Toelichting op belangrijke wijzingen 2016 GGZ, Sportarts, Voetzorg, Kwaliteitsregister Paramedici, Zorgprofiel acnebehandeling & Reglement Zvw-pgb
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016 PNOzorg In de Wijzigingsoverzichten PNOzorg Basisverzekering 2016 en PNOzorg Aanvullende verzekering 2016 kunt u nalezen hoe de verzekeringsvoorwaarden ten opzichte van vorig jaar zijn gewijzigd. Voor de volgende onderwerpen geven wij u graag een aanvullende toelichting.
GGZ
3
Sportarts
4
Voetzorg
6
Kwaliteitsregister paramedici
7
Zorgprofiel Acnebehandeling
9
Reglement Zvw-pgb
10
Risicodraagster voor de Basisverzekering PNOzorg is ONVZ Ziektekostenverzekeraar N.V. (handelsregister Utrecht: 30135168, AFM-nr.12000633) en voor de aanvullende verzekeringen ONVZ Aanvullende Verzekering N.V. (handelsregister Utrecht: 30209308, AFM-nr. 12001024), beide gevestigd te Houten. Postbus 459, 3990 GG Houten. Telefoon: 030 639 62 62. Fax: 030 635 20 72. Internet: www.pnozorg.nl.
GGZ Stand wetenschap en praktijk PNOzorg vergoedt alleen zorg die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Dit geldt ook voor GGZ zorg. Wij hebben de behandelingen waarvan is vastgesteld of ze voldoen aan deze voorwaarde voor u op een rij gezet in het document Dynamisch overzicht Psychologische interventies GGZ. U vindt in dat document ook andere informatie over behandelingen in de GGZ. U kunt het document raadplegen op www.pnozorg.nl/klantenservice/brochures-en-formulieren of aanvragen bij het PNO Service Center via telefoonnummer 030 639 62 62. Waarom moet zorg voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk? De Zorgverzekeringswet bepaalt dat alleen zorg die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk in het verzekerde pakket valt. Zorgverzekeraars stellen – vaak aan de hand van rapporten van Zorginstituut Nederland – vast welke zorg dat precies is. De stand van de wetenschap en praktijk ontwikkelt zich. Zorg die vijf jaar gelden nog up-to-date was, wordt nu misschien als niet effectief beschouwd. Daarom zijn de overzichten in het document Psychologische interventies binnen de GGZ ‘dynamisch’. Hoe weet ik of de zorg die ik ontvang voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk? Mocht het voor u zelf niet duidelijk zijn welke behandeling u krijgt, dan kunt u dit navragen bij uw therapeut of behandelaar. Vervolgens kunt u de behandeling opzoeken in het overzicht Dynamisch overzicht Psychologische interventies GGZ op www.pnozorg.nl/klantenservice/brochures-en-formulieren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het PNO Service Center via telefoonnummer 030 639 62 62.
Toestemming bij verblijf langer dan 365 dagen: Langdurige GGZ PNOzorg vergoedt de kosten van geestelijke gezondheidszorg waarbij sprake is van verblijf na 365 dagen alleen als zij voorafgaand aan de 365e dag toestemming heeft gegeven voor langer verblijf. Waarom moet er toestemming gevraagd worden voor een verblijf langer dan 365 dagen? PNOzorg mag op grond van de Zorgverzekeringswet alleen zorg vergoeden die doelmatig is. Door uw zorgverlener te vragen om vóór een tweede opnamejaar contact met ons op te nemen, kunnen we nagaan of inderdaad sprake is van doelmatige en de voor u best passende zorg. Hoe vraag ik toestemming voor verblijf langer dan 365 dagen? Het is aan uw zorgverlener om de toestemming aan te vragen. Uw zorgverlener gebruikt hiervoor de landelijk afgesproken ‘Checklist LGGZ’. PNOzorg beoordeelt de aanvraag aan de hand van de checklist en de daarbij horende handleiding. Uw zorgverlener moet het verzoek om toestemming uiterlijk twee maanden voordat het eerste opnamejaar afloopt bij PNOzorg hebben ingediend. Het verzoek bevat tenminste: Een beschrijving van het zorgzwaartepakket; De indicatie van de verwachte duur van het voortgezet verblijf. PNOzorg kan het behandelplan opvragen. De zorgverlener moet er daarom voor zorgen dat de benodigde informatie tijdig is vastgelegd in uw dossier.
