en gelijkgestelde effecten)
Aantal effecten afgerond op de éénheid. In de tabel 0399 moet het aantal contracten slechts vermeld worden wanneer het gaat om genoteerde afgeleide producten. 3.4.3.7
Kolom 30 - Stemrecht in % (aandelen en gelijkgestelde effecten)
Percentage stemrechten die de aangifteplichtige aanhoudt in de onderneming geïdentificeerd door het effect. Dit percentage dient te worden vermeld met twee decimalen. Wanneer het percentage niet met zekerheid gekend is maar in ieder geval kleiner is dan 10% (percentage vanaf hetwelk het aanhouden van de effecten als een participatie wordt beschouwd) dient men de defaultwaarde "1,00" te vermelden. 3.4.3.8
Kolom 40 - Muntcode
Identificatie, volgens de ISO 4217 code op 3 posities, van de munt waarin het effect uitgegeven werd. De lijst van de muntcodes is beschikbaar in bijlage en op onze internetsite www.betalingsbalans.be. 3.4.3.9
Kolom 50 - Nominale waarde per effectcode (voor schuldbewijzen)
Het te vermelden bedrag is de som van de nominale waarden van het geheel van genoteerde effecten op de lijn in kwestie. De waarde wordt afgerond op de éénheid, zonder negatieve waarden en zonder decimalen en wordt uitgedrukt in de munt vermeld door de code in kolom 40. 3.4.3.10
Kolom 60 - Boekhoudwaarde per effectcode
Boekhoudwaarde van het geheel van de effecten genoteerd op de lijn. De boekhoudwaarde zoals opgenomen in de balans wordt steeds uitgedrukt in tegenwaarde euro, afgerond op de éénheid, zonder negatieve waarde en zonder decimalen. 15
De waarde op het actief van de balans moet slechts vermeld worden in kolom 60 wanneer een balans werd opgesteld op dezelfde datum. 3.4.3.11
Kolom 70 - Marktwaarde per effectcode
Marktwaarde van het geheel van de effecten genoteerd op de lijn. Deze waarde wordt afgerond op de éénheid, zonder negatieve waarde en zonder decimalen in de munt vermeld door de code in kolom 40. 3.4.3.12
Kolom 71 - Identificatie van het type marktwaarde
Deze kolom vermeldt het valorisatietype dat gebruikt werd voor de berekening van kolom 70. Voor de tabellen 0390, 0391, 0392 en 0399 kan de kolom 71 de volgende 2 waarden aannemen: "1": indien de marktwaarde een echte marktwaarde einde maand is volgens "clean price" (d.w.z. zonder de gelopen en niet-vervallen intresten); "2": indien geëvalueerd volgens de beste schatting. Een blanco is niet toegelaten. 3.4.3.13
Kolom 97 - Land van de tegenpartij (voor afgeleide producten)
In het geval van een genoteerd afgeleid product, gekocht op een beursmarkt, is het land van de tegenpartij het land waar deze markt zich bevindt. De lijst van de landcodes wordt in bijlage opgenomen en op de website www.betalingsbalans.be. 3.4.3.14
Kolom 98 - Identificatiecode van het land van de bewaarnemer (ISO 3166 code op 2 cijfers)
Deze kolom vermeldt d.m.v. een ISO code de identificatie van het land van verblijf van de bewaarnemer van de effecten of de afgeleide producten. In het geval van neerlegging in België, moet in kolom 99 ook het ondernemingsnummer van de bewaarnemer worden opgegeven. Voorbeeld: wanneer de effecten die op die lijn vermeld staan, neergelegd zijn bij een instelling in België, moet men de code "BE" vermelden. De lijst van de landcodes wordt in bijlage opgenomen en op de website www.betalingsbalans.be. 3.4.3.15
Kolom 99 - Ondernemingsnummer van de ingezeten bewaarnemer
Deze kolom bevat het ondernemingsnummer van de ingezeten bewaarnemer. Het gebruik van deze kolom houdt in dat de code in kolom 98 verplicht gelijk is aan "BE". Wanneer de bewaarnemer een niet-ingezetene is, moet het ondernemingsnummer niet vermeld worden. Voorbeeld: wanneer de effecten die op die lijn vermeld staan, neergelegd worden bij de NBB, is de waarde van deze kolom gelijk aan het ondernemingsnummer van de NBB "0203201340". 3.4.3.16
Kolom CBFA 4-1 - Code afzonderlijk vermogen
De code bestaat telkens uit een lettergedeelte en een cijfergedeelte (vier posities) dat het volgnummer aangeeft. Volgende lettercombinaties zijn mogelijk : PFB :
de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de werknemers in België;
PFT
de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de werknemers in grensoverschrijdende activiteit;
:
16
PKB :
de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de zelfstandigen in België;
PKT :
de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de zelfstandigen in grensoverschrijdende activiteit;
DIS
:
de activiteiten met betrekking tot de pensionering en het overlijden voor de werknemers die van een vrijstelling genieten (per bijdragende onderneming);
INS
:
wanneer de NBB dat oplegt, de activiteiten die het voorwerp uitmaken van een herstelmaatregel;
LEG :
de pensioenregelingen bedoeld in artikel 135, eerste lid, 2°, van de WIBP (wettelijk pensioen).
Ingeval er een afzonderlijk vermogen wordt ingericht voor de solidariteitsactiviteit: SOW :
de solidariteitsprestaties voor de werknemers;
SOZ :
de solidariteitsprestaties voor de zelfstandigen.
Dus bv. : PFB0001, PFB0002, PFT0001, DIS0001, INS0001, SOZ0001, SOW0001, ... 3.4.3.17
Kolom CBFA 5 - Code subcategorie
Voor elke dekkingswaarde, moet men de code vermelden van de betrokken subcategorie opgenomen in bijlage A van de circulaire P.39. De subcategorieën-codes en de subcategorieën zijn: CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
1.1
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door (i) centrale, regionale of lokale overheden of (ii) centrale banken van die Staten of (iii) entiteiten van de publieke sector van die Staten of (iv) multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties van de EMU
1.2
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door (i) centrale, regionale of lokale overheden of (ii) centrale banken van die Staten of (iii) entiteiten van de publieke sector van die Staten of (iv) multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties van de EU maar van buiten de EMU
1.3
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door (i) centrale, regionale of lokale overheden of (ii) centrale banken van die Staten of (iii) entiteiten van de publieke sector van die Staten of (iv) multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties van buiten de EU
1.4
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
1.5
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
1.6
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van de EU maar van buiten de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
17
CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
1.7
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van de EU maar van buiten de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
1.8
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van buiten de EU verhandeld op een gereglementeerde markt
1.9
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van buiten de EU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
1.10
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
1.11
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
1.12
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van de EU maar van buiten de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
1.13
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van de EU maar van buiten de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
1.14
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van buiten de EU verhandeld op een gereglementeerde markt
1.15
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van buiten de EU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
1.16
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door gereglementeerde vastgoedondernemingen
1.17
Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door niet-gereglementeerde vastgoedondernemingen
1.18
Gestructureerde producten
2.1
Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
18
CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
2.2
Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
2.3
Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van de EU maar van buiten de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
2.4
Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van de EU maar van buiten de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
2.5
Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van buiten de EU verhandeld op een gereglementeerde markt
2.6
Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van buiten de EU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
2.7
Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
2.8
Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
2.9
Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de EU maar van buiten de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
2.10
Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de EU maar van buiten de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
2.11
Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van buiten de EU, verhandeld op een gereglementeerde markt
2.12
Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van buiten de EU, niet verhandeld op een gereglementeerde markt
2.13
Aandelen van gereglementeerde vastgoedvennootschappen (behalve deelbewijzen van vastgoed-ICB's)
2.14
Aandelen van niet-gereglementeerde vastgoedvennootschappen (behalve deelbewijzen van vastgoed-ICB's)
3.1
Deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de bepalingen van de UCITS-Richtlijn in obligaties
3.2
Deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de bepalingen van de UCITS-Richtlijn in aandelen
19
CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
3.3
Deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de bepalingen van de UCITS-Richtlijn in gemengde waarden
3.6
Deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de bepalingen van de UCITS-Richtlijn in liquide middelen en geldmarktinstrumenten
3.7
Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in obligaties
3.8
Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in aandelen
3.9
Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in gemengde waarden
3.12
Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in liquide middelen en geldmarktinstrumenten
3.13
Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in vastgoed
3.14
Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen, andere
3.15
Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in obligaties
3.16
Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in aandelen
3.17
Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in gemengde waarden
3.20
Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in liquide middelen en geldmarktinstrumenten
3.21
Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in vastgoed
3.22
Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen, andere
4.1
Over-the-counter (OTC) afgeleide financiële instrumenten waarvan objectief kan worden gemeten dat ze bijdragen tot de vermindering van de beleggingsrisico's die onmiddellijk gerelateerd zijn aan de solvabiliteit van de IBP
4.2
Andere over-the-counter (OTC) afgeleide financiële instrumenten dan bedoeld onder 4.1
4.3
Andere dan over-the-counter (OTC) afgeleide financiële instrumenten waarvan objectief kan worden gemeten dat ze bijdragen tot de vermindering van de beleggingsrisico's die onmiddellijk gerelateerd zijn aan de solvabiliteit van de IBP
4.4
Andere afgeleide financiële instrumenten dan bedoeld onder 4.1, 4.2 en 4.3
6.2
Vastgoedcertificaten
Activa die geen technische voorzieningen dekken, maar wel bv. verplichtingen ten aanzien van derden, anderen dan de aangeslotenen en de begunstigden of de solvabiliteitsmarge OA_1.1
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door (i) centrale, regionale of lokale overheden of (ii) centrale banken van die Staten of (iii) entiteiten van de publieke sector van die Staten of (iv) multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties van de EMU
