Beheer en onderhoud van een speeltuin door vrijwilligers, altijd maatwerk
1
Beheer en onderhoud van een speeltuin door vrijwilligers, altijd maatwerk Speeltuinen zijn er in alle soorten en maten. Natuurspeeltuinen, bouwspeeltuinen waar je zelf een hut kunt timmeren, waterspeeltuinen, speeltuinen met een regiofunctie en natuurlijk de buurtspeeltuin om de hoek zoals in de stad Utrecht. Speeltuinen worden in de meeste gevallen beheerd en onderhouden door een vereniging of stichting. In veel plaatsen wordt het dagelijks beheer en toezicht geregeld door een vaste betaalde kracht. Maar ook buurtbewoners zijn op vrijwillige basis actief om kinderen speelplezier te bieden. In dit document gaan we daar, in vogelvlucht, op in. Voor het beheren van een speeltuin kan worden gekozen uit twee soorten rechtspersonen; een stichting of een vereniging. Maar wat is nu het beste? Dat hangt van de situatie af. Voor speeltuinwerk is een vereniging meestal aan te raden. Voor een kindervakantie werkorganisatie kan ook een stichtingsvorm gekozen worden. Het belangrijkste verschil tussen een vereniging en een stichting is dat een vereniging leden heeft en een stichting niet. De leden van een vereniging kunnen in de Algemene Ledenvergaderingen het beleid van de vereniging bepalen. Deze Algemene Ledenvergadering is het hoogste orgaan van de vereniging en benoemt het bestuur meestal uit haar midden. Een stichting kent geen leden. Het bestuur heeft tot taak het doel van de stichting na te streven, het vermogen te beheren en de besluiten te nemen namens de stichting. Naast het bestuur kan er ook een groepje mensen zijn dat volgens de statuten door het bestuur om advies gevraagd moet worden.
Vrijwilligers Vrijwillige inzet voor de speeltuin kost wat tijd, maar levert ook veel op. Uit een landelijk onderzoek enkele jaren geleden bleek dat de meeste vrijwilligers minder dan vijf uur in de week aan het werk in de speeltuin besteden. Bij een duidelijke taakverdeling gaat het hier vaak om minder uren. Bestuursleden zullen wel eens meer tijd aan de vereniging kwijt zijn dan iemand die alleen af en toe assisteert bij een activiteit. Veel vrijwilligerswerk wordt verricht door ouders van kinderen die in de speeltuin komen. Het gebeurt regelmatig dat ze hun vrijwillige functie blijven uitvoeren als hun kinderen allang de speeltuinleeftijd zijn ontstegen. Dat is terug te voeren op dat vrijwillige inzet dus veel oplevert, zoals een nuttige tijdsbesteding, contacten met andere buurtbewoners en natuurlijk, zoals een vrijwilliger van een speeltuin laatst zei "een heel goed gevoel als ik die kinderen leuk met elkaar zie spelen". Niet alleen ouders zijn een belangrijke "bron" voor het uitvoeren van vrijwilligerswerk. In speeltuinen kom je ook grootouders tegen, gepensioneerden, mensen zonder werk en jongeren. Er zijn ook verenigingen die gebruikmaken van taakgestraften en jeugd die een maatschappelijke stage moet uitvoeren, stagiaires van scholen voor zeer moeilijk lerenden en mensen met een beperking vanuit een dagbestedingsorganisatie. Die groepen worden meestal, onder begeleiding van school of instelling, ingezet bij onderhoud van de groenvoorziening of onderhoud van een gebouw. Het levert de speeltuin en de bewuste groepen veel op. Ze nemen veel, vaak minder aantrekkelijk, werk van vrijwilligers uit handen en levert henzelf daarentegen vaardigheden op voor later. Het vinden van vrijwilligers gaat, blijkt uit ervaringen van andere verenigingen, makkelijker als buurtbewoners rechstreeks worden benaderd. Een folder of stukje in de wijkkrant waarin om vrijwilligers wordt gevraagd is te afstandelijk. Als iemand direct wordt gevraagd voor een bepaalde klus en duidelijk hoort hoeveel tijd er in een functie of klus gaat zitten is de kans op succes meestal groot.
