Quarterly
PERSPECTIVES ON BANKING
Bedrijfskredieten: motor van de economie Paul De Grauwe en Peter De Keyzer over kredietschaarste en economische groei Een initiatief van BNP Paribas Fortis in samenwerking met Tijd Connect.
scherpgesteld
4 Onlangs las ik dat de kredietverlening aan bedrijven haar hoogste niveau ooit bereikt heeft, ondanks veel verklaringen over het tegendeel. Vanwaar die contradictie? Ten eerste is er vooral veel kortetermijnkrediet beschikbaar en minder langetermijnkrediet. Daar bestaat nochtans een eenvoudige oplossing voor: verzekeraars hebben een andere balansstructuur met verplichtingen op lange termijn. Dat zou het voor hen mogelijk maken om beleggingen op lange termijn aan te bieden. Ten tweede weten kleinere ondernemers vaak te weinig over de beschikbare kredieten die beter aansluiten bij hun behoeftes, en over kredieten die minder belastend zijn voor het eigen vermogen van de bank. Ik denk bijvoorbeeld aan langetermijninstrumenten zoals leasing en achtergestelde obligaties. Hier is dus duidelijk nog ruimte voor raadgevers en bankiers. Ten slotte het meest gevoelige punt: de kwaliteit van het dossier. Elke goed opgeleide bankier zoekt het antwoord op de vraag: ‘hoe zal ik worden terugbetaald?’. Het is een autonome verantwoordelijkheid van de bankier, die onmogelijk van buitenaf opgedrongen kan worden. Er werd nog nooit zoveel krediet verleend aan ondernemingen. Dat lijkt mij het bewijs dat bankiers voldoende inspanningen leverden om de ‘kwaliteiten’ in de dossiers te erkennen. Maar krediet verschaffen is nooit zonder risico. De grotere bedrijven hebben de laatste jaren een pak meer eigen kapitaal ingezet. Als er al meer krediet verleend werd, is dat dus hoofdzakelijk aan kleinere en middelgrote bedrijven. Helaas zijn die bedrijven ook het meest kwetsbaar als de economie of de conjunctuur tegenzit. Hopelijk moeten er in de komende maanden geen grotere provisies voor slechte kredieten aangelegd worden. Dat zou volgens sommigen betekenen dat bankiers weer te veel risico nemen. De eeuwige vicieuze cirkel: ‘ze’ verlenen te weinig krediet, gevolgd door ‘ze’ nemen te veel risico. De beste oplossing? Versterk de balans van bedrijven. Hoe? Verhoog hun nettorentabiliteit dankzij het juiste klimaat en maak van spaarders beleggers, door beleggen in aandelen fiscaal interessanter te maken. De combinatie van gezonde bedrijven en gezonde banken is de beste waarborg voor een herwonnen welvaart.
Michel Delbaere Gedelegeerd bestuurder Crop’s Voorzitter Voka
B NK situering B NK is een crossmediaal contentplatform over maatschappelijk verantwoord en modern bankieren. Door te informeren wil B NK het debat en de dialoog aangaan met opmerkelijke, vernieuwende en concrete verhalen. Deze editie is gepubliceerd op 26 september 2013. www.tijd.be/bnk
Ja, banken geven nog kredieten
10 Predik de diversiteit van het financieringsaanbod
14 Met een goed economisch verhaal lukt het nog altijd
12 Geschiedenis van het krediet
17 Tips & tricks
18
Krediet doet leven
22 Het abc van het bedrijfskrediet
24 Het recept voor economische groei
Colofon Een initiatief van BNP Paribas in samenwerking met Tijd Connect. Coördinatie: Veronique Soetaert Lay-out: Björn De Greef, Christine Dubois Foto: Frank Toussaint VU: Walter Torfs, Stuiversstraat 2, 1000 Brussel
Tijd Connect biedt bedrijven, organisaties en overheden toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën en oplossingen te delen met de De Tijd-community. De betrokken partner is zelf verantwoordelijk voor de inhoud.
CONNECT
Ja, banken geven nog kredieten Dirk Heremans, Cynthia Van Hulle, Kristien Smedts - KULeuven
I Bedrijfskredieten I
In ruil voor overheidssteun werd verwacht dat banken de economische heropleving actief zouden stimuleren. Dat doen ze niet genoeg volgens de publieke opinie. Nochtans zeggen kredietinstellingen dat ze wél veel kredieten geven. Een discussie die een objectieve studie waard is, vinden hoogleraren Cynthia Van Hulle en Dirk Heremans en docente Kristien Smedts (KU Leuven).
oe krijg je een objectief antwoord op die vraag over kredieten? Door de evolutie te onderzoeken van de verhouding van leningen ten opzichte van de totale activa bij banken. In wezen neemt een bank deposito’s aan voor korte termijn en zet die uit in kredieten voor de lange termijn. Anders geformuleerd: in welke mate trekken banken deposito’s aan om vervolgens hiermee kredieten te verstrekken, voornamelijk aan particulieren en kleine tot middelgrote ondernemingen? Dat is het zogenoemde relatiebankieren of met een duur woord: de bankintermediatiefunctie.
H
Relatiebankieren, terug van nooit weggeweest Uit een steekproef over 1999-2011 bij 58 banken die actief zijn op de Belgische markt (goed voor 80% van de bancaire sector in België), blijkt dat deze verhouding relatief stabiel is gebleven. Banken blijken de traditionele bankiersfunctie, het relatiebankieren, consistent uit te oefenen en dat geldt zeker voor bedrijfskredieten. In het licht van de steeds strengere regulering voor banken, die de kredietverlening bemoeilijkt, leveren banken dus wel degelijk de nodige inspanningen op vlak van kredietverstrekking. Al zijn er wel belangrijke verschillen in de bankensector. Terwijl de ratio leningen/totaal activa een stabiel verloop kent voor de kleine banken, noteren we een gestage daling in de intermediatiefunctie van de grootbanken tussen 1999 en 2008. Maar sinds het uitbreken van de financiële crisis zien we voor de grootbanken een terugkeer naar het relatiebankieren, weg van het uit de hand gelopen transactiebankieren. Opvallend: terwijl de intermediatiefunctie van de Belgische banken een eerder stabiel verloop vertoont, is er meer volatiliteit bij de buitenlandse banken die opereren op de Belgische markt. Hier zien we wel degelijk een negatief effect van de financiële crisis: buitenlandse banken bevinden zich sinds de start van de crisis in 2008 op een eerder historisch laag niveau wat de ratio leningen/totaal activa betreft. In tijden van crisis plooien banken zich terug op hun lokale markt. Binnenlandse banken vangen dit op, vergroten de lokale kredietverlening en trekken eerder weg uit de markt van buitenlandse kredietver-
I5I
lening. Terwijl bij buitenlandse banken het aandeel Belgische leningen dan weer daalt, vermoedelijk ten voordele van kredietverlening in hun thuismarkt. Uit diezelfde steekproef bij 58 banken blijkt dat sinds de financiële crisis het vooral lokale instellingen zijn die de lokale kredietverlening op peil houden. Het zijn overigens ook de lokale banken die weer meer Belgische overheidsschuld aanhouden. Of: in crisistijd is het dus belangrijk dat banken lokaal verankerd zijn.
Kredietverlening in een veilig bankwezen De intermediatieactiviteit zal onder druk blijven staan vanuit het streven naar een almaar strikter regulerend kader voor een veilig bankwezen. De nieuwe risico- en liquiditeitsvereisten vertalen zich onder meer in kredieten met kortere looptijd en meer covenanten en zekerheden. Bovendien zullen de risico’s op lange termijn, die voorheen gedragen werden door de kredietinstellingen, in toenemende mate door andere partijen gedragen moeten worden, zoals bijvoorbeeld de verzekeraars. De hamvraag: kunnen die andere partijen de risico’s minstens even efficiënt opnemen en beheren?