OA_1.2
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door (i) centrale, regionale of lokale overheden of (ii) centrale banken van die Staten of (iii) entiteiten van de publieke sector van die Staten of (iv) multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties van de EU maar van buiten de EMU
20
CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
OA_1.3
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door (i) centrale, regionale of lokale overheden of (ii) centrale banken van die Staten of (iii) entiteiten van de publieke sector van die Staten of (iv) multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties van buiten de EU
OA_1.4
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.5
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.6
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van de EU maar van buiten de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.7
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van de EU maar van buiten de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.8
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van buiten de EU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.9
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheersvennootschappen van ICB's van buiten de EU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.10
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.11
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
21
CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
OA_1.12
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van de EU maar van buiten de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.13
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van de EU maar van buiten de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.14
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van buiten de EU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.15
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door andere ondernemingen (behalve obligaties uitgegeven door een al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschap) van buiten de EU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_1.16
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door gereglementeerde vastgoedondernemingen
OA_1.17
Activa die geen technische voorzieningen dekken Obligaties en andere schuldinstrumenten (met uitzondering van gestructureerde producten) uitgegeven door niet-gereglementeerde vastgoedondernemingen
OA_1.18
Activa die geen technische voorzieningen dekken Gestructureerde producten
OA_2.1
Activa die geen technische voorzieningen dekken Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.2
Activa die geen technische voorzieningen dekken Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.3
Activa die geen technische voorzieningen dekken Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van de EU maar van buiten de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
22
CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
OA_2.4
Activa die geen technische voorzieningen dekken Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van de EU maar van buiten de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.5
Activa die geen technische voorzieningen dekken Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van buiten de EU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.6
Activa die geen technische voorzieningen dekken Aandelen van kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van ICB's (behalve aandelen uitgegeven door vastgoedvennootschappen) van buiten de EU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.7
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.8
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.9
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de EU maar van buiten de EMU verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.10
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van de EU maar van buiten de EMU niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.11
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van buiten de EU, verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.12
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere aandelen (behalve aandelen uitgegeven door al dan niet gereglementeerde vastgoedvennootschappen) van buiten de EU, niet verhandeld op een gereglementeerde markt
OA_2.13
Activa die geen technische voorzieningen dekken Aandelen van gereglementeerde vastgoedvennootschappen (behalve deelbewijzen van vastgoed-ICB's)
OA_2.14
Activa die geen technische voorzieningen dekken Aandelen van niet-gereglementeerde vastgoedvennootschappen (behalve deelbewijzen van vastgoed-ICB's)
23
CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
OA_3.1
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de bepalingen van de UCITS-Richtlijn in obligaties
OA_3.2
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de bepalingen van de UCITS-Richtlijn in aandelen
OA_3.3
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de bepalingen van de UCITS-Richtlijn in gemengde waarden
OA_3.6
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de bepalingen van de UCITS-Richtlijn in liquide middelen en geldmarktinstrumenten
OA_3.7
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in obligaties
OA_3.8
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in aandelen
OA_3.9
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in gemengde waarden
OA_3.12
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in liquide middelen en geldmarktinstrumenten
OA_3.13
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in vastgoed
OA_3.14
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in Europese Alternatieve Beleggingsfondsen, andere
OA_3.15
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in obligaties
OA_3.16
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in aandelen
OA_3.17
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in gemengde waarden
OA_3.20
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in liquide middelen en geldmarktinstrumenten
OA_3.21
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen in vastgoed
OA_3.22
Activa die geen technische voorzieningen dekken Deelbewijzen in niet-Europese Alternatieve Beleggingsfondsen, andere
24
CODES
SUBCATEGORIEËN
SUBCATEGORIEËN
OA_4.1
Activa die geen technische voorzieningen dekken Over-the-counter (OTC) afgeleide financiële instrumenten waarvan objectief kan worden gemeten dat ze bijdragen tot de vermindering van de beleggingsrisico's die onmiddellijk gerelateerd zijn aan de solvabiliteit van de IBP
OA_4.2
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere over-the-counter (OTC) afgeleide financiële instrumenten dan bedoeld onder 4.1
OA_4.3
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere dan over-the-counter (OTC) afgeleide financiële instrumenten waarvan objectief kan worden gemeten dat ze bijdragen tot de vermindering van de beleggingsrisico's die onmiddellijk gerelateerd zijn aan de solvabiliteit van de IBP
OA_4.4
Activa die geen technische voorzieningen dekken Andere afgeleide financiële instrumenten dan bedoeld onder 4.1, 4.2 en 4.3
OA_6.2
Activa die geen technische voorzieningen dekken Vastgoedcertificaten
3.4.3.18
Kolom CBFA 6 - Marktwaarde per eenheid
Voor de effecten verhandeld op een gereglementeerde markt, moet de beurskoers vermeld worden. Voor de effecten niet verhandeld op een gereglementeerde markt, moet de marktwaarde vermeld worden (zie artikel 12, lid 2,3° van het koninklijk besluit van 7 mei 2000 betreffende de activiteiten van de voorzorginstellingen). De marktwaarde per eenheid moet opgegeven worden in de munt vermeld in kolom 40. 3.4.3.19
Kolom CBFA 7 - Af te trekken bedrag
Te vermelden: de schulden aangegaan met het oog op de verwerving van het effect; de voorrechten en zakelijke rechten die op het effect rusten. 3.4.3.20
Kolom CBFA 8 - Affectatiewaarde
Voor het vaststellen van de affectatiewaarde, zie de bepalingen van artikelen 30 tot 36 van het koninklijk besluit van 12 januari 2007 betreffende het prudentieel toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. 3.4.3.21
Kolom CBFA 8-2 - % van obligaties in gemengd effecten
De kolom CBFA 8-2 moet ingevuld worden (waarde tussen 0 en 100) wanneer één van de codes 3.3, 3.9, 3.17, OA_3.3, OA_3.9 of OA_3.17 gebruikt wordt in de kolom CBFA 5 – “codes subcategorie”. 3.4.3.22
Kolom CBFA 8-4 - % van aandelen in gemengd effecten
De kolom CBFA 8-4 moet ingevuld worden (waarde tussen 0 en 100) wanneer één van de codes 3.3, 3.9, 3.17, OA_3.3, OA_3.9 of OA_3.17 gebruikt wordt in de kolom CBFA 5 – “codes subcategorie”. 3.4.3.23
Kolom CBFA 9 - Link met een afgeleid product
Gelieve met een sterretje (*) te vermelden of de affectatiewaarde van een effect rekening houdt met een afgeleid product op het effect.
25
3.4.3.24
Kolom CBFA 9-5 - Zakelijk recht
Hier wordt aangegeven of er een zakelijk recht rust op het betrokken activabestanddeel. Deze kolom heeft dezelfde kenmerken als de kolom CBFA9 - "Link met een afgeleid product" 3.4.3.25
Kolom CBFA 10 - Naam van de in bewaring nemende instelling
Voor de kolommen 10, 11 en 12 (identiteit van de in bewaring nemende instelling), gelieve voor de effecten vatbaar voor open bewaargeving overeenkomstig artikel 16, § 2 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de volledige identificatie te vermelden (naam en adres) van de in bewaring nemende instelling bedoeld in artikel 16 § 2,4° of 5° lid van de wet van 9 juli 1975, alsook het rekeningnummer. 3.4.3.26
Kolom CBFA 11 - Adres van de in bewaring nemende instelling
Zie 3.4.3.21 3.4.3.27
Kolom CBFA 12 - Rekening bij de in bewaring nemende instelling
Zie 3.4.3.21 3.4.3.28
3.4.4
Kolom CBFA 13 - Affectatiewaarde van gelopen en niet vervallen interesten
Lijst van kolommen per tabel
Hieronder is voor iedere tabel het geheel van kolommen vermeld die moeten meegedeeld worden. TABELLEN
NUMMERS VAN DE KOLOMMEN
0390
05, 10, 11, 15, 40, 50, 60, 70, 71, 98, 99, CBFA 4-1, CBFA 5, CBFA 6, CBFA 7, CBFA 8, CBFA 8-2, CBFA 8-4, CBFA 9, CBFA 9-5, CBFA 10, CBFA 11, CBFA 12, CBFA 13
0391
05, 10, 11, 15, 40, 50, 60, 70, 71, 98, 99, CBFA 4-1, CBFA 5, CBFA 6, CBFA 7, CBFA 8, CBFA 8-2, CBFA 8-4, CBFA 9, CBFA 9-5, CBFA 10, CBFA 11, CBFA 12, CBFA 13
0392
05, 10, 11, 15, 25, 30, 40, 60, 70, 71, 98, 99, CBFA 4-1, CBFA 5, CBFA 6, CBFA 7, CBFA 8, CBFA 8-2, CBFA 8-4, CBFA 9, CBFA 9-5, CBFA 10, CBFA 11, CBFA 12
0399
05, 10, 11, 15, 25, 40, 60, 70, 71, 97, 98, 99, CBFA 4-1, CBFA 5, CBFA 6, CBFA 7, CBFA 8, CBFA 8-2, CBFA 8-4, CBFA 9-5, , CBFA 10, CBFA 11, CBFA 12
26
Bijlage 1: De elektronische aangiften via de toepassing OneGate 1.1
Inleiding
De statistische aangiften te leveren aan de NBB worden elektronisch doorgegeven door middel van een internet toepassing genaamd OneGate, d.i. de nieuwe versie van onze centrale server voor statistische aangiften CSSR (Central Server for Statistical Reporting). Deze toepassing laat het volgende toe: het encoderen van de aangifte met behulp van een webformulier (tabblad Rapporten); het beveiligd importeren van bestanden in CSV-formaat via het webformulier (tabblad Rapporten); het beveiligd opladen van bestanden in XML-formaat (tabblad Opladen). OneGate stelt de aangevers ook in staat om: hun contactgegevens in te brengen (tabblad Profiel), te verifiëren of hun aangifteplicht correct vervuld is (tabblad Rapporten) via Rapporten (Overview), hun voorgaande aangiften te raadplegen (tabblad Rapporten) via Rapporten (Periode), berichten versturen naar de domein- en of dossierbeheerder binnen de NBB (tabblad Rapporten), berichten raadplegen en logging consulteren van bestandsoverdrachten (tabblad Berichten). Deze verschillende functionaliteiten worden in wat volgt nader beschreven.