2
Verenigingen dienen nieuwe vrijwilligers om een Verklaring Omtrent Gedrag, VOG, te vragen die wordt verstrekt door de gemeente. Hieruit blijkt dat het verleden van een vrijwilliger “geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving”, zoals wordt omschreven. Een vrijwilligersbeleid bevordert de duidelijkheid over het vrijwilligerswerk in een speeltuinvereniging. In dat beleid worden afspraken gemaakt over hoe vrijwilligers worden geworven en behouden, of ze mogelijk kunnen "doorstromen" naar een andere functie binnen de vereniging, en het opdoen en op peil houden van hun kennis en vaardigheden. Als vrijwilligers bijvoorbeeld moeite hebben met het gedrag van enkele jeugdigen kunnen via de NUSO trainingen worden verzorgd op dit terrein, zoals dat ook geldt voor onder andere beheer, veiligheid en fondswerving.
Betaalde beheerder Dagelijks beheer, onderhoud en toezicht wordt in veel plaatsen geregeld door een betaalde kracht. Deze zijn in dienst van een welzijnsinstelling, gemeente of gedetacheerd via een sociaal werkverband. Hun werktijden zijn meestal van 10 tot 17 uur en hebben overwegend betrekking op het onderhoud van de speeltoestellen en gebouw en het houden van toezicht. Ze werken samen met de bestuursleden van een vereniging, die, buiten de tijden van de betaalde beheerder, de speeltuin open houden en hun verenigingsactiviteiten houden. De organisatie of instelling bij wie de betaalde beheerder in dienst is zorgt vook voor zijn voortdurende scholing.
Leden en contributie Bij de speeltuinen die bezoekers kosten rekenen is het vaak een combinatie van entree en contributie. Uit een landelijk onderzoek bleek dat 82 procent van de ondervraagden entree en 90 procent contributie vragen. In de meeste gevallen is de contributie per gezin. Een entreekaartje kost gemiddeld € 1,30. De contributie is gemiddeld € 17,90 per gezin per jaar, ongeacht het aantal gezinsleden. Kinderen van de basisschool kunnen op gezette tijden ook komen spelen. Hiervoor is bij een aantal speeltuinen een contributie per school afgesproken. De schoolcontributie bedroeg bij de ondervraagde speeltuinen € 56,70 per school per jaar.
Inkomsten Om de speeltuin draaiende te houden zijn uiteraard inkomsten nodig. Een belangrijke financiële bron zijn dus entreegelden en contributies, verder gemeentelijke subsidies, al lopen die steeds verder terug, verkoop van versnaperingen, verhuur van het speeltuingebouw, donaties en sponsoring en fondsgelden. Bij donaties en sponsoring hoeft het niet altijd in geld te zitten. Een speeltuin kan ook donaties en sponsoring in natura ontvangen. Bijvoorbeeld een bedrijf uit de buurt dat voor een kinderactiviteit diverse prijzen doneert of een nieuw pad aanlegt. Bij de renovatie van de speeltuin kunnen verenigingen in aanmerking komen voor fondsgelden, zoals Jantje Beton, VSB-fonds, Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind, NSGK, en Oranje Fonds. Financiële middelen kunnen ook worden verkregen door acties. Voorbeelden daarvan bij anderen zijn het ophalen van oudpapier, een autowasdag of kinderkledingbeurs.
