05. Borstkanker
chirurgie
03
DBC code
Omschrijving diagnose
Omschrijving behandeling
Geprognost.
303 11 318 201
maligne neoplasma mamma
Operatief poliklinisch
447
303 11 318 202
maligne neoplasma mamma
Operatief dagopname(n)
893
aantal 2008
ZN zorgprofiel nee lichte operatie in dagbehandeling
303 11 318 203
maligne neoplasma mamma
Operatief kl episode(n)
303 11 318 206
maligne neoplasma mamma
KZD operatief kl episode(n)
303 11 318 401
maligne neoplasma mamma
Dubbelz operatief polikli
303 11 318 402
maligne neoplasma mamma
Dubbelz operatief dag
303 11 318 403
maligne neoplasma mamma
Dubbelz operatief kl epi
303 11 318 406
maligne neoplasma mamma
KZD dubbelz operatief kl epi
303 21 318 201
maligne neoplasma mamma
Operatief poliklinisch
303 21 318 202
maligne neoplasma mamma
Operatief dagopname(n)
303 21 318 203
maligne neoplasma mamma
Operatief kl episode(n)
303 21 318 206
maligne neoplasma mamma
KZD operatief kl episode(n)
10695 634
zware operatie nee
6
nee
10
nee
238
nee
14
nee
118
nee
72
nee
284
nee
25
nee
303 21 318 401
maligne neoplasma mamma
Dubbelz operatief polikli
3
nee
303 21 318 402
maligne neoplasma mamma
Dubbelz operatief dag
1
nee
303 21 318 403
maligne neoplasma mamma
Dubbelz operatief kl epi
8
nee
303 21 318 406
maligne neoplasma mamma
KZD dubbelz operatief kl epi
1
nee
Toelichting bij ZN-zorgprofiel(en) Er zijn 2 ZN-profielen gemaakt: één voor de lichte operatie in dagbehandeling, één voor de zware operatie klinisch Voor de dubbelzijdige operatie geldt het tarief 1,4 maal het enkelzijdige tarief
Instructies voor registratie en declaratie. Algemene regels • Voor registratie en declaratie van de DBC gelden, naast de instructies van de wetenschappelijke vereniging, de algemene regels zoals deze zijn te vinden in de inleiding, pag. XV. Specifieke regels mammacarcinoom. • De chirurgische behandeling van het mammacarcinoom is 1 zorgtraject en derhalve dienen alle activiteiten zoals meerdere operaties en onderzoeken in 1 reguliere DBC te zijn ondergebracht. Alleen als er > 3 maanden verstrijkt voordat een 2e operatie wordt uitgevoerd mag de 1e initiele DBC worden gesloten en een 2e [vervolg klinisch] DBC worden geopend. Deze 2e DBC pas sluiten als het gewone controle traject ingaat. • Over het algemeen zullen patiënten met een mammacarcinoom een meerjaren vervolgtraject in gaan. Jaarlijks mag 1 vervolg DBC worden gedeclareerd, een vervolg dbc moet dus een jaar lang open staan. • De verhouding tussen het aantal dagbehandeling (licht) en het aantal klinische (zwaar) dbc’s zal zo’n 30 : 70 zijn maar kan lokaal afwijken. Hierover moeten afspraken worden gemaakt. • Bij een uitgekiende logistiek kunnen in sommige klinieken in toenemende mate zware patiënten in dagbehandeling behandeld worden met behoud van een uitstekende kwaliteit. Hier moeten adequate afspraken over gemaakt worden.
