bedrijfsblad cordaan jaargang 03 no 05
november 2010
Nieuw Raad van Bestuurslid Henk Kouwenhoven “Een betrokken en zorgvuldige mensenmanager” lijke contact niet uit het oog en is daarin zorgvuldig. Als hij iets belang rijks wil vertellen of vragen zal hij niet mailen, maar altijd even bellen. Als hij in het weekend of ‘s avonds wil bellen, zal hij altijd eerst even een SMS-je sturen om te vragen of het wel uitkomt. Daarmee laat hij zien dat het niet vanzelfsprekend is dat we allemaal 24 uur per dag en 7 dagen per week bezig zijn met ons werk (ook al doen we dat allemaal wel...).”
Sinds 1 oktober heeft Cordaan een nieuw lid van de Raad van Bestuur. Het is Henk Kouwenhoven. Henk Kouwenhoven werkt al enige jaren voor Cordaan, eerst als directeur Zorgondersteuning en vervolgens als regiodirecteur in de Cordaanregio Midden (Amsterdam Noord, Centrum en Zuid). Hij was voorzitter van het directieteam en had verstandelijk gehandicaptenzorg (VGZ) en geestelijke gezondheidszorg in zijn portefeuille. Maar wat is Henk Kouwenhoven voor een man? Enkele mensen uit zijn omgeving vertellen hierover. Goede zaak Ilje Hensen is voorzitter van de cliën tenraad Verstandelijk Gehandicap tenzorg (VGZ). Henk Kouwenhoven was voorzitter van het directieteam VGZ en dus heel vaak haar gespreks partner. “Als we een punt hadden dat voor ons erg belangrijk was dan kon je altijd bij hem terecht. En bin nen een week kreeg je antwoord. Hij nam ons altijd serieus. Hij kon dingen ook altijd begrijpelijk uitleggen. Dat was totaal nooit een probleem. Wij van de cliëntenraad vinden het voor de VGZ een verlies dat Henk naar de Raad van Bestuur gaat, maar voor Cordaan is het een goede zaak.” Feest Gedurende zijn jaren bij Cordaan was Dineke Woldhuis tot voor kort zijn secretaresse. Hoe is het om voor Henk Kouwenhoven te werken. Dineke Woldhuis: “Henk Kouwenho ven is een feest om mee samen te werken. Hij is soms wat chaotisch en rommelig, maar Henk is gewoon
een heel aangenaam persoon. Hij is geen baas wiens stijl het is om te zeggen ‘doe dit’ of ‘doe dat’, maar hij komt altijd naar je toe en vraagt dan vriendelijk: ‘Dien mag ik je wat vragen.’ Ze zeggen wel eens van ie mand dat het een mensenmanager is, nou dat geldt zeker voor Henk. Het is iemand die niet boven je, maar naast je staat. En Henk was altijd heel betrokken bij de cliënten. Als er wat is dan gaat hij er meteen naar toe. Cliënten komen ook meteen naar hem toe als hij ergens verschijnt.” Zorgvuldig Een van Henk Kouwenhovens collega directeuren in regio Midden was Moni que Spreitzer. Zij heeft daar de thuis zorg in haar portefeuille. Monique Spreitzer: “Henk heeft als directeur VGZ/GGZ zonder énig vooroordeel steeds laten merken hoe belangrijk en leuk hij het vindt dat de thuiszorg onderdeel wordt van Cordaan. Hij denkt mee over samenwerkings voorstellen en zoekt naar synergie
voordelen. Hij ging eens een och tendje buurten bij de teams Hulp bij het Huishouden in Zaandam en blééf daar laaiend enthousiast over vertel len. Hij genoot van de ochtenddrukte van de ingehuisde thuiszorgteams in De Werf, en leefde met ze mee. Toen uit metingen bleek dat de thuis zorgteams in Amsterdam-Noord de best bereikbare teams van Cordaan waren, liet hij ze een mooie bos bloemen bezorgen. Die betrokken heid is niet vanzelfsprekend en heeft mij vooral in het begin heel goed gedaan. Henk is serieus in zijn werk en toont zich een verantwoordelijke regio- en sectorvoorzitter, maar wel op een ontspannen manier. Er is al tijd ruimte voor een relativerende op merking, een grap of een kwinkslag. In vergaderingen geeft hij iedereen de ruimte, en hij waardeert ieders inbreng. Hij is kwistig met compli menten en dat levert een positieve bijdrage aan de sfeer. Henk werkt hard en verzet veel werk, maar hij verliest het belang van het persoon
Aimabel Natuurlijk ontmoet Henk Kouwen hoven van tijd tot tijd kritiek. Zo is er in Amsterdam Noord een groep bezorgde ouders. Mevrouw van der Heide is een van hen: “Laat ik voorop stellen dat ik Henk Kouwenhoven al tijd een zeer aimabel en goed mens heb gevonden. En we vonden bij hem ook altijd een luisterend oor. Je kon met hem goed overleggen. Hij begrijpt waar het om gaat. Hij heeft zich van de werkvloer een goed en reëel beeld verworven. Toch heb ik wel eens mijn twijfel of hij grote wij zigingen voor elkaar kan krijgen. Vol gens mij wil hij graag dingen veran deren, maar weet hij de zaken nog niet goed hogerop te leggen om ze zo voor elkaar te krijgen. Toch vin den we het heel erg jammer dat hij weggaat uit Noord. Net als je met iemand aan de slag gaat, vertrekt hij weer. Ik hoop dat hij zijn gedreven en reële kijk op wat dringend verande ren moet in de verstandelijk gehan dicaptenzorg kan vasthouden en er ook in zijn nieuwe functie resultaten mee bereikt.” Dienend leiderschap Marga Bos is voorzitter onderdeel commissie regio Midden en vicevoorzitter van de Ondernemingsraad Cordaan. “Ik vind het jammer dat Henk naar de Raad van Bestuur gaat. Ik denk dat-ie daar een goede rol kan vervullen. Wat hem kenmerkt is dienend leiderschap. Altijd van uit de achtergrond met kennis van zaken mensen aansturen. Hij weet heel goed wat er speelt en doet er wat mee. Hij kan daarop beleid ma ken en dat kunnen er niet veel. Hij betrekt de medezeggenschap er altijd in een vroeg stadium bij. Het ging bij Henk niet om het formele traject, maar om het weten wat er speelt. Henk stond altijd open voor de mening van de OR en betrok haar bij het maken van beleid. Zijn devies: “Je kunt altijd van elkaar leren.” En als je zo medezeggenschap bedrijft, heeft het meerwaarde. Ik hoop dat hij deze meerwaarde ook in zijn nieuwe positie meeneemt.” Ronald Leeuwis
