250
Begrippen van het onderwijs Hans van der Rijst Jeff Kok
Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen | Houten
Boek 250 onderwijs.indb 3
07-04-11 15:32
Omslagontwerp: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagbeeld: Getty images
Eventuele op- en aanmerkingen over deze of andere uitgaven kunt u richten aan: Noordhoff Uitgevers bv, Afdeling Hoger Onderwijs, Antwoordnummer 13, 9700 VB Groningen, e-mail:
[email protected] 0 1 2 3 4 5 / 15 14 13 12 11 © 2011 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www. reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. ISBN 978-90-01-77562-9 NUR 841
Boek 250 onderwijs.indb 4
07-04-11 15:32
Woord vooraf Iedereen zal een antwoord hebben op de vraag: ‘Welk onderwijs hebt u genoten en hoe was dat?’. Dat u de moeite neemt om dit Woord vooraf te lezen, betekent waarschijnlijk dat u een bovengemiddelde interesse hebt in de aspecten die bij het onderwijs een rol spelen. In 250 Begrippen van het onderwijs willen we een breed gebied van onderwerpen bekijken: van marketing tot onderwijsbeleid, van onderwijsontwerp tot onderwijsuitvoering. We lichten een groot aantal onderwijskundige begrippen toe. Per begrip wordt een omschrijving, een toelichting en de toepassing of een voorbeeld van het begrip gegeven. Dit boek beoogt vooral een praktische gids te zijn, waarbij een aantal onderwerpen herkend worden en bekend zijn, maar u zult ook minder bekende onderwerpen aantreffen. Voor verdergaande studie zijn literatuurverwijzingen en verwijzingen naar internetpagina’s opgenomen. De begrippen zijn ingedeeld in zeven hoofdgroepen: 1 Onderwijsorganisatie. Hoe is het onderwijs georganiseerd? Welke invloed heeft de financiering? Hoe leren organisaties, dus ook onderwijsorganisaties en waarom moet dat? 2 Onderwijsontwerp. Wat is er nodig om goed onderwijs te ontwerpen? Vanuit welke achtergronden wordt er ontworpen? 3 Didactiek. Welke keuzes zijn er te maken? Welke middelen en technieken passen bij welk doel? Passen de persoonlijke ideeën van de docent bij een stroming in het onderwijs? Welke keuzes zijn er als opvoeder te maken? 4 Leren. Welke manieren van leren zijn er? Wat draagt de psychologie bij? Hoe werken de hersenen? Hoe ontwikkelen mensen zich? Waardoor worden mensen gemotiveerd? 5 Begeleiding. Welke leersituatie is optimaal? Welke begeleidingsmogelijkheden zijn er en wat bepaalt de keuze? 6 Beoordeling. Wat is goed? Hoe past de manier van beoordelen bij de doelen en de werkwijze? 7 Kwaliteitszorg. Hoe is de kwaliteitszorg geregeld? Welke effecten heeft dat op schoolorganisaties en uiteindelijk ook op lesgeven en professionaliseren? 250 Begrippen van het onderwijs is een beknopt en toegankelijk naslagwerk voor studenten met een op het onderwijs gerichte component in hun studie. Het boek is ook uitstekend bruikbaar voor iedereen die beslissingen neemt in, over en voor het onderwijs. Bij dit boek is een website beschikbaar: www.begrippenvanhetonderwijs.noordhoff.nl. Op deze site zijn verschillende testen, aanvullende informatie en links naar interessante bronnen te vinden.
Boek 250 onderwijs.indb 5
07-04-11 15:32
Wij willen Jarig, Miriam en Ritie bedanken voor hun constructieve commentaren. Ook zijn we Ageeth erkentelijk voor haar niet-aflatende optimisme, doorzettingsvermogen en vertrouwen in ons. In de persoonlijke sfeer bedanken we onze partners zonder wie wij nooit de tijd hadden kunnen vinden om dit boek te schrijven! Wij hopen dat iedereen dit boek met plezier zal gebruiken bij studie en in het werk. Bilthoven, voorjaar 2011 Hans van der Rijst (
[email protected]) Jeff Kok (
[email protected])
Boek 250 onderwijs.indb 6
07-04-11 15:32
Inhoud Woord vooraf 5 Hoe gebruik ik 250 begrippen van het onderwijs? 13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Onderwijsorganisatie 15 Besluitvorming in groepen 16 Contingentietheorieën 17 Educational governance 18 Internal branding 19 Kenniseconomie 20 Kennismanagement 21 Leerrechten 22 Leiderschap 23 Leiderschapsrollen van Quinn 24 Leiderschapsstijlen 26 Lerende organisatie 28 Marketinginstrumenten voor het onderwijs 29 Nederlands onderwijsstelsel – doorstroming 30 Organisatorische vaardigheden 32 Overheidsbeleid – profielkeuze 34 Schoolculturen 36 Schoolcultuur – verbindende 38 Sociocratische organisatiemethode 39 Sociotechniek 40 Sociotechnisch herontwerpproces 42 Teamrollen van Belbin 43 Team teaching – soorten 44 Teamwork – voorwaarden 46 Werkklimaat in het voortgezet onderwijs 48 Zelfsturende teams 50
26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38
