Belangrijke toelichting

Belangrijke toelichting De vragenlijst is vertrouwelijk. Dat wil zeggen dat je nergens je naam hoeft in te vullen. Niemand komt te weten wat jij op deze vragenlijst hebt ingevuld! Deze vragenlijst wordt geautomatiseerd verwerkt. Wil je daarom: - De vragenlijst invullen met een zwarte of blauwe pen (géén viltstift); - Een duidelijk kruis zetten in het vakje van je keuze (het vakje niet helemaal inkleuren). Voor de duidelijkheid een paar voorbeelden: 1. Ben je een jongen of een meisje? jongen 2 meisje (je hebt nu ingevuld dat je een meisje bent) Als je per ongeluk het verkeerde vakje hebt aangekruist, moet je het goede vakje helemaal inkleuren. 1. Ben je een jongen of een meisje? jongen (je hebt nu ingevuld dat je een jongen bent) 2 meisje Soms wordt gevraagd om een getal in te vullen. Wil je dan één cijfer per vakje schrijven, zodat het hele cijfer binnen het vakje komt. Graag geen streepjes zetten als je iets niet hoeft in te vullen! 2. Hoeveel geld verdien je gemiddeld met een baantje per maand?

€ 1 0 0 per maand Belangrijk - Wil je bij elke vraag maar één hokje aankruisen. Bij sommige vragen mag je meerdere hokjes aankruisen. Bij die vragen staat dat apart vermeld. - Het is belangrijk dat je alle vragen beantwoordt, ook als je het moeilijk vindt om een antwoord te geven. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Het gaat erom wat jij vindt!

Vul hier het nummer van je kraskaart in:

Deze vragen met de hele klas invullen 1.0

Wat is de schoolcode?

1.1

Wat is de naam van de school?

Jongerenonderzoek 2013 Limburg

1

R

1.2

Wat is de code voor het onderwijstype?

1.3

In welk leerjaar zit je? Leerjaar 2 Leerjaar 4 Anders, namelijk:

1.4

Wat is de postcode van het adres waar je woont? (We willen graag weten in welke buurt of in welke woonplaats je woont)

Cijfers

Letters

Algemene vragen 2.0

Ben je een jongen of een meisje? Jongen Meisje

2.2

Hoeveel kilo weeg je? (zonder kleren)

kg 2.1

Hoe oud ben je? Weet ik niet jaar 2.3

Hoe lang ben je? (zonder schoenen)

cm Weet ik niet 2.4

In welk land ben je geboren? Nederland Suriname Nederlandse Antillen Aruba Nederlands Indië Turkije Marokko België Duitsland Ander land, namelijk:


2.5

In welk land is je moeder geboren? Nederland Suriname Nederlandse Antillen Aruba Nederlands Indië Turkije Marokko België Duitsland Ander land, namelijk:

2

2.6

In welk land is je vader geboren? Nederland Suriname Nederlandse Antillen Aruba Nederlands Indië Turkije Marokko België Duitsland Ander land, namelijk:

R

2.7

Bij wie woon je de meeste dagen van de week? Je mag één antwoord geven.

Ik woon: Bij mijn vader en moeder (samen) Ongeveer de helft van de tijd bij mijn moeder en de helft van de tijd bij mijn vader (co-ouders) Bij mijn moeder en haar partner (vriend/vriendin, man/vrouw) Bij mijn vader en zijn partner (vriend/vriendin, man/vrouw) Alleen bij mijn moeder Alleen bij mijn vader Bij anderen (bijv. pleegouders, andere familie, internaat) Zelfstandig 2.8

Welke situatie is het meest van toepassing op je vader? Invullen voor de ouders/verzorgers die in het huis wonen waar je de meeste dagen van de week woont.