3 Interculturele palliatieve zorg: “Hoe ga je om met zaken die in onze cultuur niet gebruikelijk zijn?”
4 De diëtisten: “Je werkt met mensen en je hebt met voedsel te maken.”
6 Project Levenslust: “Het gaat er om dat mensen hun wereld niet kleiner maken, maar juist groter.”
7 Lous Visser: “Medewerkers hebben zoveel potentieel.”
Interculturele palliatieve zorg
Nieuwe behandelmethode afasie In het Zomerpark
Nu de bevolking van Nederland steeds diverser wordt, krijgt ook Cordaan vaker te maken met cliënten van verschillende culturele achtergronden. Soms is de communicatie een probleem. En vooral bij ernstig zieken en stervenden kan dat tot moeilijke situaties leiden. Daarom start een pilot interculturele palliatieve zorg door het VPTZ (Landelijk steunpunt voor vrijwilligers palliatieve terminale zorg). Zowel het gespecialiseerde verpleegtechnisch thuiszorg team, als afdeling de Fuut van verpleeghuis de Die zullen meewerken aan dit project. Marianne Hageman, teammanager van het GVT team en Henk ter Heide, geestelijk verzorger van de Die, vertellen over de problemen waar de medewerkers tegen aan lopen en hoe ze met dit project aan de slag willen.
“Je kunt het vergelijken met de minstreels en troubadours die vroeger van kasteel naar kasteel trokken. Ze brachten het dagelijkse nieuws in woorden en muziek.
“Dezelfde behoeftes, andere rituelen”
“In wezen is er natuurlijk geen ver schil tussen een Nederlander die terminale zorg nodig heeft, en een Marokkaan’, legt Henk uit. ‘We zijn al lemaal mensen, we hebben dezelfde behoeftes, maar die zijn soms gefun deerd op andere waarden, normen en rituelen. Daar lopen we tegenaan in het verpleeghuis. Toen hier laatst een Hindoestaanse mevrouw over leed waren er wel zestig mensen aan wezig die schreeuwden en huilden. In hun cultuur is dat heel gewoon, maar wij moesten even zoeken naar hoe je daar mee omgaat, ook in praktische zin.” “Ook de taalbarrière speelt een rol, zeker in de thuiszorg”, vult Marianne aan, “mensen met een Islamitische achtergrond zijn bijvoorbeeld vaak terughoudend in het ontvangen van morfine. Het zou helpen als je ze goed kan uitleggen hoe het werkt en dat het geen vorm van euthanasie is. Met een tolk gaan er tijdens de ver taling toch nuances verloren en dat maakt het moeilijk.” Machtelooosheid Het doel van het project is niet om medewerkers alles te leren over alle verschillende culturen, maar om ze ‘cultuursensitiever’ te maken. Dat wil zeggen dat medewerkers gevoeliger worden voor culturen waarmee ze te maken krijgen. Hoe communiceer je met cliënten en hun familieleden, welke vragen stel je, hoe ga je om met zaken die in hun eigen cultuur niet gebruikelijk zijn? Ook het aanle ren van basiskennis over de meest voorkomende culturen is onderdeel van het project. “Het is heel goed om aan cliënten te vragen wat hun behoefte is, maar open vragen stellen is daarbij niet altijd de beste manier, vertelt Henk.
‘Als je kennis hebt over hun cultuur, weet je beter wélke vragen je moet stellen, zodat je mensen een keuze kunt geven. Zo maak je contact en kweek je begrip. We zouden ook graag een islamitisch geestelijk ver zorger in huis hebben om ons te hel pen met dit soort zaken.” Marianne komt in haar team veel machteloosheid tegen: “In bepaalde culturen mag een patiënt soms niet weten dat hij of zij gaat sterven, de familie vindt het beter om dat stil te houden. Wij zijn dat niet meer ge wend. Ook komen de medewerkers soms tussen familieleden in te staan, waarbij de ene wel pijnbestrijding wil en de andere niet. Dat zijn hele moei lijk situaties.” Handvatten De problemen van de Fuut en het GVT team zijn dus verschillend en de invulling van het project zal er voor beide teams anders uitzien. Het is de bedoeling dat de kennis en erva ringen gedeeld zullen worden met andere afdelingen binnen Cordaan. Hierdoor kunnen medewerkers leren beter aan te sluiten bij de cultuur van cliënten.
diste van Cordaan, geven deze therapie in woonzorgcentrum In het Zomerpark te Nieuw Vennep. Met deze nieuwe behandelmethode helpen zij mensen met afasie beter te communiceren. Hiermee loopt In het Zomerpark binnen Cordaan voorop. Telegramstijl Afasie is het gedeeltelijk verliezen van het vermogen om te spreken, en het gesproken of geschreven woord te begrijpen door een cen traal hersenletsel. Dat is meestal een hersenbloeding. Doorgaans is de linkerhersenhelft getroffen, waar (bij veel mensen) het taalcentrum is gelegen. De nieuwe behandeling is een com binatie van muziektherapie en logo pedie. De methode heet S.M.T.A. Dit staat voor: Speach Musictherapy for Aphasia. Stijnie van Gaalen: “We behandelen mensen met afasie van Broca en verbale apraxie. Mensen met afasie van Broca begrijpen goed wat er ge zegd wordt, maar kunnen niet goed grammaticale verbanden uitdrukken en spreken vaak in een telegramstijl zonder lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Mensen met verbale apraxie kunnen bepaalde klanken niet goed uitspreken omdat ze bij voorbeeld hun mond niet goed kun nen aansturen.
hersenen na een hersenbloeding toch “lijntjes” kunnen leggen met el kaar. De combinatie van melodie en klank versterkt dit proces, want mu zikaliteit zit juist in de rechter hersen helft. Het is namelijk heel vervelend als je alles begrijpt wat er tegen je gezegd wordt en je kunt niet goed antwoorden en deelnemen in een gesprek. Mensen verklaren mensen met afasie daardoor voor gek, ter wijl dat natuurlijk niet zo is”.
