Basisschool Maurice Rose Margraten

Schoolgids 2011-2015

SCHOOLGIDS 2011-2015

Basisschool Maurice Rose Margraten www.mauricerose.nl


r.k. basisschool 'Maurice Rose’ Beatrixlaan 2 6269EX Margraten telefoon: 043-4581507 fax: 043-4583094 e-mail: [email protected] website: www.mauricerose.nl Schoolleider Karien Schaffrath-Speck

Stichting kom Leren Oranjeplein 201 6224 KV Maastricht tel: 043 4100300 [email protected] College van Bestuur : Voorzitter: Rob Beaumont (personeel, PR & Marketing) Lid: Johan Linckens (ICT, Huisvesting & Financiën, Onderwijs)

2


Voorwoord: doel van deze schoolgids

In deze schoolgids, die voor meerdere jaren geldt, kunt u als ouders alle algemene informatie vinden met betrekking tot het onderwijs op onze basisschool. Deze schoolgids wordt een keer per drie jaar geactualiseerd en opnieuw uitgegeven. Einde schooljaar 2014-2015 verschijnt er een geheel nieuwe uitgave met aanpassingen die parallel lopen met het nieuwe schoolplan en met de ontwikkelingen binnen de stichting kom Leren, waartoe wij nu behoren. Vandaar dat deze schoolgids de periode 2011-2015 bestrijkt. In de huidige schoolgids hebben we alleen de meest noodzakelijkste veranderingen aangebracht. Daarnaast verschijnt jaarlijks een minigids die aanvullende informatie bevat voor het lopende schooljaar. Bovendien kunt u veel actuele informatie vinden op onze website, www.mauricerose.nl. Hierop kunt u tevens de nieuwsbrief vinden, die regelmatig gepubliceerd wordt. In deze schoolgids vindt u: 

hoe het onderwijs op onze school georganiseerd is



hoe wij vorm geven aan de zorg voor onze leerlingen



op welke wijze we bezig zijn met vernieuwing van ons onderwijs



welke zaken voor ouders van belang zijn



wat de resultaten van ons onderwijs zijn

Deze schoolgids wordt op papier gezet door het managementteam, maar de inhoud betreft natuurlijk onze gehele organisatie: lerarenteam, medezeggenschapsraad, oudervereniging. Voor het verschijnen van de schoolgids is de instemming van de MR noodzakelijk. Natuurlijk kunt u als ouders altijd bij ons terecht voor vragen over de inhoud of suggesties ter verbetering. 3


Inhoudsopgave Voorwoord

3

Hoofdstuk 1 Onze school

6

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

Het schoolbestuur Medezeggenschapsraad Algemene gegevens Katholieke identiteit Het gebouw en de speelplaats Ons schoollied

6 8 9 10 11 12

Hoofdstuk 2 Waar onze school voor staat

13

2.1 2.2

13 15

Onze visie Schoolregels en pedagogisch klimaat

Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs

16

3.1 Groepsindeling 3.2 School– en lestijden 3.3 Zieke leerlingen 3.4 Vakanties en vrije dagen 3.5 Personeel 3.6 Onderwijstijd en methodes 3.7 Het onderwijs in groep 1-2 3.8 Het onderwijs in groep 3 t/m 8 3.9 Differentiatie 3.10 Zelfstandig werken 3.11 Computergebruik 3.12 Schoolverlaters 3.13 Huiswerkbeleid 3.14 Veiligheidsbeleid

16 16 17 17 17 18 19 20 20 21 21 21 22 23

Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen

24

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.6

24 26 26 28 29 29 30

Aanmelding en inschrijving Leerling-dossier Volgen van de ontwikkeling Overgang naar het V.O. Overgang en doublure Speciale zorg voor leerlingen Kom passend leren binnen Kom Leren

4


Inhoudsopgave Hoofdstuk 5 De ouders

32

5.1 Betrokkenheid van ouders 5.2 Informatievoorziening 5.3 Oudervereniging 5.4 Activiteiten en inkomsten 5.5 Ouderparticipatie 5.6 Overblijven op school 5.7 Voor– en naschoolse opvang 5.8 Leerplicht en schoolverzuim 5.9 Aanvragen extra verlof 5.10 Gedragscode 5.11 Klachtenregeling 5.12 Vertrouwenspersoon / contactpersoon 5.13 Verzekering