Er is geen vader / verzorger in huis Heeft betaald werk, 32 uur of meer per week Heeft betaald werk, 20 - 32 uur per week Heeft betaald werk, 12 - 20 uur per week Heeft betaald werk, minder dan 12 uur per week Is (vervroegd) met pensioen (AOW, VUT, FPU) Is werkloos/ werkzoekend (geregistreerd bij het arbeidsbureau/CWI) Is arbeidsongeschikt (WAO, AAW, WAZ, WAJONG) Heeft een bijstandsuitkering Is huisman Volgt onderwijs / studeert Weet ik niet 2.9

Welke situatie is het meest van toepassing op je moeder? Invullen voor de ouders/verzorgers die in het huis wonen waar je de meeste dagen van de week woont.

Er is geen moeder / verzorgster in huis Heeft betaald werk, 32 uur of meer per week Heeft betaald werk, 20 - 32 uur per week Heeft betaald werk, 12 - 20 uur per week Heeft betaald werk, minder dan 12 uur per week Is (vervroegd) met pensioen (AOW, VUT, FPU) Is werkloos/ werkzoekend (geregistreerd bij het arbeidsbureau/CWI) Is arbeidsongeschikt (WAO, AAW, WAZ, WAJONG) Heeft een bijstandsuitkering Is huisvrouw Volgt onderwijs / studeert Weet ik niet


3

R

De volgende vragen gaan over school 3.0

Hoeveel dagen ben je de laatste 4 weken dat er school was thuis gebleven, omdat je ziek was? Vakantieweken niet meetellen bij die 4 weken.

schooldagen 3.1

Hoeveel lesuren heb je de laatste 4 weken dat er school was gespijbeld? Vakantieweken niet meetellen bij die 4 weken.

lesuren 3.2

Wat is voor jou de belangrijkste reden om te spijbelen? Je moet alleen de belangrijkste reden aangeven, dus maar één antwoord geven!

Ik spijbel als ik mijn huiswerk niet af heb Ik spijbel als ik een proefwerk heb Ik spijbel als ik geen zin heb in school Ik spijbel als ik (veel) tussenuren heb Ik spijbel als ik problemen heb Ik spijbel niet Andere reden 3.3

3.4

Hoe vind je het op school? Hartstikke leuk Æ Ga naar vraag 3.5 Leuk Æ Ga naar vraag 3.5 Gaat wel

Niet leuk Vreselijk

Waardoor vind je het niet zo leuk op school? Je mag meer dan één antwoord geven. De sfeer is niet gezellig Mijn klas/groep is niet leuk Ik heb geen vrienden/vriendinnen op school Ik word gepest De docenten zijn niet aardig De manier van lesgeven is niet leuk Ik heb veel moeite met leren, vind het (te) moeilijk Ik vind de meeste vakken niet leuk Ik zie het nut er niet van in Ik voel me onveilig op deze school Er is weinig aandacht voor problemen van leerlingen Anders, namelijk:


4

R

3.5

Hoe vaak ben je de afgelopen drie maanden op school gepest? Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

3.6

Hoe vaak ben je de afgelopen drie maanden ergens anders dan op school gepest? Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

3.7

Hoe vaak heb je de afgelopen drie maanden meegedaan aan pesten van een andere leerling op school? Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

De volgende vragen gaan over gezondheid 4.0

4.1

Hoe vind je je gezondheid in het algemeen? Heel goed Goed Gaat wel

Niet zo best Slecht

Wil je bij de volgende ziekten en aandoeningen aankruisen of je die hebt of in de afgelopen 12 maanden hebt gehad Kruis op iedere regel één vakje aan Nee Ja, niet Ja, wel door arts door arts vastgesteld vastgesteld Astma of bronchitis Chronische vermoeidheid Diabetes mellitus (suikerziekte) Eczeem Buikklachten langer dan 3 maanden Migraine of regelmatige ernstige hoofdpijn Een aangeboren hartaandoening ADHD Anorexia of boulimia nervosa Kanker Allergie (bv. Hooikoorts, huisstofmijt, bepaalde huisdieren/ medicijnen/voedsel) Anders namelijk:


5

R

4.2

Wil je alsjeblieft bij iedere vraag een kruisje zetten in het vierkantje voor “Niet waar”, ”Een beetje waar” of “Zeker waar”. Het is belangrijk dat je alle vragen zo goed mogelijk beantwoordt, ook als je niet helemaal zeker bent of als je de vraag raar vindt. Wil je alsjeblieft bij je antwoorden denken hoe dat bij jou de laatste 6 maanden is geweest.

