VMDLV
7e jaargang - november 2009 - nr 18
Nieuw bestuurslid VMDLV ‘Zou jij bestuurslid willen worden van de VMDLV?’ Eind 2008 kreeg ik een telefoontje met deze vraag. Tja, willen wel… maar kunnen?! Ik volgde de opleiding ‘Management in zorg’ aan de Hogeschool Rotterdam en het ontbrak me aan tijd. Uiteindelijk heb ik besloten eens een bestuursvergadering bij te wonen in het voorjaar van 2009. Het enthousiasmeerde me om met de kennis en ervaring vanuit de managementopleiding en mijn ervaring als MDL-verpleegkundige te gaan helpen met het meer vormgeven van de VMDLV en er echt te kunnen zijn voor de MDL-verpleegkundigen in Nederland. Ik zal mezelf eerst even voorstellen. Ik ben Thea Korpershoek, 28 jaar oud en werk als verpleegkundig zorgcoördinator en MDLverpleegkundige in het Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht. Al tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige had ik al interesse in het vakgebied Maag Darm Lever. Na mijn diplomering ben ik dan ook als verpleegkundige op de MDL afdeling gaan werken en drie jaar later als verpleegkundig zorgcoördinator. In 2005 ben ik samen met een collega de MDL-opleiding in Nijmegen gaan volgen en hebben we in juni 2006 het verpleegkundig MDL spreekuur gestart. Om me meer te bekwamen in het leiding geven op de verpleegafdeling ben ik in september 2007 de opleiding ‘management in zorg AD’ gaan volgen, deze heb ik in september 2009 afgerond. In mijn functie van zorgcoördinator op de verpleegafdeling houd ik me vooral bezig met kwaliteitsverbetering en het coördineren van de zorg op afdelingsniveau. Het opstellen van protocollen en procedures, het organiseren van projecten en het bieden van structuur zijn dan ook belangrijke onderdelen van mijn werk. Daarnaast voer ik individuele coachingsgesprekken, ben ik voorzitter van een aantal werkgroepen en van teamvergaderingen. Tevens ben ik coördinator van het verpleegkundig MDLspreekuur.
een jaar is dit spreekuur verdeeld over 2 locaties (ook in Zwijndrecht) en 3 dagen per week. Inmiddels zijn er twee verpleegkundigen van de verpleegafdeling ook op het spreekuur komen werken en volgen zij de MDL opleiding. Ik werk, naast mijn werk op de verpleegafdeling, één dag per week als MDL-verpleegkundige op het verpleegkundig spreekuur. Het verpleegkundig spreekuur wordt goed bezocht, patiënten waarderen de zorg door de MDL-verpleegkundige. Door de steun en het meedenken van de MDL artsen heeft ons ziekenhuis dit allemaal kunnen be-
Het verpleegkundig MDL-spreekuur is in 2006 gestart met 2 dagen per week. Sinds
reiken, waar ik dan ook echt trots op ben. Hepatitis B en C, IBD en de PEG-sonde zijn de belangrijkste aandachtsgebieden op het spreekuur. Vorig jaar heb ik met een MDL-arts een hepatitispoli opgestart; patiënten met een vastgestelde chronische hepatitis B en C kunnen binnen een week bij mij op de polikliniek komen, ik neem een anamnese af en zet de eerste onderzoeken in gang. Als de patiënt bij de MDL-arts komt zijn de uitslagen van de onderzoeken bekend en kunnen er directer afspraken gemaakt worden over eventuele behandeling. Hiernaast heb ik een rol ik in de organisatie en uitvoering van de medische studies zoals de ADAFI, de VIRID en de PLAMET study. En nu… ben ik sinds kort bestuurslid van de VMDLV….. Ik hoop me in te kunnen zetten om de beroepsvereniging nog meer vorm te geven, zodat we ook meer tot steun kunnen zijn van landelijke werkgroepen en individuele MDL verpleegkundigen. Het is voor mij prettig wat managementervaring en ervaring als MDL verpleegkundige mee te kunnen brengen, om nu ook meer landelijk mee te kunnen denken. Opnieuw een nieuwe uitdaging! Hartelijke groeten, Thea Korpershoek Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht 078 6547104
[email protected]
Van de redactie Dit is het tweede nieuwsbulletin dat u digitaal ontvangt. Op het eerste bulletin dat wij digitaal verstuurden hebben we veel positieve reacties gehad. Dit nieuwsbulletin omvat maar liefst elf pagina’s, dus ga er maar even lekker voor zitten. Op deze voorpagina stelt ons nieuwe mede-bestuurslid zich voor, wij zijn erg blij met de bijdrage die Thea aan de VMDLV wil leveren. Verder op in dit bulletin schrijft Thea nog een stuk over de toegevoegde waarde van de nurse practitioner bij de zorg voor MDL patiënten. Het najaarssymposium is net achter de rug. We kijken er met tevredenheid op terug. In dit bulletin vindt u een verslag. Misschien interesseert u zich in het bijzonder voor de inhoud van de voordracht van Nellie Kolk van de V&VN. Zij heeft helder uiteengezet wat de voordelen kunnen zijn van een lidmaatschap van de V&VN. Voor het bestuur van de VMDLV wordt het steeds duidelijker dat het goed zou zijn als wij ons, samen met de SEVA, als maag-, darm- leverprofessionals zouden aansluiten bij de V&VN. Maar dit kunnen wij niet alleen beslissen, hiervoor is toestemming van onze leden nodig. In het voorjaar zal hier tijdens de algemene ledenvergadering over worden gestemd. Maar dit najaar ontvangt u via de e-mail een enquete waarmee wij graag willen peilen of onze leden het met de fusie eens zijn. Ten slotte gaat er best wat tijd en energie inzitten om een en ander op een goede manier vorm te geven. Langs deze weg vraag ik u alvast om de datum van het voorjaarssymposium en algemene ledenvergadering in uw agenda te noteren. Deze zullen plaatsvinden op 19 maart 2010.
Veel leesplezier gewenst, Wanda Kuin, secretaris VMDLV
N I E U W S B U L L E T I N
18 18
VERENIGING MAAG DARM LEVER VERPLEEGKUNDIGEN
ESPEN
Beknopt verslag ESPEN congres
door Wanda Kuin, verpleegdeskundige voedingsteam MCA. Bij fosfaat < 0,5 geeft je 15 mmol/uur gedurende 3 uur en dan controle. Bij magnesium < 0,5 is het ernstig, continu suppleren en niet per bolus. Risico patiënten voor Refeeding syndrome langzamer opbouwen. Standaard suppleren +extra wat nodig is. Nutritional support in ICU obese patients. Chermesh, Israël Bij de obese patiënt zie je meer complicaties, langere beademingsduur, langere ICU stay, langere LOS. Bij voeden: Adjusted body weight gebruiken. (IBW + (ABW-IBW) x 0,25) Je telt dus 25% van het overgewicht bij het ideaal gewicht op. Met betrekking tot hypocalorisch voeden: er zijn kleine studies gedaan. De resultaten zijn goed maar meer studies zijn nodig. Eiwit overvoeding leidt alleen in extreme gevallen tot verminderde nierfunctie. Serum ureum in de gaten houden. De vetreserve van de obese patiënt is ongeschikt als energiebron in ICU.
Van 29 augustus t/m 2 september werd het 31ste ESPEN congres gehouden in Wenen. ESPEN is ‘The European Society for Clinical Nutrition and Metabolism’. Met 2400 bezoekers een groot congres en best een hele ‘happening’. Voor mij was het de vierde keer dat ik een ESPEN congres bezocht. Eerder ging ik al naar Glasgow, Lissabon en Brussel. De onderwerpen lopen wijd uiteen van het screenen op ondervoeding tot onderzoeken naar stofjes zus en zo bij ratten. Van tevoren ontvang je een uitgebreid programma en is het zaak de presentaties eruit te pikken waar je in praktische zin wat aan hebt. Hieronder volgt een samenvatting van de voor mij meest interessante lezingen. Should we ever give iv lipids during hyper lipideaemia? A. Garcia De Lorenzo, Spanje. Als je spreekt van hoge triglyceridenspiegels (TG) moet je eerst kijken wat de definitie hiervan dan is. De meningen zijn hierover verdeeld. In de regel praat je over een serum TG > 3,4 is dusdanig hoog dat je actie moet ondernemen. Bij een serum TG van 5,65 mmol/l is het dodelijk. Door de stress response is er een verminderde klaring van vetten. Bij TPN zou 25% van de patiënten verhoogde TG spiegels hebben. Voor vet geldt: niet meer dan 30 – 50 mg/kg per uur of 0,7 – 1,2 g/kg/dag. Aanbevelingen van de spreker: TG > 5 mmol/liter: vet STOP TG > 4 mmol/liter: vet verminderen naar 1.0 g/kg/ dag en overweeg visolie of geconcentreerde vetten (30% mengsels??). Uit een review van Btaiche zou geen voordeel blijken van MCT/LCT mengsels boven enkel LCT op de TG spiegels. SMOFlipid® (Fresenius Kabi) lijkt sneller te worden geklaard dan standaard vetemulsie en er lijken lagere TG spiegels te zijn. Nutritional implications of renal replacement therapy (RRT) in ICU. E. Fiaccadori, Italië Consequenties van RRT: effecten op de voedingstoestand. Verlies van macro- en micronutriënten. Dit wordt gecompenseerd via toevoegingen in de TPV/SOVO. Het effect van voedingstherapie op de
RRT: er is een fluid overload en er wordt vet gegeven. CVVH zorgt voor een eiwitverlies van 20%. Dit betekent dat je 0,2 g/kg/dag extra zou moeten geven. Ook is er vaak sprake van een selenium en thiamine tekort. Van vitamine C zou je bij CVVH zo’n 150-200 mg per dag moeten geven. Fosfaat z.n. supplementeren. ESPEN Best Abstracts 2009 & ESPEN Travel awards : Proteïn pulse feeding improves lean mass in malnourished hospitalized elderly patients. A prospective randomized study. O. Bouillanne, Frankrijk. 80% van de eiwit behoefte werd in één maaltijd per dag gegeven. Dit werd gedaan m.b.v. Protifar plus® (eiwitrijk poeder). Er werd 1,3 gram E/kg gegeven. Het had geen invloed op de handknijpkracht maar wel op het behoud van spiermassa. Een gek onderzoek, hoe kom je erop. Maar met interessante uitkomsten! ICU nutrition: treatment and problem solving. Promoting homeostasis during nutrition support. M Hiesmayr, Oostenrijk. At risk zijn patiënten met BMI, leeftijd, starvation ≥ 5 dagen, level of organ support, physiologic impairment. ESPEN guidelines: 20 – 25 kcal/kg voor crittically ill en 25 – 30 kcal/kg voor herstellende patiënt. Als je de energiebehoefte berekent is de Harris & Benedict alleen geschikt voor bepaalde groepen. Indirecte caloriemetrie is de beste methode om de energiebehoefte te meten. Bij voeden met < 25 kcal/kg zie je minder infecties. Meer leidt tot koorts (henneberg et al clin nutr 1991). Als het weanen niet lukt, bloedsuikers moeilijk in te stellen zijn, er te hoge triglyceridenspiegels zijn: kijk naar overnutrition. Aan essentiële vetzuren geeft je minimaal 10 gram LCT per week voor de cel membramen. De bloedsuikers houdt je idealiter onder de 100 – 150 mg/dl (5,5 – 8,3 mmol/l WK). Probeer euglycemie te verkrijgen dus zo min mogelijk schommelingen. Probeer hypo’s onder de 60 mg/dl (3,3 mmol/l WK) te voorkomen. Te hoge bloedsuikers kunnen leiden tot paralytische ileus.