Onderwijsontwerp 51 4C / ID-model 52 4C / ID-model – tienstappenplan 53 Adaptief onderwijs 54 Behaviorisme 55 Blended learning 56 Case based learning 57 Casusontwerp 58 Cognitivisme 59 Competentiegericht leren 60 Competentiepiramide van Miller 61 Concept-contextbenadering 63 Connectivisme 65 Constructivisme 67
© Noordhoff Uitgevers
Boek 250 onderwijs.indb 7
07-04-11 15:32
39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73
Didactische analyse – model 68 Duaal leren 70 Educational technology 71 Elektronische leeromgeving 72 Ervaringsgericht onderwijs 73 Geprogrammeerde instructie 75 Inclusief onderwijs 77 Instructiesysteem – ontwerp volgens Gagné en Briggs 78 Instructional design 80 Instructional technology 81 Leerlijn 82 Leerlijnen – doorlopende 83 Leeromgevingen 84 Lesontwerp 85 Lesplan 86 Metacognitivisme 88 Montessori-methode 90 Multimedia 92 Onderwijsontwerp 93 Onderwijsstrategie 94 Ontwikkelend onderwijs 95 Ontwikkelingsgericht onderwijs 96 Organisatie van kennis volgens Gagné 97 Portfolio – schrijven 99 Portfolio – soorten 101 Probleemgestuurd onderwijs 103 Projectonderwijs 105 SMART doelen 106 Sociale vaardigheden 107 Studiebelasting 108 Taxonomieën 109 Taxonomieën van Bloom 111 Taxonomie van Romiszowski 113 Vormen van onderwijs 115 Vraaggestuurd onderwijs 116
74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87
Didactiek 119 Activerende didactiek 120 Activerend leren 121 Antipedagogiek 122 Applets en movies 123 Concept maps 124 Creatief problemen oplossen 126 Diagnostic teaching 127 Didactische aanpak – rendement 128 Differentiatie 130 Digitale didactiek 131 E-learning 133 Elektronische leeromgeving – didactisch gebruik 134 Elementaire samenwerkingsstructuren 136 Empirisch-analytische pedagogiek 137
© Noordhoff Uitgevers
Boek 250 onderwijs.indb 8
07-04-11 15:32
88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123
Geesteswetenschappelijke pedagogiek 139 Geheugentraining 140 Gestructureerd problemen oplossen 142 Groepsdynamica 143 Groepswerk 144 Herinneringskrommes 145 Heuristische onderwijsvorm 147 Hoorcollege 148 Interactief whiteboard 149 Interculturele pedagogiek 150 Klassengesprek 151 Klassenmanagement 152 Kritisch-emancipatorische pedagogiek 154 Leercyclus 155 Leergemeenschap 156 Leerstijlen volgens Vermunt 157 Leerstijlen volgens Vermunt – de componenten 159 Onderwijsleergesprek 160 Onderwijsstijlen volgens Grasha 161 Opvoedingsdiagnostiek 163 Participatieonderwijs 164 Pedagogisch-didactisch klimaat 165 Postmodernistische pedagogiek 166 Pragmatisme 167 Probleemgestuurd onderwijs – de zevensprong 168 Problemen oplossen – heuristische methode 169 Problemen oplossen – redeneren 170 Problemen oplossen – verschillen tussen student en expert 172 Samenwerkend leren 174 Sociale cognitie 175 Sociogram van een klas 176 Sociometrie 178 Socratische dialoog / gesprek 179 Team teaching 180 Werkcollege 181 Werkvormen 182
124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136
Leren 183 Actief leren 184 Cognitieve handelingsstructuur 186 Dimensies van leren volgens Marzano 187 Emotionele intelligentie 188 Evidence based teaching 189 Fasen van ontwikkeling volgens Piaget 190 Gagné’s veronderstelling 192 Geconditioneerde reflexen 193 Gestaltpsychologie 194 Hersenen in beeld 196 Hersenfeiten 197 Hersengebieden en hun functie 199 Hersengolven 201
© Noordhoff Uitgevers
Boek 250 onderwijs.indb 9
07-04-11 15:32
137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170
Hersennetwerk en herhalen 203 Impliciet leren 204 Incidenteel leren 205 Intelligentiemodel van Guilford 206 Interferentie 208 Intrinsieke motivatie 209 IQ 211 Klontering 213 Leerpiramide van Bales 214 Leerstijlen volgens Kolb 215 Leerstrategieën 217 Leertips 218 Leren in organisaties 219 Leren 1 221 Leren 2 222 Meervoudige intelligenties 223 Metacognitief leren 224 Mindmaps 225 Motivatie 226 Motivatiebronnen 228 Natuurlijk leren 230 Netwerkleren 231 Nieuwe leren 232 Onthouden en herinneren 234 Overlearning 235 Rogeriaanse psychologie 237 Spelend leren 238 Systeeminbedding en transfer 240 Systeemscheiding 241 Theory of mind 242 Vormen van denken 243 Zelfstudie 245 Zelfverwerkelijking volgens Maslow 247 Zone van naaste ontwikkeling 249
171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185
Begeleiding 251 ADHD 252 Balint-methode 253 Communicatie 254 Dyscalculie 256 Dyslexie 258 Dyspraxie 259 Faalangst 260 Feedback 261 Gesprekstechnieken 262 Groepsontwikkeling 263 Groepsontwikkeling – modellen 265 Hoogbegaafdheid 267 Interventies 268 Intervisie 270 Leercontract 272
© Noordhoff Uitgevers