Niet waar

Een beetje waar

Zeker waar

Ik probeer aardig te zijn tegen anderen. Ik houd rekening met hun gevoelens Ik ben rusteloos, ik kan niet lang stil zitten Ik heb vaak hoofdpijn, buikpijn, of ik ben misselijk Ik deel makkelijk met anderen (snoep, speelgoed, potloden, enz.) Ik word erg boos en ben vaak driftig Ik ben nogal op mijzelf. Ik speel meestal alleen of bemoei mij niet met anderen Ik doe meestal wat me wordt opgedragen Ik pieker veel Ik help iemand die zich heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt Ik zit constant te wiebelen of te friemelen Ik heb minstens één goede vriend of vriendin Ik vecht vaak. Het lukt mij andere mensen te laten doen wat ik wil Ik ben vaak ongelukkig, in de put of in tranen Andere jongeren van mijn leeftijd vinden mij over het algemeen aardig Ik ben snel afgeleid, ik vind het moeilijk me te concentreren Ik ben zenuwachtig in nieuwe situaties. Ik verlies makkelijk mijn zelfvertrouwen Ik ben aardig tegen jongere kinderen Ik word er vaak van beschuldigd dat ik lieg of bedrieg Andere kinderen of jongeren pesten of treiteren mij Ik bied vaak anderen aan hun te helpen (ouders, leerkrachten, kinderen) Ik denk na voor ik iets doe Ik neem dingen weg die niet van mij zijn thuis, op school of op andere plaatsen Ik kan beter met volwassenen opschieten dan met jongeren van mijn leeftijd Ik ben voor heel veel dingen bang, ik ben snel angstig Ik maak af waar ik mee bezig ben. Ik kan mijn aandacht er goed bij houden Jongerenonderzoek 2013 Limburg

6

R

De volgende vragen gaan over alcohol 5.0

Wat voor alcoholhoudende drank drink je? Je mag meer dan één antwoord geven.

Ik heb nooit alcohol gedronken Æ Ga naar vraag 5.10 Bier Wijn, cider of champagne Breezers of andere mixdrankjes die je kant-en-klaar koopt (bijv. Smirnoff Ice, Pisang Ambon Jus, Passoa Diabolo, Black Vibe, Zinniz) Mixdrankjes die zelf gemixt worden (bijv. wodka-jus, whiskey-cola, rum-cola) Shooters (kleine flesjes sterke drank, zoals Feigling, Flügel, Coc Loco, Lemon Drop) Alcopop (bijv. Two Dogs, Jamin Juices, Hoopers Hooch) Likeur (bijv. Pisang Ambon, Campari, Passoa, Coebergh) Sterke drank puur gedronken (bijv. whiskey, wodka, jenever, cognac) Sherry, port, martini 5.1

Hoe vaak heb je iets met alcohol gedronken?

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

20 keer of vaker

0

11-19

We bedoelen het aantal gelegenheden, zoals een feestje of uitgaan. Kruis op iedere regel één vakje aan.

a. In je hele leven b. In de laatste 4 weken 5.2

Op hoeveel van de vier doordeweekse dagen drink je meestal alcohol? (Dus van maandag tot en met donderdag).

4 dagen 3 dagen 2 dagen 1 dag Minder dan 1 dag Ik drink nooit alcohol op doordeweekse dagen Æ Ga naar vraag 5.4 5.3

Hoeveel glazen, flesjes of blikjes alcohol drink je dan meestal op zo’n doordeweekse dag? (Dus van maandag tot en met donderdag).

11 glazen of meer per dag 7-10 glazen per dag 6 glazen per dag 5 glazen per dag 5.4

4 glazen per dag 3 glazen per dag 2 glazen per dag 1 glas per dag

Op hoeveel dagen van de drie weekend dagen drink je meestal alcohol? (Dus vrijdag, zaterdag en zondag).