Horeca in de speeltuin De verkoop van eet- en drinkwaren in een speeltuin moet aantoonbaar voedselveilig gebeuren. Daarvoor bestaat het HACCP-systeem om te voorkomen dat mensen ziek worden van eten en drinken. HACCP staat voor: Hazard Analyses Critical Control Points. Om die reden worden er in de meeste speeltuinen zo min mogelijk zelf te bereiden producten verkocht. Wel dus veel blikjes frisdrank en verpakte etenswaren zoals chips, koek, ijs en chocola. Als er nieuwe producten aan het assortiment worden toegevoegd dan dient per product een risicoanalyse te worden gedaan. Van eventuele nieuwe zelf te bereiden producten, zoals vers belegde broodjes, zijn de risico’s groter dan van voorverpakte producten. Maar ook de gevolgen voor de infrastructuur / bedrijfsvoering zullen
groter zijn. Denk hierbij aan opslag van grondstoffen, bereidingstijd, bereidingswijze, afvalstromen en houdbaarheid. Als er kosten moeten worden gemaakt omdat een eventueel nieuw product niet in de koeling, vriezer of gewone opslag past of waarvoor geen keukenapparatuur aanwezig is, dan moet de afweging worden gemaakt of de investeringskosten wel opwegen tegen de te verwachten omzet. Een product dat veel tijd vergt aan (voor) bereiding vraagt bij een succesvolle verkoop om meer uren van de vrijwilligers. Er is hierbij een verschil tussen producten die na bereiding opgeslagen kunnen worden en producten die meteen uitgeserveerd moeten worden. De inkoopprijs met daaruit voortkomende verkoopprijs van eet- en drinkwaren moet passen bij bij het bestedingspatroon van de speeltuinbezoekers van de speeltuin. Over het algemeen wordt daarom gekeken naar een voor iedereen betaalbare prijs. De genoemde HACCP-regeling betreft de voedselhygiëne en verplicht tot het aanwezig zijn van de informatiemap Hygiënencode voor de horeca. Hierin staan de normen waaraan een bedrijfsruimte (keuken, bar, opslag, schoonmaak e.d.) moet voldoen en de verplichtingen voor het werken met voedsel bestemd voor de verkoop. De Keuringsdienst van Waren controleert. Voor het schenken van alcohol is een vergunning van de gemeente nodig. Hiervoor moet een zogenaamd bestuursreglement (huisregels) zijn vastgelegd waarin het alcoholbeleid is omschreven. Twee leidinggevenden moeten in het bezit zijn van de Verklaring Sociale Hygiëne (diploma). Voor andere barmedewerkers is een Instructie Verantwoord Alcoholgebruik voldoende om alcohol te mogen verstrekken. Als er geen alcohol wordt geschonken is ook geen diploma Sociale Hygiene vereist. Een onderdeel van deze regelgeving betreft de beperkingen in verband met de paracommercie. De horeca houdt scherp in de gaten dat er geen oneigenlijke concurrentie kan plaatsvinden vanuit de speeltuingebouwen. Het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) houdt zich hiermee bezig. Met de gemeente worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld openings- en sluitingstijden, aard van de activiteiten en het maken van reclame.
Openingstijden Buitenspelen in een speeltuin kan eigenlijk vrijwel het hele jaar. De meeste speeltuinen in ons land zijn daarom, zo bleek uit het onderzoek, het hele jaar door geopend (62 procent). Ongeveer een kwart van de speeltuinen (24 procent) is een half jaar of zeven maanden per jaar geopend. De opening van de andere speeltuinen varieert van twee tot vijf, acht, negen, tien of elf maanden per jaar. De dagelijkse openingstijden lopen uiteen. Bijna alle speeltuinen zijn woensdag overdag geopend. Ook opening op vrijdag overdag is nagenoeg standaard. Opening op andere werkdagen is bijna net zo gebruikelijk. Opening op zaterdag overdag komt minder vaak voor, iets minder dan driekwart van de speeltuinen opent dan zijn poorten. Zondagopening overdag vindt plaats bij een minderheid van 36 procent. Hoe langer een speeltuin open is, hoe beter, maar ze dienen ook voor alle kinderen toegankelijk te zijn. Dus ook voor kinderen met een handicap. De NUSO zet zich via het NSGK-project Samen Spelen in voor het beter toegankelijk maken van speeltuinen voor deze groep. Daartoe zijn 25 speeltuinen speciaal ingericht voor kinderen met een handicap, zodat ze als voorbeeld kunnen dienen voor anderen, van wie de NUSO hoopt dat ze in de toekomst ook voor iedereen toegankelijk zullen worden.