Boek 250 onderwijs.indb 10
07-04-11 15:32
186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199
Leerlingvolgsysteem 273 Persoonlijk ontwikkelingsplan 275 Psychologie van de puber 277 Reflecting team-intervisiemodel 278 Reinforcement 280 Scriptie 281 Slechtnieuwsgesprek 282 Stage 284 Studentbegeleiding 286 Studievolgsysteem 288 Sturing bij projectopdrachten 289 Supervisie 291 Veilige leeromgeving – bedreigingen 292 Wat-is-er-aan-de-handgesprek 293
200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228
Beoordeling 295 360 graden feedback 296 Assessment – vormen 297 Beoordelen van groepswerk 298 Beoordelen van processen 300 Cesuurbepaling 301 Cijfer geven 303 Computertoetsafname 305 Evaluatie 306 Formatieve toets 307 Geslotenvragentoets 308 Meetschalen 309 Mondelinge toets 310 Multiplechoicetoets 311 Openboektentamen 312 Openvragentoets 314 Overall-toets 316 Psychometrische analyse 317 Reflectiecyclus van Korthagen 318 Roos van Leary 320 Rubric 322 Schriftelijke werkstukken – beoordeling 323 Summatieve toets 324 SWOT-analyse 325 Toetsanalyse – meetschalen 326 Toetsen 327 Toetsen – kwaliteitscriteria 328 Toetsinstructie 330 Vraagconstructie 331 Zelfevaluatie 333
229 230 231 232
Kwaliteitszorg 335 Accreditatie en visitatie 336 Actieonderzoek 337 Competenties in het hbo 338 Competenties van de lerarenopleiding 339
© Noordhoff Uitgevers
Boek 250 onderwijs.indb 11
07-04-11 15:32
233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250
Dublin-descriptoren 340 Eindtermen 342 Hawthorne- en verwante effecten 343 Kengetallen 344 Kerndoelen 345 Keuzegids Hoger Onderwijs 346 Kwaliteitskeurmerk scholen – het Utrechts Model 347 Kwaliteitsmonitor schoolexamens 349 Kwaliteitszorg 351 Kwaliteitszorg – trends 352 Kwaliteitszorgstelsels voor onderzoek 353 Kwaliteitszorgsysteem 354 Kwaliteit van het onderwijs 355 Nationale Studentenenquête 357 Onderwijsfinanciering 358 Onderwijsrendement 360 Passend onderwijs 361 Zelfevaluatie – instrumenten 362 Geraadpleegde literatuur en websites 364 Index naar competentie (lerarenopleiding) 369 Personenregister 376 Trefwoordenregister 377
© Noordhoff Uitgevers
Boek 250 onderwijs.indb 12
07-04-11 15:32
Hoe gebruik ik 250 Begrippen van het onderwijs? Structuur De zeven hoofdgroepen onderwijsorganisatie, onderwijsontwerp, didactiek, leren, begeleiding, beoordeling en kwaliteitszorg geven een globale structuur aan het boek. Binnen de rubrieken zijn de begrippen alfabetisch opgenomen. Elk begrip geeft verwijzingen naar verwante begrippen. De structuur waarin de begrippen zijn beschreven, is voor elk begrip dezelfde en bestaat uit de volgende onderdelen: • naam van het begrip; • toelichting; • aanverwante begrippen; • toepassing; • omschrijving; • aanbevolen literatuur. • Naam van het begrip De naam van het begrip kan in het Engels zijn gegeven. In ons taalgebied worden namelijk niet alle onderwijsbegrippen in een vertaalde versie gebruikt. • Aanverwante begrippen Aanverwante begrippen zijn verwant aan het begrip dat wordt uitgelegd. Een verwant begrip is ook één van de 250 uitgelegde begrippen. Het aantal genoemde verwante begrippen is beperkt; er is een selectie gemaakt zonder te proberen om uitputtend te zijn. • Omschrijving Bij de omschrijving vindt u een definitie of korte omschrijving van het begrip. Het begrip wordt zo eenvoudig mogelijk beschreven. • Toelichting Bij de toelichting wordt het begrip kort en eenvoudig uitgelegd. We hebben gebruikgemaakt van literatuur, eigen kennis en internetbronnen. • Toepassing Bij elk begrip is een praktische toepassing, een anekdote of een opmerkzaam feit gegeven. • Aanbevolen literatuur In de aanbevolen literatuur wordt verwezen naar verdiepende literatuur. Daar zijn ook links naar interessante websites opgenomen; het hoofdadres van de website is opgenomen met een bijbehorende zoekterm om het document of de precieze plek op de site te vinden. Op de site van Noordhoff Uitgevers zijn de complete links te vinden. Indexen Er is een index om begrippen te bundelen naar competenties van de lerarenopleiding. Ook is er een personenregister en een trefwoordenregister.
© Noordhoff Uitgevers
13
Boek 250 onderwijs.indb 13
07-04-11 15:32
Onderwijsorganisatie
Boek 250 onderwijs.indb 15
07-04-11 15:32
1
Besluitvorming in groepen Onderwijsorganisatie
Aanverwante begrippen
Omschrijving
Onderwijs ontwerp
Besluitvorming in groepen verloopt op herkenbare manieren. Het maakt niet uit of het een taakgerichte groep is of een groep met sociaal-emotionele binding. Een eenmaal door een groep genomen besluit is moeilijk ongedaan te maken.