Van links naar rechts: Barbara van der Vaart, Gerard Denneman Stijnie van Gaalen
Groningen Ze doen het voor: Barbara kruipt achter de piano en “speelt een korte melodie met het woord goe-de-morgen in lettergrepen. Meteen zingt Stijnie het woord goe-de-mor-gen met hetzelfde ritme en melodie vier keer achter elkaar. Barbara: “Cliën ten oefenen dit bij ons op de toon hoogte die het best bij ze past en met de woorden die ze het meest gebruiken”. De oefening wordt op genomen en de cliënten krijgen het mee naar huis om elke dag een kwartiertje te oefenen. De Rijksuni versiteit Groningen onderzoekt mo menteel deze behandeling Merel Kloet
Cliëntenraadsleden lopen mee met thuiszorg Afgelopen zomer liepen Klaas Kuperus (sector VGZ) en Hans Trauschke (sector Verpleging & Verzorging) van de Centrale Cliëntenraad Cordaan mee met twee medewerkers van Cordaan Thuiszorg. Klaas met een medewerkster van Jeugdzorg. Hans met een medewerkster van Verpleging & Verzorging. Hij maakte een korte impressie waarvan hieronder een samenvatting.
Jeannette Bosman
Verdere besparingen zullen werkdrukverzwarend werken en mogelijk negatief doorwerken in de handelingen bij de cliënten: te beginnen met minder aandacht voor de cliënten.
Marianne Hageman: “inzicht geven in andere culturen en kennis verdiepen”
Oplevering eerste woningen Czaar Peterstraat Donderdag 14 oktober heeft Cordaan de eerste oplevering gehad van de eerste vijf van elf woningen die Eigen Haard helemaal opgeknapt heeft. Alleen de muren zijn blijven staan. Verder is alles helemaal nieuw aan de leuke Czaar Peterstraat. Het gaat om knusse appartementjes van circa 25 m2 met alles er op en er aan. Dit woonproject is bestemd voor cliënten met een verstandelijke beperking. Cordaan kreeg in oktober de sleutel en is gestart worden met de inrichting. Petra Borst
Hier worden de nieuwe woningen voor cliënten gerealiseerd
Die combinatie, woorden en melodie, onthou je gewoon beter.” Dit zegt Barbara van de Vaart, muziektherapeut van Cordaan. Zij en Stijnie van Gaalen, een logope-
Meestal krijgen cliënten na een her senbloeding standaard logopedie. Stijnie: “Wij kunnen ook mensen die uitbehandeld zijn weer beter leren communiceren, dat komt omdat de
Marianne en Henk hopen dat de teams door deze pilot handvatten krijgen: “Het project is afgestemd op de behoeftes van de medewerkers, we willen ze ondersteunen, inzicht geven in andere culturen en hun ken nis verdiepen.”
(ook Henny Otto, teammanager van de Fuut is betrokken bij het project, maar zij kon niet aanwezig zijn bij dit gesprek)
“Combinatie woord en muziek onthou je beter”
Introductie Teammanager Astrid en zorgregis seur Patrick van Cordaan Thuiszorg heten mij een hartelijk welkom. Met locatiemanager Judith bespreken we de actuele ontwikkelingen in en rond Kastanjehof. Mijn begeleidster voor deze dag is Hanneke. Zij is een vriendelijk, kor daat en bekwaam lid van het on geveer 30 leden tellende Cordaan Thuiszorgteam, dat ongeveer 125 cliënten begeleidt. Patrick legt nauwkeurig uit hoe de administratieve introductie van nieuwe cliënten in het zorgdossier gebeurt (duur per cliënt ongeveer 4 uur). Het team neemt de gegevens op in het elektronisch cliëntendos sier. Zij vormen de basis van de da gelijkse “dienstregelingen” voor de verzorgende en verplegende teamle den van de te bezoeken cliënten en de werkzaamheden met normtijden die ze moeten uitvoeren. Teamleden mogen de volgorde van de te bezoe ken cliënten aanpassen. Normtijden variëren per cliënt/bezoek van een
paar minuten tot 1,5 uur. Het team heeft een eigen begroting. Reistijd maakt geen deel uit van de dienstregeling. Zij wordt maar ten dele vergoed. Veldwerk We bezoeken zes cliënten. De tweede wilde niet meewerken aan deze im pressie. Wij respecteren dit uiteraard. Cliënten De eerste cliënt is een vriendelijke, licht dementerende oudere dame. Het verband van een beenwond moet worden vernieuwd en we zet ten de medicijnen klaar. Hanneke luistert tijdens het werken naar de verhalen van mevrouw en stuurt het gesprek op een plezierige wijze naar een afronding. Mevrouw uit haar dankbaarheid aan Hanneke voor de goede verzorging. Derde cliënt is een dame, midden 60, uitbehandeld longkanker, in bed liggend in een haveloze kamer. Han neke informeert naar haar actuele toestand en maakt de medicijnen
voor de dag en nacht gereed. Vorige nacht waren door omstandigheden de medicijnen niet op tijd geleverd. Daardoor heeft mevrouw hevige pij nen gehad. Ook tijdens dit bezoek schreeuwt ze het een paar keer uit van de pijn. Cliënt praat veel (arbeids verleden, toenemende eetlust en hoop voor de toekomst.) Vierde cliënt, Portugese dame 70-er met te hoog suikergehalte, spreekt gebroken Engels. Aansporingen om haar tot minder eten te brengen heb ben tot nu toe niet tot het gewenste resultaat geleid. Vijfde cliënt, is een Surinaamse dame met te laag suikergehalte. Ze is van daag niet zo spraakzaam. Zesde cliënt, bewoner aanleunwoning van De Gooyer, zeer dankbare cliënt. Medicijnen worden klaar gezet. Als extra service wordt ze door Hanneke in haar rolstoel vanuit de tuin naar haar appartement gereden. Nabeschouwing Uit eigen waarneming blijkt dat de bezochte cliënten natuurlijk vooral
verzorging en verpleging van Hanne ke verwachten. Het sociale contact echter is voor hen (meestal alleen wonenden) ook erg belangrijk. Ieder is vol lof over de werkuitvoering van Hanneke. Dat begrijp ik volkomen. Hanneke heeft haar vakantie, die de volgende dag ingaat, volledig ver diend. Het niet volledig vergoeden van de werkelijke reistijd lijkt me een verbe terpunt. Op de thuisbasis spreken we over de verhouding normtijd versus werke lijke tijd. De normtijden zijn volgens zorgregisseur Patrick te krap. Als Cordaan Thuiszorg in de brochure schrijft “niet standaardzorgoplossin gen aan te bieden maar de zorg die is afgestemd op de wensen van de cliënt” wekt dit bij potentiële cliënten verwachtingen. Hoe is dit te rijmen met deze krapte? Het team begon in 2009 met 30 cliën ten. Nu zijn dit er 125. De producti viteit van het team wordt met name gedrukt door vier langdurig zieken. Opleidingen vinden deels binnen het