1.2
Adres
De toepassing OneGate is beschikbaar op volgend adres: http://www.nbb.be/onegate. Een testtoepassing volledig identiek aan de productietoepassing is eveneens beschikbaar
1.3
Identificatie van de gebruikers
Vooraleer in de toepassing OneGate te kunnen gaan, is het om veiligheidsredenen noodzakelijk dat de gebruiker zich identificeert. Van zodra de aangevers op de hoogte gebracht zijn van hun aangifteplicht, worden hen een eigen identificatiecode evenals een paswoord via de post medegedeeld. Niettemin kan het gebeuren dat het nodig is, om één of andere reden (vergetelheid, verlies, ...) de identificatiecode en het paswoord te vernieuwen. In dat geval volstaat het zich te wenden tot de helpdesk (e-mail:
[email protected]; tel.+32 2 221 54 86).
27
1.4
Functionaliteiten van de toepassing OneGate
1.4.1
Gebruik van de tabbladen
Navigeren binnen de toepassing OneGate gebeurt d.m.v. een aantal tabbladen.
De gebruiker beschikt via de tabbladen in het bovenste deel van de toepassing over de volgende functies (tussen haakjes vind je het relevante tabblad): Invullen en wijzigen van het persoonlijke profiel van de gebruiker (Profiel); Invullen en raadplegen van rapporten en importeren van CSV-bestanden (Rapporten); Consulteren van het OneGate mailsysteem (Berichten); Opladen van XML-bestanden (Opladen); Nagaan met welke versie van de toepassing je werkt (About). Elk tabblad heeft een eigen menu. De functies van de toepassing zijn beschikbaar via o.a. volgende standaardiconen: Terugkeren naar het vorige scherm Terugkeren naar de vorige pagina van een lijst Naar de volgende pagina van een lijst gaan Ophalen van documentatie Naast de standaardiconen vinden we de volgende rapportgebonden iconen: Sluiten van een aangifte voor een bepaalde periode (bevestig en verstuur) Heropenen van een aangifte zodat u in een afgesloten aangifte toch nog correcties kan uitvoeren) Importeren van een aangifte vanuit een bestand (CSV) Exporteren van een aangifte naar een bestand (CSV, XML) Afdrukken of exporteren van de samenvatting van een aangifte (PDF) Een aangifte expliciet als "leeg" (nihil) indienen De velden van een formulier op de beginwaarden (initieel) zetten Valideren van de inhoud van een aangifte (enkel bij fouten) Versturen van een bericht naar een verantwoordelijke Bewaren van de aangifte Voor de meeste functies moet je eerst één of meerdere formulieren selecteren d.m.v. een vinkje. De toepassing geeft een foutmelding wanneer geen formulier geselecteerd werd.
28
Daarnaast zijn er nog enkele specifieke buttons: Om ingebrachte persoonsgegevens te bewaren Om gegevens op te halen al dan niet na het invullen van zoekcriteria Om gegevens en/of zoekcriteria te wissen Om bestanden te zoeken en op te halen van de PC. Om via Browse geselecteerde bestanden op te laden in de toepassing. De gebruiker heeft tenslotte nog bij het tabblad "Berichten" volgende functies ter beschikking: Ophalen van de historiek van opgeladen bestanden. Schrappen van één of meerdere elementen. 1.4.2
Het encoderen van de aangifte via het webformulier (tabblad Rapporten)
OneGate laat de aangevers toe hun aangiften in een volledig beveiligde omgeving te encoderen met behulp van invoerschermen eigen aan elke aangifte. Eigen aan de toepassing OneGate is ook dat de encodering gradueel kan gebeuren. Als de gegevensinvoer niet voltooid is, kan de aangever zijn werk opslaan en er naderhand op terugkomen teneinde zijn aangifte te vervolledigen. Enkel op het moment dat de aangever beslist zijn werk af te sluiten via het icoon "Sluiten", wordt de aangifte als volledig beschouwd. Blancovelden moeten niet opgevuld worden met nulwaarden indien er voor bepaalde delen van de aangifte niets te rapporteren valt. De te volgen stappen bij manuele input zijn: Stap 1 Kies het tabblad "Rapporten" en selecteer onder "Mijn Rapporten" bij domein Portfolio (Port) het gewenste rapport door te klikken in de lijst. Het daaropvolgende scherm Rapport (Overview) geeft een algemeen overzicht van de perioden waarvoor het rapport aangemaakt werd en de status van elk van deze perioden. Klik op de gewenste periode en je komt op het scherm Rapport (Periode). Klik vervolgens op het formulier en vervolgens op de gewenste sectie(s) van de inhoudstafel. Stap 2 Breng de gegevens voor de gepaste rubriek in: land van de medecontractant, munt, waarde in eenheden. Binnen het elektronisch formulier heb je volgende mogelijkheden d.m.v. volgende iconen: Toevoeging van meerdere lijnen binnen een rubriek Schrappen van een lijn binnen een rubriek Bewaren van de gegevens Verwijderen van gegevens Het navigeren binnen het elektronisch formulier gebeurt ofwel via de navigatiebar onderaan
ofwel door aanpassing van het aantal lijnen per pagina gecombineerd met navigeren via de navigatiebalk opzij.
29
Na manuele inbreng van de gegevens en na eventueel één (via toegevoegd, moet je de gegevens bewaren door op het icoon Rapport (Periode) formulier-scherm via het icoon (Terug).
) of meerdere lijnen (via
) te hebben
(Bewaren) te klikken. Keer terug naar het
Stap 3 Het formulier selecteren d.m.v. een vinkje en vervolgens op icoon (Sluiten en versturen) klikken. Pas dan zijn de gegevens bevestigd en verstuurd en is de verplichting vervuld. Stap 4 Je kan nu terugkeren naar het overzichtscherm Rapport (Overview) en zien of de status van de betrokken periode op gesloten staat. Als dit in orde is, kan je de toepassing verlaten via de link rechts bovenaan; logout komt eigenlijk neer op het sluiten van de browsersessie. 1.4.3
Het beveiligd importeren van CSV-bestanden binnen het webformulier (tabblad Rapporten)
Ter vervanging van of in aanvulling op het encoderen, laat OneGate toe gegevensbestanden in CSV-formaat te importeren, conform de specificaties van de NBB. De aangevers kunnen hier wel een deel van hun aangifte opladen en ze vervolledigen of wijzigen met behulp van specifieke invoerschermen. De te volgen stappen bij import CSV-bestand zijn: Stap 1 Kies het tabblad "Rapporten" en selecteer onder "Mijn Rapporten" bij domein Portfolio (Port) het gewenste rapport door te klikken in de lijst. Het daaropvolgende scherm Rapport (Overview) geeft een algemeen overzicht van de perioden waarvoor het rapport aangemaakt werd en de status van elk van deze perioden. Klik op de gewenste periode en je komt op het scherm Rapport (Periode). Stap 2 Het formulier selecteren d.m.v. een vinkje
en vervolgens op icoon
(Importeer CSV) klikken. Op het scherm
Import-CSV type "Toevoegen" of "Vervangen" aanduiden en vervolgens op de button klikken om het vooraf aangemaakte CSV-bestand op uw PC te zoeken; eenmaal gevonden en aangeduid klik je op de button . Daarna krijg je een infobericht van verwerking met aanduiding van een ticket-number van verwerking. Op het scherm "Lijst met de Historiek van de Bestandsoverdrachten" kan je de toestand van de verwerking opvolgen. Je moet de lijn met het aangegeven ticket-number selecteren d.m.v. een vinkje klikken om de toestand op te volgen en desgewenst het validatierapport
en op icoon (Historiek) te consulteren.
Opmerking: het opladen van een bestand kan een tijdje duren en de gebruiker moet soms eventjes wachten om feedback te krijgen. Stap 3 Het formulier selecteren d.m.v. een vinkje en vervolgens op icoon zijn de gegevens bevestigd en verstuurd en is de verplichting vervuld.
