Concurrentie onderzoek
Batavus
Geschiedenis De geschiedenis van Batavus begint in 1904 met de opening van een winkel in uurwerken en naaimachines aan de Dracht in Heerenveen door Andries Gaastra. Gaastra, die vanaf 1907 fietsen uit Duitsland importeert. Hij wordt importeur van de bekende Prestofietsen uit Chemnitz en begint daarnaast fietsen onder het eigen merk Batavus te assembleren. Het bedrijf neemt serieuzere vormen aan als Gaastra in 1917 de rijwiel- en vijlenfabriek Harmsen en Nieuwenhuis uit Heerenveen overneemt, die het fietsenmerk Phoenix voert. Gaastra heeft nu een echte fabriek. Heden Batavus is in 1986 failliet Vrijwel meteen na het faillissement wordt Batavus overgenomen door de Nederlandse gasfornuizenfabrikant Atag, met steun van de NOM (Noordelijke ontwikkelingsmaatschappij) Batavus is geen fietsfabriek van grote tradities zoals Gazelle. Hoewel het bedrijf in 2004 het 100jarige bestaan viert, speelt het eigenlijk pas sinds de jaren vijftig een wezenlijke rol in de Nederlandse rijwielbranche. Dat is misschien de reden waarom Batavus tegenover de grote concurrent Gazelle tegenwoordig het voordeel van een minder conservatief imago heeft.
Gazelle
Geschiedenis In 1902 werd gestart met de assemblage van ‘eigen’ fietsen, voor het eerst onder de naam Gazelle. Deze naam, die snelheid en rankheid symboliseert, in het jaar 2002 dus precies een eeuw. De compagnon Arentsen trok zich in 1905 reeds terug, waarna Hendrik Kölling tot de directie toetrad. In 1902 werd een gebouw aan het spoor in Dieren betrokken dat in 1912 aanzienlijk werd uitgebreid. Dit hoofdgebouw is nog steeds in bedrijf en moet inmiddels tot het nationale industriële erfgoed worden gerekend. Vanaf 1902 werd de productie in eigen beheer steeds verder uitgebreid, waarbij vanaf 1912 de Gazelle-fietsen volledig in Dieren werden gemaakt. Ten opzichte van gevestigde merken als Fongers en Burgers, moet Gazelle worden gerekend tot de tweede lichting van Nederlandse fietsproducenten (tezamen met merken als Batavus, Union en Germaan). In de jaren ’10 bedroeg de productie niet meer dan ca. 10.000 fietsen op jaarbasis. Dit is een van de redenen waarom Gazelle-fietsen van voor 1920 tamelijk schaars zijn. In 1905 werd gestart met eigen prijscouranten (eerst in de vorm van vouwbladen), die jaarlijks zouden worden vernieuwd. Vanaf 1923 zouden deze huis aan huis in Nederland worden bezorgd, een traditie die men steeds heeft aangehouden. Naast de klassieke dames- en herenfietsen heeft vanaf Gazelle vanaf de jaren ’10 ook bijzondere modellen geleverd zoals racefietsen en transportfietsen en later rijwielen met hulpmotor, elektrische fietsen, bakfietsen en bromfietsen. Eveneens heeft men vanaf het begin van de twintigste eeuw fietsen en onderdelen geëxporteerd naar Nederlands Indië (in de jaren dertig bestond in Batavia zelfs een Gazelle-Huis). In 1915 wordt de naam van de onderneming gewijzigd in NV Gazelle Rijwielfabriek v/h Arentsen en Kölling en treedt Jan Breukink toe tot de directie. De familie Breukink zou tot in de jaren ’80 in de directie vertegenwoordigd blijven en het bedrijf sterk het karakter van een familiebedrijf geven. Zo startte men in de jaren twintig een eigen ziekenfonds voor het personeel en werd een Gazelle-lied gecomponeerd. De medewerkers hadden een sterke binding met het bedrijf. Velen hadden bij Gazelle een baan voor het leven. Heden: Hoewel de productie begin jaren zestig hoger was dan ooit tevoren (met productie-aantallen van bijna 100.000 per jaar), kwam ook dit solide bedrijf in rentabiliteitsproblemen. De productiekosten namen sterk toe, terwijl de productiviteit daarbij achterbleef. Het waren de jaren waarin de grote hergroepering en sanering in de Nederlandse fietsindustrie zou starten. Zo ging Gazelle in 1963 een kongsi aan met Batavus, die echter maar enkele jaren overeind bleef (zij het dat de carrierbouw, afkomstig van Batavus, bij Gazelle zou blijven). In 1968 nam de fabriek de gevestigde, maar veel kleinere merken Juncker, Locomotief en Simplex over, welke namen nog steeds worden gevoerd als
submerk (de merknaam Simplex is onlangs aan een Duits bedrijf verkocht). In 1971 werd het bedrijf zelf overgenomen door het Engelse Tube Investment. De fabriek zou vanaf dat jaar verder gaan onder de naam Gazelle Rijwielfabriek BV. Ook in deze periode bleef de productie toenemen en groeide van ca. 100.000 per jaar naar inmiddels ruim 300.000 fietsen. Het bedrijfsproces werd consequent gerationaliseerd, zodanig dat de productiviteit gelijke trend hield met de concurrentie. Eind jaren zestig werd wel een speciale race-afdeling opgezet, die zich toelegde op de productie van handgemaakte racefietsen, de raspaardjes uit de Gazelle-stal (tegen speciale prijzen). In 1987 werd het bedrijf door TI verkocht aan Derby Cycle International Corporation. Zeer onlangs stootte deze Engelse multinational het bedrijf weer af, waarbij het thans in handen is van de Nederlandse investeringsmaatschappij Gilde Buy Out Fund. Via een omweg is Gazelle nu weer in Nederlandse handen. Intussen blijft het bedrijf aan de weg timmeren. Wie een recente folder doorbladert staat versteld van het grote aantal modellen en uitrustingsniveaus. Leggen we de folders van de afgelopen vijf jaar naast elkaar dan valt tevens het grote verloop in modellen en vooral kleuren op. Het aanbod van Gazelle (dat daarin overigens niet uniek is) symboliseert de tijdgeest, waarin ook duurzame gebruiksartikelen in toenemende mate aan modetrends onderhevig zijn. Gazelle bewaakt daarbij steeds het kwaliteitsniveau van de fietsen, welk aspect als een rode draad door de geschiedenis van het bedrijf loopt. Samengevat valt te stellen dat de honderdtienjarige een boeiende levensloop heeft gehad, maar vitaler is dan ooit.