GGZ zorg buitenland Als u bij PNOzorg verzekerd bent kunt u zelf uw zorgverlener kiezen. Dat kan ook een zorgverlener in het buitenland zijn. Meer informatie over zorg in het buitenland vindt u in het document Regels voor zorg in het buitenland op www.pnozorg.nl/klantenservice/brochures-en-formulieren. Let u daarnaast op het volgende. Waarom is het van belang om contact op te nemen met PNOzorg bij GGZ zorg in het buitenland? GGZ zorg in het buitenland hoeft niet te voldoen aan de Nederlandse wet- en regelgeving. Daardoor valt deze zorg niet vanzelfsprekend onder de dekking van uw Basisverzekering. Ook is deze zorg niet altijd van een zelfde kwaliteit als de zorg in Nederland. Zo menen onderzoekers dat in bepaalde gevallen ambulante behandelingen voor verslavingszorg in Nederland beter zijn dan de zorg in het buitenland (Trubendorffer 2014; Verslavingszorg in beeld 2014). Dit terwijl sommige klinieken in het buitenland wel een hoge eigen bijdrage van u vragen. Ook zijn er klinieken die volgens de Nederlandse wet en regelgeving geen klinische locaties in Nederland mogen openen. Omdat deze klinieken in het buitenland niet aan de Nederlandse regels gebonden zijn, kunnen ze daar wel een kliniek openen. Ontvangt u zorg in zo’n kliniek dan kan dat voor u een risico meebrengen. PNOzorg wil u daarom graag vooraf adviseren. Hoe kan ik contact opnemen met PNOzorg? Wilt u meer informatie over GGZ zorg of GGZ klinieken in het buitenland, neem dan contact op met het PNO Service Center via telefoonnummer 030 639 62 62.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
3
Sportarts De sportarts wordt medisch specialist In 2014 is sportgeneeskunde door minister Schippers erkend als geneeskundig specialisme. Met ingang van 1 januari 2016 is de sportarts een medisch specialist. Op verzoek van de minister heeft Zorginstituut Nederland een rapport opgesteld waarin staat welke zorg door de sportarts onder de Basisverzekering valt en welke zorg niet.
Welke vergoeding valt onder uw Basisverzekering? Onder de Basisverzekering valt alleen zorg die verband houdt met een ‘behoefte aan geneeskundige zorg’: er moet een geneeskundige zorgvraag zijn, ofwel u moet klachten hebben of pijn bij het bewegen. Vanaf dit beginpunt kan er sprake zijn van vergoeding volgens de Basisverzekering. Sportmedische onderzoek, sportmedisch advies en een sportkeuring vallen dus niet onder de Basisverzekering. Dan is er namelijk (nog) geen sprake is van een geneeskundige zorgvraag. Alleen geneeskundige zorg die zich richt op herstel, genezing of voorkomen van (verergeren van) een aandoening valt onder de Basisverzekering. Dit betekent dat de sportarts een patiënt een behandeladvies geeft om hem in staat te stellen, zoveel als mogelijk, (weer) te voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en/of Fitnorm. Deze norm geldt voor de gehele bevolking. Dit is het eindpunt voor vergoeding van de zorg uit de Basisverzekering. Activiteiten van de sportarts die verder gaan, dus die gericht zijn op het bereiken van sportniveau, dus op het ‘weer kunnen sporten’, of op het verbeteren van (sport)prestaties, vallen hier buiten. Schematisch kunnen we dit als volgt weergeven: Sportmedische onderzoeken
Geneeskundige zorgvraag
Sportmedisch advies Sportkeuring
Geneeskundige zorg die zich richt op herstel, genezing of voorkomen van (verergeren van) een aandoening. Behandeladviezen met als doel zoveel als mogelijk, (weer) te voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en/of Fitnorm.
Beginpunt Zorg die buiten de Basisverzekering valt
Bereiken van sportniveau Sportmedische begeleiding Prestatieverbetering
Eindpunt Basisverzekering
Zorg die buiten de Basisverzekering valt
Voorbeelden van zorg waarvan de kosten onder de Basisverzekering vallen: Inspanningsonderzoek met daaraan gekoppeld advies en begeleiding als onderdeel van een revalidatietraject; Onderzoek en advies bij een klacht door overbelasting, bijvoorbeeld doordat u heel vaak dezelfde bewegingen hebt uitgevoerd. De sportarts kan een diagnose stellen en een behandeladvies geven. Voor het oefenprogramma of het herstel zelf verwijst hij u meestal naar een fysio- of oefentherapeut; Onderzoek en advies bij een sportblessure. Ook hier beperkt de inzet van de sportarts zich meestal tot het stellen van de diagnose en het geven van een behandeladvies. Een sportfysiotherapeut kan u vaak begeleiden bij het herstel. De kosten van de sportarts vallen ook onder uw eigen risico. Als een sportarts u (terug) verwijst naar een (sport)fysiotherapeut, dan vallen de kosten van de fysiotherapie (op enkele uitzonderingen na) niet onder de Basisverzekering. Als u voor zorg uit de Basisverzekering een sportarts wilt bezoeken, dan moet u wel over een verwijzing beschikken, bijvoorbeeld van uw huisarts. Als dat nodig is kan de sportarts diagnostiek laten uitvoeren, zoals bijvoorbeeld een MRI. Als dat nodig is kan de sportarts u ook doorverwijzen naar een andere medisch-specialist, bijvoorbeeld een orthopeed, chirurg of cardioloog. U hoeft hiervoor niet opnieuw naar de huisarts.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
4
Krijgt u vergoeding uit uw aanvullende verzekering? Uw aanvullende verzekering kan vergoeding bieden voor kosten van zorg door een sportarts. Hieronder vallen bijvoorbeeld het preventief medisch onderzoek door een sportarts, maar ook adviezen van de sportarts voor het bereiken van (hoger) sportniveau of sportbegeleiding voor prestatieverbetering. Om te verduidelijken welke zorg onder de aanvullende verzekeringen valt, is dit in de polisvoorwaarden 2016 nader gespecificeerd: Heeft u een PNO Standaard of Compleet verzekering? Dan biedt die aanvullende verzekering vergoeding voor sportmedisch onderzoek en sportmedisch advies bij een Sport Medisch Adviescentrum. Die vergoeding is wel gemaximeerd. De sportkeuring is uitgesloten van vergoeding. Voor de zorg uit de aanvullende verzekering heeft u niet persé een verwijzing nodig. Dit betekent dat de sportarts voor zorg die buiten de Basisverzekering valt, vrij, dus zonder verwijzing, toegankelijk is. Als uit een sportmedisch onderzoek een zorgvraag naar voren komt (bijvoorbeeld een verdenking van een hartafwijking op grond van een inspanningsECG) kan de sportarts doorverwijzen naar de tweedelijnszorg. We vinden het echter niet goed als de sportarts naar zichzelf doorverwijst. U kunt uw huisarts dan om een verwijzing vragen. Enkele voorbeelden: 1. U wilt graag een keer een marathon lopen en schrijft u in voor een trainingsprogramma. Dan is het een geruststellend gevoel als u vooraf een sportmedisch onderzoek doet. U hoort dan of er voor u specifieke medische risico’s zijn als u intensief gaat hardlopen. Ook krijgt u adviezen om het juiste schoeisel aan te schaffen en blessures te voorkomen. U kunt voor zo’n onderzoek direct naar de sportarts. Met de uitkomst van het onderzoek en de adviezen kunt u enthousiast beginnen aan de training. Wij vergoeden de kosten tot het bedrag dat maximaal verzekerd is in uw aanvullende verzekering. 2.