Achtergrond • •
Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. De kans op het krijgen van een borstkanker gedurende het leven van een vrouw is 9-10%. Het aantal vrouwen met borstkanker (prevalentie) op 1 januari 2002 wordt op basis van de registratie in de IKZ (Integraal Kankercentrum Zuid)- en IKA (Integraal Kankercentrum Amsterdam)-regio geschat op 9,3 per 1.000 vrouwen (absoluut 76.000). Het betreft hier de 10-jaarsprevalentie. Dit wil zeggen het aantal vrouwen dat in de 10 jaar voorafgaand aan de peildatum (1 januari 2002) borstkanker heeft gekregen en op de peildatum nog in leven is. Van de nieuwe patiënten met borstkanker heeft ongeveer 6% al eerder een invasieve tumor in de andere borst gehad (IKZ, 2005). Het risico neemt toe met de leeftijd: <0.1% op de leef-
HOOFDSTUK 05 – Borstkanker
27
•
•
•
tijd van 30 jr, ca. 2% rond de 50 jr, en 10% rond de 80. Na de leeftijd van 65 jaar is de incidentie redelijk constant. De gemiddelde leeftijd op het moment van diagnose is circa 60 jaar (Bron RIVM). De jaarlijkse borstkankergerelateerde sterfte in Nederland is ca. 3600. Dit cijfer is dalende door meer vroegdiagnostiek door de hoge deelname aan het bevolkingsonderzoek en grotere alertheid bij de vrouw, en door meer en effectievere adjuvante behandelingen (hormonale therapie en chemotherapie). In Nederland worden vrouwen van 50-75 jaar tweejaarlijks uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek borstkanker, waarbij screeningsmammogrammen worden gemaakt. Daarnaast wordt screening geadviseerd voor bepaalde groepen vrouwen met een verhoogd risico op basis van een belaste familie-anamnese, danwel met een aangetoonde BRCA 1/2 genmutatie. Indicaties voor verwijzing zijn: bij vermoeden van borstkanker (oa. bij onregelmatige of slecht afgrensbare tumor, een tumor vast aan de huid en/of onderlaag, schilfering of eczeem van de tepel, éénzijdige tepeluitvloed, bruin of bloederig, huid- en/of tepelintrekking, regionale lymfeklierzwelling, non-puerperale mastitis); bij vrouw met (persisterende) klachten over knobbeltje (al of niet na mammografie); vrouwen bij wie tijdens het bevolkingsonderzoek vermoeden is van borstkanker De primaire diagnostiek is erop gericht een mammacarcinoom te bevestigen, dan wel uit te sluiten. De triple diagnostiek (klinisch borstonderzoek, beeldvormende diagnostiek en histologie/cytologie) is nog steeds de pijler onder de diagnose maligniteit, maar dit is aan het veranderen bij palpabele afwijkingen die bij beeldvorming zeker goedaardig zijn (cyste of fibradenoom). Een punctie is dan niet altijd nodig. Voor niet palpabele afwijkingen vervalt natuurlijk het klinisch onderzoek als onderdeel van de triple diagnose. In die situatie kan met adequate beeldvorming en punctie diagnostiek ook een zekere diagnose worden gesteld. Naast de diagnose mammacarcinoom is aanvullend informatie nodig om het behandelplan op te stellen: de aard van de tumor (bijv. intraductaal of lobulair), de uitgebreidheid van de tumor (bijv. naar locoregionale uitbreiding in de oksel), aanwezigheid van metastasen, eigenschappen van de tumor (bijv. oestrogeenreceptorpositief of Her2Neu positief) en eigenschappen van de patiënte (bijv. menopauzale status, vaststelling erfelijke factoren) Zonder aanwijzingen voor uitzaaiingen in het lichaam heeft de behandeling van mammacarcinoom een curatieve intentie. Dit vindt in eerste instantie veelal chirurgisch plaats door mammasparende therapie, aangevuld met radiotherapie, dan wel door gemodificeerde radicale mastectomie. Door middel van een schildwachtklierprocedure wordt de lymfklier die het tumorgebied als eerste draineert geïdentificeerd. Indien deze tumornegatief is, kan een volledig okselkliertoilet achterwege gelaten worden. Aanvullend wordt veelal adjuvante systemische therapie (chemotherapie, hormonale, of immunotherapie) gegeven om niet detecteerbare micrometastasen te elimineren. De aard en uitgebreidheid van de adjuvante therapie is afhankelijk van de tumorkenmerken en wordt vastgesteld in multidisciplinair overleg met de patholoog. Indien metastasen op afstand (meer dan locoregionale uitbreiding) zijn aangetoond, is genezing niet meer mogelijk. De behandeling krijgt dan een palliatief karakter.