team plaats. Als een teamlid meer tijd besteed aan een cliënt dan de normtijd, dan noemt men dat ver schil onrechtmatige zorg. Volgens mij een wat negatieve uitdrukking binnen de visie van Cordaan Thuis zorg. De werkdruk lijkt nu wat boven een aanvaardbaar niveau te liggen. Verdere besparingen zullen werk drukverzwarend werken en mogelijk negatief doorwerken in de handelin gen bij de cliënten: te beginnen met minder aandacht voor de cliënten. De ervaringen van deze middag vor men een welkome ondersteuning voor de discussies binnen de cliën tenmedezeggenschap Cordaan. Hans Trauschke Cliëntenmedezeggenschap Cordaan
Van mens tot mens Meneer Mus: “Ik moet het eerste lelijke woord nog horen”
Tineke Sarfo: “We hebben een leuk team dat goed samenwerkt”
Eva Lodewijks
“Wees welkom mevrouw!” Met een hartelijke begroeting opent meneer Mus de deur van zijn appartement in d‘Oude Raai. Binnen is het een keurige maar volle kamer met snuisterijen, beeldjes en schilderijtjes. Levensgrote foto’s van meneer Mus zelf en zijn levenspartners als knappe jonge mannen kijken je aan vanaf de muren van zijn woonkamer en slaapkamer. “Drie partners heb ik overleefd”, ver telt meneer Mus, als we even later aan een kopje koffie zitten. “Ik heb het niet cadeau gekregen in het le ven mevrouw.” Hij vertelt over zijn leven als voorvechter van de homo rechten. Een kleurrijk en bij tijden dramatisch verhaal van liefde, vriend schap en verlies. Meneer Mus is van af zijn jeugd openlijk homo en heeft alle strijd meegemaakt. “Ik heb de tijd nog meegemaakt dat we met gummiknuppels van de Dam werden geslagen toen we op 4 mei met een krans de omgekomen homo’s wilden gedenken.” Roze week Na het overlijden van zijn derde part ner bleef meneer Mus vereenzaamd achter in zijn huis in Betondorp. “Buren en een goede vriend hebben toen in gegrepen en me hierheen gebracht. Ik wilde eerst niet hoor. Ik dacht ik ben daar gek. Ik ga niet tussen al die oude mensen zitten. Die lui discrimi neren misschien. Toen ik hier kwam was mijn eerste vraag: Is het wel homovriendelijk? Toen brachten ze me naar Miguel van de activiteiten
begeleiding: “die meneer vraagt of het homovriendelijk is hier.” Miguel begint te lachen. En hij brengt me meteen naar een meneer die hier al jaren woont. Hij was al die tijd alleen geweest en is inmiddels een goede vriend van me geworden. Miguel zelf is al jaren getrouwd met zijn man.” “Ik woon hier nu vanaf november 2008 en ik heb het ontzettend naar mijn zin hier. Ik kan iedereen aanra den naar d’Oude Raai te komen. De deuren staan wagenwijd open. De verzorging is fantastisch, En het eer ste lelijke woord van de bewoners moet ik nog horen. Ze zijn allemaal even aardig. Dat heb ik ook wel eens anders gezien hoor. In een ander huis woonde een lesbienne van 90 jaar, die niet meer uit haar kamer durfde te komen. Ze werd totaal niet geaccepteerd.” Leger des Heils “Ja het is nog veel, mevrouw, en we gaan nu weer de kant van vroeger op. Homo’s worden in elkaar gesla gen op straat. Ik vind dat een heel verdrietige geschiedenis.
“Ik heb het niet cadeau gekregen”
de cliënt
Maar hier is het goed. Eens in de maand hebben we een bijeenkomst met alle homo’s uit het huis. Ook mensen uit de buurt komen. Het is een gezellige middag, we praten over vroeger. Verleden jaar hebben we een hele roze week gehad. Er was muziek, er waren twee jongens die zongen en twee jongens die dansten. Er werd een film vertoond en de laatste vrijdag zijn we met z’n allen naar het homomonument ge weest om bloemen te leggen.” “Ik heb hier inmiddels een hele naam opgebouwd. Ik ben ook officier in het leger des heils. Ik ga bij mensen op huisbezoek, mensen die eenzaam zijn. Bij de een lees ik voor uit de bij bel, met de ander heb een gewoon een prettig gesprek. De dankbaar heid van de mensen, als ik bij ze op bezoek kom, daar doe ik het voor, dat is heel fijn. Ik dank u voor uw komst mevrouw en ik wens u een gezegende dag verder” Elise Kaandorp
De Amsterdamse Internationale Community School (AICS) en Cordaan werken nu een jaar samen.‘Community’ staat voor iets doen voor de samenleving. De AICS is een Engelstalige school, dat zowel Primary education (Basis school) als Secondary education (middelbare school) biedt. Tineke, werkbegeleider van het Cordaanteam bij de AICS vertelt over haar team en de samenwerking met de school. Tineke: “De school heeft nu 600 leer lingen. Uitgangspunt van de school is dat er mensen op de wereld zijn die ook een plek verdienen in de samen leving.”
de diëtisten
José Ingenbleek en Eva Lodewijks: “Als ik een strenge juf was zou ik er mee stoppen” Eén beeld willen de beide diëtistes José Ingenbleek en Eva Lodewijks graag de wereld uit helpen. En dat is het idee van de diëtist als strenge juffrouw die dingen verbiedt.“Als dat de rol zou zijn die ik moet spelen, dan zou ik meteen stoppen met dit vak.” zegt José Ingenbleek. Zij zijn twee van de 23 diëtisten van Cordaan werkzaam in de hele stad. Een gesprek met twee bevlogen vakvrouwen over een boeiend beroep.
“Wij streven er altijd naar om uit te gaan van wat de cliënt belangrijk vindt,” legt José Ingenbleek uit. “ook als je een dieet volgt kun je prima eten,” vult Eva Lodewijks aan. “Wij helpen ze door alternatieven te bie den. Mensen weten vaak heel goed zelf wat ze willen, maar soms heb ben ze daar een steuntje bij nodig.” Het gaat niet alleen om voedsel. “Ons werk bestrijkt dikwijls een groot deel van de levensstijl van mensen,” zegt José Ingenbleek. “Het is vaak erg belangrijk dat ze de tijd en de ruimte nemen voor een maaltijd. Daar zit vaak een groot deel van het probleem.”