(Sluiten en versturen) klikken. Pas dan
Stap 4 Je kan nu terugkeren naar het overzichtscherm Rapport (Overview) en zien of de status van de betrokken periode op gesloten staat. Als dit in orde is, kan je de toepassing verlaten via de link rechts bovenaan, d.i. het sluiten van de browsersessie. Alle inlichtingen betreffende het CSV-formaat zijn hieronder beschikbaar. 1.4.4
Het beveiligd opladen van bestanden in XML-formaat (tabblad Opladen)
Er bestaat eveneens de mogelijkheid binnen de toepassing OneGate bestanden in XML-formaat op te laden. In tegenstelling tot het beveiligd importeren van bestanden binnen het webformulier heeft de aangever hier niet de mogelijkheid zijn aangifte te wijzigen of te vervolledigen na het opladen van zijn bestand. De toepassing beschouwt deze aangifte sowieso als volledig en valideert ze onmiddellijk. De te volgen stappen bij opladen van een XML-bestand zijn:
30
Stap 1 Kies tabblad "Opladen". Op het scherm Opladen van XML-bestanden klik je op de button
om het vooraf
aangemaakte XML-bestand op uw PC te zoeken; eenmaal gevonden en aangeduid klik je op de button . Daarna krijg je een infobericht van verwerking met aanduiding van een ticket-number van verwerking. Op het scherm "Lijst met de Historiek van de Bestandsoverdrachten" kan je de toestand van de verwerking opvolgen. Je moet de lijn met het aangegeven ticket-number selecteren d.m.v. een vinkje en op icoon (Historiek) klikken om de toestand op te volgen en het validatierapport te consulteren. Opmerking: het opladen van een bestand kan een tijdje duren en de gebruiker moet soms eventjes wachten om feedback te krijgen. Stap 2 Je kan nu terugkeren naar het overzichtscherm en zien of de status van de betrokken periode op gesloten staat. Als dit in orde is, kan je de toepassing verlaten via de link rechts bovenaan; dit is het sluiten van de browsersessie. 1.4.5
Status van de aangiften (tabblad Rapporten - Overview)
Na selectie van een rapport in de lijst onder "Mijn Rapporten" geeft het daarop volgende scherm een onmiddellijk overzicht van de perioden waarvoor het rapport geïnitialiseerd werd met de status van elk van deze perioden. We noemen dit scherm de Control Panel of "Rapporten (Overview)". Binnen de OneGate-toepassing kan een aangifte volgende status hebben: Initieel
De periode voor dewelke de aangifte verplicht is, is lopende; de aangever is in de mogelijkheid gegevens te registreren. Een vinkje in deze kolom betekent dat nog geen waarden ingevoerd werden voor het rapport.
Open
De aangever heeft gegevens geregistreerd maar heeft zijn werkzaamheden nog niet afgesloten. Hij kan het rapport nog steeds wijzigen; het rapport werd nog niet afgesloten. De gegevens zijn wel degelijk opgeslagen in OneGate maar de aangever mag ten alle tijde wijzigingen aanbrengen.
Fout
De aangever heeft gegevens geregistreerd, een vinkje duidt aan dat fouten gedetecteerd werden tijdens de validatie van het rapport. Vooraleer de aangifte af te sluiten, dienen aanwezige fouten te worden gecorrigeerd.
Waarschuwing
Een vinkje duidt aan dat bij de validatie van het rapport problemen opgedoken zijn. De gegevens zijn niet volledig conform de vereisten maar ze kunnen toch aanvaard worden.
Ok
Tijdens de validatie van het rapport zijn geen anomalieën ontdekt.
Gesloten
Het rapport werd gesloten. De aangever heeft zijn aangifte afgesloten en bevestigd. De aangever kan de gegevens nog consulteren maar niet meer wijzigen tenzij hij er de toestemming voor vraagt aan de NBB.
Periode : de rapporteringsperiode neemt de vorm jaar-periode aan. Voor maandelijkse rapporten stemt periode overeen met de maand. 2009-12 staat bv. voor december 2009. Kwartaalrapporten zullen 3, 6, 9 of 12 als periode hebben - de laatste maand van elk kwartaal. 1.4.6
Gebruik van Berichten (tabblad Berichten)
U kunt onder het tabblad "Rapporten" in OneGate berichten uitwisselen met de domein- of dossierbeheerders. Versturen van berichten op domeinniveau: naast de titel van het domein staat een icoon (Mail) dat op dit niveau dient om berichten te sturen gericht aan de domeinverantwoordelijke. De berichten die in deze context verzonden worden, zijn algemene berichten die verband houden met het domein of de rapporten en niet met concrete aangiftes.
31
Versturen van een bericht naar de verantwoordelijke van de collecte: eerst het formulier voor een bepaalde periode aanvinken en vervolgens op het icoon "Mail" klikken . Berichten die in deze context verstuurd worden, hebben betrekking op specifieke rapporten of formulieren met de dossierbeheerder als bestemmeling. De gebruiker tikt zijn boodschap in Bericht. Hij kan eventueel bestanden bijvoegen door in Selecteer een aan te hechten bestand via de Browse knop documenten toe te voegen. Klik op Versturen om de boodschap te versturen. De berichten worden niet via e-mail verstuurd. Ze blijven volledig binnen OneGate. De gebruiker kan de verzonden berichten steeds consulteren via de functie Berichten->Berichten->Verzonden.
Onder het tabblad "Berichten" kunt u enerzijds de intern uitgewisselde berichten consulteren en anderzijds de opvolging van uitgevoerde bestandsoverdrachten (import CSV-bestanden en opladen XML-bestanden) opvragen. Onder Berichten vinden we twee opties: Ontvangen en Verzonden. Ontvangen berichten zijn alle boodschappen die vanuit het systeem (beheerders of programma's) naar de gebruiker verzonden zijn. Wanneer een gebruiker bv. data oplaadt via een bestand zal de software een bericht verzenden met daarin een referentienummer waarmee de gebruiker het resultaat van zijn actie kan opvolgen. De verzonden berichten worden door de gebruiker zelf verstuurd. Na import van een CSV-bestand of opladen van een XML-bestand, wordt dit bestand op de server behandeld en het r esultaat van de verwerking wordt in een log weggeschreven. De functie Bestandsoverdracht Log dient om die logging te consu lteren. Wanneer een bestand voor verwerking wordt opgeladen, genereert het systeem een referentie-nummer - ook wel een ticket genoemd. De verwerking zelf verloopt asynchroon; het systeem heeft een eigen planning voor verwerking en de aangever ziet niet onmiddellijk het resultaat. Via het ticket kan de aangever het verloop van de verwerking volgen. Een schermafdruk van het beveiligd uploaden van bestanden binnen het webformulier is terug te vinden op het einde van deze bijlage. Alle inlichtingen betreffende het CSV formaat zijn hieronder beschikbaar.
1.5
Formaat van het CSV bestand
1.5.1
Algemeenheden
Het is niet mogelijk één enkel formaat van CSV bestand te beschrijven dat kan doorgestuurd worden via de toepassing One-Gate voor het geheel van effectenrapporteringen. Inderdaad, de rapportering omvat verschillende tabellen die elk hun eigen voorstelling hebben naargelang het gaat om, bijvoorbeeld, rapportering betreffende participatie-effecten (aandelen) of portefeuille-effecten (obligaties). Men kan hier echter wel de algemene regels uiteenzetten om een CSV bestand te construeren en een voorbeeld geven. Een CSV tekstbestand kan slechts informatie bevatten die betrekking heeft op één enkele tabel. Deze informatie is altijd opgeslagen zoals ze voorkomt in de tabellen beschreven in de handleiding en zoals men ze aantreft op het scherm van de webtoepassing voor de aangifte. De volgorde van de kolommen dient strikt te worden nageleefd, de gedefinieerde kolomnummers worden altijd in stijgende volgorde1 gebruikt. De velden worden gescheiden door een kommapunt. Bij elk einde van een registratie bevindt zich een CRLF (carriage return, line feed 2). Voor de velden waar geen waarden in te vullen zijn, moeten deze niet ingevuld worden (wel separator).
1 Op die manier ziet men nooit de kolom "15" vóór de kolom "05" maar wel altijd de kolom "05" vóór de kolom "15". 2 CRLF: terugkeer van de slede, voortgang met één lijn. Het betekent gewoon dat men het volgende record op de volgende lijn schrijft.
