Bedrijventerrein Verheulsweide 2008
2 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Inhoudsopgave
Toelichting
7
Hoofdstuk 1 Inleiding
9
1.1 Algemeen
9
1.2 Aanleiding en doel
9
1.3 Plangebied
10
1.4 Geldende bestemmingsplannen
11
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
13
2.1 Bouwgeschiedenis en ruimtelijke structuur
13
2.2 Functies
14
2.3 Ontwikkelingen
15
Hoofdstuk 3 Beleidskader
17
3.1 Rijksbeleid
17
3.2 Provinciaal beleid
18
3.3 Regionaal beleid
21
3.4 Gemeentelijk beleid
21
Hoofdstuk 4 Haalbaarheid
31
4.1 Milieuaspecten
31
4.2 Overige aspecten
34
Hoofdstuk 5 Wijze van bestemmen
41
5.1 Dit bestemmingsplan
41
5.2 Toelichting op de bestemmingen en regels
41
Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid
49
Hoofdstuk 7 Procedure
51
7.1 Inspraak en overleg
51
7.2 Zienswijzen
51
3 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Regels
53
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
55
Artikel 1 Begrippen
55
Artikel 2 Wijze van meten
63
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
65
Artikel 3 Agrarisch
65
Artikel 4 Bedrijventerrein
68
Artikel 5 Detailhandel
73
Artikel 6 Gemengd
75
Artikel 7 Groen
78
Artikel 8 Kantoor
81
Artikel 9 Natuur
84
Artikel 10 Tuin
86
Artikel 11 Verkeer
88
Artikel 12 Water
90
Artikel 13 Wonen
92
Artikel 14 Waarde - Archeologie
96
Hoofdstuk 3 Algemene regels
99
Artikel 15 Anti-dubbeltelbepaling
99
Artikel 16 Algemene bouwregels
100
Artikel 17 Algemene gebruiksregels
102
Artikel 18 Algemene ontheffingsregels
104
Artikel 19 Algemene wijzigingsregels
105
Artikel 20 Algemene procedureregels
106
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
107
Artikel 21 Overgangsrecht
107
Artikel 22 Slotregel
108
Bijlagen
109
Bijlage 1 Lijst bestemmingsplannen
111
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
113
Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten bij de bestemming Wonen
115
4 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Toelichting bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten
5 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
117
6 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Toelichting
7 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
8 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Algemeen
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels en gaat vergezeld van een toelichting. Op de verbeelding zijn de bestemmingen door middel van kleuren en aanduidingen weergegeven en nader gedifferentieerd. De regels en de verbeelding regelen de wijze waarop de gronden binnen de bestemmingen gebruikt en bebouwd mogen worden. De toelichting geeft onder andere informatie over: de redenen om het bestemmingsplan in procedure te brengen; de inhoud van het bestemmingsplan; de planregeling.
1.2
Aanleiding en doel
De gemeente Doetinchem is bezig met de actualisatie van de verschillende bestemmingsplannen die gelden op haar grondgebied. Veel van die bestemmingsplannen zijn verouderd, waardoor ze niet meer overeenstemmen met de huidige situatie en evenmin voldoen aan de eisen en wensen van de tegenwoordige tijd. Met de actualisatie van de bestemmingsplannen zal voor het gehele gemeentelijke grondgebied dezelfde plansystematiek worden gehanteerd. Hiermee zullen in elk bestemmingsplan voor dezelfde bestemmingen grotendeels dezelfde regels gelden. Daarmee wordt de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van de burgers vergroot. Daarnaast betekent de actualisering door het samenvoegen van verschillende bestemmingsplannen een sterke reductie van het aantal bestemmingsplannen, hetgeen de overzichtelijkheid bevordert. De actualisering moet tevens gezien worden in het licht van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), waarin een extra belang wordt toegekend aan het actualiseren van bestemmingsplannen. Indien een bestemmingsplan ouder is dan tien jaar mogen op grond van deze nieuwe wet geen leges meer worden geheven over bouwvergunningen, aanlegvergunningen en projectbesluiten. Bij het actualiseren van een bestemmingsplan wordt het volgende in het bestemmingsplan vastgelegd: de bestaande situatie; ontwikkelingen die reeds een eigen planologische procedure hebben doorlopen; nieuwe ontwikkelingen in bestaand beleid met ruimtelijke gevolgen die niet in de geldende bestemmingsplannen passen; nieuwe ontwikkelingen met ruimtelijke gevolgen die: 1. voor de komende tien jaar te voorzien zijn; 2. geen aparte bestemmingsplanprocedure rechtvaardigen; 3. geen financiële gevolgen voor de gemeente hebben; nieuw geformuleerd ruimtelijk beleid (in het onderhavige bestemmingsplan met name de nota "Ruimte voor kantoren" in Doetinchem). In het onderhavige bestemmingsplan wordt de ontwikkeling in Stationsomgeving-Zuid meegenomen. De ontwikkeling betreft een nieuwe kantoor locatie ten zuiden van het centraal station van Doetinchem. Tevens wordt rekening gehouden met de wensen vanuit de op handen zijnde revitalisering van het bedrijventerrein. Het onderhavige bestemmingsplan voldoet grotendeels aan de normen zoals die zijn vastgelegd in de 'Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008' (SVBP) en de normen voor digitale 9 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
uitwisselbaarheid die zijn vastgelegd in het 'Digitale handboek van de provincie Gelderland' (DURP). Met het voorliggende bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Verheulsweide 2008' wordt inhoud gegeven aan een deel van de actualiseringsslag. Het overige grondgebied van de gemeente Doetinchem wordt in separate actualiseringsplannen opgenomen.
1.3
Plangebied
Het plangebied van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Verheulsweide 2008 ligt in het zuidelijk deel van Doetinchem. Het wordt in het noorden begrensd door de spoorlijn ArnhemZutphen, in het oosten door de Terborgseweg, in het zuiden door de A18 en in het westen door de Oude IJssel. Een klein gedeelte van het plangebied ligt op de westelijke oever van de Oude IJssel, tussen de Wijnbergseweg en de rivier. De exacte begrenzing van het plangebied is vastgelegd op de verbeelding. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt het plangebied tekstueel opgedeeld in twee plandelen. In het plandeel "Verheulsweide" is alleen sprake van actualisatie van de geldende bestemmingsplannen. Het andere plandeel "Stationsomgeving-Zuid" betreft een (her)ontwikkelingslocatie waar uitsluitend kantoorfuncties worden geïntroduceerd. Het plandeel “Stationsomgeving-Zuid” wordt in het noorden begrensd door het spooremplacement, in het oosten door de Terborgseweg, in het zuiden door de Ambachtstraat/Industriestraat en in het westen door de gronden van het voormalige Vredesteinterrein. In onderstaande figuur is de globale ligging van het plangebied en de beide plandelen weergegeven.
Figuur 1: globale begrenzing plangebied
10 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
1.4
Geldende bestemmingsplannen
Het bestemmingsplan Bedrijventerrein Verheulsweide 2008 is een algehele herziening van de in het plangebied geldende bestemmingsplannen. Binnen het plangebied gelden op dit moment 46 bestemmingsplannen welke na het onherroepelijk worden van het onderhavige bestemmingsplan, al dan niet ten dele, komen te vervallen. Een volledige overzicht is als bijlage opgenomen.
11 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
12 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 2 2.1
Planbeschrijving
Bouwgeschiedenis en ruimtelijke structuur
De gemeente Doetinchem ligt op de grens van het Achterhoekse deklandschap en het oostelijke rivierengebied. Dergelijke landschappelijke overgangszones werden in het verleden als woongebied hoog gewaardeerd. De Oude IJssel is sterk bepalend geweest voor de vorming van het rivierduinlandschap waarop Doetinchem is ontstaan. Met name dit parallel aan de rivier liggende landschap was aantrekkelijk voor bewoning. Doetinchem heeft zich in eerste instantie ontwikkeld als lint op de rand van deze hoger gelegen rivierduinen. Daar waar het lint van west naar oost (Keppelseweg-Terborgseweg) de rivier het dichtst naderde, is de stad Doetinchem ontstaan. Tussen het lint op het rivierduin en de Oude IJssel, in oostelijke richting, lagen brede oevers. De doorgaans natte bodem was weinig aantrekkelijk voor bewoning. Met de komst van de industrialisatie werd het mogelijk deze gebieden om te vormen tot bedrijventerreinen. Met name de bereikbaarheid over de rivier en de spoorlijn hebben positief bijgedragen aan de ontwikkeling en verdere uitbreiding van het bedrijventerrein Verheulsweide. Het bedrijventerrein Verheulsweide is ontwikkeld vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw. Van oorsprong had het plangebied een agrarische gebruiksfunctie. Centraal door het gebied stroomde de Harveldsche tochtsloot met daaraan gelegen de Kleine en de Grote Spanjaards Kolk. Het bedrijventerrein is vanaf het centraal station in delen naar het zuiden uitgebreid. Het eerste deel was Hamburgerbroek-Zuid dat in de komende jaren wordt herontwikkeld. De meest recente ontwikkelde delen zijn een terrein voor perifere detailhandel en detailhandel in volumineuze goederen aan de Havenstraat en de nieuwe hoofdontsluitingsweg Bedrijvenweg/Ondernemingsweg. De totale oppervlakte van het bedrijventerrein Verheulsweide bedraagt circa 160 hectare. De ruimtelijke structuur van bedrijventerrein Verheulsweide bestaat grofweg uit twee delen die elk weer op te splitsen zijn in subdelen. De scheiding tussen beide hoofddelen wordt gevormd door de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg. In het noordelijke deel is het oudste deel van het bedrijventerrein gelegen. Als subdeel van dat noordelijke deel is Hamburgerbroek-Zuid te onderscheiden, dat tussen het spoor en de Industriestraat is gelegen. Hamburgerbroek Zuid is onder te verdelen in Stationsomgeving Zuid en het Vredesteinterrein. HamburgerbroekZuid wordt herontwikkeld en zal de komende jaren ruimte gaan bieden aan voornamelijk kantoor- en bedrijfsfuncties. Het deel Stationsomgeving zuid is als ontwikkeling meegenomen in dit bestemmingsplan. Het Vredesteinterrein is buiten de plangrenzen gelaten. In het zuidelijke deel zijn twee subdelen te onderscheiden, namelijk het Trade Centre en de detailhandel aan de Havenstraat. Het Trade Centre is gericht op maatschappelijke- en kantoorfuncties. Bij de verkaveling van bedrijventerrein is weinig rekening gehouden met de oorspronkelijke agrarische verkaveling. De wegen die het gebied doorsnijden liggen nog wel in de oude richting. Hetzelfde geldt voor de oude tochtsloot. Het bedrijventerrein is ingericht om aan de wensen te voldoen van de gevestigde bedrijven. Het verschil in kavelvorm en -grootte is groot. De groenstructuur bestaat uit een groene inrichting langs de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg en de snelweg A18. Deze twee oost-west-structuren worden verbonden door een groenstructuur die de oude loop van de Harveldsche tochtsloot volgt. De Kleine en de Grote Spanjaards Kolk zijn vergroot en er is een derde waterplas toegevoegd. 13 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
De ruimtelijke structuur op de westelijke oever van bedrijventerrein wordt bepaald door de ligging tussen de Oude IJssel en de Wijnbergseweg. Het betreft een smalle strook met bedrijven gelegen tussen de Oude IJssel en de woonwijken De Hoop en Wijnbergen.
2.2
Functies
Bedrijvigheid De hoofdfunctie van bedrijventerrein Verheulsweide is bedrijvigheid. Op het bedrijventerrein zijn grofweg de functies productie- en verwerkingsbedrijven, kantoren en perifere detailhandel en detailhandel in volumineuze goederen te onderscheiden. Het grootste deel van het bedrijventerrein Verheulsweide wordt ingenomen door productie- en verwerkingsbedrijven. De kantoren zijn gegroepeerd in het Trade Centre aan de Terborgseweg, de detailhandel in volumineuze goederen vindt overwegend plaats aan de Havenstraat. Aan de Roerstraat is een seksinrichting gevestigd. Op de hoek van de Havenstraat en de Industriestraat is een dagactiviteitencentrum gevestigd met creatieve, recreatieve, educatieve en arbeidsmatige activiteiten. Detailhandel Nabij de afslag van de A18, aan de Havenstraat, is perifere detailhandel geconcentreerd in de vorm van bouwmarkten, interieurinrichtingsbedrijven en een tuincentrum. Verspreid over het bedrijventerrein Verheulsweide is volumineuze detailhandel gevestigd in de vorm van auto-, truck- en caravanbedrijven gevestigd. Het gaat in alle gevallen om detailhandel die niet passend is in het centrumgebied. Aan de Gildenstraat is een kringloopwinkel gevestigd. Groen en water Het op de westoever van de Oude IJssel gelegen bedrijventerrein heeft geen noemenswaardige groenstructuur. De groeninrichting aan de Oude IJssel is volledig bedrijfsmatig van karakter. Het overige deel van bedrijventerrein Verheulsweide heeft daarentegen wèl een duidelijke groenstructuur bestaande uit een noord-zuid-as en een oost-west-as. De noord-zuid-as bestaat uit een drietal tussen de A18 en de Bedrijvenweg gelegen grotere vijvers met een retentiefunctie. De vijvers zijn onderling niet met elkaar verbonden, met uitzondering van de twee meest zuidelijk gelegen vijvers, welke onderling ondergronds met elkaar verbonden zijn. De vijvers en de directe aangrenzende groenzone, bestaande uit inheemse bomen en struiken, vormen gezamenlijk het Ecolint. Deze ruimte fungeert als een ecologische stapsteen in het bedrijventerrein Verheulsweide. De ecologische functie loopt vanaf de A18 tot aan de nieuw aangelegde Bedrijvenweg en gaat via de natuurvriendelijk ingerichte berm naar de Oude IJssel zodat planten en dieren via deze zonering met elkaar kunnen uitwisselen. Door de groenstrook loopt een langzaamverkeersroute. Deze wordt ook gebruikt door werknemers om te wandelen in de lunchpauze. De oost-west-as wordt gevormd door groenvoorzieningen langs de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg. De inrichting bestaat hoofdzakelijk uit bomen, gras en twee kleinere vijvers. Een kleiner groenelement ligt bij de spoorbrug over de Oude IJssel. Op deze locatie is een insteekhaven aanwezig waarbij een openbare loskade was gepland. Deze is echter niet in gebruik genomen, waarna deze in het kader van de ecologische verbindingszone de Oude IJssel de functie van stapsteen heeft gekregen. Deze stapsteen is een uitvloeisel van de uitvoering- en inspanningsverplichting die het Waterschap Rijn en IJssel heeft bij de inrichting van de Oude IJssel, waarbij in het stedelijk gebied de winde als inrichting, model geldt. De stapsteen draagt bij dat voortplantingsplaats voor de winde, amfibieën en watervogels.
14 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Horeca Op het bedrijventerrein Verheulsweide is één restaurant gevestigd op het Trade Centre, als blikvanger voor de entree van Doetinchem vanaf de A18. Op het parkeerterrein bij de bedrijven voor detailhandel in volumineuze goederen aan de Havenstraat is een fitnesscentrum met horecagelegenheid ingericht. Een ondergeschikte vorm van horeca is te vinden in tuincentrum De Woontuin, waar een kleine horecavoorziening aanwezig is voor winkelend publiek. Maatschappelijke doeleinden In het noordelijk deel van het Trade Centre zijn diverse maatschappelijke instellingen gevestigd, zoals het RIAGG. Aan de Gezellenlaan is de middelbare school AOC-Oost gevestigd. Sport Op het parkeerterrein bij de bedrijven voor detailhandel in volumineuze goederen aan de Havenstraat is een fitnessclub gevestigd. Verder zijn momenteel de Stichting de Achterhoekse Wandel 4-daagse, Denksportcentrum De Uitdaging en de Ren- en toervereniging De Zwaluwen ondergebracht op het bedrijventerrein Verheulsweide. Verkeer Het bedrijventerrein op de westoever van de Oude IJssel wordt voor gemotoriseerd en langzaam verkeer ontsloten door de Wijnbergseweg. Er is geen busverbinding. Het overige bedrijventerrein wordt in het oosten voor gemotoriseerd verkeer op de Terborgseweg ontsloten door de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg en de Havenstraat en in het westen door de Europaweg. De Terborgseweg en de Europaweg sluiten aan op de A18. Ten behoeve van het langzame verkeer zijn voetpaden aangelegd door de groene noord-zuid-as. Het bedrijventerrein is met een busverbinding over de Terborgseweg ontsloten. De enige verkeersfunctie in het gebied Hamburgerbroek-Zuid is een busstation voor stads- en streekvervoer. Het busstation is middels een spoorwegovergang verbonden met het treinstation. Bij het busstation is een tijdelijke parkeervoorziening aanwezig en een tijdelijke cafetaria. Wonen Op het bedrijventerrein is het wonen een ondergeschikte functie. Bij enkele bedrijven zijn bedrijfswoningen opgericht. Aan de Terborgseweg en de Gezellenlaan is een klein wooncluster te vinden met veertien burgerwoningen. In het zuidelijk deel van Verheulsweide bevindt zich een drietal burgerwoningen en een agrarische bedrijfswoning.
2.3
Ontwikkelingen
De ontwikkeling van het plandeel Hamburgerbroek-Zuid wordt in drie delen opgesplitst: het stadsdeel, de verlengde Broekstraat (beide onderdeel van Stationsomgeving-Zuid) en het oude Vredesteinterrein. De ontwikkeling van het Vredesteinterrein is niet meegenomen in dit bestemmingsplan. De ontwikkeling van Stationsomgeving-Zuid wel. Ter hoogte van het huidige busstation wordt een nieuw stadsdeel ontwikkeld met een menging van commercie en werken. Hier is plaats voor grotere kantoren zoals het belastingkantoor en de Rabobank. Door de dynamiek van het reizen wordt plaats geboden aan horeca en detailhandel zoals vaker te vinden is rond knooppunten van openbaar vervoer. Het tweede deel wordt gevormd door kantoorlocaties langs een laan, grotendeels in het verlengde van de voormalige Broekweg. De kantoren langs de laan worden als pakhuizen gebruikt; metafoor voor een flexibele generator van stedelijkheid. 15 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
De verlengde Broekstraat verbindt de Havenstraat met de Terborgseweg via de Ambachtstraat en vormt de hoofdontsluiting voor alle verkeersstromen. De overige nieuwe wegen hebben alleen een erftoegangsfunctie. Alle vervoersbewegingen vanaf het busstation gaan via de verlengde Broekstraat en de Ambachtstraat. Het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden en zoveel mogelijk onder de bebouwing. In het stadsdeel worden ondergrondse parkeervoorzieningen aangelegd. Het enige bovengrondse parkeerterrein ligt aan het spoor en krijgt een openbare functie. De groenstructuur wordt gevormd door twee groene verbindingen welke van oost naar west lopen, te weten, een groene buffer parallel aan het spoor en een monumentale bomenlaan langs de verlengde Broekstraat. In de andere richting, van noord naar zuid, wordt de groenstructuur expliciet versterkt door een groene buffer tussen het spoor en de Industriestraat. Het gebied zal worden opgebouwd uit modules met vaste afmetingen. Deze stedenbouwkundige structuur is leidend, maar levert ook flexibiliteit. Op diverse punten in het gebied worden hoogteaccenten toegestaan.
16 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 3
Beleidskader
Dit hoofdstuk beschrijft het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifiek voor dit plangebied relevante uitgangspunten weergegeven. Het beleid is in dit hoofdstuk verwoord, afgewogen en indien noodzakelijk vertaald op de plankaart en in de regels.
3.1
Rijksbeleid
3.1.1 Nota Ruimte Het ruimtelijk beleid op rijksniveau is verwoord in de Nota Ruimte van 27 februari 2006. De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen, waarin het nationaal ruimtelijk beleid zoveel mogelijk is ondergebracht. Met de inwerkingtreding van deze Nota Ruimte vervallen de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Complete versie van oktober 1999) en het Structuurschema Groene Ruimte van december 1995. De nota omvat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020, met een doorkijk tot 2030. In de nota kiest het kabinet voor een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. De nota is gebaseerd op de beleidsvoornemens van het Tweede Structuurschema Groene Ruimte en de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening met de daarbij behorende analyses. In de nota worden uitsluitend de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij het kabinet kiest voor het motto 'decentraal wat kan en centraal wat moet'. De primaire verantwoordelijkheid voor zorgvuldig ruimtegebruik, economische vitaliteit, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit ligt bij de gemeenten. Voor verstedelijking, infrastructuur en vestiging van bedrijven geldt een zogenaamd bundelingsbeleid: nieuwe woongebieden en bedrijvigheid moeten zoveel mogelijk worden aangesloten op bestaande bebouwing en infrastructuur. En daarbij moet bovendien rekening worden gehouden met (bestaande) recreatieve voorzieningen, groen en water (watertoets). Relevantie voor plangebied Voor de gemeente Doetinchem en voor het onderhavige plangebied in het bijzonder, staan in de Nota Ruimte geen specifieke ontwikkelingen beschreven. De herontwikkeling van het plandeel Hamburgerbroek-Zuid past in het bundelingsbeleid en het reactiveren van oude bedrijventerreinen. 3.1.2 Wet archeologische monumentenzorg Sinds september 2007 hebben we te maken met de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Het belangrijkste doel van de wet is het behoud van het archeologisch erfgoed in situ (ter plekke). Het is verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Vroegtijdig onderzoek maakt ruimte voor de overweging van archeologievriendelijke alternatieven. Wie ondanks de aanwezigheid van archeologische waarden toch de grond in wil, moet archeologisch (voor)onderzoek doen en opgravingen betalen.
17 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
In de meeste gevallen is de gemeente bevoegd gezag en daarmee verantwoordelijk voor de toetsing van onderzoeksrapporten, het nemen van selectiebesluiten en de goedkeuring van Programma's van Eisen en dergelijke. In het geval van provinciale en rijksmonumenten zijn dat de hogere overheden. Eén van de gevolgen van de nieuwe wetgeving is de noodzaak voor gemeenten om de archeologische waarden in kaart te brengen en op grond hiervan beleid te maken.