U heeft deelgenomen aan een wielren-wedstrijdje om te kijken of u meekan met de wedstrijdrijders. U blijkt het goed te doen. Dat maakt u enthousiast om toch eens te proberen hoe ver u kunt komen als u een tijdje wat professioneler gaat trainen. Om dat aan te pakken, begint u met een bezoek aan de sportarts. Deze doet een uitgebreid sportmedisch onderzoek en adviseert u over de hartslagzones tijdens de training en stelt een programma op om uw fietsconditie op een hoger peil te brengen. Tevens geeft hij advies over uw voeding om uw lichaam zo fit mogelijk te krijgen en de voedselinname tijdens wedstrijden. Hij spreekt een aantal begeleidingsmomenten af om uw fitheid en conditie opnieuw te meten en het programma zo nodig bij te stellen. De kosten van het onderzoek en de begeleiding vallen onder uw aanvullende verzekering tot maximaal het verzekerde bedrag.
3.
U krijgt sportmedische begeleiding zoals hierboven in voorbeeld 2 beschreven is. Tijdens het tweede meetmoment geeft u aan last te hebben gekregen van uw linkerknie. Na onderzoek aan de knie komt de sportarts tot de conclusie dat sprake lijkt te zijn van een beschadiging in de knie. Hij constateert dat het noodzakelijk is om dit nader te onderzoeken en stelt voor een MRI te laten uitvoeren. Hij zal aangeven dat u een verwijzing dient te halen bij de huisarts voor zorg door de sportarts. Nadat u een verwijzing heeft gehaald, zal de sportarts het nader onderzoek en eventuele behandeling in gang zetten. Voor de kosten daarvan zal hij een DBC declareren, die vergoed wordt uit uw Basisverzekering. De kosten van de MRI maken hiervan onderdeel uit. U ontvangt van PNOzorg een nota om de kosten te betalen die onder uw eigen risico vallen.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
5
Voetzorg Voetzorg voor diabetici Als u diabetes hebt, kunnen bloedvaatjes en zenuwen in uw lichaam beschadigd raken. Daardoor stroomt het bloed minder goed door uw benen en voeten. Ook is het gevoel in de voeten minder en daardoor worden wondjes minder snel opgemerkt. Wondjes kunnen gaan ontsteken en een zweren worden. Goede voetzorg kan dit voorkomen. Daarom kunt u als u diabetes hebt een vergoeding ontvangen voor voetzorg. Voetzorg wordt beschreven in vier zogenoemde zorgprofielen. Daarbij geldt dat hoe hoger het zorgprofiel is, hoe meer voetzorg er noodzakelijk is. Bij een hoog zorgprofiel loopt u namelijk meer kans op het krijgen van wondjes aan de voeten. Uw hoofdbehandelaar, meestal de huisarts, bepaalt uw zorgprofiel. De hoofdbehandelaar mag het bepalen van het zorgprofiel uitbesteden aan andere zorgverleners, bijvoorbeeld een praktijkondersteuner die werkzaam is in de huisartsenpraktijk of aan een podotherapeut. De hoogte van het zorgprofiel bepaalt of de voetzorg vanuit de Basisverzekering of vanuit de aanvullende verzekering vergoed wordt. Voetzorg bij zorgprofiel 2, 3 en 4 wordt vergoed vanuit de Basisverzekering. Zorgprofiel 1 wordt vergoed vanuit de aanvullende verzekering (afhankelijk van de afgesloten polis). Het kan ook voorkomen dat u wel diabetes heeft maar slechts een zeer kleine kans heeft op voetproblemen. U ontvangt dan geen zorgprofiel, of dit wordt aangeduid met zorgprofiel 0. Als u zorgprofiel 0 heeft, ontvangt u geen vergoeding voor voetzorg. Wetenschappelijk onderzoek heeft namelijk aangetoond dat voetzorg bij zorgprofiel 0 niet doelmatig is. U loopt zo weinig risico op voetproblemen dat behandeling door een pedicure of podotherapeut niet nodig is. Bij het leveren van voetzorg door een pedicure of een podotherapeut worden regelmatig orthesen (teenstukjes) en nagelbeugels gebruikt. PNOzorg vindt dat het gebruik van deze hulpmiddelen onderdeel is van goede zorg en vergoedt daarom ook de kosten van deze hulpmiddelen.