Onderhoud en beheer Volgens de Nederlandse wet (Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen of WAS) moeten speeltoestellen in de (semi-)openbare ruimte veilig zijn. Goed beheer zorgt ervoor dat een veilig speeltoestel veilig blijft. Dit houdt in dat er een beheersplan is, dat de toestellen volgens dit plan goed worden onderhouden en gecontroleerd en dat in een logboek wordt bijgehouden. Een beheerder ,en elk bestuur van een speeltuin is een beheerder, moet regelmatig de speeltuin laten inspecteren. Aan de hand van de veiligheidsnormen worden de speeltoestellen nagelopen op mogelijke gebreken. Ook de valdempende bodemmaterialen en de vrijspeelruimte vallen onder andere onder een inspectie. Minimaal één keer per jaar moet de speeltuin worden geïnspecteerd. Aanbevolen wordt om dat periodiek te doen. Hoe vaak hangt af van de situatie. Is de speeltuin alle dagen van het jaar toegankelijk? In de zomer meer dan ’s winters? Kortom een beheerder moet bepalen hoe vaak en wanneer men de speeltuin inspecteert.
Het is raadzaam om de jaarlijkse inspectie door een deskundige ‘derde’ te laten doen. Een beheerder krijgt dan een beeld of het afgelopen jaar de speeltuin op een goede manier is onderhouden. Een inspectiebureau kan een speeltoestel nooit afkeuren of laten verwijderen. De inspecteurs van de Keuringsdienst van Waren controleren de Wet. Zij controleren of de beheerder zich wel aan de wet houdt. Zij komen gevraagd en ongevraagd. Deze inspecteurs zijn de enigen die een speeltoestel kunnen en mogen afkeuren. Dat kan betekenen dat een beheerder een bepaalde tijd de gelegenheid krijgt om het speeltoestel veilig te maken of dat het toestel direct moet worden verwijderd. Er wordt meestal dan ook een proces verbaal opgemaakt. Hoe veilig een speeltuin ook is, er kan altijd een ongeluk gebeuren. Als een kind valt en ongelukkig terechtkomt, stellen ouders steeds vaker de vereniging aansprakelijk. Een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering is dan ook onmisbaar. Maar als het onderhoud aan de speeltoestellen en de ondergrond volgens de wettelijke eisen wordt uitgevoerd kan een beheerder of de vrijwilligers van een speeltuin niets worden verweten bij een ongeval. Dat kan namelijk ook gebeuren door onjuist gebruik van de speeltoestellen. Bijvoorbeeld als een kind op een speelhuisje klautert en er dan afvalt. Overigens maakt vallen ook gewoon deel uit van spelen, want “met vallen en opstaan word je groot”, zoals een gezegde luidt. Andere belangrijke verzekeringen voor een speeltuinvereniging zijn die, zoals de NUSO ze aanbiedt een ongevallenverzekering basispakket, ongevallenverzekering pluspakket, inclusief zaakschade en arbeidsongeschiktheidsverzekering, bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, werkgeversaansprakelijkheidsverzekering en een gebouwenverzekering (opstal) met of zonder inboedelverzekering.
Wet- en regelgeving Arbowetgeving Hierin is bepaald dat er een Risico Inventarisatie & evaluatie (RI&E) voor personeel en vrijwilligers moet worden opgesteld. Als er sprake is van veertig of meer uur betaalde arbeid dan is het verplicht daarbij de Arbo-dienst in te schakelen. Bij minder betaalde uren is het volgen van de instructies Arbocheck Vrijwilligers voldoende. De regels gaan over de normen voor gezondheidsrisico's van “ het personeel”. De Arbo-dienst kan tegen betaling een dergelijke rapport vervaardigen.
Bedrijfshulpverlening (BHV) Als er sprake is van betaald personeel geldt de wettelijke verplichting dat er per vijftig bezoekers in het gebouw, een persoon aanwezig moet zijn die in het bezit is van het certificaat BHV. Dit certificaat verplicht tot het volgen van een jaarlijkse training. In het geval er alleen vrijwilligers werkzaam zijn is het certificaat niet verplicht. Wel gelden de regels van de Arbo-wet (RI&E). Sinds regelgeving over BHV is EHBO niet meer verplicht.