3.2
Provinciaal beleid
3.2.1 Streekplan Gelderland 2005 + uitwerkingen De provinciale visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Gelderland is vastgelegd in het nieuwe ”Streekplan Gelderland 2005 - kansen voor de regio's”. Dit streekplan is gebaseerd op de Nota Ruimte. In dit streekplan kiest de provincie voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Gelderland. Dat gebeurt door op provinciaal niveau te sturen op kenmerken en waarden die van provinciaal belang worden geacht: natuur en water (het “groenblauwe raamwerk”), maar ook de ruimtelijke ontwikkelingen in het “rode raamwerk” van stedelijke functies en infrastructuur. Het overige door het streekplan afgedekte gebied, “het multifunctionele gebied”, is daarbij het domein van de gemeenten. Zij werken daartoe samen in regionaal verband; de bemoeienissen van de provincie met betrekking tot het multifunctionele gebied zijn beperkt. Op de beleidskaart Ruimtelijke Structuur van het streekplan is het plangebied aangewezen als “regionaal centrum” binnen het rode raamwerk. Ten zuiden van het plangebied zijn de gronden aangewezen als “Globaal begrensde regionale waterberging” binnen het groenblauwe raamwerk en ten westen van het plangebied ligt “multifunctioneel platteland” binnen het multifunctioneel gebied. De provincie voert geen kwantitatief beleid inzake kantoorontwikkeling. Het bundelings- en locatie-/knopenbeleid in bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreidingen is bepalend voor nieuwe ontwikkelingen. Van belang daarbij is tevens dat de aard, de schaal en het mobiliteitsprofiel van de kantoorontwikkeling passen bij de betreffende locatie. De komende jaren is er in Gelderland een vraag naar kantoorruimte van ca. 40.000 m2 bruto vloeroppervlakte (bvo) per jaar (CPB/GC-scenario). Nieuwe kantoorlocaties dienen zoveel mogelijk te worden ontwikkeld op/nabij hoogwaardige openbaar vervoer-verbindingen (OVverbindingen). In het streekplan wordt ruimte geboden voor de in regionaal verband samenwerkende gemeenten. De provincie heeft aan de gemeenten het verzoek gedaan om in regionaal verband zones voor stedelijke functies en landschappelijke versterking voor te stellen. Binnen de streekplanuitwerking “Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking” (in het navolgende: streekplanuitwerking Zoekzones) zijn deze voorstellen verwerkt. Het streekplan geeft aan dat deze zoekzones bedoeld zijn als “ruimtelijke reservering voor de behoefte aan stedelijke functies (wonen, werken, winkels, sportvelden en sportaccommodaties, sociaal-culturele voorzieningen, scholen, kerken etc.”). Daarnaast is in het streekplan gesteld dat de omvang van de zoekzones als vuistregel twee maal de behoefte aan uitbreiding van de voorraad woningen/werklocaties is, zodat het bouwprogramma op uitbreidingslocaties in de streekplanperiode nooit de gehele zoekzone zal omvatten.
18 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
De Oude IJssel is als ecologische verbindingszone (EVZ) aangewezen, model winde, waarin de Oude IJssel de corridor vormt. De aanwezige stapsteen ten zuidoosten van de spoorbrug is reeds uitgevoerd en opgenomen in het monitoringsplan van het Waterschap Rijn en IJssel. De samenhang en verbindingen tussen de grote Oost-Gelderse natuurkernen via kleinere rivieren en beken en de daaraan gekoppelde ecologische verbindingszones, zoals de Oude IJssel is van vitaal belang voor de instandhoudingsverplichting van de biodiversiteit van Natura-2000gebieden. Relevantie voor plangebied De kantoorontwikkelingen die in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt passen in het Streekplanbeleid. In Stationsomgeving-Zuid is 25.000 tot 30.000 m2 bvo aan kantoorruimte gepland over een periode van 10 tot 15 jaar. De kantoor locatie sluit direct aan op hoogwaardige OV-verbindingen. Voor de regio Achterhoek is een streekplanuitwerking Zoekzones opgesteld. Het plangebied maakt geen deel uit van een zoekzone voor stedelijke functies en landschappelijke versterking. De stapsteen bij de spoorbrug heeft op de plankaart de bestemming natuur gekregen en wordt als zodanig beschermd tegen schadelijk gebruik van deze gronden. 3.2.2 Archeologisch Beleidskader Het archeologisch Beleidskader van de provincie Gelderland beschrijft het provinciale beleid voor waardevolle archeologische gebieden die bepalend zijn voor de cultuurhistorische identiteit van de provincie. Door een toenemende ruimtelijke dynamiek staat er een druk op het gebruik van de ruimte, hierdoor loopt het bodemarchief gevaar. Toch liggen er nog volop kansen om de rijkdom aan cultuurhistorie en bodemschatten een prominente rol te laten spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Door de Wet op de archeologische monumentenzorg, 1 september 2007, en de Wet ruimtelijke ordening worden daarvoor volop kansen geboden. De provincie wil deze kansen benutten door: gebieden aan te wijzen die van bijzonder belang zijn voor de cultuurhistorische identiteit van de provincie; gemeenten en waterschappen te ondersteunen bij de vertaling van archeologische belangen in hun ruimtelijke plannen en projecten; voor waardevolle gebieden richtlijnen geven voor verantwoord archeologisch onderzoek. Het archeologisch beleidskader deelt Gelderland op in drie soorten archeologische gebieden: A-gebieden: De Gelderse parels; B-gebieden: de ruwe diamanten; C-gebieden: de rest van Gelderland. In de A-gebieden stuurt de provincie via onderhandeling en indien mogelijk via samenwerking actief op bescherming, behoud door ontwikkeling en verantwoord onderzoek. In de Bgebieden laat de provincie de verantwoordelijkheid voor bescherming, behoud door ontwikkeling en verantwoord onderzoek in principe over aan de gemeente. De provincie neemt daarbij een stimulerende, faciliterende en adviserende rol in. In de C-gebieden ligt de verantwoordelijkheid voor de archeologie volledig bij de gemeente. De gemeente Doetinchem kent de volgende gebieden: A8 het gebied Achterhoek rond het natte midden; A11 het gebied Liemers; B8 het gebied Liemers. 19 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Uitsnede plankaart Archeologisch beleidskader
Relevantie voor het plangebied Het plangebied Verheulsweide is in het zuiden gelegen in het gebied Liemers. In de regels is daarmee rekening gehouden. 3.2.3 Waterhuishoudingsplan In het Derde Waterhuishoudingsplan Gelderland 2005-2009 wordt met betrekking tot stedelijk gebied aangegeven, dat inrichting en beheer van het waterhuishoudkundig systeem gericht zijn op: het voorkomen en beperken van wateroverlast; de ontwikkeling en behoud van de natuur in het stedelijk gebied; het voorkomen van zettingen; het herbenutten van ontwateringswater voor drink- en industriewatervoorziening of voor herstel van verdroogde natuur; het weren van (diepe) drainage en het voorkomen van instroming van oppervlaktewater op de riolering; het beperken van de vuilbelasting door riooloverstorten; het beperken van de invloed van bronbemaling. De waterketen in stedelijk gebied is zodanig ingericht dat deze geen negatieve invloed heeft op het grond- en oppervlaktewater. Stedelijke ontwikkelingen en stedelijke herinrichtingen en herstructureringen dienen “waterneutraal” te zijn en te worden benut om het watersysteem waar nodig op orde te brengen en te verduurzamen. Relevantie voor plangebied Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door de Oude IJssel en ten zuiden van de A18 ligt een globaal begrensde regionale waterberging. Dit bergingsgebied is inmiddels komen te vervallen. De Oude IJssel heeft in het WHP3 de functie “beroepsscheepvaart” gekregen. Deze functie is direct gerelateerd aan een aantal bedrijven aan de Havenstraat.
20 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
3.3
Regionaal beleid
3.3.1 Waterbeheerplan In het “Waterbeheerplan Waterschap Rijn en IJssel 2007-2010” zijn door het Waterschap Rijn en IJssel opgestelde uitgangspunten voor water-, waterkeringen- en waterwegbeheer vastgelegd. Kernbegrippen zijn schoon, levend en functioneel water. Het waterschap streeft samen met gemeenten naar een vorm van duurzaam stedelijk waterbeheer en verbetering van de waterkwaliteit, door afkoppelen van schoon regenwater, het minimaliseren van de verontreiniging van oppervlaktewater en waterbodem en het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Met betrekking tot de chemische en ecologische waterkwaliteit van oppervlaktewater wordt gewerkt aan nadere invulling van doelstellingen en maatregelen op basis van de normstelling uit de Europese Kaderrichtlijn Water. Relevantie voor plangebied Het plangebied bestaat grotendeels uit ingericht bedrijventerrein. Bij uitbreidingen en nieuwe bedrijfspanden wordt rekening gehouden met de voorwaarden van het Waterschap. Het aanwezige oppervlaktewater in het plangebied is op een natuurvriendelijke manier ingericht. In de Oude IJssel is bij de spoorbrug een ecologische stapsteen gerealiseerd.
3.4
Gemeentelijk beleid
3.4.1 Het besef van Doetinchem De stadsvisie “Het besef van Doetinchem” staat voor een duidelijk beleidsevenwicht op sociaal, economisch en fysiek gebied en beschrijft op hoofdlijnen hoe Doetinchem er over 10 jaar uit zal zien. De stadsvisie brengt lopende plannen en projecten bij elkaar en geeft een aanzet voor nieuwe plannen. Op basis van de sterke en de zwakke punten van Doetinchem worden de ambities geformuleerd welke als grove kaders voor de beleidsformulering van de aankomende 10 à 15 jaar worden gehanteerd. De ambities zijn in de stadsvisie uitgewerkt in een concreet beleidsprogramma. Als uitwerking van de stadsvisie zal binnen afzienbare tijd een start worden gemaakt met een nieuw structuurplan voor de gemeente Doetinchem. Relevantie voor plangebied Stationsomgeving-Zuid is opgenomen in het programmapunt 'Hamburgerbroek'. Het doel van dat programmapunt is de verbetering van de stationsomgeving en het openbaar vervoer, en de versterking van de werkgelegenheid in de categorie dienstverlening. De gewenste maatregel is een algemene vernieuwing van het gebied met woningbouw, kantorengebouwen en een centrum voor openbaar vervoer. In Stationsomgeving-Zuid is geen woningbouw gepland; ten noorden van het spoor daarentegen wel. De gewenste maatregelen zijn overgenomen in het bestemmingsplan door kantoren en verkeersdoeleinden (OV) toe te staan.
21 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
3.4.2 Masterplan De Schil De voorgenomen transformatie van het gebied maakt deel uit van de vernieuwing van de 19e eeuwse “schil” van Doetinchem. Om samenhang en synergie te brengen tussen de verschillende deelprojecten werkt de gemeente sinds 2005 aan een “Masterplan Schil”. Dit masterplan bevat een samenhangende agenda voor deze projecten, een dragend casco, stedenbouwkundige regels voor de ontwikkeling van de onderscheiden woonmilieus en een ontwikkelingsstrategie. Een groot deel van het gemeentelijke bouwprogramma voor de komende jaren zal binnen de schil op verschillende inbreidingslocaties worden gerealiseerd. Relevantie voor plangebied Het plangebied ten westen van de Oude IJssel ligt in de schil, maar is niet aangemerkt als ontwikkellocatie. Binnen het masterplan valt, binnen het bestemmingsplandeel Hamburgerbroek-Zuid, de ontwikkellocatie Stationsgebied-Zuid. De invulling van de ontwikkellocaties vindt plaats aan de hand van de beschreven stadsmilieus. In het deel Stationsgebied ligt de nadruk op 'kantoren'. Het gebied is goed ontsloten en ligt in de nabijheid van het centrum. Er is 28.000 m2 bvo gepland voor kantoorruimten. De doelstellingen van Stationsomgeving-Zuid is overgenomen in het bestemmingsplan door kantoren en verkeersdoeleinden (OV) toe te staan. 3.4.3 Planologisch beleid 2009 In de nota “Planologisch Beleid 2009” heeft de gemeente ruimtelijk beleid geformuleerd voor kleine bouwplannen met betrekking tot woningen. Daarnaast voorziet de nota in een belangrijke verruiming en versoepeling van de tot dan toe gehanteerde regels. In de voorgestelde regeling is een onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke aspecten die betrekking hebben op het woonhuis alleen en de ruimtelijke aspecten van de woning die alleen geregeld kunnen worden als de kenmerken van de omgeving daarbij betrokken worden. Ruimtelijke aspecten van de eerste categorie zijn onder meer de grootte van bijgebouwen, aan huis gebonden beroepen en bedrijven en de positie van de voor- en achtergevelrooilijn. Ruimtelijke aspecten van de tweede categorie zijn bijvoorbeeld: de diepte van een bouwvlak, de goothoogte en de maten van luifels en masten voor telecommunicatiedoeleinden. Relevantie voor plangebied Het beleid van deze nota is verwerkt in het onderhavige bestemmingsplan. 3.4.4 Welstandsnota In het verlengde van bestemmingsplannen ligt het welstandstoezicht. Bouwplannen kunnen in principe pas worden uitgevoerd als daarover een positief welstandsadvies is gegeven. De gemeente heeft op 24 maart 2004 de Welstandsnota vastgesteld. Daarin is vastgelegd op welke wijze en in welke mate nieuwe gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen te worden ingepast in de bestaande omgeving. Relevantie voor plangebied Voor Hamburgerbroek-Zuid is een beeldkwaliteitsplan opgesteld waaraan de redelijke eisen van welstand getoetst worden. Het beeldkwaliteitsplan treedt daarmee in de plaats van de Welstandsnota. De gewenste architectonische uitstraling en kwaliteit van het gebied ligt hoger dan op het aansluitende bedrijventerrein Verheulsweide. 22 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
3.4.5 Nota cultuurhistorie In de nota cultuurhistorie, Doetinchem Cultuurhistorierijk, d.d. 25 september 2008, worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar. De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn: Besef van en waardering voor het cultuurhistorisch erfgoed; Kennisvermeerdering over het cultuurhistorisch erfgoed; Visualisatie en exposure van het cultuurhistorisch erfgoed; Stimulering wisselwerking tussen cultuurhistorisch erfgoed, moderne stedenbouw en landschapsontwikkeling. De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals landschap, wonen en werken, etc., welke de komende jaren een leidraad moeten vormen voor het cultuurhistorisch beleid. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving. Binnen de gemeente Doetinchem is op dit moment nog maar weinig in beeld van het cultuurhistorisch erfgoed. Voor wat betreft het beter in beeld brengen van de cultuurhistorie is het van belang om bij ruimtelijke ontwikkelingen onderzoek uit te voeren naar de ter plaatse aanwezige cultuurhistorie. Relevantie voor plangebied In het plangebied zijn weinig cultuurhistorische elementen overgebleven. In de groenstructuur is een waterloop verwerkt en zijn nog restanten van oude bomenrijen te vinden. Op grond van de Archeologische waardenkaart is een zone opgenomen met Archeologische Waarde. 3.4.6 Groenstructuurplan Het beleid met betrekking tot het groen in de stad is vastgelegd in het “Groenstructuurplan Doetinchem” (1992). Het Groenstructuurplan heeft als doel richting te geven aan de gewenste opbouw en ontwikkeling van het groen in de stad. De hoofddoelstelling van het groenbeleid is het instandhouden en realiseren van groenvoorzieningen die bijdragen aan het welzijn van de inwoners van de gemeente. De waarde van het groen wordt bepaald door de kwaliteit (gevormd door de structurerende betekenis, de functionele betekenis en de beplantingstechnische en onderhoudstechnische aspecten) en de kwantiteit van het groen. Relevantie voor plangebied Op de plankaart is de groenstructuur langs de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg, de vijvers en de A18 opgenomen. De aanwezige hiërarchie in wegen wordt in de groeninrichting versterkt door te variëren in de breedte van de groenbermen. De hoofdwegen zijn voorzien van tweezijdige boombeplanting met brede bermen. In Stationsomgeving-Zuid wordt de bomenrij in de middenberm van de nieuwe laan door het gebied (verlengde Broekweg) apart opgenomen. Het betreft bomen die binnen de ontwikkeling verplaatst zijn. De bomenrij is in eerste instantie bedoeld als oostwest-route voor vleermuizen.
23 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
3.4.7 Waardevolle bomen en Bomenverordening Het gemeentelijk bomenbeleid is gericht op behoud van waardevolle bomen en boomstructuren. Dit beleid is momenteel in ontwikkeling in de vorm van een gemeentelijke Bijzondere bomenlijst en een Boomstructuurplan. Bomen dragen in belangrijke mate bij aan de structuur, identiteit, belevingswaarde, ecologische waarde en gebruikswaarde van de (woon)omgeving en worden dan ook beschouwd als de belangrijkste groenelementen in de stedelijke omgeving. Hierbij geldt dat naarmate bomen ouder zijn de waarde voor de omgeving toeneemt. Om deze reden is het van belang in de bestaande situatie en bij nieuwe ontwikkelingen met zorg om te gaan met aspecten van beheer en inrichting van de boom en zijn groeiplaats. Relevantie voor plangebied In het plangebied staan meerdere oude restanten van singels. Langs bijvoorbeeld de Hoge weide staan inlandse eiken, restanten van de singelstructuren in het oude agrarische landschap. In het stationsgebied is één waardevolle, solitaire boom geïnventariseerd. Bijkomend worden de lindebomen langs de voormalige Broekweg als waardevol omschreven. De lindebomen zijn inmiddels naar de verlengde Broekstraat verplaatst. 3.4.8 Visie inrichting en gebruik bermen industrieterreinen 2002 Op 1 april 2002 heeft het college de “Visie inrichting en gebruik bermen op industrieterreinen 2002” vastgesteld. Deze visie is vervolgens vertaald in een handleiding voor het afstoten van bermen op industrieterreinen. Doel van het bermenbeleid is enerzijds lijn te brengen in de inrichting en het beheer van de bermen en anderzijds enigszins flexibel om te kunnen gaan met wensen van bedrijven. In het beleid wordt onderscheid gemaakt tussen bermen langs hoofdwegen en bermen langs overige wegen. Het streven is dat alle bermen geheel of gedeeltelijk van beplanting zijn voorzien uit oogpunt van beeldkwaliteit. Beplanting van bermen heeft tevens als bijkomend voordeel dat hiermee ongewenst parkeren in de bermen tegen wordt gegaan. Relevantie voor plangebied Op het industrieterrein Verheulsweide worden de Havenstraat en de Fabriekstraat als hoofdwegen benoemd. Langs deze wegen wordt ingezet op brede groenbermen (minimaal 10 meter) met een duidelijke laanbeplanting. Met de op handen zijnde revitalisering van het bedrijventerrein Verheulsweide (zie paragraaf 3.4.18) wordt specifiek bermenbeleid geregeld. Aangezien dit bestemmingsplan een actualiseringsplan betreft waarin geen ontwikkelingen worden meegenomen is in dit bestemmingsplan geen directe toepassing gegeven aan de beleidsvoornemens. Binnen de bestemmingen Verkeer en bedrijventerrein is groen toegestaan. 3.4.9 Waterplan Doetinchem De gemeente Doetinchem heeft samen met het waterschap Rijn en IJssel het Waterplan Doetinchem opgesteld. In dit beleidsdocument is de integrale omgang met water in stedelijk en landelijk gebied aangegeven ter ondersteuning van het streven om te komen tot veerkrachtige watersystemen en het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen als principe. Het Waterplan Doetinchem bundelt op lokaal niveau het inzicht in de huidige situatie en geeft in de streefbeelden en ambities aan hoe duurzaamheids- en gidsprincipes van integraal waterbeheer in plannen vertaald kunnen worden. Hierin zijn belangen van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en toerisme meegewogen. 24 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Het waterplan is door de gemeente in samenwerking met waterschap, waterbedrijf, vertegenwoordigers van natuur- en milieubelangen, inwoners en het bedrijfsleven tot stand gekomen. In het waterplan zijn Rijksbeleid, provinciaal beleid en het beleid van het waterschap als fundamentele elementen opgenomen. Het Waterplan uit 2003, het Doetinchems Milieubeleidsplan 1999 - 2003 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 – 2009 vormen samen de basis voor de omgang met water in het algemeen en het rioleringsstelsel in het bijzonder. Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en de stedenbouw zijn de volgende doelen uit het Waterplan het belangrijkst: Het toepassen van de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren. Water van schoon naar minder schoon laten stromen. Met water de identiteit van een plek zichtbaar maken. Het scheppen van optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water in de woonomgeving. Relevantie voor plangebied In Stationsomgeving-Zuid worden de aandachtspunten van het Waterplan verwerkt in de planontwikkeling. Er wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd en de afvoer van regenwater wordt op eigen terrein geregeld. 3.4.10 Mobiliteitsplan Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het Mobiliteitsplan vastgesteld. Het Mobiliteitsplan geeft de hoofdlijnen van het te voeren verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente Doetinchem weer. Het Mobiliteitsplan beschrijft de verkeers- en vervoersituatie tot 2020 en geeft aan welke maatregelen nodig zijn voor een goede bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid van Doetinchem. Voor het centrum en de industriegebieden ligt de prioriteit van het te voeren beleid bij een goede (auto)bereikbaarheid. Een vlotte doorstroming van het verkeer wordt nagestreefd alsmede het aanbieden van voldoende parkeervoorzieningen. De verkeersproblemen die opgepakt worden liggen vooral op het hoofdwegennet in de kern Doetinchem. Het fietsbeleid zal nog verder worden uitgewerkt in een fietsnota. Vanuit haar rol als wegbeheerder zal Doetinchem streven naar een goede bereikbaarheid van de belangrijke buscorridors en het station. Relevantie voor plangebied Het plandeel Verheulsweide ligt op een snijpunt van twee hoofdwegen: de rijksweg A18 en de Terborgseweg. Door deze ligging en door de aanleg van de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg is het bedrijventerrein Verheulsweide inmiddels goed bereikbaar geworden. Zowel de afrit Doetinchem alsook de afrit Doetinchem-oost op de A18 zorgen voor de ontsluiting van dit bedrijventerrein via de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg. De Bedrijvenweg is bedoeld als een gebiedsontsluitingsweg en bestaat overwegend uit twee rijstroken, gescheiden door een lage, overrijdbare middengeleider. Het is niet gewenst dat bedrijfskavels rechtstreeks vanaf deze weg worden ontsloten. Bedrijven worden ontsloten middels gebiedstoegangswegen die uiteindelijk via de Havenstraat worden verbonden met de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg. De functie van de weg conform het wegencategoriseringsplan (wegennetvisie) is voor de Terborgseweg en de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg die van een “gebiedsontsluitingsweg”; de overige wegen binnen het plan hebben de functie van “gebiedstoegangswegen”. Het fietsgebruik wordt gestimuleerd door directe en veilige fietsverbindingen tussen woongebieden, voorzieningen en werkgebieden. Langs de Bedrijvenweg/Ondernemingsweg en de Terborgseweg ligt grotendeels een vrijliggend fietspad. Het bedrijventerrein wordt op dit moment niet direct ontsloten middels een buslijn. Wellicht dat na het realiseren van de woonwijk Wijnbergen een busverbinding komt over de Bedrijvenweg. 25 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
3.4.11 Ruimte voor kantoren in Doetinchem Het doel van de nota “Ruimte voor kantoren in Doetinchem” is om de ontwikkelingen in de Doetinchemse kantorenmarkt inzichtelijk te maken in termen van vraag en aanbod (zowel kwantitatief alsook kwalitatief). Het kantorenperspectief geeft daarnaast een ruimtelijke uitwerking van de huidige en kansrijke nieuwe vestigingslocaties voor kantoren. De nota is gericht op kantoren met meer dan 500 m2 bvo. Gecombineerde kantoorruimtes, bijvoorbeeld kantoorruimtes met industriële bedrijfsruimten zijn niet betrokken in de nota. Ook op de Bedrijvenweg wordt ruimte geboden voor kantoren of kantoorachtigen in combinatie met bedrijfsruimten. het gaat hier om maximaal 80% kantooroppervlak ten opzichte van de totale oppervlakte, mits het kantoor en de bedrijfsruimte fysiek en procesmatig aan elkaar gekoppeld zijn. Relevantie voor gebied Het Trade Centre vormt het brandpunt van kantooractiviteiten op bedrijventerrein Verheulsweide. Op het overige bedrijventerrein staat een aantal losse kantoorpanden, welke op de plankaart zijn aangeven met een aanduiding. Bij de revitalisering van bedrijventerrein Verheulsweide zal naar schatting 2.000 m2 kantoorruimte vrij komen; mogelijk komt die ruimte reeds vóór de revitalisering vrij. Het beleid is op de plankaart verwerkt in de kantoorbestemming voor 100% kantoor en binnen de bedrijventerreinbestemming met een zone langs de Bedrijvenweg voor 80% kantoor. Het stedenbouwkundig plan Hamburgerbroek-Zuid, deel Stationsgebied, gaat uit van een programma voor 25.000 tot 30.000 m2 bruto vloeroppervlakte kantoorruimte. Daarmee kan de gemeente voor een reeks jaren aan de vraag naar kantoorruimte voldoen. Het beleid is op de plankaart verwerkt in de kantoorbestemming. 3.4.12 Beleidsnota detailhandel buiten het centrum De Beleidsnota detailhandel buiten het centrum heeft als doel het geven van een beleidskader waarmee gewenste ontwikkelingen kunnen worden gestuurd en gestimuleerd en ongewenste ontwikkelingen kunnen worden tegengegaan. De nadruk ligt daarbij op de voorzieningen op buurt- en wijkniveau en de zogenaamde Perifere Detailhandel Vestiging-branches (PDV). Bij de PDV-branches gaat het om woninginrichting, doe-het-zelf, keukens, sanitair en tuincentra. Relevantie voor plangebied In de nota wordt de locatie Havenstraat nabij de Terborgseweg als mogelijkheid genoemd voor PDV-branches. De locatie ligt op een entreepunt van Doetinchem en is goed bereikbaar vanaf de A18. Inmiddels is de genoemde locatie in gebruik genomen door PDV-branches, waaronder een tuincentrum, een doe-het-zelfzaak en diverse woonwinkels. Het beleid is op de plankaart verwerkt in de detailhandelsbestemming. Daarnaast zijn de achterliggende agrarische gronden van een wijzigingsbevoegdheid voorzien waarmee de bestemming kan worden gewijzigd naar detailhandel.