Darmproblemen Beiden houden regelmatig spreekuur op verschillende plaatsen in de stad. José Ingenbleek is vooral werkzaam in Oost. Eva Lodewijks bestrijkt met haar werk Amsterdam-Zuid. De cliën ten komen met zaken als: diabetes, afvallen en aankomen, cholesterol en darmproblemen. Cliënten komen doorgaans op verwijzing van de huis arts. Maar het werk van de Cordaan diëtisten betreft meer dan alleen het spreekuur. Voorlichting is ook een belangrijk onderdeel van het werk. Eva Lodewijks: “Fysiotherapeuten
José Ingenbleek
“Ook als je een dieet hebt kun je prima eten”
hebben vaak een bewegingsgroep voor mensen met een bepaald pro bleem. Zo verzorg ik gastlessen bij deze bewegingsgroepen voor men sen met COPD (Astma) of diabetes. Via de GGD verzorg ik cursussen gezond koken. Naast het eigenlijke koken ga ik met de mensen naar de supermarkt. Ik kijk dan wat mensen kopen en wijs waar mogelijk op al ternatieven. En we presenteren ons bij allerlei evenementen. Zo stonden we in oktober op de gemeentedag voor ouderen in en bij de stopera (zie ook elders in dit nummer). Daar doen we vooral tests waaruit moet blijken of mensen een risico lopen op diabetes. Vaak kun je er dan nog wat tegen doen. Diëtisten zijn ook werkzaam in de woonzorgcentra en verpleeghuizen van Cordaan. Eva Lodewijks: “Op verzoek van de arts bezoeken we cliënten. Het kan dan gaan om sondevoeding, problemen met de nieren, of overgewicht. Maar we geven desgevraagd ook scholing aan medewerkers. Ik bezoek ook mensen in de thuissituatie. Zo dragen we bijvoorbeeld bij aan het tijdig onderkennen van ondervoeding.”
Tussendoortjes José Ingenbleek doet veel met ou ders en kinderen. “Veel ouders wor den naar mij doorverwezen wanneer kinderen te snel in gewicht toenemen. En ik werk mee aan een project Jump In van de gemeente. Dat is bedoeld om mensen te stimuleren gezonder te leven. Ik geef in dat verband voor lichting over alles wat met voeding sa menhangt. Zo geef ik adviezen over alternatieve tussendoortjes. In ge sprekken met ouders ligt meestal de nadruk op wat wel goed gaat. Waar mogelijk geef ik complimenten.” Beiden houden ze erg van hun vak. “Je hebt met mensen te maken,” zegt José Ingenbleek. “En het is een vak waarbij je je met voedsel bezig houdt,” vult Eva Lodewijks aan. “En voedsel kan mij erg boeien. Op vrije dagen kan ik ook uren in de keuken doorbrengen om iets lekkers klaar te maken.” Eén ding is duidelijk na dit gesprek. Het gaat er bij de dië tist niet om dat je je dingen ontzegt. Voorop staat: verantwoord genieten van het eten, ook als je niet alles meer kunt eten. Ronald Leeuwis
Extra etage “Mijn team bestond eerst uit drie medewerkers (cliënten) in de kan tine, een conciërge die ondersteu nende werkzaamheden verricht en een medewerker werkt bij de hotel school in de spoelkeuken. Sinds de zomer hebben we ook een conciërge ter ondersteuning en iemand bij faci litair, die de pantry’s bijhoudt voor de school. De school gaat namelijk met een extra etage uitbreiden. Je moet bij dit werk heel klantvriendelijk zijn, flexibel en representatief. En je moet het werken in een kantine leuk vin den.” “We hebben een leuk team dat goed met elkaar samenwerkt. De leerlingen hebben ons team vanaf het begin ge accepteerd. En dat is bijzonder. Vanaf dag één hebben we klanten gehad. Iedereen die hier naar school komt is eigenlijk al anders. De leerlingen heb ben verschillende nationaliteiten en culturen. Waarschijnlijk daardoor ac cepteren ze makkelijker dat mensen met een beperking hun broodje ma ken. Veel leerlingen spreken Engels.
“Door volledige acceptatie is AICS een goede werkplek” Maar ze krijgen ook Nederlandse les. Dus kunnen ze goed met onze cliën ten praten. Een cliënt staat ook ge heel zelfstandig aan de kassa.” Gevulde koeken ’s Ochtends beginnen we direct met de voorbereiding, zoals tomaten en sla snijden, sandwiches en tosti’s maken en het afbakken van broodjes en gevulde koeken. Daarna wordt er opgeruimd en alles wordt op datum gezet. Per dag verzorgen we ook een andere snack. De ene dag een hotdag en dan weer broodje hete kip. Na de lunchtijd maken we tot slot schoon. “We hebben goed contact met de school. Eens in de drie maanden overleg ik met de directeur, de heer Van Ruitenbeek, over hoe het gaat en of er veranderingen aan komen. En de directeur komt vaak naar onze kantine om een broodje te halen. De leerlingen van de AICS helpen af en toe mee in de kantine als extra hulp nodig is. Die samenwerking gaat heel goed. Door het regelmatige
de werkbegeleider
contact komen er ook extra dingen naar ons toe, zoals een lunch voor gasten, of voor recepties de hapjes verzorgen. De eigen hotelschool is natuurlijk net wat creatiever, maar toch worden wij zo nu en dan ge vraagd. In september was de offi ciële opening van de vierde etage. Daar serveerden wij de hapjes aan de gasten. De gemeente was er en andere belangrijke gasten en nu ho ren wij er bij zegt de directeur.” “Door de volledige acceptatie is de AICS een goede werkplek voor cliën ten. De school vindt het belangrijk dat hier mensen met een beperking werken. Er is ook goede leiding aan wezig. De leerwerkmeesters van de hotelschool begeleiden onze cliënt in hun werk. Ik kom af en toe op werkbe zoek. De cliënten hebben allemaal zo veel geleerd. Een cliënt heeft ontdekt dat ze het werk heel erg leuk vindt, dus hebben we haar aangemeld bij de opleiding Trainee+ horeca.” Petra Borst
Project Levenslust
Cordaan stelt “De werkvloer centraal”
“Tijdige signalering van somberheid bij ouderen”
Lous Visser: “Medewerkers hebben zoveel potentieel”
Zo’n 30 tot 35 % van de ouderen heeft last van depressieve klachten. Janna Duinker, adviseur preventie en gezondheid van Cordaan Thuiszorg, houdt zich al jaren bezig met deze problematiek. Sinds vorig jaar heeft Cordaan een samenwerkingsovereenkomst met GGZinstelling InGeest gesloten en is besloten om preventie van depressie gezamenlijk aan te pakken. Overigens spreken we hier liever niet over depressie, maar over somberheids-klachten. Veel ouderen zien niet dat ze depressieve klachten hebben, maar zij herkennen wel dat zij somber zijn en niet goed in hun vel zitten. Ilse van Beljouw, promovendus bij GGZ InGeest, Katelijne Lodde, beleidsmedewerker bij Cordaan Thuiszorg, en Janna Duinker vertellen over de aanpak.