Tabakswet De regel die uit deze wet in werking is getreden is het recht op een rookvrije werkplek met ingang van 1 januari 2004. Dit geldt ook voor vrijwilligers. Volgens de Arbo-wetgeving wordt een vrijwilliger als werknemer gezien. Onbetaald, maar er zijn afspraken gemaakt over taken en tijden. Een speeltuinverenigingsgebouw is als gevolg van de wet rookvrij. Als er twee kantines zijn mag de kleinste ruimte als rookruimte worden gebruikt. Verder is het toegestaan om een afsluitbare rookruimte aan te wijzen.
Activiteiten Naast het bieden van een plek waar kinderen naar eigen wens kunnen klimmen, klauteren en rennen hebben veel speeltuinen ook een aanbod aan georganiseerde activiteiten. Er is grote diversiteit in het aanbod van georganiseerde activiteiten, waarvan er veel tijdens feestdagenplaatsvinden. Georganiseerde activitei-
ten tijdens feestdagen zijn zoal: sinterklaas, paaseieren zoeken, carcarnaval, Hallo-ween, kerstfeest, knutselen en andere creatieve bezigheden. Buiten feestdagen: fancy fair, kindervakantie-activiteiten, spelletjesdag, bingo, kienen, zomerfeest, openingsfeest, barbecue, dagtochtjes en fietstochtjes,(kinder)disco, sportief evenement, zeskamp, tentennacht en kamperen. Handig is een jaarplan met te organiseren algemene activiteiten. Een voorbeeld: 1. Nationale Burendag (september). 2. Zomerfeest (juni) voor alle buurtbewoners. 3. Vrijwilligersdag NL Doet (maart). 4. Jaarlijks bezoek van ouderen uit bejaarden-/verzorgingshuis in de buurt van de speeltuin. 6. Een mededelingen-/oproepenbord, waar mensen een kaartje op kunnen hangen als ze iets gratis aan te bieden hebben of bv hulp willen tegen een tegenprestatie. Er mag geen geld mee gemoeid zijn, bv. 'Wie helpt mij een boekenkast in elkaar zetten, dan bak ik een cake'. 7. 'Sportdag' oudere buurtbewoners en kinderen met ouderwetse spelletjes zoals, hoepelen, tollen, springtouwen, kegelen, knikkeren
Samenwerking in de buurt De speeltuin moet van de wijk zelf zijn; wat betekent dat kinderen er graag komen, dat ouders en anderen zich als vrijwilliger willen inzetten voor de speeltuin en dat het een plaats is van waaruit kan worden samengewerkt met andere organisaties in de wijk. Veel speeltuinen werken regelmatig samen met de gemeente en met scholen, maar ook met lokale onder-nemers en kinderopvang. Er zijn speeltuinen die een deel van hun accommodatie verhuren aan een kinderopvangorganisatie. Samenwerking met scholen kan inhouden dat de kinderen bijvoorbeeld tijdens de middagpauze kunnen spelen in de speeltuin, maar dat er met de school ook gezamenlijke activiteiten kunnen worden georganiseerd.
NUSO behartigt belangen speeltuinen Speeltuinen die zijn aangesloten bij de NUSO zijn verzekerd van talloze diensten en kunnen deelnemen aan projecten die voor hen van belang zijn.
Advies en ondersteuning NUSO-leden krijgen ondersteuning en advies bij onder andere:onderhoud en veiligheid, fondswerving en sponsoring, renovatie of nieuwbouw, toegankelijkheid speeltuin voor kinderen met beperking, gebruikmaking bij beheer en onderhoud speeltuin door speciale groepen zoals jongeren met beperking, verzekeringen, juridische zaken, algemene inkoopvoorwaarden.
Website en publicaties Op www.nuso.nl staat informatie over de NUSO, haar diensten, service en activiteiten. Samen met Veiligheid.nl ontwikkelde de NUSO de website allesoverspelen.nl met informatie over veiligheid. Verder kunnen de leden een groot aantal publicaties van onze website via het ledengedeelte downloaden en een gratis pagina op onze site aanvragen (informatie en inloggegevens zijn op te vragen via
[email protected]).
Speelmail NUSO-leden ontvangen vier keer per jaar de Speelmail, een volwaardig blad met onder andere aantrekkelijke verhalen over speeltuinen die als voorbeeld kunnen dienen voor anderen, NUSO-nieuws en natuurlijk steeds wetenswaardigheden over onderwerpen als fondswerving, veiligheid en vrijwilligerswerk.