Leren
Didactiek
Toelichting
Begeleiding
• •
Beoordeling
•
Kwaliteitszorg
Communicatie, groepsdynamica, Socratische organisatie, teamrollen van Belbin
• • • • •
Een groep die een doel wil bereiken, neemt voortdurend besluiten. De manier waarop besluiten worden genomen heeft grote invloed op relaties binnen de groep en is dus een belangrijk onderwerp bij het samenstellen van groepen en bij de feedback op het procesgedeelte van groepswerk. Besluitvormingsprocessen kunnen een groep volledig opblazen. In die gevallen is vaak sprake van een ‘plop’: het negeren van een groepslid, het negeren van een voorstel. Een andere valkuil is ‘topic jumping’: het nemen van een beslissing wordt verhinderd door over te gaan op een nieuw onderwerp. De vervolgbesluiten hebben weinig te maken met het gewraakte onderwerp. We beschrijven de manieren waarop in de praktijk besluiten in groepen genomen worden, gebaseerd op de theorie van Antons. Dictatoriaal: Iemand eigent zich het recht toe om namens de groep te besluiten. Duovorming: Verrassingsaanval door een duo. Machtsblok bestrijden of voorstel beoordelen? Kliekvorming: Voorkoken van besluiten door een groepje. Geeft vertrouwensverlies. Meerderheid: Democratisch principe. Gevaar: steeds dezelfde minderheid. Druk uitoefenen: Andere opvattingen uitsluiten: ‘Hier kan niemand tegen zijn.’ Unaniem: Handopsteken. Een groep blijft innerlijk ontevreden. Consensus: Draagvlak creëren. Vraagt professioneel omgaan met bezwaren. Consent Besluit is genomen als er geen overwegende (toevoeging auteurs): bezwaren zijn.
Toepassing Besluitvorming in groepen is voor het onderwijs een goed onderwerp voor metacognitie (bewust worden van gedrag). Er is niet één goede manier van beslissen. De omstandigheden en doelen zijn medebepalend.
Aanbevolen literatuur • Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Samenwerkend leren. Praktijkboek. Groningen: Wolters-Noordhoff. • Remmerswaal, J. (2008). Handboek groepsdynamica: Een nieuwe inleiding op theorie en praktijk. Soest: Nelissen. Besluitvorming in groepen
© Noordhoff Uitgevers
16
Boek 250 onderwijs.indb 16
07-04-11 15:32
2
Contingentietheorieën Aanverwante begrippen
Omschrijving
• • •
Kwaliteitszorg
• • •
Volgens de normatieve-besluitvormingstheorie van Vroom en Yetton hangt de doeltreffendheid van een beslissingsprocedure af van: het belang van de beslissing; de acceptatie van de beslissing; de hoeveelheid relevante informatie die door de leider en door de ondergeschikten wordt gebruikt; de kans dat ondergeschikten een autocratisch besluit zullen goedkeuren; de kans dat ondergeschikten zullen samenwerken om een goed besluit te nemen als ze mogen deelnemen aan de besluitvorming; de aard en omvang van meningsverschillen tussen ondergeschikten met betrekking tot alternatieven.
Beoordeling
Toepassing
Begeleiding
In contingentietheorieën over leiderschap is het succes afhankelijk van factoren als verantwoordelijkheden, taken en groepsfactoren. De effectiviteit van een leiderschapsstijl hangt af van omstandigheden. Leiders moeten hun stijlen aanpassen, afhankelijk van de behoefte van de organisatie op dat moment. Management betreft meer dan alleen de aspecten van de manager en zijn ‘volgelingen’. Volgens de contingentietheorie van Fiedler zijn groepsprestaties afhankelijk van de psychologische oriëntatie van de leider (leiderschapsstijl) en van drie contextvariabelen: 1 de groepssfeer; 2 de taakstructuur; en 3 de machtspositie van de leider (situationele gunstigheid).
Leren
Contingentietheorieën zijn gericht op verschillende aspecten van de bedrijfsvoering, zoals: • de organisatie; • de manier van leidinggeven; • de besluitvorming.
Didactiek
Toelichting
Onderwijs ontwerp
Contingentie is afkomstig uit het Latijn en betekent toeval of mogelijkheid. Contingentietheorieën zijn gedragstheorieën die gebaseerd zijn op de idee dat de beste manier om leiding te geven niet bestaat, maar mede afhankelijk is van de omstandigheden (waarvan sommige niet te beïnvloeden zijn). Het gaat dus om managen op basis van de omstandigheden.
Onderwijsorganisatie
Educational governance, internal branding, leiderschap, schoolculturen
Aanbevolen literatuur • Contingency theory. Ontleend aan: http://en.wikipedia.org/wiki © Noordhoff Uitgevers
Contingentietheorieën 17
Boek 250 onderwijs.indb 17
07-04-11 15:32
3
Educational governance Onderwijsorganisatie
Aanverwante begrippen
Contingentietheorieën, internal branding, kwaliteitszorg, marketinginstrumenten voor het onderwijs, schoolcultuur – verbindende
Onderwijs ontwerp
Omschrijving
Didactiek
Educational governance is een managementsysteem dat gericht is op continue verbetering van de kwaliteit. Er is een scheiding tussen bestuur en toezicht. Er wordt een wisselwerking nagestreefd met alle betrokken maatschappelijke geledingen. Het is een zorgsysteem waarbij het bestuur macht overdraagt aan de toezichthouder om de uitvoerders mogelijkheden te geven om flexibel op de markt te reageren.
Toelichting
Begeleiding
Leren
In het wetsvoorstel voor het basis- en voortgezet onderwijs ‘Goed Onderwijs, Goed Bestuur’ wordt de term educational governance gebruikt om de richting van de wetgever duidelijk te maken. De scheiding tussen bestuur en toezicht versterkt de mogelijkheid van snellere beïnvloeding van ontwikkelingen door maatschappelijke krachten. Bekostiging wordt sterker gekoppeld aan kwaliteit. De mogelijkheden om vanuit de overheid in te grijpen bij lage kwaliteit, nemen toe. Kwaliteitsbeoordelingen zijn openbaar.