26 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
3.4.13 Buitenreclame in Doetinchem In deze nota worden regels gegeven over het toestaan van reclame-objecten in verschillende leefomgevingen. Op deze wijze wordt de kwaliteit van de omgeving en de verkeersveiligheid in evenwicht gebracht met de vraag naar reclame-objecten. In de nota worden onder andere regels gegeven voor reclame op bedrijfsterreinen. Op bedrijfsterreinen zijn bedrijfs- en productreclame op eigen terrein aanvaardbaar. Bedrijfsreclame in de berm voor het eigen pand is slechts acceptabel als naast de eisen voor verkeersveiligheid en welstand geen frictie ontstaat met de groenplannen en nutsvoorzieningen. Aannemelijk moet zijn dat het reclame-object in de berm noodzakelijk is voor een redelijke bedrijfsvoering. Het plaatsen van algemene reclame is ongewenst. Binnen stringente normen is (algemene) reclame in relatie met objecten van algemeen nut aanvaardbaar. Objecten van algemeen nut kunnen zijn: verwijzingsborden, afvalbakken, abri's en openbare toiletten. Relevantie voor plangebied De reclamevorm met de meeste impact zijn de reclamemasten op de grote industrieterreinen langs de snelwegen. Aan de A18 is thans één mast toegelaten voor de gezamenlijke presentatie van meerdere bedrijven. Voor de kleinere reclamezuilen bij afzonderlijke bedrijven wordt een maximale bouwhoogte van zes meter toegestaan. Voor reclamemasten bij een bedrijf is de maximale hoogte van het bedrijf toegelaten. Het beleid is in de regels en op de plankaart verwerkt in de bestemming Bedrijventerrein. 3.4.14 Onderwijsbeleid In het Integraal Huisvestingsplan (1999) is het beleid ten aanzien van de huisvesting van het onderwijs vastgelegd. Het beleid is voor het basisonderwijs gericht op een goede spreiding van voorzieningen. Dit wil zeggen dat de dominanties rooms-katholiek, protestant-christelijk en openbaar binnen redelijke afstand (1 tot 1,5 km) te bereiken zijn. Waar mogelijk kunnen onderwijsvoorzieningen gekoppeld worden aan sociaal-maatschappelijke voorzieningen als kinderopvang, naschoolse opvang, peuterspeelzaal of overige welzijns- of educatieve functies. Voor het speciaal en voortgezet onderwijs wordt bereikbaarheid en de kwaliteit van de voorzieningen als belangrijkste doelstellingen gezien. Relevantie voor plangebied Op het Trade Centre is een school voor voortgezet onderwijs (vmbo) gevestigd aan de Gezellenlaan en als zodanig bestemd. 3.4.15 Prostitutiebeleid In de Nota Prostitutiebeleid gemeente Doetinchem (2000) en in hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2005 is het beleid neergelegd, dat gevoerd wordt in verband met het per 1 oktober 2000 opgeheven wettelijk bordeelverbod. Gemeenten hebben hierdoor de mogelijkheid en verantwoordelijkheid gekregen om zelf prostitutiebeleid te maken. Omdat Doetinchem een centrumfunctie vervult, acht het gemeentebestuur van Doetinchem onder voorwaarden maximaal drie seksinrichtingen binnen de gemeente toelaatbaar. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten seksinrichtingen en de mogelijke vestigingslocaties. Het actieve (vestigings-) beleid bestaat uit de volgende elementen: Straat- en raamprostitutie (bedoeld in een ruime betekenis) wordt als ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat binnen de gemeente Doetinchem ervaren en wordt daarom niet toelaatbaar geacht. Thuisprostitutie, escortbureaus en thuiswerkers zijn ruimtelijk niet relevant en komen daarom niet voor specifieke regeling in aanmerking. 27 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Seksbioscopen, sekstheaters en seksautomatenhallen onderscheiden zich ruimtelijk niet of nauwelijks van andere winkels en dienstverlening zoals videotheken. Ze komen daarom niet voor een specifieke regeling in aanmerking. Deze inrichtingen worden getoetst aan detailhandelsbestemmingen in bestemmingsplannen. Overige prostitutiebedrijven zoals erotische massagesalons, parenclubs, e.d. zijn sinds 1 oktober 2000 toegestaan tot het maximum aantal van 3 inrichtingen, verspreid over de gemeente Doetinchem. De inrichtingen zijn niet toegestaan in woongebieden, kernwinkelgebieden en het uitgaansgebied. Voor het landelijk gebied en bedrijventerreinen geldt, dat onder bepaalde omstandigheden seksinrichtingen toelaatbaar zijn. De aanloopgebieden naar het centrum toe, waar een menging van functies plaatsvindt, zijn in beginsel geschikt voor seksinrichtingen. Deze seksinrichtingen zullen specifiek bestemd moeten worden. Relevantie voor plangebied
In het plangebied is één seksinrichting die planologisch geregeld moet worden gevestigd aan de Roerstraat. In het bestemmingsplan is de seksinrichting binnen de bestemming Bedrijventerrein aangeduid. 3.4.16 Coffeeshopbeleid Vanaf 1995 geldt er in de gemeente Doetinchem een coffeeshopbeleid. Het geldende coffeeshopbeleid is verwoord in de nota Coffeeshopbeleid van de gemeente Doetinchem 2005. Doelstellingen van dit coffeeshopbeleid zijn: het beschermen van het woon- en leefklimaat en het tegengaan en bestrijden van overlast en aantasting van de openbare orde; bereiken dat er een strikte scheiding blijft tussen hard- en softdrugs handel en gebruik; het beperken van het aantal legale verkooppunten en het voorkomen dat er illegale verkooppunten ontstaan; het tegengaan en voorkomen van overlast in en rondom coffeeshops; het beperken van de gezondheidsrisico's door een gerichte preventie, voorlichting en zorg bij gebruikers. Het beleid stelt verschillende vestigingseisen aan een coffeeshop. Een daarvan betreft dat de vestiging alleen is toegestaan in het stadscentrum en een aantal toegangswegen binnen de bebouwde kom van Doetinchem. In het voorjaar van 2008 is het coffeeshopbeleid van 2005 geëvalueerd. Uit deze evaluatie is gebleken dat het tot op heden gevoerde beleid op een aantal aspecten niet geheel voldoet aan de voorgenomen doelstellingen. In 2009 is daarom een start gemaakt met de herziening van het geldende coffeeshopbeleid. Gepland is om na de zomer van 2009 dit beleid vast te stellen. In het nieuwe coffeeshop beleid vind een aanpassing van het vestigingseisen plaats. Het huidige vestigingsbeleid biedt weinig ruimte voor alternatieve locaties. Vaak wordt bedrijvigheid, die met de exploitatie van een coffeeshop gepaard gaat, door de omgeving als overlast ervaren. Met name in een woonomgeving leidt de overlast al snel tot aantasting van het woongenot. Om die reden is de vestiging van een coffeeshop op een industrieterrein het meest voor de hand liggend. Op grond van de in het nieuwe beleid gestelde eisen komt een deel van het bedrijventerrein Verheulsweide als geschikt naar voren. Relevantie voor het plangebied In het zuidelijk deel van het plangebied is de mogelijkheid tot vestiging van een coffeeshop opgenomen door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Gezien het nieuwe coffeeshopbeleid 28 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
op het moment van opstellen van dit bestemmingsplan nog moet worden vastgesteld is de directe mogelijkheid tot vestiging van een coffeeshop niet wenselijk. In de wijzigingsbevoegdheid is dan ook de eis gesteld dat voldaan moet worden aan het geldende coffeeshopbeleid. 3.4.17 Beleid bedrijfswoningen De functies bedrijven en wonen worden in de huidige ruimtelijke ordening zoveel mogelijk gescheiden. De bedrijfsfuncties veroorzaken in mindere of meerdere mate vormen van geluids, geur- en stofoverlast evenals gevaar, waardoor een goede woon- en leefomgeving niet gegarandeerd is. Het beleid in de gemeente Doetinchem is er op gericht om bedrijvigheid en wonen zoveel mogelijk te scheiden. Op deze wijze worden de bedrijven in hun bedrijfsvoering niet beperkt door omliggende woningen. De woningen ondervinden op gelijke wijze geen overlast van de bedrijven. Een uitzondering wordt gemaakt voor bedrijfswoningen. Dit zijn woningen die bij een bedrijf horen en noodzakelijk zijn voor een goede bedrijfsvoering. Het komt echter voor dat bedrijfswoningen niet langer bij een bedrijf horen en alsnog een beperking gaan vormen. Relevantie voor plangebied De reeds aanwezige bedrijfswoningen in het plangebied mogen blijven bestaan en zondig op hetzelfde bouwperceel worden herbouwd. Belangrijke voorwaarde is wel dat daardoor geen belemmeringen ontstaan voor omliggende bedrijven. Bij verzoek om herbouw dient onderzocht dan wel aangetoond te worden of de bedrijfswoning reeds legaal bestond ten tijde van de ter visie legging. 3.4.18 Revitalisering Verheulsweide Op het moment van opstellen van dit bestemmingsplan is de gemeente Doetinchem druk bezig met de planvorming rondom de revitalisering van het bedrijventerrein. Bij de revitalisering worden de volgende zaken aangepakt: het herprofileren van de straten met een duidelijke zichtbare hiërarchie: Bedrijvenweg, Havenstraat en binnenwegen; het opruimen van de bermen, de herinrichting ervan met bomen en een uniforme afscheiding tussen het openbaar terrein en het bedrijventerrein; het opwaarderen van het openbaar groen, waaronder de retentievijvers; het vervangen van de bestaande en eventueel het toevoegen van openbare verlichting; het zo nodig aanbrengen van (extra informatiepunten en bedrijfsbewegwijzering. Relevantie voor het plangebied In het bestemmingsplan is rekening gehouden met de herprofilering van wegen en straten en daarbij de mogelijkheid om gronden, nu nog in gebruik als berm, te voorzien van een bedrijfsbestemming. Tevens zal met de revitalisering het mogelijk worden om op enkele hoekpunten hoogteaccenten te realiseren. Middels wijzigingsbevoegdheden is daar in dit bestemmingsplan op ingespeeld. In de bestemming groen wordt de mogelijkheid geboden om reclameuitingen te plaatsen.
29 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
30 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 4
Haalbaarheid
Dit hoofdstuk geeft de randvoorwaarden van de milieukundige aspecten en overige aspecten waarmee rekening gehouden moet worden bij het bouwen en bij de inrichting en het beheer van het plangebied. Deze aspecten kunnen beperkingen opleggen aan het gebruik van bepaalde locaties. In de navolgende paragrafen wordt eerst ingegaan op het plandeel "Verheulsweide". Aan het einde van elke paragraaf wordt ingegaan op het plandeel "Stationsomgeving-Zuid".
4.1
Milieuaspecten
4.1.1 Bodem Bij een ontwikkeling moet worden bepaald dat de bodem geschikt is voor de beoogde bestemming. Een bodemonderzoek is nodig indien meer dan 50 m² een functieverandering ondergaat naar een gebruik met verblijf langer dan 2 uur per dag. In eerste instantie betreft dit een verkennend bodemonderzoek, eventueel gevolgd door een nader onderzoek en sanering van de bodem. Bij minder dan 50 m² is in eerste instantie alleen een historisch onderzoek nodig. Binnen het plangebied zijn bij de gemeente Doetinchem in totaal 138 onderzochte bodemlocaties uit het bodeminformatiesysteem bekend. Hiervan is bij 31 locaties in meer of mindere mate een ernstige bodemverontreiniging geregistreerd en is bij 3 locaties sprake van een (voormalige) vuilstort. Het betreft hier de stortlocaties: 1. Roerstraat 9; 2. Havenstraat 11-13/30-34; 3. Hogeweide 119. Er geldt een gebruiksbeperking voor Verheulsweide-Oost voor grondwater als gevolg van de verontreiniging met VOCL afkomstig van de locatie Vasad. Dit betekent dat uitsluitend met toestemming van de provincie Gelderland grondwater onder voorwaarden mag worden onttrokken daar waar sprake is van verontreiniging van het grondwater. Aanpak van de bodemverontreinigingen op bedrijfslocaties is reeds (deels) uitgevoerd, dan wel niet spoedeisend of pas aan de orde bij een concrete functiewijziging of ruimtelijke ontwikkeling. Het plandeel Verheulsweide omvat geen ontwikkelingen en legt alleen de bestaande situatie vast. Om deze reden kan er van worden uitgegaan dat de bodem in het plangebied geschikt is voor het beoogde gebruik. Het uitvoeren van een bodemonderzoek ten behoeve van dit plangedeelte is derhalve niet noodzakelijk. In het plandeel Stationsomgeving-Zuid zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd en is een bodemsanering (ter hoogte van het busstation) uitgevoerd. Op basis van deze onderzoeken kan worden geconstateerd dat de bodem geschikt is voor de beoogde functie kantoor. Gezien het verjaringstermmijn van deze onderzoeken is het noodzakelijk dat bij elke bouwaanvraag een actueel bodemonderzoek wordt geleverd. Het aspect bodem vormt verder geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan.
31 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
4.1.2 Akoestiek Wegverkeerslawaai Voor wegverkeerslawaai geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel. Er is van rechtswege een zone gelegen langs iedere weg, met uitzondering van woonerven en 30 km gebieden. Voorzover dit bestemmingsplan de bestaande ruimtelijke situatie vastlegt en niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen van nieuwvestiging van geluidsgevoelige functies, is een akoestisch onderzoek niet aan de orde. In het plandeel Hamburgerbroek-Zuid worden kantoren toegevoegd. Kantoren zijn geen geluidgevoelige bestemming. Zodoende is geen akoestisch onderzoek noodzakelijk. Het aspect wegverkeerslawaai vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. Industrielawaai In het plandeel Verheulsweide zijn bedrijven c.q. bedrijfsbestemmingen gevestigd. Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe bedrijfsbestemmingen, het betreft een conserverend deel van het bestemmingsplan. Het aspect industrielawaai vormt geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan. In het plandeel Hamburgerbroek-Zuid worden kantoren toegevoegd. Kantoren zijn geen geluidgevoelige bestemming. Zodoende is geen akoestisch onderzoek noodzakelijk. Het aspect industrielawaai vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. Geluidszonering Grote lawaaimakers (vroeger ook wel A-inrichtingen) zijn inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken in de zin van de Wet geluidhinder en die als zodanig zijn aangewezen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Indien deze inrichtingen op een bedrijventerrein voorkomen of in het bestemmingsplan zijn toegestaan, dient voor deze terreinen in het bestemmingsplan een zonering voor geluid te worden opgenomen. Op dit moment wordt onderzocht of de huidige geluidszone rond het plangebied verkleind kan worden. Dit gebeurt in samenhang met de andere bedrijventerreinen in Doetinchem. De resultaten van het onderzoek worden in een parapluherziening voor de geluidszonering verwerkt. Vooralsnog is de bestaande zonering van toepassing. De zonering ligt buiten het plangebied over de omliggende bestemmingsplannen. 4.1.3 Lucht De kwaliteit van de lucht kan negatieve gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Een teveel aan stofdeeltjes in de lucht kan leiden tot gezondheidsklachten. De uitstoot van stofdeeltjes komt hoofdzakelijk voor rekening van het verkeer en de industrie. De luchtkwaliteit kan getalsmatig worden bepaald met behulp van de beoordelingstoets 'niet in betekende mate' (ex Besluit NIBM, Wet milieubeheer). Er zijn geen belemmering als de toename van de concentratie fijnstof en of stikstofdioxide kleiner is dan 1%. Dit komt overeen verkeersaantrekkende werking van 500 woningen. Bij grootschalige projecten is het noodzakelijk om een specifiek luchtkwaliteitonderzoek uit te voeren. In het plandeel Verheulsweide zijn geen nieuwe woon- of bedrijfsbestemmingen opgenomen. De wegenstructuur in het plangebied en de directe omgeving van het plangebied blijft tevens ongewijzigd. 32 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Jaarlijks wordt de luchtkwaliteit op het Doetinchemse wegennetwerk berekend. De berekeningen die in 2006 gemaakt zijn tonen aan dat in het plangebied geen overschrijdingen zijn van de grenswaarden van het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Ten aanzien van de ontwikkeling in Stationsomgeving-Zuid is dit een beperkte aanpassing van hetgeen reeds was toegestaan op grond van het geldende bestemmingsplan. Het aantal verkeersbewegingen zal daarom niet of nauwelijks toenemen. Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan. 4.1.4 Externe veiligheid Externe veiligheid betreft de beheersing van de risico's en richt zich op het gebruik, de opslag, de productie van gevaarlijke stoffen en het transport van gevaarlijke stoffen. De gevaarlijke stoffen kennen twee verschillende bronnen, namelijk stationaire bronnen zoals een chemische fabriek of een LPG vulpunt en mobiele bronnen zoals transport van gevaarlijke stoffen over wegen en door leidingen. Voor inrichtingen (bedrijven) is het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” van belang. In dit besluit wordt externe veiligheid omschreven als “de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen de inrichting waar een gevaarlijke stof bij betrokken is”. Voor transport is de “Wet vervoer gevaarlijke stoffen” van belang. Daarnaast zijn er een aantal besluiten en regelingen vastgesteld waarin het beleid verder uitgewerkt is. Bij externe veiligheid wordt een onderscheidt gemaakt tussen een groepsrisico en een plaatsgebonden risico. Het groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Het plaatsgebonden risico biedt de burgers in hun woonomgeving een minimum beschermingsniveau tegen gevaarlijke stoffen. Op het bedrijventerrein Verheulsweide zijn twee LPG tankstations gelegen. Aan de rand van het bedrijventerrein ligt nog een derde LPG tankstation. Het invloedsgebied van drie LPG tankstations valt over een deel van het plangebied. De risicocontouren van de tankstations zijn in de verbeelding van dit bestemmingsplan weergegeven. In geen van de gevallen worden de orriëntatiewaarden overschreden. De berekeningen zijn als bijlage bijgevoegd bij dit bestemmingsplan. De A18 is aangewezen als onderdeel van het basisnet gevaarlijke stoffen weg (zie bijlage Advies transport Verheulsweide). De A18 vormt de belangrijkste toevoerader voor de Bedrijvenweg. Van deze weg is bekend dat er geen 10-6 contour is voor het plaatsgebonden risico. Van het bedrijventerrein Verheulsweide is bekend dat er zich 3 LPG tankstations aan de rand van het bedrijventerrein bevinden. Verder bevinden er zich als gekeken wordt naar de in het RRGS opgenomen bedrijven geen bedrijven die onder het registratiebesluit EV of de ministeriële regeling provinciale risicokaart vallende risicovolle bedrijven op het industrieterrein. Volgens de vuistregels uit de Handreiking externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen van VNG geldt voor wegen binnen de bebouwde kom dat bij transportaantallen minder dan 22.000 per jaar dat er geen 10-6 contour aanwezig is. Gezien de gevestigde bedrijven en de transportaantallen over de A18 mag geconcludeerd worden dat er geen sprake is van een 10-6 contour rond de Bedrijvenweg. Voor zover bekend lopen er geen in werking zijnde buisleidingen binnen het plangebied.