Satellite symposium Fresenius New Horizons in Clinical Nutrition N-3 fatty acids from fish and plants: is it all the same? P.C. Calder, UK Nee, N-3 vetzuren van vis zijn anders dan die van planten. Fish oil supplementation – a must for cancer patients? M. Muscaritoli, Italië Visolie kan kanker voorkomen. Bij kankerpatiënten die visolie gebruiken zie je minder gewichtsverlies en betere quality of life. Beneficial effects of fish oil based lipid emulsions on clinical outcome. D.L Waitzberg, Brazil Visolie bij chirurgische patiënten: betere functie van lever en pancreas, minder infecties/complicaties, lagere LOS, ICU stay etc. Visolie in sepsis: Minder herok’s, betere oxigenatie, verminderde LOS, lagere mortaliteit. Educational session – Jejunal tubes – a missed opportunity? Warranted in all ICU patients? J. Hallay, Hongarije Bij pancreatitis voeden in het jejunum ( Petrov 2008 < 48 uur). Bij darmperforaties bij voorkeur voeden in de maag. Postoperatief voeden in het jejunum zou leiden tot darm ischeamie Melis M. 2006? Stroke patients: NO PEG (!?) verhoogde mortaliteit Lancet 2005 Is it really different from gastric feeding? A. Weimann, UK. Niv et al World J Gastroenterol 2009, 15: 1281-1288. Indien patiënt hemodynamisch niet stabiel -> geen enterale voeding. Critically ill: minder pneumonie bij voeding in het jejunum. New methods of placement C. Madl, Oostenrijk Verschillende soorten jejunumsondes warden besproken. De Bengmark sonde zou een lage success rate hebben. Berger int care med 2003 De Tiger tube heeft flapjes, 67% succes in 200-900 minuten. Holzinger int care med 2009 sept 35(9) 1614-8 De Cortrak echogeleide sonde heeft een vrij hoge succesrate 85%. Kan geplaatst worden door een verpleegkundige. Belangrijk: 1 ervaren operator. Onderzoek gedaan door prof. Mathus – Vliegen? Ben je benieuwd naar een lezing, er staan er veel op de website. Na 31 januari alleen voor ESPEN-members toegankelijk, nu nog vrij in te zien. www.espenblog.com. Het volgende ESPEN congres zal in Nice plaatsvinden, van 5 t/m 8 september 2010.
Najaarssymposium 2009
VERENIGING MAAG DARM LEVER VERPLEEGKUNDIGEN
VMDLV
Verslag najaarssymposium VMDLV Thema: Obesitas en MDL 09 oktober 2009
Evenals in het voorjaar heeft de organisatie besloten om het middagprogramma te organiseren in samenwerking met de SEVA (maar nu gepland). Het ochtendprogramma vond plaats in ons ‘eigen’ Auditorium. Voor de eerste keer werd ook de infomarkt georganiseerd, waarvan we van plan zijn een jaarlijks terugkerend evenement te maken. Van de collega MDL verpleegkundigen heeft zich deze keer nog niemand als deelnemer aangemeld, maar wel vertegenwoordigd waren: de V&VN, de stomavereniging, de obesitasvereniging en de HAN (opleidingscentrum).
Het ochtendprogramma stond in het teken van obesitas. De eerste spreekster was Prof. Dr. E. Mathus – Vliegen, maag-, darm-, leverarts AMC en bijzonder hoogleraar klinische voeding. Zij vertelde een zeer duidelijk verhaal met betrekking tot de pathofysiologie rondom de obesitaspatiënt. Er werd haar door de organisatie gevraagd iets te vertellen over ‘de zieke obesitaspatiënt’, maar, zo hebben we geleerd, dit is eigenlijk een soort pleonasme. Obesitaspatiënten zijn namelijk altijd ziek. Het gaat om een chronische, ongeneeslijke ziekte die gepaard gaat met een hogere mortaliteit en morbiditeit in vergelijking tot niet – obesen. De prevalentie neemt toe, er zijn staten in de VS waar nu 1 op de 3 mensen obees is. Vooral jonge mensen hebben een hogere kans om te overlijden. Op MDL niveau kun je zeggen dat obesitas de kans op MDL kanker kan verhogen. Bij mannen zie je vooral leverkanker, bij vrouwen vooral kanker
aan de galblaas en de pancreas. De kans op reflux is zo’n drie maal verhoogd. De kans op maag- en slokdarmkanker is zo’n twee maal verhoogd. Ook hebben obesen een twee maal verhoogde kans op auto-ongelukken (oorzaak: slaap apneu’s waardoor eerder in slaap vallen achter het stuur?). Wat is nu de oorzaak van die schrikbarende toename van prevalentie van obesitas? Uit onderzoek lijkt de inname aan vet en energie niet veel hoger te liggen dan vroeger (bias: mogelijk wel veel grotere porties nu, denk aan het super-sizen bij de MAC). Wel is het duidelijk dat het toegenomen aantal auto’s per
huishouden en het aantal TV’s per huishouden een oorzakelijk verband lijkt te vertonen met de toename in obesitaspatiënten. Er is zeker bewijs voor een genetische basis, echter daar kunnen we nog niet veel mee. Een gewichtsverlies van 10 – 15% levert enorme voordelen op voor de gezondheid. Naast medicamenteuze ondersteuning of bariatrische chirurgie zijn er nu ook endoscopische methoden waarmee een Sleeve kan worden aangelegd, of een ‘endobarrier’, een soort kunststof ‘zak’ in een bepaald deel van de dunne darm waardoor er in dat stuk geen voedingsstoffen worden opgenomen. Vervolgens kwam Dr. H.A. Cense aan het woord, bariatrisch chirurg in het Rode Kruis Ziekenhuis te Beverwijk. Eigenlijk spreken we niet meer van bariatrische chirurgie, maar van ‘metabole chirurgie’. Het lost obesitas niet op maar helpt wel de gevolgen hiervan te verminderen. De
indicatie hiervoor is vaak niet ‘obesitas’ maar ‘diabetes’. Na het volgen van een dieet komt 95% van de obesen weer aan. Inclusiecriteria voor een operatie zijn: leeftijd 18-60 jaar, BMI > 40 of BMI > 35 met co-morbiditeit, gewrichtsklachten, slaapapneu, en meerdere gedocumenteerde pogingen tot afvallen onder begeleiding van een diëtist. Exclusiecriteria zijn: persoonlijkheidsstoornissen, drugs- en alcoholabusus, < 5 jaar adipeus, een hormonale/metabole oorzaak van obesitas en als mensen niet bereid zijn tot analyse of levenslange controle. Relatieve exclusiecriteria zijn: onderliggende psychopathologie, een lage motivatie, weinig ziekte inzicht (“ik eet echt heel weinig”), een irreële verwachting (maat 36) of als de psychiater bezwaar heeft. Er zijn verschillende technieken. Sommige zijn restrictief zoals de maagband en de Sleeve. Andere zijn malabsorbtief zoals de duodenal switch. Een combinatie hiervan is de Gastric Bypass. Een Sleeve wordt vaak aangebracht ter voorbereiding op een Gastric Bypass. Bij een Gastric Bypass is levenslange supplementatie van vitaminen noodzakelijk. Een maagband is meestal eerste keus. Bij een BMI>50 is de Gastric Bypass de eerste keus, evenals bij DM type II (omdat het voedsel dan niet meer langs de pancreas komt). Ook bij sweets eaters en binge eaters is de Gastric Bypass eerste keus. De Sleeve wordt alleen nog gedaan bij superobesitas (BMI >55) of cardiopulmonale co-morbiditeit. Tijdens de OK is een specifieke houding nodig waarin het gehele lichaam in een hoek van 45 graden gekanteld ligt. De patiënt moet daarom zeer goed vastliggen. Omdat het wenselijk is dat de lever in volume het eerste afneemt, is het raadzaam te lijnen voorafgaand aan de OK. Postoperatief zijn er regelmatig (5 – 10%) pulmonale problemen in de vorm van ontstekingen en embolie, en abdominale problemen zoals naadlekkage. De naadlekkage is slecht herkenbaar, vaak zijn de patiënten tachycard. Op lange termijn is de mortaliteit in de geopereerde groep lager, maar de operatie zelf kent een mortaliteit van ca. 1 %. Dr. ir. A. Smeets, voedingskundige van de Nederlandse Obesitas Kliniek vertelde het één en ander over de zin en onzin van diëten bij obesitas. De verschillende diëten zijn op te delen in groepen: Ten eerste het verantwoord eten volgens het voedingscentrum. Dit dieet is laag in vet suiker en alcohol. Onder de 1200 kcal wordt het moeilijk om al je voedingsstoffen binnen te krijgen. Het eten van meer vezels (> 15 gram/ dag) zorgt voor meer gewichtsverlies. Minder dan 33 energie% aan vet zorgt ook voor meer gewichtsverlies. Ook wordt er meer gewichtsverlies bereikt als er minder voedingsmiddelen met een hoge ‘energiedichtheid’ worden gegeten. De tweede groep kenmerkt zich door een lage energie-inname bijvoorbeeld door het vervangen van maaltijden door maaltijdvervangers. Deze leveren 100% van de ADH. Door de extra eiwitten blijft het rustmetabolisme op peil. Een derde groep is het koolhydraatbeperkt dieet zoals Atkins. Dit levert vooral vochtverlies op doordat er glycogeen wordt afgebroken in de lever. Op lange termijn is er geen verschil in gewichtsverlies in vergelijking met het vetarm dieet. >>
Najaarssymposium 2009 Als je het langer volgt is dat niet gunstig voor je lipidenprofiel. Een andere methode is het vasten. Dit zorgt vooral voor vochtverlies en spierafbraak, het is ongezond. Er zijn veel preparaten verkrijgbaar waar je mee zou kunnen afvallen. Het effect is minimaal. Overmatig gebruik kan gevaarlijk zijn. Sommige pillen bevatten efidrine dat in Nederland verboden is. Het South Beach dieet is ook een tijd populair geweest. Dit bevat een verlaging in koolhydraten, waarbij rekening wordt gehouden met de glycemische index en het is vetarm. Op termijn kan dit wel leiden tot een vitamine A tekort. In Wageningen is een onderzoek gedaan naar het Sonja Bakker dieet. Het risico op terugval bleek groot. Bovendien was het gewichtsverlies bij de SB groep niet groter dan bij de groep die alleen een folder had ontvangen over gezond eten. Een intensief programma (met diëtist, psycholoog, fysiotherapeut) zou het beste helpen. Momenteel zijn de proteine-dieten erg hip. Hierbij wordt 20 -25% van de energie uit eiwitten gehaald. Het zorgt voor behoud van de spiermassa en houdt het rustmetabolisme op peil. Het is niet aan te raden bij nierproblemen. In vergelijking met een energiebeperkt dieet wordt er meer vet verloren en blijft het gewichtsverlies op termijn beter behouden. Mw. van Spanje, vice voorzitter van de Obesitas Vereniging maakte ons duidelijk met welke stigma’s en vooroordelen de obese mens worstelt. Zelfs