3 dagen 2 dagen 1 dag Minder dan 1 dag Ik drink nooit alcohol in het weekend Æ Ga naar vraag 5.6


7

R

5.5

Hoeveel glazen, flesjes of blikjes alcohol drink je dan meestal op zo’n weekend dag? (Dus vrijdag, zaterdag en zondag)

20 glazen of meer per dag 15-19 glazen per dag 11-14 glazen per dag 7-10 glazen per dag 6 glazen per dag 5.6

5 glazen per dag 4 glazen per dag 3 glazen per dag 2 glazen per dag 1 glas per dag

Hoe vaak heb je de afgelopen 4 weken VIJF OF MEER drankjes met alcohol gedronken bij één gelegenheid? (Bijvoorbeeld een feestje of op een avond)

Nooit 1 keer 2 keer 3 of 4 keer 5.7

5 of 6 keer 7 of 8 keer 9 keer of vaker

Hoe vaak ben je dronken of aangeschoten geweest door het drinken van alcohol?

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

20 keer of vaker

0

11-19

Kruis op iedere regel één vakje aan.

a. In je hele leven b. In de laatste 4 weken

5.8

Hoe oud was je toen je voor het eerst een glas alcohol dronk? Ik was toen

5.9

jaar

Hoe oud was je toen je voor het eerst elke week alcohol dronk? Ik was toen

jaar

Nooit gedaan 5.10 Geef aan of jij nu de volgende dingen mag van je ouders. Als je geen alcohol drinkt, probeer dan te bedenken of het zou mogen.

Nooit

Waarschijnlijk niet

Soms

Waarschijnlijk wel

Zeker wel

Ik mag thuis één glas alcohol drinken als mijn vader of moeder thuis is Ik mag thuis meerdere glazen alcohol drinken als mijn vader of moeder thuis is Ik mag op een feestje alcohol drinken met mijn vrienden


8

R

5.11 Heb je met je ouders de afspraak dat je tot een bepaalde leeftijd geen alcohol zult drinken? Nee Ja, ik mag niet drinken TOT mijn jaar

5.12 Zou je hieronder op iedere regel willen aangeven hoe vaak je in de afgelopen 4 weken op onderstaande manieren aan alcohol gekomen bent? nooit

1 keer

2-3 keer

4-5 keer

6-7 keer

8 of meer keren

Zelf gekocht in een supermarkt of slijterij Zelf gekocht in een bar, snackbar, restaurant, café of discotheek Zelf gekocht in een sportkantine (zoals een voetbalkantine) of jeugdcentrum Gekregen van mijn ouders Gekregen van mijn broer/zus Door mijzelf of door een leeftijdgenoot, zonder te vragen gepakt bij een van onze ouders Gekregen van een leeftijdgenoot Van een vriend(in) of kennis gekregen die ouder is dan ik ben

De volgende vragen gaan over roken 6.0

Heb je wel eens gerookt? (Tenminste één sigaret.)

Nee Æ Ga naar vraag 7.0 Ja 6.1

Hoe oud was je toen je voor het eerst een sigaret rookte? Ik was toen

6.2

jaar

Waar heb je je eerste sigaret gerookt? Op school of het schoolplein Thuis of bij vrienden thuis Op straat, in een park of bij een hangplek In een café of disco, op een feest of bij een concert Ergens anders, namelijk


9

R

6.3

Hoe vaak rook je nu? Ik rook niet Minder dan één keer per week Tenminste één keer per week, maar niet iedere dag Iedere dag

6.4

Hoe vaak heb je in de afgelopen 4 weken op school of het schoolplein gerookt? Nooit Minder dan één keer per week Tenminste één keer per week, maar niet iedere dag Iedere dag

6.5

Hoe vaak ben je in de afgelopen 4 weken op de volgende manieren aan sigaretten gekomen? nooit

1 keer

2-3 keer

4-5 keer

6-7 keer

8 of meer keren

ZELF gekocht in een winkel, tabaksautomaat, café, bar, discotheek, snackbar restaurant, op internet, of tankstation Gekocht van een vriend(in), kennis of vreemde. Gekregen van mijn ouders Gekregen van een leeftijdgenoot Van een vriend of kennis gekregen die ouder is dan ik ben

De volgende vragen gaan over drugs 7.0

7.1

Heb je wel eens softdrugs aangeboden gekregen (zoals hasj of wiet)? Ja Nee Æ Ga naar vraag 7.2 Waar heb je wel eens hasj of wiet aangeboden gekregen? Je mag meer dan één antwoord geven.