WE ZIEN GROOTBANKEN TERUGKEREN NAAR RELATIEBANKIEREN, WEG VAN HET UIT DE HAND GELOPEN TRANSACTIEBANKIEREN. Cynthia Van Hulle, Kristien Smedts, Dirk Heremans - KU LEUVEN
l Bedrijfskredieten l
Bedrijfskrediet in cijfers
1
Uitstaand bedrag aan bedrijfskrediet 4.471,3
4.389,0 4.000 miljard euro
2.996,7 2.270,8
119,8
97,1
0 2007
2008 2009 2010 2011
België
*eerste kwartaal 2013
VS
Bedrijven vragen minder krediet aan
Eind mei bedroeg het uitstaand bedrag aan ondernemingskredieten in België 119,8 miljard euro. Dat is een stijging van 2,9 miljard euro tegenover eind vorig jaar. Eind 2007, voor het uitbreken van de financiële crisis, kwam het uitstaand bedrag aan ondernemingskredieten uit op slechts 97,1 miljard euro. (zie grafiek 1)
Het aantal kredietaanvragen lag in 2012 zo’n 11 procent lager dan in 2011 en het aantal verstrekte kredieten daalde daardoor ook met 10 procent. Uiteindelijk daalde het volume aan verstrekte ondernemingskredieten met 17 procent ten opzichte van 2011. (zie grafiek 1) Het is een evolutie die zich ook dit jaar voortzet: het aantal aanvragen voor ondernemingskredieten in ons land daalde in het eerste trimester van dit jaar met bijna 3 procent tegenover het eerste trimester van 2012. Bedrijven vroegen ook ruim 1 procent minder krediet aan. (zie grafiek 2 en 3)
Het uitstaand bedrag aan bedrijfskredieten in de eurozone kwam eind mei uit op 4.471,3 miljard euro. Dat is een daling van 355,6 miljard euro tegenover december 2008. Over dezelfde periode is er in België een stijging van 13,4 miljard euro. (zie grafiek 1)
DE BELGISCHE RENTETARIEVEN BEHOREN TOT DE LAAGSTE VAN EUROPA. I6I
Investeringen via durfkapitaal en private equity lopen terug Durfkapitaal- en private-equityfondsen hebben vorig jaar 36,5 miljard euro in 5.000 Europese bedrijven geïnvesteerd. Dat is bijna een vijfde minder dan in 2011. Van dat bedrag ging 3,2
2013*
Eurozone
Bron: Nationale Bank, België
Het uitstaand bedrag aan bedrijfskredieten stijgt in België…
… maar daalt in Europa
2012
2
Kredietaanvragen in België 2012 tegenover 2011
l Bedrijfskredieten l 7,6%
-1,9%
2/2011 - 1/2012 3/2011 - 2/2012 4/2011 - 3/2012 5/2011 - 4/2012 6/2011 - 5/2012 7/2011 - 6/2012
vo or on de rne mi ng skr ed iet en
8/2011 - 7/2012 9/2011 - 8/2012 10/2011 - 9/2012
11/2011 - 10/2012 12/2011 - 11/2012
eb elf in, ba rom ete r
1/2012 - 12/2012 0%
Aantal
70 miljard euro 36,5
in België 3 Kredietverstrekking 2012 tegenover 2011
Eq uit yA sso cia
tio n
Bedrag
69,8
Bro n: F
-11,3%
van durfkapitaal en 4 Investeringen private-equityfondsen in België
2,3 1,4
2/2011 - 1/2012
0
3/2011 - 2/2012
2007
2008 2009
4/2011 - 3/2012
België
2011
2012
Europa, incl. Zwitserland en Noorwegen
Bro n: Be lgi an
5/2011 - 4/2012
2010
Ve ntu re Ca pit al
&P
riv ate
9,1%
6/2011 - 5/2012 7/2011 - 6/2012 ing skr ed iet en
8/2011 - 7/2012 9/2011 - 8/2012
nd ern em
10/2011 - 9/2012
5
oo ro
11/2011 - 10/2012
Opgenomen krediet in België per grootte onderneming
me ter v
12/2011 - 11/2012 ba ro
1/2012 - 12/2012
Aantal
Bro n:
Bedrag
Fe be lfin ,
-17,2%
Kleine ondernemingen
49,4%
25,6%
Grote ondernemingen
van het totale uitstaande kredietvolume wordt verleend aan kmo's
Krediet blijft goedkoop Eind mei bedroeg de gemiddelde rente op nieuwe bedrijfskredieten 2,88 procent, een daling met 5 basispunten tegenover een maand
I7I
cijf ers me i2
eerder. De Belgische rentetarieven behoren tot de laagste van Europa. (bron: Nationale Bank van België)
Ba nk v
an
74,4%
Meer bedrijven vinden hun weg naar kredietbemiddeling De Kredietbemiddelaar, de instantie die vier jaar geleden in het leven werd geroepen om ondernemingen met kredietproblemen bij te staan, kreeg vorig jaar 298 aanvragen. Dat is een verdubbeling in vergelijking met 2011. (bron: jaarverslag 2012 de Kredietbemiddelaar)
Be lgi ë
Middelgrote ondernemingen
Bro n: Na tio na le
miljard naar investeringen in jonge groeibedrijven. In België werd langs de weg van durfkapitaal vorig jaar 1,4 miljard euro geïnvesteerd. Dat is een stijging van 432,06 miljoen euro tegenover 2011, maar het is nog altijd 913,9 miljoen euro minder dan in 2007. (grafiek 4)
013
25%
Bijna driekwart van uitstaande leningen gaat naar kmo’s
49,4 procent van het totale uitstaande kredietvolume in ons land gaat naar kleine ondernemingen. De middelgrote ondernemingen zijn goed voor 25 procent en de grote ondernemingen zijn goed voor 25,6 procent. (zie grafiek 5)
Predik de diversiteit van het financieringsaanbod Hoe vinden ondernemingen weer makkelijker de weg naar krediet om nieuwe investeringen te financieren? Vijf specialisten steken de koppen bij elkaar.
I8I
Pieter Timmermans (VBO), Max Jadot (BNP Paribas Fortis), Koen Schoors (Universiteit Gent), Edouard Abbeloos (Belgian Venture Capital & Private Equity Association), Philippe De Backer (Europees parlementslid)
r schort iets aan de kredietverlening aan bedrijven. Financiële instellingen worden overdonderd door strenge regelgevingen, en ondernemingen ondervinden meer moeilijkheden om nieuwe financieringsbronnen aan te boren. Er is nochtans een uitweg, maar dan moet iedereen wel de hand in eigen boezem steken. Het beleid van de overheid mag gerust wat gerichter, regulatoren zouden de consequenties van hun streng beleid eens in kaart mogen brengen, financiële instellingen kunnen potentiële kredietnemers meer begeleiden en ook ondernemers mogen wat creatiever uit de hoek komen. Dat is de visie van vijf specialisten die ieder vanuit een andere hoek vertrouwd zijn met kredietverlening: Edouard Abbeloos (secretaris-generaal van de Belgian Venture Capital & Private Equity Association), Philippe De Backer (Europees parlementslid), Max Jadot (CEO BNP Paribas Fortis), Koen Schoors (hoogleraar Economie aan de Universiteit Gent) en Pieter Timmermans (CEO van het Verbond van Belgische Ondernemingen).
E
Is er in ons land sprake van kredietschaarste? Timmermans: ‘Ik kom vaak in contact met bedrijfsleiders die er niet in slagen hun financieringsprojecten tot een goed einde te brengen. Paradoxaal genoeg stellen we in onze macro-economische analyses vast dat er voldoende kapitaal beschikbaar is bij de banken en dat het uitstaande kredietbedrag is gestegen tot bijna 120 miljard euro. De uitdaging bestaat er vooral in om het geld van de ene plaats naar de andere te krijgen.’ Jadot: ‘Er wordt ontzettend veel over gesproken, maar er is in ons land geen echte kredietschaarste. Er zijn nog voldoende kredieten aanwezig en de voorbije vier jaar is er zelfs een grote stijging geweest van de uitstaande kredieten. Alleen bij grote ondernemingen stellen we een vermindering vast. Maar die
I9I
hebben voldoende cashflow om hun projecten zelf te financieren of ze boren andere financieringsbronnen aan buiten de traditionele kredietverlening door banken, onder andere via bedrijfsobligaties.’ Schoors: ‘De verschillen in de eurozone zijn heel groot. Zo is de situatie in België redelijk goed, terwijl de kredietverschaffing in Nederland veel problematischer is. Dat heeft deels te maken met een ‘balkanisering’ van het Europese bankensysteem. Banken worden door hun overheden vaak verplicht om vooral de nationale economie te ondersteunen. Daardoor droogt de internationale kredietstroom op, waardoor grote multinationals zich tot hun nationale banken richten. De grote bedrijven zuigen dus een groot deel van het krediet op, vooral ten koste van kleine bedrijven die ook nog eens tegen veel moeilijkere voorwaarden krediet krijgen. En dat zie je in België ook gebeuren: de voorwaarden en waarborgen om nog een krediet te krijgen zijn veel strenger.’ Zijn banken te streng geworden? Jadot: ‘De weigeringsgraad van BNP Paribas Fortis is de voorbije jaren amper gestegen en ligt al sinds 2009 rond 5 procent. Dat is veel minder dan in buurland Nederland. Ik heb onlangs tien geweigerde dossiers opgevraagd om te kijken of onze agentschappen niet te streng waren geweest. Wel: in elk van die tien gevallen had ik, toen ik zelf nog kantoordirecteur was,
>
BNKQ Foto onderschrift
>
dezelfde beslissing genomen, omdat er te weinig eigen inbreng was of omdat het businessplan niet voldeed. In moeilijke situaties vragen we natuurlijk een grotere waarborg, omdat we zekerheid willen dat een kredietnemer op termijn het verstrekte krediet kan terugbetalen. Dat neemt niet weg dat we kmo’s nog beter kunnen ondersteunen: daarom leiden we onze medewerkers op om duidelijk te communiceren waarom een krediet werd geweigerd.’ De Backer: ‘Ook de ondernemingen hebben daar een grote verantwoordelijkheid. Ondernemers zijn weinig ondernemend in hun zoektocht naar financiering. Ze gaan dikwijls alleen bij hun huisbankier langs, zonder andere oplossingen in overweging te nemen.’ Timmermans: ‘Ondernemers hebben er zeker baat bij wat creatiever te worden en hun dossier zeer goed te onderbouwen. Het geld is er wel, maar alleen voor wie een goed dossier heeft. En dat heeft natuurlijk te maken met wederzijds vertrouwen: investeerders en bedrijfsleiders hebben momenteel maar weinig vertrouwen in de toekomst en schuiven daardoor investeringsprojecten op de lange baan, terwijl er bij kredietinstellingen weinig vertrouwen is dat projecten de crisis kunnen overleven. Zolang dat wederzijds vertrouwen niet is hersteld, zal de perceptie van de kredietverlening problematisch blijven.’ Zijn er voor bedrijven oplossingen buiten de traditionele kredietverlening door de banken? Timmermans: ‘We moeten de diversiteit van het financieringsaanbod prediken om de economische