mensen die zelf obees zijn kunnen veroordelend zijn naar andere obesen. Bejegening is heel belangrijk. Stel je open op, benoem wat je moeilijk vindt aan bijvoorbeeld de verzorging en zoek samen naar een oplossing. Op zich is er al veel verbeterd in de ziekenhuizen. Indien nodig kunnen er materialen geleased worden voor de verzorging van de obese patiënt. Er zijn ook cursussen met betrekking tot hoe om te gaan met de obese patiënt, bv hoe te tillen. Mw. N. Kolk van de V&VN hield een presentatie over de voordelen van het samengaan van de VMDLV met de V&VN. De V&VN is opgericht uit de AVVV en 39 beroepsverenigingen. Het is de grootste fusie ooit, zelfs in het bedrijfsleven niet geëvenaard. Producten die tot nu toe zijn ontwikkeld: de nationale beroepscode, inhoudelijke handreikingen (bv. hoe om te gaan met euthanasie), ondersteuning van de VAR, maandelijks vakblad, digitale nieuwsbrieven voor/door afdelingen, het bevorderen van deskundigheid bijvoorbeeld door de nationale rekentoets, het actief participeren in Sneller Beter, Zorg voor Beter etc. Bovendien is de V&VN regelmatig in de pers te zien en op TV wat vroeger ondenkbaar was. De V&VN lobby heeft er tot nu toe tot geleid dat er in 2005 een nieuwe beroepen en opleidingenstructuur is gekomen, er is financiering gekomen voor het project ‘excellente zorg’ waarbij ziekenhuizen waar het goed werken is voor de verpleegkundige een soort keurmerk krijgen, en de erkenning van de verpleegkundig
specialist. Als je lid wordt van de V&VN krijg je ook kortingen op congressen, symposia en regionale bijeenkomsten, korting op vakbladen, scholing en ondersteuning van de VAR, er is een helpdesk voor beroepsinhoudelijke zaken en er wordt korting gegeven op verzekeringen. Verder is er sinds 2008 het kwaliteitsregister voor verpleegkundigen. Waar de wet BIG alleen gaat over kwantitatieve eisen, kan je in het kwaliteitsregister via internet je persoonlijke portfolio bijhouden, en een planning en uitvoering van je leerproces uitstippelen. De norm wordt dat je per 5 jaar 184 uur aan deskundigheidsbevordering gedaan moet hebben. Het merendeel aan zorgvrager gebonden scholing. Het is nog niet wettelijk verplicht. Als je bij justitie of defensie werkt is het wel verplicht. Je hebt ook de mogelijkheid om je eigen verpleegkundige specialisme zichtbaar te maken. Je kunt als VMDLV een deskundigheidsprofiel opstellen met toelatingseisen waaraan iemand moet voldoen om zich te kunnen registreren als MDL verpleegkundige. De VMDLV zou de veertigste afdeling kunnen worden binnen de V&VN. Kosten voor het lidmaatschap zijn 60 euro per jaar plus het lidmaatschap van de eigen afdeling (nog niet bekend). Als niet-verpleegkundige kun je buitengewoon lid worden van een afdeling dit kost €30,Het middag programma werd in de Diezezaal gehouden. Een enorme zaal, toch heel wat anders dan ons ‘knusse’ Auditorium. De eerste spreeksters, Mw. van Waveren en Mw. Peterson werken als endoscopieverpleegkundige in het Bethesda Ziekenhuis te Hoogeveen. In dit ziekenhuis worden de patiënten op een colonscopie voorbereid met 2 liter Moveprep. Toch bleken veel patiënten nog een erg vies colon te hebben. Hierdoor wordt de betrouwbaarheid van de uitslagen van de coloscopie minder betrouwbaar. Bovendien neemt het meer tijd in beslag, is het meer belastend voor de patiënt en is er meer kans op complicaties zoals perforatie. Het falen van de colonvoorbereiding kan worden veroorzaakt door obstipatie, een stenose of tumor in de darmen, divertikels of het niet goed naleven van de voorschriften. Er werd een enquête gehouden onder 72 patiënten. Hieruit bleek: hoe vroeger de scopie gepland stond, hoe viezer het colon! Daarom werd gekozen voor het zoveel mogelijk plannen van deze scopieën in de middag. De voorbereiding werd m.b.v. een ‘splitdosering’ gegeven. Op de dag voor de opname 1 liter Moviprep en op de dag van opname 1 liter Moviprep + 1 liter extra drinken. Dit was een succes, het aantal patiënten waarbij het colon mooi schoon was, was flink gestegen. Een goede voorlichting hierbij is erg belangrijk. Als tweede op het programma stond Prof. C. Mulder, voorzitter van de NVGE en als MDL arts expert op het gebied van Coeliakie. Deze hield een zeer onderhoudende voordracht, het leek af en toe meer op cabaret dan op een presentatie! Coeliakie, dat is big business, zo deed hij ons geloven. Het aantal mensen met een gluten allergie neemt ontzettend toe en aan de producten die voor deze
mensen worden gemaakt wordt veel geld verdiend. Coeliakie wordt momenteel het meest ontdekt bij vrouwen tussen de 30 en 60 jaar. Wist u dat één op de 20 diabeten Coeliakie heeft, en één op de 10 schildklier patiënten? In de VS heeft 40% van alle nieuwe coeliaken overgewicht, met een BMI >30. Dus het standaard idee van de magere patiënt met bolle buik gaat lang niet altijd op. Mensen zijn vaak gewend geraakt aan hun afwijkend ontlastingspatroon (remsporen in het toilet). Coeliakie is de meest gemiste ziekte. Bijvoorbeeld bij grote gebitsdefecten bij kinderen, zou je aan Coeliakie kunnen denken. Coeliaken die zich niet goed aan het dieet houden (of niet herkend worden) lopen een verhoogd risico op lymfeklierkanker. Een ernstige vorm van Coeliakie is de Refractiare Coeliakie, deze patiënten knappen niet op van een dieet. Professor Mulder schreef hier al eens een stuk over in de nieuwsbrief van de VMDLV. Wat mooi aansloot was het verhaal van Mw. Dr. E. Hopman, diëtist uit het LUMC. Hoe ziet het dieet eruit waar de coeliakie patiënten mee te maken krijgen? Gluten zitten in tarwe, rogge en gerst, worden gebruikt als plakmiddel (bijvoorbeeld in paprikachips) als glansmiddel (dropjes) etc. De richtlijnen voor het predikaat ‘glutenvrij’ zijn strenger geworden. Er mag nu nog maar < 20 mg/ kg gluten in zitten (vroeger 200). Glutenvrij zijn ook boekweit, maïs, gierst en rijst. Haver zou een mogelijkheid moeten zijn maar is vaak gecon-
tamineerd met tarwe (doordat er tarwevelden in de buurt liggen). Patiënten met Coeliakie hebben niet alleen te maken met een dieet, maar moeten ook hun eigen broodplank, jampot, kuip margarine etc hebben omdat er echt geen kruimel in mag zitten. Soms gaat het zomaar mis, bijvoorbeeld de bakker die het glutenvrije brood in de algemene broodmachine snijdt. Handige websites: www.livaad.nl en www.glutenvrij.nl. Ten slotte hield Dr. Lely uit het VUMC een voordracht over de radiologische benadering van Diverticulitis. Hoe ouder de patiënt is, hoe vaker het voorkomt. Divertikels zijn herniaties van de mucosa/submucosa van de dikke darm, meestal ter hoogte van het sigmoid. Met een echo zijn ze goed te zien, ook op een CT scan. Een X-colon wordt momenteel bijna niet meer gedaan. Dr. Lely toonde veel beelden ter ondersteuning van zijn verhaal. Bij diverticulitis zie je ter plaatse een wandverdikking, en een ‘transitiezone’ waar het vet om de darm geïnfiltreerd is met ontstekingsweefsel waardoor het wit kleurt op het beeld. Bij een tumor zie je een soort stenose in de vorm van een appel klokhuis met behulp van contrast. Deze wederom leuke en leerzame dag werd afgesloten met een goed bezochte borrel. De presentaties (van de sprekers die hiervoor toestemming hebben gegeven) zijn binnenkort te downloaden vanaf: http://www.nvge.nl/archief110. Noteer alvast in uw agenda: het volgende voorjaarssymposium staat gepland op 19 maart 2010. <<
Tauroldine & Levercysten Taurolidine voorkomt centraal-veneuze katheterinfecties bij patiënten met totale parenterale voeding in de thuis situatie (thuis-TPV) Achtergrond van het onderzoek Patiënten met ernstig darmfalen blijven vaak afhankelijk van parenterale voeding die wordt gegeven via een intraveneuze katheter (meestal Hickman) of subcutane poort (Port-a-cath). Op dit moment worden circa 160 volwassenen in Nederland permanent met TPV in de thuissituatie behandeld waarvan ruim 100 door de Darmfalen Unit van de afdeling Maag-DarmLeverziekten van het UMC St. Radboud in Nijmegen. Patiënten worden door ons getraind om zelfstandig de TPV toe te dienen en komen laagfrequent voor poliklinische controle. De meest frequente complicatie van thuis-TPV blijft (wereldwijd) het optreden van kathetersepsis, ondanks het toepassen van strikte protocollen voor verzorging van de centraal veneuze toegangsweg. Naast langdurige opname en behandeling met kostbare intraveneuze antibiotica betekent dit ook vaak verlies van de katheter en de noodzaak tot operatie voor het plaatsen van een nieuwe veneuze toegangsweg. Het grote gevaar hiervan is dat zo uiteindelijk door beschadiging van bloedvaten alle mogelijkheden voor centraal vasculaire toegang uitgeput raken. Taurolidine als een 2% oplossing (Taurosept) is een antimicrobieel middel, afgeleid van het lichaamseigen aminozuur taurine, dat werkzaam is tegen zowel Gram-positieve als –negatieve microorganismen en gisten/schimmels. Naast het brede werkingsspectrum is belangrijk dat er geen toxische effecten of resistentievorming van dit middel bekend zijn. Taurolidine in combinatie met citraat (Taurolock) kan overigens wel klachten geven in de vorm van krampen door hypocalciaemie ten gevolge van citraat. Naar aanleiding van een kleine succesvolle studie bij 10 Canadese TPV patiënten met frequente kathetersepsis bij wie Taurosept werd gebruikt om de katheter af te sluiten na het geven van TPV starten wij een onderzoek.