Sparta Geschiedenis: In 1917 Terwijl de eerste wereldoorlog volop aan de gang is, beginnen de heren Schakel, Verbeek en Krijgsman aan de Hoofdstraat in Apeldoorn een groothandel in rijwielen en rijwielonderdelen onder de naam "Verbeek & Schakel". Nog in hetzelfde jaar koopt Verbeek & Schakel van de firma Reuvers in Nijmegen de merknamen Sparta, Romein en Vaandel. Deze merken worden voor de engros ingekochte fietsen gebruikt. In 1920 begint de firma met de productie van eigen fietsen, spoedig gevolgd door bakfietsen.
Sparta met frame uit doorlopende buis ... In 1985 Samen met de Duitse motorenfabrikant Sachs ontwikkelt Sparta een fiets met hulpmotor - de bekende Spartamet die eind 1986 op de markt komt. Deze zet blijkt succesvol. Onder de 105.000 in 1990 geproduceerde Sparta-fietsen zijn 20.000 Spartamets. Sparta is daarmee tot de komst van de elektrische fiets in 1998 de enige Nederlandse fabrikant van in serie gefabriceerde gemotoriseerde tweewielers (kortstondige pogingen van anderen nagelaten). 1999: Sparta is na Batavus het tweede grote Nederlandse fietsmerk dat ligfietsen in het programma opneemt. Het gaat daarbij om twee volledig geveerde modellen naar een ontwerp van de Apeldoornse ligfietsfabrikant Challenge, die echter na 1 - 2 jaar weer uit het assortiment verdwijnen. Bij Sparta werken ongeveer 170 mensen, de productie ligt bij 80.000 eenheden per jaar. Behalve in Nederland is Sparta al sinds vele jaren ook op de Belgische, Duitse en Deense markt actief. Een aantal aandelen is nog steeds in handen van de nakomelingen van de oprichter. September 1999: Nadat het bij Sparta al een tijd financieel niet rooskleurig uitziet komt het bedrijf ook nog in de problemen omdat het Duitse Sachs geen motoren voor de Spartamets meer levert, dit tegen eigen toezeggingen in. De Spartamet is het meest winstgevende product van Sparta, en Sachs is sinds 1997 in handen van hetzelfde moederbedrijf als Sparta-concurrent Union. Complot of niet, na een relatief kort getouwtrek wordt op 28 september bekend gemaakt dat Sparta door Accell, het moederbedrijf van ondermeer Batavus, zal worden overgenomen. De Spartamets worden daarentegen voortaan door Sachs gebouwd en onder de naam Companion Combus verkocht. 2001: In het nieuwe fietsassortiment doen zich mede door de integratie van Sparta in de Accell-groep belangrijke wijzigingen voor: Sparta stopt met het maken van lig-, kinder- en ATB-fietsen. In plaats daarvan wordt de nadruk nog meer op elektrisch aangedreven fietsen gelegd. Een opvallend en relatief succesvol model van Sparta is de in 2000 als fiets voor moeders geïntroduceerde Amazone, die bij de "Fiets van het jaar"-verkiezing 2000 een eervolle vermelding krijgt. In de zomer van 2001 verhuist Sparta naar een andere locatie binnen Apeldoorn.
2003: Sparta is in Nederland marktleider op het gebied van fietsen met elektrische hulpaandrijving en introduceert met de Ion een model dat uitziet als een gewone fiets: een echte doorbraak in vormgeving en techniek, die opnieuw met een eervolle vermelding bij de "Fiets van het jaar"verkiezing wordt beloond. Sparta is onder de oude Nederlandse rijwielfabrikanten een vreemde eend in de bijt. Van begin af aan ging men meer doen met staal dan alleen maar op grote schaal buizen in lugs te solderen. Een opvallend kenmerk van Sparta was zeker de traditioneel sterke aandacht voor gemotoriseerde tweewielers, maar ook de eigenwijsheid op fietsgebied. Dit slaat niet alleen op het hierboven besproken frame met doorlopende buis, maar ook op de opvolger daarvan: op het gebied van stadsfietsen stapte Sparta in 1995 over op fraai afgewerkte, capillair gesoldeerde (lugloze) frames, die tot 1998 werden gemaakt. Sindsdien worden de Sparta-frames in China geproduceerd. Vergeleken met Batavus en Gazelle is Sparta een kleine fabrikant, die zich vooral met speciale fietsen voor bepaalde doelgroepen profileert en daarin succesvol is.