Op school Thuis of bij vrienden thuis Op straat, in een park of bij een hangplek In een café of disco, op een feest of bij een concert Ergens anders 7.2

Heb je wel eens harddrugs aangeboden gekregen (zoals cocaïne, XTC, pep/speed, paddo’s, GHB)? Ja Nee Æ Ga naar vraag 7.4


10

R

7.3

Waar heb je wel eens harddrugs (zoals cocaïne, XTC, pep/speed, paddo’s, GHB) aangeboden gekregen? Op school huis of bij vrienden thuis Op straat, in een park of bij een hangplek In een café of disco, op een feest of bij een concert Ergens anders

7.4

Heb je wel eens softdrugs gebruikt (zoals hasj of wiet)? Ja Nee Æ Ga naar vraag 7.9

7.5

Hoe vaak heb je hasj of wiet gebruikt?

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

20 keer of vaker

0

11-19

Kruis op iedere regel één vakje aan.

a. In je hele leven b. In de laatste 4 weken 7.6

Waar gebruik je meestal hasj of wiet? Je mag meer dan één antwoord geven.

Thuis Bij vrienden Café of disco, op een feest of bij een concert In een coffeeshop Op of rond school Op straat, in een park of een andere plek buiten Ergens anders 7.7

Als je wiet of hasj rookt, hoeveel joints rook je dan gemiddeld per keer? Minder dan 1 joint, ik rook met anderen mee Dan rook ik gemiddeld

7.8

Hoe oud was je toen je voor het eerst hasj of wiet gebruikte? Ik was toen

7.9

joints (aantal invullen)

jaar

Heb je wel eens harddrugs gebruikt (zoals cocaïne, XTC, pep/speed, paddo’s, GHB)? Ja Nee Æ Ga naar vraag 8.0


11

R

7.10 Hoe vaak heb je in je hele leven onderstaande middelen gebruikt? Kruis op iedere regel één vakje aan.

0

1

2

3

Aantal keren 4 5 6

7

8 keer of vaker

XTC (ecstasy, MDMA) Cocaïne (Crack, coke of wit) Hallucinogene paddenstoeltjes paddo’s of magic mushrooms Amfetaminen (uppers, pep, speed) Heroïne (horse, smack of bruin) LSD GHB 7.11 Hoe vaak heb je in de laatste vier weken onderstaande middelen gebruikt? Kruis op iedere regel één vakje aan.

0

1

2

3

Aantal keren 4 5 6

7

8 keer of vaker

XTC (ecstasy, MDMA) Cocaïne (Crack, coke of wit) Hallucinogene paddenstoeltjes paddo’s of magic mushrooms Amfetaminen (uppers, pep, speed) Heroïne (horse, smack of bruin) LSD GHB

De volgende vragen gaan over seksualiteit 8.0

Heb je wel eens geslachtsgemeenschap met iemand gehad? Nee, nooit Æ Ga naar vraag 9.0 Ja, één keer Ja, een paar keer Ja, regelmatig

8.1

Hoe oud was je toen je voor het eerst met iemand geslachtsgemeenschap had? Ik was toen

8.2

jaar

Toen je voor het eerst seks had, hebben jullie toen een condoom en/of een ander voorbehoedsmiddel (pil, spiraal, nuvaring etc.) gebruikt? Ja, alleen een condoom Ja, condoom en ander voorbehoedsmiddel Ja, alleen een ander voorbehoedsmiddel Nee Ik weet het niet meer


12

R

8.3

Met hoeveel verschillende personen heb je tot nu toe geslachtsgemeenschap gehad? 1 persoon 4 personen 2 personen 5 of meer personen 3 personen