Aspiratie levercysten
Bij TPV patiënten die werden opgenomen in verband met een bewezen lijninfectie (met positieve bloedkweken uit zowel de katheter als het perifere bloed) werd onderzocht of het afsluiten van de katheter met Taurosept leidt tot een verminderde kans op een nieuwe lijninfectie na hervatten van de TPV. Dit werd vergeleken met de standaard handelswijze waarbij de katheter werd gespoeld met de bloedverdunner heparine. Resultaten In totaal deden 30 patiënten mee aan het onderzoek, waarvan 16 patiënten lootten voor Taurosept. Van deze groep kreeg 1 patiënt tijdens het onderzoek opnieuw een kathetersepsis. Van de 14 patiënten daarentegen die lootten voor heparine kregen 10 patiënten een nieuwe kathetersepsis. Taurosept lijkt zo de kans op een kathetersepsis met meer dan 90% te reduceren. De 10 patiënten met een infectie onder heparine kregen bovendien (cross-over) een behandeling met Taurosept, waarna opnieuw slechts 1 patiënt een nieuwe kathetersepsis ontwikkelde. Op basis van deze dramatische verschillen werd de studie in overleg met de ethische commissie van ons ziekenhuis voortijdig beëindigd (aanvankelijk wilden we 23 patiënten per groep includeren) en werden eind 2008 alle thuis-TPV patiënten met een centraal veneuze katheter overgezet van heparine naar Taurosept om de katheter af te sluiten na toedienen van de voeding. Tot nog toe lijken de zeer gunstige effecten van taurolidine bevestigd te worden: een vervolgstudie wordt momenteel opgezet. Namens de onderzoeksgroep,
Levercysten
Dr. G. Wanten, MDL-arts; UMC St Radboud N ijmegen, afdeling Maag-darm-leverziekten
De ingreep
Voorlopig programma 5e IBD Verpleegkundigedag 8 januari 2010 09.30 Opening door Nancy Sleger, nurse practitioner, Catharinaziekenhuis Eindhoven (ochtendvoorzitter) 09.35 Ontwikkelingen binnen de vereniging van maag-darm-leververpleegkundigen: VMDLV 09.55 CBO richtlijnen voor volwassenen met IBD: Dirk de Jong, MDL arts, UMC Radboud, Nijmegen 10.25 CBO richtlijnen voor volwassenen met IBD, vanuit een verpleegkundig perspectief: Ineke Kappé, mdl verpleegkundige Jeroen Bosch Ziekenhuis, Den Bosch 10.55 Koffiepauze 11.15 CBO richtlijnen voor kinderen. Hankje Escher, kinder MDL arts sophia kinderziekenhuis, Rotterdam. 11.45 CBO richtlijnen voor kinderen met IBD, vanuit een verpleegkundig perspectief: Merel van Pieterson, kinderIBD verpleegkundige, sophia kinderziekenhuis Rotterdam 12.15 Lunch 12.55 Opening door middag voorzitter: Janette Gaarenstroom, nurse practitioner, Universitair Medisch Centrum Utrecht. (middagvoorzitter) 13.00 Zwangerschap en IBD, Nancy Slegers, nurse practitioner, Catharinaziekenhuis Eindhoven 13.30 Zwangerschap en IBD, Herma Fidder, MDL arts Leids Universiteir Medisch Centrum 14. 00 Koffie en Thee 14.30 “Patiënt Centraal met zwangerschapservaring met IBD”: Tineke Markus, directeur Crohn & Colitic Ulcerosa Vereniging Nederland. 15.00 “ervaringsverhaal vanuit de man m.b.t. IBD en zwangerschap 15.30 afsluiting door Janette Gaarenstroom Aanmelden kan op:
[email protected] Met vermelding van je naam, functie, afdeling werkzaam en ziekenhuis werkzaam
Levercysten zijn holten in de lever die gevuld zijn met vocht. Sommige patiënten hebben een enkele cyste die zo groot kan worden dat ze er last van krijgen, bij andere patiënten is de hele lever bezaaid met cysten. In dat laatste geval kan de lever zo groot worden dat patiënten last kunnen krijgen van buikpijn, een snel vol gevoel na de maaltijd en bovendien klagen veel patiënten over de toegenomen omvang van hun buik.
Indicatie
Wanneer patiënten zich met bovengenoemde klachten presenteren, komen ze in aanmerking voor een aspiratie. Eerst wordt er met behulp van een echo of CT-scan gekeken waar de cysten zich bevinden en of ze de klachten kunnen verklaren. Als er inderdaad één of meerdere cysten tegen de maag liggen of op een plek waar patiënten de klachten ervaren, wordt er gekeken of er een cyste is die groot genoeg is om geaspireerd te worden. Als de cyste te klein is, heeft de aspiratie niet voldoende effect.
De patiënt komt voor de ingreep op de dagbehandeling, vanwaar hij of zij op bed naar de afdeling interventieradiologie wordt gebracht. Daar gaat de patiënt op de interventietafel liggen en als de patiënt dat graag wil, wordt er voor de ingreep Dormicum gegeven. De plek van aspiratie wordt bepaald met behulp van echo en vervolgens wordt de plek schoongemaakt en steriel afgedekt. Onder geleide van echo wordt met een lange dunne naald de cyste aangeprikt. Vervolgens wordt het cystevocht opgevangen in een katheterzak en als er niets meer uitkomt, wordt met echo gecontroleerd of de cyste echt leeg is. Als dat het geval is wordt een kleine hoeveelheid alcohol in de cyste gespoten, wat een kwartier blijft zitten. Hierdoor wordt de wand van de cyste aangetast, waardoor deze geen vocht meer kan aanmaken. Als de alcohol uit de cyste is gehaald, wordt de patiënt terug op het bed gelegd en kan zij terug naar de afdeling.
Complicaties
Een aspiratie is relatief veilig, maar er kunnen complicaties optreden, zoals pijn bij het aanprikken van de lever, misselijkheid en braken of een nabloeding. De misselijkheid en het braken komen voornamelijk na het inspuiten van de alcohol. Hiervoor geldt dat dit na de ingreep vaak snel weer over is. De pijn wordt veelal veroorzaakt door het aanprikken van het leverkapsel en verdwijnt meestal snel na verwijderen van de naald. Als de pijn in de buik echter lang aanhoudt of verergert na de ingreep, moet men bedacht zijn op een nabloeding. Dit moet met echo worden gecontroleerd. Dat is de reden dat patiënten na de ingreep nog een uur of twee op de afdeling moeten verblijven. Als de patiënt zich echter goed voelt, kan deze naar huis.
Rapportcijfer
MDL-verpleegkundigen krijgen een 7,8 van patiënt
Patiënten met de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa zijn erg tevreden met hun mdl-verpleegkundigen en belonen hen zelfs met een 7,8. Dit is één van de conclusies van een onderzoek naar de kwaliteit van de maag-, darm- en leverzorg en de specialisten binnen deze mdl-zorg, dat de Crohn en Colitis Ulcerosa Vereniging Nederland (CCUVN) onlangs hield onder haar panelleden. De waardering voor de mdl-verpleegkundigen was een van de onderdelen van het onderzoek. De verpleegkundigen scoorden hun mooie cijfer op persoonlijke aandacht, deskundigheid, toegankelijkheid, informatievoorziening en bereikbaarheid. De hoogste score, een 8,1, kregen zij voor persoonlijke aandacht, terwijl de bereikbaarheid en informatievoorziening ook goed scoorden met een 7,9. De laagste score was voor deskundigheid, een 7,7. Hoewel ruim driekwart van de ondervraagden de afgelopen twee jaar geen contact bleek te hebben gehad met een mdl- of ibd-verpleegkundige, zijn patiënten dus vooral te spreken over de persoonlijke aandacht die zij van de verpleegkundigen krijgen. De CCUVN ziet graag een grotere rol weggelegd voor de mdl- en ibd-verpleegkundigen. Een goede verdeling van patiënten tussen artsen en verpleegkundigen levert voor artsen minder tijdsdruk op en voor patiënten een betere zorg.