33 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
4.1.5 Bedrijvigheid Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven gesitueerd worden. Het waar nodig ruimtelijk scheiden van bedrijven en woningen bij nieuwe ontwikkelingen dient twee doelen: het reeds in het ruimtelijke spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar voor woningen; het tegelijk daarmee aan de bedrijven voldoende zekerheid bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. De handreiking "Bedrijven en Milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten legt niet vast wat wel en niet is toegestaan. Een gemeente beslist zelf of ze op een bepaalde locatie bedrijven of woningen mogelijk wil maken (beleidsvrijheid). De gemeente dient dit wel op een zorgvuldige wijze af te wegen en te verantwoorden. In het bestemmingsplan is op de plankaart aangegeven welke maximale milieucategorie waar is toegestaan. Daarbij is de volgende werkwijze toegepast: als basis zijn de richtafstanden gebruikt van de omgevingstypen 'rustige woonwijk' en 'rustig buitengebied'; de zonering is gebaseerd op het principe van inwaarts zoneren, waarbij de richtafstanden gemeten worden vanaf de bestaande woonbebouwing (Wijnbergen-De Hoop, VijverbergOosseld). De zwaarste categorie bedrijven komt dan het verst van de woonbebouwing te liggen; per aaneengesloten 'blok' van bedrijven wordt slechts één maximale milieucategorie toegekend, tenzij dit te beperkend is, zoals bijvoorbeeld in de situatie waarin de kleinste afstand van een 'blok' tot de dichtstbijzijnde woning 20 meter (milieucategorie 1) en de grootste afstand 320 meter (milieucategorie 4.2) bedraagt. In afwijkende gevallen wordt een scheidingslijn aangegeven in het blok; een scheidingslijn in een blok bedrijven wordt gelegd op de kadastrale grenzen tussen bedrijven; voor bedrijven die vallen in de milieucategorieën 5 en 6 is geen zone opgenomen. Dit zijn dusdanig verstorende bedrijven dat deze niet thuishoren binnen de bebouwde kom van Doetinchem; bestaande bedrijven die in een zwaardere milieucategorie vallen dan in de zonering is toegekend, krijgen een aanduiding op de plankaart. In het noordelijk deel van het plangebied zijn bedrijven toegestaan die maximaal in milieucategorie 4.1 vallen. Dit heeft te maken met de ligging en afstand ten opzichte van het centrum en omliggende woonwijken. Het gebied wordt gezien als een overgangsgebied met lichte vormen van bedrijvigheid naar zwaardere vormen in het zuiden van bedrijventerrein Verheulsweide.
4.2
Overige aspecten
4.2.1 Flora en fauna In het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 is in de gemeente Doetinchem alleen het natuurgebied De Zumpe aangewezen als beschermd natuurgebied. In de gemeente zijn geen andere gebieden aanwezig die op basis van deze wet bescherming genieten, zoals speciale beschermingszones op grond van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn.
34 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
De Flora- en faunawet is sinds 1 april 2002 van kracht. In deze wet is in artikel 2 een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in ieder geval in dat iedereen die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor de flora en fauna zal hebben, verplicht is deze handelingen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd. Indien hij deze handelingen toch moet verrichten dan dient hij alle mogelijke maatregelen te treffen om negatieve gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Naast de zorgplicht voor alle dieren en planten zijn in het Besluit ontheffing beschermde dieren plantensoorten van 1 april 2002, drie tabellen opgenomen met een overzicht van beschermde inheemse dier- en plantensoorten. Onder meer ter voorkoming van verontrusting, verstoring en het doden van dieren evenals het vernielen van vaste rust- en verblijfsplaatsen van de in de tabellen genoemde soorten, moet in het kader van de ruimtelijke plan- en visievorming, de uitvoering en het verstrekken van vergunningen, evenals bij de aanleg of bij reconstructiewerken een inventarisatie plaatsvinden van de beschermde flora- en faunasoorten. Daaraan moet een beschrijving worden gekoppeld van de ecologische effecten van de betreffende ingreep en de mitigerende en compenserende maatregelen die genomen worden om de eventuele negatieve effecten voor de beschermde soorten te voorkomen of te beperken. Daarbij dienen de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet in acht te worden genomen. Indien in het kader van de voorgestelde ruimtelijke ingrepen inbreuk wordt gepleegd op deze verbodsbepalingen kan ambtshalve een ontheffing op basis van deze wet worden verleend of een verzoek tot ontheffing van deze verbodsbepalingen worden gedaan. Roekenbeschermingsplan Het Roekenbeschermingsplan Regio Achterhoek is op 16 mei 2006 vastgesteld door het college van B&W van Doetinchem. Tevens is in dit roekenbeschermingsplan Regio Achterhoek het voormalige “Roekenbeschermingsplan voor de Oude IJsselstreek” uit 2000 geëvalueerd. het uitgangspunt is dat ervoor dient te worden gezorgd dat de roek zo min mogelijk overlast kan veroorzaken. De hoofddoelstelling is om de roek een veilige nestgelegenheid te bieden op plekken waar de soort de minste overlast veroorzaakt. Het is hiervoor van belang om een aantal geschikte locaties te realiseren of in stand te houden c.q. te verbeteren, waar uiteindelijk de meeste, zo niet alle roeken zich kunnen huisvesten. De essentie is dat de roek en zijn habitat regionaal worden beschermd. In het plandeel Verheulsweide worden geen nieuwe ontwikkelingen toegelaten. Zodoende zal dit plan ook geen effect hebben op de aanwezige flora en fauna in het plangebied. Het aspect flora en fauna vormt zodoende geen belemmering voor de uitvoering van dit gedeelte van het bestemmingsplan. Bij het natuuronderzoek in het kader van de Randweg-Oost in 2003 viel het plangebied Hamburgerbroek Zuid binnen het onderzoeksgebied. In dit onderzoek werd aangetoond dat de Broekweg een belangrijke verbinding vormt tussen de vleermuisverblijfplaatsen op bedrijventerrein Verheulsweide, in Oosseld en in het foerageergebied 'de Oude IJssel'. Voor de vleermuizen fungeert de laanbeplanting met linden als een belangrijk onderdeel van de vliegroutes van en naar de Oude IJssel. Vanuit de Flora- en faunawet zijn vliegroutes en foerageergebieden beschermd en is het verwijderen van dergelijke gebieden ontheffingsplichtig. Inmiddels is de vliegroute veilig gesteld door het inplanten van bomen langs de nieuwe verlengde Broekstraat, die in het verlengde van de Broekweg ligt. De vliegroute langs de verlengde Broekstraat is op de plankaart als groenstructuur bestemd. 35 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
4.2.2 Water De watertoets Eind 2000 heeft het kabinet het standpunt "Anders omgaan met water" vastgesteld. Het op een andere manier omgaan met water én ruimte is nodig om in de toekomst bescherming te bieden tegen overstromingen en wateroverlast. De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst aan de mate waarin zij rekening houden met het beleid om het water meer ruimte te geven. De watertoets heeft als doel om in een vroegtijdig stadium alle relevante partijen te betrekken bij het opstellen van een wateradvies. De toets heeft betrekking op alle wateren en alle waterhuishoudkundige aspecten die van betekenis zijn voor het gebruik en de functie van het plangebied en de directe omgeving van het gebied, bijvoorbeeld veiligheid (overstromingsgevaar), wateroverlast en waterkwaliteit. Het watersysteem van het plangebied Het plangebied ligt in het zuidelijk deel van Doetinchem in het stroomgebied van de Oude IJssel, dat in de Watervisie van het Waterschap Rijn en IJssel als "basissysteem" is gekarakteriseerd. Aan de westkant vormt de Oude IJssel de grens van het plangebied. De Oude IJssel is een watergang in eigendom en beheer bij het waterschap Rijn en IJssel. Aan de zuidzijde van het plangebied langs de A18 ligt de Harreveldse tochtsloot, die eveneens in eigendom en beheer is bij het waterschap. In het plangebied liggen verder nog een aantal vijvers en een afwateringssloot langs de Bedrijvenweg, welke in beheer zijn bij de gemeente. In het stedelijke gebied is de waterhuishouding in eerste instantie gericht op het voorkomen van (grond)wateroverlast. Bij de aanleg van de wegen en het ontwikkelen van de bouwgrond is ervoor gezorgd dat de drooglegging van het gebied in relatie met het grondwaterpeil in voldoende mate gezekerd werd. De huidige grondwaterpeilen zijn laag genoeg om een goede drooglegging te garanderen. Het plangebied ligt in het rioleringsdistrict Hamburgerbroek. Waterplan Doetinchem In paragraaf 3.4.9 is het Waterplan Doetinchem behandeld. Het beleid dat daarin is verwoord is vertaald in deze waterparagraaf. Waterhuishoudkundige aspecten Aan de hand van de “Handreiking Watertoets” is het aspect water in onderhavig plan meegenomen. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke waterhuishoudkundige aspecten een rol spelen in de bestaande en de toekomstige waterhuishouding van het plangebied. Waterhuishoudkundig aspect
Relevant
Toelichting
Veiligheid
Nee
In het plangebied liggen geen gronden die behoren tot het zomer- en/of winterbed van de Oude IJssel of aangewezen zijn als waterberging. De beleidslijn “Ruimte voor de rivier” is niet aan de orde.
Wateroverlast
Nee
Het plan legt de bestaande situatie vast, voorziet niet in meer mogelijkheden om water vast te houden en realiseert geen vergroting van het oppervlaktewater.
Riolering
Ja
Voorkomen dient te worden dat schoon hemelwater wordt afgevoerd via het riool 36
vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
(vasthouden – bergen – infiltreren – afvoeren). In het plangebied kan sprake zijn van slecht doorlatende lagen in de ondergrond. Watervoorziening
Nee
Het plangebied betreft bestaand bebouwd gebied. Watervoorziening in en nabij het plangebied is niet aan de orde.
Volksgezondheid
Nee
Het plangebied betreft bestaand bebouwd gebied. Er wordt rekening gehouden met het minimaliseren van milieuhygiënische risico's.
Bodemdaling
Nee
Het plangebied heeft een draagkrachtige bodem. Eventuele zettingen zijn niet relevant.
Grondwateroverlast
Nee
Er zijn geen klachten bekend over grondwateroverlast.
Oppervlaktewaterkwaliteit Ja
De Oude IJssel en de Harreveldse tochtsloot grenzen aan het plangebied. In het plangebied liggen een drietal (bergings)vijvers. Op de Oude IJssel en de vijvers zitten een aantal overstorten uit het hemelwaterstelsel.
Grondwaterkwaliteit
Nee
Er ligt geen waterwingebied in de omgeving. in het midden van het plangebied is het diepere grondwater verontreinigd met vluchtige organische koolwaterstoffen (VOCL). Deze VOCL vlek verplaatst zich langzaam in de richting van de Oude IJssel.
Verdroging/kwel
Nee
Er is geen sprake van werkzaamheden die van invloed zijn op verdroging of verstoring van kwelstromen.
Natte natuur
Ja
Het plangebied betreft bestaand gebied waaraan geen hoge ecologische natuurwaarden zijn toegekend. De Oude IJssel die aan de westkant de grens van het plangebied vormt, is aangewezen als EVZ en maakt deel uit van de EHS.
Inrichting en beheer
Ja
In het plangebied zijn keurwatergangen van het waterschap (Oude IJssel en Harreveldse Tochtsloot). De rioleringswerken zijn in het beheer van de gemeente.
Recreatie
Ja
De onderhoudspaden van de keurwatergangen zijn opengesteld.
Landschap en cultuurhistorie
Nee
Er zijn geen cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig.
Nadere toelichting riolering en oppervlaktewaterkwaliteit Het plangebied maakt deel uit van het rioleringsdistrict Hamburgerbroek en is voor het grootste deel voorzien van een verbeterd gescheiden stelsel. In een klein deel van het gebied ligt een gemengd rioleringsstelsel. Op termijn zal dit eveneens worden omgebouwd naar een 37 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
verbeterd gescheiden stelsel. Het ingezamelde afvalwater loost op het rioolgemaal Melkweg (overnamepunt Hamburgerbroek van het waterschap Rijn en IJssel) en wordt met behulp van een persleiding verder afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Etten. In het plangebied bevinden zich enkele overstorten uit het hemelwaterstelsel op de Oude IJssel en de aanwezige vijvers op het industriegebied. In het kader van de basisinspanning zal het gescheiden stelsel tussen de Havenstraat en de Roerstraat worden omgebouwd tot een verbeterd gescheiden stelsel. Bij nieuwe (toekomstige) ontwikkelingen in het plangebied wordt de onderstaande beleidslijn gevolgd. Hemelwater wordt zoveel mogelijk in het plangebied vastgehouden. Indien dit niet mogelijk is wordt het overtollige water tijdelijk geborgen of geïnfiltreerd. In de laatste plaats wordt het via het oppervlaktewater afgevoerd uit het gebied (vasthouden – bergen – infiltreren – afvoeren). Het hemelwater dat in het openbare gebied valt wordt daar zoveel mogelijk geïnfiltreerd en/of afgevoerd naar nieuwe infiltratievoorzieningen. Particulieren moeten het hemelwater zoveel mogelijk afkoppelen en ter plaatse bergen of infiltreren. Bij grondwateronttrekkingen binnen de contouren van de VOCL- verontreinigingsvlek moet nagegaan worden of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om verplaatsing van de verontreiniging tegen te gaan. Nadere toelichting Natte natuur De Oude IJssel is aangewezen als EVZ. De oever aan de kant van het industrieterrein Verheulsweide is reeds ingericht en wordt in stand gehouden. Nadere toelichting Inrichting en beheer De Oude IJssel en de Harreveldse Tochtsloot worden beide beheerd door het Waterschap Rijn en IJssel en beschermd door de KEUR van het waterschap. De Oude IJssel heeft tevens de functie vaarwegbeheer. De onderhoudsgangen van de keurwatergangen zijn opengesteld door het waterschap. Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. 4.2.3 Cultuurhistorie Monumenten De gemeente Doetinchem kent een aantal monumenten welke zijn opgenomen op de rijksmonumentenlijst dan wel de gemeentelijke monumentenlijst. Het betreft monumenten die van nationale, regionale of lokale betekenis zijn en waarvoor bescherming wenselijk is. In de plandelen Verheulsweide en Hamburgerbroek-Zuid zijn geen monumenten aanwezig. Archeologie Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Malta (Europees verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed) is het ruimtelijk beleid steeds meer gericht op het tijdig rekening houden met de mogelijke archeologische waarden van de gronden die in de planvorming zijn betrokken. In de nieuwe Wet op de archeologische monumentenzorg is het ruimtelijke beleid nader uitgewerkt.
38 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Omdat het plandeel Verheulsweide geen monumenten bevat, een bestaand bebouwd gebied is en het onderhavige bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt is geen archeologisch onderzoek noodzakelijk. Het aspect monumenten en archeologie vormt zodoende geen belemmering voor dit bestemmingsplan. Het plandeel Hamburgerbroek-Zuid bestaat deels uit reliëfrijke riviergronden, afgedekt met een esdek en geldt als archeologisch aandachtsgebied. De archeologische verwachting is hier hoog voor resten uit alle perioden (RAAP-rapport 293, kaartbijlage 1, 1997). Omdat de resten zijn afgedekt door een esdek, zijn deze waarschijnlijk goed geconserveerd en weinig kwetsbaar voor ondiepe bodemingrepen. Bij diepere bodemingrepen zal in het aandachtsgebied nader veldonderzoek moeten worden uitgevoerd. Het overige deel van het stationsgebied is verstoord door ophoging met afgegraven stuifzand uit Gaanderen. Door de verstoringen ten gevolge van het opspuiten van grond is de archeologische restwaarde zeer gering. Op de kaart is de dubbel bestemming Waarde archeologie opgenomen. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt daarmee verplicht aandacht besteed aan de in het gebied aanwezige waarden. Het aspect cultuurhistorie vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. 4.2.4 Verkeer en parkeren In het plandeel Verheulsweide worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het aspect verkeer en parkeren vormt zodoende geen belemmering voor dit deel van het bestemmingsplan. De bestaande infrastructuur wordt in dit plan conform het huidige gebruik van de gronden bestemd. De verlengde Broekstraat verbindt de Havenstraat met de Terborgseweg via de Ambachtsstraat en vormt de hoofdontsluiting voor alle verkeerstromen. De overige nieuwe wegen hebben alleen een rol voor de perceelsontsluiting. Alle vervoersbewegingen vanaf het busstation gaan via de verlengde Broekstraat en de Ambachtsstraat. Het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden en zoveel mogelijk onder de bebouwing. In het stadsdeel worden ondergrondse parkeervoorzieningen aangelegd. Het enige bovengrondse parkeerterrein ligt aan het spoor in het stadsdeel en krijgt een openbare functie. Het aspect verkeer en parkeren vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit bestemmingsplan.
39 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
40 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 5
Wijze van bestemmen
In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe het rijks-, provinciale- en gemeentelijk beleid is vertaald naar de plankaart en de regels. De plankaart en de regels vormen samen het juridische deel van het bestemmingsplan, dat bindend is voor de burger en de overheid.
5.1
Dit bestemmingsplan
Dit bestemmingsplan is in de eerste plaats een conserverend plan, waarin de huidige bebouwing en het huidige gebruik worden vastgelegd. Het plandeel Hamburgerbroek-Zuid betreft een ontwikkelingslocatie met aangepaste bestemmingen. Duidelijk is voor welke doeleinden de grond en de gebouwen mogen worden gebruikt en wat er aan nieuwe bebouwing wordt toegestaan. Dit biedt rechtszekerheid aan de burger. Het plan is daarom opgezet als een gedetailleerd bestemmingsplan. De bestaande situatie is echter geen vaststaand gegeven. Er vinden voortdurend nieuwe ontwikkelingen plaats. Het plan moet flexibiliteit bieden om op deze ontwikkelingen in te kunnen spelen. Voor een deel is dat mogelijk met de in het plan opgenomen ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden. Daarmee kunnen (relatief kleinschalige) ontwikkelingen planologisch worden geregeld, zoals uitbreidingen van gebouwen en functies.
