BELANGRIJK Bijgaand ontvangt u het digitale lesmateriaal. Dit exemplaar is uitsluitend voor persoonlijk gebruik en het is niet toegestaan om het door te sturen naar anderen. In verband met copyright (waarbij u teksten niet mag kopiëren of verspreiden zonder schriftelijke toestemming van Lindenhaeghe) zit er een digitaal watermerk in. Het unieke watermerk dat in dit lesmateriaal is verwerkt, zorgt ervoor dat bij verspreiding direct is te zien wie de eerste eigenaar is. Zorg ervoor dat uw naam ongeschonden blijft. Wij wensen u veel succes met uw studie.
Copyright 2012, Lindenhaeghe Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van Lindenhaeghe. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, aanvaarden de auteurs, redacteuren en Lindenhaeghe geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan.
Inhoud 1. Pensioenen
2
2. Pensioenleidraden
6
3. Waardeoverdracht
11
4. Pensioenregister
12
5. Fiscaliteiten
14
6. Woekerpolis
18
7. Europees Hof van Justitie
19
Index
21
In deze syllabus wordt gebruik gemaakt van de cijfers 2012.
PE WFt Leven | Pagina 1/28 | versie 2011-2012.3
1. Pensioenen In Nederland wordt het drie pijler systeem gehanteerd, met betrekking tot de opbouw van de pensioenen. De eerste pijler betreft het sociale zekerheidsstelsel. In de tweede pijler kunnen voorzieningen voor de toekomst getroffen worden, waaraan een afspraak tussen werkgever en werknemer ten grondslag ligt. De voorzieningen in de derde pijler worden privé gerealiseerd. Tweede pijler Regelgeving in het kader van pensioenen staat onder andere omschreven in de Wet op de loonbelasting 1964 (Wlb). In deze wet staat alles omschreven met betrekking tot: Maximeringen; soorten pensioenen; ingangsdatum; afkoop, etc. Op het moment dat er een pensioenovereenkomst wordt gesloten tussen een werkgever en een werknemer gaat de Pensioenwet (PW) gelden. Doel van de Pensioenwet is het veiligstellen van de pensioenaanspraken van de werknemer. Eén van de belangrijkste punten die de werkgever aan de werknemer moet laten weten is welk soort pensioenovereenkomst het betreft. Er zijn drie mogelijkheden: 1. een kapitaal overeenkomst; 2. een uitkeringsovereenkomst; 3. een premieovereenkomst. De premieovereenkomst, ook wel beschikbare premieregeling genaamd, heeft sinds begin jaren ‘90 een steeds grotere positie verworven. Het belangrijkste argument voor werkgevers is de beheersbaarheid van pensioenlasten. In deze regeling stelt de werkgever een premie ter beschikking voor het opbouwen van een pensioen. De werkgever is niet verplicht hieraan mee te betalen. De drie pensioenovereenkomsten in ogenschouwnemend is het kernmerkend dat bij de beschikbare premieregeling het beleggersrisico bij de werknemer ligt. De beschikbare premieregeling wordt uitgevoerd middels een besluit van de Belastingdienst, waarin een viertal staffels is opgenomen. De eerste staffel met premiepercentages (kolom: OP) geldt als de werkgever aan de werknemer uitsluitend een ouderdomspensioen heeft toegezegd. De tweede staffel met premiepercentages (kolom: OP en uitgesteld opgebouwd PP) geldt als de werkgever aan de werknemer een ouderdomspensioen heeft toegezegd tezamen met een uitgesteld, tijdsevenredig opgebouwd partnerpensioen. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het tijdsevenredig opgebouwde ouderdomspensioen. “Uitgesteld” betekent in dit verband dat de uitkeringen van het partnerpensioen ingaan na het overlijden van de werknemer op of na de pensioendatum. De derde staffel met premiepercentages (kolom: OP en direct ingaand opgebouwd PP) geldt als de werkgever opgebouwd partnerpensioen ter grootte van 70% van dat ouderdomspensioen. “Direct ingaand” betekent in dit verband dat de uitkeringen van het partnerpensioen ingaan na het overlijden van de werknemer, ongeacht op welk moment dat plaatsvindt. De vierde staffel met premiepercentages (kolom: OP en direct ingaand bereikbaar PP) geldt als de werkgever aan de werknemer een ouderdomspensioen heeft toegezegd tezamen met een direct ingaand, op de pensioendatum bereikbaar partnerpensioen. In dit geval zal een deel van het partnerpensioen op risicobasis verzekerd moeten zijn voor het geval dat de werknemer overlijdt PE WFt Leven | Pagina 2/28 | versie 2011-2012.3