Voorlichting
Omdat patiënten veel behoefte hebben aan informatie, werd de deelnemers gevraagd naar de voorlichting die zij in het ziekenhuis krijgen. Hoewel zij de algemene voorlichting over het ziektebeeld goed beoordelen en het duidelijk is bij welke specialist ze met hun vragen terecht kunnen, bleek er nog wel behoefte te zijn aan aanvullende informatie op algemene onderwerpen, medicatie en bijwerkingen. Ruim de helft van de
ondervraagden bleek niet door de arts doorverwezen te zijn naar de CCUVN voor voorlichting. Dat vindt de vereniging natuurlijk jammer en ook een gemiste kans voor de patiënt. Immers de vereniging heeft naast voorlichtingsmateriaal, ook veel ervaringskennis in huis waar patiënten hun voordeel mee kunnen doen. De vereniging leidt haar medewerkers op zodat zij als ervaringsdeskundigen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van leven, door het geven van tips en het bieden van een luisterend oor. Een van de meest bestelde artikelen van de vereniging is de wc-pas, waarmee je makkelijker gebruik kunt maken van een niet-openbaar toilet. Deze pas is nu verpakt in een box van 50 stuks, makkelijk voor in de wachtkamer of op het bureau. Een goed gebaar aan uw patiënt, die zo vaak op zoek is naar een toilet. De gratis box is te bestellen via het servicebureau (0348-432 920) of een e-mail naar
[email protected].
Crohn op het werk
Onlangs zette de CCUVN, samen met Abbott en Agens (re-integratiebureau) het initiatief ‘Crohn op je werk’ op. Het hebben van een chronische ziekte zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa betekent niet dat iemand chronisch patiënt is. Veel mensen zijn ondanks hun ziekte juist heel hard aan het werk. Toch zijn de vooroordelen niet van de lucht en kan het moeilijk zijn een baan te vinden, of wanneer iemand al een baan heeft,
deze te behouden. Crohn op je werk wil laten zien hoe het ook kan. Crohn op je werk zijn verhalen van mensen met crohn of colitis over de wijze waarop zij werk, privé en chronische ziekte combineren. Mensen die zelf of samen met anderen oplossingen vinden voor de problemen waar ze tegen aan lopen en die keuzes maken waardoor het voor hen wel mogelijk is om te blijven werken. Deelnemers schrijven hun ervaringen in een kort verhaal. Deze verhalen en tips voor het combineren van een baan met IBD, staan op de website www.crohnopjewerk.nl. Het mooiste verhaal maakt kans op een prijs van €1.000. De winnaar wordt bekend gemaakt op 27 november a.s. in Amsterdam. Het project krijgt in 2010 een vervolg, met een opnieuw een kans om een prijs te winnen. Barbara Warnar, CCUVN
PSI & Hepatitis C campagne MDL ziekten in het Parelsnoer Initiatief
Nationale Hepatitis C campagne De landelijke voorlichtingscampagne over hepatitis C is op 8 september 2009 van start gegaan en loopt door tot februari 2010. Het doel van de campagne is om de Nederlandse bevolking te informeren over hepatitis C en te stimuleren dat zij nagaan of zij mogelijk besmet kunnen zijn met hepatitis C. Dat kan onder meer op de campagne-website www.hebikhepatitis.nl, waar men online een risicotest kan doen.
Wat is het parelsnoer initiatief? Het gaat om een project dat primair is bedoeld om voor een achttal ziektebeelden de medische gegevens en biomaterialen in de 8 Nederlandse UMC’s op uniforme wijze vast te leggen. De ziektebeelden zijn door de Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU) gekozen en voor ieder ziektebeeld is één van de UMC’s aangewezen als penvoerder. Door vergroting van de patiënten cohorten met vooraf vastgelegde gestandaardiseerde gegevensverzameling kan een sprong worden gemaakt in de wetenschappelijke output. De opgedane kennis moet zich uiteindelijk terugvertalen in verbeteringen in het zorgproces van patiënten. Twee van de acht ziektebeelden (parels) waar het project zich aanvankelijk op richt hebben betrekking op darmziekten, te weten inflammatoire darmziekten (IBD parel) en erfelijke darmkanker (BED parel). Bij gebleken succes kan de opgezette logistiek vervolgens gebruikt gaan worden voor veel meer ziektebeelden. Historie Het maag-darmkanaal ligt aan de basis van het initiatief. Al in 2004 is door samenwerking van 8 IBD specialisten uit de 8 UMC’s, verenigd in de “Initiative on Crohn and Colitis” (ICC), gestart met het opzetten van een Nationale IBD Biobank, de ICC-Biobank. In 2006 vormde de ICC-Biobank de basis van het “Parelsnoer Project” welke werd gehonoreerd met een subsidie vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Sindsdien is veel werk verzet. Per ziektebeeld is door consensus van de deelnemers de dataset ontwikkeld zoals die minimaal moet worden verzameld. Er zijn vele (deels centrum overstijgende) ICT vraagstukken opgelost en standaarden geschreven over de verwerking van biomaterialen. Het project heeft belangrijke vraagstukken opgeleverd rond om ethische aspecten en toetsing van het project. Er is hieromtrent landelijk veel werk verzet wat waarschijnlijk zelfs gaat bijdragen aan nieuwe wetgeving. Vertraging in de opstartfase was daarmee onvermijdelijk. Heden Inmiddels hebben de meeste parels centrale toestemming verkregen om te mogen starten. Voor het maag-darm kanaal geldt dat zowel de IBD parel als de BED parel zijn gestart met het insluiten van patiënten. Het klinkt eenvoudig, maar samenwerking is het kernbegrip voor het slagen van vergelijkbare projecten en het kan niet voldoende worden benadrukt hoeveel hiermee al is bereikt. Dirk de Jong, UMC St. Radboud
Het publiek krijgt ook informatie over hepatitis C via kranten, radiospots, folders en banners op internet. In alle informatie worden mensen die denken risico te hebben gelopen verwezen naar de huis arts. Met de huisarts kan het mogelijke risico en een eventuele doorverwijzing voor bloedonderzoek worden besproken. De campagne is gemaakt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en wordt gefinancierd door ZonMw. Het Gezondheidsinstituut NIGZ coördineert de campagne en werkt samen met acht verschillende partijen aan de Nationale Hepatitis C campagne.
Waarom een campagne over hepatitis C?
Hepatitis C is een ernstige besmettelijke ziekte waarbij de lever ontstoken is. De ziekte kan tot kanker leiden. Mogelijk zijn in Nederland meer dan 60.000 mensen besmet zonder dat zij het weten. Hepatitis C wordt overgedragen via bloedbloedcontact. Dat kan gebeurd zijn bij mensen die vóór 1992 een bloedtransfusie kregen, bijvoorbeeld bij een grote operatie of na een ongeluk. Tot 1992 kon het bloed niet gecontroleerd worden op hepatitis C. Daarnaast zijn injectie met een vuile naald, of plaatsing van een tatoeage of piercing in het buitenland veel voorkomende manieren om hepatitis C op te lopen. Ook mensen afkomstig uit landen waar veel hepatitis C voorkomt behoren tot de risicogroepen. De behandelmogelijkheden zijn de laatste jaren sterk verbeterd. Dat is dan ook de reden voor de minister van VWS om opdracht te geven tot een publiekscampagne over hepatitis C.
Wat kunt u doen?
Om mensen goed te informeren doet de organisatie van hepatitis C campagne een groot beroep op alle
zorgverleners en andere professionals. De organisatie vraagt u om zoveel mogelijk bekendheid te geven aan hepatitis C. U kunt daarvoor gebruik maken van de campagnefolder ‘Hepatitis C. Heb ik het ook? Als zorgverlener kunt u vaker te maken krijgen met vragen over hepatitis C. Om u daarbij te onder steunen vind u op de website www.hebikhepatitis.nl actuele informatie over hepatitis C. Uit een verkennend onderzoek is gebleken dat er weinig kennis is bij de Nederlandse bevolking over hepatitis C en dat er veel misverstanden bestaan. Daarom is het belangrijk om mensen te informeren. Voor de Nationale Hepatitis C Campagne zijn informatiematerialen ontwikkeld, zoals folders en radiospots, en de website hebikhepatitis.nl. Voor vragen kunnen mensen terecht bij de Hepatitis infolijn (033-4220988). Via een betrouw bare, eenvoudig in te vullen risicotest kunnen mensen nagaan of zij risico hebben gelopen op een besmetting met hepatitis C. Als dat het geval is wordt hen geadviseerd om naar de huisarts te gaan, zodat ze doorge stuurd kunnen worden voor een bloedonderzoek. De campagne biedt ook informatie en nascho ling aan beroepsbeoefenaren in de zorg, zoals huisartsen en medewerkers van GGD’en en verslavingszorg.
1e resultaten
Bijna een derde van de mensen die de online Hepatitis C risicotest heeft gedaan is mogelijk besmet met HCV. Dat blijkt uit de eerste resultaten van de hepatitis C campagne. In de eerste week van de campagne is de website bezocht door 18.839 bezoekers. Daarvan zijn 9.302 bezoekers gestart met de online hepatitis C risicotest. Hiervan hebben 8.523 bezoekers de gehele risicotest doorlopen. Bijna een derde van de mensen die de risicotest heeft ingevuld (2.479 van de 8.523) blijkt risico te hebben gelopen op een besmetting met hepatitis C. Zij zijn door verwezen naar de huisarts.