Kwaliteit In het project ‘Kwaliteit van zorg in de Etalage’ (2006) zijn verschillende indicatoren vastgesteld. Die zijn ook terug te vinden in de IGZ-indicatoren (2007) en Indicatoren zorginkoop (2007): • De basis voor adequate mammadiagnostiek is klinisch onderzoek, beeldvormend onderzoek (veelal mammografie en echografie) en beeld geleide punctiediagnostiek, waarna de resultaten multidisciplinair worden besproken • Gesprek met mammacare-verpleegkundige (Indicator 1, etalageproject) • Patiënten met mammacarcinoom besproken in multidisciplinair overleg voor aanvang van de behandeling (Indicator 2, etalageproject) • Irradicaliteit na eerste tumorexcisie (Indicator 3, etalageproject; Indicator 3, zorginkoop 2007) • Differentiatie mammacarcinoom binnen maatschap heelkunde (Indicator 4, etalageproject; Indicator 4, zorginkoop 2007; IGZ-indicator) • Percentage patiënten dat ≤ 4 weken na de definitieve PA-diagnose geopereerd is (Indicator 5, etalageproject) • Binnen maximaal vier weken na vaststelling van de definitieve PA diagnose wordt patiënt(e) geopereerd. (Indicator 5, etalageproject; Indicator 5, zorginkoop 2007) • Aantal lokale recidieven binnen 5 jaar na borstbesparende en ablatieve therapie (Indicator 6, etalageproject; Indicator 6, zorginkoop 2007) • Percentage patiënten postoperatief besproken in het multidisciplinair overleg (Indicator 7, etalageproject) • Triple diagnostiek (klinisch borstonderzoek, beeldvormende diagnostiek en pathologie) op zelfde dag met uitslag binnen 5 werkdagen (BorstkankerVereniging Nederland) • CQ index in ontwikkeling (www.centrumklantervaringzorg.nl)
Indicatoren uit basisset IGZ 2006 1. Beschikt het ziekenhuis over een mammapoli? Ja / Nee / n.v.t Op een mammapoli werkt een multidisciplinair team van zorgverleners met kennis van en ervaring met borstkanker nauw met elkaar samen. Belangrijke kenmerken zijn: – De zorg is afgestemd op de behoefte van de patiënt, wordt op tijd geleverd en de informatie aan de patiënt is helder. – Er vindt optimale communicatie over de diagnostiek en behandeling plaats, zowel intern als extern. – Er vindt structureel (wekelijks) overleg plaats tussen de betrokken zorgverleners.
28
HOOFDSTUK 05 – Borstkanker
2. Welk percentage van de patiënten heeft binnen 5 werkdagen na het eerste policonsult voor verdenking op borstkanker (al dan niet palpabele borstafwijking met verdenking op maligniteit) een uitslag goedaardig of kwaadaardig gekregen? Teller: aantal patiënten met verdenking op borstkanker dat binnen 5 werkdagen na het eerste consult in het ziekenhuis een uitslag goedaardig of kwaadaardig heeft gekregen. Noemer: totaal aantal patiënten met verdenking op borstkanker dat een eerste consult heeft gehad in uw ziekenhuis van 1 januari tot en met 31 december.
Indicatoren uit Etalageproject ZonMw 1. Gesprek met mammacare-verpleegkundige Percentage patiënten met de diagnose mammacarcinoom dat preoperatief een gesprek heeft gehad met een mammacare-verpleegkundige. Teller: Aantal patiënten met een mammacarcinoom dat minstens één preoperatief gesprek heeft gehad met een mammacareverpleegkundige. Noemer: Totaal aantal patiënten met een primaire operatie voor een mammacarcinoom. 2. Patiënten met mammacarcinoom besproken in multidisciplinair overleg voor aanvang van de behandeling Percentage patiënten met een mammacarcinoom dat preoperatief besproken is in het multidisciplinair overleg Teller:Aantal patiënten met een mammacarcinoom dat gedocumenteerd is besproken in het multidisciplinair overleg voor aanvang van enige behandeling. Noemer:Totaal aantal patiënten gediagnosticeerd met een mammacarcinoom. 3. Irradicaliteit na eerste tumorexcisie Percentage patiënten met irradicaliteit na eerste (borstsparende) excisie van een maligne mammatumor Teller: Aantal patiënten met irradicaliteit na eerste (borstsparende) excisie van een maligne mammatumor Noemer: Aantal patiënten dat een eerste (borstsparende) excisie van een maligne mammatumor heeft ondergaan. 