Begroting 2010-2013
Gemeente Maasdriel
"2020 in de steigers"
2
Inhoudsopgave Aan de raad
5
Leeswijzer 1 2 3 4
13
Relatie bestuur - inwoners Bouwen aan Maasdriel Leefbare samenleving Inrichting leefomgeving
15 21 29 37
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
45
De paragrafen
47
A B C D E F G
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
49 55 57 61 65 69 73
De financiële begroting
77
Recapitulatie Algemene uitgangspunten Toelichting Meerjareninvesteringsoverzicht Toelichting op het meerjareninvesteringsoverzicht Relatie tussen resultaatgebieden en producten Raadsbesluit
77 79 83 88 89 91 95
3
4
Aan de raad Totstandkoming begroting 2010 -2013. De begroting 2010 e.v. is opgesteld in een periode waarin de effecten van de economische crisis steeds zichtbaarder worden. Het aantal bouwaanvragen neemt af en het aantal uitkeringsgerechtigden stijgt. De belangrijkste inkomstenbron van de gemeente "de algemene uitkering" wordt bevroren en onzeker voor de jaren vanaf 2012. Bij het opstellen van de begroting werden de financiële gevolgen snel duidelijk. De budgetaanpassingen op basis van bestaand beleid en de achterblijvende algemene uitkering leiden tot een tekort dat oploopt tot € 816.000,- in 2013. Een verhoging van € 579.000,- ten opzichte van de 1e bestuursrapportage 2009. Omdat behandeling van de voorbeschouwing op 17 september niet wenselijk bleek te zijn is er voor gekozen in deze paragraaf het begrotingsproces tot het moment van aanbieden aan de raad uit een te zetten en niet zoals vorig jaar in een afzonderlijk document. Op deze manier vindt er besluitvorming plaats met 1 integraal document. Voor de raad wordt helder waarom bepaalde maatregelen worden voorgesteld. Bij de betreffende thema's zijn de toelichtingen op budgetaanpassingen, bezuinigingsmaatregelen en het nieuw beleid toegelicht. Het college realiseert zich dat het doel van de voorbeschouwing "het kunnen aangeven van de raad welke beleidspunten zij gerealiseerd wil zien en welke maatregelen getroffen kunnen worden om de begroting sluitend te krijgen" hiermee komt te vervallen. Indien de raad nu keuzes maakt wordt direct het effect zichtbaar op de meerjarenbegroting. Eventuele aanpassingen zullen in de 1e begrotingswijziging worden doorgevoerd. Voor een inhoudelijke toelichting van de diverse onderdelen wordt verwezen naar het desbetreffende thema. Totstandkoming begroting 2010 e.v. Raming 2010 -631
Saldo meerjarenbegroting
Ra ming 2011 -1.153
Raming 201 2 -1.14 4
Raming 2013 nvt
Aanpassing bij begrotingsbehandeling
-48
-48
-4 8
nvt
O nderuitputting
150
150
15 0
nvt
Bezuinigingsmaatregelen/ombuiging
481 -48
626 -425
626 -41 6
nvt 0
structurele gevolgen 1e bestuursrap.
170
184
17 9
nvt
Start opmaak begroting 2010 e.v.
122
-241
-23 7
-237
Adm. b ijstellingen/wijzigingen op bestaand beleid(tabel a)
-507
-366
-40 3
-440
Mutaties op eigen inkomsten (tabel b)
-177
115
117
117
Wijziging algemene uitkeri ng (tabel c)
235
-28
-310
-256
-449 -327
-278 -519
-596 -833
-579 -816
222 163 58
315 123 -81
381 123 -32 8
381 123 -312
Totaal bijstelling begroting 2010 e.v Saldo begroting voor bezuinigings maatregelen Bezuinigingsvoorstellen (tabel d) Bijstelling bedrijfsvoerin gsbudgetten (tabel e) Saldo begroting voor toevoeging nieuw beleid Toevoeging nieuw belei d (tabel f) Saldo primitieve begroting 2010 e.v.
0
0
0
0
58
-81
-328
-312 nadelig
voordelig
nade lig
nadelig
Totstandkoming van de ramingen in de meerjarenbegroting De ramingen in deze begroting zijn gebaseerd op de in 2009 ingezette beleidsuitgangspunten. Er is geen nieuw beleid in de begroting opgenomen. Budgetwijzigingen hebben slechts
5
plaatsgevonden indien ontwikkelingen binnen het bestaand beleid onontkoombaar en onvermijdbaar zijn. Gespecificeerd zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
6
Tabel a) adm.bijstellingen/wijzigingen op bestaand beleid (positief is voordeel, negatief is nadeel) Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
Thema 1 rege lgeving 2010
-35
-5
-5
-5
verplichte bijdrage aan omroep
-12
-12
-12
-12
-10
-10
-10
-10
17
17
17
17
Thema 2 Procedurekosten bestemmi ngsplannen bi jdrage aan welstandscommissie Thema 3 la gere huurkosten noodlokaa l Deken Wehmeijer Regeling VVE/GOA Aanschaf vervanging speeltoestellen (correctie) Bijdrage sociale dienst bommelerwaard
13
13
13
13
-10
-25
-25
-25
22
22
22
22
-218
-155
-155
-155
-16
0
0
0
-100
-100
-100
-100
la gere eigen bijdrage hulp bij het huishouden Thema 4
-15
-15
-15
-15
la gere bijdrage verkoop oude brandweergarages
-21
-21
-21
-21
0
0
-44
-44
voorgenomen investeringen diverse wegen
-49
-26
-26
-30
Uitkomst me erjarig uitvoeringsplan wegen
pm
pm
pm
pm
126
118
139
52
-2
7
23
23
subsidie peu terspeelzaal hoger door exploitatietekort prestatieveld WMO
structurele lasten ele ctronisch kinddossier
Algemeen dekkingsmiddel bespaarde rente Bedrijfsvoering I&A-plan centraal inkoopbureau Aanpassing salarisbudget o.a. premieverhoging etc.
20
20
20
20
-86
-39
-36
-36
Diversen 22
22
22
22
la gere prijsindex (bevriezen betekent 2% ipv 3,5%)
-100
-100
-100
-100
Dive rse kleine aanpassing en Totale mutaties op bestaand beleid (kosten)
-53
-77
-110
-56
-507
-366
-403
-440
voordeel op kapitaallasten
7
Tabel b) muta ties op eigen inkomsten (positief is voordeel, negatief is nadeel) Raming 2010
Ra ming 2011
Raming 201 2
Raming 2013
31
31
31
31
-23 -60
-23 -30
-2 3 -3 0
-23 -30
Them a 1 hog ere legesopbrengsten rijbewijzen Them a 2 le ges bestemmingsplannen (afname aantal) le ges welstand
-40
-40
-4 0
-40
-255
0
0
0
saldo op rioolh effing (hogere kapitaallasten, BTW)
37
45
47
47
grafleges
30
30
30
30
103
103
10 3
103
-177
115
117
117
Ra ming 2011
Raming 201 2
Raming 2013
le ges WRO art 17/19 vervallen le ges bouwvergunningen Them a 4
Algemeen dekkingsm iddel toename O ZB-opbrengst 2% (infl atie) + autonome groei Totale mutaties op eigen inkomsten
Tabel c) algem een dekkingsmiddel (positef is voordeel, negatief is nadeel) Raming 2010 Algemeen dekkingsm iddel Rijksbijdrage BDU ontwikkeling al gemene uitkering B ijdrage nadeelge meenten WMO Totale bijstelling algemene uitkering
13
14
0
0
160
-105
-373
-319
63
63
63
63
235
-28
-310
-256
Deze bijstellingen leiden tot een fors tekort. Het college heeft in overleg met de themamanagers en financiën onderzocht welke maatregelen er mogelijk zijn om dit tekort terug te dringen. Deze maatregelen worden aan u voorgelegd ter besluitvorming. Naast administratieve wijzigingen (bijv. inzetten van een deel van de algemene reserve voor het terugdringen van structurele kapitaallasten), worden er ook maatregelen voorgesteld die gevolgen hebben voor externe partijen. Het college heeft hierbij zo veel als mogelijk geprobeerd eerst die maatregelen te nemen die leiden tot een betere verdeling van middelen. Budgetbijstellingen die op basis van ervaringcijfers kunnen plaatsvinden zijn doorgevoerd. Dit kan echter in enig jaar wel leiden tot noodzakelijke budgetbijstellingen in het kader van de 3-O's. Als voorbeeld wordt genoemd het budget voor gladheidbestrijding. Op basis van de afgelopen 3 jaar kan het budget naar beneden. Het zou natuurlijk denkbaar zijn dat in de komende jaren de gladheidbestrijding meer kost waardoor incidenteel extra middelen nodig zijn. Door deze werkwijze wordt er structureel geen beslag gelegd op de financiële middelen. Het bedrag wat beschikbaar moet zijn voor het opvangen van incidentele tegenvallers (de risico-reserve) moet hiervoor wel naar boven worden bijgesteld. In de paragraaf weerstandsvermogen komen we hier uitgebreid op terug.
8
Tabel d) voorgenomen bezuinigingsma atregelen/beleidswijziginge n (positief is voordeel) Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
11
11
11
11
Thema 1 bud get rekenkamercommissie halveren Thema 3 warme maaltijdvoorziening (systeemwijzig ing )
0
8
8
8
evaluatiesubsidieverordening bezuiniging vanaf 2011
0
15
15
15
WMO obv ervaringcijfe rs rolstoelen en hulpmiddelen
35
35
35
35
WMO obv ervaringcijfe rs woningaanpassingen
20
20
20
20
WMO obv ervaringcijfe rs vervoersvoorzieningen
21
21
21
21
recreatieplan Hedel onderhoud minimaliseren
0
5
5
5
subsidie opvanghuis dieren verlagen Thema 4
0
5
5
5
bud get gladheidsbestrijding obv ervaringscijfers
20
20
20
20
ui tmaaien sloten
5
5
5
5
afvoer baggerspecie Hertenkampen (muv wandelpark) anders org aniseren
5 0
5 20
5 20
5 20
Algemene dekkingsmiddelen reconstructie sportvelden anders fi nanciëren in zet € 1.659.000,- algemene reserve voor versnelt afschrijven
0
0
66
66
85
85
85
85
Diversen Bezuiniging regio (bestuursdi enst, logopedie, GGD) Voorgenomen bezuinigingsmaatregelen
20
60
60
60
222
315
381
381
Tabel e) bijstelling bedrijfsvoeringsbudgetten (positief is voordeel) Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
14
14
14
14
20
40
40
40
Thema 1 verlaging budgetten communicatie Thema 2 verlaging budget thema bouwen advieskosten derden Thema 4 oefenkosten rampenbestrijding Inhuur BOA terugbrengen, anders organiseren
5
5
5
5
25
25
25
25
Bedrijfsvoering 60
0
0
0
bran dstof voertuigen buitendi enst openbare werken
8
8
8
8
reis- en verblijfkosten afdeling openbare werken
5
5
5
5
Drukwerk
5
5
5
5
21
21
21
21
1 63
123
123
123
minder ureninzet bouwvergunningen
vervall en jaarlijkse storting in reserve personeel Bijstelling bedrijfsvoeringsbudgetten
Zoals uit het resumé valt af te leiden zijn met de voorgestelde maatregelen de eerste twee jaar in het meerjarenperspectief nagenoeg sluitend. Voordeel in het eerste jaar wordt dan ingezet ter dekking van het tweede begrotingsjaar. De begrotingsjaren 2012 en 2013 zijn niet sluitend. Zowel vanuit het ministerie als vanuit de provincie wordt aangegeven soepel om te zullen gaan met de begrotingsjaren 2012 en 2013. Deze soepele houding komt voort uit de onzekerheid met betrekking tot de algemene uitkering. De huidige mei-circulaire geeft te weinig inzicht in de algemene uitkering na 2011. Indien de gemeente nu op voorhand maatregelen moeten nemen om het meerjarenperspectief sluitend te kunnen presenteren is dat niet wenselijk. Het presenteren van een tekort wat aansluit bij de terug val van de algemene uitkering in 2012 en 2013 vinden wij, en de provincie, dan ook acceptabel.
9
In de begroting is zeer beperkt ruimte gevonden voor het opvoeren van nieuw beleid. Onderstaande maatregelen is pro memorie opgenomen. Een toelichting hierop is bij thema 4 verwoord. Tabel f) nieuw beleid Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
Thema 4 Uitvoering handhaving campi ngs
pm
pm
pm
O nttrekking uit reserve nieuw beleid
pm
pm
pm
pm
202 0+ Maasdriel
pm
pm
pm
pm
O nttrekking financieel masterplan c.a .
pm
totaal nieuw beleid
pm 0
10
pm
pm 0
pm 0
0
Voorstel De begroting is ingedeeld naar thema's, maar de budgetten worden door de raad op het niveau van de resultaatgebieden vastgesteld. Tabel 13 op pagina 77 geeft de totaalbedragen weer. 1. de begroting 2010 van de gemeente Maasdriel vast te stellen overeenkomstig het voorliggende ontwerp; 2. de baten en lasten voor 2010 inclusief de lasten die voorvloeien uit het meerjareninvesteringsoverzicht, per resultaatgebied vast te stellen, zoals deze zijn opgenomen op pagina 77; 3. de paragrafen als te voeren beleid voor de begrotingsperiode vast te stellen (zie pagina 47 en verder); 4. de meerjarenraming 2011 – 2013 als leidraad voor het te voeren beleid te hanteren; 5. de uitkomsten van de behandeling van de begroting als eerste begrotingswijziging vast te stellen. Het college van Maasdriel, Maasdriel, 15 september 2009.
11
12
Leeswijzer In deze begroting geven we het meerjarenperspectief weer voor de periode 2010 - 2013. De begroting bestaat uit vier delen te weten: • de thema's (de resultaatgebieden maken hier onderdeel van uit); • de algemene dekkingsmiddelen; • de paragrafen; • de financiële begroting. Deze structuur is vergelijkbaar met de begroting 2009 en is grotendeels bepaald door het Besluit begroten en verantwoorden (Bbv) voor Provincies en Gemeenten. De begroting heeft de volgende functies. • Autorisatiefunctie Met het vaststellen van de begroting geeft de gemeenteraad toestemming aan het college van burgemeester en wethouders tot het doen van uitgaven tot maximaal de bedragen zoals genoemd in de begroting. • Allocatiefunctie In de begroting is de verdeling van de beschikbare middelen over de verschillende programma's vastgelegd. Hiermee is de relatie tussen beleid en financiën inzichtelijk gemaakt. • Controlefunctie In de begroting zijn de doelstelling en de hiervoor beschikbare middelen vastgelegd. In tussentijdse rapportages (1e en 2e bestuursrapportage) en de jaarrekening wordt gerapporteerd over eventuele afwijking en over realisatie van de voornemens. Bij alle tellingen binnen deze begroting is gerekend met de niet-afgeronde bedragen. Dit leidt op plaatsen tot afrondingsverschillen. Deze verschillen zijn nooit groter dan € 1 (in € 1.000).
Thema's Uit het coalitieakkoord "Sterke dorpen, sterk Maasdriel" zijn de volgende vier thema's gekozen: 1. Relatie bestuur - inwoners; 2. Bouwen aan Maasdriel; 3. Leefbare samenleving; 4. Inrichting leefomgeving. Deze zijn als volgt uitgewerkt. Wat willen we bereiken? Formulering van de te bereiken doelstellingen voor het desbetreffende thema. Deze formulering is zo SMART mogelijk weergegeven. Wat gaan we daarvoor doen? Beschrijving van in te zetten activiteiten om de geformuleerde doelstellingen te realiseren. De activiteiten die kunnen worden uitgevoerd binnen de bestaande budgetten en budgetten voor nieuw beleid zijn hierin opgenomen. Beleidsmatige ontwikkelingen De bestaande programma's zijn als resultaatgebieden ondergebracht binnen de thema's. Binnen de thema's zijn de relevante beleidsontwikkelingen geschetst van het betreffende resultaatgebied. Wat mag dat kosten? De ramingen van de lasten en baten verbonden aan het betreffende thema naar:
13
•
•
prioriteiten Het gaat hier om de uitvoering van prioriteiten en intensivering van bestaand beleid van de gekozen thema's zoals deze zijn opgenomen onder het onderdeel "wat gaan we daarvoor doen?". bestaand beleid Het betreft hier de budgetten voor bestaand beleid die al in voorgaande begrotingen c.q. bestuursrapportages zijn opgenomen, onderverdeeld naar programma's.
Toelichting op de lasten en baten Hierin zijn afzonderlijk toegelicht: • uitvoering van prioriteiten; • intensiveringen bestaand beleid. Daarnaast vindt een toelichting plaats op de afwijkingen van de raming bestaand beleid voor het jaar 2010 ten opzichte van de raming uit de begroting 2009. Daarnaast zijn, afwijkingen in het meerjarenperspectief ten opzichte van de ramingen 2010 toegelicht. Toelichting resultaatbestemming Resultaatbestemming bestaat uit twee onderdelen, bestemmingsreserve en egalisatiereserve. • Bestemmingsreserves zijn afgezonderde vermogensbestanddelen met een specifieke bestemming voor bepaalde doeleinden. De beleidsruimte inzake reserves is zeer groot. De raad kan op basis van eigen keuzes en afwegingen bepalen of reserves worden ingesteld. De bestemming kan te allen tijde (door de raad) veranderd worden. • Een egalisatiereserve wordt gevormd om sterk fluctuerende kosten te spreiden over verschillende begrotingsjaren. Eventuele afwijkingen ten opzichte van de gemiddelde lasten komen ten gunste of ten laste van de desbetreffende egalisatiereserve. Mutaties in voorzieningen vallen niet binnen de resultaatbestemming. Deze zijn verantwoord onder de lasten.
Paragrafen Deze paragrafen handelen vooral over een aantal belangrijke beheersmatige onderwerpen. Ze geven een dwarsdoorsnede weer van deze begroting. De paragrafen zoals deze nu zijn opgenomen zijn voorgeschreven in het Bbv. De gemeente heeft de vrijheid om hieraan eigen paragrafen toe te voegen.
Financiële begroting In de financiële begroting is een totaaloverzicht opgenomen van alle baten en lasten. Daarnaast is een overzicht opgenomen van de uitgangspunten waarop deze begroting is gebaseerd en een toelichting op overige financiële aspecten.
14
1 Relatie bestuur - inwoners Wat willen we bereiken? Ambitie
Resultaatgebieden
Wij hebben de ambitie te komen tot een doelmatige, doeltreffende en klantgerichte gemeentelijke dienstverlening aan de burger en het versterken van het imago van de gemeente Maasdriel. Inwoners willen we in een vroegtijdig stadium betrekken bij de voorbereiding van nieuw beleid.
Bestuur, organisatie en communicatie
Beoogde effecten •
Inwoners en ondernemers die vertrouwen hebben in het bestuur van de gemeente Maasdriel. Indicatoren 1 - De waardering in 2010 over een goed gemeentebestuur: 6,0 (benchmark 2007: 5,5) . - De waardering in 2010 over een gemeentebestuur dat luistert naar haar inwoners: 6,0 (benchmark 2007: 5,0).
•
Inwoners en ondernemers die tevreden zijn over de dienstverlening van de (gemeentelijke) overheid. Indicatoren - De waardering in 2010 over gemeentelijke dienstverlening 7,5 (benchmark 2007: 6,9). - In 2008 minimaal 50 digitale diensten, in 2010 alle diensten waar dit mogelijk is. - Het gebruik van internet voor gemeentelijke dienstverlening moet met 10% per jaar groeien (peildatum 1e kwartaal 2007: 37.000 bezoeken). - In 2010 dient op basis van een kwaliteitshandvest minimaal 80% van de normtijden te worden gehaald.
•
Een zo groot mogelijke administratieve lastenverlichting (waaronder vermindering regelgeving) voor inwoners en ondernemers. Indicator - De waardering over duidelijkheid, handhaving, ontbreken en tegenstrijdigheid van regelgeving: 6,0 (benchmark 2007: 5,4).
Initiatieven om deze ambitie te realiseren 1. Werken aan bestuurlijke vernieuwing 2. Verbeteren van de dienstverlening 3. Verminderen van de administratieve lasten Vastgesteld bestaand beleid • • • •
1
Nota externe communicatie 2007 Plan van aanpak vermindering regelgeving 2007 Nieuwe opzet commissievergaderingen 2007 Nota interne communicatie 2008
Bron indicatoren klanttevredenheid: onderzoek "De staat van de gemeente" (2007).
15
Speerpunten collegebeleid 2007- 2010 •
• • • •
De komende jaren wil het college verder investeren in een optimale dienstverlening aan de Maasdrielse burger en dit ook duidelijk zichtbaar maken. Daarbij horen de verdere uitbouw en intensivering van het Maasdriels digitaal loket, de introductie van de publieksbalie, de verbetering daarvan in producten en openingstijden. Het college wil de regelgeving terugdringen/vereenvoudigen en meer verantwoordelijkheid terugleggen bij de inwoners. Daarbij zullen we kwetsbare burgers ontzien en het milieu en de veiligheid waarborgen. De versterking van de communicatiefunctie is speerpunt van het college en de raad. De versterking moet leiden tot een dynamisch en transparant communicatiebeleid met meetbare resultaten. Bevorderen van de 1-loketfunctie van de diverse overheden, zoals rijk, provincie, waterschap en gemeente. Opstellen en implementeren van een gedragscode voor bestuurders en ambtenaren.
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Verbeteren imago van de gemeente Maasdriel • • • • • •
Het college zal, evenals de raad, een gedragscode voor zichzelf en de ambtenaren opstellen. De raad werkt verder aan het professionaliseren van zichzelf, waarvoor de griffie ondersteuning biedt en thema/informatieavonden, trainingen en werkbezoeken aanbiedt. Versterking van de controlerende en kaderstellende rol van de raad geschiedt ook door de onderzoeksrapporten van de onafhankelijke externe rekenkamercommissie Maasdriel. Evaluatie nieuwe opzet commissies door raadswerkgroep Bestuurlijke Vernieuwing. De griffie begeleidt inwoners die gebruik wensen te maken van het inspreekrecht. De griffie draagt zorg voor het publiceren van de conceptagenda’s en informatie over het inspreekrecht in het Carillon.
1.2 Verminderen afstand burger- overheid • • • • •
Bevorderen interactie met burger door naast inspreekrecht de mogelijkheid van deelname aan informatierondes in de commissies aan te bieden (dit continue promoten) Om de transparantie in de dienstverlening te vergroten zal een digitale statusvermelding van de aanvragen worden ontwikkeld zodat de aanvrager weet hoe het staat met zijn aanvraag (2010). Inwoners tijdig informeren over beleidsvoornemens. Duidelijkheid verschaffen over formele inspraakprocedures. Inwoners correct informeren over beleidsuitvoering. In 2010 extra aandacht voor helderheid en duidelijkheid in persoonlijke contacten via brief, email en telefoon tussen ambtelijk apparaat en inwoners Inwoners maandelijks informeren over de nieuwe digitale mogelijkheden die zich ontwikkelen op de gemeentelijke website
2.1 Van publieksbalie naar gemeentewinkel •
In 2009 afronding van de introductie van de publieksbalie, de verbetering daarvan in producten en openingstijden. In 2010 zal dit verder worden vormgegeven.