32
1.5.2
Voorbeeld van bestand
Het voorbeeld van bestand hieronder beschreven is afkomstig van de enquête S10PSF voor de tabel 0390. Op basis van dit voorbeeld en van de regels hiervoor uiteengezet, is het gemakkelijk een CSV bestand te construeren voor eender welke andere tabel afkomstig van eender welke enquête. Het bestand zal de volgende inlichtingen bevatten, in de volgorde hieronder aangegeven (tussen haakjes staat het kolomnummer vermeld dat betrekking heeft op elk type van informatie):
Identificatie van de positie (01) (dit veld moet steeds de waarde "10" bevatten voor de enquête onder beschouwing); Nummer van de post van de boekhoudstaat waarin de effecten zijn opgenomen (05); Identificatiecode van het effect volgens de codering vermeld in kolom 11 (10); Identificatie van de gebruikte codering (11); Benaming van het effect (15); Muntcode (40); Nominale waarde per effectcode (50); Boekwaarde per effectcode (60); Marktwaarde per effectcode (70); Identificatie van het type marktwaarde (71); Identificatiecode van het land van de bewaarnemer (98); Ondernemingsnummer van de ingezeten bewaarnemer (99); Code afzonderlijk vermogen (CBFA 4-1); Code subcategorie (CBFA 5); Marktwaarde per eenheid (CBFA 6); Af te trekken bedrag (CBFA 7); Affectatiewaarde (CBFA 8); % obligaties in gemengd effecten (CBFA 8-2); % aandelen in gemengd effecten (CBFA 8-4); Link met een afgeleid product (CBFA 9); Zakelijk recht (CBFA 9-5); Naam van de in bewaring nemende instelling (CBFA 10); Adres van de in bewaring nemende instelling (CBFA 11); Rekeningnummer bij de in bewaring nemende instelling van het rekeningenstelsel (CBFA 12); Affectatiewaarde van gelopen en niet vervallen interesten (CBFA 13). Voorbeeld van bestand: 10; 004;NL0000091791;01;NL. 3% 13/04/06;EUR;100000;99000;101000;1; NL;;SOZ0001; 1.2;101;;101000;;;;;N Bank; 1,straat van de verrichtingen NL-1000 Amsterdam;888-0000888-88;2500 10; 004;BE0312606727;01;K.BELG-C.P.;EUR;100;95;105;1;BE; 0203201340;PFB0001;;1.1;99;;99000;;;;; NBB;de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel;100-0000444-44;3500 10; 004; ; ;Verenigde Staten;USD; 500000; 480000;505000;1;BE;0203201340;DIS0001;1.7;480;;480000;;;;;. NBB;de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel;10000 De eerste lijn van dit voorbeeld betekent dat op territoriale positie (10), onder de boekhoudkundige rubriek 004 schuldbewijzen voorkomen, geïdentificeerd door de ISIN-code NL0000091791 uitgegeven door het Koninkrijk der Nederlanden. De nominale waarde van de aangehouden effecten is € 100 000 terwijl ze boekhoudkundig geregistreerd staan voor een waarde van € 99 000 en hun actuele marktwaarde € 101 000 is. Deze effecten zijn neergelegd bij een bewaarnemer gevestigd in Nederland. De tweede lijn van dit voorbeeld geeft aan dat de aangever onder de boekhoudpost 004 effecten uitgegeven door het Koninkrijk België en geïdentificeerd via de ISIN code BE031260727 heeft opgenomen. Deze effecten werden neergelegd bij de NBB (ondernemingsnummer 0203201340).
33
De derde lijn van het voorbeeld geeft aan dat de aangever over geen enkele informatie omtrent de identificatie van het effect beschikt voor de op deze lijn vermelde effecten. Bijgevolg werden de code en het codificatiesysteem niet meegedeeld, maar de veldseparator van deze gegevens moet niettemin aangegeven worden.
1.6
Schermafdrukken
1.6.1
Het encoderen van de aangifte via het webformulier
34
1.6.2
Het beveiligd uploaden van bestanden binnen het webformulier
35
Bijlage 2: Voorbeeld van tabellen
2.1
Tabel 0390 – Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar
2.2
Tabel 0391 – Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar
2.3
Tabel 0392 – Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten
2.4
Tabel 0399 – Haussepositie in afgeleide producten
37
2.1
(Kol)
Tabel 0390 – Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar
(05)
CODE VAN DE
(10)
(11)
(15)
(40)
(50)
(71)
(98)
MUNT NOMINALE CODE WAARIN DE
WAARDE (ISO-4217) Code
ID
OPGENOMEN IN DE BETROKKEN POST
(99)
PLAATS
DE EFFECTEN ZIJN
BOEKHOUDSTAAT
EFFECTEN ZIJN
(70)
BEDRAG WAARVOOR IDENTIFICATIE VAN DE EFFECTEN
POST VAN DE LIJN
(60)
VAN NEERLEGGING MARKTID WAARDE
VAN DE
Benaming
Land
BOEKHOUDSTAAT
OPGENOMEN
ID
(IN €)
38
1
004
NL0000091791
01
2
004
BE0312606727
01
NL 3% 03/2006 SC 13/04/2006
EUR
100 000
99 000
101 000
1
NL
EUR
100 000
99 000
99 000
1
BE
0203201340
Lijn 1 duidt op een pakket effecten uitgegeven door het Koninkrijk der Nederlanden met een nominale waarde van € 100 000 geboekt tegen € 99 000 onder de post 004 van de boekhoudstaat en met een marktwaarde van € 101 000. Deze effecten zijn neergelegd bij een depositaris gevestigd in Nederland. Lijn 2 duidt op het bezit van effecten uitgegeven in België voor een nominale waarde van € 100 000 geboekt tegen € 99 000 (marktwaarde) onder de post 004 van de boekhoudstaat. Deze effecten zijn neergelegd bij een depositaris gevestigd in België.
Tabel 0390 – Haussepositie in schuldbewijzen op ten hoogste één jaar (vervolg)
(Kol)
CBFA 4-1
CBFA 5
CBFA 6
CODE
CODE
MARKT-
AFZON-
SUB-
WAARDE
CBFA 7
CBFA 8
CBFA 8-2
CBFA 8-4
CBFA 9
% VAN
% VAN
LINK MET
CBFA 9-5
CBFA 10
CBFA 11
CBFA 12
CBFA 13
AFFECTATIEIDENTITEIT VAN DE IN BEWARING NEMENDE INSTELLING
LIJN
DERLIJK
CATE-
AF TE
AFFEC-
TREKKEN
TATIE
PER BEDRAG
VERMOGEN
GORIE
WAARDE VAN
OBLIG. IN
AAND. IN
EEN
ZAKELIJK
GEMENGD
GEMENGD
AFGELEID
RECHT
GELOPEN EN NIET
WAARDE
EFFECTEN
EENHEID
EFFECTEN
PRODUCT
REKENING NAAM
ADRES NUMMER
39
1
SOZ0001
1.2
10 100
2
PFB0001
1.1
990
1000
100 000
N. Bank
1, straat van de verrichtingen NL-1000 Amsterdam
99 000
NBB
de Berlaimontlaan, 14, 1000 Brussel
Deze kolommen werden gevraagd door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
VERVALLEN INTRESTEN
888-0000888-88
2 500
999-0000999-99
3 500
2.2
(Kol)
Tabel 0391 – Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar
(05)
(10)
(11)
(15)
(40)
(50)
IDENTIFICATIE VAN DE EFFECTEN MUNT NOMINALE CODE
WAARIN DE
WAARDE (ISO-4217)
EFFECTEN ZIJN
(71)
(98)
Code
ID
OPGENOMEN IN DE BETROKKEN POST
(99)
PLAATS
DE EFFECTEN ZIJN
BOEKHOUDSTAAT LIJN
(70)
BEDRAG WAARVOOR
CODE VAN DE POST VAN DE
(60)
VAN NEERLEGGING MARKTID WAARDE
VAN DE
Benaming
BOEKHOUDSTAAT
OPGENOMEN
Land
ID
0203201340
(IN €)
40
1
004
BE0008015613
01
B.E. 2008 5,50%
EUR
100 000
95 000
102 000
1
BE
2
004
XS0079863436
01
Japan Highway 6,75%
USD
500 000
480 000
505 000
1
US
Lijn 1 duidt op een pakket effecten uitgegeven door het Koninkrijk België met een nominale waarde van € 100 000, geboekt tegen € 95 000 onder de post 004 van de boekhoudstaat en met een marktwaarde van € 102 000. Deze effecten zijn neergelegd bij de NBB (ondernemingsnummer 0203201340). Lijn 2 duidt op een pakket effecten uitgegeven door Japan Highway met een nominale waarde van $ 500 000, geboekt voor een tegenwaarde van € 480 000 en met een marktwaarde van $ 505 000. Deze effecten zijn neergelegd bij een depositaris gevestigd in de Verenigde Staten (US).
Tabel 0391 – Haussepositie in schuldbewijzen op meer dan één jaar (vervolg)
(Kol)
CBFA 4-1
CBFA 5
CBFA 6
CBFA 7
CBFA 8
CBFA 8-2
CBFA 8-4
CBFA 9
CBFA 9-5
CBFA 10
CBFA 11
CBFA 12
CBFA 13
AFFECTATIEWAARDE VAN GELOPEN EN
LIJN
CODE
CODE
MARKT-
AFZON-
SUB-
WAARDE
DERLIJK
CATE-
PER
VERMOGEN
GORIE
EENHEID
AF TE
AFFEC-
TREKKEN
TATIE
BEDRAG
WAARDE
% VAN
% VAN
OBLIG. IN
AAND. IN
IDENTITEIT VAN DE IN BEWARING NEMENDE INSTELLING NIET
LINK MET EEN ZAKELIJK
VERVALLEN
AFGELEID-
GEMENGD
GEMENGD
EFFECTEN
EFFECTEN
RECHT
INTRESTEN
PRODUCT
41
REKENING NAAM
ADRES NUMMER
1
SOZ0001
1.1
100
102 000
NBB
2
PFB0001
1.7
480
480 000
US Bank
Deze kolommen werden gevraagd door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
de Berlaimontlaan, 14 1000 Brussel Street 5 New York
100-0000888-88
2 500
000-0000777-77
10 000
2.3
(Kol)
Tabel 0392 – Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten
(05)
(10)
(11)
(15)
(25)
(30)
(40)
IDENTIFICATIE VAN DE EFFECTEN CODE VAN DE POST VAN DE
(70)
(71)
(98)
(99)
BEDRAG
PLAATS
WAARVOOR DE
VAN NEERLEGGING
EFFECTEN ZIJN STEM-
MUNT-
RECHT
CODE
BOEKHOUDSTAAT LIJN
AANTAL
WAARIN DE EFFECTEN ZIJN
(60)
Code
ID
IN %
Benaming
OPGENOMEN IN
MARKT-
DE BETROKKEN
WAARDE
ID
(ISO-4217) POST VAN DE
OPGENOMEN
Land
ID
BE
0203201340
BOEKHOUDSTAAT (IN €)
1
003
BE0003008019
01
Aandeel NBB
10
1,00
EUR
39 450
38 750
1
42
2
Lijn 1 duidt op een pakket van 10 aandelen "Nationale Bank" (code ISIN BE0003008019) ingeschreven voor een totale waarde van € 39 450 onder de post 003 van de boekhoudstaat en met een marktwaarde van € 38 750. Deze effecten zijn neergelegd bij de NBB (ondernemingsnummer 0203201340).