4. Differentiatie mammacarcinoom binnen de maatschap heelkunde Percentage leden van de maatschap heelkunde dat zich bezig houdt met de chirurgische behandeling van het mammacarcinoom. Teller: Aantal chirurgen binnen de maatschap dat zich bezig houdt met de chirurgische behandeling van mammacarcinoom Noemer: Totaal aantal chirurgen in de maatschap 5. Percentage patiënten die binnen 4 weken na de definitieve PA-diagnose geopereerd zijn Percentage patiënten die binnen 4 weken na de definitieve PA-uitslag (van cytologisch punctaat dan wel histologisch dikke naaldbiopt) geopereerd zijn. Teller: Aantal patiënten met nieuw gediagnosticeerd mammacarcinoom dat ±4 weken na de PA-uitslag geopereerd is. Noemer: Totaal aantal patiënten met een primaire operatie voor een mammacarcinoom. 6. Aantal lokale recidieven binnen 5 jaar na borstbesparende en ablatieve therapie 6a Percentage lokale recidieven binnen 5 jaar na borstsparende chirurgie. Teller: Aantal patiënten met lokaal recidief binnen 5 jaar na borstsparende therapie. Primair behandeld in het eigen centrum Noemer: Totaal aantal patiënten dat borstsparende chirurgie heeft ondergaan, primair behandeld in eigen centrum 6b Percentage lokale recidieven binnen 5 jaar na ablatieve chirurgie. Teller: Aantal patiënten met lokaal recidief binnen 5 jaar na ablatieve chirurgie. Primair behandeld in het eigen centrum Noemer: Totaal aantal patiënten dat ablatieve chirurgie heeft ondergaan, primair behandeld in eigen centrum 7. Percentage patiënten postoperatief besproken in het multidisciplinair overleg Percentage patiënten met een mammacarcinoom dat postoperatief besproken is in het multidisciplinair overleg Teller: Aantal patiënten met een mammacarcinoom dat gedocumenteerd postoperatief besproken is in het multidisciplinair overleg. Noemer: Totaal aantal patiënten die geopereerd zijn voor een mammacarcinoom.
Informatiebronnen • • •
CBO/OMS. Kwaliteit van zorg rond mammacarcinoom in de etalage. Den Haag: ZonMW, 2006. NABON/CBO/VIKC. Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en Vereniging voor Integrale Kankercentra, 2006. NABON/CBO/VIKC. Richtlijn Screening en diagnostiek van het mammacarcinoom. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en Vereniging voor Integrale Kankercentra,
HOOFDSTUK 05 – Borstkanker
29
30
HOOFDSTUK 05 – Borstkanker
De basis voor adequate mammadiagnostiek is klinisch onderzoek, beeldvormend onderzoek (veelal mammografie en echografie) en beeld geleide punctiediagnostiek, waarna de resultaten multidisciplinair worden besproken Etalage-indicatoren 2006 / IGZ-indicatoren; Indicatoren zorginkoop 2007: - Gesprek met mammacare-verpleegkundige (Indicator 1, etalageproject) - Patiënten met mammacarcinoom besproken in multidisciplinair overleg voor aanvang van de behandeling (Indicator 2, etalageproject) - Irradicaliteit na eerste tumorexcisie (Indicator 3, etalageproject; Indicator 3, zorginkoop 2007) - Differentiatie mammacarcinoom binnen maatschap heelkunde (Indicator 4, etalageproject; Indicator 4, zorginkoop 2007; IGZ-indicator) - Percentage patiënten die ≤ 4 weken na de definitieve PA-diagnose geopereerd zijn (Indicator 5, etalageproject) - Binnen maximaal vier weken na vaststelling van de definitieve PA diagnose dient patiënt(e) geopereerd te worden. (Indicator 5, etalageproject; Indicator 5, zorginkoop 2007) - Aantal lokale recidieven binnen 5 jaar na borstbesparende en ablatieve therapie (Indicator 6, etalageproject; Indicator 6, zorginkoop 2007) - Percentage patiënten postoperatief besproken in het multidisciplinair overleg (Indicator 7, etalageproject) - Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie (IGZ-indicator)
Anamnese, lich. onderzoek triple diagnostiek op 1 dag afronden Streven naar minimaliseren van interval tussen de diagnostische tests en het geven van de uitslagen: bij > 90% van de vrouwen wordt de uitslag (benigne of maligne) binnen vijf werkdagen meegedeeld
Cytologie of histologie (dikke-naald of indien nodig excisie-biopsie) Bij tenminste 90% van de patiënten met een mammacarcinoom wordt de diagnose met zekerheid preoperatief gesteld door cytologisch of histologisch onderzoek. Cytologie is met name geschikt voor evidente solide laesies.