Nurse Practitioner
De functie van Nurse Practitioner een toegevoegde waarde?! Het specialisme Maag-, Darm-, Leverziekten is in opmars, daarnaast is er een tekort aan MDL-artsen en kan men niet tegemoet komen aan de grote zorgvraag van de patiënt. Er wordt ondersteuning geboden door MDL-verpleegkundigen, maar toch lijkt dit niet genoeg. Er zijn discussies gaande over het opleiden van Nurse Practitioners ter ondersteuning en ter aanvulling van de zorg voor de patiënt. Wat is er g ewenst in Nederland, is dat de functie van MDL-verpleegkundige, Nurse Practitioner of Physician Assistent? “Mintzberg vergelijkt organisatiestructurering met de opbouw van het menselijk lichaam. Je begint met de knoken en botjes (taken en functies) die samengevoegd worden tot ledematen (afdelingen) die tezamen het geraamte vormen (organisatiestelsel). Dit kale geraamte kan zo echter nog niet functioneren. Er moeten nog spieren (personeel) en organen die de lichaamsfuncties verzorgen en hersenen die coördineren (coördinatiemechanismen), aan toegevoegd worden om het menselijk lichaam compleet te maken.” “Heeft de functie van Nurse Practitioner MDL een toegevoegde waarde in de knelpunten in de coördinatie van zorg van de MDL-patiënt?” De vraag wat de toegevoegde waarde is van de functie van Nurse Practitioner hield mij al even bezig. Ter afronding van de opleiding Management in Zorg werd mij verzocht een afstudeeronderzoek te doen. Na overleg met de MDL-artsen, heb ik ervoor gekozen binnen het ziekenhuis op zoek te gaan naar de knelpunten in de coördinatie van zorg van de MDL-patiënt. Daarnaast heb ik gekeken of de functie van Nurse Practitioner MDL een toegevoegde waarde heeft. Het onderzoek is uitgevoerd in het voorjaar van 2009 en in juni 2009 definitief op schrift gesteld. Het onderzoek is opgesplitst in twee onderdelen. Allereerst is er literatuuronderzoek gedaan, hierin wordt gekeken naar wat er al bekend is over coördinatie van zorg en over de functie van Nurse Practitioner. Daarnaast is met behulp van een enquête, onderzoek gedaan onder 47 medewerkers van verschillende afdelingen binnen het Albert Schweitzer ziekenhuis. Voor het onderzoek zijn de MDL-artsen, MDL-verpleegkundigen, polikliniek assistentes, endoscopieverpleegkundigen, operationeel managers van de polikliniek, scopieafdeling en verpleegafdeling, afdelingsverpleegkundigen en secretaresses benaderd. Hen is gevraagd vragen te beantwoorden over coördinatie van zorg, het verloop van zorgprocessen en hun mening over de functie van Nurse Practitioner. In het literatuuronderzoek is gekeken naar wat coördinatie van zorg inhoudt en welke coördinatiemechanismen er zijn. Duidelijk wordt dat de coördinatiemechanismen zoals standaardisatie, overdrachten en patiëntendossiers van belang zijn. Daarnaast wordt gekeken wat het belang is van functiedifferentiatie en wat de functie van MDL-verpleegkundige en de functie van Nurse Practitioner inhoudt. Het beroepsdeelprofiel van de MDL-verpleegkundige blijkt alleen in concept beschikbaar te zijn. De MDL-verpleegkundige
concentreert zich op de care taken en is dus vooral gericht op de verpleegkundige zorg. Er is in Nederland nog geen specifiek onderzoek gedaan naar de verschillen tussen een gespecialiseerd verpleegkundige en een verpleegkundig specialist, zoals een Nurse Practitioner. De taken van de Nurse Practitioner worden beschreven, die zich vooral centreren op de coördinatie en uitvoering van cure en care gerelateerde werkzaamheden. Duidelijk wordt dat vooral de combinatie van cure en care werkzaamheden en het beschikken van competenties om overstijgende coördinerende werkzaamheden uit te voeren de toegevoegde waarde is. Om het onderzoek ook te richten op de situatie in het Albert Schweitzer ziekenhuis is er een praktijkonderzoek gedaan. Het praktijkonderzoek is gedaan met behulp van een enquête, waarin gevraagd wordt naar knelpunten in de coördinatie van zorg, binnen de eigen afdeling en tussen de verschillende afdelingen. Daarnaast wordt gevraagd of de medewerker een toegevoegde waarde ziet in de functie van Nurse Practitioner MDL. Het onderzoek is gedaan op de locatie waar de MDL-artsen werkzaam zijn; Dordwijk, Zwijndrecht en Sliedrecht. De scopieafdeling, polikliniek, verpleegafdeling, het verpleegkundig MDL-spreekuur, de MDL-artsen, een MDL-arts in opleiding en een arts assistent zijn betrokken in het onderzoek. Opvallend is dat 80% van de medewerkers (exclusief de artsen) aangeven de zorg voor de MDL-patiënt niet te coördineren. Deze medewerkers geven voor 42% aan, dat er wel iemand op de afdeling is die de zorg coördineert. Vanuit het praktijkonderzoek blijkt dat 40 % van de medewerkers niet tevreden is over de coördinatie van zorg tussen de verschillende afdelingen. Knelpunten die duidelijk worden zijn vooral; inzage in het medisch en verpleegkundig behandelplan, lange wachttijden voor onderzoek of behandeling, hoge werkdruk en de kennis en ervaring van verpleegkundigen. Medewerkers geven aan dat het Electronisch Patiënten Dossier, standaardiseren van zorgprocessen, zorgpaden, een vast aanspreekpunt voor medewerkers en patiënten, scholing voor vermeerdering van kennis van verpleegkundigen opties zijn om de knelpunten te verhelpen. Van de medewerkers die de enquête hebben ingevuld geeft 83% aan een toegevoegde waarde te zien in de functie van Nurse Practitioner MDL. Taken die graag gezien worden door de medewerkers bij de functie zijn het doen van een medische anamnese, het coördineren over meerdere afdelingen, standaardiseren van zorgprocessen, en het begeleiden
van bepaalde patiëntengroepen zoals patiënten met leveraandoeningen of patiënten met een coloncarcinoom. Aanbevelingen die gedaan worden zijn het beschrijven van zorgprocessen van de benoemde patiëntengroepen. Door de zorgprocessen te be schrijven en te benoemen wie waar verantwoorde lijk voor is, ontstaat er meer duidelijkheid over de taakverdeling. Daarnaast wordt als aanbeveling het verbeteren van de overdrachtsmomenten, verbeteren van het medisch of verpleegkundig behandelplan met behulp van het Electronisch Patiënten Dossier en het verbeteren van de kennis van verpleegkundigen door scholing en kennisdeling aanbevolen. Er worden aanbevelingen gedaan op het gebied van de functie van Nurse Practitioner MDL. Vanuit de literatuur en het praktijkonderzoek wordt duidelijk dat de functie van Nurse Practitioner MDL een meerwaarde heeft, het advies is dan ook om als MDL-artsen met de maatschap het besluit te nemen om een Nurse Practitioner MDL op te leiden. Het is daarbij van belang dat er een duidelijke taakfunctie omschrijving voor de Nurse Practitioner wordt geschreven en dat de taken afgestemd worden met de MDL-verpleegkundige. Samenwerking tussen deze disciplines is een belangrijk onderdeel om de coördinatie van de zorg te optimaliseren. Een goede optie zou kunnen zijn dat de Nurse Practitioner de coördinatie heeft van het verpleegkundig MDL-spreekuur, en zo nauw samenwerkt met de MDL-verpleegkundigen om zorg en organisatie af te kunnen stemmen. Wat kunt u als MDL-verpleegkundige nu met dit onderzoek? Belangrijk is te weten dat de functie van Nurse Practitioner in opmars is en dat afstemming van de zorg tussen de MDL verpleegkundige en Nurse Practitioner van essentieel belang is. Dit kan bijvoorbeeld een verdeling zijn in patiëntengroepen, maar ook kunt u als MDL verpleegkundige coaching en scholing ontvangen van een Nurse Practitioner. Een Nurse Practitioner richt zich op care én cure, een MDL-verpleegkundige op de care. Misschien heeft u zelf interesse om te ontwikkelen en door te groeien naar de functie van Nurse Practitioner…?! Dordrecht, oktober 2009 T.A. Korpershoek MDL-verpleegkundige/ zorgcoördinator Albert Schweitzer ziekenhuis
[email protected]
Hepatitis en scholing Landelijke hepatitisweek 2010 De landelijke hepatitisweek komt er weer aan! Het Nationaal Hepatitis Centrum organiseert met een aantal sprekers van 19 – 23 januari scholingsdagen voor internisten, infectiologen, (MDL-)artsen, MDL-verpleegkundigen, en patiënten en hun omgeving.
Enterale en parenterale voeding Ondervoeding bij ziekte is een groot probleem binnen de gezondheidszorg. Nieuwe feiten hierover duiken steeds weer op in de media. Als verpleegkundige heeft u een belangrijke rol in het signaleren en screenen van ondervoeding.
Enterale en parenterale voeding
Het thema van de hepatitisweek luidt: ‘Medische en sociale gevolgen van hepatitis’
Programma voor patiënten.
Het programma voor patiënten en hun omgeving is op zaterdag 23 januari. Het programma richt zich op hepatitis B en C patiënten, familie, vrienden, ouders van patiënten/ kinderen met hepatitis B of C. Ook personen met een interesse voor virale hepatitis zijn hartelijk welkom. Er zal worden gesproken over ‘kwaliteit van leven VU medisch centrum verbeteren’, ‘het effect van voeding bij anti virale amstel academie therapie’ en de landelijke hepatitis C campagne. Na de lunch zullen er workshops worden gehouden De VU Boelelaan medisch 1109 centrum over psychologische problemen1081 bij HV virale hepatitis, amstel academie Amsterdam re-integratie, medische en sociale gevolgen bij kinderen met hepatitis, onderzoek en020 (nieuwe) telefoon 444 4253 behandeling van hepatitis B, en wanneer wel/ faxhet 020 444 4250 niet behandelen van hepatitis C. U kunt het programma voor patiënten van harte www.amstelacademie.nl aanbevelen bij uw patiënten. Er zullen patiënten zijn die er geen behoefte aan hebben, maar er zullen er zeker ook zijn die zo’n programma graag bezoeken. Daarbij kunt u melden dat leden van de Nederlands Leverpatiënten Vereniging gratis naar binnen kunnen. Iedereen kan zich vooraf aanmelden via de website www.hepatitis.nl Mensen die niet lid zijn van de NLV betalen bij vooraanmelding 20 euro per persoon, bij aanmelding aan de deur is de prijs 25 euro.