De gemeentewinkel is dan ook veel meer dan alleen een publieksbalie. De gemeentewinkel zal onderdeel zijn van de nieuwe afdeling Publiekszaken. Er komt een infobalie, een telefonisch informatiepunt en vakbalies voor producten van burgerzaken, vergunningen en Wmo (breed). Daarnaast zullen er spreekkamers zijn en is er voldoende privacy. De openingstijden worden verruimd onder andere doordat men voor diverse zaken digitaal op afspraak kan komen. De burger als klant van de gemeente staat centraal. De nieuwe organisatie van de dienstverlening
16
zal ertoe leiden dat de kwaliteit en toegankelijkheid van de gemeente voor de burger toeneemt. De elektronische dienstverlening zal daarbij een belangrijke rol vervullen. Er zal structurele afstemming zijn met de dienstverlening van andere partners, zoals bijvoorbeeld de bibliotheek en het RBT.
2.2 Uitbouw van het digitale loket en diensten op de site • •
Het digitale loket willen we verder uitbreiden met faciliteiten als invoeren van meer digitale formulieren voor het aanvragen van vergunningen en producten, invoering Digid als autorisatie en afwikkeling van financiële transacties. Conceptagenda's en achterliggende raadsstukken worden op de site geplaatst, zodat ook inwoners kennis kunnen nemen van actuele onderwerpen in besluitvorming. Daarnaast geeft het de benodigde informatie voor het bijwonen van vergaderingen van raad en commissies.
2.3 Uitvoering van een kwaliteitshandvest •
Uitvoering van het in 2009 vastgestelde kwaliteitshandvest waarin is aangegeven binnen welke tijd een product of dienst geleverd wordt. De burger moet hier in principe op kunnen bouwen.
3
Inventarisatie van overbodige regelgeving, verbeteren regelgeving en processen volgens het plan van aanpak (2007) voor verdere administratieve lastenverlichting
• •
Voorbereiding van wijziging van regelgeving door de gemeenteraad (uiterlijk in maart 2010). Implementatie gewijzigde regelgeving in de organisatie en bij inwoners (uiterlijk in maart 2010).
Beleidsmatige ontwikkelingen Resultaatgebied 1 Bestuur, organisatie en communicatie Wet elektronische bekendmaking De Wet elektronische bekendmaking is op 1 juli 2009 in werking getreden. Deze wet leidt voor de gemeenten, onder meer, tot de verplichting om de doorlopende teksten van verordeningen op het internet beschikbaar te stellen volgens de regels van het Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving. Aan deze verplichting moet uiterlijk 1 januari 2011 zijn voldaan. Deze bewerking leidt tot eenmalige kosten voor omzetting van de bestaande regelgeving en daarna tot jaarlijkse kosten voor het beheer van deze digitale voorziening. Bekostiging lokale omroep In 2010 worden de gemeenten wettelijk verantwoordelijk voor de bekostiging van de lokale omroepen. De bekostiging betreft een vergoeding van de kosten die rechtstreeks verband houden met het verzorgen van een publieke omroepdienst, voor zover die kosten niet op andere wijze zijn gedekt, op een zodanige wijze dat op lokaal niveau in een toereikend mediaaanbod kan worden voorzien en de continuïteit van bekostiging is gewaarborgd. Vanuit de algemene uitkering moet een bedrag van € 1,30 per woonruimte (plus index) worden gereserveerd voor dit doel. Voor onze gemeente is dit een bedrag van ca. € 12.000,--. De omroep moet om in aanmerking te komen voor dit bedrag een subsidieaanvraag indienen. De gemeente kan de aanvraag toetsen alvorens subsidie te verlenen. Kijk en luisterregistratie De griffie registreert het aantal keren dat inwoners gebruik maken van de mogelijkheid om online commissie- en raadsvergaderingen te volgen (kijk en luisterregistratie). Na een jaar wordt
17
bezien of hiervoor voldoende belangstelling is en welke informatie vanuit de griffier hieraan eventueel toegevoegd of veranderd dient te worden.
Wat mag dat kosten? Tabel 1 geeft de lasten en baten weer die aan het thema zijn verbonden. Tabel 1 - Lasten en baten thema 1 Relatie bestuur - inwoners (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Lasten Prioriteiten • Prioriteit 1 Regelgeving 2010 • Prioriteit 2 Bijdrage aan omroep Bezuiniging Bestaand beleid 1 Bestuur, organi satie en communicatie Totaal lasten thema Baten Bestaand beleid 1 Bestuur, organi satie en communicatie Totaal baten thema Saldo them a
Rea lisatie 2008
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
35 12 -31
5 12 -71
5 12 -71
5 12 -71
3.262 3.262
2 .933 2 .933
3.030 3.046
3.044 2.990
3.034 2.980
3.030 2.976
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
459 459
421 421
467 467
467 467
470 470
467 467
-2.803
-2.511
-2.580
-2.524
-2.511
-2.509
0 0 0
0 15 15
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-2.803
-2.496
-2.580
-2.524
-2.511
-2.509
Resultaatbestemming • storting in reserves • onttrekking aan reserves Saldo resultaatbestemm ing Saldo na resultaatbestem ming
Raming 2009
Toelichting op de lasten en baten Prioriteiten Regelgeving 2010 De Wet elektronische bekendmaking is op 1 juli 2009 in werking getreden. Deze wet leidt voor de gemeenten, onder meer, tot de verplichting om de doorlopende teksten van verordeningen op het internet beschikbaar te stellen volgens de regels van het Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving. Aan deze verplichting moet uiterlijk 1 januari 2011 zijn voldaan. Deze bewerking leidt tot eenmalige kosten voor omzetting van de bestaande regelgeving en daarna tot jaarlijkse kosten voor het beheer van deze digitale voorziening. Bijdrage aan omroep Met ingang van 2010 is het gemeenten verplicht om aan de lokale omroep een bijdrage te verlenen. Deze wordt begroot op € 12.000. Bezuinigingen Het budget voor de rekenkamercommissie is afgestemd op de opdrachtformulering voor 1 onderzoek per jaar en is dientengevolge € 11.000 lager dan voorheen. Op de bijdrage aan de regio wordt een extra bezuiniging voorgesteld van € 20.000 in 2010 en in de overige jaren € 60.000. Deze bezuiniging moet gerealiseerd worden op de diverse onderdelen van de regio. Daarboven resteert de taakstelling uit de voorbeschouwing begroting 2009 van € 60.000 per jaar.
18
Bestaand beleid 2009 - 2010 Resultaatgebied 1 Bestuur, organisatie en communicatie Lasten Op basis van ervaringscijfers worden de budgetten van communicatie structureel afgeraamd met € 14.250. Baten De toename van de baten komt met name door een verhoging van de legesopbrengsten rijbewijzen van € 31.000.
19
20
2 Bouwen aan Maasdriel Wat willen we bereiken? In 2008 is de visie Maasdriel 2020+ vastgesteld. De ambitie en de beoogde effecten zijn hierop gebaseerd. Ambitie
Resultaatgebieden
Een vitale levendige gemeente waar het goed wonen is, die aantrekkelijk is voor eigen inwoners en voor jonge, koopkrachtige gezinnen van buiten.
Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting
Beoogde effecten •
Voldoende goede en betaalbare woningen in een divers woningaanbod. Indicator: Bouwen voor eigen behoefte (1.500 - 1.750 woningen in de komende decennia)
•
Groei van het aantal inwoners en daarmee voldoende draagvlak houden voor de voorzieningen. Indicator: Bouwen voor de groei (1.000 - 1.500 woningen in de komende decennia)
Initiatieven om deze ambitie te realiseren 1. Werken aan regierol gemeente. 2. Uitvoering geven aan kwalitatief en kwantitatief woningbouwprogramma. Vastgesteld bestaand beleid • • • • • •
Beleidskader Wonen Bommelerwaard (2005-2009) (Quintis 2005). Kwalitatief Woonprogramma 2005-2014 Regio Rivierenland. Structuurvisie Plus Maasdriel 2004. Visie Maasdriel 2020+ Beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing (VAB). Beleidsnotitie "Huisvesting van tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten in de land- en tuinbouw".
Speerpunten collegebeleid 2007- 2010 • • • • • • • • • •
Bevorderen van cascobouw en experimenten met modulair licht vergunningplichtig bouwen. Bouwen van betaalbare woningen voor starters. Bouwen van seniorenwoningen en levensloopbestendige woningen (duurzaam en met woonkeur). Bouwen van woningen naar behoefte. Inbreiding boven uitbreiding maar niet ten koste van het openbare karakter. Maken van prestatieafspraken met woningcorporaties. Marktconforme grondprijzen als uitgangspunt waarbij we wel rekening houden met het belang van een goed volkshuisvestingsbeleid. Meer woningbouw in de kernen realiseren met een goede mix van huur- en koopwoningen. Realiseren van woonzorgcomplexen voor ouderen. Actief grondbeleid.
21
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Werken aan regierol gemeente Invullen van de regierol bij de ontwikkeling van bouw- en inrichtingsplannen. De inbreng vanuit diverse disciplines zoals stedenbouw, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, verkeer, beheer, welzijn en milieu worden gewaarborgd door het stellen van randvoorwaarden en uitgangspunten die worden opgenomen in overeenkomsten. Om goed regie te kunnen voeren wordt een permanent bouwteam ingericht. Dit bouwteam staat onder leiding van de bouwregisseur. Het bouwteam heeft de volgende hoofdtaken: •
Lopende projecten in samenhang met elkaar managen: grip op financiering, 2 programmering, fasering en voortgang van projecten.
•
Strategische grondposities innemen en zo mogelijk zelf ontwikkelen en uitgeven van gronden.
•
Initiatieven van derden op een verantwoorde manier in de organisatie inbedden.
•
Weerstand bieden aan de druk van buiten af (individuele wethouders, college, gemeenteraad, marktpartijen).
•
De organisatie als eenheid naar buiten laten treden (geen versnipperde, maar geïntegreerde aanpak).
Deze hoofdtaken leiden tot:
Een totaaloverzicht van de projecten, een onderlinge prioritering en een in de tijd uitgezet programma.
Een vaste methodiek voor grondwaardebepaling en het formuleren van financiële uitgangspunten voor grondexploitatieberekeningen.
Het opzetten van een systematiek van verevening tussen de projecten onderling (grondbedrijf).
Eenduidige sturing op zowel het meerjarenprogramma als de concrete projecten;
Een financieel sturingsinstrumentarium (methodiek voor exploitatieberekeningen en verevening van grondexploitaties in een grondbedrijfconstructie).
1.2 Prestatieafspraken maken met de corporaties Over aantallen, soorten en prijsklassen van woningen worden afspraken gemaakt tussen gemeente en corporaties. Binnen de Bommelerwaard zijn de afspraken vastgelegd door gemeente Zaltbommel, de gemeente Maasdriel en de drie in dit gebied werkzame corporaties. Met ingang van 2010 moeten nieuwe afspraken gemaakt worden. Deze worden in principe gebaseerd op de uitkomsten van het Woningmarktonderzoek Bommelerwaard 2009.
2
Het opstellen / actualiseren van de structuurvisie en het (tegelijkertijd) werken aan de thema’s a. 'bouwen aan ontwikkeling en groei in de clusters', b. 'bouwen op maat in de kernen' en c. 'ontvlechten en bundelen', maken hiervan onderdeel uit.
22
1.3 Met de andere initiatiefnemers, zoals projectontwikkelaars, worden per project bindende afspraken gemaakt Bouwplannen van derden die onvoldoende aansluiten op de behoefte en/of de gemeentelijke ambitie worden afgewezen. De financiële haalbaarheid van plannen is hierin niet leidend. Wel kan de keuze er toe leiden, dat in een andere huur-koopverhouding wordt gebouwd. 2.1 Woningen bouwen Realiseren van het aantal en de soorten woningen die het Beleidskader Wonen Bommelerwaard (2005-2009) aangeeft voor alle kernen voor de perioden 2005 tot en met 2014 (totaal circa 1216 woningen). De onderstaande tabel geeft aan hoeveel woningen, inclusief vervangende nieuwbouw, op dit moment gepland zijn. Dit zijn er meer dan het benodigde aantal van 1216. Tabel. Planning woningbouw Beleidskader Wonen Bommelerwaard (2005-2009) per september 2009.
Jaar
Aantal woningen
2005 t/m 2008 gerealiseerd
342
2009 t/m 2014 nog te realiseren
1.160
Totaal
1.502
In 2009 wordt een nieuw woningmarktonderzoek voor de Bommelerwaard opgeleverd. Hieruit komen ongetwijfeld andere aantallen. Bovendien gaat de visie Maasdriel 2020+ niet alleen maar uit van de lokale behoefte maar ook van bouwen voor de gezinsverdunning en voor toename van het aantal inwoners. De wens om jaarlijks ± 150 – 200 woningen te bouwen is dus een andere dan wat het Beleidskader Wonen Bommelerwaard 2005-2009 aangeeft. Dit zal de komende jaren consequenties hebben voor de planning. Op basis van de uitwerking van de toekomstvisie Maasdriel 2020+, het woningmarktonderzoek dat in 2009 wordt uitgevoerd en de feitelijke ontwikkelingen, zal in 2009 een nieuw meerjarenwoningbouw-programma worden opgesteld. 2.2 Woningen aan laten sluiten op de vraag De woningen moeten aansluiten bij de vraag (huur, koop, eengezins, meergezins, geschikt voor senioren etcetera). Bij nieuwe plannen wordt gestreefd naar bouwen voor alle doelgroepen en in alle prijsklassen. In de komende jaren zal er specifiek aandacht zijn voor starters, senioren en jonge koopkrachtige gezinnen. De kwaliteit van de woning en de woonomgeving wordt daarbij steeds belangrijker. Dit betekent dat er een divers woningaanbod moet zijn. Voor elke kern ligt de ideale samenstelling weer anders. Dit betekent ook dat niet alleen de nieuw te bouwen woningen van goede kwaliteit moeten zijn, maar ook de bestaande woningvoorraad. Nieuwbouw maakt immers maar een beperkt deel van de woningvoorraad uit. Op basis van het Beleidskader Wonen Bommelerwaard gaan we nog uit van gemiddeld 35 à 40% van de te bouwen woningen in de sociale sfeer. Volgens datzelfde onderzoek zou 3 maximaal 20% van de woningen als meergezinswoning uitgevoerd kunnen worden. In de praktijk blijkt dat de behoefte wat hoger ligt, zeker als de appartementen ook geschikt zijn voor ouderen.
3
Dit zijn woningen waarvan de bewoners onder- en/of bovenburen hebben (flats, appartementen, beneden- en bovenwoningen, maisonnettes, boven winkels, etcetera).
23
2.3 Het bouwen voor starters bevorderen In 2008 is gestart met de bouw van woningen met Koopgarant. Hier betalen kopers niet de volle prijs van de woning. Bij verkoop moet de woning terugverkocht worden aan de corporatie. De winst (of verlies) wordt gedeeld. Er zijn nog andere mogelijkheden: klein dus goedkoop bouwen, casco opleveren, met MGE-constructie (maatschappelijk gebonden eigendom), kaveluitgifte, verenigingen van zelfbouwers, etcetera. Overleg over de mogelijkheden met de corporaties vindt voortdurend plaats. Met de provincie Gelderland is een overeenkomst gesloten voor de regeling Stimulering Goedkope Woningbouw 2007-2010. Onze gemeente heeft zich verplicht tot de bouw van 258 goedkope woningen (koopprijs v.o.n. max. € 170.000 of huurprijs van max. € 620). Per woning is een subsidiebedrag beschikbaar en het totale subsidiebedrag voor onze gemeente wordt geraamd op ruim € 950.000. Tabel. Planning starterswoningen (september 2009) Jaar
Aantal woningen
2008 (gerealiseerd)
56
2009 t/m 2011 (nog te realiseren)
231
Totaal
287
Een totaal van 197 is inmiddels zeker; deze zijn al in aanbouw. Tegen een aantal plannen lopen nog procedures. 2.4 Herbezinning van de plannen We willen vooral inzetten op kwaliteit zowel van de woning als van de woonomgeving. De nieuwe woningen gaan we concentreren in de clusters Kerkdriel / Velddriel en Hedel / Ammerzoden. Voor Kerkdriel en Hedel liggen al veel (potentiële) woningbouwlocaties op de plank. In Ammerzoden worden nog nieuwe locaties gezocht, zeker nu daar enkele plannen vertraging oplopen (door problemen met grondverwerving en door bezwarenprocedures). Ook in de kernen zoals Alem en Velddriel wordt gezocht. Maar ook in de andere kernen moeten we zoeken naar geschikte woningbouwlocaties. We zullen daarbij zoveel mogelijk het principe van de actieve grondpolitiek toepassen en mogelijkheden nagaan om milieuhinderlijke bedrijven te verplaatsen. In de nieuw op te stellen structuurvisie gaan we onderzoeken hoe het wenselijke bouwprogramma kan worden ingepast en welke kwaliteit we daarbij verlangen. 2.5 Resultaten meten Om de resultaten van het beleid te kunnen meten wordt: • elk jaar een monitoring van de gerealiseerde bouw in de afgelopen jaar aan de raad voorgelegd; • in 2009 het woningbehoeftenonderzoek herhaald en het Beleidskader Wonen geactualiseerd; • elke vier jaar de StructuurvisiePlus geactualiseerd; in 2009 is hiermee gestart; • elke vijf jaar een kwalitatief woonprogramma voor de Regio Rivierenland vastgesteld; in 2009 wordt het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 Regio Rivierenland vastgesteld.
24
Beleidsmatige ontwikkelingen Resultaatgebied 9 Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting WABO Per 1 januari 2010 wordt de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) ingevoerd. Hiermee wordt de omgevingsvergunning geïntroduceerd. Dit heeft onder andere effect op de procedures en zal tot een andere manier van werken leiden. Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 Regio Rivierenland Het Kwalitatief Woonprogramma 2005-2014 Regio Rivierenland wordt in 2010 opgevolgd door het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 Regio Rivierenland. In de loop van 2009 krijgt dit programma zijn beslag. Er vindt overleg plaats met de gemeenten in de Regio Rivierenland, de provincie en de corporaties om samen tot een goed programma te komen. Woningmarktonderzoek In november 2009 worden de resultaten bekend van het Woningmarktonderzoek Bommelerwaard 2009 dat Companen uitvoert in opdracht van 3 woningcorporaties en 2 gemeenten in de Bommelerwaard. De onderzoekers zullen niet alleen kijken naar behoefte van eigen inwoners maar ook kijken wat de markt aankan voor instroom van buitenaf. De kredietcrisis komt natuurlijk wel ter sprake in het onderzoek maar er wordt ook gekeken en gerekend met 'beter weer-scenario's'.
25
Wat mag dat kosten? Tabel 2 geeft de baten en lasten weer die aan het thema verbonden zijn. Tabel 2 - Lasten en baten thema 2 Bouwen aan Maasdriel (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Lasten
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
0
10
10
10
10
12.496 12.496
3 .892 3 .892
3.687 3.697
3.559 3.569
3.568 3.578
3.598 3.608
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
Bestaand beleid 9 Ruimtelijke ontwikkeli ng en volkshuisvesting Totaal baten thema
10.943 10.943
1 .784 1 .784
1.590 1.590
1.857 1.857
1.857 1.857
1.901 1.901
S aldo them a
-1.553
-2.107
-2.107
-1.713
-1.721
-1.707
1.013 864 -149
87 328 241
87 83 -4
87 0 -87
87 0 -87
87 0 -87
-1.702
-1.866
-2.111
-1.800
-1.808
-1.794
P rioriteiten • Prioriteit 1 P rocedurekosten bestemmingsplannen Bestaand beleid 9 Ruimtelijke ontwikkeli ng en volkshuisvesting Totaal lasten them a Baten
Resultaatbestemming • storting in reserves • onttrekking aan reserves S aldo resultaatbestemm ing S aldo na resultaatbestem ming
Rea lisatie 2008
Toelichting op de lasten en baten Prioriteiten Procedurekosten Voor de herziening van bestemmingsplannen is aanvullend budget noodzakelijk voor werkzaamheden van derden voor deskundige juridische ondersteuning in procedures. Bestaand beleid 2009 - 2010 Resultaatgebied 9 Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting Lasten Het verschil tussen de lasten op het resultaatgebied 9 wordt vooral veroorzaakt door incidentele ramingen welke jaarlijks fluctueren. Daarnaast is de bijdrage welstandscommissie verlaagd met € 17.000. En er is een taakstellende bijstelling opgenomen voor advieskosten derden, in 2010 aframen met € 20.000 en vanaf 2011 met € 40.000. Baten De leges welstand, bestemmingsplannen, WRO en bouwvergunningen zijn in deze begroting verlaagd met € 379.000. De verwachting is dat deze leges lager zullen zijn door een toename van kleinere bouwaanvragen die minder opleveren. Grotere bouwaanvragen waar hoge legesopbrengsten tegenover staan nemen af. Eind 2009 zal een voorstel tot aanpassing van de legesverordening worden aangeboden, waarbij ook het aspect van de kostendekkendheid van de leges wordt ingevuld. Het overige verschil wordt veroorzaakt door incidentele ramingen.
26
Resultaatbestemming De storting in reserves van € 87.000 hangt samen met de egalisatieserve bestemmingsplannen. De onttrekking uit de reserves heeft betrekking op € 65.000 dat samen hangt met de egalisatiereserve bestemmingsplannen. Uit de reserve intensivering glastuinbouw wordt € 18.000 onttrokken i.v.m. het uitvoeringsprogramma landschapsbeleidsplan conform de voorbeschouwing begroting 2009. Risico's 1. De planning van de lopende en toekomstige grondexploitatie heeft grote invloed op de begroting. Een wijziging in de planning van een grondexploitatie resulteert direct tot forse mutaties in de begroting. 2. Uitgangspunt bij de meerjarenraming is dat de economie weer zal aantrekken en de bouwaanvragen in 2011 weer op het oude peil zullen zijn. Vertraging van het herstel zal ook tot gevolg hebben dat de legesinkomsten achter blijven.
27
28
3 Leefbare samenleving Wat willen wij bereiken? Ambitie
Resultaatgebieden
Versterken van de leefbaarheid van de kernen in termen van sociale samenhang, door het actief betrekken van burgers bij hun directe leefomgeving. Bij het realiseren van onze ambitie houden we rekening met de (lokale) maatschappelijke ontwikkelingen en de vitaliteit van de gemeenschap. De inspanningen zijn gericht op het duurzaam, actief mee (kunnen) doen van alle inwoners aan het maatschappelijk leven.
• • • •
Economie Onderwijs Sport, recreatie, cultuur en welzijn Zorg (o.a. Wet maatschappelijke ondersteuning)
Beoogde effecten • •
Behoud van de bestaande vitaliteit van elke kern. Er is tevredenheid over het lokale voorzieningenaanbod in de kernen. Indicatoren - Waardering op de tevredenheidscores van 'voldoende voorzieningen in directe woonomgeving' en 'voldoende voorzieningen' in de gemeente is minimaal gelijk aan gemiddelde van gemeenten onder 25.000 inwoners.