Kwaliteit
Anamnese & Onderzoek
PA-onderzoek
Geel gedrukt: door deskundigen genoemde aandachtspunten mbt kwaliteit van zorg voor inkopers tijdens de gesprekken met zorgaanbieders.
Divers PA-onderzoek, bijv. ter stagering of ter bepaling van diverse tumorkenmerken (bijv. oestrogeenreceptor status). Zie bijv addendum pathologie, Richtlijn behandeling van het mammacarcinoom, 2005
Volledige curatie met zo min mogelijk orgaanschade
Tijdig opsporen van mammacarcinoom
Resultaten / Doelen
Behandelingsfase
Diagnostische fase
Fase:
Bouwstenen voor een zorgproces voor borstkanker
Begeleiding patiënt
Tijdig opsporen van recidief
Follow-up
HOOFDSTUK 05 – Borstkanker
31
- Mammografie bij symptomatologie met name bij vrouwen > 30 jaar en na verwijzing vanuit de screening - Echografie bij jonge (< 30 jaar) symptomatische vrouwen, zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven, als aanvullend onderzoek na mammografie of bij MRI gevonden incidentele laesie, of bij echogeleide punctie of biopsie. - MRI bij differentiatie tussen maligne en benigne in geselecteerde gevallen, bij pre-operatieve stagering en bij effectbepaling van neo-adjuvante chemotherapie - Voor een goede kwaliteit van mammazorg is een gestandaardiseerde verslaglegging met vermelding van de BI-RADS eindcategorieën onontbeerlijk.
Percentage patiënten met een mammacarcinoom dat preoperatief besproken is in het multidisciplinair overleg (chirurg, patholoog, mammacare-verpleegkundige en radioloog); Indicator 2 zorginkoop 2007; Indicator 2, etalageproject)
Indien geen betrouwbare diagnostiek wordt er een excisie-bioptie uitgevoerd
Percentage patiënten met mammacarcinoom dat preoperatief gesprek heeft gehad met mammacareverpleegkundige (Indicator 1, etalageproject; Indicator 1 zorginkoop 2007)
Beeldvorming
Overleg
Chirurgie
Patiëntenvoorlichting & Leefstijl
Artsen en verpleegkundigen zijn op de hoogte van verwijsmogelijkheden naar gespecialiseerde psycho-oncologische zorg en sociale steungroepen/lotgenotencontact. Patiënten die hiervan gebruik willen maken, worden geïnformeerd hoe deze zorgvormen te verkrijgen
Mammareconstructie zo mogelijk tijdens zelfde operatie.
Percentage patiënten met irradicaliteit (tumor in snijvlak meer dan focaal) na eerste (borstsparende) excisie van tumor Percentage leden van de maatschap heelkunde dat zich bezig houdt met mammachirurgie. Streefwaarde hierbij is dat minder dan 50% van de maatschapsleden zich bezighoudt met de behandeling van het mammacarcinoom, met een minimum van 2 chirurgen.
Behandelingsfase
Geel gedrukt: door deskundigen genoemde aandachtspunten mbt kwaliteit van zorg voor inkopers tijdens de gesprekken met zorgaanbieders.
Verwijzen naar patiëntenorganisatie
Keuze van behandelopties aan patiënt voorleggen
Diagnostische fase
Fase:
Voorlichting, begeleiding en vroege opsporing van recidivering of een tweede primaire carcinoom (follow-up schema wordt in behandelingsrichtlijn i.o. herzien)
Fysiotherapie 5 – 7 dagen na okselkliertoiliet
Mammografie Protocollair geregelde followup
Bespreken van peroperatieve bevindingen en overdracht in het multidisciplinaire mamma-team. (Indicator 7, etalageproject; Indicator 7 zorginkoop 2007)
Follow-up
Zorgprofielen Borstkanker lichte operatie in dagbehandeling 03 11 318 202 CTG-code
Profiel volgens ZN Verrichting-omschrijving
% voorkomen
Gemiddeld aantal
polikliniek- en eerste hulpbezoek 190011
eerste polikliniekbezoek
100%
1,0
411000
herhaalbezoeken**
100%
3,0
190035
dagverpleging I: normaal
100%
1,0
preoperatieve screening
100%
1,0
50%
1,4
telefonische controle # diagnostische verrichtingen 80077
diagn.punc. niet palp afw/org met echo* beeldvormende diagnostiek****
86970
echografie mamma(e)
40%
1,0
86970
mammografie rechts en/of links*
80%
1,0
schildwachtklierprocedure + beeldvorming
60%
1,0 1,0
120092 120093
schildwachtklierprocedure + beeldv. + ok
30%
86957
localisatie mammatumor
40%
1,0
86909
beoordeling specimina, mammatumor
40%
1,0
consult gespecialiseerd verpleegkundige**
100%
1,0
pre-operatief multidisciplinair overleg***
100%
1,0
100%
1,2
behandeling
post-operatief multidisciplinair overleg*** 33911
locale excisie mammatumor + vc of aa
33780
diagn lk-extirp supra-/infraclaviculair
90%
1,0
33740
regionale klierdissectie, enkelzijdig
10%
1,0
fysiotherapeutische behandeling*****
10%
3,0 2,0
193100
pathologisch onderzoek 50501
histol/cytolog. onderz. (m.u.v. cervixcyt.)