Programma voor MDL-verpleegkundigen
Dinsdag 19 januari is er een programma voor MDL-verpleegkundigen en artsen. Beiden hebben een ander middagprogramma. De onderwerpen die aan de orde komen zijn: Angst voor en tijdens de behandeling van hepatitis, sociale en medische aspecten van virale hepatitis bij kinderen, screening chinese en turkse landgenoten met virale hepatitis. De workshops die gevolgd kunnen worden gaan over preventie op de werkvloer, hepatitis B in Nederland, co-infectie hepatitis C en HIV, hepatitis B en C, motivational interviewing en therapietrouw, verwijsrichtlijnen tussen GGD, huisarts en specialist bij hepatitis B en culturele aspecten hepatitis B/ C bij immigranten. Zoals u leest, een interessant programma! De workshops bieden de mogelijkheid om in kleinere groepen te praten over casuïstieken uit de praktijk en vragen over benadering van uw patiënten. U kunt u aanmelden via de site www.hepatitis.nl, betaling kan via iDeal. Oktober 2009, Thea Korpershoek
In deze scholing leert u als gesprekspartner in een multi-disciplinair overleg te participeren bij de behandeling van ondervoeding van de patiënt. U leert hoe u uw expertise kunt inzetten bij het bepalen van de toegangsweg voor kunstmatige voeding. U kent de aandachtspunten bij het toedienen van voeding, kunt eventuele c omplicaties herkennen en hoe deze zijn te voorkomen. Allemaal zaken waar u als verpleegkundige met aandacht voor voeding en oog voor de veiligheid van uw patiënt uw eigen rol in heeft. In deze cursus worden u hiervoor de handvatten aangereikt. Deze scholing wordt georganiseerd in samenwerking met de Vereniging maag, darm, leververpleegkundigen.
Inschrijving en algemene informatie U kunt zich tot 6 weken voor aanvang van de bijscholing digitaal inschrijven via www.amstelacademie.nl. Meer informatie over deze bijscholing kunt u verkrijgen bij: Jeannette Keus, opleidingsadviseur Bij- en nascholing (T. 020 4445401) of e-mail:
[email protected] Annuleringsregeling Tot uiterlijk 30 dagen voor de aanvang van een cursus kan een deelnemer de inschrijving zonder kosten annuleren. Na dit moment is men het volledige scholingsbedrag verschuldigd. Bij verhindering kan men zich, mits tijdig aan de Amstel Academie doorgegeven, laten vervangen. Indien de Amstel Academie genoodzaakt ziet bij- zich en nascholingen de bijscholing te annuleren op grond van onvoldoende inschrijvingen, ontvangt de deelnemer het eventueel betaalde scholingsgeld terug.
VU medisch centrum
amstel academie
Programma - basisprincipes van het belang van goede voeding - metabolisme en gestoorde electrolyten balans, refeeding syndroom - onderkennen van slechte voedingstoestand / ondervoeding - beslisboom enterale dan wel parenterale voeding - sondevoeding en toedieningswegen enterale voeding - toedieningswegen totale parenterale voeding - complicaties voorkomen, herkennen en oplossen en verpleegkundige interventies bij enterale en parenterale voeding - ethische dilemma’s m.b.t. het wel / niet voeden van een patiënt Deze bijscholing is geaccrediteerd voor 19 punten
Praktische informatie Doelgroep verpleegkundigen die als beginnend voedingsteamverpleegkundige werken en verpleegkundigen die voeding als aandachtsgebied hebben Duur 3 dagen Data 7, 8 en 9 december 2009 Prijs e 500,- inclusief syllabus Deelnemers minimaal 15 en maximaal 20 Deze bijscholing wordt gehouden in de Amstel Academie De Boelelaan 1109, 1081 HV Amsterdam
NECCO
The annual Network Meeting Since 2007, the ECCO IBD Nurses (NECCO) are organizing a Network Meeting which takes place prior to the main ECCO Congress. Attendance is free for all nurses who are members of ECCO.
Innsbruck 2007
The first ECCO Nurses meeting in Innsbruck was entitled ‘Establishing an Effective European IBD Nurse Network’ and covered 3 major areas: • Service provision within IBD nursing • Developing specialist nursing services in IBD • IBD patients needs
Necco School
ABOUT NECCO
The ECCO Nurses Network – NECCO – is part of the Education C ommittee of the European Crohn’s and Colitis Organisation ECCO and is the umbrella organisation of national groupsof IBD Nurses Networks.
The first NECCO School will take place at the ECCO Congress in Prague on February 24, 2010 and will run along side the current ECCO IBD Advanced Course and the NECCO Network MeetThe goals of NECCO are: ing. Following the NECCO School, the attendees • t o improve professional nurse education throughare invited to join the NECCO Network Meeting. out Europe The aim of this program will ultimately be to • t o increase networking opportunities for nurses This meeting was used as a forum to base future improve nurse education throughout Europe. The caring for IBD patients meetings and educational activities on, in colprogram for Prague will include lectures, case • t o improve IBD patient education throughout laboration with ECCO, with the aim of providing studies on disease management and workshops. Europe high quality, relevant training and networking One nurse per country will be nominated to attend • t o develop international IBD Nurses Guidelines opportunities for nurses across Europe, resulting the NECCO School by the NECCO National Rep• t o improve professional Nurse Quality throughin high quality care and support for our patients. resentatives. Interested nurses, please visit the out Europe NECCO Image Brochure The program itself was designed to encourage ECCO website www.ecco-ibd.eu the sharing of current practices and to allow for for the name and contact details ofBrochure the National To achieve these aims, NECCO organizes two NECCO Image exploration of the various roles and developments NECCO Representative of yourImage country andBrochure get in touch NECCO events which take place along side the main ECCO Image Brochure in nursing within the IBD setting throughout with him or her about their nomination require-Help to spread the work congress. Theand first one – the NECCO NETWORK TheBoth program wasmeetings based upon evaluation forms back from Lyon and therefore really Europe. Many of the sessions were interactive and ments. NECCO take the place in Engparticipate intaken the growing MEETING – is already an established event for the nurses’ expectations. Muchmovement appreciated are We thelook talks that focus onofpractical of NECCO. inclusive, promoting discussion and debate. lish.reflected NECCO is very much aware of the problem of nurses working within the and specialty IBD. The The program was based upon the evaluation forms taken back from Lyon therefore really ABOUT NECCO forward other tobut hearing from you! aspects like the talk on IBD and fatigue or surgery, many others as well. The meeting was attended by approximately 40 language and has designed the School program to event is the NECCO SCHOOL, which will The program based upon the evaluation forms taken therefore really reflected the was nurses’ expectations. Much appreciated areback thefrom talksLyon that and focus on practical delegates from Europe, with major representation time for onsite translation if needed.Thanks, start in Prague 2010. The aim of this initiative is The ECCOallow Nursesextra Network – NECCO – is part reflected the nurses’ expectations. Much appreciated are the talks that focus on practical aspects likeofdates, the talk on IBD on and fatigue or surgery, butthe many others as well. please visit For registration and program detailstoof Network Meetings Committee the European from the Netherlands, Scandinavia and the UK.of the Education Registration and program details www.ecco-ibd.eu Lisa Younge standardise nurse education aspects like theECCO talk on or surgery, but many others as well. andIBD and fatiguewww.ecco-ibd.eu Nurses from Austria, Belgium, Czech Republic, Crohn’s and Colitis Organisation NECCO Chair Europe to all nurses with an interest Forofdates, and program detailsthroughout of the Network Meetings please visit is the umbrella organisation nationalregistration groups France, Germany, Ireland, Italy and Portugal fromMeetings the meetings, dates, registration and program detailsinofIBD. the Aside Network pleaseNECCO visit has a of IBD Nurses Networks. www.ecco-ibd.eu NECCOFor School were also present. Steering Committee and a Council of National www.ecco-ibd.eu The goalsThe of NECCO are: Committee wishes to thank the Steering Representatives, interact throughout NECCO School School will take place at the ECCONurse The first NECCO Congress in Prague on who February 24, 2010 and ECCO Governing andthroughout the ECCO Education ■ to improve professional nurseBoard education Europe NECCO School the Course year. The NECCO Steering Committee and will run along side the current ECCO IBD Advanced and the NECCO Network Meeting. Committee their ongoing support and belief inECCO Congress The firstfor NECCO School will take place at the inNational Prague on February 24, 2010 NECCO Representatives meetand twice ■ to increase networking opportunities for School, nurses caring forattendees IBD patients are the Following the NECCO the invited to join the NECCO Network Meeting. The second ECCO Nurses meeting took place in the work of NECCO. The first NECCOside School will takeECCO place IBD at the ECCOaCongress in Prague on February and will run along the current Advanced Course and the NECCO Network Meeting. year at the ECCO Congress and24, the2010 UEGW aim along of this program will ultimately beAdvanced to improve nurse education throughout Europe. IBD patient education throughout Europe Lyon, France and focused on “Novel approaches■toto improve The will run the School, current ECCO IBD Course and the the NECCO Following the side NECCO the attendees are invited to join Network Meeting. IBD Care” including sessions such as e-clinics and ■ to develop international Nurses Guidelines Following the NECCO School, the attendees are invited toon join thetoNECCO Network Meeting. details ondisease how become a The aim ofIBD this program will be to improve nurse education throughout Europe. program for Prague will ultimately include lectures, caseFor studies management and worka European comparison delivering biological theraNational epresentative please by Europe. The aim of this program will ultimately be to improve nurseR education throughout ■ to improve professional Nurse Quality throughout Europe shops. One nurse per country will be nominated to attend the NECCO School the NECCO ECCO is a young and active association with a pies, emphasizing the nurses’ roles in these develThe program for Prague will include lectures, casecontact studies on disease management and workMarian O’Connor at very high forPrague membership growth. Indithese aims,potential NECCO organizes two events which take place along sidevisit the main National Representatives. Interested nurses, please the ECCO website www.ecco-ibd.eu opments. The meeting also looked at supportingTo achieve The program for will include lectures, case studies on disease management andNECCO workshops. One nurse per country will be nominated to attend the NECCO School by the marian.o’