8.4

De keren dat je met iemand geslachtsgemeenschap hebt gehad, zijn er toen condooms gebruikt? Ja, altijd Vrijwel nooit Meestal wel Nooit Soms

8.5

De laatste keer dat je geslachtsgemeenschap had, hebben jullie toen een condoom gebruikt? Ja Nee Ik weet het niet meer

8.6

De laatste keer dat je geslachtsgemeenschap had, hebben jullie toen een ander voorbehoedsmiddel dan een condoom gebruikt? Nee Ja, de pil Ja, een ander voorbehoedsmiddel (bv spiraaltje, prikpil) Ik weet het niet

8.7

Als jullie geen condoom gebruikten, waar kwam dat dan meestal door? Je mag meer dan één antwoord geven

Niet van toepassing, wij gebruiken altijd een condoom Omdat ik het zelf niet wilde Omdat de ander het niet wilde Omdat ik niet durfde te zeggen dat ik met condooms wilde vrijen Omdat we teveel gedronken hadden Omdat we er niet aan dachten Omdat we elkaar vertrouwden Omdat we geen condooms bij ons hadden Omdat de pil of ander voorbehoedsmiddel werd gebruikt Omdat vrijen met condooms zo onhandig of moeilijk is Omdat wij vaste verkering hadden Omdat vrijen met condoom niet zo lekker is Omdat we allebei maagd waren Anders, namelijk

8.8

Heb je wel eens een geslachtsziekte / SOA (seksueel overdraagbare aandoening) gehad (bijvoorbeeld chlamydia, gonorroe, syfilis)? Ja Nee Dat weet ik niet (zeker)


13

R

De volgende vragen gaan over homoseksualiteit 9.0

Wat vind je er van als twee meisjes/vrouwen of twee jongens/mannen op elkaar verliefd zijn? Normaal Een beetje raar Erg raar Verkeerd

9.1

Als iemand op jouw school homoseksueel zou zijn, zou diegene dat op school eerlijk kunnen vertellen? Ja, tegen iedereen op school Ja, bij de leerlingen Ja, alleen bij zijn of haar vrienden Nee Dat weet ik niet

9.2

Voor de JONGENS: Stel dat er in jouw klas een jongen zit die op jongens valt (homo is). Wat zou je wel, misschien of juist niet doen? Voor de MEISJES: Stel dat er in jouw klas een meisje zit die op meisjes valt (lesbisch is). Wat zou je wel, misschien of juist niet doen? Zeker wel

Wel

Mischien wel, mischien niet

Niet

Zeker niet

Ik zou rustig vriendschap met hem/ haar sluiten Ik zou laten merken dat hij/zij van me af moet blijven Ik zou rustig samen met hem/haar huiswerk maken Ik zou in de pauze liever naast iemand anders gaan zitten Ik zou het vervelend vinden om op werkweek een kamer met hem/haar te delen

De volgende vragen gaan over seksuele voorlichting 10.0 Seksuele voorlichting. Kruis op iedere regel een vakje aan.

Ja

Nee

Dat weet ik niet (zeker)

Heb je naar jouw idee voldoende seksuele voorlichting gehad? Heb je van je ouders voldoende seksuele voorlichting gehad? Heb je op school voldoende seksuele voorlichting gehad?


14

R

De volgende vragen gaan over vrijetijdsbesteding 11.0 Hoeveel uren besteed je per week in je vrije tijd aan de volgende activiteiten? Geef op iedere regel je antwoord.

0 uur

minder dan 1 uur

1 tot 4 uur

4 tot 7 uur

7 tot 10 uur

10 uur of meer

Verenigingen (zoals: voetbalvereniging, dansclub, vechtsportclub, fanfare, etc.) Huiswerk Bijbaantjes Vrijwilligerswerk Huishoudelijke taken Met vrienden en/of vriendinnen afspreken

Let op: de volgende vragen gaan over activiteiten per dag! 11.1 Hoeveel uren besteed je per dag in je vrije tijd aan de volgende activiteiten? Denk hierbij ook aan internet op je mobiele telefoon

0 uur

minder dan 1 uur

1-4 uur

4-7 uur

7 - 10 uur

10 uur of meer

Op internet zitten (surfen, gamen via internet) Vrienden en/of vriendinnen ontmoeten via internet (social media, whatsapp of online games) 11.2 Hieronder staat een aantal verenigingen en organisaties. Wil je een kruisje zetten in de hokjes van de verenigingen of organisaties waar je lid van bent? Je mag meer dan één antwoord geven.