5.2
Toelichting op de bestemmingen en regels
5.2.1 Algemeen De regels bestaan uit de volgende onderdelen: hoofdstuk I: Inleidende regels; Bestemmingsregels; hoofdstuk II: Algemene regels; hoofdstuk III: Overgangs- en slotregels. hoofdstuk IV: 5.2.2 Inleidende regels De inleidende regels omvatten de gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2). 5.2.3 bestemmingsregels In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemmingsregel is, overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (uitgave 10 april 2008) en het handboek van de provincie Gelderland, in beginsel opgebouwd uit: een bestemmingsomschrijving: een omschrijving van de doeleinden waarvoor de gronden zijn bestemd en de toegelaten bijbehorende bebouwing; de bouwregels: deze bevatten de voorgeschreven maatvoering van de bouwwerken; nadere eisen; ontheffing van de bouwregels; specifieke gebruiksregels; ontheffing van de gebruiksregels; aanlegvergunning; wijzigingsbevoegdheid. 41 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
De bestemming Agrarisch De bestemming Agrarisch is nader aangeduid met de hoofdletter A. De bestaande agrarische gronden in het zuidoosten van het plangebied, zijn voorzien van de bestemming Agrarisch. Naast de functie agrarisch zijn enkele gelieerde activiteiten toegelaten zoals extensieve dagrecreatie en fiets- en wandelpaden. Binnen de bestemming is een bouwvlak opgenomen waarbinnen gebouwen zijn toegelaten. Ten behoeve van de bestemming is een bebouwingsregeling opgenomen voor bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals straatmeubilair, straatverlichting, e.d. Binnen de regels zijn ontheffingsregelingen opgenomen om onder voorwaarden van de maximale bouwhoogte te mogen afwijken. De bestemming kan, ter plaatse van de aanduiding Wijzigingsgebied 3 worden gewijzigd naar de bestemming Bedrijventerrein of Detailhandel. Met wijziging zal respectievelijk de bestemming Bedrijventerrein of de bestemming Detailhandel van toepassing worden. Voorwaarde voor wijziging is dat voldoende wordt voorzien in het benodigde aantal parkeerplaatsen, dat het gehele wijzigingsgebied in 1 keer wordt ontwikkeld en dat met de ruimtelijke uitwerking rekening is gehouden met het Stedenbouwkundig Plan. Belangrijke voorwaarde voor wijziging in de bestemming Detailhandel is dat de gronden uitsluitend gewijzigd mogen worden ten behoeve van detailhandel afkomstig van een locatie elders. Nieuwe detailhandelsbedrijven zijn dus niet toegestaan. Een en ander gerelateerd aan het detailhandelsbeleid waarin vernoemd staat dat de oppervlakte detailhandel niet mag toenemen. Met wijzigingsgebied wordt bedoeld het gebied dat wordt omsloten als zijnde wijzigingsgebied. In totaal omvat de plankaart dus twee wijzigingsgebieden 3. De bestemming Bedrijventerrein De bestemming Bedrijventerrein is nader aangeduid met de hoofdletters BT. Het overgrote deel van het plangebied is grotendeels voorzien van de bestemming Bedrijventerrein. Binnen de bestemming Bedrijventerrein wordt met behulp van een inwaartse zonering ruimte geboden aan allerlei verschillende vormen van bedrijvigheid. De inwaartse zonering moet voorkomen dat overlast ontstaat bij gevoelige bestemmingen buiten het plangebied. Bedrijven in milieucategorie tot en met 3.1 zijn daarom alleen langs de randen van het plangebied toegestaan en bedrijven tot en met milieucategorie 4.2 zijn alleen in het midden van het plangebied toegestaan. De lijst met indeling in milieucategorieën, overgenomen uit "Bedrijven en milieuzonering" editie 2009 van de VNG, is opgenomen in de als bijlage bijgevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten. De indeling van bedrijven in categorieën naar uitstoot van hinder is een theoretisch bepaalde richtlijn. Het is mogelijk dat bedrijvigheid op grond van de feitelijke hinder in een lagere categorie zijn in te delen dan is bepaald op grond van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Ook bestaat de kans dat bedrijven niet zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten maar wel vergelijkbaar zijn met de daarin voorkomende bedrijven. Voor die gevallen is een ontheffingsbevoegdheid opgenomen waarmee vestiging voor die bedrijven onder voorwaarden alsnog mogelijk is. Een aantal functies zijn specifiek aangeduid, w.o. LPG station en de diervoederfabriek aan de Havenstraat. Beide zijn bedrijven in een hogere categorie dan op grond van de bedrijven en milieuzonering mogelijk. Gezien het een bestaande situatie is dit specifiek op de plankaart weergegeven. Het gebruik van gronden en gebouwen voor horeca, prostitutie, kringloopwinkel en sportcentrum is eveneens apart aangeduid. De aanduidingen gerelateerd aan de verkoop van motorbrandstoffen zijn opgenomen in verband met de bijbehorende veiligheidszones. Op het bedrijventerrein zijn uitsluitend de bestaande bedrijfswoningen toegelaten. 42 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
In de regels is bepaald dat in het kantoren en detailhandel in volumineuze goederen is toegestaan. Middels de aanduiding 'kantoor' is dit binnen de bestemming bedrijventerrein tot maximaal 80% mogelijk gemaakt. Voor het overige deel van de bestemming zijn alleen bedrijven toegestaan met beperkte kantooractiviteiten (tot 50%) of met ondergeschikte detailhandel. Ten aanzien van het maximumpercentage kantooroppervlak behoort ook te worden gerekend de bijbehorende ondersteunde computer serviceruimten, werkkasten en opslag ten behoeve van kantoor deze vallen dus niet onder de bedrijfsdoeleinden. Een bedrijf moet voor minimaal 50% activiteiten hebben die te maken hebben met de bedrijfsactiviteiten (productie van en/of de opslag van (half)producten). De overige 50% mag worden ingevuld met kantooractiviteiten, inclusief de ruimtes voor detailhandel, showroom en horeca ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf. De verkeers-, technische- en sanitairruimtes worden voor de helft bij de bedrijfsactiviteiten en voor de helft bij de kantooractiviteiten gerekend. In gevallen kan middels een ontheffing worden afgeweken van het maximumpercentage van 50% voor kantoor naar een percentage van 80%. Dit kan in die gevallen dat de bedrijfsbestemming daarom vraagt zoals bijvoorbeeld laboratoria Gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwperceel. Op de kaart zijn daartoe de maximale bouwhoogte en het maximumbebouwingspercentage opgenomen. De regels bieden mogelijkheden voor ontheffing van deze gegeven waarden in specifieke gevallen. Binnen de bestemmingen Bedrijventerrein is parkeren op eigen terrein verplicht. Bij de nieuwe ontwikkelingen moet worden aangetoond dat voldoende wordt voorzien in de behoefte aan parkeerplaatsen. Voor bestaande situaties is deze verplichting uitgezonderd. Per bedrijf zal daarbij de normering in het ASVV van het Crow moeten worden aangehouden. Parkeren in de openbare ruimte langs wegen en groenvoorzieningen is niet wenselijk. De bestemming Bedrijventerrein biedt mogelijkheden om (semi) openbare parkeerplaatsen te realiseren. Dit kan oplossing bieden voor vrachtwagens. Bij de gebruiksregels is opgenomen dat het binnen de veiligheidszones LPG niet is toegestaan om kwetsbare objecten te realiseren. De zones moeten gemeten worden vanuit het hart van het vulpunt. Kwetsbare objecten zijn in deze kantoren met meer dat 50 arbeiders. De bestemming kan, ter plaatse van de aanduiding Wijzigingsgebied 3 worden gewijzigd naar de bestemming Bedrijventerrein of Detailhandel. Met wijziging zal respectievelijk de bestemming Bedrijventerrein of de bestemming Detailhandel van toepassing worden. Voorwaarde voor wijziging is dat voldoende wordt voorzien in het benodigde aantal parkeerplaatsen, dat het gehele wijzigingsgebied in 1 keer wordt ontwikkeld en dat met de ruimtelijke uitwerking rekening is gehouden met het Stedenbouwkundig Plan. Met wijzigingsgebied wordt bedoeld het gebied dat wordt omsloten als zijnde wijzigingsgebied. In totaal omvat de plankaart dus twee wijzigingsgebieden 3. De bestemmingen Detailhandel, Kantoor, Maatschappelijk en Gemengd De bestemming zijn nader aangeduid met de hoofdletters: Detailhandel - DH Kantoor - K Maatschappelijk - M Gemengd - GD De gronden in het oosten van het plangebied en in Stationsomgeving-Zuid, zijn voorzien van deze bestemmingen. Binnen deze bestemmingen zijn middels aanduidingen op de plankaart 43 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
aangegeven wat de maximaal toegestane bouwhoogten en bouwpercentages zijn. Het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden en kan indien nodig met nadere eisen worden afgedwongen. Binnen de bestemming Detailhandel wordt alleen detailhandel in volumineuze goederen (doehet-zelf, woninginrichting, keukens, tuincentra e.d.) mogelijk gemaakt. Binnen de bestemming zijn de aanduidingen horeca en sportcentrum opgenomen vanwege het afwijkende gebruik. Binnen de bestemming Gemengd is het gebruik vallend onder de bestemmingen Kantoor en Maatschappelijk toegestaan. De bestemming Kantoor kan worden gewijzigd naar de bestemming Maatschappelijk. De bestemming Maatschappelijk kan worden gewijzigd naar de bestemming Kantoor of de bestemming Bedrijventerrein, waarbij rekening moet worden gehouden met de omliggende functies en bestemmingen. Bij de gebruiksregels is opgenomen dat het binnen de veiligheidszones LPG niet is toegestaan om kwetsbare objecten te realiseren. De zones moeten gemeten worden vanuit het hart van het vulpunt. Kwetsbare objecten zijn in deze kantoren met meer dat 50 arbeiders. De bestemming Gemengd kan ter plaatse van de gebiedsaanduiding “Wijzigingsbevoegheid I” worden gewijzigd in de bestemming Bedrijf. Daarbij moet rekening worden gehouden met de omliggende functies zodat geen (milieu)overlast ontstaat. Daartoe is reeds alsvoorwaarde gesteld dat maximaal categorie 3.2 bedrijven zijn toegelaten. Middels deze wijzigingsbevoegdheid kan het bedrijventerrein ter plaatse worden afgerond en wordt aangesloten op de direct omliggende functies. Daarnaast is het binnen de bestemming Gemengd ter plaatse van de aanduiding “Wijzigingsbevoegdheid II“ mogelijk om een hoogteaccent te realiseren. In het kader van de voorbereidingen rondom de op handen zijnde revitalisering van Verheulsweide krijgt ook de Bedrijvenweg aandacht. Voor de locatie wordt een bebouwingsaccent voorzien. Wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden kan na doorlopen van de wijzigingsprocedure het accent worden gerealiseerd.” De bestemming Groen Deze bestemming bevat regels ten aanzien van groenvoorzieningen. Voor het bestemmen van de gronden waar groenvoorzieningen aanwezig zijn, is gekozen voor een tweedeling: functioneel groen is nader geregeld in de bestemming Verkeer; structureel groen wordt geregeld in de bestemming Groen. In de regels van de bestemming Groen is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor gebouwen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming. Ten behoeve van extensieve dagrecreatie mogen fiets- en wandelpaden worden aangelegd zonder een direct verbindend karakter. Fiets- en wandelpaden met een direct verbindend/doorstromend karakter worden opgenomen in de bestemming Verkeer. Op de gronden met de bestemming Groen is het in principe niet mogelijk om verhardingen aan te leggen ten behoeve van parkeren. Dit om te voorkomen dat structureel groen verloren gaat. In bepaalde gevallen kan het echter wel wenselijk zijn om parkeerplaatsen aan te leggen. Binnen de bestemming Groen is dan ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Groen onder voorwaarden te wijzigen in de bestemming Verkeer. Vanwege de ligging van de bestemming op gronden met een middelmatige tot hoge verwachtingswaarde voor archeologische resten, is een aanlegvergunningsstelsel opgenomen (RAAP-rapport 293, kaartbijlage 1, 1997). Hierdoor ontstaat een toetsmoment vooraf, ter voorkoming van het verlies aan cultuurhistorische waarden. De bestemming kan worden gewijzigd naar de bestemming Verkeer, waarbij rekening moet 44 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
worden gehouden met de omliggende functies en bestemmingen. De bestemming kan, ter plaatse van de aanduiding Wijzigingsgebied 3 worden gewijzigd naar de bestemming Bedrijventerrein of Detailhandel. Met wijziging zal respectievelijk de bestemming Bedrijventerrein of de bestemming Detailhandel van toepassing worden. Voorwaarde voor wijziging is dat voldoende wordt voorzien in het benodigde aantal parkeerplaatsen, dat het gehele wijzigingsgebied in 1 keer wordt ontwikkeld en dat met de ruimtelijke uitwerking rekening is gehouden met het Stedenbouwkundig Plan. Belangrijke voorwaarde voor wijziging in de bestemming Detailhandel is dat de gronden uitsluitend gewijzigd mogen worden ten behoeve van detailhandel afkomstig van een locatie elders. Nieuwe detailhandelsbedrijven zijn dus niet toegestaan. Een en ander gerelateerd aan het detailhandelsbeleid waarin vernoemd staat dat de oppervlakte detailhandel niet mag toenemen. Met wijzigingsgebied wordt bedoeld het gebied dat wordt omsloten als zijnde wijzigingsgebied. In totaal omvat de plankaart dus twee wijzigingsgebieden 3. De bestemming Natuur De bestemming Natuur is nader aangeduidt met de hoofdletter N. De voormalige loskade in de Oude IJssel bij de spoorbrug heeft de bestemming Natuur gekregen. Dit om de status van ecologische stapsteen vast te leggen. Binnen de bestemming natuur mag niet worden gebouwd (uitgezonderd openbare nutsgebouwtjes) en mogen geen verharde wegen en paden worden aangelegd. Ten behoeve van het behoud van de aanwezige natuurwaarden is een aanlegvergunningstelsel opgenomen welke nodig is voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden. De bestemming Tuin De bestemming Tuin is nader aangeduid met de hoofdletter T. Deze bestemming bevat regels ten aanzien van tuinen bij woningen. De gronden met de bestemming Tuin maken juridisch en feitelijk deel uit van de bouwpercelen waarop woningen zijn gesitueerd. In de bestemmingsomschrijving is daartoe een koppeling aangebracht met de bestemming Wonen. De bestemming Tuin is toegekend aan de gronden aan de voorzijde van en drie meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens van het bouwvlak waarbinnen de woning mag worden gesitueerd. Vanwege het behoud van het straatbeeld en het zicht op de woningen is binnen deze bestemming alleen een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor bijvoorbeeld het bouwen van vlaggenmasten en hekwerken. In principe zijn gebouwen op deze gronden dan ook niet toegestaan. Alleen middels een ontheffing is het mogelijk een erker, toegangspartij en overkapping aan de voorgevel van een woning te realiseren. De bestemming kan worden gewijzigd naar de bestemming Wonen, waarbij rekening moet worden gehouden met de omliggende functies en bestemmingen. De bestemming kan, ter plaatse van de aanduiding Wijzigingsgebied 3 worden gewijzigd naar de bestemming Bedrijventerrein of Detailhandel. Met wijziging zal respectievelijk de bestemming Bedrijventerrein of de bestemming Detailhandel van toepassing worden. Voorwaarde voor wijziging is dat voldoende wordt voorzien in het benodigde aantal parkeerplaatsen, dat het gehele wijzigingsgebied in 1 keer wordt ontwikkeld en dat met de ruimtelijke uitwerking rekening is gehouden met het Stedenbouwkundig Plan. Belangrijke voorwaarde voor wijziging in de bestemming Detailhandel is dat de gronden uitsluitend gewijzigd mogen worden ten behoeve van detailhandel afkomstig van een locatie elders. Nieuwe detailhandelsbedrijven zijn dus niet toegestaan. Een en ander gerelateerd aan het detailhandelsbeleid waarin vernoemd staat dat de oppervlakte detailhandel niet mag toenemen. Met wijzigingsgebied wordt bedoeld het gebied dat wordt omsloten als zijnde wijzigingsgebied. In totaal omvat de plankaart dus twee wijzigingsgebieden 3. 45 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
De bestemming Verkeer De bestemming verkeer is nader aangeduid met de hoofdletter V. De bestemming Verkeer is toegekend aan de bestaande wegen rondom het bedrijventerrein en aan het eerste deel van de hoofdontsluitingsweg van het bedrijventerrein. Voor het overige is de bestemming verkeer opgenomen binnen de bestemming Bedrijventerrein. De bestemming is toegekend aan gronden met een ontsluitende en verkeersdoorstromende functie. Tevens is de bestemming toegekend aan bermen, parkeerplaatsen en niet structurele groenvoorzieningen. In de regels van deze bestemming is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor gebouwen ten behoeve van de bestemming zoals bushokjes en nutsvoorzieningen. Tevens is ten behoeve van deze bestemming een bebouwingsregeling opgenomen voor bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals straatmeubilair, straatverlichting, e.d. Binnen de regels zijn ontheffingsregelingen opgenomen om onder voorwaarden van de maximale bouwhoogte te mogen afwijken. De bestemming Water De bestemming Water is nader aangeduidt met de hoofdletter W. Deze bestemming is toegekend aan de Oude IJssel en bevat regels ten aanzien van het aanwezige water. Bestaande waterlopen, waterpartijen (al dan niet overkluisd) en oevers, zijn bestemd tot water. Tevens zijn de gronden bestemd voor het behoud en de versterking van eventuele aanwezige natuurwaarden. De Oude IJssel heeft de aanduiding waterweg (ww) gekregen, vanwege het gebruik als transportas voor goederenvervoer. De bestemming Wonen Deze bestemming bevat regels ten aanzien van het wonen. De bestemming Wonen omvat alle percelen waarop woningen en bijbehorende bouwwerken zijn toegelaten. In het plangebied zijn alleen vrijstaande woningen en twee-aan-eengebouwde woningen aanwezig. Door middel van aanduidingen op de plankaart zijn de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte en het type woning aangegeven. Binnen de woonbestemming is gewerkt met subbestemmingen, te weten: vrijstaande eengezinshuizen W(v) en twee-aaneen W(d). Op gronden met de bestemming Wonen is onder voorwaarden de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of van een bedrijf of vrij beroep toegestaan. Voorwaarde daarvoor is dat de woonfunctie in alle gevallen de hoofdfunctie binnen de bestemming blijft. In beperkte mate mag bij de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf ook detailhandel plaatsvinden. Overige detailhandel is binnen de bestemming Wonen nadrukkelijk uitgesloten. De woningen binnen de bestemming Wonen zijn niet inwisselbaar of vergelijkbaar met de bedrijfswoningen op het bedrijventerrein. Bij de gebruiksregels is opgenomen dat het binnen de veiligheidszones LPG niet is toegestaan om kwetsbare objecten te realiseren. De zones moeten gemeten worden vanuit het hart van het vulpunt. Kwetsbare objecten zijn in deze kantoren met meer dat 50 arbeiders. De bestemming kan, ter plaatse van de aanduiding Wijzigingsgebied 3 worden gewijzigd naar de bestemming Bedrijventerrein of Detailhandel. Met wijziging zal respectievelijk de bestemming Bedrijventerrein of de bestemming Detailhandel van toepassing worden. Voorwaarde voor wijziging is dat voldoende wordt voorzien in het benodigde aantal parkeerplaatsen, dat het gehele wijzigingsgebied in 1 keer wordt ontwikkeld en dat met de ruimtelijke uitwerking rekening is gehouden met het Stedenbouwkundig Plan. Belangrijke voorwaarde voor wijziging in de bestemming Detailhandel is dat de gronden uitsluitend gewijzigd mogen worden ten behoeve van detailhandel afkomstig van een locatie elders. Nieuwe detailhandelsbedrijven zijn dus niet toegestaan. Een en ander gerelateerd aan het detailhandelsbeleid waarin vernoemd staat dat de oppervlakte detailhandel niet mag toenemen. Met wijzigingsgebied wordt bedoeld 46 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
het gebied dat wordt omsloten als zijnde wijzigingsgebied. In totaal omvat de plankaart dus twee wijzigingsgebieden 3. De dubbelbestemming Waarde-Archeologie Ter bescherming van de archeologische waarden in het gebied is de dubbelbestemming Waarde - archeologie opgenomen. Deze is over het gehele plangebied gelegd. Op dit moment is het archeologisch onderzoek in uitvoering. Mogelijk dat later in de procedure deze dubbelbestemming op een kleiner deel van de gronden noodzakelijk is. Dit zal dan leiden tot wijziging van het bestemmingsplan. In de bestemming zijn bouwregels opgenomen, welke vóór gaan op de andere bestemmingen. Indien voldaan wordt aan gestelde voorwaarden is het mogelijk te bouwen overeenkomstig de andere bestemming(en). Ook is een aanlegvergunningstelsel opgenomen ter bescherming van de archeologische waarden, waarbij uitzonderingen van deze vergunning zijn opgenomen. Als aan één van deze voorwaarden voldaan wordt, is geen aanlegvergunning nodig. 5.2.4 Algemene regels De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die op alle onderdelen van het plan van toepassing zijn. De algemene regels bestaan onder meer uit ontheffing- en wijzigingsbepalingen. De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten. De algemene ontheffingsregels voorzien in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regels van het bestemmingsplan. De in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid laat meer ingrijpende afwijkingen toe en wordt daarom gekoppeld aan een zwaardere procedure dan die voor het verlenen van een ontheffing. 5.2.5 Overgangs- en slotregels In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld in hoeverre deze afwijkingen positief bestemd worden. Daar waar maten van bestaande legale bouwwerken op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp meer bedragen dan is voorgeschreven in het nieuwe bestemmingsplan, gelden deze maten ingevolge het in het bestemmingsplan neergelegde overgangsrecht als maximum. De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.
47 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
48 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 6
Economische uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan Verheulsweide 2008 is in hoofdzaak een conserverend plan. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn binnen het plangebied alleen in het plandeel StationsomgevingZuid voorzien. Het oostelijke gedeelte van dit ontwikkelingsgebied wordt door de gemeente geëxploiteerd. De eerste aanbestedingsresultaten bouwrijpmaken zijn bekend en passen binnen de financiële kaders van de vastgestelde grondexploitatie. Het westelijk gelegen voormalige Vredesteinterrein wordt door particulieren geëxploiteerd, maar valt buiten de kaders van dit bestemmingsplan. De economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is niet in het geding.
49 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
50 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 7
Procedure
Dit bestemmingsplan doorloopt de procedure als bedoeld in hoofdstuk 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. Tijdens deze procedure ligt het plan twee maal ter inzage. In dit hoofdstuk zullen de resultaten van deze inzagetermijnen worden behandeld.
7.1
Inspraak en overleg
Het bestemmingsplan Verheulsweide 2008 heeft niet als ontwerp ter inzage gelegen. In het kader van overleg zijn door de verschillende instanties geen opmerkingen gemaakt.
7.2
Zienswijzen
De resultaten van de terinzagelegging zijn als losse bijlage gevoegd bij dit bestemmingsplan.