Initiatieven om deze ambitie te realiseren 1. Versterken van de actieve deelname van inwoners bij het (specifieke) sociale leven en de leefbaarheid van de kernen. 2. Uitvoeren van activiteiten en maatregelen op het terrein van wonen, welzijn en zorg die resulteren in het langer zelfstandig kunnen blijven wonen van mensen. 3. Verbeteren van de sociale infrastructuur en het voorzieningenniveau voor de inwoners in de kernen. 4. Organiseren van een proces gericht op ketensamenwerking en regie op te leveren prestaties. Vastgesteld bestaand beleid De diversiteit aan producten binnen het thema leefbaarheid is groot, wat tot uitdrukking komt in de inventarisatie van de vastgestelde beleidskaders. Zonder uitputtend te zijn gaat het om de volgende kaders. • Visiedocument Brede scholen 2008. • Integrale Nota Jeugd en onderwijs; J.U.M.P 2008. • IHP (2009 t/m 2012) en Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs 2008. • Leerplichtverslag 2008-2009 (najaar 2009). • Integraal Speelruimteplan 2002; herziening 2008. • Nota dorpshuizenbeleid Maasdriel 2002. • Notitie Herijking subsidiebeleid en nieuwe Subsidieverordening 2006. • Beleidsnota vrijwilligerswerk Bommelerwaard 2002. • Kadernota Wet maatschappelijke ondersteuning 2006 en Meerjarig Beleidsplan Wmo 2007 en nieuwe Verordening Wmo (vaststelling 2009). • Rapport 'Heerewaarden springlevend naar 2015' (2007) en Uitvoeringsprogramma 2008. • Wet Werk en bijstand inclusief bijbehorende beleidskaders. • Verordening Maatschappelijke participatie 2008. • Notitie Wet inburgering 2007.
29
• •
Notitie Economische Zaken 2000. Maasdriel 2020+
Speerpunten collegebeleid 2007- 2010 Economie • Ontwikkeling van bedrijfsterreinen voor bedrijvigheid die aansluit op de lokale arbeidsmarkt. • Verplaatsingen van bedrijven die overlast veroorzaken in bewoonde bebouwing. • Rekening houden met de belangen van de agrarische sector in ruimtelijke plannen. • Aandacht voor voorzieningenniveau in de kernen. Onderwijs • Voortzetten van projecten voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). • Behoud van bestaande basisschoolvoorzieningen in de gemeente en verbreding daarvan. • Daar waar mogelijk leveren we een bijdrage aan de veiligheid op en rond scholen. • Bestrijden van voortijdig schoolverlaten en stimuleren van werkend lerend. • Bevorderen van deelname van volwassenen aan het onderwijs. Sport, recreatie, cultuur en welzijn • Nader formuleren, vaststellen en uitvoeren van een actief jeugdbeleid. • Actief stimuleren van sporten voor jongeren en ouderen. We scheppen voorwaarden voor een diversiteit aan samenhangende sportvoorzieningen. • Uitwerken van privatisering van sportaccommodaties moet voor alle partijen uitvoerbaar zijn. • Actief steun verlenen aan bijzondere particuliere initiatieven op cultureel gebied. • Beschermen van alle monumenten en beeldbepalende bouwsels in de gemeente Maasdriel. • Voorkeur geven bij muziekonderwijs aan harmonie/fanfareleerlingen (Hafa) en algemene muziek vorming (AMV). Voor individuele leerlingen ontwikkelen we een visie voor een persoonsgebonden budget. • Doorontwikkelen Platform Promotie Bommelerwaard. • Uitbreiden van agro-toerisme en verdere inzet Regionaal Bureau voor Toerisme (RBT). Zorg • Verantwoordelijkheid dragen voor de opvang van asielzoekers. • Inzetten op het versterken van zelfstandig kunnen blijven wonen van ouderen (o.a. Levensloopbestendig bouwen). • Beleid ontwikkelen met en voor ouderen; de Raad van Ouderen (i.o.) krijgt hierbij een duidelijke plaats. • Actief verbeteren van het woon- en leefklimaat van ouderen. • Aandacht voor toegankelijkheid van gebouwen en openbare voorzieningen. • Bij het toekennen van sociale voorzieningen staan de rechten van cliënten en het tegelijkertijd tegengaan van oneigenlijk gebruik centraal. • Bevorderen van sociale activering en re-integratie van mensen met een uitkering in het arbeidsproces. • De kansen die de Wmo biedt moeten optimaal worden benut; we ontwikkelen samenhangend beleid op het terrein van wonen, welzijn en zorg. • Ontwikkeling van Wmo beleid in nauw overleg met gebruikers via (lokale) adviesorganen. Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Bij het resultaatgebied zorg wordt de relatie gelegd met de Wmo; sinds 1 januari 2007 is de gemeente verantwoordelijk voor de regie op de negen prestatievelden van de Wmo. Het (kunnen) meedoen van inwoners is de rode draad. Met het vaststellen van het Wmo Beleidsplan en het Flankerend beleid zijn eveneens de doelen, prestaties en kosten benoemd.
30
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Initiatieven jeugd en gezin (Centrum voor Jeugd en Gezin) In de integrale Nota jeugd en onderwijs JUMP, is één van de speerpunten in de ontwikkeling van een lokaal Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Naast de samenwerking tussen regiogemeenten en de regionale zorgaanbieders, wordt er een concreet uitvoeringsplan voor de lokale invulling van de CJG-functie opgesteld. Het lokale CJG moet worden gezien als koepel voor informatie en advies, opvoedingsondersteuning en een sluitend netwerkstructuur. Inmiddels ligt er een regionale visie evenals een regionaal en lokaal uitvoeringsplan in 2009. Met het CJG wordt uitvoering gegeven aan de vijf gemeentelijke taken vanuit de Wet op de Jeugdzorg en de informatie- en adviestaak vanuit prestatieveld 2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).Geconcludeerd wordt dat er al heel veel is, maar dat er dwarsverbanden gelegd moeten worden. De gemeente moet hierin haar rol als regisseur actief oppakken. Het jaar 2008 is benut voor de visievorming en het jaar 2009 en 2010 voor de inhoudelijke voorbereiding en start, zodat de landelijke invoeringsdatum van 1 januari 2011 gehaald wordt. De gemeente ontvangt een brede doeluitkering; er is sprake van medebewindstaken. 1.2 Fusie peuterspeelzaalwerk en harmonisatie kinderdagverblijven / peuterspeelzalen Vanaf 2008 is er sprake van een Stichting Peuterspeelzalen Maasdriel (SPM). In het najaar van 2009 zal het nieuwe bestuur met de gemeente prestatieafspraken maken en een zorgplan formuleren op basis van het ingestoken ambitieniveau 2. Met de nieuwe Stichting en de kindercentra in de gemeente, zal een start gemaakt worden voor de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang. Het kabinet is voornemens het peuterspeelzaalwerk en de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) onder te brengen onder de Wet Oké (nieuwe wet: Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie). 1.3 Leefbaarheidplannen Door interactief opgestelde leefbaarheidsplannen/dorpsplannen krijgen we zicht op wensen en mogelijkheden voor de toekomstige ontwikkeling van (de leefbaarheid in) de kernen van Maasdriel. In de aanpak en uitwerking wordt toegewerkt naar het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de inwoners. Samenwerking wordt ontwikkeld en onderhouden met de verschillende spelers op het terrein van participatie en leefbaarheid. Daarbij dragen we ook zorg voor goed overleg en optimale afstemming binnen de gemeentelijke organisatie. De (eigenheid) van de kern staat daarbij centraal. De uitvoering van het plan Heerewaarden 2015 loopt. In 2010 worden verdere stappen ondernomen in de (mogelijke) ontwikkeling van een multifunctioneel centrum en de herstructurering van woningen. Het uitvoeringsprogramma voor Alem start na vaststelling in de raad. Het deelproject Maasdriel binnen het project Versterking Leefbaarheid Regio Rivierenland voorziet verder in de opstelling van drie nieuwe leefbaarheidsplannen in de periode 2009-2011. 2.1 Doorontwikkeling toegang Wmo De ingezette weg in 2009 met de doorontwikkeling van de Wmo zal ook in 2010 worden vervolgd. De digitale sociale kaart wordt verbeterd en beter toegankelijk gemaakt voor de burger. Met de bouw van De Leyenstein wordt het mogelijk om de Steunpunten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en de Stichting Welzijn Ouderen Bommelerwaard (SWOBH) en Heerewaarden daar onder te brengen. Ook zal toenadering gezocht worden met externe partijen om te komen tot een netwerkstructuur. Met alle betrokken partijen wordt concreet gekeken naar de mogelijkheid van het versterken van de slagkracht, door organisaties onder een paraplu te bundelen. De doorontwikkeling van de (toegang tot) de Wmo vindt plaats in het kader van de brede indicatiestelling, waarvoor de Wmo-consulenten in de praktijk meer en meer
31
verantwoordelijkheid kunnen nemen. Net zoals het folderloket in De Leyenstein worden mogelijkheden onderzocht deze voorziening ook in De Vaste Burcht en Het Zonnelied te realiseren. Het is dan ook noodzakelijk om een deel van de structurele toevoeging Wmo middelen aan het gemeentefonds, hiervoor in te zetten (middelen prestatieveld WMO).
2.2 Realisatie woonservicegebieden Een woonservicegebied is een buurt, wijk of dorp met optimale condities voor wonen, zorg en welzijn. Het gaat er om voorzieningen dusdanig te organiseren dat mensen, maar vooral ook ouderen langer zelfstandig in hun omgeving kunnen blijven wonen. Het gaat niet alleen om wonen, zorg of ondersteuning. Maar juist de verbinding en samenhang daartussen, creëren voorwaarden voor het zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Ook voor mensen met een zorgbehoefte of beperking in het dagelijks leven. Het woonservicegebied Rossum, Heerewaarden en Hurwenen is inmiddels gerealiseerd. Het woonservicegebied Kerkdriel, Velddriel en Hoenzadriel zal afgerond zijn in 2010.. In afwachting van de verbouw van Het Zonnelied in Ammerzoden zal naar verwachting in 2010 gestart worden met de realisatie van het woonservicegebied Hedel, Ammerzoden en Well. 4.1 Realisatie Netwerk en Zorgstructuren onderwijs Voor de gemeenten Maasdriel, Neerijnen en Zaltbommel is het komen tot een externe zorgstructuur voor het basisonderwijs een aandachtspunt. De Opmaat heeft in opdracht een voorstel gedaan voor een regionaal Zorg Advies Team (ZAT). Dit is inmiddels onderwerp van bespreking tussen de gemeenten, de provincie, de scholen en De Opmaat. Er is daarbij expliciet aandacht voor de aansluiting bij de interne zorgstructuur op scholen en de ervaring die is opgedaan met het MD-team in Heerewaarden (inclusief de voorschoolse periode). De zorgstructuur op het basisonderwijs zal deel uitmaken van de lokale invulling van een CJG (zie 1.1.).
Beleidsmatige ontwikkelingen Resultaatgebied 4 Economie Gewerkt wordt aan de uitvoering van projecten Sociaal economische visie en projecten in het kader van het economisch actieplan Maasdriel. De Sociaal economische visie is een regionaal, inmiddels vastgesteld actieplan. De acties, die zijn gerelateerd aan economische zaken en recreatie en toerisme worden geprioriteerd voor 2010 en verder. Voorts zal een nota economische zaken (economisch beleidsplan) worden opgesteld waarin de expliciete relatie met Maasdriel 2020+ wordt uitgewerkt. Resultaatgebied 5 Onderwijs Brede School Ontwikkeling In 2009 zijn haalbaarheidsstudies uitgevoerd in Ammerzoden, Velddriel en Alem voor de ontwikkeling van een Brede School of Kulturhus in deze kernen. Afhankelijk van een positieve besluitvorming in de raad in 2009 zullen deze projecten om daadwerkelijk Brede Scholen te realiseren in deze kernen in 2010 in gang gezet worden. In 2010 zal er een haalbaarheidsstudie uitgevoerd worden in Kerkdriel, naar de huisvestingssituatie van De Meidoorn en de Mgr. Zwijsenschool. Participatiebudget Per 1 januari 2010 worden de budgetten voor reïntegratie (werkdeel van de Wwb), de middelen voor educatie en inburgering samengevoegd tot één budget. Deze ‘ontschotting’ dient er voor te zorgen de maatschappelijke participatie van de burger te verbeteren. Diverse instrumenten kunnen dan makkelijker worden ingezet om dit doel te bereiken. Er wordt samengewerkt met de gemeente Zaltbommel en de Sociale Dienst Bommelerwaard. Een extern bureau is
32
ingeschakeld voor het formuleren van een beleids- en financieel verdeelmodel. De resultaten worden in october 2009 verwacht. Resultaatgebied 6 Sport, recreatie, cultuur en welzijn (Breedte) Sport Het Actieplan 'Maasdriel is sportief 2010-2011 is inmiddels in concept gereed. Er zal worden ingezet op drie pijlers: 1. sport voor mensen met een beperking, 2. wijksport en 3. versterking breedtesport. Samen met de Jeugdgemeenteraad onderschrijven wij het belang van sport en bewegen en het verbeteren van initiatieven naar andere doelgroepen. Het Aktiviteitenplan zien wij als een bouwsteen voor een Beleidsplan sport in de nabije toekomst. Resultaatgebied 7 Zorg Sociaal economische gezondheidsverschillen In 2010 vindt verdergaand onderzoek plaats door de GGD naar de oorzaken en achtergronden van gezondheidsachterstanden van mensen in de regio. Deze inzet vindt plaats in het kader van het regionale project Sociale Economische Gezondheidsverschillen (SEGV), een project in het kader van de Regionale Sociale Agenda. Eind 2009 zal de lokale nota volksgezondheid worden vastgesteld, die in 2010 tot (verdere) uitvoering komt. Zie verder thema 4, Inrichting leefomgeving. Veranderingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning Burgers die door het CIZ zijn geïndiceerd voor ondersteunende/ activerende begeleiding (OB /AB) en waarvoor een lichte en/ of matige indicaties is afgegeven, ontvangen geen vergoeding meer in het kader van de AWBZ (zgn. pakketmaatregel). Er is sprake van een overheveling van de AWBZ naar de Wmo. Deze personen zullen net als burgers die in 2009 praktische gezinsondersteuning ontvingen (pgo), in 2010 een beroep doen op de Wmo. Het Wmo-loket wordt hierop ingericht. Wmo middelen zullen hiervoor moeten worden ingezet (middelen prestatieveld WMO). Met ingang van 1 januari 2010 verdwijnt de alphahulp in zijn huidige vorm. De gemeente verstrekt aan de burger een financiële vergoeding. Ook kan de huishoudelijke hulp er voor kiezen in dienst te gaan bij de zorgaanbieder. Redenen voor de verandering is dat positie van de burger wordt verbeterd en de rol ten opzichte van de alphahulp wordt verduidelijkt. Op deze manier is voor de burger duidelijker wat van hem/ haar verwacht wordt. De gemeente is wettelijk verplicht de burger over de consequenties te informeren. Maatschappelijke stages Vanaf leerjaar 3 middelbare school worden leerlingen verplicht in 2011 stage te lopen. Nu geldt deze verplichting nog niet, maar kan wel opgenomen zijn in de lesroosters. De gemeenten hebben een taak dit op lokaal niveau te ontwikkelen, dan wel te versterken. De taak is ondergebracht bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk Bommelerwaard (de maatschappelijk makelaar). De gemeente Maasdriel ontvangt hiervoor niet geoormerkte middelen van het Rijk SWOBH De vraag naar ondersteuning, informatie en projecten voor ouderen op locatie leidt al jarenlang tot een (te) grote druk op de formatie. Door de komst van de Wmo is de druk versneld toegenomen; meer zelfstandig wonen van ouderen, activering, maatschappelijke participatie en vergrijzing. Er is 1 fte beschikbaar. Inmiddels zijn er de eerste prestatie-afspraken geformuleerd die de basis zijn voor de versterking van het ouderenadvieswerk. Voor het SWOBH is er ook sprake van enerzijds kosten als gevolg van CAO aanpassingen en toename van de huisvestingslasten als gevolg van de verhuizing naar De Leyenstein. De inzet van Wmo middelen is onvermijdelijk (middelen prestatieveld WMO). Bibliotheekwerk De basisbibliotheek kent een gedeeld opdrachtgeverschap van 11 regiogemeenten. In 2009 wordt in projectvorm gewerkt aan een versterking van dit opdrachtgeverschap. Dit gebeurt door
33
vaststelling van een gemeenschappelijk beleidskader én door helderheid over de lokale sturingsmogelijkheden. De opdrachtgevers- / opdrachtnemers-relatie tussen de gemeente en de bibliotheekorganisatie zal in 2010 meer transparant zijn. Sociale agenda Rivierenland In 2008 is in regioverband de Regionale Sociale Agenda Rivierenland opgesteld, een onderdeel van het programma "Eigen-Wijs Rivierenland". Het programma is voorgelegd aan het college van Gedeputeerde Staten. De provincie heeft voor de periode tot en met 2011 financiële middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van 21 projecten. Aan nagenoeg alle projecten wordt door Maasdriel deelgenomen. In 2009 is met de uitvoering van projecten gestart. Sociale Dienst Bommelerwaard De gemeente Maasdriel ondervindt in 2010 nadeel van een gewijzigde verdeelsleutel welke jaarlijks wordt bepaald op basis van het aantal inwoners en cliënten. Op basis van herziene ramingen en de gewijzigde verdeelsleutel heeft dat financiële consequenties. De gemeentelijke bijdrage wordt nu € 1.500.747.
Wat mag dat kosten? Tabel 3 geeft de baten en lasten weer die aan het thema verbonden zijn. Tabel 3 - Lasten en baten thema 3 Leefbare samenleving (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Lasten Prioriteiten • Prioriteit 1 Peuterspeelzaal • Prioriteit 2 Bijdrage SDB • Prioriteit 3 Hulp bij het huishouden • Prioriteit 4 Regeling VVE/GOA • Prioriteit 5 Prestatieveld WMO • Bezuiniging • Bezuiniging Bestaand beleid 4 Economie 5 Onderwijs 6 Sport, recreatie, cultu ur en welzijn 7 Zorg Totaal lasten thema Baten Bestaand beleid 4 Economie 5 Onderwijs 6 Sport, recreatie, cultu ur en welzijn 7 Zorg Totaal baten thema Saldo them a Resultaatbestemming • storting in reserves • onttrekking aan reserves Saldo resultaatbestemm ing Saldo na resultaatbestem ming
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
16 218 15 10 100 0
0 155 15 25 100 -28
0 155 15 25 100 -28
0 155 15 25 100 -28
0
0
-76
-76
-76
-76
216 2.314 3.312 8.923 14.766
237 2 .497 3 .517 4 .923 11 .175
207 2.431 3.735 4.806 11.462
166 2.405 3.733 4.786 11.281
166 2.852 3.632 4.787 11.628
166 2.839 3.613 4.785 11.594
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
46 291 624 4.854 5.815
38 282 643 298 1 .260
38 313 666 283 1.300
39 313 664 283 1.299
39 771 659 283 1.752
39 771 654 283 1.746
-8.950
-9.915
-10.162
-9.982
-9.877
-9.847
38 70 31
475 736 261
0 147 147
0 116 116
0 76 76
0 76 76
-8.919
-9.654
-10.015
-9.865
-9.801
-9.772
34
Toelichting op de lasten en baten Prioriteiten Peuterspeelzalen Een extra bijdrage wordt in 2010 opgenomen aan de peuterspeelzalen in verband met het oplopend exploitatietekort. Meerjarig wordt deze verhoging niet doorgezet en zullen aanvullend middelen moeten worden gezocht en of bezuinigingen worden doorgevoerd. Bijdrage SBD De bijdrage aan de Sociale dienst Bommelerwaard stijgt als gevolg van een wijziging in de verhouding van het aantal uitkeringsgerechten van Maasdriel en Zaltbommel. Het cliëntenbestand is de basis voor de doorberekening van de kosten. Hulp bij het huishouden Op grond van ontwikkelingen wordt geconstateerd dat het budget met € 15.000 moet worden verhoogd. Voor- en Vroegschoolse Educatie In de meerjaren begroting 2009 en 2010 is voor VVE een bedrag opgenomen van € 15.000. Vanaf 2011 zijn er momenteel geen middelen structureel opgenomen voor VVE. In Maasdriel is sinds 2001 gestart met het invoeren van programma's VVE op de peuterspeelzalen en basisscholen. Daarvoor zijn 7 clusters gevormd (7 peuterspeelzalen). Op vijf van de zeven clusters is gestart met een programma. Leidsters hebben daartoe een training gevolg en materialen zijn aangeschaft. Om VVE op een minimaal niveau te kunnen draaien, is jaarlijks structureel € 25.000 nodig. De clusters Rossum en Hedel moeten nog starten met VVE. De gemeente ontvangt van het Rijk voor VVE bijdragen in het gemeentefonds; zij heeft een taak voor het realiseren van een kwalitatief aanbod aan jonge kinderen met een taalachterstand. WMO prestatievelden Uitwerking van de prestatievelden van de WMO beleidsnota gericht op het langer zelfstandig functioneren en wonen in de samenleving. De overheveling van taken en middelen door het Rijk vindt hun beslag in ondermeer de uitvoering van de praktische gezinsondersteuning. Activiteiten voor mensen met een beperking, verder verbeteren van informatie, ondersteuning en advies over zelfredzaamheid en de verdere ontwikkeling van ouderenadvieswerk zijn tevens onderdeel hiervan.
Bezuinigingen WMO Ingeschat wordt dat de kostenontwikkeling van vervoersvoorzieningen, rolstoelen, hulpmiddelen en woningaanpassingen zal afnemen. In de afgelopen jaren bleek bij de gemeenterekening dat deze budgetten niet volledig benut werden, waardoor een verlaging is te motiveren. Wel wordt opgemerkt dat gezien de omvang van de bedragen van bijvoorbeeld woningaanpassingen in enig jaar sprake kan zijn van grote schommelingen. Indien aan de orde zullen overschrijdingen van het budget als incidenteel worden aangemerkt en ten laste komen van het rekeningresultaat. De WMO budgetten zijn verlaagd met € 76.000. Evaluatie subsidieverordening Taakstellend wordt met ingang van 2011 een verlaging van de subsidies van € 15.000 doorgevoerd. Instellingen die hiermee worden geconfronteerd zullen hiervan tijdig op de hoogte worden gesteld zodat zij hiermee rekening kunnen houden. Opvanghuis dieren. Ook gelet de bijdrage die andere gemeenten voor dit doel beschikbaar stellen zal worden onderzocht of een besparing van € 5.000 mogelijk is.
35
Recreatieplas Hedel De aard van de recreatieve functie en het daarbij passende onderhoudsniveau van de recreatieplas in Hedel maakt het mogelijk een besparing van € 5.000 te realiseren. Warme maaltijdvoorziening Door aanpassing van de subsidieverstrekking en op basis van ervaringscijfers dalen de lasten van warme maaltijdvoorziening per saldo met € 8.000. Resultaatbestemming De volgende lasten worden gedekt door een bijdrage uit de reserves: • reconstructie sportvelden 2010-2013 (reserve nieuw beleid); • speeltoestellen 2008-2011 (reserve bovenwijks). • bijdrage voor de inrichting van de bibliotheek (reserve kapitaallasten) • paddenstoelenpact 2010 (reserve glastuinbouw) Risico's Wmo voorzieningen Op basis van de contractafspraken met de zorgaanbieders blijkt dat er gericht aandacht moet zijn voor het risico van het ontstaan van wachtllijsten. De druk op de zorgsector zorgt er voor dat er nadere afspraken komen met zorgaanbieders. Dit heeft een mogelijk effect op de begroting. Bij de uitgaven voor de Wmo voorzieningen is er sprake van een open eind financiering. Er heeft een aframing plaatsgevonden op basis van ervaringscijfers. De mogelijkheid bestaat dat op enig moment afwijkingen in de ramingen ontstaan als gevolg van stijging uitgaven door toename van het aantal aanvragen.