HET GELD IS ER WEL, MAAR ALLEEN VOOR WIE EEN GOED DOSSIER HEEFT. Pieter Timmermans, VBO
machine weer op gang te krijgen. Het zal voor kleine kmo’s misschien nog altijd via een banklening moeten gaan en voor (middel)grote ondernemingen misschien via de uitgifte van obligaties. Maar ook andere financieringsvormen zoals private equity of crowdfinanciering zijn zeer zinvol.’ De Backer: ‘Een aantal ondernemingen zal altijd traditioneel worden gefinancierd. Beleidsmakers moeten een kader scheppen waarin ook alternatieve bronnen van financiering meer plaats krijgen en aangemoedigd worden, zoals durfkapitaal en private equity. Doorheen hun levenscyclus hebben ondernemingen ook andere financieringsnoden. Die zijn anders voor een startup dan voor een groeibedrijf of een middelgrote onderneming. De kruidenier om de hoek zal geen private-equityfonds toelaten in zijn eenmanszaak. Jammer genoeg is de juiste financiering niet altijd op het juiste moment beschikbaar of zijn de gevraagde waarborgen te groot. We moeten dus werk maken van de verschuiving naar alternatieve financieringsvormen.’ Abbeloos: ‘In België oogt de solvabiliteit van vele kmo’s niet rooskleurig. Durfkapitaal kan daar een rol in spelen door via een duurzame investering kapitaal te verstrekken en het niveau van het eigen vermogen op te krikken. Grote ondernemingen zijn daar intussen wel mee vertrouwd, maar dat geldt nog niet voor kleinere ondernemingen. Dat heeft deels te maken met een gebrek aan kennis, maar komt ook omdat de stap naar durfkapitaal een mentaliteitswijziging vergt. Geld lenen van een bankier is makkelijker, omdat hij geen controle uitoefent op de activiteiten van een ondernemer. Voor durfkapitaal ligt dat natuurlijk anders: de partners van een fonds willen zicht hebben op de onderneming. Het is een werkwijze die jonge ondernemingen niet altijd appreciëren.’ Doet de overheid genoeg om ondernemingen te ondersteunen en hen makkelijker de weg naar krediet te laten vinden? Timmermans: ‘De regeringen in ons land hebben een veel te divers pakket aan steunmaatregelen uitgewerkt. Ondernemers vinden er hun weg niet meer in terug. Politici doen in zekere zin aan ‘overshooting’ en er is geen gecoördineerde aanpak. Als we in het najaar nadenken over een nieuw pact om de competitiviteit te stimuleren, zouden we alle types van leningen die de overheden aanbieden eens naast elkaar moeten leggen. Zo kun je daar zowel regionaal als federaal een coherent geheel van maken.’ De Backer: ‘Een vereenvoudiging is echt noodzakelijk. Overheden verrichten dikwijls lapwerk zonder echt helemaal het gaspedaal in te drukken. Zo krijg je een lappendeken van maatregelen, waar zowel bedrijven als investeerders het moeilijk mee hebben. Dat
I 10 I
l Bedrijfskredietenl
haalt deels de stabiliteit van het systeem onderuit, maar ook het vertrouwen. We moeten het zo simpel mogelijk houden. Banken of investeerders moet bedrijven kunnen steunen, en de markt moet kunnen spelen. De overheid moet garanties en stimulansen geven, maar alleen daar waar de markt niet voldoende speelt.’ Schoors: ‘Ook het geld op spaarrekeningen is ontzettend belangrijk. Bij Belgische banken is een immens bedrag van zo’n 240 miljard euro op korte termijn opvraagbaar. Dat is een heel fragiele situatie. Daarom pleit ik voor een banksysteem waarbij de overheid ook spaarproducten met een langere looptijd meer aanmoedigt, zoals obligaties of kasbons. Dat kan door de fiscale vrijstelling voor het spaarboekje uit te breiden of zelfs helemaal te verschuiven. Daardoor verhoog je de stabiliteit bij de banken en verbetert de liquiditeitspositie waardoor banken meer en vooral op langere termijn kunnen uitlenen. Dat komt dan weer de financiering van kmo’s ten goede.’ Ondernemingen klagen over de kredietverlening, maar hoe moeilijk is het om nog krediet te verschaffen? Jadot: ‘Banken worden op dit ogenblik met meer dan 30 regelgevingen geconfronteerd, zowel nationaal als Europees. Dat gaat van de Basel III-normen, die strengere kapitaaleisen opleggen aan de banken, tot de MiFID-regels, die beleggers beter moeten beschermen. Voor een deel hebben de banken dat zichzelf natuurlijk aangedaan, maar het is wel heel moeilijk om ons metier nog uit te oefenen.’ Abbeloos: ‘Ook voor private equity is dat een probleem. Want aan de ene kant moeten we risicokapitaal verstrekken aan jonge bedrijven, maar aan de andere kant moeten we de risicofactoren tot in het oneindige controleren. Dat is toch wel heel dubbel. Private equity wordt voor een deel gefinancierd door pensioenfondsen en verzekeraars die op hun beurt veel voorzichtiger moeten zijn. Dus in plaats van de economie te ondersteunen, is er een globale vertraging van de economie omdat er geen olie meer is in het economische systeem.’ De Backer: ‘Als ik zie hoe België bepaalde Europese richtlijnen omzet, dan behoren we heel dikwijls bij de strengste van Europa. Soms terecht, maar soms dreigen we ook de financiering van de reële economie helemaal dicht te knijpen. Verschillende institutionele spelers, zoals pensioenfondsen, verzekeraars of vermogensbeheerders, hebben het daarom moeilijker hun rol te spelen. Gevolg? Een rem op de omzetting van spaargeld in rendabel en actief kapitaal.’ Mogen bedrijven stilaan weer beginnen te hopen op beterschap? Of is er nog een lange weg af te leggen? Timmermans: ‘Geleidelijk aan gaan we weer vooruit. Het is nu vooral belangrijk om de projecten die in de pijplijn zitten ook gefinancierd te krijgen. Daarvoor is een divers financieringsaanbod nodig, maar we moeten tegelijkertijd nadenken over een mechanisme om eigen vermogen aantrekkelijk te maken. We moeten nadenken over een
I 11 I
vervolg op de wet Cooreman-De Clercq uit 1982, die de aankoop van aandelen fiscaal aantrekkelijk maakte. Zo kun je de trein die stilaan in beweging komt een extra stimulans geven.’ Jadot: ‘Ik geloof dat economische beterschap sneller op komst is dan we misschien vermoeden, maar dit creëert nieuwe vraagtekens. Want als banken strenge liquiditeitsregels opgelegd krijgen en tegelijkertijd het eigen vermogen moeten optrekken tot meer dan 3 procent van het balanstotaal, dreigt dat een rem te zetten op de economie als er weer sprake is van een heropleving.’ Schoors: ‘Economische heropleving wordt zelden gedreven door bankfinanciering. De helft van de investeringen wordt gedreven door cashflow en net daaraan ontbreekt het nu omdat we in een recessie zitten. Maar zodra de economie opveert, zal ook de cashflow toenemen en zullen bedrijven weer meer investeren. In die eerste fase waarin er weer cashflow is, is de rol van de banken minder belangrijk. Binnen afzienbare tijd komt alles weer vanzelf goed. Stilaan mogen we ervan uitgaan dat we volgend jaar het ergste achter de rug hebben.’ ||
KREDIETVERLENING NA DE CRISIS Is de kredietverlening door banken fundamenteel veranderd sinds het uitbreken van de crisis in 2008? Daarover publiceerde Nancy Huyghebaert, hoogleraar Bedrijfsfinanciering aan de KULeuven, eerder dit jaar een uitgebreid onderzoek. ‘In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, heb ik geen bewijs gevonden waaruit blijkt dat banken minder kredieten verlenen aan bedrijven’, zegt Huyghebaert. Het uitstaand kredietbedrag neemt nog elk jaar toe, al is de groei iets minder sterk dan voor de financiële crisis. Toch is er sindsdien heel wat veranderd. Zo verstrekken banken meer dan vroeger kredieten aan Belgische gezinnen en ondernemingen. ‘Banken zijn genoodzaakt om de risico’s waaraan ze zich blootstellen zo goed mogelijk in te schatten. Dat is natuurlijk makkelijker in het thuisland dan ergens in het buitenland’, aldus Huyghebaert. Daarnaast is ook het belang van spaardeposito’s – en dan vooral van spaarboekjes – toegenomen als financieringsbron voor de banken. ‘Bovendien stellen we vast dat in ons land kredieten veel vaker in een effectenvorm worden gegoten. Dat is geen slechte zaak: die effecten kan een bank eventueel verhandelen op een moment dat ze liquiditeitsproblemen ondervindt’, weet Huyghebaert.