51 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
52 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Regels
53 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
54 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan Bedrijventerrein Verheulsweide 2008 van de gemeente Doetinchem; 1.2 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.3 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.4 aangebouwd bijgebouw (aan- en uitbouw): een bijgebouw dat met minimaal één van de gevels tegen één of meer gevels van een ander gebouw, niet zijnde een vrijstaand bijgebouw, is gebouwd, op een zodanige wijze dat een rechtstreekse, voor mensen toegankelijke, interne verbinding tussen beide gebouwen mogelijk is; 1.5 aan huis gebonden bedrijf: het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende aangebouwde bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; 1.6 aan huis gebonden beroep: een dienstverlenend beroep, waaronder een vrij beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.7 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.8 bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte van het deel van een bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.9 bedrijf: een zelfstandige productie-eenheid;
55 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
1.10 bedrijfswoning (dienstwoning): een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon en diens gezin, wier huisvesting daar in verband met de bestemming noodzakelijk is; 1.11 bestaand: bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan als ontwerp; bij gebruik: bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan; 1.12 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.13 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.14 bijgebouw: een al dan niet vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan en behoort bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; 1.15 boeiboord: opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal; 1.16 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.17 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.18 bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 1.19 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.20 bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel; 56 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
1.21 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.22 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.23 commerciële dienstverlening: het bedrijfsmatig en tegen betaling aanbieden en verlenen van op publiek gerichte, al dan niet maatschappelijke en/of medische diensten, niet zijnde goederen, aan personen die deze diensten aanwenden anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.24 dagrecreatie: recreatie in de vorm van: a. extensieve dagrecreatie welke in hoofdzaak gericht is op natuurbeleving en landschapsbeleving zoals wandelen en fietsen; b. intensieve dagrecreatie welke in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig aantrekken van (grote) groepen mensen zoals een attractiepark en een dierentuin; 1.25 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.26 druiplijn: onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft, bijvoorbeeld een rieten dak; 1.27 eengezinshuis: een gebouw dat bestaat uit één woning; 1.28 escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend; 1.29 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.30 geluidsgevoelig object: woningen, geluidsgevoelige terreinen en andere geluidsgevoelige gebouwen zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder; 57 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
1.31 hoofdgebouw: een gebouw, op een bouwvlak, dat door zijn constructie, afmetingen en functie als belangrijkste gebouw valt aan te merken; 1.32 hoogteaccent: een staand deel van een gebouw dat hoger dan breed is: 1.33 horeca: een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie; de volgende specifieke vormen worden onder horeca begrepen: a. hotel: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse; b. restaurant: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en nietalcoholische dranken; c. bedrijfsrestaurant/kantine: een horecabedrijf behorende bij en ondergeschikt aan de hoofdfunctie zonder winstoogmerk dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse; d. café: een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid; e. dagzaak: een horecabedrijf dat is ingericht op het nuttigen van koffie, thee, frisdranken, kleine maaltijden en dergelijke, zoals een dag-, eet- of grand café, lunchroom, koffie- en theehuis, ijssalon, waarvan de openingstijden grotendeels overeenkomen met die van een winkel; f. snackbar/cafetaria: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het voor consumptie verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken; g. pension: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten; h. (nacht)bar: een horecabedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor gebruik ter plaatse, ook tussen 02.00 uur en 06.00 uur, waarbij het accent ligt op het verstrekken van dranken; i. discotheek/bar-dancing: een horecabedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen; j. zalencentrum/partycentrum: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het ter beschikking stellen van ruimte(n) voor onder andere feesten en vergaderingen waarbij consumpties, kleine etenswaren en/of maaltijden worden verstrekt;
58 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
1.34 kantoor: het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen en waar allerlei administratieve handelingen worden uitgevoerd; 1.35 kantoor- of praktijkruimte aan huis: een beroepswerkruimte die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf of vrij beroep; 1.36 luifel: een afdak met een diepte van meer dan 0,5 m, bevestigd aan de gevel van een gebouw zonder directe verbinding met de grond; 1.37 maaiveld: bovenkant van een terrein dat een bouwwerk omgeeft; 1.38 maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociale, medische en levensbeschouwelijke voorzieningen evenals voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, of een combinatie daarvan; 1.39 naar de weg gekeerde bouwgrens (voorgevelrooilijn): een lijn van een bouwvlak, gekeerd naar de weg, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten; 1.40 onderbouw: een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen; 1.41 overkapping: een bouwwerk met een open constructie op een bouwperceel; 1.42 peil: a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang vermeerderd met 0,30 m; b. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: het gemiddeld waterpeil ter plaatse; d. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: het hoogste punt van het aansluitende afgewerkte bouwperceel (incidentele verhogingen niet meegerekend). 1.43 perifere detailhandel: detailhandel met een groot winkeloppervlak in de vorm van interieurinrichtingsbedrijven, bouwmarkten, tuincentra en aanverwant; 59 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
1.44 prostituee: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.45 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.46 raamprostitutie: een vorm van prostitutie, waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostituee, die door houding, gebaren, kleding of anderszins vanuit een vitrine de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden; 1.47 rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van fietspaden; 1.48 (rij)wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten; 1.49 ruimtelijke uitwerking: de aard, de omvang, de intensiteit alsmede de ruimtelijke uitstraling van het gebruik en/of de functie van gronden en/of bouwwerken; 1.50 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: a. een seksbioscoop; b. een seksautomatenhal; c. een sekstheater; d. een parenclub; e. een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon; al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel, zulks met uitzondering van woningen waarin niet meer dan één prostituee werkzaam is (thuisprostitutie); 1.51 straatmeubilair: bij of op de weg behorende bouwwerken zoals lichtmasten, verkeersgeleiders, zitbanken, reclamezuilen, bloembakken en cocons van vuilniscontainers;
60 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
1.52 straatprostitutie: een vorm van prostitutie, waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostituee, die door houding, gebaren, kleding of anderszins op straat de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden; 1.53 thuisprostitutie: een vorm van prostitutie, waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituee en waarbij ook alleen door deze prostituee op dit adres wordt gewerkt als prostituee; 1.54 van de weg afgekeerde bouwgrens (achtergevelrooilijn): een lijn van een bouwvlak, evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens, die niet door hoofdgebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten; 1.55 verblijfsrecreatie: recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben, te onderscheiden valt: a. extensieve verblijfsrecreatie in de vorm van een natuurkampeerterrein en dergelijke; b. intensieve verblijfsrecreatie in de vorm van bungalowparken, campings en dergelijke; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen; 1.56 volumineuze goederen: goederen waarvoor, voor de tentoonstelling of opslag ervan, een groot vloeroppervlak nodig is, zoals auto's, boten, caravans, landbouwvoertuigen en aanverwant; 1.57 voorgevel: de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt; 1.58 vrij beroep: een professionele dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij gebruik wordt gemaakt van verworvenheden verkregen door een academische of een hogere beroepsopleiding; 1.59 vrijstaand bijgebouw: een bijgebouw, dat vrij van het hoofdgebouw gebouwd is en in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van het hoofdgebouw; 1.60 woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, woonwagens niet inbegrepen; 61 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
1.61 woonfunctie: wonen in enge zin; 1.62 zolder: ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met veelal schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt (uitmaken) van de daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen; Waar in dit plan wordt verwezen naar wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
62 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de afstand van een bouwwerk tot een perceelsgrens: de kortste afstand tussen enig punt van een bouwwerk en een perceelsgrens; 2.2 de bebouwde oppervlakte van een perceel of ander terrein: de som van de oppervlakten van alle op een perceel of een ander terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 1 m boven peil neerwaarts geprojecteerd en buitenwerks gemeten; 2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 de breedte van een bouwwerk: van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte; 2.5 de bruto-vloeroppervlakte (b.v.o.): de som van de horizontale vloeroppervlakten van de bouwlagen, met inbegrip van de daarbij behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, buitenwerks gemeten; 2.6 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.7 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.8 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.9 de netto-vloeroppervlakte (n.v.o.): de som van de horizontale vloeroppervlakten van de tot een gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau, tussen de begrenzende opgaande scheidingsconstructies van de afzonderlijke ruimten, een en ander conform NEN 2580:2007, onderdelen 4.3.1 en 4.3.2;
63 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
2.10 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.11 de oppervlakte van een overkapping: tussen de rand van het dakvlak, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.12 de verkoopvloeroppervlakte (v.v.o.): de som van de horizontale vloeroppervlakten van ruimten die rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en voor publiek toegankelijk zijn (kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen), binnenwerks gemeten; 2.13 de vloeroppervlakte van een woning: de som van de horizontale vloeroppervlakten van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede moeten worden verstaan keukens, slaapvertrekken, gangen, toiletten, bad- en doucheruimten, zolders en vlieringen welke gebruikt worden als berging, alsmede inpandige of aangebouwde bergingen die op grond van het bestemmingsplan verbouwd mogen worden tot woonruimte, binnenwerks gemeten;
64 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 2 Artikel 3
Bestemmingsregels
Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. agrarische bedrijvigheid; b. extensieve dagrecreatie en mogelijkheden voor ontmoeting; c. fiets- en wandelpaden zonder een direct verbindend karakter en verhardingen, niet zijnde parkeervoorzieningen; d. waterlopen, waterbergingen en waterinfiltratievoorzieningen; e. groen- en nutsvoorzieningen; en daarbij behorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 3.2
Bouwregels
3.2.1 Algemeen Op de in 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Agrarisch' worden gebouwd. 3.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de navolgende bepalingen: a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. per bouwvlak is uitsluitend 1 agrarisch bedrijf toegestaan; c. de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag maximaal 6 m bedragen; d. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag maximaal 10 m bedragen; e. de inhoud van een bedrijfswoning mag maximaal 550 m3 bedragen; f. de goothoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 3,5 m bedragen; g. de bouwhoogte van bedrijfswoningen mag maximaal 10 m bedragen; h. voor bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de regels zoals bepaald in 13.2.3 onder a, c, d en e; 3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende bepalingen: a. het oprichten van kuilvoerplaatsen, tunnelkassen, windmolens, mestopslag en silo's is niet toegestaan; b. de bouwhoogte mag maximaal 1 m bedragen; c. in afwijking van het bepaalde onder b mag de bouwhoogte van: 1. speeltoestellen bij een bedrijfswoning maximaal 6 m bedragen; 2. verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen; 3. antennes maximaal 15 m bedragen; a. de totale oppervlakte in geval van overkappingen mag maximaal 20 m2 bedragen. 3.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 3.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: 65 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van gebouwen en van bouwwerken; b. de (goot)hoogte van gebouwen en van bouwwerken; c. de afmetingen van gebouwen en van bouwwerken; d. het aantal en de situering van gebouwen en van bouwwerken; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 3.4
Ontheffing van de bouwregels
3.4.1 Kleine gebouwen voor (niet-bedrijfsmatige) agrarische activiteiten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2 onder a ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen buiten het bouwvlak, zoals schuilplaatsen en voederbergingen, onder voorwaarden dat: a. per ha aaneengesloten onbebouwde agrarische gronden maximaal 1 gebouw is toegestaan; b. daardoor het landschap en het natuurlijk milieu van de omgeving niet onevenredig worden aangetast; c. daarbij, indien mogelijk, ruimtelijk zoveel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande bebouwing; d. de oppervlakte van een gebouw niet meer dan 40 m2 mag bedragen, waarvan ten hoogste 30 m2 als stal en ten hoogste 10 m2 als opslag mag worden gebruikt; e. de goothoogte maximaal 3 m mag bedragen; f. de bouwhoogte maximaal 6 m mag bedragen. 3.4.2 Hoogte erf- en terreinafscheidingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- of terreinafscheidingen tot een hoogte van 2 m, onder voorwaarden dat: a. daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing en gebruiksmogelijkheden van die percelen; b. daardoor geen overwegend ondoorzichtige erfafscheidingen ontstaan; c. indien de erfafscheiding grenst aan de bestemming 'Verkeer', hierdoor geen verkeersonveilige situatie ontstaat. 3.5
Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Algemeen Onverminderd het bepaalde in 17.1 is het verboden de gronden te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van: a. verblijfsrecreatie en intensieve dagrecreatie; b. het racen of crossen met motorrijtuigen of (brom)fietsen; c. staanplaats voor wagens en/of onderkomens. 3.5.2 Vrij beroep of bedrijf of beroep aan huis De uitoefening van een vrij beroep of een bedrijf of beroep aan huis in een bestaande bedrijfswoning is toegestaan onder voorwaarde dat voldaan wordt aan het genoemde in artikel 13.5.1.
66 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
3.6
Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan zodanig wijzigen dat een bouwvlak elders op het bouwperceel wordt aangegeven, onder voorwaarden dat: a. het bouwperceel voor ten minste 50 % van de oppervlakte van daarin begrepen gronden, dezelfde gronden te blijven omvatten als ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan; b. geen gebouw mag door het wijzigen buiten het bouwperceel komen te liggen; c. de oppervlakte van het bouwperceel mag door het wijzigen tot 1,5 ha worden vergroot en indien de oppervlakte van het bouwperceel ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan meer dan 1,2 ha bedraagt, mag die oppervlakte met ten hoogste 25 % worden vergroot; d. de gebruiksmogelijkheden in aangrenzende gebieden mogen door het wijzigen niet onevenredig worden aangetast; e. vooraf advies ingewonnen wordt bij een onafhankelijk zelfstandige op het gebied van agrarische aangelegenheden. 3.6.2 Bedrijventerrein of Detailhandel Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Agrarisch' ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 3” wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' of 'Detailhandel', 'Groen' en 'Verkeer', onder voorwaarden dat: a. de wijziging plaatsvind in combinate met de wijziging van de bestemming van alle gronden welke binnen de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 3” vallen; b. de bouw- en gebruiksregels van de bestemmingen 'Bedrijventerrein' of 'Detailhandel', 'Groen' en 'Verkeer' van overeenkomstige toepassing zijn; c. wijziging van de bestemming ‘Agrarisch’ in de bestemming ‘Detailhandel’ uitsluitend is toegestaan ten behoeve van de herplaatsing van detailhandel afkomstig van een locatie elders, nieuwvestiging is dus niet toegestaan; d. de wijziging passend is binnen de bestaande ruimelijke structuur en de reeds aanwezige functies niet onevenredig worden aangetast; e. een bestuurlijk geaccordeerd stedenbouwkundig plan aan de wijziging ten grondslag ligt; f. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan gewaarborgd is.
67 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 4
Bedrijventerrein
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven, met dien verstande dat: 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' bedrijven met bijbehorende bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan; 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' bedrijven met bijbehorende bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan; 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' bedrijven met bijbehorende bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan; 4. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1' bedrijven met bijbehorende bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 tot en met 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan; 5. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2' bedrijven met bijbehorende bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 tot en met 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan; b. in aanvulling op het gestelde onder a is: 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - diervoederfabriek' een inrichting voor de vervaardiging van voer voor huisdieren in de categorie 4.1 toegestaan; 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autosloperij' een autosloperij toegestaan; 3. ter plaatse van de aanduiding 'creativiteitscentrum' een creativiteitscentrum toegestaan; 4. ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting' een seksinrichting toegestaan; 5. ter plaatse van de aanduiding 'sport' een clubhuis voor een wielrenvereniging toegestaan; 6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-kringloop' een kringloopbedrijf met verkooppunt toegestaan; 7. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorden van bedrijf - autosloperij' een autosloperij toegestaan; 8. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' een tankstation met verkoop van lpg toegestaan; 9. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' een zend-/ontvangstinstallatie toegestaan; 10. ter plaatse van de aanduiding 'helikopterlandingsplaatd' een helikoterlandingsplaats toegestaan; c. kantoor, voor maximaal 80% van de brutovloeroppervlakte van een gebouw en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'; d. detailhandel in volumineuze goederen; e. kantoor, voor maximaal 50% van de brutovloeroppervlakte en uitsluitend ten dienste van de onder a genoemde bestemmingen en met dien verstande dat minimaal 50% van de brutovloeroppervlakte van de in sub a genoemde bestemming bestemd blijft voor die doeleinden;
68 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
f.
detailhandel in ter plaatse geproduceerde goederen, uitsluitend ten dienste van en voor maximaal 50% van de brutovloeroppervlakte van de onder a genoemde bestemmingen en met dien verstande dat minimaal 50% van de brutovloeroppervlakte van de in sub a genoemde bestemming bestemd blijft voor die doeleinden; g. horeca, uitsluitend in de vorm van een bedrijfsrestaurant/kantine en ten dienste van de onder a tot en met d genoemde bestemmingen en met dien verstande dat minimaal 50% van de brutovloeroppervlakte van de in sub a genoemde bestemming bestemd blijft voor de bestemming bedrijven ; h. bestaande bedrijfswoningen, die ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan reeds bestonden; i. verkeer, verblijf en mogelijkheden voor ontmoeting; j. groen- en nutsvoorzieningen; en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 4.2
Bouwregels
4.2.1 Algemeen Op de in 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Bedrijventerrein' worden gebouwd. 4.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de navolgende regels: a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. ter plaatse van een maatvoeringsaanduiding gelden de weergegeven maten; c. in afwijking van het bepaalde onder b is ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' een hoogteaccent toegestaan met een bouwhoogte van 18 meter; d. voor een bedrijfswoning gelden de goothoogte, bouwhoogte en inhoudsmaat zoals deze bestonden ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan; e. voor bijgebouwen behorende bij een bedrijfswoning gelden de regels zoals bepaald in 13.2.3 onder a, c, d en e. 4.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van: 1. speeltoestellen bij een bedrijfswoning maximaal 6 m bedragen; 2. verlichting en vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen; 3. antennes maximaal 15 m bedragen; 4. reclamezuilen maximaal 6 meter bedragen; 5. reclamemasten achter en tot maximaal 0,5 m vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal de toegestane goothoogte als bedoeld in 4.2.2 onder b bedragen; indien geplaatst vóór 0,5 m van (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen met dien verstande dat maximaal 1 reclamemast per bouwperceel is toegelaten; 6. een reclamemast ter plaatse van de aanduiding 'reclamemast' maximaal 40 m bedragen; 7. een zend- en ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie' maximaal 110 m bedragen; 69 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
c. de oppervlakte van een overkapping mag maximaal 20 m2 per bouwperceel bedragen. 4.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 4.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken; b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken; c. de afmetingen van bouwwerken; d. het aantal en de situering van bouwwerken; e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 4.4
Ontheffing van de bouwregels
4.4.1 Bedrijfswoning Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.1 onder h en het bepaalde in 4.2.2 onder d, voor de herbouw of verbouw van een bestaande bedrijfswoning, onder voorwaarden dat: a. de bedrijfswoning op hetzelfde bouwperceel wordt (terug)gebouwd; b. de bouwhoogte maximaal 10 m mag bedragen dan wel de bestaande hoogte in geval van verbouw; c. de goothoogte maximaal 6 m mag bedragen dan wel de bestaande hoogte in geval van verbouw; d. de bedrijfseconomische noodzaak hiertoe door de aanvrager wordt aangetoond; e. hierdoor geen belemmeringen ontstaan in de bestaande bedrijfsvoering dan wel in de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven; f. de akoestische situatie tengevolge van het (spoor)wegverkeerslawaai en het industrielawaai zodanig is dat een aanvaardbaar woonmilieu en leefmilieu in de bedrijfswoning kan worden gerealiseerd; g. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; h. de bouwregels in 5.2.2 in acht genomen worden. 4.4.2 Gebouwen en overkappingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.2.2 onder a voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat: a. het bouwperceel aan de zijde waar de bouwgrens wordt overschreden grenst aan een gebied, waarop de bestemming 'Verkeer' rust; b. de afstand tot het onder a genoemde gebied minimaal 8 m mag bedragen; c. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; e. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden; f. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; g. de overige bouwregels in 4.2.2 onder b in acht worden genomen.
70 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
4.4.3 Bebouwingspercentage Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.2.2 onder b voor een bebouwingspercentage tot 80%, onder voorwaarden dat: a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; b. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden; c. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; d. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; e. de overige bouwregels in 4.2.2 in acht worden genomen. 4.4.4 Bouwhoogte Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.2.2 onder b voor een bouwhoogte van maximaal 18 m, onder voorwaarden dat: a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; b. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden; c. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; d. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; e. de overige bouwregels in 4.2.2 in acht worden genomen. 4.5
Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Vrij beroep en bedrijf of beroep aan huis De uitoefening van een vrij beroep of een bedrijf of beroep aan huis in een bestaande bedrijfswoning is toegestaan onder voorwaarde dat voldaan wordt aan het genoemde in artikel 13.5.1. 4.5.2 Seksinrichting a. ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting' is het toegestaan alcoholische dranken tegen vergoeding te schenken, onder voorwaarde dat het een ondergeschikte activiteit betreft die gekoppeld is aan de seksinrichting; b. ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting' is het niet toegestaan om een seksbioscoop, sekstheater, sekswinkel of seksautomatenhal in bedrijf te hebben of te nemen; c. onder verboden gebruik, wordt in ieder geval beschouwd een gebruik als overnachtingsplaats en/of anderszins vergelijkbare gedragingen. 4.5.3 Parkeren Per bouwperceel dient te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein. 4.5.4 Externe veiligheid Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is het binnen de plaatsgebonden risicocontour van 45 m niet toegestaan om kwetsbare objecten te realiseren.
71 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
4.6
Ontheffing van de gebruiksregels
4.6.1 Bedrijfsactiviteiten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.1 onder a voor het toestaan van een bedrijf met bijbehorende bedrijfsactiviteiten dat niet is vermeld in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, onder voorwaarden dat: a. de maximaal toelaatbare categorie ter plaatse niet wordt overschreden; b. het bedrijf met bijbehorende bedrijfsactiviteiten naar aard, omvang en hinder gelijk te stellen is met de op grond van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegelaten bedrijven en dat dit indien nodig middels een milieuhygiënisch onderzoek door de aanvrager is aangetoond; c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast. 4.6.2 Bedrijf in een hogere bedrijfscategorie Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.1 onder a voor het toetsaan van een bedrijf met bijbehorende bedrijfsactiviteiten van ten hoogste één categorie hoger dan op de plankaart is aangeduid, onder voorwaarde dat: a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast. 4.7
Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1 Bedrijventerrein of Detailhandel Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding “wro-zone –wijzigingsgebied 3” de bestemming 'Bedrijventerrein' wijzigen in de bestemming 'Detailhandel', 'Groen' en 'Verkeer' onder voorwaarden dat: a. de wijziging plaatsvind in combinate met de wijziging van de bestemming van alle gronden welke binnen de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 3” vallen; b. de bouw- en gebruiksregels van de bestemmingen 'Detailhandel', 'Groen' en/of 'Verkeer' van overeenkomstige toepassing zijn; c. de wijziging passend is binnen de bestaande ruimelijke structuur en de reeds aanwezige functies niet onevenredig worden aangetast; d. een stedenbouwkundig geaccordeerd aan de wijziging ten grondslag ligt; e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd. 4.7.2 Kleinschalige detailhandel Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Bedrijventerrein' ter plaatse van de aanduiding 'coffeeshop' de vestiging van een coffeeshop mogelijk maken, onder voorwaarden dat: a. de wijziging passend is binnen de bestaande ruimelijke structuur en de reeds aanwezige functies niet onevenredig worden aangetast; b. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd.
72 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 5
Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel, uitsluitend in de vorm van perifere detailhandel en detailhandel in volumineuze goederen; b. bedrijven met bijbehorende bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2'; c. in aanvulling op het gestelde onder a en b is: 1. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' een dagzaak/restaurant toegestaan; 2. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum' een fitnesscentrum toegestaan; d. dienstverlening, uitsluitend ondergeschikt aan de onder a genoemde bestemming; e. horeca, in de vorm van een bedrijfsrestaurant uitsluitend ten dienste van en voor maximaal 10% van de brutovloeroppervlakte van de onder a genoemde bestemming onverminderd het bepaalde onder c; f. verkeer en verblijf en mogelijkheden voor ontmoeting; g. groen- en nutsvoorzieningen; en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 5.2
Bouwregels
5.2.1 Algemeen Op de in 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Detailhandel' worden gebouwd. 5.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de navolgende regels: a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. ter plaatse van een maatvoeringsaanduiding gelden de weergegeven maten; c. de horecavoorziening ter plaatse van de aanduiding 'horeca' mag een brutovloeroppervlakte hebben van maximaal 700 m2. 5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van: 1. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen; 2. verlichting en vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen; 3. reclamemasten en reclamezuilen, indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens 6 meter en achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 10 m bedragen; 4. antennes maximaal 15 m bedragen; c. de oppervlakte van een overkapping mag maximaal 20 m2 per bouwperceel bedragen.