100%
50503
immunopathologische onderzoeken
100%
1,8
50507
kwantitatief/morfometrisch onderz.
12%
1,6
100%
1,0
klinische chemie en haematologie laboratoriumonderzoek zeer beperkt registratie prestatie-indicatoren # volgens NEN norm 7500 door verpleegkundige * triple diagnostiek (klinisch borstonderzoek, beeldvormende diagnostiek en pathologie) op zelfde dag met uitslag binnen 5 werkdagen ** pre-operatief krijgt patiënte voorlichting en begeleiding door chirurg en gespecialiseerd verpleegkundige. Deze laatste kan ook een deel van de herhaalbezoeken verzorgen.. *** gestructureerd pre- en post-operatief multidisciplinair over leg waarbij in ieder geval aanwezig zijn: chirurg-oncoloog, radioloog, radiotherapeut, internist-oncoloog, patholoog, en gespecialiseerd verpleegkundige. **** gestandaardiseerde verslaglegging met vermelding van BIRADS eindcategorieen ***** 5-7 dagen na okselkliertoilet
32
HOOFDSTUK 05 – Borstkanker
Borstkanker zware operatie 03 11 318 203 CTG-code
Profiel volgens ZN Verrichting-omschrijving
% voorkomen
Gemiddeld aantal
polikliniek- en eerste hulpbezoek 190011
eerste polikliniekbezoek
100%
1,0
411000
herhaalbezoeken**
100%
4,0
190204
verpleegdag
100%
4,0
preoperatieve screening
100%
1,0
50%
1,4
diagnostische verrichtingen 80077
diagn.punc. niet palp afw/org met echo* beeldvormende diagnostiek****
86970
echografie mamma(e)
55%
1,4
86970
mammografie rechts en/of links*
80%
1,4
85002
thorax , inclusief doorlichting
35%
1,0
schildwachtklierprocedure + beeldvorming
35%
1,0
120092 86957
localisatie mammatumor
22%
1,0
86909
beoordeling specimina, mammatumor
22%
1,0 1,0
120093
schildwachtklierprocedure + beeldv. + ok
25%
87070
echografie buikorganen
15%
1,0
120030
statisch skeletonderzoek
14%
1,0
consult gespecialiseerd verpleegkundige**
100%
1,0
pre-operatief multidisciplinair overleg***
100%
1,0
behandeling******
post-operatief multidisciplinair overleg*** 33930
mamma amp. + verw oksellymfklieren
50%
1,0 1,2
33911
locale excisie mammatumor + vc of aa
33%
33780
diagn lk-extirp supra-/infraclaviculair
60%
1,0
33740
regionale klierdissectie, enkelzijdig
22%
1,0
33920
mastectomie
20%
1,0
fysiotherapeutische behandeling*****
14%
3,0
193100
pathologisch onderzoek 50501
histol/cytolog. onderz. (m.u.v. cervixcyt.)
100%
2,5
50503
immunopathologische onderzoeken
100%
2,0
kwantitatief/morfometrisch onderz.