Tabel 0392 – Haussepositie in aandelen en gelijkgestelde effecten (vervolg)
(Kol)
CBFA 4-1
CBFA 5
CBFA 6
CODE
MARKT-
CODE AFZONLIJN
SUB-
WAARDE
CATE-
PER
GORIE
EENHEID
DERLIJK VERMOGEN
CBFA 7
CBFA 8
AF TE
AFFEC-
TREKKEN
TATIE
BEDRAG
CBFA 8-2
CBFA 8-4
% VAN
% VAN
CBFA 9
CBFA 9-5
CBFA 10
CBFA 11
CBFA 12
IDENTITEIT VAN DE IN BEWARING NEMENDE INSTELLING LINK MET EEN
OBLIG. IN
AAND. IN
GEMENGD
GEMENGD
EFFECTEN
EFFECTEN
ZAKELIJK AFGELEID RECHT PRODUCT
WAARDE
REKENING NAAM
ADRES NUMMER
43
1
SOZ0001
2.1
3 945
945
3 000
2
Deze kolommen werden gevraagd door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
NBB
de Berlaimontlaan, 14 1000 Brussel
100-0000999-99
2.4
(Kol)
Tabel 0399 – Haussepositie in afgeleide producten
(05)
(10)
(11)
(15)
(25)
(40)
CODE VAN DE POST VAN DE
IDENTIFICATIE VAN DE EFFECTEN
BOEKHOUD-
AANTAL
LIJN STAAT WAARIN DE EFFECTEN
Code
ID
Benaming
BE0123459876
01
Optie sept ‘06
MUNTCODE (ISO-4217)
ZIJN OPGENOMEN
44
1
007
10
EUR
(60)
BEDRAG WAARVOOR DE EFFECTEN ZIJN OPGENOMEN IN DE BETROKKEN POST VAN DE BOEKHOUDSTAAT (IN €)
50 000
(70)
(71)
(97)
(98)
(99)
PLAATS VAN BEWARING MARKTWAARDE
ID
LAND VAN DE TEGENPARTIJ Land
40 000
1
US
ID
LU
2
Lijn 1 duidt aan dat de aangifteplichtige 10 optiecontracten heeft gekocht die op de balans aangegeven staan voor een waarde van € 50 000. Het geheel van de aangekochte opties is gevaloriseerd door de markt voor een totaal bedrag van € 40 000. De opties werden aangekocht in de Verenigde Staten en zijn neergelegd in het Groothertogdom Luxemburg.
Tabel 0399 – Haussepositie in afgeleide producten (vervolg)
(Kol)
LIJN
CBFA 4-1
CBFA 5
CBFA 6
CODE
CODE
MARKT-
AFZON-
SUB-
WAARDE
DERLIJK
CATE-
PER
VERMOGEN
GORIE
CBFA 7
CBFA 8
AF TE
AFFEC-
TREKKEN
TATIE
BEDRAG
WAARDE
EENHEID
CBFA 8-2
CBFA 8-4
CBFA 9-5
CBFA 10
CBFA 11
CBFA 12
IDENTITEIT VAN DE IN BEWARING NEMENDE INSTELLING
% VAN
% VAN
OBLIG. IN
AAND. IN
ZAKELIJK
GEMENGD
GEMENGD
RECHT
EFFECTEN
EFFECTEN
REKENING NAAM
ADRES NUMMER
45
1
SOZ0001
5.1
4 000
40 000
2
Deze kolommen werden gevraagd door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
Bank XYZ
Stationsstraat 1, Luxemburg
999-0000999-99
Bijlage 3: Verwijzing naar de boekhouding De gegevens inzake de te rapporteren effecten dienen bij voorkeur uit de boekhouding van uw onderneming gehaald te worden. De door ons voorgestelde benadering is louter indicatief en bedoeld als ondersteuning naar bedrijven toe die moeilijkheden zouden ondervinden met het terugvinden van de nodige gegevens. Wanneer effecten zich onder andere balansposten bevinden, dienen ze eveneens opgenomen te worden. De effecten opgenomen op de actiefzijde van de balans bevinden zich in het algemeen onder de volgende posten: 223: Vaste activa - Financiële vaste activa; 2321: Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren; 2322: Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten; 2323: Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen en investeringsfondsen; 2324: Beleggingen - Verhandelbare effecten en overige financiële instrumenten - Afgeleide financiële instrumenten.
47
Bijlage 4: Land- en muntcodes De recentste lijst van alle land- en muntcodes is terug te vinden op onze website http://www.nbb.be/pub/stats/bop/bop.htm?l=nl&tab=Declarations
Land
Munt
Lijst van de gebruikte ISO land- en muntcodes Afghanistan
AF
Afghani
AFN
Ålandeilanden Alternatieve code: FI (Finland)
AX
Euro (EMU)
EUR
Albanië
AL
Lek
ALL
Algerije
DZ
Dinar (Algerije)
DZD
Amerikaans Samoa
AS
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Andorra
AD
Euro (EMU)
EUR
Angola Met inbegrip van Cabinda
AO
Kwanza (nuevo reajustado)
AOA
Anguilla
AI
Dollar (Oostcaraïben)
XCD
Antarctica Gebieden onder de zestigste breedtegraad, met uitzondering van de Franse Zuidelijke gebieden (code : TF), Bouveteiland (code : BV), Zuid-Georgië en de Zuid Sandwicheilanden (code : GS)
AQ
Antigua en Barbuda
AG
Dollar (Oostcaraïben)
XCD
Argentinië
AR
Nuevo peso (Argentinië)
ARS
Armenië
AM
Dram
AMD
Aruba
AW
Gulden (Aruba)
AWG
Australië
AU
Dollar (Australië)
AUD
Azerbeidzjan
AZ
Manat (nieuw) (Azerbeidzjan)
AZN
Bahama's Met uitsluiting van de Turks- en Caicoseilanden (code : TC)
BS
Dollar (Bahama's)
BSD
Bahrein
BH
Dinar (Bahrein)
BHD
Bangladesh
BD
Taka
BDT
Barbados
BB
Dollar (Barbados)
BBD
België
BE
Euro (EMU)
EUR
Belize
BZ
Dollar (Belize)
BZD
Benin
BJ
CFA-Frank (BCEAO)
XOF
Bermuda
BM
Dollar (Bermuda)
BMD
Bhutan
BT
Ngultrum
BTN
Bolivia
BO
Boliviano
BOB
Bonaire, Sint-Eustatius en Saba Vroeger deel van code AN (15/12/2010);
BQ
Gulden (Nederlandse Antillen)
ANG
Bosnië-Herzegovina
BA
Euro (EMU)
EUR
Botswana
BW
Pula
BWP
49
Land
Munt
Bouveteiland
BV
Kroon (Noorwegen)
NOK
Brazilië
BR
Real (Brazilië)
BRL
Brits Indische Oceaan Territorium Met inbegrip van de Chagoseilanden
IO
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Brunei
BN
Dollar (Brunei)
BND
Bulgarije
BG
Lev
BGN
Burkina Faso
BF
CFA-Frank (BCEAO)
XOF
Burundi
BI
Franc (Burundi)
BIF
Cambodja
KH
Riel
KHR
Canada
CA
Dollar (Canada)
CAD
Caymaneilanden
KY
Dollar (Caymaneilanden)
KYD
Centraal-Afrikaanse Republiek
CF
CFA-Frank (BEAC)
XAF
Chili
CL
Peso (Chili)
CLP
China Met uitsluiting van Hongkong (code : HK), Macao (code : MO) en Taiwan (code : TW)
CN
Yuan renminbi
CNY
Christmaseiland
CX
Dollar (Australië)
AUD
Cocos- (Keeling-) eilanden
CC
Dollar (Australië)
AUD
Colombia
CO
Peso (Colombia)
COP
Comoren Omvat Anjouan, Grande Comore en Mohéli
KM
Franc (Comoren)
KMF
Congo (Brazzaville)
CG
CFA-Frank (BEAC)
XAF
Congo (Kinshasa) Voormalig Zaïre
CD
Franc (Congo-Kinshasa)
CDF
Cookeilanden
CK
Dollar (Nieuw-Zeeland)
NZD
Costa Rica
CR
Colón (Costa Rica)
CRC
Cuba
CU
Peso (Cuba)
CUP
Curaçao Vroeger deel van code AN (15/12/2010)
CW
Gulden (Nederlandse Antillen)
ANG
Cyprus
CY
Euro (EMU)
EUR
Denemarken Met uitsluiting van de Faeröer eilanden (code : FO) en Groenland (code : GL)
DK
Kroon (Denemarken)
DKK
Djibouti
DJ
Frank (Djibouti)
DJF
Dominica
DM
Dollar (Oostcaraïben)
XCD
Dominicaanse Republiek
DO
Peso (Dominicaanse Republiek)
DOP
Duitsland Met inbegrip van Helgoland Exclusief Büsingen en Büttenhardter Höfe (douane vrije streken die tot het douanegrondgebied behoren van Zwitserland, code CH)
DE
Euro (EMU)
EUR
Ecuador Met inbegrip van de Galapagoseilanden
EC
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Egypte
EG
Pond (Egypte)
EGP
El Salvador
SV