73 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
5.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 5.1, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken; b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken; c. de afmetingen van bouwwerken; d. het aantal en de situering van bouwwerken; e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 5.4
Ontheffing van de bouwregels
5.4.1 Gebouwen en overkappingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat: a. het bouwperceel aan de zijde waar de bouwgrens wordt overschreden grenst aan een gebied, waarop de bestemming 'Verkeer' rust; b. de afstand tot het onder a genoemde gebied minimaal 8 m bedraagt; c. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; e. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden; f. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; g. de overige bouwregels in 5.2.2 in acht worden genomen. 5.4.2 Bouwhoogte Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2.2 onder b voor een bouwhoogte van maximaal 16 meter, onder voorwaarden dat: a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; b. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden; c. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; d. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; e. de overige bouwregels in 5.2.2 in acht worden genomen. 5.5
Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Parkeren Per bouwperceel dient te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein. 5.5.2 Kleinschalige detailhandel Het uitoefenen van "kleinschalige" detailhandel waaronder supermarkten, winkels en warenhuizen is verboden.
74 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 6
Gemengd
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoren; b. maatschappelijke voorzieningen; c. (commerciële) dienstverlening; d. horeca, uitsluitend in de vorm van een bedrijfsrestaurant/kantine en ten dienste van de onder a tot en met c genoemde bestemming; e. verkeer en verblijf en mogelijkheden voor ontmoeting; f. groen- en nutsvoorzieningen; en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 6.2
Bouwregels
6.2.1 Algemeen Op de in 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Gemengd' worden gebouwd. 6.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de navolgende regels: a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. ter plaatse van een maatvoeringsaanduiding gelden de weergegeven maten. 6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van: 1. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen; 2. verlichting en vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen; 3. reclamemasten en reclamezuilen, indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens 6 meter en achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 10 m bedragen; 4. antennes maximaal 15 m bedragen; 5. zend- en ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie' maximaal 45 m bedragen; c. de oppervlakte van een overkapping mag maximaal 20 m2 per bouwperceel bedragen. 6.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 7.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken; b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken; c. de afmetingen van bouwwerken; d. het aantal en de situering van bouwwerken; 75 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 6.4
Ontheffing van de bouwregels
6.4.1 Gebouwen en overkappingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 6.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat: a. het bouwperceel aan de zijde waar de bouwgrens wordt overschreden grenst aan een gebied, waarop de bestemming 'Verkeer' rust; b. de afstand tot het onder a genoemde gebied minimaal 8 m bedraagt; c. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; e. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden; f. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; g. de overige bouwregels in 6.2.2 in acht worden genomen. 6.4.2 Bouwhoogte Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 6.2.2 onder b voor een bouwhoogte van maximaal 16 meter, onder voorwaarden dat: a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; b. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden; c. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; d. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; e. de overige bouwregels in 6.2.2 in acht worden genomen. 6.5
Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Parkeren Per bouwperceel dient te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein. 6.6
Ontheffing van de gebruiksregels
6.6.1 Horeca Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 6.1 onder d voor de vestiging van een horecabedrijf, onder voorwaarden dat: a. horeca in de vorm van een hotel of pension niet is toegestaan; b. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
76 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
6.7
Wijzigingsbevoegdheid
6.7.1 Bedrijventerrein Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2', de bestemming 'Gemengd' wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein', onder voorwaarden dat: a. de bouw- en gebruiksregels van de bestemming 'Bedrijventerrein' van overeenkomstige toepassing zijn; b. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is; c. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd. 6.7.2 Hoogteaccent Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1', een bebouwingsaccent realiseren, onder voorwaarden dat: a. de bouwhoogte van het bebouwingsaccent mag maximaal 20 m bedragen; a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; b. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden; c. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; d. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is; e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd.
77 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 7
Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. structurele groenvoorzieningen waaronder houtige opstanden; b. behoud en bevordering van de beeldkwaliteit; c. extensieve dagrecreatie en mogelijkheden voor ontmoeting en spelen; d. fiets- en wandelpaden zonder een direct verbindend karakter en verhardingen, niet zijnde parkeervoorzieningen; e. waterlopen, waterbergingen en waterinfiltratievoorzieningen; f. nutsvoorzieningen; en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 7.2
Bouwregels
7.2.1 Algemeen Op de in 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Groen' worden gebouwd. 7.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de navolgende regels: a. er mogen maximaal twee gebouwen per bestemmingsvlak worden opgericht; b. de afstand tot de bestemmingsgrens dient minimaal 2 m te bedragen; c. de oppervlakte per gebouw of overkapping mag maximaal 20 m2 bedragen; d. de bouwhoogte mag maximaal 4 m bedragen. 7.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van: 1. verlichting, vlaggenmasten, speeltoestellen en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen; 2. antennes maximaal 15 m bedragen; c. de oppervlakte per bouwwerk geen gebouw zijnde mag maximaal 20 m2 bedragen. 7.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 7.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken; b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken; c. de afmetingen van bouwwerken; d. het aantal en de situering van bouwwerken; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
78 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
7.4
Ontheffing van de bouwregels
7.4.1 Parkeervoorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.1 onder d voor de aanleg van parkeervoorzieningen, onder voorwaarden dat: a. de oppervlakte maximaal 100 m2 per 2.500 m2 mag bedragen; b. geen onevenredige hinder ontstaat voor de omgeving; c. geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen plaatsvindt; d. vooraf advies is ingewonnen bij de afdelingen van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid en voor de inrichting van de openbare ruimte. 7.4.2 Geluidswerende voorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.1 en 7.2.3 voor de aanleg van geluidswerende voorzieningen in de vorm van een geluidswal, een geluidsscherm of een combinatie daarvan, onder voorwaarden dat: a. de geluidswerende voorziening niet onevenredig afbreuk doet aan de flora en fauna ter plekke; b. uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidswerende voorzieningen het noodzakelijke effect hebben; c. vooraf advies is ingewonnen bij de afdelingen van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid en voor de inrichting van de openbare ruimte. 7.4.3 Reclame Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.2.3 voor het bouwen van reclameobjecten, onder voorwaarden dat: a. de hoogte maximaal 10 m mag bedragen; b. geen onevenredige hinder ontstaat voor de omgeving en specifiek de verkeersafwikkeling; c. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; d. vooraf advies is ingewonnen bij de afdelingen van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid en voor de inrichting van de openbare ruimte. 7.5
Specifieke gebruiksregels
7.5.1 Algemeen Onverminderd het bepaalde in 17.1 is het verboden de gronden te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van: a. verblijfsrecreatie; b. intensieve dagrecreatie; c. het racen of crossen met gemotoriseerde voertuigen en fietsen; d. staanplaats voor wagens en/of onderkomens.
79 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
7.6
Wijzigingsbevoegdheid
7.6.1 Bedrijventerrein of Detailhandel Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3', wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' of 'Detailhandel' en 'Groen' en 'Verkeer' , onder voorwaarden dat: a. het gehele gebied vallend binnen het gebied 'wro-zone - wijzigingsgebied' in een keer gewijzigd en ontwikkeld wordt; b. de bouw- en gebruiksregels van de bestemming 'Bedrijventerrein' of 'Detailhandel' en 'Groen' en 'Verkeer' van overeenkomstige toepassing zijn; c. wijziging van de bestemming ‘Agrarisch’ in de bestemming ‘Detailhandel’ uitsluitend is toegestaan ten behoeve van de herplaatsing van detailhandel afkomstig van een locatie elders, nieuwvestiging is dus niet toegestaan; d. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is; e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd.
80 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 8
Kantoor
8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoren; b. dienstverlening; c. bedrijven met bijbehorende bedrijfsactiviteiten in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2'; d. detailhandel ten dienste van reizigersverkeer, uitsluitend op de begane grond en ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; e. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' in de vorm van een snackbar, dagzaak of restaurant; f. horeca, uitsluitend in de vorm van een bedrijfsrestaurant/kantine en ten dienste van de onder a genoemde bestemming; g. verkeer en verblijf en mogelijkheden voor ontmoeting; h. groen- en nutsvoorzieningen; en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 8.2
Bouwregels
8.2.1 Algemeen Op de in 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming 'Kantoor' worden gebouwd. 8.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de navolgende regels: a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak met uitzondering van entreepartijen voor ondergrondse parkeergarages en ondergrondse parkeergarages; b. ter plaatse van een maatvoeringsaanduiding gelden de weergegeven maten. 8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; indien geplaatst vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens mag de bouwhoogte maximaal 1 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van: 1. speeltoestellen bij een bedrijfswoning maximaal 6 m bedragen; 2. verlichting en vlaggenmasten maximaal 10 m bedragen; 3. antennes maximaal 15 m bedragen; 4. reclamemasten en reclamezuilen achter en tot maximaal 0,5 m vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal de toegestane goothoogte als bedoeld in 8.2.2 onder b bedragen; indien geplaatst vóór 0,5 m van (het verlengde van) de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2 m bedragen; c. de oppervlakte mag maximaal 20 m2 bedragen.
81 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
8.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 8.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken; b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken; c. de afmetingen van bouwwerken; d. het aantal en de situering van bouwwerken; e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 8.4
Ontheffing van de bouwregels
8.4.1 Entreepartijen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.2.2 onder a voor het bouwen van entreepartijen buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat: a. de entreepartij wordt aangebouwd aan de voorgevel van het hoofdgebouw; b. de overschrijding van de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 3 m mag bedragen mits minimaal 5 m tussen de entreepartij en de naar de weg gekeerde perceelsgrens onoverdekt/onoverbouwd blijft; c. de entreepartij mag maximaal 25% van de breedte van de voorgevel bedragen waaraan de entreepartij wordt aangebouwd; d. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; e. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden. 8.4.2 Luifels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.2.3 onder a voor het bevestigen van een luifel aan een hoofdgebouw, onder voorwaarden dat: a. de luifel wordt bevestigt aan de voorgevel en/of zijgevel van het hoofdgebouw; b. de luifel maximaal 1,25 m uit de gevel van het hoofdgebouw mag steken; c. de breedte van de luifel niet meer dan de totale breedte van de gevel waaraan de luifel is bevestigt met aan weerszijden een overstek van 0,75 m mag bedragen; d. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; f. de logistieke afwikkeling op eigen terrein blijft plaatsvinden. 8.4.3 Reclame Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.2.3 voor het bouwen van reclameobjecten voor de naar de weg gekeerde bouwgrens, onder voorwaarden dat: a. de hoogte maximaal 10 m mag bedragen; b. geen onevenredige hinder ontstaat voor de omgeving en specifiek de verkeersafwikkeling; c. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; d. vooraf advies is ingewonnen bij de afdelingen van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid en voor de inrichting van de openbare ruimte.
82 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
8.5
Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Algemeen Onverminderd het bepaalde in 17.1, is het verboden de gronden te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van: a. commerciële dienstverlening; b. detailhandel; 8.5.2 Parkeren Per bouwperceel dient te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.
83 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 9
Natuur
9.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. instandhouding en ontwikkeling van natuurwaarden, landschapswaarden en cultuurhistorische waarden; b. extensieve dagrecreatie, voor zover de onder a bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast; c. waterlopen, waterbergingen en waterinfiltratievoorzieningen; d. nutsvoorzieningen; en daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 9.2
Bouwregels
9.2.1 Algemeen Op de in 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Natuur' worden gebouwd. 9.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels: a. uitsluitend afscheidingen en extensieve recreatieve inrichtingen zijn toegestaan, overkappingen zijn niet toegestaan; b. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen. 9.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 9.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. de bouwhoogte van bouwwerken; b. de afmetingen van bouwwerken; c. het aantal en de situering van bouwwerken; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 9.4
Ontheffing van de bouwregels
9.4.1 Verlichting Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 9.2.2 onder a voor de bouwhoogte van verlichting tot 4 meter, onder voorwaarden dat: a. de natuur waarden van de betreffende gronden niet onevenredig worden aangetast, dan wel dat de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind; b. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid.
84 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
9.5
Specifieke gebruiksregels
9.5.1 Algemeen Onverminderd het bepaalde in 17.1 is het verboden de gronden te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van: a. verblijfsrecreatie; b. intensieve dagrecreatie; c. het racen of crossen met gemotoriseerde voertuigen en fietsen; d. staanplaats voor wagens en/of onderkomens. 9.6
Aanlegvergunning
9.6.1 Algemeen Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren: a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanleggen van en/of het vellen of rooien van beplantingen; c. het aanleggen en/of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen; d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; e. het verlagen van het (grond)waterpeil; f. het uitvoeren van heiwerken of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem; g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur. 9.6.2 Uitzonderingen Geen aanlegvergunning is vereist indien: a. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden en van vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen; b. het werken en werkzaamheden betreft die: 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan; 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende aanlegvergunning, kapvergunning of ontgrondingsvergunning. 9.6.3 Voorwaarden Alvorens te beslissen op een verzoek om aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid omtrent de vraag of het verlenen van de aanlegvergunning tot aantasting van het bos leidt, en welke voorwaarden aan de vergunning moeten worden verbonden.
85 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 10 Tuin 10.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen en erven; b. nutsvoorzieningen; en daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen behorende bij de op hetzelfde bouwperceel gelegen woning. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Algemeen Op de in 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Tuin' worden gebouwd. 10.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Tuin' gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag maximaal 1 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van antennes, verlichting, speeltoestellen, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen. 10.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 10.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b. de afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde; c. de situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde; d. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 10.4
Ontheffing van de bouwregels
10.4.1 Overkappingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2.1 voor de bouw van een overkapping naast of vóór de woning, onder voorwaarden dat: a. de oppervlakte maximaal 20 m2 mag bedragen; b. de oppervlakte eenmalig niet meetelt met de in 13.2.3 onder a genoemde oppervlaktenorm: c. de bestemming Tuin voor maximaal 50 % bebouwd mag worden; d. de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen; indien wordt aangebouwd aan een bijgebouw geldt de goothoogte van dat bijgebouw als maximale bouwhoogte; e. de overkapping aan maximaal drie zijden is gesloten met wanden van een bestaand gebouw of een ander bouwwerk geen gebouw zijnde, zoals een erfafscheiding. 86 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
10.4.2 Erkers, toegangspartijen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2.1 voor het uitbreiden van de woning aan de voorzijde met een erker of een toegangspartij, onder voorwaarden dat: a. de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet hoger mag worden dan de hoogte van de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping van de woning, vermeerderd met 0,30 m; b. de breedte maximaal 50 % van de breedte van de voorgevel van de woning mag bedragen; c. de ruimtelijke uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; d. de diepte maximaal 1,5 m mag bedragen. 10.5
Wijzigingsbevoegdheid
10.5.1 Wonen Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Tuin' wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder voorwaarden dat: a. de bouw- en de gebruiksregels van de bestemming 'Wonen' van overeenkomstige toepassing zijn; b. de ruimtelijk uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is; c. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd. 10.5.2 Bedrijventerrein of Detailhandel Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3', wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' of 'Detailhandel' en 'Groen' en 'Verkeer', onder voorwaarden dat: a. het gehele gebied vallend binnen het gebied 'wro-zone - wijzigingsgebied' in een keer gewijzigd en ontwikkeld wordt; b. de bouw- en gebruiksregels van de bestemming 'Bedrijventerrein' of 'Detailhandel' 'Groen' en 'Verkeer' van overeenkomstige toepassing zijn; c. wijziging van de bestemming ‘Agrarisch’ in de bestemming ‘Detailhandel’ uitsluitend is toegestaan ten behoeve van de herplaatsing van detailhandel afkomstig van een locatie elders, nieuwvestiging is dus niet toegestaan; d. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is; e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd.
87 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 11 Verkeer 11.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verkeer, verblijf en mogelijkheden voor ontmoeting; b. in aanvulling op het gestelde onder a zijn tevens toegestaan: 1. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation' een openbaar vervoerstation; 2. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' een spoorlijn; c. waterlopen, waterberging en waterinfiltratievoorzieningen; d. geluidswerende voorzieningen; e. ondergrondse afvalcontainers, verhardingen, parkeervoorzieningen en fietsenstallingen; f. groen- en nutsvoorzieningen; en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Algemeen Op de in 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Verkeer' worden gebouwd. 11.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen op gronden met de bestemming 'Verkeer' gelden de navolgende regels: a. de gebouwen dienen zodanig gesitueerd te worden dat zij niet onevenredig afbreuk doen aan de stroomfunctie en de ontsluitingsfunctie van de gronden met de bestemming 'Verkeer'; b. de bouwhoogte van de gebouwen mag maximaal 4 m bedragen; c. de oppervlakte per gebouw mag maximaal 20 m2 bedragen; 11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Verkeer' gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag maximaal 4 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van 1. speeltoestellen, straatmeubilair en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen; 2. antennes en verlichting maximaal 15 m bedragen; c. de oppervlakte mag maximaal 20 m2 bedragen. 11.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 11.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken; b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken; c. de afmetingen van bouwwerken; d. het aantal en de situering van bouwwerken; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik 88 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
van gronden en bouwwerken in de weg staan. 11.4
Ontheffing van de bouwregels
11.4.1 Gebouwen Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 11.2.2 onder b ten behoeve van de bouwhoogte van gebouwen tot maximaal 5 m, onder voorwaarden dat: a. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het ruimtelijk beleid inclusief het verkeersbeleid; b. niet onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de stroomfunctie en de ontsluitingsfunctie van de gronden met de bestemming 'Verkeer'. 11.4.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 11.2.3 onder b ten behoeve van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 20 m, onder voorwaarden dat: a. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het ruimtelijk beleid inclusief het verkeersbeleid; b. niet onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de stroomfunctie en de ontsluitingsfunctie van de gronden met de bestemming 'Verkeer'.
89 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 12 Water 12.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het ontvangen, bergen en/of afvoeren van water zoals waterlopen en andere watergangen met de daarbij behorende oeverstroken; b. extensieve dagrecreatie; c. beroeps- en pleziervaart, ter plaatse van de aanduiding 'vaarweg'; d. de instandhouding van de aanwezige natuurlijke waarden, visuele waarden en landschappelijke waarden; e. infrastructurele voorzieningen; f. groen- en nutsvoorzieningen; en daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 12.2
Bouwregels
12.2.1 Algemeen Op de in 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Water' worden gebouwd. 12.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Water' gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van: 1. dammen, duikers en vergelijkbare bouwwerken maximaal 4 m bedragen; 2. verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen; 3. antennes maximaal 15 m bedragen; 4. bruggen en vergelijkbare bouwwerken maximaal 20 m bedragen; c. de oppervlakte per bouwwerk geen gebouw zijnde, niet zijnde bruggen, dammen en duikers mag maximaal 20 m2 bedragen. 12.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 12.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. de bouwhoogte van bouwwerken; b. de afmetingen van bouwwerken; c. het aantal en de situering van bouwwerken; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 12.4
Ontheffing van de bouwregels
12.4.1 brugwachtershuisje Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 12.2.1 ten behoeve van de bouw van een brugwachtershuisje, onder voorwaarden dat: 90 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
a. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het ruimtelijk beleid inclusief het waterbeleid; b. niet onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de in 12.1 bedoelde gronden.
91 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 13 Wonen 13.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, in de vorm van: 1. vrijstaande woning, ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand'; 2. twee-onder-een-kap woning, ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen'; b. tuinen en erven; c. groen- en nutsvoorzieningen; en daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. 13.2
Bouwregels
13.2.1 Algemeen Op de in 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Wonen' worden gebouwd. 13.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de navolgende regels: a. realisatie is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. ter plaatse van een maatvoeringsaanduiding gelden de weergegeven maten; c. bij (vervangende) nieuwbouw van woningen moet de voorgevelbreedte van een woning minimaal 6 m bedragen; 13.2.3 Bijgebouwen Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de navolgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen buiten het bouwvlak mag maximaal 100 m² per woning bedragen, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceelsgedeelte buiten het bouwvlak, achter de van de weg afgekeerde bouwgrens, niet meer dan 50 % bedraagt; b. indien de bouwmogelijkheden voor het hoofdgebouw in het bouwvlak niet volledig zijn benut, mogen deze worden gebruikt voor de realisatie van bijgebouwen, zonder dat dit ten koste gaat van de onder a genoemde oppervlaktenorm; c. bijgebouwen mag uitsluitend vanaf 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning worden gebouwd; d. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen; indien wordt aangebouwd aan een woning, geldt maximaal de hoogte van de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping van die woning, vermeerderd met 0,30 m; e. de bouwhoogte mag maximaal 6 m bedragen. 13.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag de bouwhoogte van 1. speeltoestellen maximaal 6 m bedragen; 2. verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen; 92 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
3. antennes maximaal 15 m bedragen; c. de oppervlakte per bouwwerk geen gebouw zijnde mag maximaal 20 m2 bedragen. 13.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 13.2, nadere eisen stellen met betrekking tot: a. dakvormen, dakhellingen en nokinrichtingen van bouwwerken; b. de bouw- en goothoogte van bouwwerken; c. de afmetingen van bouwwerken; d. het aantal en de situering van bouwwerken; e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het eigen terrein; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan. 13.4
Ontheffing van de bouwregels
13.4.1 Bouwen buiten het bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.2 onder a voor het (gedeeltelijk) bouwen van een hoofdgebouw buiten het bouwvlak, tot minimaal 2 m uit de zijdelingse perceelsgrens, onder voorwaarden dat: a. het bouwperceel aan de zijde en ter hoogte van het (geplande) hoofdgebouw grenst aan (openbaar) gebied waarop een groen-, natuur-, water-, verkeers- of daarmee vergelijkbare bestemming rust; b. de ruimtelijk uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; c. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en eventuele bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; e. de weergegeven aanduidingen in acht worden genomen. 13.4.2 Voorgevelbreedte Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.2 onder c voor het versmallen van de voorgevel tot minimaal 5,4 m, onder voorwaarden dat de bouwkundige situatie daar aanleiding toe geeft en de in 13.2.2 onder c voorgeschreven regel onredelijk is. 13.4.3 Overkappingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.3 onder c voor de bouw van een overkapping naast of vóór de woning, onder voorwaarden dat: a. de oppervlakte maximaal 20 m2 mag bedragen; b. de oppervlakte eenmalig niet meetelt met de onder 13.2.3 onder a genoemde oppervlaktenorm: c. het bouwperceelgedeelte waar de overkapping wordt gebouwd voor maximaal 50 % wordt bebouwd; d. de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen; indien wordt aangebouwd aan een bijgebouw geldt de goothoogte van dat bijgebouw als maximale bouwhoogte; e. de overkapping aan maximaal drie zijden is gesloten met wanden van een bestaand gebouw of een ander bouwwerk geen gebouw zijnde, zoals een erfafscheiding.