l Bedrijfskredieten l
Geschiedenis van en pond vlees. Dat was de inzet van een geschil in Shakespeares De Koopman van Venetië. Een geschil over een krediet. De geldhandelaar Shylock leent geld uit aan Antonio. Als onderpand eist hij een pond vlees uit het lichaam van Antonio. Waarna Antonio Shylock niet kan terugbetalen, en dus eist die zijn pond vlees. Als het geschil voor de rechtbank komt, krijgt Shylock te horen dat hij wel degelijk recht heeft op een pond vlees onder twee voorwaarden. Shylock mag geen gram meer of minder opeisen en hij heeft alleen recht op ‘vlees’ en mag geen druppel bloed verspillen. Met die uitspraak keren definitief de kansen. Eens te meer maakt De Koopman van Venetië duidelijk dat vertrouwen een grote rol speelt bij kredietverlening. Dat blijkt overigens al uit het woord krediet. Dat is afgeleid van het Latijnse credere: geloven of vertrouwen. Het toneelstuk is eeuwen oud, de boodschap is actueel. Denken we aan de rol van vertrouwen bij financiële transacties of op financiële markten. Alles wordt eraan gedaan om het vertrouwen te versterken. Ratings voor kredietwaardigheid zijn een manier om het vertrouwen tussen schuldeiser en schuldenaar te vergroten. Ook de vaak tegengestelde belangen van kredietnemer en kredietverstrekker zijn een thema in De Koopman van Venetië. Dat werd de voorbije jaren zichtbaar in de eurozone. Duitsland is het duidelijkste voorbeeld van een schuldeiserland. De oplossingen die het voorstelt, leggen de verantwoordelijkheid bij de schuldenaars. Die moeten de belastingen verhogen, zwartwerk bestrijden, de overheidsuitgaven verlagen of de economie moderniseren. Dat is volgens Duitsland de beste garantie dat de schuldenaars hun schulden kunnen aflossen. Maar die schuldenaars zien de zaken anders. Zij vragen begrip voor de moeilijke omstandigheden. Ze dringen aan op betere voorwaarden - lagere rentes - of een financiële tegemoetkoming. Ook op kleinere schaal is kredietverlening niet weg te denken. Bedrijven - vooral kmo’s - uit Italië of Spanje raken vandaag veel minder makkelijk aan krediet dan hun noordelijke collega’s. En wanneer ze krediet krijgen, moeten ze daarvoor hogere rentes betalen. De rentes, kredietstandaarden of de kredietvoorwaarden die banken hanteren, geven de mate van vertrouwen weer. Bij kredietverlening staat of valt alles met vertrouwen. Vertrouwen in de toekomst van een land of van een bedrijf. Vertrouwen tussen landen. Tussen bankier en ondernemer. Tussen Antonio en Shylock.||
E
Peter De Keyzer Hoofdeconoom - BNP Paribas Fortis
1780 voor Christus : Codex van Hammurabi Het eerste bewijs van een kredietsysteem, de Codex van Hammurabi, telt ongeveer 150 regels over tal van zaken, zoals de berekening van intresten, de uitgifte van garantiebrieven, mogelijke onderpanden en de kwijtschelding van schulden om de drie jaar.
10e tot 13e eeuw: lettera di pagamento De Lombarden introduceerden de lettera di pagamento, een voorloper van de wisselbrief. Het was een schuldbekentenis die de schuldenaar verbond om het verschuldigde bedrag op een afgesproken datum te betalen aan de schuldeiser, persoonlijk of via een Italiaanse bankier.
15e tot 16e eeuw: lenen tegen intrest en start van de obligatiemarkt: Zodra de Kerk lenen tegen intrest aanvaardde, kon het banksysteem zich volop ontwikkelen. De obligatiemarkt ontstond om de oorlogen tussen de Italiaanse stadstaten te financieren. Burgers moesten een deel van hun vermogen afstaan aan de staat in ruil voor intrest.
Mei 1728: eerste kaskrediet De Royal Bank of Scotland, op zoek naar een lucratieve investering van haar kapitaal, verleent het eerste kaskrediet aan ene William Hog. Kaskredieten droegen bij tot de economische groei van de regio, omdat ze toelieten nieuwe ondernemingen te financieren.
I 12 I
STAAT
l Bedrijfskredieten l
het krediet 2004: crowdfunding Oorspronkelijk werd crowdfunding gebruikt om mensen in de entertainmentbusiness te helpen. Een ondernemer biedt zijn project online aan om mensen de kans te geven mee te investeren. Als elke persoon uit de ‘crowd’ een klein bedrag inbrengt, is er uiteindelijk voldoende kapitaal voor het project. In 2009 doken de eerste vormen van crowdfunding op in West-Europa.
1975: het microkrediet Al in 1720 was er de eerste vorm van microkrediet met de oprichting van het Irish Loan Fund door de Ierse dominee en schrijver Jonathan Swift. De hedendaagse invulling van de term hebben we te danken aan de Bengalees Muhammad Yunus die in 1975 in Bangladesh de Grameen Bank oprichtte. In België startte het gebruik van microkredieten pas in 2000 voor het Franstalige en in 2007 voor het Nederlandstalige landsgedeelte.
1957: eerste leasingbedrijf in de VS Hoewel er in de oudheid al leasingovereenkomsten onder de vorm van kleitabletten bestonden, dateert het eerste echte leasingbedrijf pas van 1957. Het gaat om het Amerikaanse United States Leasing Corporation uit San Francisco. Vijf jaar later begint het idee zich ook in Europa te vormen, met als eerste bewijs het ‘Deutsche Lising Gmbh’.
Jaren 20: eerste kredietkaart Het idee van betalen op krediet kwam er doordat heel wat automobilisten op een eenvoudige manier wilden afrekenen bij de aankoop van benzine. In 1938 werkten verschillende bedrijven samen om de kredieten op elkaar af te stemmen en begin jaren 60 werden de kredietkaartmaatschappijen VISA en MasterCard opgericht.
I 13 I
Wist u dat… … de introductie van de economische term ‘lease’ wordt toegewezen aan de telefoonmaatschappij die in 1877 besliste om telefoons niet te verkopen, maar te verhuren. … de katholieke kerk geruime tijd de ontwikkeling van het kredietsysteem bemoeilijkte, omdat lenen tegen intrest als woeker beschouwd werd en dus verboden was? … in de vroege middeleeuwen de kloosters vaak als bankier fungeerden? Ze ontvingen giften en deposito’s van privépersonen en gelovigen. In ruil gaven ze landbouwleningen. … de Britse filosoof David Hume kaskrediet omschreef als: ‘one of the most ingenuous ideas that has been executed in commerce’? … Muhammad Yunus en zijn Grameen Bank in 2006 de Nobelprijs voor de Vrede kregen, voor hun inspanningen om economische en sociale ontwikkelingen van onderuit mogelijk te maken? … Barack Obama bij de laatste presidentsverkiezingen een deel van de campagne financierde door crowdfunding?
HET KEURSLIJF VOOR DE BANK IS STRAK GEWORDEN EN WORDT NOG STRAKKER. Michel Vermaerke, Febelfin
DE REGELS ZIJN VOOR IEDEREEN DEZELFDE. DE GROTE VARIATIE ZIT VOORAL IN DE VOORWAARDEN. Mathias Dewatripont, Nationale Bank
KREDIETEN ZIJN HIER BIJZONDER GOEDKOOP. Issam Hallak, Vlerick Management School
I BedrijfskredietenI
Met een goed economisch verhaal lukt het nog altijd De toegenomen regelgeving heeft zeker een impact op de kredietrelatie tussen bank en bedrijf. Maar toch blijft de economische situatie de belangrijkste factor in de kredietverstrekking, zowel de macro-economische context als de specifieke situatie van het bedrijf. Enkele specialisten werpen hun licht op de factoren die het kredietgedrag beïnvloeden.
oor een krediet blijven de macro-economische context en de specifieke competitiviteit van een bedrijf fundamenteel. Banken moeten door de recente regelgeving hun eigen vermogen fors versterken. Dat kan de kosten van een bedrijfskrediet verhogen. Maar het beperkt ook de risico’s voor de bank’, zegt Mathias Dewatripont, hoogleraar aan de ULB en directeur van de Nationale Bank. ‘Het keurslijf voor de bank is strakker geworden en het wordt nóg strakker. Dat is begrijpelijk’, vindt Michel Vermaerke, gedelegeerd bestuurder van Febelfin. ‘De banksector zit in 31 regelgevende ‘werven’ - Europees, internationaal en nationaal. Op al die niveaus gebeurt heel wat tegelijk.’