Digitale nieuwsbrief Iedere maand verstuurt de NUSO aan alle leden een digitale nieuwsbrief over actuele kwesties, aankondigingen en links naar relevante sites.
NUSO-bus Een bus vol sport- en spelmateriaal exclusief aan te vragen voor bij de NUSO aangesloten verenigingen. De inhoud van de vrolijke bus met aanhanger bestaat onder andere uit een luchtkussen, skelters, een interactieve voetbalmuur, het nieuwste sport- en spelmateriaal en diverse oudhollandse spelen.
Cursussen, trainingen en presentaties De NUSO biedt een aantal cursussen, trainingen en presentaties aan, zoals veiligheid in de speeltuin, "Spelbrekers", omgaan met lastig gedrag in de speeltuin, geïntegreerd spelen
Projecten "Buurtfunctie terug naar speeltuin": Samen met de speeltuinen en de betrokkenen in de wijk zoals gemeenten, corporaties, scholen en andere organisaties, en natuurlijk kinderen, jongeren, ouders en buurtbewoners wil de NUSO de buurtfunctie van speeltuin versterken. Daarvoor is een methodiek ontwikkeld, concept moderne speeltuin, die laat zien hoe het ervoor staat met de speeltuin en welke acties en investeringen gezamenlijk ondernomen kunnen worden om de speeltuin te versterken. De NUSO werkt langs twee lijnen om de buurtfunctie van speeltuinen te verbeteren: een sociale en een fysieke aanpak. “Buurtfunctie terug naar de speeltuin” is een voortzetting van het Deltaplan Spelen, dat zich ook richtte op een sociale en fysieke renovatie van de speeltuin en ondersteuning. Nederland zijn speeltuinen van een nieuwe generatie. Landelijke speeltuindag: iedere derde zaterdag van juni organiseert de NUSO de landelijke speeltuindag. Overal in Nederland openen speeltuinen hun poorten voor publiek, pers en politiek. Deelnemende verenigingen stellen zelf hun programma samen. Ledendag: ieder jaar houdt de NUSO een ledendag in een grote speeltuin. Kinderen van de aangesloten speeltuinverenigingen kunnen zich daar dan vermaken, terwijl er voor de vrijwilligers een congres plaatsvindt waarop actuele zaken uit het speeltuinwerk worden besproken. Speelregels: doel van dit project is om in samenwerking met kinderen, vrijwilligers en ouders omgangsregels voor in en om de speeltuin te maken. Belangrijk daarbij is hoe je met elkaar de regels naleeft. Aan de slag in de speeltuin: dit NUSO-project laat jongeren met een verstandelijke beperking stage lopen of onder begeleiding werken in speeltuinen. Beide partijen, de jongeren en de speeltuinen hebben hier voordeel bij. De jongeren kunnen diverse vaardigheden leren bij het onderhoud en beheer en de speeltuin heeft minder een beroep te doen op de veelal schaarse vrijwillige arbeid. Zie ook www.aandeslaginspeeltuin.nl NSGK-campagne Samen Buiten Spelen: De NUSO is een van de partners in de campagne van NSGK voor het gehandicapte kind die ervoor zorgt dat eind 2012 25 speeltuinen worden aangepast aan kinderen met een handicap. Met anderen zit de NUSO in een begeleidingscommissie die speeltuinen adviseert en steunt bij het proces van de aanpassingen. Zie www.speeltuinbende.nl
Belangenbehartiging De NUSO behartigt de belangen van het spelende kind in Nederland in het algemeen en van haar leden in het bijzonder door: politieke lobby zodat speelruimte hoog op de politieke agenda komt, regelmatig en goede contacten met de fondsen te onderhouden, AIV, Algemene Inkoop Voorwaarden, voor betere voorwaarden en korting op aankoop speeltoestellen en de wetgeving nauwkeurig in de gaten te houden.
Adres: Koningslaan 101 3583 GS Utrecht Tel: 030 254 48 80 Fax: 030 254 50 88 Email:
[email protected] Website: www.nuso.nl © NUSO 2012