Medewerkers in de zorg hebben het zwaar te verduren gehad de laatste jaren. Steeds meer taken in minder uren moesten zij verrichten. Tijd voor reflectie en om zelf na te denken over oplossingen voor de problemen waar ze tegenop lopen is er niet of nauwelijks. Daardoor kan de motivatie teruglopen. Ook teams bij Cordaan hebben deze ervaring en hier willen we wat aan doen.
Janna Duinker: “Wij richten ons heel bewust op de cliënten met Hulp bij het Huishouden. Het zijn mensen die thuis wonen, maar wel een fysiek probleem hebben en vaak minder mobiel zijn. Onze huishoudelijk medewerkers ko men regelmatig bij hen over de vloer en zij kunnen veel signaleren.” Ilse van Bel jouw vult aan: “We zijn een proefproject begonnen in Osdorp om het probleem in een vroeg stadium op te pakken. Alle cliënten van Thuisdiensten in Osdorp krijgen van hun huishoudelijke hulp een brief met een vragenlijst die de cliënt kan invullen. Aan de hand van die vra genlijst kunnen wij zien of de mensen een risico lopen op een depressie. We bellen deze mensen op om ze een ‘hulp’programma voor te stellen. Cordaan Thuiszorg heeft goede ingan gen om de doelgroep te bereiken. Stappenplan “Het ‘hulp’programma bestaat uit ver schillende stappen en wordt begeleid en aangeboden door de specialistisch verpleegkundigen van Cordaan Thuis zorg. Deze wijkverpleegkundigen wor den door GGZ InGeest geschoold op diverse goedgekeurde methodieken die in verschillende stappen aan de cliënt zullen worden aangeboden. De eerste stap bestaat uit twee keuzemo gelijkheden. De cliënt kiest voor een bewegingsprogramma onder begelei ding van een fysiotherapeut of de cliënt kiest voor een zelfhulpboek. Het be wegingsprogramma bestaat uit pittige oefeningen en helpt om somberte te overwinnen. Het zelfhulpboek bevat in formatie over het ontstaan van somber heid en wat mensen er zelf aan kunnen doen. Er staan oefeningen in waarmee mensen zelf aan de slag kunnen, zoals het doen van plezierige activiteiten. De wijkverpleegkundige neemt regelmatig contact op met de cliënt en is beschik baar voor vragen.
“Kijk,” zegt Janna Duinker, “het gaat er om dat mensen hun wereld niet kleiner maken, maar juist groter.” “Daarnaast kunnen cliënten gedurende stap 1 (on geveer 3 maanden) ook deelnemen aan een vriendschapscursus voor het verbeteren van sociale contacten en het verminderen van eenzaamheid,” vervolgt Ilse van Beljouw.
ze naar bed gaan. Of wat vaker een praatje maken. Dat soort dingen lukt als medewerkers merken dat ze in vloed kunnen hebben op hun werk, als ze merken dat hun inspanningen er toe doen.”
Warme toeleiding “Als we na een evaluatie van deze eer ste stap merken dat de klachten on voldoende zijn afgenomen komt stap twee. De cliënt kan dan kiezen uit een probleemoplossende cursus of een zin gevingscursus. Bij de probleemoplos sende cursus zal de cliënt ervaren dat hij/zij zèlf in staat is tot het vinden van oplossingen. Tijdens de zingevingscur sus wordt veel aandacht besteed aan het verleden. Ouderen die somber zijn, hebben nogal eens het gevoel dat het vroeger ook allemaal somber was. Door met de mensen terug te gaan naar die tijd en de positieve momen ten te bespreken, verandert ook de manier van het kijken naar zaken in het heden.”
Van links naar rechts: vlnr: Katalijne Lodde, Janna Duinker, Ilse van Beljouw
“Het gaat er om dat mensen hun wereld niet kleiner maken, maar juist groter”
Cordaan presenteert zich op Gemeentedag voor 55 plussers Drieduizend balletjes gehakt met boerenkool serveerden de koks van de Maaltijdservice op de 18de Gemeentedag voor 55 plussers in het Amsterdamse stadhuis / muziektheater. Mensen konden zich laten testen op diabetes. Of gebruik maken van een scootmobielparcours. Er was informatie over wonen, welzijn en zorg, vrijwilligers en nog veel meer activiteiten van Cordaan en Cordaan thuiszorg. Ongeveer 150 organisaties, instellingen en belangenverenigingen ontvingen ongeveer 10.000 bezoekers. Onze promotiemedewerkers hebben Cordaan uitstekend gepresenteerd op deze Gemeentedag 2010. Petra Borst
“Wat het belangrijkste is: dat medewerkers zelf tot oplossingen komen”
“Na afronding van stap twee vindt opnieuw evaluatie plaats. Als de hulp programma’s onvoldoende resultaat hebben opgeleverd, wordt de cliënt doorverwezen naar de polikliniek van GGZ InGeest.” “Maar,” zegt Janna Duin ker, “wél met een warme toeleiding.” Ambities voor de toekomst zijn er ook. “Hoe kunnen we bijvoorbeeld alloch tone mensen beter bereiken? Gezien het feit dat thuiszorgmedewerkers ach ter de voordeur komen van zeer veel cliënten, zien we de signaleringsfunctie van de thuiszorgmedewerkers als zeer waardevol.” Ronald Leeuwis
Ook binnen Cordaan werkt een pro jectgroep aan de invoering van deze methodiek. Dat gebeurt niet alleen in verpleeghuizen, maar in alle sectoren en settings. Lous Visser, projectleider geeft een toelichting. Reflectie Lous Visser: “Het gaat er om dat medewerkers weer zelf oplossingen kunnen vinden voor de problemen waar zij in hun werk tegen aan lo pen. Medewerkers op de werkvloer hebben een enorm potentieel. Maar er is geen ruimte om dat potentieel aan te boren. Cordaan moet er voor zorgen dat medewerkers weer meer autonoom worden en het potentieel in hen zelf weer ontdekken. Zo krijgen ze weer meer plezier in hun werk.”