‘V
toegekende kredieten te verhogen. Maar door de grote concurrentie durven ze dat niet.’ De crisis bracht de kwetsbaarheid van de banken aan het licht. Banken financieren zich op zeer korte termijn en verlenen vervolgens op zeer lange termijn krediet. ‘De banken kregen veel strengere liquiditeitsnormen opgelegd’, merkt professor Hallak op. ‘Die liquiditeitsnormen verplichten de banken om hun langetermijnactiva én hun kortetermijnpassiva te verlagen. Voor ondernemingen blijven de gevolgen beperkt, omdat zij meestal op middellange termijn lenen.’
Regels tasten winstgevendheid aan
Toch gul met de spaarpot
Issam Hallak, hoogleraar aan de Vlerick Management School, ziet door de Basel III-normen twee grote veranderingen: ‘De kapitaaleisen waaraan banken moeten voldoen, werden verhoogd. De banken moeten hogere kapitaalbuffers aanleggen om conjunctuurfluctuaties op te vangen. Bedroeg het eigen vermogen voor een kredietniveau 2 procent, dan eisen de nieuwe normen een verdubbeling van dat percentage. Bij eenzelfde rentevoet op een lening, wordt het rendement van de aandeelhouders van de banken met andere woorden gehalveerd. Banken kunnen dat verlies compenseren door de rente op
De Belgische kredietmarkt is uiterst competitief, vindt Issam Hallak. ‘Zo zijn kredieten hier bijzonder goedkoop. Banken beschikken over veel geld - denk maar aan het spaargeld - om uit te lenen. Ze zijn behoorlijk gezond, en flink opgeschoten met de Basel-regelgeving. Ze hebben zelfs de duik in de return op de aandelen goed verwerkt.’ Sinds 2008 is het volume van bedrijfskredieten van banken verhoogd, zo maakte de Nationale
I 15 I
l Mobiel betalen l
DENK OOK ZELF NA OVER DE ZEKERHEDEN DIE U DE BANK KUNT BIEDEN. Koen Baluwé, advocaat
Bank onlangs bekend. De gemiddelde kredietrente staat op het laagste peil ooit. ‘Bedrijven vragen meer dan ooit bankkredieten en krijgen ze vaak ook. Het spaargeld slaapt niet. De extra spaarpot van de laatste vijf jaar loopt gelijk met de verhoging van de kredietverstrekking in die periode, krediet via hypotheken, aan overheden en bedrijven’, constateert Michel Vermaerke. Waarom raken sommige bedrijven dan niet of moeilijk aan krediet? Volgens Dewatripont komt dat niet door kredietschaarste, maar door de conjunctuur. ‘De belangrijkste factor is de zwakke economische groei. Banken merken dat aan de wanbetalingen op bedrijfskredieten, die flink gestegen zijn.’ Eind 2011 was het eigen vermogen van 17,3 procent van de kleinste Belgische bedrijven negatief, weet Michel Vermaerke.
VOOR BEDRIJVEN IN MOEILIJKHEDEN Sinds 1 augustus gelden nieuwe regels voor wie een beroep doet op de wet op de continuïteit van de onderneming (WCO), die bedrijven in moeilijkheden beschermt tegen schuldeisers. ‘Enkele van die nieuwigheden gaan in de goede richting’, zegt advocaat Bernard Mailleux (ConSensoAdvocaten). De bescherming kan voortaan makkelijker worden ingetrokkenen en de rechter kan bijkomende informatieverplichtingen opleggen. Het bedrijf moet bij zijn eerste verzoek tot bescherming een financieel rapport van een externe expert voorleggen. Het grootste probleem van de WCO was dat bij verkoop van een bedrijf, de rechter de voorkeur gaf aan het bod dat de meeste tewerkstelling beloofde, ook al was er maar één en lag het onder de liquidatiewaarde. ‘Daardoor moesten banken het krediet beperken of op zoek gaan naar andere zekerheden.’ De wet heeft dit nu aangepakt: een offerte komt nog alleen in aanmerking als het bod minstens gelijk is aan de liquidatiewaarde. Dat men in geval van vergelijkbare offertes toch kiest voor de offerte die het meeste werkgelegenheid biedt, lijkt dan niet zo dramatisch. ‘Voor banken zijn er nog wel zekerheden die aangetast blijven’, waarschuwt advocaat Mailleux. Bedrijven in een WCO-procedure kunnen niet verplicht worden om goederen te verkopen. Nu zijn ook de echtgenoten of samenwonende partners van de eenmanszaak beschermd. Een persoonlijke borgstelling kan worden kwijtgescholden als ze niet in verhouding staat tot het vermogen van de borgsteller, als die bij wet medeverbonden is voor de schuld van de echtgenoot of partner.
I 16 I
‘Bovendien melden bedrijfsaccountants dat 70 procent van hun klanten niet genoeg weet van financiën om een zaak te runnen. Geen wonder dat bankiers soms opschrikken van verontrustende kredietaanvragen.’
Voorzichtigheid koning ‘Het is voor grote ondernemingen wellicht makkelijker’, erkent Mathias Dewatripont. ‘Zij kunnen direct aan middelen geraken via obligaties, de beurs of andere financiers. Dat versterkt hun dossiers om van banken extra krediet te krijgen. Maar de regels zijn voor iedereen dezelfde. De grote variatie in voorwaarden zit vooral in de waarborgen. Het is logisch dat banken voorzichtiger zijn geworden. Deze diepe crisis is veroorzaakt door al te losse kredietverlening. Dat is het type crisis waar we het moeilijkst uit geraken. We mogen dus niet hervallen.’ ‘U moet een krediet kunnen terugbetalen met uw activiteiten, niet met de waarborgen. Als u genoeg andere financiering kunt voorleggen naast het bankkrediet, kunt u wel een goed krediet krijgen’, zegt Michel Vermaerke. ‘Om uw bankier te overtuigen, moet uw kredietdossier bedrijfseconomisch en financieel kloppen’, beaamt advocaat Koen Baluwé van het kantoor De Bock & Baluwé advocaten. ‘Voorgenomen investeringen moeten grondig worden voorbereid, met oog voor rendement, kredietwaardigheid en solvabiliteit. Het dossier moet bedrijfseconomisch gezond zijn. Het zal juridisch in orde zijn als het economisch in orde is. De bank gaat uw businessplan niet schrijven. Dat kan en mag ze zelfs niet. Neem tijdig contact op met de bank en pluis vooraf de bankproducten uit. Dan kunt u daarmee rekening houden bij de uitwerking van uw businessplan. Denk ook zelf na over welke zekerheden u de bank kunt bieden.’ ||
l Bedrijfskredieten l
Waarop let een bankier bij de vraag om een bedrijfskrediet? Tips van Alex Overfeldt, hoofd kredieten Corporate & Public Banking België en Marc Vuerings, specialist bedrijfskredieten BNP Paribas Fortis.
tips & tricks
1
4
Leg uw bankier een duidelijk en logisch project voor. Weet goed waarvoor uw bedrijf het krediet nodig heeft. Waar wil u naartoe? Welke markt denkt u te veroveren? Welke resultaten levert dat op?
2 Past uw krediet in uw langetermijnvisie? Wat zegt uw strategisch businessplan? Neem de bankier mee in die visie.
3 Onderbouw met heldere en transparante informatie. Weet waarvoor uw bedrijf staat. De bankier verwacht de recentste en gevalideerde cijfers, geen voorlopige cijfers. Ken de belangrijkste cijfers en zorg ervoor dat u alle stappen logisch kunt verklaren. De bankier verwacht dat u met hem de cijfers overloopt en hem de nodige uitleg verschaft. Geef een duidelijk overzicht van eerder verworven kredieten, hoe die zijn ingezet en wat het resultaat was. Speel open kaart, zo wint u het vertrouwen van de bankier. Ook als het al eens tegenzit. Weet hoeveel de investering zal kosten. Een goede bedrijfsleider vraagt vooraf offertes voor de voornaamste onderdelen van zijn investeringen.
4 Ondersteunt u zelf het plan? Neem het ondernemersrisico voor uw rekening. Een eigen financiële bijdrage of een solide engagement vergroten de slaagkans én de geloofwaardigheid van het project. De bankier wil niet de enige zijn die alle risico’s neemt.
5 Banken spreiden hun risico’s. Banken vermijden concentratierisico’s. Hoe groter het belang van de investering voor uw bedrijf, hoe groter de risico’s. Overweeg in dergelijke omstandigheden een samenwerking met meerdere financiers.