25%
1,2
50507
klinische chemie en haematologie laboratoriumonderzoek beperkt Microbiologie 75043
kweekproef >3 media, bacteriologisch
5%
1,7
70501
microsc. Onderzoek
4%
1,4
100%
1,0
registratie prestatie-indicatoren
* triple diagnostiek (klinisch borstonderzoek, beeldvormende diagnostiek en pathologie) op zelfde dag met uitslag binnen 5 werkdagen ** pre-operatief krijgt patiënte voorlichting en begeleiding door chirurg en gespecialiseerd verpleegkundige. Deze laatste kan ook een deel van de herhaalbezoeken verzorgen.. *** gestructureerd pre- en post-operatief multidisciplinair over leg waarbij in ieder geval aanwezig zijn: chirurg-oncoloog, radioloog, radiotherapeut, internist-oncoloog, patholoog, en gespecialiseerd verpleegkundige. **** gestandaardiseerde verslaglegging met vermelding van BIRADS eindcategorieen ***** 5-7 dagen na okselkliertoilet ****** de behandeling start in principe binnen 4 weken na de definitieve PA-diagnose (prestatie-indicator)
HOOFDSTUK 05 – Borstkanker
33
Visie op kwaliteit van de Borstkankervereniging Nederland Algemene kwaliteitscriteria behandeling Borstkanker Inkoopgids Borstkanker is een diagnose die een multidisciplinaire benadering noodzakelijk maakt, adequate borstkankerzorg is integraal en multidisciplinair van aard. Het welbevinden en de behoefte van de patiënt staan daarbij voorop (vraaggestuurde zorg) Het is daarom in de visie van de Borstkankervereniging spijtig dat voor 2008 slechts het chirurgische deel van de behandeling van borstkanker is opgenomen in het vrij onderhandelbare segment en dat niet alle voor borstkanker relevante DBC’s op dezelfde wijze besproken zullen gaan worden. De BVN wil zorgverleners en zorgverzekeraars uitnodigen in de besprekingen voor de budgetten voor 2008 en verder, rekening te houden met de wensen van hun cliënten en onderstaande criteria van de BVN voor de behandeling van borstkanker op te willen nemen in de te sluiten overeenkomsten.
Informatie en voorlichting
• • • • • •
Werkwijze is transparant en openbaar gemaakt Keuzemogelijkheden voor patiënten in te zien (behandelingen, trialdeelname, 2nd opinion etc.) Getoetste mondelinge en schriftelijke basisinformatie aanwezig en wordt altijd actief ingezet Aanvullende informatie op maat wordt aan iedere patiënt meegegeven Mammacare website beschikbaar Actieve verwijzing naar de BVN(site) en de meerwaarde van patiëntenorganisaties
Toegang en interne logistiek
• < 3-5 dagen na verwijzing toegang tot de zorg Op 1 dag van bezoek afgehandeld: • Triplediagnostiek, uitslag na 1 dagdeel bekend (Uitslag biopsie < 3-5 dagen (zie IKA mammazorg)) • Uitslag en (voorlopig) behandelplan bespreken • Gesprek mammacare verpleegkundige • Informatie gestructureerd gegeven (als in bv IKA nazorgwijzer) Vervolg: • Doorlooptijd diagnose >> OK < 14 dagen
Multidisciplinair behandeltraject
• • • •
Vaststellen diagnose / behandelplan tijdens Multidisciplinaire* bespreking Pre en post OK Doorlooptijd van combinatiebehandelingen met minimale tussentijdse wachttijden Zorgcoördinatie bij Mammacare vpk Totaal zorgplan opgesteld (incl. nazorg, revalidatie, psychosociale aspecten etc als in bijv. de IKA nazorgwijzer) • Standaard pre OK en bij alle post OK controles meten van de arm • Werken met VAS pijn score lijsten en dit vastleggen in dossier • Speciale opvang geregeld voor acute bijwerkingen en voor acute palliatieve behandeltrajecten * betrokken: Chirurg, med. Oncoloog, radioloog, radiotherapeut, PA, mammacare vpk, fysiotherapie, nucleair geneeskundige, geneticus, psycho-sociaal team, plastisch chirurg
Bewaking richtlijnen
• • • • •
Bestaande indicatoren worden gehanteerd en geregistreerd State of the art diagnose en behandeling wordt aangeboden Sentinel Node procedure tijdens OK Richtlijn mammacarcinoom (www.oncoline.nl) wordt gevolg Richtlijn beroepsgroepen worden aangehouden (indien aanvulling op richtlijn)
Transparantie en openbaarheid van kwaliteit Openbaar maken van: • Werkwijze en logistiek • Mate van voldoen aan criteria en richtlijnen • Aanwezige voorzieningen mammacare • Organisatie en structuur mammacare • Deelnemen aan de Kwaliteitsmonitor borstkanker
34
HOOFDSTUK 05 – Borstkanker