Colón (El Salvador)
SVC
Equatoriaal Guinea
GQ
CFA-Frank (BEAC)
XAF
Eritrea
ER
Nakfa
ERN
Estland
EE
Euro (EMU)
EUR
Ethiopië
ET
Birr
ETB
Faeröer Eilanden
FO
Kroon (Denemarken)
DKK
Falklandeilanden (Malvinaseilanden)
FK
Pond (Falklandeilanden)
FKP
Fiji
FJ
Dollar (Fiji)
FJD
Filippijnen
PH
Peso (Filippijnen)
PHP
Finland
FI
Euro (EMU)
EUR
Frankrijk
FR
Euro (EMU)
EUR
50
Land
Munt
Franse Zuidelijke gebieden Met inbegrip van Kerguelen Eilanden, Amsterdameiland, Saint-Paul Eiland en de Archipel van Crozet
TF
Euro (EMU)
EUR
Frans-Guyana
GF
Euro (EMU)
EUR
Frans-Polynesië Marquesaseilanden, Society Eilanden (waaronder Tahiti), Tuamoto-eilanden, Gambiereilanden, de Zuidelijke Eilanden (met inbegrip van Clippertoneiland)
PF
CFP-Frank
XPF
Gabon
GA
CFA-Frank (BEAC)
XAF
Gambia
GM
Dalasi
GMD
Georgië
GE
Lari
GEL
Ghana
GH
Cedi (nieuw)
GHS
Gibraltar
GI
Pond (Gibraltar)
GIP
Grenada Met inbegrip van de Zuid-Grenadines Eilanden
GD
Dollar (Oostcaraïben)
XCD
Griekenland
GR
Euro (EMU)
EUR
Groenland
GL
Kroon (Denemarken)
DKK
Guadeloupe Met inbegrip van Grande Terre, Basse Terre, Marie Galante, Les Saintes, Iles de la Petite Terre, Désirade Met uitzondering van Sint-Barthelemy (code: BL) en Sint-Maarten (Frans deel) (code: MF)
GP
Euro (EMU)
EUR
Guam
GU
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Guatemala
GT
Quetzal
GTQ
Guernsey Omvat de eilanden Alderney, Brecqhou, Burhou, Herm, Jethou, Lihou, Little Sark, en Sark
GG
Pond sterling (Verenigd Koninkrijk)
GBP
Guinee
GN
Franc (Guinee)
GNF
Guinee-Bissau
GW
CFA-Frank (BCEAO)
XOF
Guyana
GY
Dollar (Guyana)
GYD
Haïti
HT
Gourde
HTG
Heard- en McDonaldeilanden
HM
Dollar (Australië)
AUD
Honduras Met inbegrip van de Zwaaneilanden
HN
Lempira
HNL
Hongarije
HU
Forint
HUF
Hongkong
HK
Dollar (Hongkong)
HKD
Ierland
IE
Euro (EMU)
EUR
IJsland
IS
Kroon (Ijsland)
ISK
India Met inbegrip van Amindivi Eiland, Laccadive Eiland, Minicoy Eiland, Andaman Eilanden, Nicobar Eilanden en Sikkim
IN
Rupee(India)
INR
Indonesië
ID
Rupiah (Indonesië)
IDR
Irak
IQ
Dinar (Irak)
IQD
Iran
IR
Rial (Iran)
IRR
Israël
IL
Shekel
ILS
Italië Met uitsluiting van San Marino (code : SM) en Vaticaanstad (code : VA)
IT
Euro (EMU)
EUR
Ivoorkust
CI
CFA-Frank (BCEAO)
XOF
Jamaica
JM
Dollar (Jamaica)
JMD
Japan
JP
Yen
JPY
Jemen Met inbegrip van Noord-Jemen en Zuid-Jemen, Perim, Kamaran, Socotra en bijbehorende eilanden
YE
Rial (Jemen)
YER
51
Land
Munt
Jersey
JE
Pond sterling (Verenigd Koninkrijk)
GBP
Jordanië
JO
Dinar (Jordanië)
JOD
Kaapverdië
CV
Escudo (Kaapverdië)
CVE
Kameroen
CM
CFA-Frank (BEAC)
XAF
Katar
QA
Rial (Katar)
QAR
Kazachstan
KZ
Tenge
KZT
Kenia
KE
Shilling (Kenia)
KES
Kirgizië
KG
Som
KGS
Kiribati
KI
Dollar (Australië)
AUD
Kleine Pacifische eilanden van de Verenigde Staten Met inbegrip van Baker Eiland, Howland Eiland, Jarvis Eiland, Johnston Atoll, Kingman Reef, Midway Eilanden, Palmyra Atoll en Wake Eiland
UM
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Koeweit
KW
Dinar (Koeweit)
KWD
Korea (Noord-)
KP
Won (Noord-Korea)
KPW
Korea (Zuid-)
KR
Won (Zuid-Korea)
KRW
Kroatië
HR
Kuna
HRK
Laos
LA
Kip
LAK
Lesotho
LS
Loti
LSL
Letland
LV
Euro (EMU)
EUR
Libanon
LB
Pond (Libanon)
LBP
Liberia
LR
Dollar (Liberia)
LRD
Libië
LY
Dinar (Libië)
LYD
Liechtenstein
LI
Frank (Zwitserland)
CHF
Litouwen
LT
Litas
LTL
Luxemburg
LU
Euro (EMU)
EUR
Maagdeneilanden (Amerikaanse) Met inbegrip van de eilanden Saint Croix Eiland, Saint-John Eiland en Saint-Thomas Eiland
VI
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Maagdeneilanden (Britse) Met inbegrip van de eilanden Anegada, Jost Van Dyke, Tortola en de Gorda Maagdeneilanden
VG
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Macau
MO
Pataca
MOP
Macedonië
MK
Denar
MKD
Madagaskar
MG
Ariary
MGA
Malawi
MW
Kwacha (Malawi)
MWK
Malediven
MV
Rufiyaa
MVR
Maleisië Met inbegrip van het Maleisisch schiereiland en Oost-Maleisië (Sarawak, Sabah en Labuan)
MY
Ringgit
MYR
Mali
ML
CFA-Frank (BCEAO)
XOF
Malta Met inbegrip van Gozo en Comino
MT
Euro (EMU)
EUR
Man (Isle of)
IM
Pond sterling (Verenigd Koninkrijk)
GBP
Marianen (Noordelijke) Met uitsluiting van Guam (code : GU)
MP
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Marokko Met inbegrip van de Westelijke Sahara (code : EH)
MA
Dirham (Marokko)
MAD
Marshall Eilanden
MH
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Martinique
MQ
Euro (EMU)
EUR
Mauritanië
MR
Ouguiya
MRO
Mauritius Met inbegrip van Rodrigues Eiland, Agalega Eilanden en Cargados Carajoseilanden (Saint Brandon eiland)
MU
Rupee (Mauritius)
MUR
Mayotte
YT
Euro (EMU)
EUR
52
Land
Munt
Mexico
MX
Peso (nieuw) (Mexico)
MXN
Micronesia (Federale Staten van) Met inbegrip van Chuuk, Kosrae, Pohnpei en Yap Met uitsluiting van Palau (code : PW)
FM
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Moldavië
MD
Leu (Moldavië)
MDL
Monaco
MC
Euro (EMU)
EUR
Mongolië
MN
Tugrik
MNT
Montenegro Voormalig Servië en Montenegro (code: CS)
ME
Euro (EMU)
EUR
Montserrat
MS
Dollar (Oostcaraïben)
XCD
Mozambique
MZ
Metical (nieuw)
MZN
Myanmar Voorheen Birma
MM
Kyat
MMK
Namibië
NA
Dollar (Namibië)
NAD
Nauru
NR
Dollar (Australië)
AUD
Nederland Met uitsluiting van Aruba (code : AW), Bonaire, SintEustatius en Saba (code:BQ), Curaçao (code: CW) en Sint-Maarten (Nederlands deel) (code: SX)
NL
Euro (EMU)
EUR
Nepal
NP
Rupee (Nepal)
NPR
Nicaragua Met inbegrip van de Maïseilanden
NI
Córdoba oro
NIO
Nieuw-Caledonië Met inbegrip van de Loyaliteitseilanden (Maré, Lifou en Ouvéa)
NC
CFP-Frank
XPF
Nieuw-Zeeland Met inbegrip van Antipodes Eilanden, Auckland Eilanden, Bounty Eilanden, Campbell Eiland, Kermadec Eilanden, Chatham Eilanden en Snares Eilanden Met uitsluiting van Ross Dependency (Antarctica code : AQ)
NZ
Dollar (Nieuw-Zeeland)
NZD
Niger
NE
CFA-Frank (BCEAO)
XOF
Nigeria
NG
Naira
NGN
Niue
NU
Dollar (Nieuw-Zeeland)
NZD
Noorwegen Met inbegrip van Svalbard en Jan Mayen (code : SJ)
NO
Kroon (Noorwegen)
NOK
Norfolkeiland
NF
Dollar (Australië)
AUD
Oekraïne
UA
Hryvnia
UAH
Oezbekistan
UZ
Som
UZS
Oman Met inbegrip van de Kuria Muria Eilanden
OM
Rial (Oman)
OMR
Oostenrijk
AT
Euro (EMU)
EUR
Pakistan
PK
Rupee (Pakistan)
PKR
Palau
PW
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Palestina Westelijke Jordaanoever (met inbegrip van OostJeruzalem) en de Gazastrook
PS
Dinar (Jordanië) Shekel
JOD ILS
Panama Met inbegrip van de voormalige Kanaalzone
PA
Balboa
PAB