Voetzorg bij reumatoïde artritis Als u reumatoïde artritis heeft, loopt u een grotere kans op ontstekingen in de gewrichten van uw voeten. Bij een ontsteking worden de voeten stijf en pijnlijk waardoor u uw voeten minder goed kunt gebruiken. Daarom vergoedt PNOzorg voetzorg vanuit de aanvullende verzekering (afhankelijk van de polis). Bij het leveren van voetzorg door een pedicure of een podotherapeut worden regelmatig orthesen (teenstukjes) en nagelbeugels gebruikt. PNOzorg vindt dat het gebruik van deze hulpmiddelen onderdeel is van goede zorg en vergoedt daarom ook de kosten van deze hulpmiddelen.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
6
Kwaliteitsregisters paramedici Bij PNOzorg heeft u optimale keuze vrijheid. Wij bepalen niet naar welke paramedische zorgverlener u gaat, dat bepaalt u zelf. Heeft u bij het maken van uw keuze behoefte aan informatie over de kwaliteit van een zorgaanbieder? Kijkt u dan in de kwaliteitsregisters voor paramedische zorgverleners.
Algemeen Vanuit verschillende paramedische beroepsgroepen zijn kwaliteitsregisters ontwikkeld. Het doel van deze registers is de inzet op kwaliteit stimuleren en inzicht geven in kwaliteit van zorgverleners. Paramedische zorgverleners kunnen zich vrijwillig inschrijven in een of meer kwaliteitsregisters. Naast een geldig en erkend diploma, vereist registratie in deze registers dat zorgverleners beschikken over actuele kennis en ervaring die van belang is volgens de beroepsgroep. Actuele kennis en ervaring worden opgedaan door verschillende activiteiten zoals: na- of bijscholing; minimaal aantal uren werkervaring per periode; intercollegiale (vakinhoudelijke) overleggen; intercollegiale toetsing (toetsing door collega’s); intervisie (uitwisselen van ervaringen met collega’s); visitatie (toetsing door onafhankelijke experts); deelname aan patiënttevredenheidsonderzoeken; een bijdrage leveren aan wetenschappelijk onderzoek. Ieder register heeft een eigen selectie van activiteiten waarop wordt getoetst. Periodiek (meestal iedere 5 jaar) wordt door het register vastgelegd of een zorgverlener nog aan alle gestelde eisen voldoet en of deze zorgverlener dus ingeschreven mag blijven in een kwaliteitsregister. Een kwaliteitsregister toetst door zorgverleners (steekproefsgewijs) bewijzen te laten overleggen waaruit blijkt dat aan de eisen wordt voldaan.
Kwaliteitsregisters voor Fysiotherapeuten Om de beroepstitel ‘Fysiotherapeut’ te mogen voeren moet een fysiotherapeut ingeschreven staan in het BIGregister. Het BIG-register is een register van de overheid waaruit blijkt of een zorgverlener bevoegd is om zijn of haar beroep uit te oefenen volgens de kwaliteitseisen die in Nederland gelden. Er zijn echter ook twee kwaliteitsregisters voor fysiotherapeuten:
Centraal Kwaliteitsregister Fysiotherapie: www.defysiotherapeut.com (onder het tabblad ‘Vind uw fysiotherapeut’)
Stichting Keurmerk Fysiotherapie: www.keurmerkfysiotherapie.nl
De fysiotherapeuten die staan ingeschreven in deze registers zijn in het bezit van een geldig diploma, voldoen dus aan de opleidingseisen en voldoen daarnaast aan de door de beroepsgroep gestelde kwaliteitseisen.
Het Kwaliteitsregister Paramedici In het Kwaliteitsregister Paramedici kunnen verschillende paramedische zorgverleners zich vrijwillig inschrijven, zoals: ergotherapeuten, diëtisten, huidtherapeuten, logopedisten, oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, orthoptisten en podotherapeuten. U vindt het register via www.kwaliteitsregisterparamedici.nl (klik op ‘Kwaliteitsregister Paramedici’ in het linker menu). Het register hanteert twee statussen: Kwaliteitsgeregistreerd en Diplomageregistreerd.
Kwaliteitsgeregistreerd: de zorgverlener is in het bezit van een geldig diploma, voldoet dus aan de opleidingseisen en voldoet daarnaast aan de door de beroepsgroep gestelde kwaliteitseisen. De zorgverlener heeft dit aangetoond door toetsing.