past. Anne-Mei The in een interview: “De medewerker staat centraal. Al leen zo kun je met succes de cliënt centraal stellen. Alleen zo kun je ver wachten dat medewerkers het leuk vinden iets extra’s te doen voor de bewoners. De tafel gezellig dekken. Mensen zelf laten bepalen wanneer
Hoe werkt de methodiek? Lous Vis ser: “Eigenlijk komt het er op neer dat alle teamleden een keer per week een uur bij elkaar komen. Die bijeen komsten staan onder begeleiding van een interne begeleider. Dat is iemand die geen lid is van het team. De team manager is in beginsel niet aanwezig. Het is de bedoeling dat de teamleden gedurende dat uur uitwisselen waar ze in hun werk tegen aan lopen. En het belangrijkste: dat ze zelf tot oplos singen komen. Het is een uur waarin
“De mensen leefden zoals ze leven moesten en dan kwam er kind op kind. Bij mijn moeder waren het er tien. Dat was teveel en ze nam er twee. Mijn moeder kon het beperkt.” Geboorten laten zich beperken. Maar de dood? Nooit! Geen ver raad aan de kinderen die gestor ven zijn, zo leren we van mevrouw Bleekstra. Tot haar laatste adem tocht blijft zij moeder van zeven kinderen, ook al stierven twee van hen vlak na hun geboorte. Met steeds meer kracht in haar stem vertelt ze: “Soms bleven ze niet leven. Er was grote kindersterfte, dat is een deel van het leven. Het
wordt gauw vergeten dat het is van alle tijden, er zit zo ontzettend veel verdriet in het leven, dat kun je niet vergeten.” Mevrouw den Ouden knikt haar lief toe: “Ik heb een kleine familie, daar is niets gebeurd.” Mevrouw Bleekstra kijkt triest: “De beperking van de dood is nooit opgelost, de dood ging altijd door, doodser, woorden worden dood gezwegen, letterlijk, je vergeet het ook nooit.” Het maakt mevrouw den Ouden stil: “Als ze jong zijn… je draagt het negen maanden bij je, dat slijt na verloop van tijd.” Mevrouw Bleekstra schudt haar
Lous Visser: “De medewerker staat centraal. Alleen zo kun je met succes de cliënt centraal stellen”
Directeur thuiszorg in de regio Mid den Monique Spreitzer had in een vo rige baan kennis gemaakt met de be vindingen van Anne-Mei The. Zij is een antropologe en heeft studie gemaakt van de situatie op de werkvloer in ver pleeghuizen. Dat resulteerde onder andere in het boek: “In de wachtka
mer van de dood”. Ook Anne-Mei The zag dat bij medewerkers de motivatie verminderde. Zij wilde daar iets aan doen en ontwikkelde een methode die de wereld in is gegaan onder de naam: De Werkvloer Centraal. Op verschillende plaatsen in het land is deze methode al succesvol toege
weer ruimte is voor reflectie en uitwisseling en waarin de medewerker op de werkvloer centraal staat.” Paraplu De projectgroep is nu bezig de nieu we systematiek uit te rollen. Lous Vis ser: “We beginnen met zes teams uit de regio Midden (Noord, Centrum en Zuid). Twee teams uit de verstandelijk gehandicaptenzorg, twee uit de ver pleging en verzorging en twee uit de thuiszorg. In november houden we voor hen een bijeenkomst van een dag. Daar introduceren we de nieuwe methode. Vervolgens gaan we aan de slag. Na een half jaar breiden we het project verder uit. Uiteindelijk moet binnen drie jaar heel Cordaan meedoen. Daarvoor moeten we ook 30 interne begeleiders werven en trainen.” De Werkvloer Centraal is een van de projecten die onder de paraplu van In voor Zorg vallen. Dat is een bundeling projecten voor innovatie, kwaliteits verbetering en cliëntgerichtheid in de zorg. Initiatiefnemer daarvan is Vilans, het wetenschappelijk instituut voor de zorg. Lous Visser: “Voor mij persoon lijk is het een mooi project om mijn ambitie een brug te slaan tussen kwa liteitswerk en de werkvloer invulling te geven.” Ronald Leeuwis
Een tere, zere plek In de ontmoetingsgroep op één van de huiskamers komt het ge sprek via voornamen en vernoe men, op de vaak grote gezinnen van de ouders van de bewoners. “Vroeger hadden ze vaak tien of twaalf kinderen”, vertelt mevrouw den Ouden. “Het was niet tien of twaalf kinder en,” reageert mevrouw Bleekstra, “het was een hele familie.” Maar in die grote families was er ook veel verdriet. “Van mijn moederskant waren het er drie, ze waren met z’n viertjes. En van mijn vaderskant waren het er acht. En wat er tussendoor kwam, dat stierf”, vertelt mevrouw
Bleekstra. “Sommigen stierven heel jong.” “Ze zijn niet allemaal volwassen geworden”, stemt mevrouw den Ouden in, “ze stierven vooral op leeftijd.” “Niet alleen hoor”, zegt mevrouw Leguit, die alijd graag enige nuance aanbrengt. Mevrouw Bleekstra vangt in die woorden ‘niet alleen’ iets anders, iets troostends op: “Je leefde wel in een gemeenschap, je wist het van elkaar.” “Ik heb zeventien kleinkinderen”, glimlacht mevrouw Winterswijk. “Die hebben zeker hun best gedaan,” lacht mevrouw Den Ouden haar toe.
hoofd. “Het maakt niets uit, je blijft het mee dragen, je hele leven!” Mevrouw den Ouden knikt instem mend: “Het verdriet krijgt een plek, net als het geluk.” De dood van een kind blijft levens lang een tere, zere plek. Een ont moetingsgroep lang “weten” de be woners dat van elkaar, een kleine, koesterende “gemeenschap”. Mevrouw Martina komt aanschui ven in de kring. Ze heeft geen idee waar het gesprek over gaat, maar voelt als vaak de sfeer haarfijn aan: “Ik mag jullie leuke groep. Ik mag graag praten met elkaar.” Paula Irik en Irene Maijer
Wenckebachweg: “Hier zie ik groei”
Stichting Cornuit doet iets extra’s De onafhankelijke Stichting Cornuit heeft tot doel voor cliënten van Cordaan iets extra’s te doen.