Papoea-Nieuw-Guinea Met inbegrip van Bismarckarchipel, Louisiade Archipel, Admiraliteitseilanden, de Noordelijke Salomonseilanden (Bougainville, Buka, Green), d'Entrecasteaux Eilanden, Lavongai, Trobriand Eilanden, Nieuw-Groot-Brittannië, Nieuw Ierland, Woodlark en verbonden eilanden
PG
Kina
PGK
Paraguay
PY
Guarani
PYG
Peru
PE
Nuevo Sol
PEN
53
Land Pitcairneilanden Met inbegrip van de Ducie, Henderson en Oeno eilanden
Munt PN
Dollar (Nieuw-Zeeland)
NZD
Polen
PL
Zloty
PLN
Portugal Met inbegrip van de Azoren en Madeira Met uitsluiting van Macao (code : MO)
PT
Euro (EMU)
EUR
Puerto Rico Alternatieve code : US (Verenigde Staten)
PR
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Réunion
RE
Euro (EMU)
EUR
Roemenië
RO
Leu (Roemenië)
RON
Rusland (Russische Federatie)
RU
Roebel (nieuw) (Russische Federatie)
RUB
Rwanda
RW
Franc (Rwanda)
RWF
Sahara (Westelijke) Alternatieve code : MA (Marokko)
EH
Dirham (Marokko)
MAD
Saint-Pierre en Miquelon
PM
Euro (EMU)
EUR
Salomonseilanden Met inbegrip van de Zuidelijke Salomonseilanden, hoofdzakelijk Guadalcanal, Malaita, San Cristobal, Santa Isabel, Choiseul
SB
Dollar (Salomonseilanden)
SBD
Samoa Voormalig West-Samoa
WS
Tala
WST
San Marino
SM
Euro (EMU)
EUR
São Tomé en Principe
ST
Dobra
STD
Saudi-Arabië
SA
Riya
SAR
Senegal
SN
CFA-Frank (BCEAO)
XOF
Servië Voormalig Servië en Montenegro (code: CS) Met inbegrip van Kosovo
RS
Dinar (Servië)
RSD
Seychellen Met inbegrip van Alphonse Eiland, Mahé, Bijoutier Eiland, St-François Eiland, St-Pierre Eiland, Cosmoledo Eilanden, Amiranten, Providence, Aldabra, Farquhar en Desroches, Silhouette, Praslin (met inbegrip van La Digue), Frégate, Mamelles en Récifs
SC
Rupee (Seychellen)
SCR
Sierra Leone
SL
Leone
SLL
Singapore
SG
Dollar (Singapore)
SGD
Sint-Barthelemy
BL
Euro (EMU)
EUR
Sint-Helena, Ascension en Tristan da Cunha Met inbegrip van Gough, Inaccessible, Nightingale en Stoltenhoff eilanden
SH
Pond (Sint- Helena)
SHP
Sint Kitts en Nevis
KN
Dollar (Oostcaraïben)
XCD
Sint-Lucia
LC
Dollar (Oostcaraïben)
XCD
Sint-Maarten (Frans deel) (Noordelijk deel)
MF
Euro (EMU)
EUR
Sint-Maarten (Nederlands deel) Vroeger deel van code AN (15/12/2010)
SX
Gulden (Nederlandse Antillen)
ANG
Sint Vincent en de Grenadines Met inbegrip van de Noordelijke Grenadines Eilanden
VC
Dollar (Oostcaraïben)
XCD
Slovenië
SI
Euro (EMU)
EUR
Slowakije
SK
Euro (EMU)
EUR
Somalië
SO
Shilling (Somalië)
SOS
Spanje Met inbegrip van de Balearen, Ceuta en Mellila en de Canarische eilanden Met uitsluiting van Andorra (code : AD)
ES
Euro (EMU)
EUR
Sri Lanka
LK
Rupee (Sri Lanka)
LKR
Sudan
SD
Pond (Sudan)
SDG
54
Land
Munt
Sudan (Zuid)
SS
Pond (Zuid Sudan)
SSP
Suriname
SR
Dollar (Suriname)
SRD
Svalbard en Jan Mayen Eiland Alternatieve code : NO (Noorwegen)
SJ
Kroon (Noorwegen)
NOK
Swaziland
SZ
Lilangeni
SZL
Syrië
SY
Pond (Syrië)
SYP
Tadzjikistan
TJ
Somoni
TJS
Taiwan Met inbegrip van het afzonderlijk douanegrondgebied van Taiwan, Penghu, Kinmen en Matsu
TW
Dollar (Taiwan)
TWD
Tanzania Met inbegrip van Tanganyika, Zanzibar en Pemba
TZ
Shilling (Tanzania)
TZS
Thailand
TH
Baht
THB
Timor Leste (Oost-) Met inbegrip van de exclave van Oecussi
TL
Dollar (Verenigde Staten) Rupiah (Indonesië)
USD IDR
Togo
TG
CFA-Frank (BCEAO)
XOF
Tokelau
TK
Dollar (Nieuw-Zeeland)
NZD
Tonga
TO
Pa'anga
TOP
Trinidad en Tobago
TT
Dollar (Trinidad en Tobago)
TTD
Tsjaad
TD
CFA-Frank (BEAC)
XAF
Tsjechië
CZ
Kroon (Tsjechië)
CZK
Tunesië
TN
Dinar (Tunesië)
TND
Turkije
TR
Lira (Turkije)
TRY
Turkmenistan
TM
Manat (nieuw) (Turkmenistan)
TMT
Turks- en Caicoseilanden
TC
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Tuvalu
TV
Dollar (Australië)
AUD
Uganda
UG
Shilling (Uganda)
UGX
Uruguay
UY
Peso uruguayo (Uruguay)
UYU
Vanuatu
VU
Vatu
VUV
Vaticaanstad (Heilige Stoel)
VA
Euro (EMU)
EUR
Venezuela
VE
Bolivar fuerte
VEF
Verenigd Koninkrijk Met uitsluiting van Jersey (code : JE), Guernsey (code : GG), Isle of Man (code : IM)
GB
Pond sterling (Verenigd Koninkrijk)
GBP
Verenigde Arabische Emiraten Abu Dhabi, Dubai, ShariJah, Ajman, Umm al Qaiwain, Ras al Khaimah en Fujairah
AE
Dirham (Verenigde Arabische Emiraten)
AED
Verenigde Staten Met inbegrip van Puerto Rico (code : PR)
US
Dollar (Verenigde Staten)
USD
Vietnam
VN
Dong
VND
Wallis en Futuna Met inbegrip van Alofi Eiland
WF
CFP-Frank
XPF
Wit-Rusland
BY
Roebel
BYR
Zambia
ZM
Kwacha (Zambia)
ZMW
Zimbabwe
ZW
Dollar (Zimbabwe)
ZWL
Zuid-Afrika
ZA
Rand
ZAR
Zuid-Georgië en de Zuid-Sandwicheilanden
GS
Pond sterling (Verenigd Koninkrijk)
GBP
Zweden
SE
Kroon (Zweden)
SEK
Zwitserland Met inbegrip van Büsingen en Büttenhardter Höfe
CH
Frank (Zwitserland)
CHF
55
Land
Munt
Bijkomende landcodes Bank voor Internationale Betalingen (BIB) - Basel
XH
Europese Centrale Bank - Frankfurt
XA
Instellingen van de Europese Unie die hun zetel in België hebben
XD
Instellingen van de Europese Unie die hun zetel in het buitenland hebben Met uitsluiting van de Europese Centrale Bank Frankfurt (code : XA)
XG
Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) - Luxemburg
XI
Internationale instellingen die hun zetel in België hebben Met uitsluiting van de instellingen van de Europese Unie (code : XD) alsmede de NAVO en de SHAPE (code : XC)
XE
Internationale instellingen die hun zetel in het buitenland hebben Met uitsluiting van de instellingen van de Europese Unie (code : XG), alsmede de NAVO en de SHAPE (code : XF) en met uitsluiting van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) - Basel (code : XH)
XB
NAVO, SHAPE en ondergeschikte organismen en diensten die hun zetel in het buitenland hebben
XF
NAVO, SHAPE en ondergeschikte organismen en diensten die hun zetel in België hebben
XC
Alle landen door elkaar Het juiste land moet niet gekend zijn : enkel te gebruiken met transactiecode X0003
XX
56
Voor meer informatie Wie meer informatie wenst over deze handleiding en de methodologie kan terecht bij de dienst Externe Statistieken Tel. +32 2 221 20 81 – Fax +32 2 221 31 44
[email protected]
Verantwoordelijke uitgever
Rudi Acx Chef van het departement Algemene statistiek Nationale Bank België de Berlaimontlaan, 14 – BE-1000 Brussel
© Illustraties: Gettyimages – Photodisc Gettyimages – Digital Vision Nationale Bank van België Opmaak: NBB – Externe statistieken Omslag: Prepress & Image NBB Gepubliceerd in september 2005 / herzien januari 2015.