36
4 Inrichting leefomgeving Wat willen wij bereiken? Ambitie
Resultaatgebieden
Wij willen onze burgers een leefomgeving bieden, waarbij veiligheid en gezondheid centraal staan. Hiervoor willen wij investeren in de bereikbaarheid en kwaliteit van de openbare ruimte
• • •
Openbare orde en veiligheid Openbare ruimte en verkeer Volksgezondheid en milieu
Beoogde effecten •
Inwoners en ondernemers die zich veilig voelen in hun leef- en werkomgeving. Indicator - De waardering in 2010 over een adequaat reagerende gemeente 5,6 (benchmark 2007: 4 4,9) .
•
Een gezonde burger in zijn/haar leefomgeving. Indicator - Het gezondheidsprofiel van de burger van de gemeente Maasdriel is gelijk of hoger dan 5 het gemiddelde gezondheidsprofiel van de burger van de regio Rivierenland .
•
Inwoners en bezoekers ervaren de bereikbaarheid van de kernen en wijken van de gemeente Maasdriel als goed. Indicator - De waardering in 2010 over het parkeren en de bereikbaarheid van de kernen in de gemeente Maasdriel is als het gemiddelde van een gemeente met minder dan 25.000 inwoners.
•
De burger is tevreden over de kwaliteit van de (directe) leefomgeving. Indicator - De waardering in 2010 over kwaliteit van de Openbare Ruimte in de gemeente Maasdriel is als het gemiddelde van een gemeente met minder dan 25.000 inwoners.
Initiatieven om deze ambitie te realiseren 1. 2. 3. 4.
Werken aan een veilig Maasdriel Werken aan het gezondheidsprofiel van de burger in Maasdriel Bevorderen van de mobiliteit Investeren in de fysieke leefomgeving
Vastgesteld bestaand beleid • • • 4 5
Gemeentelijk Mobiliteitsplan 2009 Gemeentelijke Integrale Visie Openbare Ruimte 2009 - 2020 Convenant Veilig Uitgaan in Maasdriel 2001 Bron indicatoren klanttevredenheid: onderzoek "De staat van de gemeente" (2007). Bron: risicoprofiel Maasdriel (2003-2007), GGD Rivierenland 2003.
37
• • • • • • • • • • • • • • • •
Beleidsnota vrijwilligerswerk Bommelerwaard 2002-2004 Notitie Leefbaarheid in de kernen 2003 van de Regio Rivierenland Regionaalplan Bommelerwaard 2003 Landschapsplan Bommelerwaard 2004 Nota speelruimteplan 2008 RSP projecten Breedtesport 2009-2011 Nota lokaal gezondheidsbeleid 2003-2007 Nota regionaal gezondheidskansen centraal 2008 Convenant beveiliging bedrijventerrein De Geerden 2004 Gemeentelijk Integraal Veiligheidsplan 2008 Rapportage wegenbeheer 2005 - 2064 Provinciale netwerknota Milieubeleidsplan 2008-2011 Millieuwerkprogramma 2009-2012 Gemeentelijk rioleringsplan 2007-2011 Waterplan Bommelerwaard 2007
Speerpunten collegebeleid 2007- 2010 1. • • • • • • • •
Werken aan een veilig Maasdriel bevordering van de openbare veiligheid sociale veiligheid voor ons allemaal aandacht voor veilig en aangenaam uitgaan goede oefening van het gemeentelijke rampenplan slagvaardige en kwalitatieve dienstverlening van de brandweer goede bereikbaarheid en inzetbaarheid van de politie binnen de Gemeente Maasdriel verbetering van de ambulancezorg handhaving van genomen veiligheidsmaatregelen
2. • • • • •
Werken aan het gezondheidsprofiel van de burger in Maasdriel aandacht voor de beschikbaarheid van eerstelijns gezondheidszorg blijvend herstel van de waterkwaliteit uitvoering geven aan het gemeentelijk rioleringsplan ontwikkeling van een totaal milieubeleid het op adequate wijze verstrekken van milieuvergunningen en daar waar nodig handhavend optreden stimuleren van gebruik van schone energie
•
3. Bevorderen van de mobiliteit • het in stand houden en zo mogelijk verbeteren van de bereikbaarheid van kernen door het verbeteren van het openbaar vervoer • voldoende parkeergelegenheid in het centrum Kerkdriel • een goede verkeerscirculatie tussen de kernen van de Gemeente Maasdriel • goede en veilige fietsverbindingen naar met name de scholen 4. Investeren in de fysieke leefomgeving • het versterken van de gebruiks- en belevingswaarde van de openbare ruimte en de bebouwde omgeving • goed onderhoud van de wegen
38
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Integraal Veiligheidsplan In het integraal veiligheidsplan van 2008 is als speerpunt opgenomen bestrijding van het alcohol en drugsgebruik. Er is inmiddels een lokaal alcoholmatigingsbeleid in de gemeente Maasdriel, aanhakend op het regionale en landelijke alcoholmatigingsbeleid. Doelstellingen in dit beleid zijn uitgesplitst naar drie doelgroepen: 1. jongeren onder de 16 jaar: 2. uitgaanders tussen de 16 en 25 jaar 3. voorkomen openbare orde problematiek In het alcoholmatigingsbeleid is een uitvoeringsprogramma opgenomen. De speerpunten in het beleid zijn: • Voor doelgroep 1: het tegengaan van alcoholgebruik onder de 16 jaar • Voor doelgroep 2: voorkomen van schadelijk alcoholgebruik onder de uitgaanders: Het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik met 10% • Voor doelgroep 3: Het terugdringen van openbare orde problematiek met 10 % 1.2 Verbeteren van de sociale veiligheid Openbare Verlichting In 2009 is het beleidsplan en beheerplan Openbare Verlichting vastgesteld. De speerpunten in het beleid en beheer zijn Herkenbaarheid, Veiligheid en Duurzaamheid. Herkenbaarheid in de weginrichting in relatie met de functie van de weg. Veiligheid voor het gebruik van de openbare ruimte en specifiek voor gezichtsherkenning in de avonduren. Duurzaamheid in het slim toepassen van materialen en hulpmiddelen vooral voor het terugdringen van energieverbruik. De prioriteit voor de uitvoering van dit programma ligt bij renovatie van wegen en bij de ontwikkeling van nieuwe gebieden. Er worden, als pilot, 5 straten met LED verlichting uitgevoerd Indicator: in 2010 wordt de tevredenheid over de openbare verlichting gewaardeerd 6,9 6 (benchmark 2007: 6,7) . Keurmerk "veilig wonen" Door de gemeente Maasdriel wordt het keurmerk "veilig wonen" in de openbare ruimte toegepast bij alle nieuw te bouwen wijken. 1.3 Verbeteren van de objectieve veiligheid Brandweer Een van de speerpunten uit het collegebeleid 2007-2010 is het realiseren van een ‘slagvaardige en kwalitatieve dienstverlening van de brandweer’. In 2007 is samenwerking met de gemeente Zaltbommel van start gegaan door het vormen van een gezamenlijke cluster. Hierbij zijn afspraken gemaakt over het professionaliseren van de brandweer. In het ‘Meerjarenbeleidplan Brandweer Bommelerwaard 2009-2012’ zijn de speerpunten verwoord tot 2012. Elk jaar wordt een afdelingsplan opgesteld waarin de te bereiken resultaten worden vermeld. In 2010 worden de volgende speerpunten aangepakt. • Zoveel mogelijk voldoen aan de brandweerzorgnormen in het gehele verzorgingsgebied en voldoende beschikbaarheid van (vrijwillig) repressief personeel • Verbeteren van de positie van de vrijwilligers door het verminderen van de belasting, streven naar minder regels, het harmoniseren van de rechtspositieregeling en het verbeteren van het vakmanschap door realistisch te oefenen op oefencentra • Versterken van de klantgerichte houding naar burgers en bedrijven en afdelingen • Verbeteren van de bedrijfsvoering. 6
Bron indicatoren klanttevredenheid: onderzoek "De staat van de gemeente" (2007).
39
Indicator repressie: het uitrukpotentieel is minimaal in 80% van de gevallen binnen de (landelijk vastgestelde) normtijd na alarmering ter plaatse. Indicator beschikbaarheid brandweerposten: in 2010 wordt de inzetbaarheid van de zes brandweerposten vergroot met 5%. Indicator oefenen in 2010 gaan de zes Officieren van Dienst realistisch oefenen op een extern oefencentrum. Indicator klantgerichtheid; verzoeken, brieven, e-mail worden binnen de gestelde termijnen afgehandeld. Er wordt elke maand een voorlichting gegeven bij bedrijven of op scholen. Indicator belasting vrijwilligers: de belasting van de vrijwilligers wordt met 5% teruggebracht door het anders organiseren van werkzaamheden. Indicator rechtspositie: in 2010 worden functieprofielen en taakomschrijvingen van de vrijwilligers opgesteld en vastgesteld. Politie en Gemeentelijk Opsporing Ambtenaar Op het gebied van handhaving is de professionalisering van de gemeentelijke toezichtorganisatie een speerpunt. Voor de handhaving van de kleine ergernissen in de openbare ruimte is een gemeentelijk opsporingsambtenaar aangesteld. Het speerpunt van de GOA was voor 2008 met name de controle op overlast hondenpoep en fout parkeren in de openbare ruimte. Sinds de komst van de GOA is het aantal overtredingen op het gebied van hondenpoep zichtbaar afgenomen. We verwachten nog meer winst te behalen. Door een hogere inzet sinds 2009 van de GOA kunnen we ook op andere terreinen (bv overlast jeugd) controle uitoefenen. Indicator: doelstelling is het terugdringen van het aantal kleine overtredingen in de openbare ruimte met 30% door meer ureninzet van de GOA . 2.1 Lokaal gezondheidsbeleid In 2009 is de Nota lokaal gezondheidsbeleid vastgesteld. Een belangrijk thema is het bevorderen van een gezonde(re) leefstijl bij inwoners. In dat kader zal uivoering worden gegeven aan het project Overgewicht. Dit project vindt plaats in het kader van de Regionale Sociale Agenda. In de Nota lokaal gezondheidsbeleid zal ook aandacht worden gevraagd voor de gezondheidsmonitor en het meldpunt bijzondere zorg. Hier ligt een expliciete relatie met de Wmo. Kortheidshalve wordt dan ook verwezen naar programma 3, Leefbare samenleving en het onderdeel Doorontwikkeling Wmo. Logopedie Er wordt overleg gevoerd tussen de regiogemeenten en de GGD in het kader van de subsidie voor logopedie. Logopedie kent een preventief maar ook een curatief deel. Ook de organisatie van de logopedie op scholen heeft consequenties voor de benodigde middelen. 3.1 Mobiliteitsplan Onder het motto "verkeer op de juiste plaats" is in april 2009 het mobiliteitsplan vastgesteld. Dit beleidsplan verkeer en vervoer heeft als doel de stijgende trend van het aantal gewonden door verkeersongevallen om te buigen naar een dalende trend. Concreet doel is dat er in de gemeente Maasdriel in 2020 maximaal 20 gewonden te betreuren zijn en maximaal 1 dodelijk slachtoffer. In het plan zijn de verkeerscirculatie, wegencategorisering en een verkeersveiligheidsplan opgenomen. Allen moeten zorgen voor een verkeersveiliger en leefbaarder Maasdriel. Het mobiliteitsplan bevat ook een uitvoeringsprogramma dat in eerste instantie de nadruk legt op het verbeteren van de schoolomgeving, maar waar ook het verkeersveilig inrichten van woonwijken nadrukkelijk in aanwezig is. Indicator: in 2010 waardeert de burger als wijkbewoner de gemeente per onderdeel op het huidig gemiddelde.
40
4.1 Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) De gemeente beschikt over een integraal beheersysteem voor de openbare ruimte. Hierin zijn alle elementen van groen, wegen, lichtmasten en riolering ingemeten en verwerkt in een digitale beheerkaart. De elementen uit deze kaart zijn gekoppeld aan een database waarin alle gegevens van deze elementen zijn ingevuld. Door middel van de inventarisatie heeft gemeente Maasdriel een actueel inzicht gekregen in de hoeveelheden van alle elementen die aanwezig zijn in onze openbare ruimte. Naast de inventarisatie van de openbare ruimte, is er ook een schouw uitgevoerd naar de huidige kwaliteit van de openbare ruimte. De uitkomst van deze schouw is naast de gewenste kwaliteit gelegd die in de Visie 2020+ is beschreven. De verschillende kwaliteitscenario's en de financiële consequentie daarvan zijn in beheerplannen opgenomen en aan het bestuur ter besluitvorming voorgelegd. De kwaliteitsnorm volgend uit de visie Maasdriel 2020+ zal in één van de scenario's zichtbaar worden gemaakt en als uitgangspunt dienen. De uitkomsten zijn verwerkt in de begroting van 2010 en verder. 4.2 Integrale Visie Openbare Ruimte (IVOR) In 2008 is de visie Maasdriel 2020+ vastgesteld. In navolging hierop zijn diverse beleidsplannen opgestart. IVOR is er daar één van. IVOR is ontwikkeld om een plan beschikbaar te hebben waarin per kern en per gebied de krachten, kansen en bedreigingen zijn vertaald in maatregelen en uitgangspunten. Hierbij zal zoveel mogelijk met beelden gewerkt worden om de kwaliteiten te visualiseren. De recepten uit IVOR worden gebruikt bij het opstellen van de reconstructieplannen die uit IBOR volgen. Daarnaast wordt er een relatie gelegd tussen de diverse leefbaarheidsplannen die de gemeente heeft. 4.3 Werken aan "Werken" in Maasdriel In 2008 en 2009 zijn de visies en tactische plannen volgend uit de Visie 2020+ voor de openbare ruimte opgesteld. Deze visies zijn vertaald in concrete uitvoeringsmaatregelen voor de openbare ruimte. Tijdens het opstellen van de plannen zijn de onderhoudsmaatregelen gewoon door gegaan. Maar in 2009 al, en juist in 2010 en verder zal hier een tandje bovenop worden gedaan. Ook in 2010 wordt er veel gewerkt aan de openbare ruimte. Kwaliteit en integraliteit zijn hierbij uitvoerig afgewogen. Bij het vormen van de openbare ruimte zullen de burgers van Maasdriel vooraf betrokken worden over de uitvoering van maatregelen in hun straat of woon- en werkomgeving.
41
Wat mag dat kosten? Tabel 4 geeft de baten en lasten weer die aan het thema verbonden zijn. Tabel 4 - Lasten en baten thema 4 Inrichting leefomgeving. (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Lasten P rioriteiten • Prioriteit 1 Investeringen wegen • Prioriteit 2 Uitvoeringsplan wegen • Prioriteit 3 E KD • Bezuiniging • Bezuiniging • Bezuiniging Bestaand beleid 2 Openbare orde en veili gheid 3 Openbare ruimte en verkeer 8 Volksgezondheid en milieu Totaal lasten thema Baten Bestaand beleid 2 Openbare orde en veili gheid 3 Openbare ruimte en verkeer 8 Volksgezondheid en milieu Totaal baten thema S aldo them a Resultaatbestemming • storting in reserves • onttrekking aan reserves S aldo resultaatbestemm ing S aldo na resultaatbestem ming
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
49 p.m. 0 0 -30 0
26 p.m. 0 -20 -30 -5
26 p.m. 44 -20 -30 -5
30 p.m. 44 -20 -30 -5
1.592 3.552 3.521 8.666
1 .777 2 .899 3 .453 8 .129
1.959 4.106 4.092 10.176
1.906 4.726 4.227 10.830
1.889 4.713 3.773 10.391
1.876 4.699 3.745 10.340
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
35 93 2.818 2.946
51 65 2 .907 3 .023
46 65 3.044 3.155
-24 65 3.077 3.118
-24 65 2.639 2.680
-24 65 2.639 2.680
-5.720
-5.106
-7.021
-7.712
-7.711
-7.660
480 50 -430
1.740 53 -1 .688
10 121 112
-48 338 386
-109 262 371
-87 267 354
-6.150
-6.794
-6.910
-7.326
-7.340
-7.306
Toelichting op de lasten en baten Prioriteiten Elektronisch kinddossier Het rijk stelt gelden beschikbaar voor het elektronisch kinddossier in de gezondheiszorg en de verwijsindex. In verband hiermee worden ook de gemeentelijke uitgaven hoger. Bezuinigingen Gladheidbestrijding Op basis van ervaringscijfers is de raming voor gladheidbestrijding met € 20.000 naar beneden bijgesteld. Gezien het weersafhankelijke karakter kunnen de werkelijke lasten hiervan jaarlijks afwijken Hertenkampen, met uitzondering van wandelpark. De lasten die gemoeid zijn met het instandhouden van de hertenkampen zijn hoog in relatie tot de functie die zij vervullen. Bij het zoeken van noodzakelijke bezuinigingen achten wij het verantwoord door middel van een andere opzet met ingang van 2011 dit een besparing van € 20.000 te realiseren Uitmaaien sloten en afvoer baggerspecie Op basis van ervaringscijfers zijn de ramingen met € 10.000 naar beneden bijgesteld.
42
Bestaand beleid 2009 - 2010 Lasten Resultaatgebied 2 Openbare orde en veiligheid Opvanghuis dieren met ingang van 2011 wordt hierop € 5.000 bezuinigd. De inhuur van de bijzonder opsporingsambtenaar wordt terug gebracht en de werkzaamheden anders georganiseerd. Dit leidt tot een voordeel van € 25.000 structureel. Resultaatgebied 3 Openbare ruimte en verkeer Er is € 1.100.000 opgenomen voor onderhoud wegen. Vorig jaar werd het budget als storting in de reserve geraamd. De huidige presentatie is correcter. Qua budget is er geen onderscheid. Zowel voorheen als nu worden de feitelijke uitgaven in enig jaar met de egalisatiereserve vereffend. Baten Resultaatgebied 8 Volksgezondheid en milieu Het rioolrecht is op basis van het GRP verhoogd met € 14 en de GWW-index. De grafinkomsten zijn op basis van demografische ontwikkelingen verhoogd met € 30.000. Resultaatbestemming De stortingen in de reserves bestaan uit een toevoeging aan de reserve materieelplan brandweer en een toevoeging aan reserve riolering. De onttrekkingen uit de reserves bestaan uit: Bestemmingsreserve brandweergarages € 27.158 Reserve onderhoud wegen € 24.982 Reserve straatverlichting € 3.308 Reserve nieuw beleid € 66.025.
43
44
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Tabel 5 geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. De OZB en de uitkering uit het gemeentefonds zijn de belangrijkste. Deze middelen kennen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het rioolrecht, geen vooraf bepaald bestedingsdoel. Tabel 5 - Lasten en baten algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan)
Lasten
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
23 23
1 .143 1 .143
268 268
137 137
143 143
163 163
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
• Beleggingen, leni ngen en bespaarde rente • Baatbelasting • Onroerende zaakbelasting • (Water)toeristenbelasting • Honden belasting • Algemene ui tkering • Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal baten thema
1.382 11 2.941 67 131 16.107 117 20.756
1 .174 13 3 .305 105 137 17 .124 25 21 .882
1.151 13 3.408 107 140 17.227 110 22.155
1.109 13 3.408 107 140 16.841 110 21.727
1.111 13 3.408 107 140 16.660 110 21.549
1.173 13 3.408 107 140 16.554 110 21.504
Saldo them a
20.733
20.740
21.887
21.590
21.405
21.341
2.404 2.340 -64
1.168 1.963 795
414 199 -214
431 275 -156
424 150 -273
417 146 -270
20.670
21.535
21.673
21.434
21.132
21.070
Bestaand beleid • Overige algemene lasten Totaal lasten thema Baten
Resultaatbestemming • storting in reserves • onttrekking aan reserves Saldo resultaatbestemm ing Saldo na resultaatbestem ming
Toelichting op de lasten en baten Bestaand beleid 2009 - 2010 Baten Beleggingen, leningen en bespaarde rente Door de inzet van reserves wordt de bespaarde rente lager. Onroerende-zaakbelasting (OZB) In de raming van de OZB is rekening gehouden met een indexering, zoals uitgewerkt in de paragraaf lokale heffingen. (Water)toeristenbelasting De tarieven van de (water)toeristenbelasting worden niet verhoogd. Algemene uitkering De ontwikkeling van de algemene uitkering ten opzichte van vorig jaar laat meerjarig een negatief beeld zien. Dit wordt vooral veroorzaakt door grote onzekerheid over de economische ontwikkelingen. Hierdoor wordt de zogenaamde "trap op trap af" methodiek verlaten. Hiervoor in de plaats komt een zogenaamde nominale uitkering tot en met 2011. Wat daarna gebeurt is onduidelijk. Mede met als achtergrond de vermelde positieve insteek t.a.v. autonome groei is in 2012 en 2013 geen verdere ontwikkeling geraamd. Opdat de taken die voortvloeien uit de WMO volledig uitgevoerd kunnen worden heeft het rijk de besparing op de uitkeringscomponent WMO (257 miljoen op macro niveau in 2009) aan de gemeenten gelaten. In eerdere afspraken
45
zouden deze komen te vervallen. In dit verband wordt opgemerkt dat de hogere uitkeringscomponent voor het onderdeel WMO verband houdt met aanvullende gemeentelijke taken die moeten worden uitgevoerd. Tabel 6 - Ontwikkeling algemene uitkering (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan)
omschrijving
A
primitieve begroting 2009/incl groei maatstaven/ prijspeil 2009 totaal algemene uitkering
B
2009 17.123.517 17.123.517
2010 17.004.139 17.004.139
2011
2012
16.882.280
16.969.887
16.882.280
16.969.887
2013
meicirculaire 2009/incl groei maatstaven/peil 2010(loon 1,5%; prijs 2%)
15.491.215
15.397.685
15.011.640
14.831.228
14.724.653
behoedzaamheidsreserve
buiten werking
buiten werking
buiten werking
pm
pm
WMO
1.805.335
1.824.169
1.824.087
1.824.084
1.824.097
16.655.312
16.548.750
totaal algemene uitkering (zoals opgenomen in begroting 2010) verschil B-A (vergelijk 2010 t.o.v. 2009)
17.296.551
17.221.854
173.203
217.884
16.835.727 46.384-
314.406-
Resultaatbestemming Tabel 16 op pagina 84 geeft een specificatie van de resultaatbestemming. In 2011 wordt de dip in de algemene uitkering (gedeeltelijk) gedekt uit een bijdrage van € 120.000 uit de reserve Nieuw Beleid.
46
nvt
De paragrafen In het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), dat sinds 2004 geldt, is opgenomen dat in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten worden vastgelegd. De volgende paragrafen zijn hierbij voorgeschreven. A B C D E F G
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
Het doel van de paragrafen is dat de onderwerpen die versnipperd in de begroting staan worden gebundeld in een kort overzicht. De paragrafen geven daarmee een dwarsdoorsnede van de begroting.