Sportvereniging Zang-, muziek- of toneelvereniging Organisatie op het gebied van natuur of milieu (zoals: WNF Rangerclub, NJN) Jeugdvereniging (bijvoorbeeld Scouting, knutselclub) Vereniging of organisatie van kerk of moskee Ander soort vereniging of organisatie Geen lid van vereniging


15

R

De volgende vragen gaan over voeding 12.0 Hoeveel dagen per week ontbijt jij meestal? (Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week

4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag

12.1 Hoeveel dagen per week eet je fruit? (Bijvoorbeeld appels, sinaasappels, mandarijnen, bananen etc).

(Bijna) nooit Æ Ga naar vraag 12.3 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week


12.2 Op de dagen dat je fruit eet, hoeveel porties eet je dan meestal per dag? Voorbeelden van 1 portie fruit zijn: 1 appel, 1 banaan, 1 perzik, 1 kiwi, 2 mandarijnen, 2 pruimen, een handje met druiven, kersen of aardbeien.

1/2 portie per dag (bijvoorbeeld één mandarijn of een halve appel) 1 portie per dag 1 1/2 portie per dag 2 porties per dag 2 1/2 portie per dag 3 of meer porties per dag 12.3 Hoeveel dagen per week eet je groente? (Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week


De volgende vragen gaan over bewegen Alle vragen hebben betrekking op de afgelopen week. Indien de afgelopen week niet een normale week was (door bijvoorbeeld ziekte of vakantie), dan kun jij dit bij een aantal vragen aangeven. 13.0 Hoeveel dagen per week ga jij lopend of fietsend naar school (bushalte/station)? Denk hierbij aan de afgelopen week.

1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week Nooit Æ Ga naar vraag 13.2 Ik ben afgelopen week niet naar school geweest Æ Ga naar vraag 13.2


16

R

13.1 Hoe lang ben je meestal lopend of fietsend per dag onderweg van huis naar school (bushalte/station) en van school (bushalte/station) naar huis? (Tel de minuten bij elkaar op van één dag (ochtend en middag)). Denk hierbij aan de afgelopen week.

Korter dan 10 minuten per dag 10 tot 20 minuten per dag 20 tot 30 minuten per dag

30 minuten tot een uur per dag Een uur per dag of langer

13.2 Hoeveel dagen per week heb jij sport tijdens schooltijd, zoals schoolgym? Denk hierbij aan de afgelopen week.

1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week

5 dagen per week Nooit Ik ben afgelopen week niet naar school geweest

13.3 Ben je lid van een (of meerdere) sportvereniging(en)? (Denk daarbij aan sporten zoals zwemmen, voetballen, dansen, ballet, paardrijden etc.)

Ja Nee Æ Ga naar vraag 13.6 13.4 Hoeveel dagen per week sport je bij een vereniging? Denk hierbij aan de afgelopen week. 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week 7 dagen per week Nooit Æ Ga naar vraag 13.6 Ik heb afgelopen week niet gesport bij een sportvereniging, maar doe dat in een normale week wel Æ Ga naar vraag 13.6 13.5 Hoe lang per keer sport je meestal bij een sportvereniging? Denk hierbij aan de afgelopen week.

Korter dan een half uur per keer Een half uur tot 1 uur per keer 1 tot 2 uur per keer

2 tot 3 uur per keer 3 uur per keer of langer

13.6 Hoeveel dagen per week sport je buiten een sportvereniging om (zoals voetballen op straat, fietsen, hardlopen, skeeleren of zwemmen)? Denk hierbij aan de afgelopen week.