6 Banken verzachten hun risico’s. De bankier vraagt reële zekerheden om een
I 17 I
voorrecht te verkrijgen op de goederen die hij financiert. Pas op: zekerheden maken van een ongeloofwaardig nooit een deugdelijk project.
7 Een vinger aan de pols. Een bankier wil in het economisch gebeuren participeren en ziet graag een evenredig deel van het betalingsverkeer over de bankrekening lopen. Zo houdt hij een vinger aan de pols.
8 Communiceer regelmatig open en volledig met uw bankier. Nodig de bankier eens uit in het bedrijf zodat hij met eigen ogen kan zien wat er verandert. Hij put er vertrouwen uit als dat klopt met het verhaal van de bedrijfsleiding. ||
l Bedrijfskredieten l
Krediet doet leven Lenen is levensnoodzakelijk voor ondernemingen die groei nastreven. Maar de financiële crisis heeft de spelregels verscherpt.
inancieren, investeren, groeien: krediet is onlosmakelijk verbonden met het bestaan van een onderneming. Wat zijn de voornaamste bronnen van krediet? ‘In de eerste plaats is er het krediet verleend door de aandeelhouders, via het dividendbeleid’, legt Eric van den Broele uit, senior manager bij onderzoeksbureau Graydon. ‘Daarnaast is er het bancair krediet in al zijn vormen. De derde kredietbron vloeit voort uit de betalingstermijnen toegekend door leveranciers. Maar ondernemingen met voldoende liquiditeiten, maken daar beter geen gebruik van. Want bij contante betaling krijgen zij 1,5 tot 2 procent korting.’ De bancaire kredieten bedragen vandaag op jaarbasis circa 120 miljard euro. Er zijn twee soorten: investeringskredieten en kredieten op korte termijn. Met een investeringskrediet kan een onderneming haar gebouwen en productiemiddelen financieren. Een krediet op korte termijn financiert de exploitatiecyclus. Wilt u een bancair krediet? Leg dan een goed onderbouwd dossier voor. ‘Maar blijf realistisch’, benadrukt Eric van den Broele. ‘Een bedrijf dat zwaar in de schulden zit of met een kwetsbare solvabiliteit kampt, zal niet makkelijk een nieuw krediet van de bank krijgen.’
F
I 18 I
Banken zijn voorzichtig, en dat om verschillende redenen. Ze moeten de nieuwe Basel III- normen naleven. Eric van den Broele: ‘Een aantal Belgische kmo’s kampte al voor de financiële crisis van 2008-2009 met een grote schuldenberg. Zij gebruikten krediet als een financiële hefboom en rekenden op de stijging van hun winst om hun leningen te kunnen terugbetalen. Maar de crisis heeft roet in het eten gegooid en de risicopremie gevraagd door de banken doen pieken.’ Daarom worden sommige ondernemingen vandaag met structurele problemen geconfronteerd en zijn de banken veeleisender geworden. Te veeleisend voor bepaalde kredietnemers? ‘Voor beide standpunten zijn argumenten te vinden’, besluit Eric van den Broele. ‘Het totaal volume aan bedrijfskredieten blijft maar toenemen. Maar dat komt vooral door de verlenging van bestaande kredietlijnen. Voor jonge ondernemingen of kmo’s is het iets moeilijker geworden om een nieuw krediet te krijgen. Gewoon omdat de banken voorzichtiger geworden zijn. Maar als het gaat om de financiering van joint ventures of managementbuy-outs, zijn de banken er wel als de kippen bij.’ ||
l Bedrijfskredieten l
De gesprekken over ons krediet in 2015 zijn nu al begonnen La Lorraine Bakery Group kocht enkele jaren geleden zijn Poolse joint-venturepartner uit. De bakker klopte voor een deel van de financiering van deze aankoop aan bij verschillende financiële instellingen.
e holding Vanobake, die La Lorraine uit Ninove overkoepelt, was in 2012 goed voor een omzet van 514 miljoen euro en zowat 2.500 arbeidsplaatsen in België, Polen en Tsjechië. In 2007 nam de groep haar 50 procent joint-venturepartner in het Oostblok over. Die overname gebeurde gedeeltelijk met een bankkrediet, het resterende gedeelte kwam uit het eigen vermogen. 'We klopten aan bij drie Belgische grootbanken: Fortis, KBC en ING. We kregen een gesyndiceerd krediet, een krediet dat gefinancierd wordt door meerdere banken, voor zeven jaar. Voor onze groep was het de belangrijkste overname sinds haar oprichting. Het ging dan ook om een belangrijk bedrag', schetst Luc Verhasselt, CFO van La Lorraine. ‘De lening en de uitkoop van de joint venture waren strategisch belangrijk, omdat we zo de handen vrij kregen voor de ontplooiing in Centraal- en Oost-Europa’, zegt de CFO. ‘Het voorgelegde businessplan was goed opgesteld. Dat werd ook bevestigd door onze mooie groeicijfers van de afgelopen jaren, ondanks de catastrofale brand in onze grootste vestiging in oktober 2008. De heropbouw van de nieuwe fabriek in Ninove duurde ongeveer 14 maanden. Door een degelijk management en dankzij de steun van alle betrokken partijen werd het succesverhaal voortgezet. In 2012 kregen we zelfs de titel van ‘Onderneming van het jaar’.’
D
op, die de rechten en plichten van de verscheidene partijen bundelde.
Nieuw en grondig huiswerk
Open relatie De CFO is trots op zijn open relatie met de banken. 'Wij communiceren geregeld met hen, zodat ze alles goed kunnen opvolgen. Zo ontstaat er een goede relatie met de accountmanagers, maar ook met analisten elders in hun organisaties.' Er komt wel wat werk kijken bij zo’n ‘gesyndiceerd krediet’. Een advocatenkantoor maakte een gezamenlijke kredietbrief
I 19 I
Het huidige gesyndiceerd krediet moet worden verlengd vanaf 2015. 'Om groei te blijven realiseren, moeten we continu investeren in het productieapparaat. Onze activiteiten zijn bijzonder kapitaalintensief’, legt Luc Verhasselt uit. ‘De gesprekken om deze financiering te verlengen zijn nu al gestart. Gezien de financiële en economische omgeving kun je daar maar beter op tijd mee beginnen.’ ||
l Bedrijfskredieten l
Een verstandig beleid bevat ook een stukje vreemd vermogen Flamant kent u van zijn meubelen en decoratieartikelen. De kmo uit Geraardsbergen onderhoudt een stabiele relatie met de bank, waarvan de kredieten een organisch onderdeel uitmaken.
lamant draait een omzet van 35 miljoen euro en heeft bijna 300 medewerkers in zijn hoofdkwartier in Geraardsbergen, het logistiek centrum in het Poolse Wroclaw en zestien eigen winkels. De samenwerking met de bank zit organisch verweven in de dagelijkse werking en de realisatie van de strategie. ‘Een verstandig beleid bevat ook een stukje vreemd vermogen’, vindt CEO
F
Edwin Van Der Meulen. ‘Wij hebben de bank nodig als hefboom om meer geld te genereren, als ondersteuning voor het werkkapitaal dat leveranciers en voorraden sneller moet betalen dan dat klanten ons vaak betalen. Ook in factoring helpt de bank. Naast deze vormen van bedrijfskrediet kunnen we nu en dan hulp bij investeringen gebruiken. Dat gebeurde recentelijk voor aankoop en inrichting van een nieuwe winkel.’
I 20 I
Flamant hoefde daar niets speciaals voor te doen. ‘Twee à driemaal per jaar komt onze bankier langs. We stellen onze cijfers en plannen voor. Wij hadden voor de nieuwe winkel kosten en rendement al voorgerekend. Enkele weken later was het bankkrediet rond. Als je een stabiele en transparante relatie hebt, behoud je het wederzijdse vertrouwen.’ ||
l Bedrijfskredieten l
Hou constant de vinger aan de pols Keukenmaker Dovy bezorgt zijn bank geregeld alle input en krijgt met dezelfde regelmaat investeringskredieten toegekend.
e strategie van keukenmaker Dovy, bekend van de reclamespots van CEO Donald Muylle, is overduidelijk. Ook voor de bank die hij om een lening vraagt. ‘Commercieel bouwen we ons netwerk van toonzalen in het land uit. Op regelmatige tijdstippen budgetteren we de lopende en toekomstige investeringen en analyseren we onze cashflow en de extra financiële behoeften. Daaruit bleek onlangs weer de behoefte aan een bankkrediet voor de bouw van twee toonzalen in Limburg’, vertelt financieel verantwoordelijke Peter De Cuyper.