47
48
A Lokale heffingen Overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen. De gemeentelijke heffingen zijn te verdelen in de volgende twee categorieën: • heffingen waarvan de opbrengst is gebonden (retributies en leges). • heffingen waarvoor de opbrengst vrij besteedbaar is. Tabel 7 geeft de totaalopbrengst van de diverse gemeentelijke heffingen weer. Tabel 7 – Overzicht lokale heffingen (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Baten G ebonden heffingen bevolkingsle ges gebruikersvergunni ngen riool(afvoer)recht baatbelasti ng milieuvergunningen begraafrechten leges ruimtelijke ordening bouw-/welstandleges overige leges V rij besteedba ar onroerende zaakbel astingen (O ZB) toeristenbel asting hondenbelasting paardenmarktgelden marktg elden staangelden kermis Totaal lokale heffingen
Realisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
Ram ing 2011
Raming 2012
Raming 2013
429 3 2.146 11 6 74 148 810 52
378 11 2.200 13 14 80 128 883 48
423 11 2.200 13 14 100 65 568 48
423 11 2.200 13 14 100 65 853 48
426 11 2.200 13 14 100 65 853 48
423 11 2.200 13 14 100 65 853 48
2.941 67 131 35 11 49
3.305 105 137 28 10 50
3.408 107 140 28 10 50
3.444 107 140 28 11 50
3.444 107 140 28 11 50
3.444 107 140 28 11 50
6.912
7.3 90
7.185
7.506
7.509
7.506
Beleid ten aanzien van de lokale heffingen De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente Maasdriel. De lokale heffingen en vooral de algemene dekkingsmiddelen zijn een belangrijk politiek instrument ter weging van beleidsbeslissingen. Ze maken integraal onderdeel uit van het gemeentelijke beleid. Om deze afweging tussen een extra euro lastendruk tegenover het nut van een extra euro uitgaven (de zogenaamde vrije zoom) vorm te geven is in het kader van het dualisme en het Besluit Begroting en Verantwoording de paragraaf lokale heffingen verplicht gesteld. Kostendekkendheid In het coalitieakkoord "Sterke dorpen, sterk Maasdriel" is bepaald dat leges en retributies zoveel mogelijk kostendekkend zijn. De OZB en de overige zakelijke lasten worden in principe alleen met het inflatiepercentage verhoogd.
49
Indexering De afgelopen jaren zijn de tarieven in Maasdriel gewijzigd met de onderstaande percentages: • 2007: verhoogd met een prijsindex van 1,75%. Voor de OZB is in de tarieven voor 2007 ook rekening gehouden met een correctie op de prijsindex van 2006 van 1,50%; • 2008: OZB verhoogd met 2,40%, overige belastingsoorten en leges verhoogd met 3,90%; • 2009: OZB, overige belastingsoorten en leges verhoogd met 3,30%. Bij vaststelling van de tarieven voor de onroerende-zaakbelasting (OZB) 2007 is de systematiek van berekening van indexering aangepast. Bij de voorbereiding van de begroting 2008 is deze systematiek verder uitgewerkt, zodat er een berekeningswijze ontstaat die eenduidig gehanteerd kan worden. De uitgangspunten met ingang van de begroting 2008 zijn: 1. de tarieven voor de OZB worden, conform coalitieakkoord, in principe enkel verhoogd met de prijsindex; 2. mutaties in de waarde van onroerend goed door periodieke herwaardering worden gecorrigeerd op de tarieven en leiden per saldo niet tot een mutatie in de opbrengst; 3. als prijsindex wordt gehanteerd de prijsmutatie BBP (bruto binnenlands product), zoals deze wordt weergegeven in de circulaires gemeentefonds van het ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijkrelaties, dit geldt zowel voor de OZB als voor de overige belastingen en leges; 4. voor de indexering van het riool(afvoer)recht wordt de specifieke GWW-index voor riolering gehanteerd. Periodieke herwaardering Vanaf 2007 wordt voor alle WOZ-objecten jaarlijks de taxatiewaarde opnieuw vastgesteld. Deze taxatiewaarden zijn de grondslag voor de heffing van de OZB. Om de effecten van deze herwaardering geen invloed te laten hebben op de hoogte van de OZB-aanslag wordt dit bij de vaststelling van de tarieven gecorrigeerd. De hoogte van WOZ-waarde is eveneens van invloed op de hoogte van de algemene uitkering. Afwijking van de waardestijging ten opzichte van het landelijke gemiddelde leidt tot effecten in de algemene uitkering. Indien het noodzakelijk is om deze effecten te corrigeren via de OZB-tarieven zal dit gemotiveerd aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Maximering OZB-tarieven De tijdelijke limitering van de OZB-tarieven is per 1 januari 2008 vervallen. Het vervallen van de limitering OZB mag niet leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Het instellen van een macronorm moet dat voorkomen. Als de ontwikkeling van de lokale lasten tot overschrijding van die norm leidt, kan het Rijk ingrijpen via correctie van het volume van het gemeentefonds. In 2010 vindt een evaluatie plaats. Prijsmutatie Bruto Binnenlands Product (BBP) Het BBP is de totale (geld)waarde van alle in een land geproduceerde goederen (en diensten) gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar) en geeft hiermee de algemene prijsontwikkeling in Nederland weer. Op diverse momenten door het jaar heen wordt in de circulaires van het gemeentefonds gerapporteerd over de prijsmutaties BBP. Dit zijn feitelijke ontwikkelingen achteraf en prognoses voor toekomstige prijsmutaties. Bij vaststelling van de OZB-tarieven voor het nieuwe begrotingsjaar wordt rekening gehouden met de geraamde ontwikkeling van het BBP uit de zogenaamde "septembercirculaire" van het gemeentefonds. Tevens wordt hierbij bezien of de feitelijke ontwikkeling van het BBP over het
50
lopende begrotingsjaar aansluit bij de ramingen. Afwijkingen hierin worden eveneens gecorrigeerd in de tariefstelling voor het komende begrotingsjaar. Overigens wordt de voorbereiding van de begroting afgerond voordat de septembercirculaire beschikbaar is. In de begroting wordt daarom gerekend met de beschikbare index uit de "meicirculaire". Indexering belastingen en leges Uitgangspunt bij de berekening van belastingtarieven is dat de prijsindex wordt toegepast. Voorafgaand aan het belastingjaar wordt ingeschat hoe hoog deze is. Naderhand vindt op basis van de werkelijke prijsontwikkeling een herziening plaats. De ontwikkeling hiervan is als volgt. Voor 2009 is de volgende prijsontwikkeling toegepast: • 2006: 1,70% (- 0,20%) • 2007: 1,50% (- 0,25%) • 2008: 2,25% (+ 0,25%) • 2009: 3,50% (+ 3,50%) • Totaal + 3,30% Voor 2010 wordt de volgende prijsontwikkeling toegepast: • 2007: 1,50% (+ 0,00%) • 2008: 2,70% (+ 0,45%) • 2009: 1,25% (- 2,25%) • 2010: 2,00% (+ 2,00%) op basis van de Meicirculaire 2009 (voorlopig) • Totaal + 0,20% Indexering rioolrecht In het GRP 2007-2011 wordt uitgegaan van een jaarlijkse stijging (excl. index) van € 14 per aansluiting. Daarnaast wordt de GWW-index toegepast. Voor deze index is geen verwachting voor het komende jaar beschikbaar bij het CBS, daarom wordt gewerkt met de BBP-index en een nacalculatie op basis van de GWW-index. Voor 2009 is de volgende prijsontwikkeling toegepast: • 2006: 2,50% (+ 2,50%) op basis van de werkelijke GWW-index 2006 • 2007: 4,10% (+ 2,35%) op basis van de voorlopige GWW-index 2007 -/- de BBP-index 2007 (sep '06) • 2008: 2,25% (- 2,93%) op basis van de BBP-index 2008 (sep '08) -/- de BBP-index 2008 (sep '07) • 2009: 3,50% (+ 3,50%) op basis van de BBP-index 2009 (sep '08) • Totaal + 5,42% Voor 2010 wordt de volgende prijsontwikkeling toegepast • 2007: 4,10% (+ 0,00%) op basis van de werkelijke GWW-index 2007 -/- de voorlopige GWW-index 2007 • 2008: 4,70% (+ 2,45%) op basis van de voorlopige GWW-index 2008 -/- de BBP-index 2008 (sep '08) • 2009: 1,25% (- 2,25%) op basis van de BBP-index 2009 (mei '09) -/- de BBP-index 2009 (sep '08) • 2010: 2,00% (+ 2,00%) op basis van de Meicirculaire 2009 (voorlopig) • Totaal + 2,20%
51
Ontwikkelingen binnen de verschillende belastingen en heffingen Belastingsamenwerking Rivierenland Met ingang van 1 januari 2008 is de samenwerking tussen het Waterschap Rivierenland, de Avri en de gemeenten Culemborg, Lingewaal, Maasdriel en Tiel via de gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) een feit. In 2008 zijn voor het eerst op één aanslagbiljet de waterschapslasten, afvalstoffenheffing en de gemeentelijke belastingen (OZB, rioolrecht en hondenbelasting) opgelegd. Ook de invordering, afwikkelingen van bezwaar en beroep en kwijtscheldingen gebeurt door de BSR. Het personeel van de samenwerkende organisaties in de nieuwe organisatie geplaatst. Met ingang van 1 januari 2009 hebben ook de gemeenten Neerijnen, Geldermalsen en West Maas en Waal zich aangesloten bij de BSR. Niet alle gemeentelijke belastingen zijn in de gemeenschappelijke regeling ingebracht. De gemeente Maasdriel voert de baatbelasting en de toeristenbelasting nog zelf uit. Rioolrecht Het dekkingspercentage van de rioolrechten is 100%, ook al zijn de baten hoger dan de lasten. Dit wordt veroorzaakt de invoering van btw-compensatie. De lasten op het onderdeel riolering voor de gemeente zijn exclusief btw. Toch wordt in het riool(afvoer)recht de btw-component doorberekend. Het rijk heeft het voordeel van de lagere kosten immers verminderd in de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Baatbelasting In een gebied van de voormalige gemeente Maasdriel is voor de aanleg van riolering een verordening baatbelasting vastgesteld. Er bestaat wettelijk gezien geen mogelijkheid tot verhoging van deze tarieven.
Lokale lastendruk De lokale lastendruk is enerzijds een indicator voor de mate waarin de inwoners van de gemeente Maasdriel worden belast met de door de gemeenteraad vastgestelde heffingen. Anderzijds is het een indicator voor de financiële positie van de gemeente in het provinciaal toetsingskader. Voor het bepalen van de lokale lastendruk zijn de heffingen bepalend die onvermijdelijk gepaard gaan met het wonen in de gemeente Maasdriel, te weten: de onroerend zaakbelastingen, het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Ondanks het feit, dat de afvalstoffenheffing in Maasdriel wordt opgelegd door de AVRI moet die heffing eveneens worden betrokken in de bepaling van de lokale lastendruk. De lokale lastendruk kan op verschillende manieren worden berekend. Omdat de onroerend zaakbelasting eigenaren en het rioolrecht worden geheven van de zakelijk gerechtigde verschilt de lokale lastendruk. Dit is afhankelijk van de vraag of een inwoner van Maasdriel eigenaar, bewoner of huurder is. Tabel 8 geeft een overzicht van de lokale lastendruk per woonruimte, voor een eigenaar bewoner en voor een huurder. De hierbij gehanteerde uitgangspunten zijn: • een huishouden, bestaande uit 3 personen; • een waarde van de woning van € 250.000 (2008: € 250.000; 2007: € 235.000) 3 • een waterverbruik als basis voor rioolrecht van 50 m per persoon; • een standaardtarief afvalstoffenheffing. Deze uitgangspunten sluiten aan bij de gegevens die de provincie Gelderland gebruikt in haar jaarlijkse rapport Gemeentefinanciën.
52
Tabel 8 - Lokale lastendruk (bedragen in €) Soort lastendruk
2007
2008
2009
Gemiddelde lastendruk per inwoner provincie Gelderland
306
323
336
Gemiddelde lastendruk per inwoner Maasdriel
312
327
337
Tarief OZB Gemiddeld woning eigenaar provincie Gelderland
2,21
0,1022%
Gemiddeld woning eigenaar gemeente Maasdriel
1,95 40 van 56
0,0776% 42 van 56
Positie provinciale lijst (1 is het duurst, 56 het goedkoopst) Lastendruk specifiek huishouden – eigenaar / bewoner OZB
183
190
194
Afvalstoffenheffing (geen beleidsveld gemeente, maar van AVRI)
265
274
280
Rioolrecht
188
212
238
Totaal
636
676
712
OZB
0
0
0
Rioolrecht
0
0
0
265
274
280
265 46 van 56
274 44 van 56
280 43 van 56
Lastendruk specifiek huishouden – huurder / bewoner
Afvalstoffenheffing (geen beleidsveld gemeente, maar van AVRI) Totaal Positie provinciale lijst (1 is het duurst, 56 het goedkoopst)
Kwijtscheldingsbeleid De gemeente is op grond van de gemeentewet bevoegd om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. Met het vervallen van de OZB voor gebruikers van woningen kan feitelijk nog slechts kwijtschelding worden aangevraagd door particuliere belastingplichtigen voor de hondenbelasting. Uitsluitend voor de eerste hond
53
54
B Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Maasdriel beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken (weerstandscapaciteit) en de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Weerstandscapaciteit De gemeente is verplicht om voor de ongedekte risico's een vrij beschikbaar vermogen aan te houden om deze risico's te kunnen financieren. De gemeenteraad bepaalt het risicoprofiel en dus de hoogte van de financiële buffer. In 2006 is een inventarisatie gedaan van de risico's die de gemeente kan lopen. Het totale ongedekte risico voor deze gemeente bedraagt € 3.765.000. Dit bedrag moet nog worden verhoogd met € 1.000.000, het risico van een negatief exploitatietekort, bijvoorbeeld als gevolg van verliezen op bouwgrondexploitaties. Totaal bedraagt het risico dus € 4.765.000. Om te voorkomen dat er ingrijpende beleidswijzigingen moeten worden doorgevoerd bij het voordoen van niet afgedekte risico's moet een gemeente een capaciteit bezitten om tegenvallers op te vangen. De weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien in de begroting en de vrij aanwendbare reserves. Volgens de begroting 2010 bedraagt de weerstandscapaciteit € 9,7 miljoen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de berekening van de weerstandscapaciteit. De vrij aanwendbare reserves zijn: de algemene reserve, de reserve nieuw beleid, de belegde algemene reserve en de reserve bouwgrondexploitaties. Tabel 9 – Weerstandscapaciteit (bedragen in € 1.000) Soort weerstandscapaciteit
Begroting 2010
Structureel onbenutte belastingcapaciteit:
OZB Rioolrechten Leges en andere heffingen Resultaat jaarrekening/onvoorzien Incidenteel Vrij aanwendbare reserves
9.875
Totaal weerstandscapaciteit
9.977
0 0 0 102
Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico's op te vangen. De vraag ligt voor of de gemeente voor het totaal van de risico’s vermogen beschikbaar moet houden en of het overige vermogen, voor zover aanwezig, ingezet kan worden voor het realiseren van nieuw beleid? Binnen de formule risico = kans * gevolgen, zijn alle risico's geïnventariseerd en gewogen naar de kans dat het zich kan voordoen in de tijd en gerekend naar een zestal gevolgen zoals fysieke, politieke en economische gevolgen. Verder zijn per risico aangegeven de financiële gevolgen per gebeurtenis. Het totaal van de financiële risico's zijn te duiden als benodigde weerstandcapaciteit. De zogeheten beschikbare weerstandscapaciteit bestaat zoals bovenstaand aangegeven uit reserves en voorzieningen die vrij beschikbaar zijn en/of bedoeld zijn om risico’s af te dekken. Dit is dus een beperkt deel van het totale vermogen.
55
Het verschil tussen de benodigde weerstandcapaciteit en beschikbare weerstandcapaciteit geeft vervolgens inzicht in het weerstandsvermogen van de gemeente. Daaruit blijkt of er al dan niet middelen vrijgemaakt kunnen/moeten worden. Indien er meer beschikbaar is dan benodigd, kan op een verantwoorde wijze een bedrag worden ingezet voor het ontwikkelen en realiseren van nieuw beleid. Indien er minder beschikbaar is dan benodigd worden inwoners van de gemeente (onnodig) opgezadeld met ingrijpende beleidswijzigingen. Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen dient een norm te worden vastgesteld. Deze norm wordt ratio van het weerstandsvermogen genoemd en wordt als volgt berekend. Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit/Benodigde weerstandscapaciteit Welke ratio indiceert een goed weerstandsvermogen en welke een onvoldoende? Hiervoor wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel. Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio weerstandsvermogen > 1,65 1,35 < x < 1,65 1,0 < x < 1,35 0,8 < x < 1,0 0,6 < x < 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Het uitgangspunt is om de impact van de risico’s te minimaliseren. Dit betekent dat het weerstandsvermogen tenminste voldoende moet zijn. De raad heeft besloten in zijn vergadering van 4 september 2008 op advies van de raadswerkgroep Planning & Control, een ratio weerstandsvermogen van 1,5 keer het totaal van de geïnventariseerde financiële gevolgen van risico's aan te houden met een marge van 10% naar boven en beneden. Dit spoort met het waarderingscijfer B. Er is voor gekozen om naast de geïnventariseerde risico’s ter grootte van € 3.765.000¹, rekening te houden met een buffer voor onvoorziene risico’s van grondexploitaties van € 1 miljoen. Met de huidige beschikbare weerstandscapaciteit van € 9,7 miljoen en de benodigde weerstandsvermogen van € 7,1 miljoen (is 4,7 miljoen keer de ratio 1,5) betekent het dat desgewenst een bedrag van € 2,6 miljoen kan worden ingezet voor de financiering van de strategische opgaven en de toekomstvisie. Deze systematiek van monitoring van het weerstandsvermogen wordt verankerd in de bedrijfsvoering van de gemeente als totaal. Dat betekent dat op elk moment, maar in ieder geval bij de opmaak van de jaarrekening, sprake is van een financieel verantwoord niveau van het weerstandsvermogen. Indien noodzakelijk zal het hiervoor worden aangewend. Naast adequaat risicomanagement betekent dat ook dat als het vermogen ontoereikend is geworden, dit weer tot een acceptabel niveau aangevuld wordt.
¹)
In de begroting 2008 is vastgesteld dat de te verwachten risico's in de categorie: 1 keer per 10 jaar € 1.945.000 bedragen. Te verhogen met € 1 mln. voor risico's op bouwgrondexploitaties. Uitgaande van de weerstandsratio "ruim voldoende" is een weerstandsvermogen gewenst van € 4,4 miljoen.
56
C Onderhoud kapitaalgoederen De lasten verband houdend met het onderhoud van kapitaalgoederen maken een substantieel onderdeel uit van de gemeentelijke begroting. In deze paragraaf geven we een totaaloverzicht gegeven wat van belang is voor inzicht in de financiële positie. Tot kapitaalgoederen rekenen we onder andere: • wegen; • gemeentelijk rioleringsplan (GRP); • gemeentelijke gebouwen; • groen; • openbare verlichting; • overige interne bedrijfsmiddelen; • speelvoorzieningen; • sportvelden; • I&A plan; • water(partijen).
Vastgesteld beleidskader De beleidskaders voor het onderhoud van kapitaalgoederen zijn vastgelegd in beheerplannen. Hierin worden het onderhoudsniveau en de noodzakelijke budgetten vastgesteld. Periodieke evaluatie en bijstelling zijn noodzakelijk. Tabel 10 geeft de planning van de vaststelling van de plannen weer. Geconstateerd wordt dat veel plannen in 2009 zijn afgewikkeld. Tabel 10 - Vastgestelde beheerplannen Beheerplan
Vaststelling /
Bijstelling
planning Gemeentelijk Rioleringsplan 2007-2011
2007
Gemeentelijke gebouwen
2008
2012 2018
Groen
2001
2009 (IBOR)
I&A plan
2008
2011
Openbare verlichting
2008
2009 (IBOR)
Speelvoorzieningen
2008
2009 (IBOR)
Sportvelden
2007
2009 (IBOR)
Water(partijen)
2007
2012 (GRP)
Wegen
2005
2009 (IBOR)
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Beleidskader De gemeente heeft een zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater binnen haar grondgebied. In het GRP zijn de beleidsmatige en strategische uitgangspunten vastgelegd voor de periode tot en met 2011. Financiële consequentie beleidskader De financiering van de gemeentelijke rioleringszorg vindt geheel plaats door de heffing van riool(afvoer)heffing. Financiële consequenties voor de begroting Het tarief van 2010 is gelijk aan het tarief van 2009 verhoogd met 0,7% (mei-circulaire). In 2009 is het tarief van 2008 verhoogd met € 14,-- (€ 12,-- GRP en € 2,-- verbreed rioolrecht), daarover een indexering van 5,42%.
57
Gemeentelijke gebouwen Beleidskader Het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen is gebaseerd op de in de beheerplannen opgenomen meerjaren onderhoudsramingen. In 2009 zullen deze worden vertaald in het onderhoudsbeheerplan voor alle gemeentelijke gebouwen. De bestaande voor dit doel gevormde reserve kan dan in een voorziening worden omgezet. De verwachting is dat de bestaande last in de exploitatie, alsook de hoogte van de reserve voldoende is om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Een voorstel tot vaststelling van de voorziening in de staat van reserves t.b.v. onderhoud gemeentegebouwen zal in de tweede helft van 2009 door aan uw raad worden aangeboden. Eventuele effecten in de exploitatie kunnen dan worden beoordeeld. Financiële consequenties beleidskader De financiële uitkomsten van de beheerplannen zijn opgenomen in de begroting. Integraal beheer openbare ruimte (IBOR) Voor een efficiënter en gestructureerd beheer van de openbare ruimte in de gemeente Maasdriel richten we een softwaresysteem in. Hieruit vloeien beheerplannen voort voor wegen, riolering, openbare verlichting enz.. Onderhoud groen Beleidskader De uitgangspunten voor het groenbeheer zijn vastgelegd in het groenbeheerplan (GBI oranjewoud 2001). Hierin is vastgesteld aan welke beeldkwaliteit het openbaar groen binnen de gemeente qua verzorgend onderhoudsniveau (onkruid, zwerfvuil, snoeien, etc.) moet voldoen. Veel plantvakken die geheel of gedeeltelijk aan vervanging toe zijn door vernieling, uitputting beplanting al dan niet in combinatie met functieverlies, civiele werkzaamheden etc. gaan verder terug in aanzien. Bijstelling van het beheerplan vindt plaats na de integrale inventarisatie in het kader van IBOR (2009). Financiële consequenties beleidskader De kosten voor een verzorgend onderhoudsniveau zijn opgenomen in de begroting. Financiële consequenties begroting Voor het beheer aan beplanting buiten de bebouwde kom is geen beheerplan beschikbaar. De financiële consequenties zijn dus nog niet geheel duidelijk. Aanpassing van de begroting in de toekomst kan nodig zijn. Dit geldt ook voor de reconstructies van openbaar groen en voor de eventuele wijziging van de manier van onkruidbestrijding. Bestrijdingsmiddelen worden in de toekomst mogelijk verboden (IBOR 2009) Openbare verlichting Beleidskader In 2008 is het beleids- en beheerplan openbare verlichting in concept opgesteld. In dit plan wordt aangegeven dat er voor de vervangingsinvesteringen van het huidige areaal € 165.000 gemiddeld per jaar (looptijd 10 jaar) nodig is voor vervanging van lichtmasten en armaturen. Financiële consequenties begroting De financiële consequenties van dit beheerplan zijn in de begroting verwerkt.