Kwaliteitszorg
Beoordeling
1 2 3 4 5
Strikwerda verstaat onder educational governance het systeem van organen, bevoegdheden, rechten, plichten, machtsmiddelen en processen: waardoor het bestuur en de leerkrachten van een onderwijsinstelling de waarde van dat onderwijs voor de ontwikkeling van de samenleving optimaliseren; die diegenen met een legitiem belang toegang verlenen tot dat onderwijs; waarmee het bestuur en de leerkrachten verantwoording afleggen over verzorgd onderwijs en inzet van middelen; waarmee specifieke besluiten van het bestuur vooraf kunnen worden gecorrigeerd; waarmee het bestuur wordt benoemd, beoordeeld, beloond, décharge wordt verleend en wordt ontslagen.
Toepassing Het zorgsysteem voor het onderwijs leidt ertoe dat organisaties zichzelf kritisch bekijken. Er wordt ook hulp aangeboden. Zo ontwikkelt STOAS digitale leeroplossingen die een organisatie op weg helpen met het borgen van de kwaliteit van bestuur, bedrijfsvoering en ondernemerschap; de aansluiting op de behoeftes in het publieke domein; het versterken van de transparantie en de ruimte om als maatschappelijke onderneming te functioneren.
Aanbevolen literatuur • Strikwerda, J. (2005). Goed bestuur van het onderwijs: Principes voor educational governance. Ontleend aan: http://home.kpn.nl/strik065
Educational governance
© Noordhoff Uitgevers
18
Boek 250 onderwijs.indb 18
07-04-11 15:32
4
Internal branding Aanverwante begrippen
Kenniseconomie, lerende organisatie, sociometrie Onderwijsorganisatie
Omschrijving
Begeleiding Beoordeling Kwaliteitszorg
Onderwijs wordt linksom en rechtsom kritisch doorgemeten. De resultaten van al die evaluaties zijn openbaar en dus bekend bij de potentiële klant. Bij het verleiden van de klant gaat het meer om emotionele kwaliteit dan om productkwaliteit. Met name in het onderwijs is het van belang dat mensen zich verbinden met het merk van de organisatie als richtsnoer voor de strategische koers van de organisatie. Internal branding gaat over het kiezen van een unieke positie in de markt om succesvol te zijn voor klanten. Die unieke positie beschrijft de organisatie in haar merk. Kenmerken van succesrijke merken zijn: authenticiteit, onderscheidend vermogen en relevantie.
Leren
Marketing is over het algemeen naar buiten gericht op de potentiële klant, het merk schept een binding met de klant. Het uitgangspunt bij internal branding is dat een merk ook ingezet kan worden om medewerkers te verbinden met het merk en waar het merk voor staat, en zo gedrag en houding van medewerkers aan te sturen. Internal branding moet leiden tot een beter product. Redenen om internal branding aandacht te geven zijn de volgende: • In onze economie gaat het steeds minder om producten en meer om diensten. De werknemers moeten de kwaliteit leveren. • Schaars talent moet een bedrijf aan zich binden. Strategisch human resource management (HMR) kan dat doen door werving en selectie vanuit het merk. • In toenemende mate is een organisatie opgedeeld in zelfsturende units. Initiatief en improvisatie zijn daarbij gewenste eigenschappen. Internal branding kan gelijkgestemdheid en binding geven.
Didactiek
Toelichting
Onderwijs ontwerp
Branding is een begrip uit de marketing en staat voor merkmanagement. Er is sprake van merkmanagement als het merk en niet het product centraal staat. Het gaat om activiteiten die erop gericht zijn een positieve bijdrage te leveren aan de waardeontwikkeling van het merk op de lange termijn. Internal branding richt zich op de interne organisatie en ontwikkelt activiteiten die ertoe bijdragen dat medewerkers zich merkbewust gedragen.
Toepassing Het merk moet authentiek zijn. Mensen hebben een goede intuïtie voor onechtheid. Goede internal branding in het onderwijs is merkbaar aan het feit dat het personeel en studenten trots zijn op hun instituut en er zo ook over spreken. Een goed voorbeeld hiervan is de Design Academy Eindhoven, die niet alleen een onderwijsinstituut, maar ook een merk is.
Aanbevolen literatuur • Eck, M. van, Willems, N. & Leenhouts, E. (2008). Internal branding in de praktijk: Het merk als kompas. Amsterdam: Pearson Education Uitgeverij. © Noordhoff Uitgevers
Internal branding 19
Boek 250 onderwijs.indb 19
07-04-11 15:32
5
Kenniseconomie
Kwaliteitszorg
Beoordeling
Begeleiding
Leren
Didactiek
Onderwijs ontwerp
Onderwijsorganisatie
Aanverwante begrippen
Connectivisme, internal branding, kennismanagement, lerende organisatie, leren in organisaties, netwerkleren
Omschrijving Economie is de wetenschap van de handel of ruilhandel. Kenniseconomie is de wetenschap van de handel of ruilhandel in kennis.
Toelichting De opkomst van internet en vooral het gebruik hiervan, heeft de beschikbaarheid van kennis en de toegang tot kennis vergaand vergemakkelijkt. Dat kennis in onze maatschappij steeds belangrijker wordt, is ook af te lezen aan de vraag naar hoger opgeleide mensen. Het aandeel hoger opgeleiden is vanaf 1970 verdrievoudigd, van 10% naar 30% in 2010. Deze stijgende lijn is trouwens de laatste jaren aan het afvlakken. Een andere trend waaruit blijkt dat de waarde van de kenniseconomie aan het toenemen is, is de toename van gecodificeerde kennis. Gecodificeerde kennis, ook wel expliciete kennis genoemd, is de kennis die is vastgelegd, op papier of digitaal. Tastbare kennis dus. Tacit knowledge, ook wel impliciete kennis genoemd, is de kennis die mensen opdoen als gevolg van leren en opdoen van ervaringen. Kennis in de mens dus. Ook de overheid legt steeds meer nadruk op de kenniseconomie.