[email protected]. The first name one – the NECCO NETWORK – isNational already anRepresentative established vidual membership was introduced inMEETING 2007 and for the and contact details of the of your country andNECCO get in the role of an IBD Nurse. Methods which were ECCO congress. shops. One nurse per country will be nominated to attend the NECCO School by the More info can also be found on the National Representatives. Interested nurses, the ECCO website www.ecco-ibd.eu event for nurses working within the 1600 specialty of IBD. The event is theplease NECCOvisit SCHOOL, achieved over inother individual discussed included databases and websites – anwhich willECCO with him or herofinterests about their requirements. starttouch in the Prague 2010. The initiative isnomination standardise nurse education ECCO website at www.ecco-ibd.eu. National Representatives. nurses, please visit the ECCO www.ecco-ibd.eu for name and contact details ofto the National Representative ofwebsite your country and get in membership within theaim first this twoInterested years of this new example was the UK IBD nurses website. Ulti- throughout Europe to allname nurses with ancontact interest in details IBD. for the and of the National Representative of your country and of getlanin touch with him or her about their nomination requirements. structure. For more information on the work of Both NECCO meetings take place in English. NECCO is very much aware of the problem mately the value and importance of networking Aside from thetouch meetings, NECCO has aher Steering Committee and a Council of National Nurse with him orhomepage about their nomination requirements. ECCO please visit the atSchool www.ecco-ibd.eu guage and has designed the program to allow extra time for onsite translation if needed. was apparent in presentations “publicizing yourRepresentatives, who NECCO interact throughout thetake year. place in English. NECCO is very much Both meetings aware of the problem of lanEuropean Crohn’s and or contact the ECCO Secretariat at
[email protected]. Colitis Organisation role” and ESNO (European specialist nurses Both NECCO meetings take place in English. NECCO ison very much aware oftranslation the problem of language and has designed the School program to allow extra time for onsite if needed. Registration and program details The NECCO Steering Committee and the NECCO National Representatives meet twice awww.ecco-ibd.eu year organization). The second day focused on hot topics at the ECCO Congress thehas UEGW. guageand and designed the School program to allow extra time for onsite translation if needed. within current European IBD practice, tackling Special Thanks Registration and program details on www.ecco-ibd.eu ECCO IBD Nurses some of the clinical dilemmas we are all faced with Registration and program details on www.ecco-ibd.eu (NECCO) ECCO Nurses Steering Committee Special Thanks in our clinical practice. This meeting was attended The Steering Committee wishes to thank the ECCO Governing Board and the ECCO Education Lisa Younge (UK) – Chair Special Thanks by approximately 60 delegates from through-out Liesbeth Moortgat (B) – Vice-chair Committee for their ongoing support and belief in the work of NECCO. The Steering Committee wishes to thank the ECCO Governing Board and the ECCO Education Europe. 92% of these delegates reported that they The Steering Committee wishes to thank ECCO Governing and the ECCO Education Committee for their ongoing support andthe belief in the work of Board NECCO. About ECCO had gained a good level of knowledge, which was ECCO Nurses ECCO Nurses ECCO Nurses Committee for their ongoing support and belief in the work of NECCO. Network Meeting Officers Networking Officers School Officers relevant to their practice.
Special Thanks
Lyon 2008
ABOUT NECCO
www.ecco-ibd.eu
About ECCO
ABOUT ABOUT ABOUT NECCO NECCO NECCO
About ECCO isECCO a (B)young and active association with a very high potential for membership growth. Liesbeth Moortgat Marian O‘Connor (UK) Patricia Détré (F) Rosalinde van Helden (NL) Lotte Julin Hansen (DK) (B) About ECCO Individual membership was introducedPatricia inGeens 2007 and ECCO achieved over 1600 interests in indiECCO is a young and active association with a very high potential for membership growth. Hamburg 2009 vidual membership within the first two years of this new structure. Forfor more informationgrowth. on the ECCO is a young and active association with a very high potential ECCO EduCom Member Individual membership was introduced in 2007 and ECCO achieved over membership 1600 interests in indiPhilippe Marteau (F) The size of the NECCO Network Meeting increaswork of ECCO please visit the homepage at www.ecco-ibd.eu or contact the ECCO Secretariat Janneke van der Woudeintroduced (NL) Individual membership was in 2007 andnew ECCO achieved 1600 interests in vidual membership within the first two years of this structure. Forover more information onindithe es each year. This year in Hamburg, the upward at
[email protected]. vidual thehomepage first two years of this new structure. For more information on the work ofmembership ECCO pleasewithin visit the at www.ecco-ibd.eu or contact the ECCO Secretariat curve was particularly impressive. Whereas there work of ECCO please visit the homepage at www.ecco-ibd.eu or contact the ECCO Secretariat ECCO Corporate Members: were 40 participants in Innsbruck and about 60 at
[email protected]. For details on how to become a National Representative please contact Marian O’Connor at
[email protected]. in Lyon, we had 120 in Hamburg! This is an overat marian.o’
[email protected]. More info can also be found on the ECCO website at ECCO Corporate Members: whelming success and shows that NECCO is going www.ecco-ibd.eu. ECCO Corporate Members: in the right direction. 2
The program was based upon the evaluation forms taken back from Lyon and therefore really reflected the nurses’ expectations. Much appreciated are the talks that focus on practical aspects like the talk on IBD and fatigue or surgery, but many others as well. For dates, registration and program details of the Network Meetings please visit www.ecco-ibd.eu
4
NECCO Programma & Colofon
VERENIGING MAAG DARM LEVER VERPLEEGKUNDIGEN
VMDLV Bestuur VMDLV
4th NECCO Network Meeting Preliminary Programme Wednesday, February 24, 2010 08:15 – 19:15
Breakfast Symposium by Abbott
TIME
TITLE Welcome Coffee
09:30 – 09:40 09:40 – 10:00 10:00 – 12:45 10:00 – 10:30
SESSION 1 Talk 1
10:30 – 11:00 11:00 – 11:30 11:30 – 12:00 12.00 – 12.15 12:15 – 12:45 12:45 – 14:00 14:00 – 17:30 14:00 – 14:30 14:30 – 15:00 15:00 – 15:30 15:30 – 16:00 16:00 – 16:30
Talk 2 Coffee Break Talk 3 Talk 4 Lunch Break SESSION 2 Talk 5 Talk 6 Talk 7 Coffee Break Talk 8
16:30 – 17:00
Talk 9
Welcome and Introduction Update of the NECCO activities PRACTICAL ISSUES IN IBD MANAGEMENT Managing the IBD patient on the ward: an European comparison The role of the nurse in IBD endoscopy IBD outpatient clinic - the nursing role Panel discussion Standardising Care: The UK IBD audit and standards MEETING PATIENTS NEEDS Self-management programme Patients needs in IBD care Pain management in IBD Strategies to improve compliance in IBD focussed on anti-TNF therapy Nutritional aspects in IBD
Thursday, February 25, 2010 07:45 – 08:45 09:00 – 11:45 09:00 – 09:30 09:30 – 10:00 10:00 – 10:30 10:30 – 11:00 11:00 – 11:30 11:30 – 11:45
Breakfast Symposium by Schering-Plough SESSION 3 Talk 10 Talk 11 Coffee Break Talk 12 Talk 13
IBD: FROM GENES TO KIDS Managing IBD in childhood Pregnancy and fertility in IBD Genetics in IBD: where are we now? Best abstracts session; 3 case presentations NECCO closing remarks
1st NECCO School Preliminary Programme Wednesday, February 24, 2010 TIME 08:00 – 08:15 08:15 – 10:00 08:15 – 08:45 08:45 – 09:30 09:30 – 10:00 10:00 – 10:30 10:30 – 11:00 11:00 – 11:30 11:30 – 13:00 11:30 – 12:15 12:15 – 13:00 13:00 – 14:00
TITLE General Introduction and opening remarks Welcome by the Steering Committee DIAGNOSIS AND ASSESSMENT Diagnosing IBD and Assessing Disease Activity Overview of Medical Treatment Nursing Roles in IBD management
SESSION 1 Talk 1 Talk 2 Talk 3 Coffee Break Talk 4 Anatomy and physiology of the gastro intestinal tract & Pathophysiology of IBD Talk 5 Surgery in IBD SESSION 2 CASE STUDIES - DISEASE MANAGEMENT Workshop 1 IBD Case 1 IBD Case 1 Ulcerative Colitis (Group A) Ulcerative Colitis (Group B) Workshop 2 IBD Case 2 IBD Case 2 Crohn's Disease (Group B) Crohn's Disease (Group A) Lunch
After Lunch, delegates join the 4th NECCO Network Meeting.
Voorzitter Willibrord Goverde UMC St. Radboud Afdeling E20 6500 HB Nijmegen Penningmeester Anouk Eroglu-Berger Medisch Spectrum Twente Afdeling G1, poli MDL Ariënsplein 1 7511 JX Enschede Tweede penningmeester Ineke Caerteling UMC St. Radboud Afdeling E20 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Secretaris Wanda Kuin Medisch Centrum Alkmaar Afdeling diëtetiek, nummer 029 Wilhelminalaan 12 1815 JD Alkmaar Bestuursleden Marijke ten Dam UMC. St. Radboud Afdeling E20 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Thea Korpershoek Albert Schweitzer ziekenhuis, locatie DordwijkMDL-verpleegkundige/ zorgcoördinator afd. D3 Postbus 444 Albert Schweitzerplaats 25 3300 AK Dordrecht Secretariaat VMDLV p/a Medisch Centrum Alkmaar Afdeling 029 diëtetiek, t.a.v. Wanda Kuin Wilhelminalaan 12 1815 JD Alkmaar
[email protected] Redactie nieuwsbulletin VMDLV p/a secretariaat van de vereniging. Ledenadministratie Voor alle administratieve zaken betreffende lidmaatschap, adreswijzigingen, vragen rondom contributie en congresinschrijving e.d. kunt u zich richten tot het centrale adres in Haarlem: Secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Gastroenterologie Postbus 657 2003 RR Haarlem tel: 023-5513016 fax: 023-5513087
[email protected]