58
Speelvoorzieningen Beleidskader In het speelruimteplan zijn beleidsregels opgenomen waaraan de speelplekken in de gemeente moeten voldoen. Hierin is onder andere opgenomen de spreiding, mate van beheer en onderhoud en vervanging. Kwantitatieve bijstelling van het beheerplan vindt mogelijk plaats na de integrale inventarisatie in het kader van IBOR (2009) Financiële consequenties in de begroting In de begroting zijn de kosten voor onderhoud opgenomen. Sportvelden Beleidskader De inventariserende werkzaamheden hiervoor zijn inmiddels afgerond. Er is een renovatieadviesplan opgesteld. Opstelling van het beheerplan vindt plaats na de integrale inventarisatie in het kader van IBOR. Financiële consequenties beleidskader Indicatief is een raming van € 66.000 per jaar in de begroting opgenomen. Bijstelling vindt plaats in 2009 (IBOR). Waterpartijen Beleidskader In 2007 is het Waterplan Bommelerwaard vastgesteld. Financiële consequenties beleidskader De financiële consequenties van het Waterplan Bommelerwaard zijn in het GRP verwerkt. Financiële consequenties voor de begroting In de verhoging van het tarief rioolheffing is € 2,-- meegenomen voor waterpartijen (GRP). Onderhoudsplan wegen Beleidskader Het beleidskader is vastgesteld in het document het "wegenbeheerplan 2005 - 2064". De onderhoudsstrategie en de budgetten die de basis vormen voor de begroting zijn hierin vastgelegd. De vastgesteld strategie is gebaseerd op een minimaal vereist onderhoudsniveau van de wegen. Zo is voldaan aan de verantwoordelijkheid ten aanzien van de (verkeers)veiligheid. De verwachting bestaat dat geen risicoaansprakelijkheid als gevolg van schade aanwezig is. Het geactualiseerde wegenbeheerplan, strikt conform de CROWsystematiek, komt op een meerjarige jaarlijkse reservering uit van € 2.632.000 (CROW versie 2004) en € 2.300.000 (CROW versie 1998). Uit narekening blijkt dat de onderhoudsbedragen die jaarlijks door het oude wegenbeheerplan werden geprognosticeerd in de praktijk gemiddeld met meer dan 50% werden onderschreden. Ook in de afgelopen jaren is, ten opzichte van het geactualiseerde wegenbeheerplan, het onderhoudsbedrag met ruim 50% onderschreden. De reserve in het egalisatiefonds bedraagt ultimo 2008 € 2,5 miljoen. Dit bedrag vormt een buffer om eventuele tegenvallers op te vangen. Het kan een overbrugging vormen naar, indien nodig, toekomstige aanpassingen van de jaarlijkse storting in het egalisatiefonds. In januari 2006 heeft ambtelijk overleg plaatsgevonden met de provincie Gelderland, als financieel toezichthouder, over de hoogte van het onderhoudsbudget wegen in relatie tot het
59
vastgestelde onderhoudsbudget. Kernvraag hierbij is of er hier sprake is van een reële raming. Dit overleg is aangekondigd in de brief van 22 november 2005 waarin Gedeputeerde Staten aangeeft de begroting 2006 voor kennisgeving aan te nemen. De nacalculatie van het uitgevoerd onderhoud van de afgelopen jaren ten opzichte van de hiervoor beschikbare budgetten is het uitgangspunt voor het vastgesteld budget. Hoe reëel dit is zal blijken uit de onderhoudsgegevens van het wegenbeheersplan (onderhoudscycli en prijzen). Bij de eerstvolgende actualisatie van het wegenbeheersplan in 2009 (IBOR) kunnen wij dit aanpassen aan de situatie zoals die de praktijk is in de gemeente Maasdriel. Financiële consequenties beleidskader De structurele kosten voor onderhoud aan wegen op basis van het hierboven geschetste onderhoudsniveau bedraagt € 1.150.000 (prijspeil 2005). Bijstelling vindt plaats in 2009 (IBOR). Financiële consequenties in de begroting Geen. I&A Plan Beleidskader In 2009 is het I&A plan vastgesteld. Financiële consequenties in de begroting De financiële consequenties van dit beheerplan zijn in de begroting verwerkt.
60
D Financiering Op 5 juli 2001 is door de gemeenteraad het treasurystatuut vastgesteld, waarin de uitgangspunten voor en de organisatie van de treasuryfunctie zijn vastgelegd. De uitwerking van het treasurystatuut vindt zijn weerslag in deze paragraaf. Rekenrente Op het geïnvesteerd vermogen wordt een vaste rente van 5% gecalculeerd. Dit vermogen is geïnvesteerd in bezittingen die bijdragen aan de producten. Via de kapitaallasten wordt deze rente toegerekend. Met het oog op een stabiel begrotingsbeeld wordt een vaste rentevoet gehanteerd. Gelet op de lopende geldleningen, het huidige renteklimaat en de verwachte ontwikkelingen is de rekenrente bepaald op 5%. Het verschil tussen de rekenrente en de werkelijk betaalde rentekosten komt tot uitdrukking in de bespaarde rente. Voor 2010 is hiervoor een opbrengst opgenomen van € 960.000. Kasgeldlimiet Een belangrijk uitgangspunt van de wet FIDO is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. Om een grens te stellen aan kortlopende financiering is in de wet FIDO de kasgeldlimiet opgenomen. Het begrotingstotaal bij aanvang van het dienstjaar vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage, bepaalt de kasgeldlimiet. Bij structurele overschrijding van de kasgeldlimiet is de gemeente verplicht te consolideren. Dat wil zeggen de financiering met kort geld om te zetten in financiering door middel van langlopende geldleningen. Uitgegaan wordt van een kasgeldlimiet van 8,5%. Het totaal van de jaarbegroting bedraagt circa € 34 miljoen. Als resultaat betekent dit dat het saldo van de vlottende schuld gedurende 2010 de € 2,9 miljoen niet mag overstijgen. Het financieringstekort loopt in 2013 op tot een bedrag van € 22,0 miljoen en mag op grond van de kasgeldlimiet niet volledig worden gedekt door vlottende middelen. Voor het financieringstekort is gerekend met een rentepercentage van 5,2 % voor langlopende leningen en 3,0% voor kortlopende leningen. Dit is op grond van de actuele rentestand verantwoord. Renterisiconorm Tabel 11 geeft de berekening van de renterisiconorm weer.
61
Tabel 11 – Renterisiconorm (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Raming
Raming
Raming
Raming
2010
2011
2012
2013 2.240
1a
Renteherziening op vaste schuld o/g
0
0
0
1b
Renteherziening op vaste schuld u/g
0
0
0
0
2
Netto-renteherziening op vaste schuld (1a - 1b)
0
0
0
2.240
3a
Nieuw aangetrokken vaste schuld
0
0
0
0
3b
Nieuw verstrekte lange leningen
0
0
0
0
4
Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a -3b)
0
0
0
0
5
Betaalde aflossing
1.658
1.579
1.579
1.578
6
Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
0
0
0
0
7
Renterisico op vaste schuld (2 + 6)
0
0
0
2.240
21.574
19.916
18.338
16.759
20
20
20
20
4.315
3.983
3.668
3.352
Renterisiconorm 8
Stand van de vaste schuld (per 1-1 dienstjaar)
9
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage
10
Renterisiconorm (8*9/100)
Toets renterisiconorm 10
Renterisiconorm
4.315
3.983
3.668
3.352
7 11
Renterisico op vaste schuld Ruimte (+) / Overschrijding (-) (10 - 7)
0 4.314
0 3.983
0 3.668
2.240 1.112
De renterisiconorm bepaalt welk deel van de vaste schuld gedurende het boekjaar maximaal mag worden geherfinancierd. Dit in verband met het risico dat de te betalen rente te sterk wijzigt. Kredietrisico's Tabel 12 geeft de verstrekte geldleningen weer, ingedeeld in categorieën geldnemers. Deze indeling is bedoeld om inzicht te geven in het risico dat de gemeente loopt met de desbetreffende geldverstrekking. Tabel 12 - Kredietrisico u/g (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Risicogroep
Zekerheid Boekwaarde
Percentage
1-1-2010 1
Gemeenten / provincies
-
0
2
Overheidsbanken
-
0
0
3
Woningcorporaties met garantie Wsw
Garantie WSW
4.538
28
4
Semi overheidsinstellingen
-
1.295
8
5
Financiële instelling (A en hoger)
-
0
0
6
Overige toegestane instellingen, volgens treasurystatuut
Gedeeltelijk hypotheek
10.459
64
-
0 16.292
0 100
7 Niet toegestane instellingen, volgens Totaal
treasurystatuut
Leningenportefeuille In de leningenportefeuille bevinden zich geen leningen die binnen de begrotingsperiode vervroegd aflosbaar zijn of waarbij rentebijstelling kan plaatsvinden. Op basis van het financieringstekort gerelateerd aan de kasgeldlimiet is het noodzakelijk om binnen de
62
0
begrotingsperiode langlopende geldleningen aan te trekken. De hiermee samenhangende rentelasten zijn in de meerjarenbegroting verwerkt. Interne financiering De reserves en voorzieningen dienen als intern financieringsmiddel. Een deel van deze rente wordt structureel ten gunste gebracht van de exploitatie. Reserves en voorzieningen zijn hierdoor niet vrij aan te wenden zonder gevolgen voor de exploitatie.
63
64
E Bedrijfsvoering PERSONEEL EN ORGANISATIE Organisatieontwikkeling In de loop van 2007 is gestart met het organisatie-ontwikkeltraject met de doelstelling te komen tot een resultaat- en klantgerichte professionele organisatie. Het jaar 2007 stond in het teken van bewustwording zoals de INK-zelfevaluatie, het medewerkersonderzoek en het burgeronderzoek. In 2008 is ondermeer gestart met de inrichting van de afdeling Publiekszaken en zijn voorbereidingen getroffen om te komen tot een bouwkundige aanpassing van de afdeling Publiekszaken en inrichting van de publiekshal. Verder is in 2008 gestart met de reorganisatie van de overige afdelingen. De reorganisatie is qua besluitvorming 1 juli 2009 afgerond en zal feitelijk geëffectueerd worden per 1 oktober 2009. Met deze reorganisatie is het aantal afdelingen van 9 teruggebracht naar 6. In 2009/2010 zal de aandacht worden geconcentreerd op de resultaten van de organisatie, vooral in kwalitatief opzicht. Kwaliteit van de dienstverlening Om de gewenste kwaliteit van de dienstverlening te leveren en te borgen zal een kwaliteitshandvest worden opgesteld in de vorm van een groeimodel waarin aan de inwoners kenbaar wordt gemaakt welke kwaliteitsnormen de gemeente hanteert en waarop de gemeentelijke organisatie mag worden aangesproken als niet aan deze normen wordt voldaan. Burgeronderzoek In 2010 zal, evenals in 2007, een onderzoek worden gehouden onder de inwoners van deze gemeente naar het niveau van de dienstverlening in de meest brede zin. Daaruit zal moeten blijken hoe de dienstverlening wordt ervaren dan wel welke aanvullende acties nodig zijn. Planning & Control De themabegroting is in 2007 opgesteld op basis van het coalitieakkoord 2006- 2010. Het was moeilijk om de te realiseren beleidsdoelen SMART weer te geven en jaarschijven van realisatie op te nemen. In 2010, na de gemeenteraadsverkiezingen willen we in samenspraak tussen gemeenteraad en college een themabegroting opzetten voor de jaren 2010- 2014 om op deze wijze richting te kunnen geven aan het gemeentebeleid en afspraken vast te leggen over de uitwerking van dit geformuleerde beleid. Strategisch personeelsbeleid In 2009 heeft de kanteling van de organisatie plaatsgevonden. Daarmee is een belangrijke stap in het organisatieontwikkelingsproces gemaakt: van visie naar structuur. De werkprocessen zijn beschreven en de systemen zijn ingericht. De volgende stap is de vertaling van organisatieuitgangspunten naar kwaliteit van management, kwaliteit van medewerkers en het creëren van de gewenste organisatiecultuur. Kwaliteit van management We starten in 2010 met nieuwe leidinggevenden. Er komt een inwerktraject voor de nieuwe afdelingshoofden (instrumentarium), om kennis te maken met de visie en strategie zoals die is ingezet met de organisatieontwikkeling. Om inhoud te geven aan leidinggevenden met lef, wordt er een passend MD traject ontwikkeld onder andere om een coachende stijl van leidinggeven te ontwikkelen. Kwaliteit van medewerkers Dat begint met strategische personeelsplanning: het in kaart te brengen welke kennis en ervaring we als organisatie nodig hebben om de organisatiedoelstellingen te kunnen realiseren. Vervolgens betekent het: inventariseren welke kennis en ervaring we in huis hebben. Hierdoor wordt inzichtelijk welke kwaliteit we moeten ontwikkelen dan wel aantrekken. Instrumenten zoals individuele werkplannen (P&C-cyclus) en individuele gesprekken met medewerkers
65
(HRM-cyclus) blijven de komende periode belangrijk om verder door te ontwikkelen. Met deze gesprekken verbinden we medewerkers met de doelstellingen van de organisatie. Kwaliteit van medewerkers vraagt ook om blijvend investeren in opleiding en ontwikkeling. Niet alleen op kennis en kunde maar ook op houding en gedrag. Niet alleen korte termijn (training) maar ook op lange termijn (loopbaanontwikkeling). Maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en ontgroening hebben consequenties voor de opbouw van het personeelsbestand. Hoe behouden we ervaren medewerkers langer voor de organisatie en hoe trekken we jong talent aan? Dat vraagt om aangepast beleid rekeninghoudend met de leeftijdsfase van medewerkers (mobiliteit, demotiebeleid) en nieuwe mogelijkheden met betrekking tot aanstellingen zoals een trainee traject. We zullen als werkgever moeten aansluiten op de behoeften van de nieuwe generatie werknemers willen we op de arbeidsmarkt ook in tijden van krapte, een aantrekkelijk werkgever zijn. Gezondheidsmanagement is ook in 2010 een belangrijk onderwerp op de agenda. In 2010 willen we het ziekteverzuimpercentage terugdringen naar 4%. Dit vraagt om een strakke verzuimbegeleiding in eigen regie en het aanbieden van preventieve maatregelen om verzuim te voorkomen. Organisatiecultuur In 2007 heeft er een medewerkersonderzoek plaatsgevonden. Naar aanleiding van de resultaten uit dit onderzoek zijn verbeteringen aangebracht. In 2010 zal er weer een medewerkersonderzoek plaatsvinden om opnieuw te bepalen welke interventies nodig zijn. De kernwaarden binnen de organisatiecultuur zijn bepaald. Er is een start gemaakt met het uitdragen van de gewenste cultuur. Een cultuurverandering is een lange termijn ontwikkeling waar we in 2010 een start mee maken. We gaan de cultuur verder vormgeven door organisatie brede activiteiten/ trainingen te organiseren die klantgericht, vraaggericht, resultaatgericht en professioneel gedrag ondersteunen. Leidinggevenden hebben een belangrijke voorbeeldrol in het uitdragen van de gewenste cultuur. Hoe gaan we met elkaar om, spreken we elkaar aan in plaats van over elkaar, handelen we op basis van vertrouwen of wantrouwen, vieren we successen of zien we alleen beren op de weg? Informatisering en automatisering In het voorjaar van 2009 is het I&A-plan vastgesteld. Hierin zijn projecten opgenomen volgens drie peilers: EGEM-projecten, bedrijfsvoeringsprojecten en automatiseringprojecten. Deze projecten worden in 3 jaar zo veel als mogelijk uitgevoerd. Gelijktijdig is het nationale uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (NUP) vastgesteld. Dit nationale programma geeft aanleiding om het huidige I&A-plan te actualiseren. De overheid stelt hiervoor een e-adviseur voor 4 dagen beschikbaar. Dit NUP is opgesteld omdat de burgers en bedrijven om een overheid vragen die snel, efficiënt en klantgericht werkt en niet steeds de bekende weg vraagt; dus betere dienstverlening met minder administratieve lasten. Dit uitgangspunt sluit aan bij het dienstverleningsconcept dat de gemeente Maasdriel nastreeft. De beoordeling van het I&A-plan door de e-adviseur zal uitwijzen of er extra projecten moeten worden toegevoegd of dat bestaande projecten op een andere wijzen dienen te worden uitgevoerd. Eind 2009 zal hierover meer helder zijn.
66
Lasten
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
14.032 8.199 22.231
15 .114 8 .318 23 .431
14.854 159 15.013
Rea lisatie 2008
Raming 2009
Raming 2010
1.389 8.199 190 12.874 22.652
1 .194 8 .318 562 13 .299 23 .373
1.144 159 498 13.427 15.227
S aldo
421
-59
215
Resultaatbestemming • storting in reserves • onttrekking aan reserves S aldo resultaatbestemm ing
702 281 -421
535 594 59
414 199 -214
0
0
0
Lasten bedrijfsvoering Doorbelasting binnen de bedrijfsvoering Totaal lasten Baten
B aten bedrijfsvoering Doorbelasting binnen de bedrijfsvoering Doorbelasting naar investeringe n Doorbelasting naar de programma's Totaal baten
S aldo na resultaatbestem ming
Met ingang van 2009 is de doorberekening van kostenplaatsen gewijzigd. Niet langer worden kosten tussen kostenplaatsen doorberekend. Dit "rondpompen" van kosten leidde tot een hoge bijdrage tussen kostenplaatsen onderling. Deze methodiek is verlaten, kosten worden zoveel mogelijk direct toegerekend. Als gevolg zijn de doorbelastingen binnen de bedrijfsvoering veel lager. Een effect op de exploitatie heeft dit overigens niet.
67
68
F Verbonden partijen In deze paragraaf besteden we aandacht aan de zogenoemde “verbonden partijen” van de gemeente Maasdriel. Met verbonden partijen worden rechtspersonen bedoeld waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang betekent hier: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en / of financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente.
Beleid Een verbinding met derden wordt alleen aangegaan als dit voortkomt uit een publiek belang en waarbij een doelstelling, zoals opgenomen in de programma's, wordt gerealiseerd. Het betreft activiteiten die de gemeente ook zelf zou kunnen uitvoeren. Maasdriel staat open voor intergemeentelijke en regionale samenwerking. De volgende tabel geeft een overzicht van de verbonden partijen van de gemeente met daarbij het belang wat door deze partijen wordt behartigd.
Verbonden partij Bestuursacademie Nederland
Belang Het doel is de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het gebied van opleiding en vorming ten behoeven van de openbare bestuursdienst in de ruimste zin. Vertegenwoordiging, te benoemen door de raad:
•
Algemeen Bestuur: de gemeentesecretaris
Bij opleidingen/cursussen worden de kosten rechtstreeks in rekening gebracht en eventueel op basis van de gemeentelijke rechtspositieregeling (deels) vergoed aan de deelnemers.
69
Verbonden partij
Belang
Gemeenschappelijke regeling
Het samenwerkingsverband behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op
Hulpverlening en Veiligheid
het gebied van hulpverlening en veiligheid. Hieronder zijn onder meer begrepen de
Gelderland-Zuid
belangen op het terrein van de CPA (Centrale Post Ambulancevervoer), de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen), en Regionale Brandweer. Concreet:
•
Het onder alle omstandigheden bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden ter zake van het voorkomen, beperken, bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand , het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan brand, het beperken en bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampenbeleid en beheer van een adequate voorziening in het vervoer van zieken en gewonden, alsmede in de medische hulpverlening bij rampen en ongevallen.
•
Het doelmatig organiseren, coördineren en (laten) uitvoeren van het vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie daarvan en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instellingen van intramurale zorg
•
Het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij rampen
•
Het inventariseren en analyseren ten behoeve van de deelnemende gemeenten van gemeentegrensoverschrijdende risico's op het gebied van fysieke veiligheid
•
Het adviseren van de deelnemende gemeenten op het gebied van hulpverlening en veiligheid
•
Het in voorkomende gevallen -indien daartoe de behoefte aanwezig issamenwerken met andere hulpverleningsdiensten.
Vertegenwoordiging, bestaande uit 1 persoon uit het college van burgemeester en wethouders, aan te wijzen door de raad. Tevens dient een vervanger te worden aangewezen: • Mevr. A.H. Boerma-van Doorne, burgemeester, lid • de heer G.P. van den Anker, wethouder, vervangend lid
Gemeenschappelijke regeling
Het doel van de gemeenschappelijke regeling is:
LANDER
•
het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van de sociale werkvoorziening.
•
het behartigen van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van andere vormen van gesubsidieerde arbeid anders dan op het gebied van sociale werkvoorziening.
Vertegenwoordiging, te benoemen door de raad: Algemeen Bestuur:
• •
vanuit de raad: de heren B. van Kessel en P.A. de Vries. Vanuit het college, tevens benoemd als lid van het Dagelijks Bestuur: wethouder G.P. van den Anker (vervanger: mevr. A.H. Boerma-van Doorne)
70
Verbonden partij
Belang
Gemeenschappelijke regeling
De gemeenschappelijke regeling heeft tot doel:
Streekarchief Bommelerwaard •
het gemeenschappelijk beheer door de streekarchivaris van de centrale archiefbewaarplaats en van de naar die archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de deelnemers. Uitgangspunt daarbij is de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor alle naar die archiefbewaarplaats overgebracht archiefstukken.
•
het toezicht door de streekarchivaris op het beheer van de niet naar de centrale archiefbewaarplaats overgebracht archiefbescheiden van de deelnemers.
Vertegenwoordiging in het Algemeen Bestuur: • Van uit de raad: de heer L.R.M. Steenbekkers, plaatsvervanger: de heer H. de Groot • Van uit het college: de burgemeester mevr. A.H. Boerma-van Doorne, plaatsvervanger: wethouder G.P. van den Anker Gemeenschappelijke Regeling De gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten worden behartigd "Regio Rivierenland"
op het gebied van:
• • • • • • • • • • •
algemeen bestuurlijke aangelegenheden. openbare orde, veiligheid en hulpverlening. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. zorg voor het milieu. verkeer en vervoer. recreatie en toerisme. sociaal-economische zaken en bevordering van werkgelegenheid. sociale aangelegenheden. volksgezondheid. onderwijs en cultuur. welzijn.