Toepassing Het zou goed zijn om in het onderwijs expliciet aandacht te geven aan de kenniseconomie: wat is het en hoe wordt daar (in het bedrijfsleven) mee omgegaan? Een groot deel van de Nederlandse bevolking geeft aan dat kennis vergaren en houden voornamelijk een kwestie is voor het onderwijs. Kennismanagement echter is ook een zaak voor het bedrijfsleven. Het is dus een goed idee om in het onderwijs aandacht te besteden aan kennismanagement. De student moet ervoor zorgen dat de kennis die hij in de loop der tijd vergaard heeft en impliciet bij hem aanwezig is, om kan zetten in expliciete kennis. De onderwijsinstelling moet de studenten niet alleen leren hoe ze kennis opdoen, maar ook hoe ze deze kennis kunnen delen.
Aanbevolen literatuur • Centraal planbureau (2002). De pijlers onder de kenniseconomie: Opties voor institutionele vernieuwing. Ontleend aan: http://www.cpb.nl • Vandenbroucke, F. (2007). Competenties voor de Kennismaatschappij: Beleidsplan ICT in het onderwijs 2007 – 2009. Ontleend aan: http://www.ond. vlaanderen.be
Kenniseconomie
© Noordhoff Uitgevers
20
Boek 250 onderwijs.indb 20
07-04-11 15:32
6
Kennismanagement Aanverwante begrippen
Omschrijving
Beoordeling Kwaliteitszorg
Kennis heeft in dit kader een brede betekenis. Het gaat om de feitelijke kennis, normen en waarden, opvattingen en attitudes, intuïtie en gevoelens, ervaringen en vaardigheden, en om verwachtingen en ambities. Kennismanagement heeft veel te maken met het managen van de cultuur van de organisatie.
Begeleiding
Nonaka en Takeuchi (1997) onderscheiden twee soorten kennis die in de organisatie een rol spelen: 1 Tacit knowledge (impliciete kennis) is de kennis op basis waarvan hij of zij functioneert. 2 Explicit knowledge (expliciete kennis) is kennis die vastgelegd is en gedeeld wordt binnen de organisatie. De kennis van het individu moet eigendom worden van de organisatie.
Leren
Kennismanagement vraagt om een specifieke organisatiecultuur, namelijk de cultuur van de lerende organisatie. Het vraagt betrokkenheid van alle medewerkers. Dat betekent dat medewerkers op tal van terreinen anders tegen hun taakuitoefening moeten leren aankijken. Kennismanagement is een aanpak die: • de rol van kennis in en voor de organisatie centraal stelt; • als doel heeft kenniswerk (research en development) aan te sturen en te ondersteunen (een kenniswerker is iemand die kennis en informatie tot zich neemt, deze interpreteert en ontwikkelt en vervolgens gebruikt en distribueert; wikipedia); • de meerwaarde van kennis optimaal wil benutten.
Didactiek
Toelichting
Onderwijs ontwerp
Kennismanagement is management van kennis in en tussen kennisintensieve organisaties. Het gaat erom hoe organisaties aan kennis een toegevoegde waarde kunnen ontlenen en hoe organisaties, die afhankelijk zijn geworden van kennis, moeten worden ingericht en bestuurd. De primaire verantwoordelijkheid voor kennismanagement ligt bij het topmanagement van de organisatie. ICT biedt via creatieve databases mogelijkheden om kennis op slaan en te vinden.
Onderwijsorganisatie
Connectivisme, kenniseconomie, lerende organisatie, leren in organisaties, netwerkleren, sociotechniek
Toepassing De sociotechniek geeft aanwijzingen over hoe een klassieke organisatie stapsgewijs kan veranderen in een lerende organisatie.
Aanbevolen literatuur • Nonaka, I. & Takeuchi, H. (1997). De kenniscreërende onderneming. Schiedam: Scriptum.
© Noordhoff Uitgevers
Kennismanagement 21
Boek 250 onderwijs.indb 21
07-04-11 15:32
7
Leerrechten Kwaliteitszorgsysteem
Omschrijving In het Internationale Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (Verdrag van New York) verplichten landen zich om: • kosteloos primair onderwijs aan te bieden en te verzorgen; • diverse vormen van voortgezet en hoger onderwijs aan te moedigen; • passende maatregelen te nemen in het kader van financiële individuele ondersteuning. Uit dit recht om te leren komt het recht van een student op studiefinanciering, de leerrechten, voort.
Didactiek
Onderwijs ontwerp
Onderwijsorganisatie
Aanverwante begrippen
Begeleiding
Leren
Toelichting
Kwaliteitszorg
Beoordeling
• • • • • •
In de Wet op het hoger onderwijs (2006) wordt het leerrecht als volgt omschreven: ‘Leerrecht is het persoonsgebonden recht van een student om gedurende twaalf aaneengesloten maanden hoger onderwijs aan een door de overheid bekostigde instelling voor hoger onderwijs te volgen, dat uit ’s Rijks kas wordt bekostigd.’ Leerrecht is ook een bekostigingsparameter, een instellingsbekostiging per ingeschreven student. Het is een korting op de studiekosten voor de student en niet een (universeel en gratis) recht op leren. De overheid wil het volgende bereiken met de leerrechten: vraagbeperking (ontmoedigen van trage studenten, stimuleren van opstroom van mbo naar hbo); mobiliteitsvergroting; meer vraagsturing; meer concurrentie tussen instellingen; kwaliteitsbewaking; vereenvoudigen van het administratieve systeem.