“De kleine stapjes die een cliënt kan zetten terwijl je weet hoeveel onveiligheid
Door een psychiatrisch probleem, een handicap,
ze in hun leven hebben gehad, maken het een bijzonder mooie uitdaging
dementie of ouderdom, zijn deze cliënten kwets-
om hier te werken vooral omdat je kunt werken vanuit de relatie die je met ze
baar. Cordaan biedt hen hulp en ondersteuning.
hebt opgebouwd”, vertelt Shanna Russo de Vivo medewerker van de locatie
Maar er blijft daarnaast nog zoveel over om voor
Wenckebachweg.
de cliënten iets extra’s te doen.
Het bestuur van Stichting Cornuit, van links naar rechts: Hetti Willemse, Henny Jacobse, Ans Bartelink en Jaap Roëll.
Wat doet Stichting Cornuit? Stichting Cornuit is er voor de cliënten van Cordaan. Stichting Cornuit kan financieel bijdragen aan extraatjes ten behoeve van cliënten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: een feestje, een bezoek aan Artis, een kunstwerk of een tuinhuisje. Allemaal zaken die niet bekostigd kunnen worden uit de reguliere financiering van Cordaan. Uitgangspunt blijft altijd de wensen en behoeften van cliënten zelf. Stichting Cornuit heeft al eerder geld bijgedragen voor onder andere een aangepaste rondvaartboot en een bewonersbus. Aanvragen voor een bijdrage door Stichting Cornuit komen van cliënten zelf of hun vertegenwoordigers. Enkele medewerkers van de Wenckenbachweg
Een bezoek aan de Wenckebach weg, een steunpunt tussen de contai nerwoningen vlakbij het metrostation Spaklerweg en de Bijlmerbajes. Daar wonen grotendeels studenten en sinds een jaar of vijf ook 24 cliënten van Cordaan. Ongeveer vijf jaar gele den is het begonnen als een project en inmiddels is het een locatie die niet meer weg te denken valt. Wencken bachweg is een plaats voor cliënten die in eerste instantie elders niet mak kelijk te plaatsen zijn. Dat komt door bijvoorbeeld een verleden in detentie of schorsing elders. Relatieopbouw Teammanager Joop Janssen (werk zaam sinds een jaar) over zijn visie en beleid voor de Wenckebachweg het afgelopen jaar: “Het streven en uitgangspunt is geweest om een ver deling te maken die passend is voor de cliënten die hier begeleid worden. Deze verdeling is gebaseerd op de hoogte van de zorgzwaartepakket ten. We krijgen hier cliënten met zeer complexe ondersteuningsvragen en daar hadden we niet altijd goed ant woord op. Vorig jaar is het team bijna verdubbeld, hebben we meer zicht gekregen op het leven van de cliënt, is er veel tijd en aandacht besteed aan relatieopbouw met de cliënt en
staat bijvoorbeeld netwerken veel meer centraal.” De randvoorwaarden om te werken aan resultaten en vooruitgang van cliënten zijn grotendeels ingevoerd. Nu blijven we samen werken aan het goed gebruik maken van deze voor waarden. Koken Medewerker Shanna Russo de Vivo vertelt: “Er is veel gedaan om de juiste randvoorwaarden neer te zet ten. Zo kunnen we voldoen aan de vraag van de cliënt. De contacten met de cliënt zijn nu beter. Dat komt doordat je veel meer tijd hebt om te werken aan de juiste samenwerkings relatie.” Er vindt om de drie maanden een Multi Disciplinair Overleg plaats. Daarbij vragen we van tevoren de cliënt samen met zijn persoonlijk be geleider iets op papier te zetten. Dit bespreken we dan, samen met de bevindingen van de begeleider, met de manager en gedragsdeskundige. En stellen we vast welke resultaten we hebben behaald en aan welke we nog moeten werken.” Een cliënt komt binnen en op de vraag hoe zij de begeleiding ervaart, vertelt zij: “Er is gewoon veel aandacht voor
je, dat vind ik prettig.” Shanna Russo de Vivo vertelt verder: “We hebben ook een activiteit eens in de drie we ken waar cliënten met en voor elkaar kunnen koken. Het is erg leuk, want er kunnen per keer zo’n acht à tien cliënten gebruik van maken. Daar is veel belangstelling voor.” Op de vraag wat het bijzonder maakt om hier te werken.” antwoordt Shan na Russo de Vivo: “Tsja de uitdaging, het is heel gevarieerd, een leuke werkplek, samen lerend en werkend aan kwaliteitsverbetering. Cliënten en hun vragen komen veel beter tot hun recht, er is ontwikkeling mogelijk, hierin zie ik groei. Met elkaar kijken naar de perfecte match tussen hulp verlener en cliënt. Dat is nu mogelijk door onze werkwijze en caseloadver deling,” vertelt de medewerker. Tamara Streng
Meer informatie en aanvragen: mevrouw D. Woldhuis 020 630 62 44 (
[email protected]) of mevrouw A. Riemersma 020 435 63 28 (
[email protected]) Of vraag de informatie schriftelijk op via een brief naar: Stichting Cornuit T.a.v. D. Woldhuis p/a Antwoordnummer 10331 1000 RA AMSTERDAM Vergeet niet uw naam en adres te vermelden (postzegel is niet nodig).
colofon CC is een periodiek voor medewerkers, vrijwilligers en relaties van Cordaan. Het verschijnt in een oplage van 10.000 exemplaren, 6 keer per jaar. Jaargang 03, nummer 05, november 2010. Hoofdredactie Wolter Knijff Eindredactie Ronald Leeuwis Aan dit nummer werkten mee Petra Borst, Jeannette Bosman, Paula Irik, Elise Kaandorp, Merel Kloet, Irene Maijer, Tamara Streng, Hans Trauschke Druk DRDV Media Services Ontwerp en opmaak Forma Concreta Fotografie Nynke Atsma, Petra Borst, Elise Kaandorp, Michael Kooren, Ronald Leeuwis Overname Artikelen uit deze publicatie mogen, uitsluitend na schriftelijke toestemming van de redactie, worden overgenomen met bronvermelding Redactieadres Redactie CC, Postbus 1103, 1000 BC Amsterdam, e-mail:
[email protected], tel: 020 435 63 24 Ingezonden brieven en kopij (max. 300 woorden) bij voorkeur als Word-bijlage per e-mail zenden naar de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen te weigeren, in te korten of naar een latere uitgave te verplaatsen, vanzelfsprekend in overleg met de auteur. Anonieme bijdragen worden niet geaccepteerd.