D
BEZORG DE BANK ALLE INFORMATIE DIE JE ZELF OOK NODIG HEBT: ORDERBOEK, BALANS, SCHULDEN, CASHFLOW, AFLOSSINGEN, RATIO’S. Peter De Cuyper, financieel verantwoordelijke bij Dovy
De cijfers ‘Bij onze budgetteringsoefeningen besteden we veel aandacht aan bepaalde ratio’s, vooral dan de solvabiliteit, die we graag op 50 procent houden. De verhouding tussen het kredietenpakket en de ebitda houden we op zowat 1,75. Pas als die criteria goed zitten, stappen we voor een investering naar de banken.’ Dovy Keukens investeert jaarlijks zowat 6 miljoen euro, voor de helft met eigen middelen, en dat op een omzet van 57 miljoen euro. Voor de twee toonzalen vroeg Dovy om 1,75 miljoen euro. 'Onze onroerende investeringen zijn zeer kapitaalintensief; omdat wij geregeld zulke kredieten nodig hebben, kennen de banken ons investeringspatroon goed’, zegt Peter De Cuyper. Het krediet was dan ook snel geregeld. ‘Wij namen begin mei contact op met twee banken. Ongeveer drie weken later sloten we de kredietovereenkomst al af met BNP Paribas Fortis. Wij kozen voor de bank die iets betere voorwaarden bood en soepeler was met de looptijd. De zekerheden
waren ongeveer identiek. De bank had meteen bij de aanvraag alle nuttige informatie meegekregen en ze gaf ook direct alle informatie bij haar kredietvoorstel.’
De info Het recept voor een vlotte kredietrelatie is voor Peter De Cuyper eenvoudig: 'Houd constant wederzijds de vinger aan de pols. Bezorg de bank alle informatie die je zelf ook nodig hebt: orderboek, balans, schulden, cashflow, aflossingen, ratio’s. Die moet je sowieso kennen, onder meer om zelf je terugbetalingscapaciteit in te schatten. Door de bank regelmatig te informeren bouw en behoud je een vertrouwensband. Een financiële dienst die die zaken correct bijhoudt, hoeft de gegevens maar te visualiseren om ze te presenteren.’ ||
I 21 I
l Bedrijfskredieten l
Het abc van het bedrijfskrediet Op zoek naar nieuwe financieringsmogelijkheden voor uw onderneming? Laat u niet uit het lood slaan door de opeenstapeling van complexe termen. Een overzicht van de belangrijkste begrippen die iedere ondernemer moet kennen.
Businessangels Vaak zijn het (voormalige) ondernemers die willen investeren in beloftevolle of snelgroeiende ondernemingen. De gemiddelde investering ligt gemiddeld tussen 25.000 en 250.000 euros. Naast de financiële steun kan de ondernemer ook profiteren van de ervaring en expertise van de businessangel. Na enkele jaren is er een exit van de businessangel waarbij de aandelen weer worden verkocht.
Investeringskrediet Crowdfunding Dit is een alternatieve manier om projecten te financieren. Er wordt geen beroep gedaan op financiële bemiddelaars (zoals banken), maar het project wordt via sociale media of andere internetplatforms rechtstreeks aangeboden aan particuliere investeerders. Het principe? Veel particulieren investeren slechts een beperkt bedrag, waarmee ze samen wel het volledige project financieren.
Investeringskredieten zijn voorschotten van fondsen voor financieringen op middellange tot lange termijn van een vast actief, zonder de afschrijvingstermijn van de investering te overschrijden. Deze vorm van krediet kunt u ook overwegen om het bedrijfskapitaal te versterken, wanneer bijvoorbeeld uw eigen vermogen gebruikt werd voor het financieren van een investering.
IPO Een onderneming kan een beursintroductie of IPO (Initial Public Offering) overwegen om de publieke kapitaalmarkt aan te spreken als financieringsbron. De onderneming biedt dan een bepaald percentage van haar kapitaal aan in de vorm van aandelen volgens een vooropgestelde prijs. Het kan gaan om primaire aandelen (nieuw gecreëerde aandelen) of secundaire aandelen (bestaande aandelen).
Haircut Het kortingspercentage waarmee rekening gehouden wordt bij de berekening van de onderpandwaarde van waardepapieren die als zekerheid worden aangeboden.
I 22 I
l Bedrijfskredieten l
Private equity
Kaskrediet Dit krediet geeft de toestemming om op de zichtrekening tot een zeker bedrag onder nul te gaan. Dankzij een kaskrediet beschikt u snel over liquide middelen om tijdelijke of terugkerende behoeften te financieren. De tarieven voor dit soort kredieten zijn bijzonder hoog en lopen vaak op tot meer dan 8 procent op jaarbasis.
Een algemene benaming voor kapitaal dat buiten de aandelenbeurs om wordt opgehaald bij derden. Private investeerders zijn naast de bank zowat het enige aanspreekpunt voor niet-beursgenoteerde ondernemingen die geld nodig hebben. Privateequityfondsen of participatiemaatschappijen zijn gespecialiseerd in investeringen met private equity. Ze worden in de praktijk pas ingeroepen in de groeifases van de onderneming.
Obligatie Bedrijven kunnen vers kapitaal ophalen via de uitgifte van obligaties. Een obligatie is een soort lening: op de eindvervaldag recupereren beleggers het geïnvesteerde bedrag en ontvangen ze ook een jaarlijkse rentevergoeding. Er bestaan ook converteerbare obligaties: deze obligaties kunnen worden ingewisseld voor aandelen van de onderneming. Voor de emittent zal de rente normaal lager zijn dan die op een gewone schuld.
Participatiefonds Leasing Leasing is een kredietvorm die bedrijven heel vaak gebruiken. Het is een vorm van huur. De leasingmaatschappij koopt het investeringsgoed aan en stelt het ter beschikking van de leasingnemer die hiervoor een huurprijs betaalt.
Als aanvulling op een bancair krediet bieden verscheidene overheidsinstanties formules voor cofinanciering. Op die manier kan een onderneming de kredietverbintenis van een bank verminderen of een deel van het kredietrisico overdragen naar een federale of regionale overheidsdienst. Op federaal niveau is er het Participatiefonds, in het Vlaams Gewest de Participatiemaatschappij Vlaanderen. Sowalfin is er in het Waals Gewest en de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Venturecapital Venturecapital of durfkapitaal is een vorm van private equity die zich vooral richt op jonge en snelgroeiende ondernemingen. Durfkapitalisten eisen vaak zeggenschap in de onderneming en ze participeren als aandeelhouder. Vaak koppelen ze het investeringsbedrag ook aan bepaalde doelstellingen. Na gemiddeld vijf jaar worden de belangen weer verkocht.
Waarborgfonds Diverse federale en regionale overheidsdiensten introduceerden de voorbije jaren fondsen die de banken bijkomende waarborgen bieden. De tussenkomst van zo’n fonds kan de bankier geruststellen en biedt de kredietnemer een bijkomende zekerheid. Deze overheidswaarborgen zijn niet gratis: meestal wordt een jaarlijkse commissie van 1 procent gevraagd op het gewaarborgde bedrag gedurende de volledige duur van de waarborg. Doorgaans geldt er ook een beperking tot een bedrag tussen 50 en 80 procent van het kredietbedrag.
I 23 I
l Gedeelde visie l
Het recept voor economische groei Er is een recept om de eurozone uit de recessie te trekken en de kredietschaarste aan te pakken. Maar dan moeten de Europese instellingen wel het geweer van schouder veranderen. Dat zegt professor Paul De Grauwe (KU Leuven en London School of Economics) in een gesprek met Peter De Keyzer, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis.
Peter De Keyzer: De kredietverlening in de periferie staat al een tijdlang onder druk. Is dat een noodzakelijke evolutie na enkele jaren van heel sterke kredietverlening? Of moet de Europese Centrale Bank actiever worden?
ze hun kapitaalbasis versterken. Het is een vicieuze cirkel, die kredietschaarste veroorzaakt. Daarom zou de ECB banken moeten passeren door een omweg te maken, net zoals de Federal Reserve dat in de Verenigde Staten doet.’
Paul De Grauwe: ‘De ECB doet veel te weinig. De instelling aarzelt en twijfelt, omdat ze een ongegronde fobie heeft voor de inflatoire effecten van haar maatregelen. Nochtans is de geldhoeveelheid de voorbije vijf jaar amper gestegen omdat de liquiditeiten via de banken niet doorsijpelen naar de reële economie. Banken zijn terughoudend om veel kredieten te verstrekken: hun kredietportefeuille slinkt door de recessie en bovendien moeten
Peter De Keyzer: Is dat niet het centrale probleem? In de eurozone gebeurt de kredietverlening voor driekwart via de balansen van banken, terwijl dat in de VS voor driekwart verloopt via de financiële markten. Daardoor ondersteunt de Fed de financiële markten, terwijl de ECB banken stimuleert. Paul De Grauwe: ‘Dat klopt. Maar de ECB zou wel kunnen ingrijpen op de markt van overheidsobligaties. Dat kanaal
DE VRAAG IS HOEVEEL GEDULD MENSEN EN POLITIEKE SYSTEMEN HEBBEN. Professor Paul De Grauwe, KU Leuven en London School of Economics
I 24 I
kan de ECB aanspreken om de banken te omzeilen. Jammer genoeg heerst ook rond dat denkspoor een grote fobie. Voor veel economen is dat zowat de slechtst mogelijke oplossing. Nochtans begrijp ik die redenering niet. Waarom zouden we meer vertrouwen moeten hebben in banken dan in overheden?’ Peter De Keyzer: Zolang de economie niet aantrekt, zullen banken niet geneigd zijn om kredieten te verlenen. Is dit dan het goede moment om strengere kapitaalnormen op te leggen? Paul De Grauwe: ‘Ik ben er een grote voorstander van om de kapitaalratio’s van de banken fors op te drijven, zelfs veel sterker dan wat nu op tafel ligt. Maar dat doe je niet in een recessie, wel in een periode van hoogconjunctuur. Het is een anticyclisch wapen, waardoor je momenteel zelfs de kapitaalnormen tijdelijk zou moeten versoepelen om extra zuurstof te creëren. Daarna kun je nog altijd bijsturen. Door nu strengere kapitaalnormen op te leggen ontstaan alleen maar bijkomende problemen en deflatoire impulsen.’