Diplomaregistratie: de zorgverlener is in het bezit van een geldig diploma en voldoet dus aan de opleidingseisen. De zorgverlener met deze status heeft (nog) niet aangetoond dat aan de door de beroepsgroep gestelde kwaliteitseisen wordt voldaan. Deze status geeft u dus geen inzicht in de kwaliteit van een zorgverlener.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
7
Aanvullende Kwaliteitsregisters voor Logopedisten Naast het Kwaliteitsregister Paramedici heeft de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) zes NVLF registers opgezet. De zorgverlener geregistreerd in één van deze registers heeft aantoonbaar kennis en werkervaring van/in een specifiek deelgebied binnen de logopedie. 1. Afasie; 2. Hanen-ouderprogramma; 3. Integrale zorg stotteren; 4. Preverbale logopedie (eten en drinken); 5. Stotteren; 6. Dyslexie. U vindt de registers via de website: http://nvlf.logopedie.nl/site/leden_in_nvlf_registers
Veel gestelde vragen Mijn zorgverlener staat niet in een kwaliteitsregister. Krijg ik de kosten nu niet vergoed? Bij PNOzorg heeft u vrije keuze, wij bepalen niet naar welke paramedische zorgverlener u gaat. Het is dus geen verplichting om een therapeut uit een kwaliteitsregister te kiezen. De kwaliteitsregisters zijn er om u te ondersteunen bij het kiezen van een zorgverlener. Als uw zorgverlener verzekerde zorg levert, komen de kosten voor vergoeding in aanmerking, ook als de zorgverlener niet in een kwaliteitsregister staat. Welke zorg is verzekerd staat in de polisvoorwaarden. Deze kunt u raadplegen op www.pnozorg.nl/klantenservice/brochures-en-formulieren. Ook kunt u hierover contact opnemen met het PNO Service Center via telefoonnummer 030 639 62 62. Mijn zorgverlener staat wel in een kwaliteitsregister. Krijg ik de kosten van de behandeling dus vergoed? Als uw zorgverlener verzekerde zorg levert, komen de kosten voor vergoeding in aanmerking. Welke zorg is verzekerd staat in de polisvoorwaarden. Deze kunt u raadplegen via www.pnozorg.nl/klantenservice/brochuresen-formulieren. Ook kunt u hierover contact opnemen met het PNO Service Center via telefoonnummer 030 639 62 62. Mijn zorgverlener staat niet in een kwaliteitsregister, betekent dit dat ik geen goede zorg ontvang? Kwaliteitsregistratie (niet te verwarren met diplomaregistratie) in een kwaliteitsregister betekent dat een zorgverlener aangetoond heeft aan de door de beroepsgroep gestelde eisen te voldoen. Hierbij is ook getoetst op actuele kennis en ervaring. Een zorgverlener die niet kwaliteitsgeregistreerd staat in een kwaliteitsregister heeft dit bijvoorbeeld niet vooraf aantoonbaar gemaakt bij een kwaliteitsregister. Of de zorgverlener heeft zich niet aangemeld voor registratie in een kwaliteitsregister. U kunt uw zorgverlener altijd om meer informatie vragen. Hoe kan ik een zorgverlener in mijn buurt vinden die geregistreerd staat in een kwaliteitsregister? Via de PNO ZorgConsulent kunt u informeren naar zorgverleners in uw regio. U kunt vervolgens altijd bij de zorgverlener zelf informeren of deze (kwaliteits)geregistreerd staat in een kwaliteitsregister. Als u beschikt over de naam (en voorletters) of registratienummer (Kwaliteitsregister Paramedici) van een zorgverlener kunt u ook via bovengenoemde websites nagaan of de zorgverlener geregistreerd staat in een kwaliteitsregister. Het registratienummer kunt u opvragen bij de zorgverlener zelf. Wat is de rol van PNOzorg bij de verschillende kwaliteitsregisters? PNOzorg speelt geen rol bij de verschillende kwaliteitsregisters. De kwaliteitsregisters zijn ontwikkeld door de beroepsgroepen zelf. PNOzorg wil u enkel ondersteunen door u te infomeren over verschillende kwaliteitsregisters.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
8
Zorgprofiel Acnebehandeling Heeft u een aanvullende verzekering (uitgezonderd PNO Start, Standaard en Keuze zonder ‘Vormen van therapie’) dan vergoedt PNOzorg de kosten van behandeling van acne door een huidtherapeut of schoonheidsspecialist. De behandeling vindt plaats op voorschrift van de behandelend dermatoloog (huidarts). Voor vergoeding van de kosten van een acnebehandeling moet uw zorgverlener op iedere nota het bij u vastgestelde zorgprofiel vermelden. De zorgprofielen staan beschreven in het Zorgarrangement Integrale Acne, ontwikkeld door de Nederlandse vereniging voor Huidtherapeuten (NVH). PNOzorg wil de ontwikkeling en het gebruik van richtlijnen door zorgverleners graag ondersteunen. Zorgverleners willen er immers de zorg mee verbeteren. Daarom controleert PNOzorg op de vermelding van het zorgprofiel op de nota. Zonder vermelding van het zorgprofiel kunnen wij uw nota helaas niet in behandeling nemen.
Zorgarrangement Acne De NVH heeft het ‘Zorgarrangement Acne’ ontwikkeld met als doel het realiseren van integrale en kwalitatief hoogstaande zorg voor mensen met acne. Hiermee wordt bedoeld dat iedere patiënt met acne zorg ontvangt die bij hem/haar past van de daarvoor meest geschikte zorgverlener. Zorg op maat.
Zorgprofiel In het Zorgarrangement zijn verschillende vormen van acne onderverdeeld in vier classificaties, van lichte acne tot ernstige acne. Vervolgens is per classificatie een zorgprofiel opgesteld. Een zorgprofiel beschrijft onder andere: het type acne; welke zorg noodzakelijk is bij deze vorm van acne; type behandelingen; welke behandelaar de zorg verleent. De behandelaar stelt vast welk zorgprofiel voor u van toepassing is en stelt in overleg met u een individueel behandelplan op. Hierdoor is het voor u gelijk duidelijk welke zorg u gaat ontvangen en welke behandelaar deze zorg levert.