Toepassing Een van de gevolgen van het leerrechten-idee zoals dat is toegepast, is de tempobeurs. Iedereen heeft het recht om te studeren maar aan de invulling ervan zitten financiële consequenties. Halverwege het eerste jaar stoppen of het propedeuse met veel te weinig afgeronde studiepunten behalen, betekent dat de student (een deel van) de (door de overheid gesubsidieerde) studiefinanciering moet terugbetalen.
Aanbevolen literatuur • Onderwijsraad (2005). Waardering voor hoger onderwijs: Advies over het voorstel van Wet op het hoger onderwijs en onderzoek. Ontleend aan: http://www. onderwijsraad.nl • Onderwijsraad (2008). Bekostigingsbesluit WHW 2008. Ontleend aan: http:// www.onderwijsraad.nl Leerrechten
© Noordhoff Uitgevers
22
Boek 250 onderwijs.indb 22
07-04-11 15:32
8
Leiderschap Aanverwante begrippen
Leiderschapsrollen van Quinn, lerende organisatie, schoolculturen Onderwijsorganisatie
Omschrijving
Toelichting
Beoordeling Kwaliteitszorg
Leiderschapsrollen Onafhankelijk van persoonlijkheidskenmerken (leiderschapsstijl) treedt een leider op in verschillende rollen. Het model van Quinn is het bekendst. Er zijn online tests beschikbaar om het gebruik van die rollen in beeld te brengen.
Begeleiding
Strategisch inhoudelijk leiderschap is gericht op het ontwikkelen van visie en strategieën en het inspireren van mensen. Het is sturen op en met inhoud. Persoonlijk leiderschap is sturen op gedrag: stimuleren, ruimte geven, confronteren, eisen stellen. Organisatorisch leiderschap faciliteert, organiseert, regelt. Er is meestal sprake van indirect leidinggeven. Bijvoorbeeld meer faciliteiten. Omgevingsgericht leiderschap is gericht op het ontwikkelen en onderhouden van externe contacten en het binnenbrengen van de samenleving in de instelling.
Leren
Leiderschapsgebieden Van Emst (1999) onderscheidt drie taakgebieden voor leiders van een lerende organisatie: strategisch inhoudelijk, organisatorisch en persoonlijk leiderschap. Ebbens (2000) voegt daar nog ‘omgevinggericht’ aan toe.
Didactiek
De begrippen management en leiderschap worden tegenwoordig van elkaar onderscheiden. Management is vooral een rationeel proces, gericht op de technische aspecten van leiding geven. Leiderschap heeft vooral betrekking op de meer persoonlijke aspecten, waarbij het erom gaat de medewerkers te beïnvloeden om gedrag en prestaties in de gewenste richting te sturen.
Onderwijs ontwerp
Leiderschap is het gedrag van een persoon die de positie van leider heeft in een groep. Leiderschap heeft betrekking op gedragingen in relatie tot de leden van de groep, gericht op het bereiken van bepaalde doelen. Leiderschap gaat altijd om doelbewust, doelgericht en doelmatig handelen.
Toepassing Onderwijs dat wil reageren op nieuwe onderwijskundige inzichten, maatschappelijke problemen en veranderingen heeft behoefte aan visionair leiderschap met een sterke strategische en persoonlijke component. Fricties kunnen ontstaan als het management de school als een bedrijf ziet.
Aanbevolen literatuur • Ebbens, S. & Vries, A.M. de (2000). Gedeeld leiderschap: management en leiderschap in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: Vereniging de samenwerkende landelijke pedagogische centra. • Emst, A.C. van (1999). Leiding geven in onderwijsorganisaties. Utrecht: APS. © Noordhoff Uitgevers
Leiderschap 23
Boek 250 onderwijs.indb 23
07-04-11 15:33
9
Leiderschapsrollen van Quinn Leiderschap, lerende organisatie, schoolculturen
Omschrijving Leiderschapsrollen volgens Quinn Beweging
Didactiek
Onderwijs ontwerp
Onderwijsorganisatie
Aanverwante begrippen
Stimulator
Innovator
Mentor
Bemiddelaar
Intern
Extern Producent
Leren
Coördinator
Bestuurder
Beoordeling
Begeleiding
Controleur
Beheersing
Quinn ziet leiderschap als het in beweging krijgen van mensen naar een gemeenschappelijk doel. Hij ziet daarin verschillende leiderschapsrollen.
Kwaliteitszorg
Toelichting Quinn kijkt naar dynamische omgevingen en hij ziet daarin acht leiderschapsrollen. Hij let daarbij op twee variabelen: 1 Waar staat de rol, gelet op de mate van interne en externe gerichtheid (horizontale as)? 2 Waar staat de rol in de lijn van beweging en beheersing (verticale as)? Een leider moet verschillende rollen kunnen vervullen afhankelijk van de situatie en het doel of tussendoel.