Peter De Keyzer en Paul De Grauwe: ‘Zolang de economie niet aantrekt en banken hun kapitaalbasis moeten versterken, zullen ze niet geneigd zijn om veel kredieten te verstrekken.’
Peter De Keyzer: Welke stappen zijn nodig om opnieuw economische groei te creëren? Paul De Grauwe: ‘De ECB moet veel agressiever uit de hoek komen om liquiditeiten te verschaffen. En dan niet via de bankensector, maar vooral daarbuiten, met onconventionele maatregelen. Ze heeft de voorbije maanden haar balans ingekrompen, terwijl alle andere centrale banken het omgekeerde doen. En dan is ze nog verwonderd dat de euro zo sterk blijft, wat natuurlijk nefast is voor onze economie. Bovendien deugt het totale plaatje van het budgettaire beleid van de eurozone niet. In het zuiden van Europa is natuurlijk een strak besparingsbeleid nodig, maar dan moet je het wel over meerdere jaren spreiden en niet intens doorvoeren zoals nu gebeurt. En in plaats van ook het noorden van Europa in een keurslijf van besparingen te dwingen, moeten daar maatregelen worden genomen om de economie te stimuleren. Duitsland heeft een overschot op de lopende rekeningen van meer dan 6 procent. Laat de Duitsers dus wat meer besteden. Met zo’n asymmetrisch budgettair beleid zul je de economie in het zuiden
van Europa niet aanzwengelen, maar je kunt er tenminste het besparingsbeleid mee afzwakken. Want tot dusver heeft dat de zuiderse economieën alleen maar verder de dieperik ingeduwd. Maar de reflex is wel: nog meer besparen.’ Peter De Keyzer: Zou het niet opportuun zijn om dat besparingsbeleid te combineren met structurele ingrepen om de concurrentiepositie van de Europese economie te verbeteren? Paul De Grauwe: ‘Dat zou natuurlijk ideaal zijn, maar alles wat de Europese Commissie verkondigt, draait rond besparingen. Dat heeft een nefaste impact op de economische vraag. Om dat te counteren raadt de Europese Commissie aan om structurele maatregelen te nemen door de flexibiliteit op de arbeidsmarkt te verbeteren of mensen langer aan het werk te houden. Maar daarvoor heb je heel veel geduld nodig en je lost er de problemen op korte termijn niet mee op. Als je vandaag de arbeidsmarkt in Italië flexibeler maakt, neemt de economische groei er niet plotseling toe. Op korte termijn kan het zelfs een negatief effect hebben.’
I 25 I
Peter De Keyzer: Is het ook geen illusie dat we snel uit deze crisis kunnen raken? De evolutie van zeventien soevereine lidstaten naar een federale unie neemt nu eenmaal veel tijd in beslag. Paul De Grauwe: ‘De vraag is vooral hoeveel geduld mensen en politieke systemen hebben. Ik kan me inbeelden dat die niet bestand zijn tegen een werkloosheid van 20 of 30 procent gedurende tien jaar. In sommige landen - denk maar aan Griekenland - wordt die kritische grens toch stilaan bereikt. Dat weerspiegelt zich ook in een uiterst instabiel politiek klimaat. De ECB heeft de extreme financiële instabiliteit voor een tijdje weggewerkt, maar de grootste risico’s zijn nu van politieke en sociale aard. Tot welk punt kun je een land in een recessie duwen? Er zijn ook geen economische modellen die de politieke implicaties in kaart brengen. Daar faalt de ECB: ze laat zich te veel leiden door de gevoeligheden van enkele afzonderlijke lidstaten, terwijl ze eigenlijk oog moet hebben voor de welvaart van het geheel.’||
© Wim Kempenaers
Microkrediet:
het antwoord
op de crisis België krioelt van vindingrijke en gemotiveerde initiatiefnemers. Ze hebben alleen enkele duizenden euro’s en een aangepaste begeleiding nodig. En daar biedt het microkrediet hulp. Met een lening van gemiddeld 5.000 euro schieten aankomende ondernemers uit de startblokken. Ruim de helft van de ondernemers die wij steunen zijn werklozen of mensen met een leefloon. De rest zijn zelfstandigen of loontrekkenden. Velen onder hen zijn van buitenlandse afkomst. En de helft zijn vrouwen. Het microkrediet is een belangrijk instrument in de strijd tegen sociale uitsluiting. Het creëert activiteit en werkgelegenheid in domeinen die de overheid vaak verwaarloost. Mensen die weinig kans hebben om een baan te vinden, krijgen een nieuwe start. Vaak door te investeren in een niche die alleen zij beheersen. Dat zet een positieve spiraal in werking: vlucht uit de werkloosheid, opbouw van rijkdom, toegang tot de bancaire sector dankzij een positieve kredietgeschiedenis. Want microkredieten worden in 92 procent van de gevallen terugbetaald. De cijfers? MicroStart is een microfinancieringsinstelling opgericht door BNP Paribas Fortis, het Europees Investeringsfonds (filiaal van de EIB) en het Franse Adie (Europese pionier voor microkredieten). Het ontmoette sinds zijn
oprichting al in 2010 ongeveer 3.000 kandidaat-ondernemers. Er werden ruim 600 microkredieten verleend, 400 projecten gelanceerd en 350 banen gecreëerd. 17 werknemers, bijgestaan door 80 vrijwilligers, leveren prachtig werk in de buurtagentschappen. En dat bezorgde ons vorig jaar de federale prijs voor armoedebestrijding. België zit in de top drie van landen waar de maatschappelijke kosten van de werkloosheid verhoudingsgewijs het hoogst zijn. Het microkrediet zou dus ondersteund moeten worden door het ‘ecosysteem voor ondernemerschap’ aan te passen: * verleng de werkloosheidsuitkeringen op degressieve wijze en stel de minst bedeelde starters in staat om rendabel te worden; * pas de sociale bijdragen aan aan de omvang van de gecreëerde activiteit; * versoepel de voorwaarden om toegang te krijgen tot bepaalde beroepen of het leiden van een onderneming… Kortom: verwijder de obstakels voor starters, die niet het geluk hadden te studeren. Op die manier leveren werklozen gemakkelijker een bijdrage tot de welvaart. En kan België zijn rol als ondersteuner van het ondernemerschap beter vervullen. || Philippe Maystadt, minister van Staat en voorzitter van de raad van bestuur van microStart SCRL-FS Patrick Sapy, algemeen directeur microStart
I 26 I
Is er een kredietschaarste? Hoe begint u aan een kredietdossier?
Chat met Peter De Keyzer, hoofdeconoom BNP Paribas Fortis en Peter Casteur, Head of special Credits BNP Paribas Fortis over bedrijfskredieten.
Stel uw vraag op dinsdag 1 oktober om 12u online via www.tijd.be/BNK of volg ons via twitter @BNK_Bank
MEE MET HET ECHTE LEVEN
U zorgt voor de plannen, wij voor het krediet.
ANTWOORD -BINNEN-
Bel 02/433 43 31 of surf naar bnpparibasfortis.be/kredieten om een afspraak te maken met onze adviseurs.
48U
*
bnpparibasfortis.be/kredieten
*geldig voor kredieten op afbetaling en kredietopeningen voor beroepsdoeleinden. In de meeste gevallen geeft BNP Paribas Fortis binnen 48 uur een antwoord op de kredietaanvraag. Deze verbintenis geldt onder voorbehoud dat BNP Paribas Fortis over alle noodzakelijke documenten beschikt om een beslissing te kunnen nemen. De aanvraag voor een professioneel krediet en de eventuele goedkeuring door BNP Paribas Fortis houden voor de klant geen enkele verbintenis in. Alleen de ondertekening van de kredietovereenkomst na de goedkeuring ervan maakt het contract van kracht. De algemene kredietvoorwaarden blijven van toepassing en zijn beschikbaar in alle kantoren van BNP Paribas Fortis. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag door de kredietverstrekker. V.U.: A. Moenaert, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702.