Vertegenwoordiging, te benoemen door de raad: 4 leden. De raad kan alleen raadsleden benoemen, maar praktijk is dat er één collegelid wordt aangewezen. Aangewezen zijn: • vanuit de raad: de heren M.G.A. Verhoeven, J.J.T.M. Leijdekkers en F.J.M. van Weerdenburg en de heer C. van Drunen als plaatsvervanger • vanuit het college: burgemeester mevr. A.H. Boerma-van Doorne
Vitens NV
Het doel van de vennootschap is de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De zeggenschap van Maasdriel in Vitens is zeer gering, gelet op het relatief beperkte aantal aandelen. Het totale aantal aandelen is 24.000.000 Jaarlijks vindt er dividenduitkering plaats op basis van 21.364 gewone aandelen. Vertegenwoordiging in de vergadering van aandeelhouders geschiedt door een lid van het college: wethouder A.P. Verachtert
71
Verbonden partij
Belang
Voormalig Stadsgewest
De gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten worden behartigd
's-Hertogenbosch
op het gebied van volksgezondheid (afvalverwerking). Onder deze gemeenschappelijke regeling valt alleen de nazorg voor de voormalige stortplaats de Vlagheide. Vertegenwoordiging te benoemen door de raad uit het college:
•
wethouder A.P. Verachtert
Om de financiële risico's af te dekken zijn er reserves gevormd. Het recreatieschap heeft tot taak de gemeenschappelijke behartiging van de belangen Recreatieschap Nederrijn, Lek van de deelnemende gemeenten op het terrein van openluchtrecreatie en het toerisme en Waal
in het gebied, zulks met bescherming van het landschappelijk karakter. Vertegenwoordiging, te benoemen door de raad uit zijn midden, inclusief uit het college van burgemeester en wethouders:
•
wethouder G.P. van den Anker en raadslid B. van Kessel
De Sociale Dienst Bommelerwaard heeft tot taak de uitvoering van wetgeving op o.a. Sociale Dienst
het gebied van de Wet werk en bijstand, Wet schuldsanering natuurlijke personen en
Bommelerwaard
de Wet kinderopvang. Het Algemeen Bestuur wordt gevormd door de colleges van de deelnemende gemeenten (Maasdriel en Zaltbommel). Als lid van het Dagelijks Bestuur zijn aangewezen: burgemeester A.H. Boerma-van Doorne en wethouder G.B. Smit. Via deze regeling worden de belangen behartigd op het gebied van de heffing en
Belastingsamenwerking
invorderingen van belastingen, ontheffing en kwijtschelding van belastingen en de
Rivierenland
uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. De colleges wijzen 1 lid met plaatsvervanger aan. Als lid is aangewezen: wethouder A.P. Verachtert Als plaatsvervanger is aangewezen: wethouder J.A. Verhoeckx
72
G Grondbeleid Het is de doelstelling van het gemeentebestuur door ontwikkeling van bouwlocaties bij te dragen aan de verwezenlijking van de door de gemeenteraad bepaalde doelen op het terrein van wonen en werken. De nota Grondbeleid is vastgesteld op 9 juli 2009 door de gemeenteraad. De notitie verkoop en verhuur van overhoeken is door het college vastgesteld in e het 4 kwartaal 2004 is ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad.
Bestaand beleid +
Met de Visie Maasdriel 2020 beoogt de gemeente Maasdriel richting te geven aan de lange termijn ontwikkelingen. De visie maakt helder waar de gemeente voor staat, welke ontwikkeling zij ambieert en waarvoor de gemeente zich de komende jaren hard wil maken richting de eigen bevolking, ondernemers en andere voor de ontwikkeling van Maasdriel belangrijke partijen. De belangrijkste sleutel voor het succesvol versterken van de leefbaarheid is dan ook zonder twijfel een geleidelijke groei van de bevolking met een bijpassend voorzieningenniveau. Voor deze groei is het essentieel dat Maasdriel interessante en gedifferentieerde woonmilieus aanbiedt die aansluiten op de vraag in de markt. Medio 2007 is besloten om in plaats van passief voortaan een actief grondbeleid te gaan voeren. Mede door dit nieuw actieve grondbeleid kan daadwerkelijk uitvoering worden gegeven aan de gewenste regiefunctie. Uitgaande van de regiefunctie van de gemeente, bereikt de gemeente haar doelstelling door: • aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden of • medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen Ontwikkeling van locaties moet voor de gemeente Maasdriel minimaal budgettair neutraal verlopen uitgaande van marktconformiteit van uitgifteprijzen. Vanwege de relatie met de doelstellingen, doch ook zeker vanwege het financiële belang en de hiermede gepaard gaande risico’s, is transparantie van het beleid van groot belang. Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening van kracht geworden. Door deze wet zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die ook invloed zullen hebben op het te voeren grondbeleid. De belangrijkste hiervan is afdeling 6.4 die beter bekend staat als de Grexwet. Hierin is de verplichting opgenomen dat indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan en niet alle kosten anderszins verzekerd zijn een exploitatieplan dient te worden opgesteld. In dit exploitatieplan kunnen de doelstellingen met betrekking tot het grondbeleid, waaronder kostenverhaal, worden opgenomen.
Grondcomplexen De gemeente kent een tweetal vormen van exploitaties, namelijk: • •
nog niet in exploitatie genomen complexen in exploitatie genomen complexen
Bij een nog niet in exploitatie genomen complex is de daadwerkelijke realisatie nog niet gestart. Er kunnen echter wel voorbereidende werkzaamheden worden gedaan zoals onderzoeken, het opstellen van een stedenbouwkundig ontwerp en een bijbehorende grondexploitatie. Wanneer de gemeenteraad de grondexploitatie vaststelt, is er sprake van een in exploitatie genomen complex. Jaarlijks worden de grondexploitaties van de in exploitatie genomen complexen geactualiseerd. Dit is noodzakelijk omdat grondexploitaties gekenmerkt worden door aanpassingen, lange
73
looptijden en voortschrijdende planinzichten. De financiële consequenties van de aanpassingen moeten inzichtelijk worden gemaakt en worden vervolgens tussentijds en eenmaal in de jaarrekening gerapporteerd.
In exploitatie genomen complexen Op dit moment zijn drie concrete bouwgrondcomplexen in exploitatie: OVERZICHT BOEKWAARDE* IN EXPLOITATIE PER 1-1-2009 Complex Rossum-Noord Sint Antoniusstraat Velddriel De Kampen-Noord in Hedel
Einddatum 2010 2010
1-1-2009 -124.091 -904.382 327.911 -700.562 * een negatieve boekwaarde betekent een positief saldo. Dit is de boekwaarde per 1-1-2009, niet de eindwaarde op de exploitatie. Rossum-Noord Dit plan betreft woningbouw. In 1999 is de laatste bouwgrond verkocht aan woningstichting “De Vijf Gemeenten”. Het bouwproject aan de Kievit was reeds in 2006 opgeleverd. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de woningbouw aan de Kersenbogerd. Na oplevering van de woningen kan het plangebied 'woonrijp' worden gemaakt. Naar alle waarschijnlijkheid kan het grondcomplex in 2010 geheel worden afgewikkeld. De eindwaarde voor Rossum-Noord wordt geschat op € 36.349. Sint Antoniusstraat Velddriel De uitgifte van de gronden heeft voor 2009 plaatsgevonden (Klompenmakershof). Naar verwachting kan het complex in 2010 worden afgewikkeld. De resterende extra uitgeefbare gronden zullen mogelijkerwijs in de tweede fase van het plangebied Velddriel-Zuid worden uitgegeven. De Kampen-Noord Hedel In 2007 heeft de gemeenteraad een bouwgrondexploitatieopzet voor de verdere ontwikkeling van dit bedrijventerrein vastgesteld. In januari 2009 heeft de Raad van State een beroepsschrift tegen dit bestemmingsplan gegrond verklaard. Op dit moment vindt een inventarisatie plaats of een reparatieplan mogelijk is. De consequenties door de uitspraak Raad van State inzake Kampen-Noord in Hedel worden momenteel onderzocht. Mogelijkerwijs zal het voorgecalculeerde resultaat groot € 623.218 moeten worden bijgesteld. Vooralsnog is uitgegaan van het door de Raad in 2007 vastgestelde grondexploitatie. In het meest negatieve scenario zal de boekwaarde in zijn geheel moeten worden afgeboekt. Ervan uitgaande dat de plannen Bibliotheekterrein en Gemeentewerf en omgeving beide te Kerkdriel in 2009 volledig zijn afgerond. Bibliotheekterrein Kerkdriel Het betreft hier het terrein van de voormalige bibliotheek in Kerkdriel. In 2007 is de grond verkocht. In 2008 is een bedrag ad. € 170.000 als winstneming vanuit het grondcomplex overgeboekt naar de reserve Bouwgrondexploitatie. In 2009 dienen nog een aantal civieltechnische maatregelen genomen te worden. Naar verwachting kan het complex in 2009 geheel worden afgewikkeld.
74
Reserves/voorzieningen Gerealiseerde winsten/verliezen worden ten gunste/ten laste van de reserve bouwgrondexploitatie geboekt. De winsten worden niet geraamd in de begroting en meerjarenraming.
Risico’s Er wordt onderscheid gemaakt in twee soorten risico's: • voorzienbare risico's (risico's op planniveau t.a.v. afzet en invulling) • onvoorzienbare of algemene risico's (conjuncturele of marktrisico's) Voorzienbare riscio's Vanuit de jaarlijkse actualisering van de in exploitatie genomen grondcomplexen kunnen deze risico's worden berekend. Hiervoor wordt een voorziening gevormd. Voor geen van de 3 in exploitatie genomen grondcomplexen is een voorziening getroffen. Onvoorzienbare risico's Onder onvoorzienbare risico's kunnen risico's worden verstaan welke samenhangen met conjuncturele ontwikkelingen waardoor de gronduitgifte over de hele linie stagneert. Hierdoor treden rentenadelen op welke veelal gecombineerd gaan met lagere uitgifteprijzen. Om risico's af te dekken is de reserve bouwgrondexploitatie gecreëerd. Deze reserve dient ter dekking van mogelijke tekorten op bouwgrondexploitaties. Het minimum van de reserve is bepaald op € 1 miljoen. De werkelijke reserve Bouwgrondexploitatie bedraagt per 1-1-2009 € 1.384.920. De exploitatieresultaten van de in exploitatie genomen grondcomplexen zullen op termijn aan deze reserve worden toegevoegd.
Niet in exploitatie genomen complexen De totale boekwaarde (grondkosten en overige kosten) per 1-1-2009 van de nog niet in exploitatie genomen complexen en actieve grondpolitiek bedraagt ruim € 9,87 miljoen, waarvan Kerkdriel-Noord en het Centrumplan Kerkdriel ruim 65% voor haar rekening neemt, zie tabel. OVERZICHT BOEKWAARDE NIET IN EXPLOITATIE PER 1-1-2009 Complex
Boekwaarde
Wielewaallaan Hurwenen Centrumplan Kerkdriel Kerkdriel-Noord Drielseweg 21 Hedel Uitbreiding Ammerzoden-Noord De Akker Kerkdriel Kerkstraat/Ipperakkeren te Kerkdriel Overige grondcomplexen
668.443 3.074.701 3.357.776 1.008.953 614.185 794.140 330.019 206.197 10.054.414
Binnen de niet in exploitatie genomen grondcomplexen is ook de rente geactiveerd. Het niet toerekenen van rente aan de nog niet in exploitatie genomen grondcomplexen zou betekenen dat de overige kostendragers hiervoor extra zouden worden belast. Behalve in de 'Overige grondcomplexen' zijn in alle weergegeven grondcomplexen reeds gronden geactiveerd. De mogelijke afwikkeling van 'Overige grondcomplexen' zullen ten laste van de reserve Grondexploitatie worden afgewikkeld. In de bijlage worden alle boekwaarden van de niet in exploitatie genomen grondcomplexen weergegeven.
75
Risico’s Voor de niet in exploitatie genomen grondcomplexen hanteert de provincie Gelderland voor ruwe gronden gelegen binnen de rode contour een forfaitaire aankoopprijs van € 27,70 per m2, als volgt: Complex
Oppervlakte 2 (m )
Boekwaarde 31 dec. 2008
Forfaitaire waarde
Verschil
Kerkdriel Noord Uitbreiding Ammerzoden-Noord De Akker Kerkdriel
48.285 22.570 19.900
3.357.776 614.185 794.140
1.337.495 625.189 551.230
2.020.28211.004 242.910-
Totaal
90.755
4.766.101
2.513.914
2.252.188-
De forfaitaire waarde heeft als basis de door de provincie gehanteerde m2 prijs voor niet in exploitatie genomen gronden. Het betreft de volgende grondcomplexen Kerkdriel-Noord, Uitbreiding Ammerzoden-Noord en De Akker Kerkdriel. De resterende complexen worden buiten beschouwing gelaten o.a. door reeds opgestelde grondexploitaties. Het verschil tussen de boekwaarde en de forfaitaire aankoopwaarde bedraagt € 2,25 miljoen en kan binnen de reserve Bouwgrondexploitatie en de toekomstige resultaten worden opgevangen.
76
De financiële begroting In dit onderdeel geven we de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar en de komende jaren per programma weer. Tabel 13 geeft een overzicht van de baten en de lasten waarvoor de raad het college autoriseert en waarmee het vastgelegde beleid opgenomen in de programma's wordt uitgevoerd. Het begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren zijn van belang voor de beoordeling van de financiële positie. Feitelijk vormt de meerjarenraming de basis voor het opstellen van de begroting. De meerjarenraming geeft inzicht of het bestaande en nieuwe beleid passen binnen de financiële mogelijkheden op termijn. De nu voorliggende begroting laat een meerjarig tekort zien.
Recapitulatie Tabel 13 – Recapitulatie lasten en baten per resultaatgebied (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan) Resultaatgebied 1 Bestuur, organisatie en communicatie
Lasten Baten Saldo
Realisatie 2008 3.262 459 -2.803
Raming 2009 2.933 421 -2.511
Raming 2010 3.046 467 -2.580
Raming 2011 2.990 467 -2.524
Raming 2 012 2.980 470 -2.511
Raming 2013 2.976 467 -2.509
2 Openbare orde en veiligheid
Lasten Baten Saldo
1.592 35 -1.557
1.777 51 -1.726
1.959 46 -1.913
1.901 -24 -1.925
1.884 -24 -1.909
1.871 -24 -1.896
3 Openbare ruimte en verkeer
Lasten Baten Saldo
3.552 93 -3.459
2.899 65 -2.834
4.125 65 -4.060
4.702 65 -4.637
4.689 65 -4.625
4.679 65 -4.615
4 Economie
Lasten Baten Saldo
216 46 -170
237 38 -200
207 38 -168
166 39 -127
166 39 -127
166 39 -127
5 Onderwijs
Lasten Baten Saldo
2.314 291 -2.023
2.497 282 -2.215
2.441 313 -2.128
2.430 313 -2.117
2.877 771 -2.106
2.864 771 -2.093
6 Sport, recreatie, cultuur en wel zijn
Lasten Baten Saldo
3.312 624 -2.688
3.517 643 -2.875
3.751 666 -3.085
3.705 664 -3.040
3.604 659 -2.945
3.585 654 -2.931
7 Zorg
Lasten Baten Saldo
8.923 4.854 -4.069
4.923 298 -4.626
5.063 283 -4.780
4.980 283 -4.697
4.981 283 -4.698
4.979 283 -4.697
8 Volksge zondheid en milieu
Lasten Baten Saldo
3.521 2.818 -704
3.453 2.907 -546
4.092 3.044 -1.048
4.227 3.077 -1.150
3.817 2.639 -1.178
3.789 2.639 -1.150
9 Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting
Lasten Baten Saldo
12.496 10.943 -1.553
3.892 1.784 -2.107
3.697 1.590 -2.107
3.569 1.857 -1.713
3.578 1.857 -1.721
3.608 1.901 -1.707
A lgemene dekkingsmiddelen en onvoorzi en
Lasten Baten Saldo
23 20.756 20.733
1.143 21.882 20.740
268 22.155 21.887
137 21.727 21.590
143 21.549 21.405
163 21.504 21.341
Totaal exploitatie
Lasten Baten Saldo
39.211 40.918 1.707
27.271 28.371 1.100
28.648 28.667 18
28.807 28.467 -340
28.720 28.306 -414
28.680 28.297 -383
Resultaatbestemming (conform de thema's)
Toevoeging Bijdrage Saldo
3.935 3.324 -610
3.471 3.095 -376
511 551 40
469 729 260
402 488 87
417 489 72
Totaal
Lasten Baten Saldo
43.146 44.243 1.097
30.742 31.466 724
29.159 29.217 58
29.277 29.196 -80
29.122 28.794 -328
29.097 28.786 -311
77
78
Algemene uitgangspunten De basis van de uitgangspunten van het financieel beleid voor de begroting 2010 – 2013 wordt gevormd door de eerder vastgestelde uitgangspunten van o.a. de begroting 2009 en de bestuursrapportages. Centraal staat dat structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Incidentele baten worden slechts aangewend voor versterking van het eigen vermogen en eventueel ter dekking van incidentele lasten. Materiële uitgaven De ramingen zijn gebaseerd op aanvaard beleid en “ervaringscijfers”. Onder aanvaard beleid verstaan we de goedgekeurde (meerjaren)begroting 2009 - 2012 aangevuld met de consequenties van de begrotingswijzigingen 2009 tot en met de 1e bestuursrapportage 2009. Eventuele besluiten na deze datum, met structurele financiële consequenties nemen we op in een begrotingswijziging voor 2010. Daarnaast zijn de werkelijke bedragen 2008 weergegeven, overeenkomstig de jaarrekening 2008. De ramingen van de materiële uitgaven zijn, indien van toepassing, niet verhoogd met een prijsindexcijfer. Personeelskosten Het salarisniveau is gebaseerd op de bestaande CAO per juni 2008 en een indexering voor 2010 van 1,00%. Belastingen We verwijzen hiervoor naar paragraaf A Lokale heffingen. Leges en retributies De leges en retributies dekken, waar mogelijk, de relevante uitgaven voor 100%. Indexering In de begroting houden we rekening met opbrengststijgingen/daling van de belastingen en leges met inflatiecorrectie in de lijn met de meicirculaire 2009 en met een correctie voor de werkelijke indexen over de afgelopen jaren. Onvoorzien De post onvoorzien is als volgt opgebouwd. Tabel 14 – Opbouw post onvoorzien (bedragen in € 1.000)
O nvoozien incidenteel O nvoorzien structureel Totaal onvoorzien
Raming 2010
Ram ing 2011
Raming 2012
Raming 2013
80 22
80 44
80 66
80 88
102
124
146
168
Dit saldo bedraagt circa 0,6% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Huren en pachten Uitgangspunt is een marktconforme prijs. Als de gemeente een monopoliepositie heeft is deze het gemiddelde van wat vergelijkbare gemeenten hanteren. De basisprijs is onderhevig aan een jaarlijkse prijsindex.
79
Verkoop eigendommen Vervreemding van de gemeentelijke eigendommen geschiedt tegen taxatiewaarde of hogere verkoopwaarde. Eventuele winst of verlies muteren we via de exploitatie op het eigen vermogen. De verkoop van overhoeken is gebaseerd op de uitgangspunten opgenomen in de nota "Verkoop en verhuur van overhoeken". Verkoop bouwgrond Als standpunt is ingenomen: verkoop van bouwkavels geschiedt op basis van marktprijzen en minimaal tegen exploitatieprijzen. Renteberekening Over het totale vermogen, zowel vreemd als eigen, wordt rente betaald of verrekend. De gemeenteraad bepaalt in principe of en welk deel van de aan eigen reserves en voorzieningen toegerekende rente voor directe besteding wordt aangewend (ten gunste / ten laste van de exploitatie wordt gebracht) dan wel aan de reserves wordt toegevoegd. Het volgende rentebeleid wordt gehanteerd. Renteomslagpercentage Functioneel wordt voor de kapitaallasten rekening gehouden met een rentetoerekening gebaseerd op het rente- omslagpercentage (totaal door de gemeente verschuldigde rente over eigen en vreemd vermogen gedeeld door de boekwaarde per 1 januari). Uit praktische overwegingen, alsook met hoog oog op een stabiel begrotingsbeeld wordt een rekenrente van 5% gehanteerd. Het verschil ten opzichte van het werkelijk berekende omslagpercentage komt ten gunste of ten laste van de jaarlijkse exploitatie. Rente vreemd vermogen Rentelasten van vóór 1 januari 1985 opgenomen langlopende geldleningen worden verantwoord op basis van kasstelsel. Over later opgenomen geldleningen berekenen we rente volgens het stelsel van lasten en baten. Rente eigen vermogen In lijn met de rekenrente voor investeringen wordt over het eigen vermogen een rente berekend van 5%. Dit komt ten gunste van de exploitatie. Als dit is bepaald wordt bij specifieke reserves 2%, ter compensatie van prijsontwikkelingen, aan de reserves toegevoegd. De resterende 3% wordt ten gunste van de exploitatie gebracht. Rente voorzieningen Aan aanwezige voorzieningen wordt geen rente toegerekend, met uitzondering van de voorzieningen die zijn opgenomen tegen contante waarde. De berekende rente wordt ten gunste van de exploitatie gebracht.
80
Waarderen, activeren en afschrijven De richtlijnen en mogelijkheden voor activeren, waarderen en afschrijven, volgens het Besluit begroten en verantwoorden voor provincies en gemeenten zijn door de raad beleidsmatig vastgesteld op 27 mei 2004. Hierin zijn ondermeer de afschrijvingstermijnen bepaald die worden gehanteerd. Afwijkingen op basis van specifieke omstandigheden zullen we ter besluitvorming worden voorleggen aan de raad. • automatiseringsapparatuur beheerplan • software 7 jaar • bedrijfsmiddelen 10 jaar • straatverlichting 20 jaar • sportvelden 20 jaar • riolering beheerplan • brandweermaterieel beheerplan • wegen beheerplan • nieuwbouw gebouwen en bedrijfsruimten 40 jaar • kosten van onderzoeken c.a. en saldo van agio/disagio max. 5 jaar • bijdrage in activa van derden conform overige • gronden en terreinen geen Bijstelmomenten begroting Er kunnen geen tussentijdse kredietaanvragen of aanvullende kredieten, die niet voorkomen op de bij de begroting vervaardigde meerjareninvesteringsoverzicht, worden aangeboden aan de gemeenteraad buiten de bijstelmomenten bestuursrapportage en begrotingsbehandeling om. De enige uitzondering hierop zijn investeringen die onvoorzienbaar, niet uitstelbaar en onvermijdbaar zijn, waarvoor in de exploitatie een structurele post van € 22.000 is opgenomen (meerjarig cumulatief). Dit standpunt is ingegeven vanuit de gedachte dat het integraal benaderen en voorleggen van beleidskeuzes (zeker met financiële gevolgen) meer recht doen aan objectieve besluitvorming door de gemeenteraad.
81
82
Toelichting Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Vanaf 2004 worden voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume geen voorzieningen meer gevormd. Deze kosten zijn in de begroting opgenomen. Het betreft hier de kosten voor vakantiegelden e.d. Investeringen Voor de lopende begrotingsperiode staan er investeringen gepland voor in totaal € 4,6 miljoen. Tabel 15 geeft inzicht in de investeringen uit het meerjareninvesteringsoverzicht in materiële vaste activa, onderscheiden naar activa met een maatschappelijk- en economisch nut. Tabel 15 – Investeringen (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan)
Activa met maatschappelijk nut in de openbare ruimte
Raming
Raming
Raming
Raming
2010
2011
2012
2013
184
55
57
59
Activa met economisch nut
1.999
1.858
315
119
Totaal
2.183
1.913
372
178
Resultaatbestemming In 2009 zal een Nota reserves en voorzieningen aan de raad aangeboden worden. De begroting is opgesteld na verwerking van de resultaatbestemming. Dit betekent dat in de ramingen per thema reserveringen zijn opgenomen die van invloed zijn op het begrotingsresultaat. Tabel 16 geeft een specificatie van de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per resultaatgebied.