Veel gestelde vragen Maakt het voor de vergoeding van de kosten van een acnebehandeling uit welk zorgprofiel ik heb? Nee, voor de vergoeding van de behandeling van acnetherapie maakt het niet uit of u zorgprofiel 1, 2, 3 of 4 heeft. Het zorgprofiel moet echter wel worden vermeld, om het gebruik van de richtlijnen te bevorderen. Mijn behandelaar is een schoonheidsspecialist, moet er dan ook een zorgprofiel op de nota staan? Ja, op iedere nota met kosten voor de behandeling van acne moet het zorgprofiel vermeld staan. Nota’s waarop het zorgprofiel ontbreekt vergoedt PNOzorg niet. Mijn nota is afgewezen omdat er geen zorgprofiel op staat. Wat nu? Vraag bij uw zorgverlener om een gecorrigeerde nota waarop wel het zorgprofiel staat. Vervolgens kunt u deze nota opnieuw indienen.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
9
Reglement Zvw-pgb 2016 De belangrijkste wijzigingen uitgelicht.
Nieuw Reglement Zvw-pgb verpleging en verzorging PNOzorg heeft de Zvw-pgb regeling geëvalueerd en gezocht naar mogelijkheden om deze te verbeteren. Daarnaast vervallen er een aantal overgangsregelingen en zijn de tarieven voor 2016 bekend. Deze veranderingen hebben geleid tot aanpassingen van het Reglement Zvw-pgb en de aanvraagformulieren voor een Zvw-pgb. Het reglement is een bijlage bij uw polisvoorwaarden. Maakt u gebruik van een Zvw-pgb? Neemt u alle wijzigingen dan goed door. Mogelijk moet u de overeenkomsten met uw zorgverleners aanpassen. U kunt het Zvw-pgb Reglement raadplegen op www.pnozorg.nl/klantenservice/brochures-en-formulierenof aanvragen bij het PNO Service Center via telefoonnummer 030 639 62 62. Op dit moment is het Zvw-pgb nog niet verankerd in de Zorgverzekeringswet. Het wetsvoorstel hiervoor zal naar verwachting in de loop van 2016 worden aangenomen. Mochten naar aanleiding daarvan aanpassingen doorgevoerd moeten worden in het Reglement Zvw-pgb, dan stelt PNOzorg u daarvan vanzelfsprekend op de hoogte.
Combinatie reguliere zorg en Zvw-pgb mogelijk Verpleging en verzorging die u betaalt uit uw Zvw-pgb kunt u vanaf 2016 ook combineren met reguliere verpleging en verzorging. Bij reguliere verpleging en verzorging laat u de zorg regelen door een zorgaanbieder bij u in de buurt. Andere zorgverzekeraars gebruiken hiervoor de term zorg in natura. Bij een naturaverzekeraar moet een verzekerde gebruik maken van gecontracteerde zorgaanbieders, anders is er een beperkte vergoeding. Bij PNOzorg is dit geen verplichting omdat u bij ons optimale vrije keuze heeft van zorgverleners. Wilt u een Zvw-pgb combineren met reguliere zorg? Dan moet de wijkverpleegkundige één indicatie opstellen voor beide vormen van zorg. Als u de zorg wil combineren, moet u dit aangeven op het aanvraagformulier Zvw-pgb. Houdt u rekening met de volgende voorwaarden:
U kunt voor het stellen van uw indicatie altijd maar bij één zorgverlener terecht; In uw budgetplan geeft u per zorgverlener aan of u de zorg van deze zorgverlener betaalt uit uw Zvw-pgb of dat u reguliere zorg afneemt van deze zorgverlener; Als u reguliere zorg afneemt, dan declareert de zorgverlener deze de zorg rechtstreeks bij PNOzorg; Het maximale tarief dat u kunt declareren voor zorg uit uw Zvw-pgb staat in het Reglement Zvw-pgb. U gaat met uw zorgverlener een overeenkomst tot het leveren van zorg aan waarin u het uurtarief opneemt; Als er wijzigingen optreden in de inzet van uw zorgverleners over Zvw-pgb en regulier, moet u dit aan ons doorgeven door een nieuw Zvw-pgb aan te vragen.
Een Zvw-pgb is mogelijk in meer situaties Palliatief Terminale Zorg Vanaf 2016 kan het Zvw-pgb ook worden gebruikt voor zorg bij de indicatie palliatief terminale zorg. Medisch Specialistische Verpleging Thuis (MSVT) Vanaf 2016 kan het Zvw-pgb ook worden gebruikt om MSVT bij kinderen jonger dan 18 jaar in te zetten. Om in aanmerking te komen voor MSVT heeft u een indicatie van de medisch specialist nodig. Deze is namelijk eindverantwoordelijk voor de verpleging en verzorging en stuurt rechtstreeks de wijkverpleegkundige aan.