1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week 7 dagen per week Nooit Æ Ga naar vraag 13.8 Ik heb afgelopen week niet gesport buiten een sportvereniging om, maar doe dat in een normale week wel Æ Ga naar vraag 13.8


17

R

13.7 Hoe lang per dag sport je buiten een sportvereniging om? Denk hierbij aan de afgelopen week.



13.8 Hoeveel dagen per week kijk jij TV/DVD? Denk hierbij aan de afgelopen week. 1 dag per week 5 dagen per week 2 dagen per week 6 dagen per week 3 dagen per week 7 dagen per week 4 dagen per week Nooit Æ Ga naar vraag 13.10 13.9 Hoe lang per dag kijk je meestal TV/DVD? Denk hierbij aan de afgelopen week. Korter dan een half uur per keer 2 tot 3 uur per keer Een half uur tot 1 uur per keer 3 uur per keer of langer 1 tot 2 uur per keer 13.10 Hoeveel dagen per week zit je achter de computer / laptop / tablet / spelcomputer (niet voor school)? Denk hierbij aan de afgelopen week.

1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week

5 dagen per week 6 dagen per week 7 dagen per week Nooit Æ Ga naar vraag 14.0

13.11 Hoe lang per dag zit je meestal achter de computer / laptop / tablet / spelcomputer (niet voor school)? Denk hierbij aan de afgelopen week.



De volgende vragen gaan over Internetgebruik 14.0 Welk van onderstaande dingen doe je het meest op het internet? Meerdere antwoorden mogelijk

Youtube Surfen Sociale netwerken Instant Messenger Downloaden E-mailen Internet radio of tv Twitter Online games


Offline games Browser/casual games Chatten Forums Webloggen Online pokeren Habbo Whatsapp, pingen, enz

18

R

14.1 Kun je van de onderstaande ervaringen aangeven hoe vaak je deze hebt? Kruis op iedere regel een vakje aan.

Nooit

Zelden

Soms

Vaak

Zeer vaak

Hoe vaak vind je het moeilijk om met internetten te stoppen? Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder zou moeten internetten? Hoe vaak ga je liever internetten dan dat je je tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)? Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je niet kunt internetten? Hoe vaak raffel je je huiswerk af om te kunnen internetten? Hoe vaak ga je internetten omdat je je rot voelt? 14.2 Hoe vaak heb je het afgelopen jaar de volgende ervaringen gehad OP INTERNET? Nooit

1 keer 2 of 3 keer ± 1 keer per maand per maand per week

Vaker

Iemand beledigde je Iemand was grof tegen je Iemand viel je lastig Iemand maakte je belachelijk Iemand negeerde je volkomen Iemand probeerde je te kwetsen Iemand pestte je 14.3 Hoe vaak heb je het afgelopen jaar OP INTERNET het volgende zelf bij iemand gedaan? Nooit

1 keer 2 of 3 keer ± 1 keer per maand per maand per week

Vaker

Iemand beledigen Grof tegen iemand zijn Iemand lastig vallen Iemand belachelijk maken Iemand volkomen negeren Iemand proberen te kwetsen Iemand pesten

De volgende vragen gaan over veiligheid 15.0 Voel jij je wel eens onveilig? Kruis op iedere regel één vakje aan.

Ja, vaak

Ja, soms

Zelden

Nee

Overdag ‘s Avonds / ‘s nachts


19

R

15.1 Waar voel jij je wel eens onveilig? Je mag meer dan één antwoord geven.

Ik voel me nooit onveilig Op straat in mijn eigen woonbuurt Op straat buiten mijn eigen woonbuurt In het winkelcentrum Thuis Op school Tijdens het uitgaan In de trein, tram, bus, metro Op het station (trein, bus, metro) Bij sportaccommodaties (sporthal, sportveld, zwembad, stadion etc.) Ergens anders

De volgende vragen gaan over hoe gelukkig dat je je voelt

0 16.0

Hoe gelukkig voel je jezelf vandaag?

16.1

Hoe gelukkig voelde je jezelf de afgelopen maand?

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor het invullen. Als je nog opmerkingen hebt over deze vragenlijst dan kun je deze hieronder opschrijven.


20

R

Belangrijke toelichting

Recommend Documents