83
Tabel 16 – Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan)
Lasten per res ultaatgebied
Realisatie 2008
Ram ing 2009
Ram ing 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 201 3
0
0
0
0
0
0
2 Ope nbare orde en veiligheid • Uitvo ering materieelplan brandweer
55.873
41.498
48.454
51.188
51.188
51.188
Totaal
55.873
41.498
48.454
51.188
51.188
51.18 8
134.222 134.222
1.131.237 1.131.237
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
38.191 38.191
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
1 Bestuur, organisatie en com munica tie Totaal
3 Ope nbare ruim te en verkeer • Uitvo ering beheerplan wegen Totaal 4 Economie Totaal 5 Onderwijs • Projecten onderwijsbeleid Totaal 6 Sport, recreatie, cultuur en we lzijn • Toevoeging reserves ter dekking ka pitaallaste n VV DSC Totaal
0
475.000
0
0
0
0
7 Zorg Totaal
0
0
0
0
0
0
289.671 289.671
567.633 567.633
-38.616 -38.616
-99.609 -99.609
-160.232 -160.232
-138.068 -138.06 8
15.212 184.451 243.563
86.980
86.980
86.980
86.980
86.980
86.980
86.980
86.980
86.980
86.98 0
403.884
420.676
413.744
406.534
10.000
10.000
10.000
10.000
2.403.759
204.688 123.358 96.997 10.000 100.000 1.168.462
413.884
430.676
423.744
416.53 4
3.934.942
3.470.810
510.702
469.235
401.680
416.634
8 Volksgezondheid en milieu • Egalisatie riolering Totaal 9 Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting • Landschapsbeleidplan • Actualiseren bestemmingsplannen • Stimuleringsregeling so ciale woningbouw • Bouwgronde xploitatie Totaal Algemene dekkingsm iddelen • Storting resul taat 2008 in reserve nieuwbouw brandweergarage • Storting resul taat 2008 in reserve nieuw beleid • Storting resul taat 2008 in reserve onderhoud gebouwen Bedrijfsvoering • Rentetoerekening aan reserves • Egalisatie reserve I&A • Egalisatie personeel • Reserve personeelsaangelegenheid • Verbouwin g kantine Totaal Totaal lasten resultaatbestemm ing
475.000
570.000 1.013.226 355.000 346.051
633.419
1.000.877
235.820 121.727 297.284 47.000
84
B ate n p e r res u l ta a tge b ied
1 Be stu u r, o rg an isa ti e en c om m un ic a tie • 1 0 j a ar M a asdrie l T o t aa l
2 O pe nb a re or de en v e i li g hei d • O nt trek kin g u it re s e rve n ieu wb o u w b ra nd we e rg a ra ge M a asd riel O os t T o t aa l 3 O pe nb a re ru im te en ve r k ee r • De k k in g k a pit a allast e n • De k k in g k a pit a allast e n ve rlic h ting T o t aa l 4 E c o no m ie • De k k in g on de rz o e k p a ard en m a rk t • P a dd e ns to ele n pa c t T o t aa l 5 O nd e r w ij s T o t aa l 6 S p or t, re cr e a ti e , c ul tuu r en w e lz ij n • K a pit a allast e n in ven t aris bib lio t h e ek • Re s e rv e g em ee n t e lijke m on u me nte n • P roje c ten jeu g db e leid • L ee f b a arh eid k ern en • O nt trek kin g u it re s e rve 'n ieu w be le id' • B o ve n wijk s T o t aa l 7 Zo r g • B ijd ra g e S DB • M an t elz o rg u it re s e rve nieu w be le id T o t aa l 8 V o lk s g e zo n dh e id en m il ie u • E K D u it re s e rv e n ieu e b e leid • B A N S k lim a a tbe le i d T o t aa l 9 Ru i m teli jk e on tw i kk e li n g en v ol ks h ui sv e stin g • S t ad s/ en do rps ve rn ie uw in g • E g alis a tie b e s te m m in g sp la nn e n • Im p le m e nt atie G re xw et • In t e n s ive ring gla s tuin b ou w • Re s e rv e g oe d k o p e w o nin g bo u w • G ro n de xp loit a t ie T o t aa l A lg e m e ne d ek k in gsm id de l e n • Ja a rre su lt a at vo o rga a nd e jare n • V rijv a l re s e rve 'e xpl. a c tu a lisa t ie b es te m m in gspla n ne n ' • O nd e rh o ud g e bo u we n • Re s e rv e B C F • De k k in g inc id en t ele d ip a lge m e n e uitk . B ed ri jfsv o e ri ng • V id eo n ot u lee rsy s te em • E g alis a tie res e rve IC T • E g alis a tie re s erv e p ers on e el • G oe d k o p e w o nin g bo u w • A c tua lis e rin g b est e m m in gs plan n en • Nie uw b e l e id • O rg a nis a tie o nt wik ke ling • E g alis a tie k a pita a llas t en g em ee n t e hu is
R e ali s atie 2 00 8
R am in g 2 00 9
R a m in g 20 1 0
R a m i ng 20 1 1
R a m i ng 20 1 2
R a m i ng 2 01 3
0
15 . 00 0 1 5 .00 0
0
0
0
0
49 . 04 4
27 . 15 8
2 6. 70 4
2 6. 2 53
2 5. 7 99
0
4 9 .04 4
27.158
26.704
26 . 2 5 3
25 . 79 9
26 .3 5 3 3 .4 9 2 2 9.8 4 5
3 . 63 3 3 .63 3
24 . 98 2 3 . 30 8 28.290
2 3 8. 19 8 3. 21 6 24 1 . 4 1 4
2 3 2. 6 21 3. 1 25 2 35 . 7 4 6
2 2 7. 2 02 1 4. 0 34 2 41 . 23 6
1 5.0 0 0
37 . 00 0 3 7 .00 0
30 . 00 0 30.000
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
0
10 . 74 0
1 0. 34 2
9. 9 44
9. 5 46
66 . 00 0 40 . 00 0 11 6 . 7 4 0
6 6. 00 0 4 0. 00 0 11 6 . 3 4 2
6 6. 0 00
6 6. 0 00
40 .0 0 0 5 4.5 4 8
11 . 13 0 11 . 00 0 1 . 30 0 0 4 75 . 00 0 40 . 00 0 53 8 .43 0
75 . 9 4 4
75 . 54 6
0
1 21 . 58 2 38 . 87 4 16 0 .45 6
0
0
0
0
20 .3 8 3 2 0.3 8 3
0 0
66 . 02 5 0 66.025
6 9. 94 5 0 69.945
0 0
0 0
5 72 .0 0 0 37 .0 0 0 0
0 1 90 . 00 0 0 38 . 00 0 1 00 . 00 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
32 8 .00 0
0 65 . 00 0 0 18 . 00 0 0 0 83.000
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1. 9 45 .3 2 5 1 00 .0 0 0
1. 0 96 . 64 1 0
0 0
0 0
0 0
0 0
14 .0 0 0 0 0
2 73 . 00 0 0
0 0
0 1 2 0. 00 0
0 0
0 0
2 . 22 9 3 00 . 00 0 1 00 . 00 0
89 . 06 0 0 0
8 5. 75 5 0 0
8 1. 9 95 0 0
7 8. 7 12 0 0
1 00 . 00 0 25 . 00 0 22 . 30 3
40 . 00 0 21 . 92 5
2 1. 54 7
2 1. 5 47
2 1. 5 47
4 7. 60 4 27 4 . 9 0 6
4 6. 7 97 1 50 . 3 3 9
4 5. 9 90 1 46 . 24 9
15 .0 0 0
1 .3 0 0 13 .2 4 8
0 2 55 .4 5 4 8 6 4.45 4
40 .0 0 0 2 .0 0 0 74 .0 0 0 80 .0 0 0 84 .9 3 0
• E g alis a tie k a pita a llas t en g em ee n t e we rf T o t aa l
2 . 3 4 0.25 5
44 . 09 8 1 . 96 3 .27 1
48 . 41 1 19 9 . 3 9 6
T otaa l bate n r e su lta atb e s te m m i ng
3 . 3 2 4.48 5
3 . 09 4 .83 4
55 0 . 6 0 9
72 9 . 3 1 1
4 88 . 2 8 2
4 88 . 83 0
6 10 .4 5 7
3 75 . 97 6
-39 . 90 7
-2 6 0. 07 6
-8 6. 6 02
-7 2. 1 96
S ald o res u l ta a tbes tem m in g
85
EMU-saldo In het bestuurlijk overleg tussen rijk, VNG en IPO is overeengekomen dat een prognose van het 7 EMU-saldo wordt opgenomen in de financiële begroting voor het actuele begrotingsjaar, het vorige begrotingsjaar en het volgende begrotingsjaar. Tabel 17 geeft het geprognosticeerde EMU-saldo weer. Tabel 17 - prognose EMU-gegevens (bedragen in € 1.000, hierdoor kunnen in tellingen afrondingsverschillen ontstaan)
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves
+2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
+3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
-4
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
+5
Raming
Raming
Raming
2008
2009
2010
599
1.277
18
1.516
1.516
1.725
p.m.
p.m.
p.m.
4.036
4.563
2.183
In 4
In 4
In 4
De in mindering op de onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen
+ 6a
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)
p.m.
p.m.
p.m.
- 6b
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële activa
p.m.
p.m.
p.m.
+ 8a
Verkoopopbrengsten van grond en de uitgaven aan bouw- en woonrijp maken e.d.
p.m.
p.m.
p.m.
- 8b
Boekwinst op grondverkopen
p.m.
p.m.
p.m.
-9
Betalingen ten laste van voorzieningen
p.m.
p.m.
p.m.
- 10
Betalingen die niet via de exploitatie lopen maar rechtstreeks ten laste p.m.
p.m.
p.m.
p.m. -1.921
p.m. -1.770
p.m. -440
van reserve worden gebracht die nog niet vallen onder één van de ander genoemde posten + 11b
Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen Berekend EMU-saldo
7 Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (Rijk, medeoverheden en sociale fondsen)
86
87
Meerjareninvesteringsoverzicht In v e s ter in gs ob je c te n p e r re s u ltaa tg eb ie d (b ed ra g en in eu ro 's )
p la n ja ar
b ed r ag i nv e s te rin g ne tto
af s c hr .
b ij dr ag e n de r de n
be h ee r pl an
re s e rv e
N e tto la s te n 2 0 10
N etto la s ten 2 0 11
N e tt o la s ten 2 01 2
N e t to l as t e n 20 1 3
-
-
-
-
20 20 20 20 20 20
-
8 .9 6 1 4 .6 8 3
8. 7 3 7 4. 5 6 5
8 .5 13 4 .4 48
40 40 40 40
-
1 3 .6 4 3
1 3. 3 0 2
12 .9 61
40 40 40
-
1 .8 7 5 1 .8 7 5 -
1. 8 4 4 7. 5 0 0 9. 3 4 4 -
1 .8 13 7 .3 75 7 .5 00 16 .6 88
-
-
-
-
-
-
-
-
ter m ij n
2 O p e n b a re o rd e e n v eil ig h e id M a te ri ee lp la n M a te ri ee lp la n M a te ri ee lp la n M a te ri ee lp la n Su b tota al op e nb a re or de en v e ili gh e id 3 O p e n b a re r u im t e e n v erk e er In d ex e ri ng k re d ie t v e rk ee rs s tr u c tuu r H e d el In d ex e ri ng k re d ie t r an d w e g V e ld dr ie l In d ex e ri ng k re d ie t r an d w e g V e ld dr ie l In d ex e ri ng k re d ie t r an d w e g V e ld dr ie l In d ex e ri ng k re d ie t r an d w e g V e ld dr ie l In d ex e ri ng k re d ie t o m le id in gs r ou t e A m m e rz o d en Str aa tv er lic htin g Str aa tv er lic htin g Str aa tv er lic htin g Str aa tv er lic htin g Su b tota al op e nb a re ru im t e en v e rk e e r 5 O n d e rw ijs Vo o rz ie n in ge n on d er w ijs hu is v e s tin g ob v I H P 20 0 9- 20 1 2 Vo o rz ie n in ge n on d er w ijs hu is v e s tin g ob v I H P 20 0 9- 20 1 2 Vo o rz ie n in ge n on d er w ijs hu is v e s tin g ob v I H P 20 0 9- 20 1 2 Su b tota al on d er w ij s
20 1 0 20 1 1 20 1 2 20 1 3
4 5 .0 0 0 3 8 1 .9 0 0 2 4 .0 0 0 1 0 7 .6 9 0 5 5 8 .5 9 0
45 .00 0 3 81 .90 0 24 .00 0 1 07 .69 0
20 1 0 20 1 0 20 1 1 20 1 2 20 1 3 20 1 0
8 9 .6 0 7 4 7 .5 2 6 5 5 .3 2 3 5 7 .2 5 9 5 9 .2 6 3 4 6 .8 2 5
20 1 0 20 1 1 20 1 2 20 1 3
3 3 .4 2 1 8 .2 2 0 2 .5 8 8 1 1 .1 6 9 4 1 1 .2 0 1
20 1 0 20 1 1 20 1 2
2 5 .0 0 0 1 0 0 .0 0 0 1 0 0 .0 0 0 2 2 5 .0 0 0
20 1 0 20 1 1
1 .2 8 1 .1 0 5 1 .2 8 1 .1 0 5 2 .5 6 2 .2 1 0
1 .2 81 .10 5 1 .2 81 .10 5
20 1 0 20 1 1 20 1 2
6 1 4 .3 2 0 8 7 .1 2 0 1 8 8 .0 0 0
6 14 .32 0 87 .12 0 1 88 .00 0
33 .42 1 8 .22 0 2 .58 8 11 .16 9
8 V o l k sg e z o n d h e id en m ilie u In v e s ter in ge n c on fo rm G R P 2 0 07 -2 0 11 In v e s ter in ge n c on fo rm G R P 2 0 07 -2 0 11 Su b tota al v ol k s g ez o nd h ei d e n m ili eu B e d ri jf sv o e ri n g In v e s ter in ge n I&A -p la n In v e s ter in ge n I&A -p la n In v e s ter in ge n I&A -p la n Su b tota al be d rij fs v oe ri ng Ein d to t aa l
4 .6 4 6 .4 4 1
-
88
4 .0 65 .63 8
6
-
-
1 5 .5 1 8
2 2. 6 4 6
Toelichting op het meerjareninvesteringsoverzicht De investeringen en/of uitgaven voor nieuw beleid zijn gerubriceerd naar resultaatgebied en verder naar noodzakelijk, c.q. gewenst jaar van uitvoering. De kapitaallasten zijn berekend vanaf het jaar na ingebruikname waarbij planjaar is het jaar van ingebruikname. Hierna treft u aan een korte toelichting op de diverse investeringen. Resultaatgebied 2 Openbare orde en veiligheid Materieelplan Conform het materieelplan 2010-2025 dat nog in 2009 zal worden vastgesteld. Resultaatgebied 3 Openbare ruimte en verkeer Indexering kredieten verkeersstructuur Hedel, randweg Velddriel, omleidingsroute Ammerzoden Het betreft hier de aanpassing naar prijspeil 2010 van deze kredieten. Daarnaast is het jaar van gereedkomen van de randweg Velddriel verschoven naar 2013, zodat pas vanaf 2014 sprake is van kapitaallasten. Straatverlichting De investering zijn in overeenstemming met het in 2009 vastgestelde beheerplan straatverlichting opgenomen. Resultaatgebied 5 Onderwijs Voorzieningen onderwijshuisvesting Het betreft hier de gebouwafhankelijke voorzieningen op basis van het Integraal Huisvestingplan (IHP) onderwijs 2009 – 2012 echter de investeringsbedragen zijn niet conform het IHP. Resultaatgebied 8 Volksgezondheid en milieu Investeringen conform GRP 2007-2011 Op basis van het in juni 2007 vastgestelde gemeentelijke rioleringsplan zijn de investeringen in het meerjareninvesteringsoverzicht opgenomen. Bedrijfsvoering Investeringen zijn conform het I&A-plan 2008-2010. Dit plan is in februari 2009 vastgesteld.
89
90
Relatie tussen resultaatgebieden en producten Resultaatgebied 1 Bestuur, organisatie en communicatie 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010
Raad College Griffie Bestuurssecretariaat Planning en Control Juridische control en risicomanagement Kabinet Rechtsbescherming Klachtenbehandeling Uittreksels en verklaringen
011 012 013 014 015 016 017 018 019 908
Gemeentelijke basisadministratie Identificatie en reisdocumenten Naturalisatie Rijbewijzen Huwelijksvoltrekkingen Burgerlijke stand (uittreksels) Verkiezingen Voorlichting Rekenkamercommissie Onvoorziene uitgaven / saldi van kostenplaatsen
Resultaatgebied 2 Openbare orde en veiligheid 101 IV-beleid / Politie 102 Algemene plaatselijke verordening 103 Drank-, horeca- en incidentele vergunningen 104 Controle brandbeveiligheidsverordening 105 Vergunningen / ontheffingen bouw- en brandbeveiligheidsverordening 106 Brandbestrijding / hulpverlening 107 Brandweergarages
108 Rampenbestrijding 109 Overige beschermende maatregelen 111 Opleiding en oefening (preparatie) 112 Materieel/materiaal (preparatie) 113 Opleiding en oefening (preparatie) 114 Brandbestrijding en hulpverlening (repressie) 115 Nazorg 908 Onvoorziene uitgaven / saldi van kostenplaatsen
Resultaatgebied 3 Openbare ruimte en verkeer 201 202 203 204 205 206 207 208 209
Wegenonderhoud, dagelijks Wegenonderhoud, planmatig Weg- en plantsoenmeubilair Straatverlichting Gladheidsbestrijding Straatreiniging Verkeersafzettingen (tijdelijk) Wegmarkeringen Verkeersborden / verkeerslichtregelinstallaties
210 211 213 214 526 527 908
Bewegwijzering Verkeersveiligheidscoördinatie Beleidsadvies openbaar vervoer Waterhuishouding Openbaar groen Hertenkampen Onvoorziene uitgaven /saldi van kostenplaatsen
Resultaatgebied 4 Economie 301 Paardenmarkt 302 Weekmarkt
303 Economische zaken 908 Onvoorziene uitgaven / saldi van kostenplaatsen
Resultaatgebied 5 Onderwijs 401 Huisvestingsvoorzieningen geprivatiseerd openbaar basisonderwijs 402 Huisvestingsvoorzieningen bijzonder basisonderwijs 404 Schoolbestuurlijke taken openbaar onderwijs
406 407 408 409 410 908
91
Leerplicht Leerlingenvervoer Algemeen onderwijsbeleid Volwasseneneducatie Overige taken onderwijs Onvoorziene uitgaven / saldi van kostenplaatsen
Resultaatgebied 6 Sport, recreatie, cultuur en welzijn 501 502 503 504 505 506 507 509 510 511 512 514 515 517 518 520
Openbare bibliotheek Amateuristische sportbeoefening Sportvelden IJsbaan Kunst en cultuur Amateuristische kunstbeoefening Muziekonderwijs Rijksmonumenten Gemeentelijke monumenten Gemeentelijke kerktorens Gemeentelijke molens Openluchtrecreatie De Zandmeren / Dorpswaard Recreatieplas Hedel Strandbad Well Recreatieve veerpont Heerewaarden
521 Kermis 522 Volksfeesten 523 Speelterreinen 524 Onderhoud speelterreinen 619 Ouderenwerk 620 Sociaal cultureel werk 621 Dorpshuis Kerkdriel 622 Dorpshuizen niet in eigen exploitatie 623 Kinderopvang 624 Peuterspeelzalen 625 Peuterspeelzaal Het Knuffelhuske 626 Peuterspeelzaal De Speeltol 627 Peuterspeelzaal De Wigwam 628 Peuterspeelzaal Dikkertje Dap 629 Hulp bij het huishouden 908 Onvoorzien uitgaven / saldi kostenplaatsen
Resultaatgebied 7 Zorg 601 WWB werk deel 602 Bijstandaanvragen uitkeringen levensonderhoud 603 Heronderzoeken uitkeringen levensonderhoud 604 Beslagleggingen 605 WWB inkomensdeel 606 Periodieke betalingen IOAW 607 Periodieke betalingen BBZ 608 Periodieke betalingen IOAZ 609 Fraudebestrijding, terugvordering en verhaal
610 611 612 613 614 615 616 617
Kwijtschelding gemeentelijke heffingen Bijzondere bijstand Inburgering nieuw- / oudkomers Bestaansmiddelen vluchtelingen Schuldbegeleiding / kredietverstrekking Sociale activering Vervoersvoorzieningen Woningaanpassingen / woonvoorzieningen 618 Rolstoelen en hulpmiddelen 908 Onvoorziene uitgaven / saldi van kostenplaatsen
92
Resultaatgebied 8 Volksgezondheid en milieu 701 702 706 707 708 709 710 711 713
Volksgezondheid Afvalverwerking Riolering Riool(afvoer)recht Milieu algemeen Lucht en geluid Afval, water en energie Veiligheid en gezondheid Bodem
714 Milieuzorg en –communicatie 715 Begraven 716 Aula begraafplaatsen 717 Onderhoud begraafplaatsen 718 Milieuvergunningen 719 Handhaving milieuwetgeving 720 Riolering 908 Onvoorziene uitgaven / saldi van kostenplaatsen
Resultaatgebied 9 Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting 822 823 824 825 826 827 828 829 870 874
801 802 803 804 805 806 807 808 809 810 811 812 813 815 816 817 818
Planologisch beleid / structuurschets Voorbereidingsbesluiten Bestemmingsplannen Vrijstelling WRO Sloopvergunningen en meldingen Bouwvergunningen Controle illegale bouw Welstandsadvisering Volkshuisvesting Woonwagenstandplaatsen Gemeente-eigendommen Overige gemeentegebouwen Gemeentewoningen Actualiseren bp Buitengebied Actualiseren bp Velddriel dorp Actualiseren bp Kerkdriel dorp Actualiseren bp Rossum-West, -Noord en Hurwenen 819 Actualiseren bp Heerewaarden dorp 820 Actualiseren bp de Kampen 821 Actualiseren bp Ammerzoden
877 882 883 884 885 886 887 908
Actualiseren bp Hedel Actualiseren bp Well en Wellseind Actualiseren bp Hoenzadriel Actualiseren bp De Geerden Actualiseren bp Alem ISV Handhaving bestemmingsplannen Afgifte gebruiksvergunningen Actieve grondpolitiek Grondexploitatie gemeentewerf en omgeving Grondexploitatie Rossum-noord (basisschool) Uitbreiding Weteringshoek Sint Antoniustraat, Velddriel De Akker, Kerkdriel Bibliotheekterrein Kerkdriel De Kampen-Noord Uitwerking WVG-gebieden Onvoorziene uitgaven / saldi van kostenplaatsen
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 901 902 903 904 905
Beleggingen Baatbelasting Onroerende zaakbelastingen Wet waardering onroerende zaken (Water)toeristen- /woonforensenbelasting
906 Hondenbelasting 907 Algemene uitkering 908 Onvoorzien / saldi kostenplaatsen
93
94
Raadsbesluit De raad van de gemeente Maasdriel, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september 2009, besluit: 1. de begroting 2010 van de gemeente Maasdriel vast te stellen overeenkomstig het voorliggende ontwerp; 2. de baten en lasten voor 2010 inclusief de lasten die voorvloeien uit het meerjareninvesteringsoverzicht, per resultaatgebied vast te stellen, zoals deze zijn opgenomen op pagina 77; 3. de paragrafen als te voeren beleid voor de begrotingsperiode vast te stellen (zie pagina 47 en verder); 4. de meerjarenraming 2011 – 2013 als leidraad voor het te voeren beleid te hanteren; 5. de uitkomsten van de behandeling van de begroting als eerste begrotingswijziging vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 november 2009. De gemeenteraad voornoemd, de Griffier,
de voorzitter,
Mevr. J.F. van Zutphen
Mevr. A.H. Boerma - van Doorne
95