Intensieve Kindzorg (IKZ) Krijgt uw kind verpleging en verzorging op grond van de basisverzekering, en is er een indicatie gesteld voor IKZ? Dan komt het vervoer van en naar een verpleegkundig kinderdagverblijf vanaf 1 januari 2016 niet meer in aanmerking voor vergoeding vanuit het Zvw-pgb maar wordt dit vergoed als ‘zittend ziekenvervoer’ volgens de Overeenkomst Basisverzekering, Prestatiewijze en dekking, artikel 22. Hierbij geldt een eigen bijdrage van € 98,per jaar. In de polisvoorwaarden is voor kindzorg toegevoegd dat ook een HBO gediplomeerd kinderverpleegkundige de indicering mag uitvoeren. Deze doet dit in overleg met de kinderarts en de ouders.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
10
Zorg nodig op vaak wisselende tijden Een van de criteria om in aanmerking te komen voor een Zvw-pgb is dat u zorg nodig heeft op vaak wisselende en ongebruikelijke tijdstippen en/of op verschillende locaties. In 2015 moest dat meer dan 3 maal per week het geval zijn. In 2016 inventariseren we in een gesprek uw behoefte (of dat van uw kind) aan zorg op wisselende en ongebruikelijke tijdstippen en/of op verschillende locaties.
Gebreken door ouderdom Een van de criteria om in aanmerking te komen voor een Zvw-pgb was in 2015 dat de functiebeperkingen die de verpleging en verzorging noodzakelijk maken niet uitsluitend zijn veroorzaakt door normale verouderingsprocessen. De grens tussen klachten door normale verouderingsprocessen en medische klachten is in de praktijk echter meestal niet duidelijk. Daarom is dit criterium per 2016 vervallen.
Declareren in lijn met de indicatie Een van de verantwoordelijkheden van een Zvw-pgb is dat u er zelf op toe ziet dat de zorg die u inzet, in de tijd wordt gespreid op een manier die deze aansluit bij de in de indicatie vastgestelde zorgbehoefte. Dit betekent dat u per periode niet meer uren kunt declareren dan de wijkverpleegkundige heeft geïndiceerd. Teveel ingekochte zorg, waardoor dit maximum wordt overschreden, wordt niet vergoed. Niet gebruikte uren kunt u niet meenemen naar een volgende periode. Als u de toegekende uren te snel heeft gebruikt, kunt u geen aanspraak maken op een aanvullend Zvw-pgb of vergoeding van de kosten van reguliere verpleging en verzorging. Wij geven in de toestemmingsverklaring aan hoeveel uren en welke tarieven u maximaal kunt declareren. Daarnaast zijn de tijdvakken opgenomen waarover PNOzorg controleert of u declareert in lijn met uw indicatie.
Tarieven 2016 De tarieven die u maximaal kunt declareren zijn gewijzigd: Formele zorgverlener: Uurtarief persoonlijke verzorging: € 38,13 Uurtarief verpleging: € 56,44 Informele zorgverlener (natuurlijk persoon): Uurtarief: € 23,MSVT voor kinderen tot 18 jaar (nieuw in 2016): Uurtarief formele zorgverlener: € 61,12 Uurtarief informele zorgverlener: € 23,-
Overgangsregeling informeel tarief Het kan zijn dat u gebruik maakte van de overgangsregeling waarmee u het hogere tarief voor informele zorg zoals dat onder de AWBZ bestond (€ 63,-) kon declareren. Met ingang van 1 januari 2016 vervalt deze overgangsregeling en kunt u maximaal het informele tarief van € 23,- per uur bij ons declareren. Als u dat nog niet gedaan heeft, adviseren wij u de contracten met uw zorgverleners hierop aan te passen.
Arbeidstijdenbesluit is opgenomen PNOzorg neemt in 2016 voorwaarden op in het Reglement Zvw-pgb voor zorgverleners op wie het Arbeidstijdenbesluit niet van toepassing is. Deze voorwaarden sluiten aan bij de andere domeinen waar een pgb mogelijk is zoals de Wlz en de Wmo. Een informele zorgverlener mag niet meer dan 40 uur in de week werken. De minimale leeftijd voor een zorgverlener is 15 jaar. U moet hier als budgethouder op toezien.
Overstappen, toestemmingsverklaring zorgverzekeraar geldig Eind 2015 ontvangt u van ons de toestemmingsverklaring voor 2016. Hierin staat hoeveel uren zorg maximaal vergoed zal worden in 2016. Stapt u over en is uw toestemmingsverklaring nog geldig? Dan neemt de nieuwe zorgverzekeraar de toestemmingsverklaring met de uren over. Het tarief kan per zorgverzekeraar verschillen. Wij adviseren u om deze toestemmingsbrief te bewaren zolang hij geldig is. Uw nieuwe zorgverzekeraar kan hier om vragen.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
11
Begripsbepalingen In de begripsbepalingen is in 2016 opgenomen wat PNOzorg verstaat onder bloed- en aanverwanten en (wettelijk) vertegenwoordiger: 1.
Bloed- en aanverwanten 1e graad: de (adoptie)ouders van u en van uw partner, de (adoptie)kinderen van u en van uw partner en hun partners (uw schoonzonen/schoondochters) 2e graad: de grootouders van u en van uw partner, de kleinkinderen van u en van uw partner, de broers/zussen van u en van uw partner en hun partner (uw schoonzussen/zwagers). Uw partner. Dit betreft naast huwelijk of geregistreerd partnerschap ook de situatie van ongehuwd samenwonen (met of zonder notariële samenlevingsovereenkomst).
2.