93 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
13.4.4 Erkers/toegangspartijen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.3 onder c voor het uitbreiden van de woning aan de voorzijde met een erker of een toegangspartij, onder voorwaarden dat: a. de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet hoger mag worden dan de hoogte van de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping van de woning, vermeerderd met 0,30 m; b. de breedte maximaal 50 % van de breedte van de voorgevel van de woning mag bedragen; c. de diepte maximaal 1,5 m mag bedragen. 13.5
Specifieke gebruiksregels
13.5.1 Aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen Een als zodanig bestemde woning, inclusief eventueel aanwezige aangebouwde bijgebouwen, mag mede worden gebruikt voor de uitoefening van een vrij beroep of een aan huis gebonden bedrijf of beroep, onder voorwaarden dat: a. het medegebruik van ondergeschikte betekenis is en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair blijft; b. niet meer dan 50 m2 mag worden gebruikt ten dienste van het aan huis gebonden bedrijf of beroep; in geval van een zogenaamd vrij beroep geldt geen oppervlaktenorm en mag maximaal 40 % worden benut van de totale vloeroppervlakte van de woning inclusief aangebouwde bijgebouwen, die voor woondoeleinden mogen worden gebruikt; c. het medegebruik van aangebouwde bijgebouwen beperkt blijft tot maximaal 3 m achter de van de van de weg afgekeerde bouwgrens en de afstand tussen de als zodanig gebruikte ruimte en de achterste perceelsgrens minimaal 8 m bedraagt; d. de woning moet blijven voldoen aan het bepaalde in het Bouwbesluit en de bouwverordening van de gemeente Doetinchem; e. degene die het aan huis gebonden beroep of bedrijf uitoefent ook de bewoner van de woning moet zijn; f. slechts bedrijven of beroepen aan huis toelaatbaar zijn, die behoren tot de categorieën 1 en 2 van de als bijlage 1 bijgevoegde "Staat van bedrijfsactiviteiten bij de bestemming Wonen", dan wel beroepen of bedrijven aan huis die naar aard, omvang en hinder gelijk te stellen zijn met de in deze categorieën genoemde bedrijven en beroepen; g. geen onevenredige verstoring van de voorzieningenstructuur mag plaatsvinden; h. geen detailhandel mag plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop (als ondergeschikte nevenactiviteit) van producten die ter plaatse zijn vervaardigd, dan wel direct verband houden met het beroep of beroep aan huis; i. het medegebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet onevenredig veel extra verkeer mag worden aangetrokken; j. het medegebruik geen nadelige invloed mag hebben op de parkeerbalans, casu quo primair op eigen terrein moet worden geparkeerd door gebruiker en bezoekers; k. alleen onverlichte reclame-uitingen met een oppervlakte kleiner dan 0,5 m2 zijn toegestaan, waarvan de langste zijde minder dan 1 m moet bedragen; l. geen sprake mag zijn van werkzaamheden, activiteiten en/of opslag in de open lucht ten behoeve van de uitoefening van het aan huis gebonden beroep of bedrijf; m. vrijstaande bijgebouwen niet mogen worden gebruikt voor de uitoefening van het aan huis gebonden beroep of bedrijf.
94 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
13.5.2 Aangebouwde bijgebouwen Aan de woning gebouwde bijgebouwen mogen tot maximaal 3 m achter (het verlengde van) de van de weg afgekeerde bouwgrens worden gebruikt ten behoeve van de uitbreiding van de woonfunctie, onder voorwaarde dat de afstand tussen een aangebouwd bijgebouw en de achterste perceelsgrens minimaal 8 m bedraagt. De laatstgenoemde afstandsnorm geldt niet voor aangebouwde bijgebouwen binnen het bouwvlak met een woonfunctie. 13.5.3 Vrijstaande bijgebouwen Het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning is niet toegestaan. 13.6
Ontheffing van de specifieke gebruiksregels
13.6.1 Aangebouwde bijgebouwen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.5.1 onder c voor het gebruik van een aangebouwd bijgebouw voor een aan huis gebonden beroep (vrij beroep inbegrepen) of bedrijf en van het bepaalde in 13.5.2 voor het gebruik van een aangebouwd bijgebouw ten behoeve van de uitbreiding van de woonfunctie tot een afstand tot minimaal 3 m tussen het aangebouwde bijgebouw en de van de weg afgekeerde perceelsgrens, onder voorwaarden dat: a. het bouwperceel aan de achterzijde en ter hoogte van de (geplande) aanbouw grenst aan (openbaar) gebied waarop een groen-, natuur-, water-, verkeers- of daarmee vergelijkbare bestemming rust; b. de ruimtelijk uitwerking van de ontheffing aanvaardbaar is; c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en eventuele bouwwerken niet onevenredig worden aangetast. 13.7
Wijzigingsbevoegdheid
13.7.1 Bedrijventerrein of Detailhandel Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3', wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' of 'Detailhandel' en 'Groen' en 'Verkeer', onder voorwaarden dat: a. het gehele gebied vallend binnen het gebied 'wro-zone - wijzigingsgebied' in een keer gewijzigd en ontwikkeld wordt; b. de bouw- en gebruiksregels van de bestemming 'Bedrijventerrein' of 'Detailhandel' 'Groen' en 'Verkeer' van overeenkomstige toepassing zijn; c. wijziging van de bestemming ‘Agrarisch’ in de bestemming ‘Detailhandel’ uitsluitend is toegestaan ten behoeve van de herplaatsing van detailhandel afkomstig van een locatie elders, nieuwvestiging is dus niet toegestaan; d. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is; e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd.
95 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 14 Waarde - Archeologie 14.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daarop rustende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de archeologische verwachtingswaarde met dien verstande dat in geval van strijdigheid van de regels van de bestemming 'Waarde - Archeologie' met een andere op deze gronden rustende bestemming, de regels van de bestemming 'Waarde - Archeologie' vóór de regels van de andere bestemming gaan. 14.2
Bouwregels
14.2.1 Algemeen Op de in 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Waarde - Archeologie' worden gebouwd. 14.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 4 m mag bedragen. 14.2.3 Bouwen ten behoeve van andere voorkomende bestemming(en) Het bouwen overeenkomstig andere ter plaatse voorkomende bestemming(en) is toegestaan, onder voorwaarden dat: a. het bouwwerk geen belemmering vormt voor de bescherming en de instandhouding van de archeologische waarden; b. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het cultuurhistorisch beleid. 14.3
Aanlegvergunning
14.3.1 Algemeen Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning op gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren: a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanleggen en/of het vellen of rooien van beplantingen; c. het aanleggen en/of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen; d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden; e. het verlagen van het (grond)waterpeil; f. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem; g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur. 14.3.2 Uitzonderingen Geen aanlegvergunning is vereist indien: 96 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
a. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden aan en vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen; b. de werken c.q. werkzaamheden beperkt blijven tot een gebied met een oppervlak van maximaal 100 m² of in geval het oppervlak meer dan 100 m2 bedraagt de diepte van werken en werkzaamheden niet dieper reikt dan 0,30 m onder het bestaande maaiveld; c. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat eventueel aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast; of d. het werken en werkzaamheden betreft die: 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan; 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende aanlegvergunning, kapvergunning of ontgrondingsvergunning. 14.3.3 Voorwaarden Alvorens te beslissen op een verzoek om aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het cultuurhistorisch beleid.
97 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
98 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 3
Algemene regels
Artikel 15 Anti-dubbeltelbepaling Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
99 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 16 Algemene bouwregels 16.1 Bouwregels bij overschrijding van de bouwgrenzen Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouwgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot: a. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen, voorzover zij de grens van de weg niet overschrijden; b. plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden voor ventilatiekanalen en schoorstenen, voorzover de overschrijding van de naar de weg gekeerde bouwgrens niet meer dan 12 cm bedraagt en daarbij de grens van de weg niet wordt overschreden; c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, overbouwingen, bloemenkozijnen, balkons, galerijen en luifels, voorzover de overschrijding van de naar de weg gekeerde bouwgrens niet meer dan 50 cm bedraagt en zij niet lager zijn aangebracht dan: 1. 4,20 m boven een rijbaan of boven een strook ter breedte van 1,50 m langs een rijbaan; 2. 2,20 m boven een voetpad, voor zover dit voetpad geen deel uitmaakt van de onder 1 genoemde strook; d. ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, voorzover dezen de bouwgrens met niet meer dan 1m overschrijden; e. goten, ondergrondse afvoerleidingen en inrichtingen voor de verzameling van water en rioolstoffen; f. hijsinrichtingen aan tot bewoning bestemde gebouwen, voorzover deze hijsinrichtingen in geen enkele stand: 1. de naar de weg gekeerde bouwgrens met meer dan 1 m overschrijden; 2. de grens van de weg overschrijden; 3. lager zijn geplaatst dan 4,20 m boven een rijbaan. 16.2 Ontheffing van de bouwregels bij overschrijding van de bouwgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.1 voor het overschrijden van bouwgrenzen met ten hoogste 2 m, indien het betreft: a. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen die de grens van de weg overschrijden; b. plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden voor ventilatiekanalen en schoorstenen, die de naar de weg gekeerde bouwgrens met meer dan 12 cm overschrijden, dan wel die de grens van de weg overschrijden; c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, die de naar de weg gekeerde bouwgrens met meer dan 50 cm overschrijden, met inachtneming van het bepaalde in 16.1 onder c, nummers 1 en 2; d. overbouwingen ten behoeve van de verbinding van twee bouwwerken, met inachtneming van het bepaalde in 16.1 onder c; e. bloemenkozijnen, balkons en galerijen, mits zij bij overschrijding van de grens van de weg voldoen aan het bepaalde in 16.1 onder c; f. luifels, reclamezuilen en draagconstructies voor reclame, mits zij bij overschrijding van de weggrens voldoen aan het bepaalde in 16.1 onder c; g. hijsinrichtingen, laadbruggen, stortgoten, stort- en zuigbuizen die in enige stand de naar de weg gekeerde bouwgrens met ten hoogste 1,50 m overschrijden, mits zij niet lager zijn geplaatst dan 4,20 m boven de rijbaan; 100 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
h. toegangen van bouwwerken, voor wat de hoogte boven de weg betreft, die de grens van de weg niet overschrijden; i. kelderingangen en kelderkoekoeken; j. bouwwerken waarvan de bovenzijde niet hoger is gelegen dan: 1. de hoogte van de weg, voorzover de bouwwerken in de weg zijn gelegen; 2. de terreinhoogte bij voltooiing van de bouw, voorzover de bouwwerken niet in de weg gelegen zijn. 16.3 Bestaande maten In de gevallen waarin een bestaande goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud van een legaal bouwwerk ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan meer bedraagt dan in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels is voorgeschreven, geldt deze bestaande gooten/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud als maximum.
101 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 17 Algemene gebruiksregels 17.1 Verboden gebruik a. Overeenkomstig artikel 7.10 Wro is het verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met het plan. Onder verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd gebruik als: 1. staan- en/of ligplaats voor onderkomens; 2. opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en/of vaartuigen en/of onderdelen daarvan; 3. opslagplaats voor gerede en/of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines en/of onderdelen daarvan; 4. stortplaats voor puin, mest- en/of afvalstoffen; 5. seksinrichting en/of ten behoeve van prostitutiedoeleinden, tenzij het 'thuisprostitutie” betreft; 6. verblijfsrecreatie; 7. het racen en/of crossen met gemotoriseerde voertuigen of fietsen; b. het bepaalde onder sub a is niet van toepassing op (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van gronden en/of bouwwerken. 17.2
Ontheffing verboden gebruik
17.2.1 Meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in 17.1 onder a indien strikte toepassing van deze regels leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik van gronden en bouwwerken, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. 17.2.2 Seksinrichtingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in 17.1 onder b nummer 5, genoemde gebruiksverbod ten behoeve van de vestiging van: a. een escortbureau in een als zodanig bestemde woning, inclusief het/de eventueel aanwezige aangebouwde bijgebouw(en), mits de woonfunctie in overwegende mate wordt behouden en de ruimtelijke uitwerking van het escortbedrijf in overeenstemming is met de woonfunctie, casu quo geen ernstige hinder voor de omgeving wordt veroorzaakt. Dat betekent dat: 1. het medegebruik van ondergeschikte betekenis moet zijn en maximaal 40% van de totale vloeroppervlakte van de woning mag beslaan; 2. de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven; 3. de woning moet blijven voldoen aan het bepaalde in het Bouwbesluit 2003 en de Bouwverordening Doetinchem; 4. degene die het escortbedrijf uitoefent ook de bewoner van de woning moet zijn; 5. geen detailhandel mag plaatsvinden; 6. het medegebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet onevenredig veel extra verkeer mag worden aangetrokken; 7. het medegebruik geen nadelige invloed mag hebben op de parkeerbalans, casu quo primair op eigen terrein moet worden geparkeerd; 8. alleen onverlichte reclame-uitingen met een gezamenlijke oppervlakte kleiner dan 0,5 m2 zijn toegestaan, waarvan de langste zijde minder dan 1 m bedraagt; 9. vrijstaande bijgebouwen niet mogen worden gebruikt voor de uitoefening van het escortbedrijf; 102 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
b. seksbioscopen, sekstheaters en seksautomatenhallen in een als zodanig bestemd winkel- of dienstverleningspand en andere daarmee vergelijkbare bestemmingen.
103 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 18 Algemene ontheffingsregels Burgemeester en wethouders kunnen, in uitzonderlijke gevallen, gemotiveerd ontheffing verlenen van de regels van het plan voor: a. het oprichten van bouwwerken van algemeen nut (zoals abri's, telefooncellen, transformatorhuisjes, gasregelstations en gasdrukstations en conmatics), mits de inhoud van elk van deze bouwwerken niet meer bedraagt dan 75 m3 en de bouwhoogte ervan niet meer bedraagt dan 4 m; b. het overschrijden van de bouwregels inzake de goothoogte, de bouwhoogte en de (vloer)oppervlakte van gebouwen, met niet meer dan 10%; c. het overschrijden van de bouwregels inzake de bouwhoogte en de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 10%; d. het in geringe mate aanpassen van het plan, teneinde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens of een bouwgrens, te veranderen, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan gewenst of noodzakelijk is, en waarbij de grenzen met niet meer dan 3 m worden verschoven; e. het oprichten van masten ten behoeve van mobiele (beeld)telefonie en zendmasten tot een bouwhoogte van maximaal 15 m.
104 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 19 Algemene wijzigingsregels Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen ten behoeve van: a. het in geringe mate aanpassen van het plan, teneinde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens of een bouwgrens, te veranderen, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan gewenst of noodzakelijk is en de bestemmingsgrens niet meer dan 5 m en de bouwgrens niet meer dan 10 m worden verschoven; b. het oprichten van gebouwen van openbaar nut (zoals transformatorhuisjes en gemaalgebouwtjes) met een inhoud van maximaal 100 m3 en een goothoogte van maximaal 4 m; c. het enigszins anders situeren en/of begrenzen van bouwvlakken, indien dit ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan nodig mocht blijken, een en ander, mits de oppervlakte van het desbetreffende bouwvlak met niet meer dan 20% van het in het plan vastgelegde afwijkt.
105 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 20 Algemene procedureregels 20.1 Ontheffing en nadere eisen Bij de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van ontheffing of het stellen van nadere eisen op grond van het bepaalde in de regels van dit plan is de navolgende voorbereidingsprocedure van toepassing: a. voorafgaand aan de terinzagelegging maken burgemeester en wethouders het voornemen om ontheffing of nadere eisen te stellen te verlenen in een huis-aan-huisblad dat in de gemeente wordt verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend; b. het ontheffingsverzoek of de nadere eisen, alsmede het ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken liggen gedurende twee weken voor een ieder ter inzage; c. de bekendmaking houdt de mededeling in dat een ieder schriftelijk of mondeling zijn zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren kan brengen bij burgemeester en wethouders gedurende de termijn van terinzagelegging; d. indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit omtrent het verlenen van ontheffing met redenen omkleed; e. burgemeester en wethouders stellen de indiener(s) van een zienswijze in kennis van hun besluit.
106 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Artikel 21 Overgangsrecht 21.1 Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 21.2 Ontheffing Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 21.1 met maximaal 10 %. 21.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling(en) van dat plan. 21.4 Overgangsrecht gebruik 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan. 21.5 Persoonsgebonden overgangsregels Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
107 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Artikel 22 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Verheulsweide 2008. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Doetinchem in de openbare raadsvergadering van d.d. de griffier,
de voorzitter,
108 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Bijlagen Uit: Bedrijven en milieuzonering VNG (16 april 2007)
109 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
110 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Bijlage 1 Lijst bestemmingsplannen
111 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
112 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
113 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
114 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten bij de bestemming Wonen
115 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
116 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
Toelichting bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten 1. Algemeen De tabellen zijn een selectie uit de Lijst van Bedrijfstypen zoals deze door het VNG is opgenomen in de Handreiking, Bedrijven en milieuzonering van 16 april 2007. De lijst is gescreend op ruimtelijke wenselijkheid voor de specifieke bestemming waaraan de lijst gekoppeld is. 2. Hoofdindeling Tabel 1 (aanwezig) omvat de bedrijfstypen waarbij gewerkt is met codering volgens de Standaardbedrijfsindeling (SBI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bij die bedrijfstypen is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties. Tabel 2 (niet aanwezig), te vinden in Bedrijven en milieuzonering van de VNG (2007) omvat algemene opslagen en installaties voor situaties dat: bedrijven bijzondere opslagen en/of installaties hebben, die anders dan "normaal" zijn voor die bedrijven of het betreft opslagen en/of installaties, die op zich niet als een bepaald bedrijf of bedrijfstype kunnen worden aangemerkt, maar wel als een relevante bedrijfsactiviteit in het kader van een bestemmingsplan. 3. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de richtafstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de bouwvlakgrens van het bedrijf en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. Mocht een bedrijf meerdere SBI-codes kennen, dan moet voor elk aspect de grootste afstand worden genomen. Dat geldt ook voor de gebruikte installaties en opslagen. Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs-/activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor de potentiële hinder, gevaar of schade. 4. Geluid: continu (C) en zonering (Z) Bij bepaalde bedrijfstypen is na de afstand voor geluid de letter C van “continu” aangegeven. Dat houdt in dat de meeste bedrijven in dat bedrijfstype continu -dag en nacht (evt. ook in de weekends)- die activiteiten uitoefenen die (mede)bepalend zijn voor het geluidsniveau. Bij bepaling van de afstand voor geluid is rekening gehouden met “continu” in die zin dat de 117 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
afstand voor een “continu bedrijf” dus met C, één stap (categorie) hoger is dan voor een vergelijkbaar niet-continu bedrijf. Voorts is bij bepaalde bedrijfstypen na de afstand voor geluid de letter Z van “zonering” opgenomen. Dit betreft bedrijven die zeer veel geluid produceren en als zodanig zijn aangewezen in het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb), krachtens de Wet milieubeheer. Indien dergelijke bedrijven in het bestemmingsplan voorkomen of daarin niet worden uitgesloten, moet in dat plan een geluidszone worden opgenomen. 5. Indices voor verkeer en visuele hinder De aspecten verkeer (verkeersaantrekkende werking) en visueel (visuele hinder) zijn kwalitatief beoordeeld. Dat weerspiegelt zich in een indicatie omtrent de bronsterkte: potentieel geen of geringe emissie of hinder; potentieel aanzienlijke emissie of hinder; potentieel zeer ernstige emissie of hinder. Het aspect verkeer heeft betrekking op al het autoverkeer (goederen en personen) van en naar de inrichting. Het kan een indicator zijn voor eventuele verkeers- en parkeerhinder in de omgeving. Het aspect visueel is een zeer grove, subjectieve indicator voor de visuele inpasbaarheid van bedrijven. Zo hebben hoge omvangrijke bedrijfsbouwwerken index 3 en kleine(re) kantoorgebouwen index 1. Ook (mogelijke) lichthinder, zoals assimilatieverlichting en verlichting van sport- en industrieterreinen, valt onder dit aspect. 6. Grootste afstand en categorie In de kolom “grootste afstand” is de grootste afstand aangegeven van de afstanden, die daarvóór in de kolommen geur, stof, geluid en gevaar, zijn vermeld. Van die grootste afstand is de zogenaamde categorie, vermeld in de kolom “categorie”, afgeleid. Onder de kop “categorie” is een indeling opgenomen, in zes mogelijke klassen: klasse
grootste afstanden
1
0 of 10 m
2
30 m
3
50 of 100 m
4
200 of 300 m
5
500, 700 of 1.000 m
6
1.500 m
7. Opmerkingen In deze kolom komen de volgende letters voor: B van “bodemverontreiniging”, D van “divers” 118 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"
en 1 van “luchtverontreiniging”. De index voor bodemverontreiniging, B, dient als hulpmiddel bij selectie van bedrijven op gevoelige gronden, met name bodembeschermingsgebieden. De letter B is opgenomen indien een gemiddeld bedrijf binnen het genoemde bedrijfstype een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft. De index voor divers, D, betreft de diversiteit binnen een bedrijfstype naar met name bedrijfsgrootte (productiecapaciteit, opgesteld vermogen e.d.) en productiewijze (processen, milieuzorg). Een zekere diversiteit, naar met name verouderingsgraad, kan als normaal binnen een bedrijfstype worden aangenomen. De index D is aangegeven bij bedrijfstypen met een grotere diversiteit dan normaal. De index L van “luchtverontreiniging” is aangegeven indien de uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht in planologisch opzicht relevant kan zijn, vooral als het neerslag betreft van geëmitteerde schadelijke stoffen op gevoelige bodems, gewassen en flora. Indien dit aspect relevant kan zijn in relatie tot de in de tabel genoemde grootste afstand, is de letter L vermeld. Dan kunnen er dus redenen zijn om de genoemde afstand te verhogen. Verklaring gebruikte afkortingen -
:
niet van toepassing/niet relevant
<
:
kleiner dan
>=
:
groter dan of gelijk aan
cat.
:
categorie
kl.
:
klasse
n.e.g.
:
niet elders genoemd
o.c.
:
opslagcapaciteit
p.c.
:
productiecapaciteit
p.o.
:
productieoppervlak
v.c.
:
verwerkingscapaciteit
u
:
uur
d
:
dag
w
:
week
j
:
jaar
119 vastgesteld bestemmingsplan "Bedrijventerrein Verheulsweide 2008"