Leiderschapsrollen van Quinn
© Noordhoff Uitgevers
24
Boek 250 onderwijs.indb 24
07-04-11 15:33
Leiderschapsrollen Mensgericht Open systeem Interne processen
Rationeel doel
Leiderschapsrol
Kenmerken
Mentor
Geeft complimenten
Stimulator
Brengt samenhang tot stand
Innovator
Richt zich op mogelijke aanpassingen, is visionair en kan omgaan met risico’s
Bemiddelaar
Onderhoudt de relatie met de buitenwereld, imago
Coördinator
Onderhoudt de structuur en stroming in het systeem
Controleur
Weet wat er gaande is, is sterk in analyse en rapportages
Bestuurder
Definieert problemen, selecteert alternatieven, stelt doelen, geeft instructies
Producent
Is taakgericht, accepteert verantwoordelijkheid, brengt taken tot een goed einde
Toepassing Een goede leider is iemand die verschillende leiderschapsrollen beheerst en deze, afhankelijk van het doel en de individuen waaraan leiding gegeven wordt, kan inzetten. Er zijn online methoden beschikbaar om het gebruik van leiderschapsrollen in beeld te brengen. De tests zijn ook geschikt en zinvol voor leerlingen en studenten die samenwerken in grotere groepen, bijvoorbeeld aan projecten. Rolverdeling en leiderschap zijn dan ook vaak een item bij procesevaluatie.
Aanbevolen literatuur • Ebbens, S. & Vries, A.M. de (2000). Gedeeld leiderschap: management en leiderschap in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: Vereniging de samenwerkende landelijke pedagogische centra. • Emst, A.C. van (1999). Leiding geven in onderwijsorganisaties. Utrecht: APS.
© Noordhoff Uitgevers
Leiderschapsrollen van Quinn 25
Boek 250 onderwijs.indb 25
07-04-11 15:33
10
Leiderschapsstijlen Onderwijsorganisatie
Aanverwante begrippen
Leiderschapsrollen van Quinn, lerende organisatie, onderwijsstijlen volgens Grasha, schoolculturen, werkklimaat in het voortgezet onderwijs
Didactiek
Onderwijs ontwerp
Omschrijving Leiderschapsstijlen zijn gerubriceerde manieren waarop leiders proberen doelen te realiseren. Bij transactionele leiderschapsstijlen is er sprake van ruilhandel. Uitgangspunt is dat medewerkers zoeken naar aangename gevoelens en onaangename willen vermijden. Sancties en beloningen zijn sturingsmiddelen. Bij transformationele leiderschapsstijlen wordt ervan uitgegaan dat de motivatie van medewerkers bepaald wordt door extrinsieke en intrinsieke factoren. Gedrag wordt dus mede gemotiveerd door het proces dat naar een beloning kan leiden.
Beoordeling
Begeleiding
Leren
Toelichting Leiderschapsstijlen zijn medebepalend voor het werkklimaat en daarmee voor de effectiviteit en kwaliteit van het onderwijs. We kijken naar de definities van de Hay Group, die een onderzoek deed naar de leiderschapsstijlen in opdracht van het ministerie van OC&W. Voor andere onderwijsvormen hebben we een dergelijk onderzoek niet gevonden. Als we de definities van de Hay Group vergelijken met de beschrijvingen van schoolculturen, dan zien we dat de kenmerken die bij de schoolculturen genoemd worden bij de ‘lerende organisatie’, bij de Hay Group terug te vinden zijn bij de democratische leiderschapsstijl.
Leiderschapsstijlen volgens de Hay Group
Kwaliteitszorg
Kenmerk
Stijl Dwingend
Relatiegericht
Maatgevend
Gezaghebbend
Coachend
Democratisch
Typering
Doe wat ik zeg
Eerst de mensen, dan het werk
Doe als ik
Duidelijk en eerlijk
Verbetering door ontwikkeling
Wij samen
Primaire doel
Onmiddellijke gehoorzaamheid
Creëren van harmonie
Taakvervulling tegen hoge prestatienormen
Zorgen voor visie en richting op langere termijn
Professionele ontwikkeling van anderen op lange termijn
Genereren van nieuwe ideeën en realiseren van gezamenlijk consensus
Wanneer de stijl het best werkt
In een crisissituatie, bij grote problemen en veranderingen
Om een kloof tussen mensen te dichten of om mensen te motiveren in een stressvolle periode
Om snelle resultaten te bereiken met hoog gemotiveerde en competente medewerkers
Als veranderingen een nieuwe visie vereisen, of wanneer een duidelijke richting nodig is
Verbetering van langetermijnprestaties met gemotiveerde medewerkers
Verwerven van draagvlak en betrokkenheid van medewerkers
Leiderschapsstijlen
© Noordhoff Uitgevers
26
Boek 250 onderwijs.indb 26
07-04-11 15:33
Toepassing Leiderschap in het VO 100 75
dominant Leiderschapsrollen volgens Quinn
50 25 42
49
51
54
57
72
Coachend
Democratisch
0 Dwingend
Relatiegericht Maatgevend Gezaghebbend
Een effectieve leidinggevende heeft een breed repertoire aan stijlen en kiest de stijl afhankelijk van doel en situatie. In Nederlandse scholen ligt de nadruk veelal eenzijdig op de democratische stijl. In scholen die door docenten worden beoordeeld als hoog motiverend zijn ten minste drie dominante stijlen te zien: de democratische, de coachende en de gezaghebbende.
Aanbevolen literatuur • Ebbens, S. & Vries, A.M. de (2000). Gedeeld leiderschap: management en leiderschap in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: Vereniging de samenwerkende landelijke pedagogische centra. • Emst, A.C. van (1999). Leiding geven in onderwijsorganisaties. Utrecht: APS. • Hay Group (2008). Lessen in leiderschap: De impact van managers op onze scholen. Ontleend aan: http://www.onderwijsweb.nl
© Noordhoff Uitgevers
Leiderschapsstijlen 27
Boek 250 onderwijs.indb 27
07-04-11 15:33