(Wettelijk) vertegenwoordiger
Voor 2016 is er een uitbreiding in de mogelijkheden voor het gebruik van een (wettelijk) vertegenwoordiger. Naast een door een rechtbank benoemde wettelijk vertegenwoordiger kunt u vanaf dit jaar ook gebruik maken van een vertegenwoordiger die u aanwijst uit uw familie of sociale netwerk. In het Zvw-pgb Reglement hebben we daar een begripsbepaling voor opgenomen. Als u gebruikt maakt van een (wettelijk) vertegenwoordiger, vult u dan het formulier vertegenwoordiger in. U vindt dit formulier op www.pnozorg.nl.
Nieuwe formulieren op www.pnozorg.nl. Aanvraagformulier Zvw-pgb Het aanvraagformulier bestond in 2015 uit drie delen. Voor 2016 is het aanvraagformulier uitgebreid en bestaat het nog uit twee delen: het verpleegkundige deel en het verzekerden deel. In 2016 vragen we in het formulier onderbouwing over de indicatie op van de indicatiesteller. Wijzigingsformulier Zvw-pgb Als er een wijziging plaatsvindt ten aanzien van o.a. uw (wettelijk) vertegenwoordiger, u langer dan 2 maanden opgenomen wordt in een ziekenhuis of andere zorginstelling of u uw Zvw-pgb wilt beëindigen, dan gebruikt u daarvoor het wijzigingsformulier. Formulier vertegenwoordiger Met dit formulier kunt u een organisatie of (wettelijk) vertegenwoordiger machtigen om uw zaken te behartigen. Bijvoorbeeld om een Zvw-pgb aanvraag voor u in te dienen.
Definities formele en informele zorgverleners verduidelijkt Voor 2016 zijn de definities voor een formele en informele zorgverlener verduidelijkt. Via onderstaande beslisboom kunt u bekijken welk tarief u maximaal kunt declareren voor uw zorgverleners. Neem dit goed door en past u als dat nodig is de overeenkomsten met uw zorgverleners aan. Een formele zorgverlener moet een AGB-code hebben. Deze AGB-code moet op elke factuur worden vermeld. Als er geen AGB-code op de factuur is vermeld, kan PNOzorg deze niet vergoeden. Indien de formele zorgverlener nog geen AGB-code heeft moet deze bij AGB-code.nl worden aangevraagd. Op het moment van publiceren, is het nog niet voor alle formele zorgverleners mogelijk om een AGB-code aan te vragen. Het streven is dat AGB-code.nl deze mogelijkheid uiterlijk 1 januari 2016 regelt. Een zorgverlener of organisatie kan een AGB-code aanvragen als hij of zij: 1. In het bezit is van een geldige inschrijving in het Handelsregister met SBI code 86,87 of 88; 2. BIG-geregistreerd verpleegkundige niveau 4 of 5 is, ook zonder inschrijving in het Handelsregister; 3. Voldoet aan de kwalificaties: verzorgende of verpleegkundige met BIG-registratie niveau 4 of 5 en in het bezit is van een geldige inschrijving in het Handelsregister met SBI code 86, 87 of 88.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
12
Vrijwilliger zonder overeenkomst van opdracht of arbeidsrelatie?
ja
Geen vergoeding
Groep 1: mantelzorger
Ja
Informeel tarief € 23,-
Groep 2: bloed of aanverwant
N e e
Bloed- of aanverwant in de 1e of 2e graad?
N e e
Formele zorgaanbieder
Maximaal formeel tarief PNOzorg
Ja
Groep 3: formele aanbieders
N e e
Ja
Maximaal formeel tarief PNOzorg
Groep 4: BIGgeregistreerde
Informeel tarief € 23,-
Groep 5: overige zorgverleners
BIG-geregistreerd verpleegkundige? Nee
Uitleg bij stroomschema Groep
Definitie
1.Mantelzorger
Natuurlijk persoon die vanuit een sociale relatie zorg verleent.
2.Bloed- of aanverwant
Familielid in de 1e of 2e graad van de verzekerde die zorg levert op basis van een overeenkomst van opdracht (ook als deze een BIG-registratie of inschrijving in het Handelsregister heeft).
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
Soort overeenkomst N.v.t.
AGBcode Nee
Tarief
Overeenkomst van opdracht
Nee
maximaal € 23,-
N.v.t.
13
3.Formele zorgaanbieder
Rechtspersoon of natuurlijke persoon die beroepsof bedrijfsmatig zorg levert die en een inschrijving heeft in het Handelsregister met SBI code: 86, 87 of 88.
Overeenkomst van opdracht
Ja
Formeel tarief
4.BIGgeregistreerde
Een verpleegkundige met een geldige BIGregistratie niveau 4 of 5.
Ja
Formeel tarief
5.Overige zorgverleners
Iedereen die niet onder één van de bovenstaande groepen valt. Zoals: o Organisaties met een inschrijving in het Handelsregister met SBIcodering niet zijnde code 86, 87 of 88; o Een natuurlijke persoon die niet onder groep 3 valt; o verzorgende niveau 2 .
Overeenkomst van opdracht of Arbeidsovereenkomst Overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst
Nee
Maximaal € 23,-
Overige definities: Overeenkomst van opdracht: overeenkomst waarbij betaling plaatsvindt op basis van declaraties. Arbeidsovereenkomst: overeenkomst waarbij sprake is van een gezagsverhouding en salaris. De verzekerde is de werkgever van de zorgverlener. Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP-er): Een persoon die zelfstandig werkt. Afhankelijk van de criteria behoort de ZZP-er tot de groep Overige zorgverleners of Formele zorgverleners.
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
14
Toelichting op belangrijke wijzigingen 2016
15