32 32 32 33 33 34 34 35 35 36 36 37 38

Hoofdstuk 6 Ons onderwijs, constant in ontwikkeling

40

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7

Jaarplan Nieuwe methodes Leerkrachtassistent en digibord Lesmodel Compacten en verrijken Sfeer en veiligheid Multifunctionele accommodatie

40 40 40 40 41 41 41

Hoofdstuk 7 De resultaten van ons onderwijs

42

7.1 7.2

42 43

Cito toetsen Vervolgadvies

Hoofdstuk 8 Praktische zaken

44

8.1 Gruitdag 8.2 Eten, drinken en trakteren 8.3 Lessen bewegingsonderwijs 8.4 Verkeer rondom onze school 8.5 Autovervoer door ouders 8.6 Hoofdluis 8.7 Schoolfotograaf 8.8 Gevonden voorwerpen 8.9 Schoolpen 8.10 Jeugdbladen 8.11 Bibliotheek 8.12 Relatie school en omgeving Afkortingen

44 44 45 45 46 46 46 46 47 47 47 47 49 5


1 Onze school 1.1 Het schoolbestuur We nodigen alle kinderen uit om bij ons te komen Leren. Leren met een hoofdletter “L”. Want kinderen in ontwikkeling Leren iedere dag op heel veel gebieden om te groeien als mens. kom jezelf ontdekken kom je talenten ontwikkelen kom de wereld onderzoeken kom je mogelijkheden verkennen kom Leren van succes kom Leren van fouten kom om echt gezien te worden kom om echt geaccepteerd te worden kom om echt gerespecteerd te worden kom om echt te Leren kom bij Stichting kom Leren en leer het beste uit jezelf te halen! Stichting kom Leren is een stichting die is ontstaan uit een fusie tussen Stichting jong Leren, een organisatie voor openbaar en algemeen bijzonder primair onderwijs in Zuid Limburg en Stichting Katholiek Onderwijs Mer-

Missie/visie

Wij beschouwen talentontwikkeling als onze opdracht

Stichting kom Leren gaat ervan uit dat kinderen voortdurend en op verschillende manieren leren. Het onderwijs wordt zo ingericht dat het daarop inspeelt. De scholen bieden een rijke, boeiende, uitdagende en stimulerende leeromgeving. Het kind, zijn ontwikkelingsmogelijkheden en zijn leerstijlen staan centraal bij het aanbieden van het onderwijs dat het beste past. Het doel is de kinderen, door hun cognitieve, sociaal-emotionele en creatieve talenten te ontwikkelen, te brengen tot evenwichtige persoonlijkheden, die met zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsbesef hun plaats in de samenleving kunnen vinden.

Wij zien onderwijs als mensenwerk

De school is een mensengemeenschap, waarin mensen gezien en gehoord worden en waar men respectvol met elkaar omgaat. Personeelsleden zijn betrokken bij de kinderen en bij elkaar. Ze zijn bevlogen, bevoegd, bekwaam en onderhouden voortdurend hun pro-

gelland, een organisatie voor katholiek primair

fessionaliteit. In de school vindt een vanzelf-

onderwijs in het Heuvelland.

sprekende professionele dialoog met collega’s,

De nieuwe stichting telt 23 scholen in Maastricht, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Meerssen en Valkenburg a/d Geul. Stichting kom Leren heeft ongeveer 400 personeelsleden in dienst en biedt onderwijs aan

leidinggevenden, ouders en anderen plaats, zodat ze met en van elkaar kunnen leren. Stichting kom Leren vult het werkgeverschap in vanuit de idee dat de personeelsleden het kapitaal van de organisatie vormen.

4000 leerlingen. Stichting kom Leren wordt gespeld met een kleine ‘k’ omdat we kinderen van klein tot groot uitnodigen om bij ons te komen Leren met een hoofdletter ‘L’. Stichting kom Leren staat voor kwalitatief goed onderwijs, waarbij we de eigenheid van ieder kind niet uit het oog verliezen. 6


1 Onze school Bestuur De stichting kent 2 organen: Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur Het College van Bestuur is belast met het besturen van de stichting en komt alle taken en bevoegdheden toe die wettelijk het bestuur van de stichting toekomen, met uitzondering van de taken en bevoegdheden die in de statuten en de wet expliciet aan de Raad van Toezicht zijn toegekend. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de eenheid van het totale beleid en schept op bestuursniveau waarborgen ter bescherming van en bevordering van de denominatieve identiteit respectievelijk het openbaar karakter van de stichting en van de onderscheiden onder zijn beheer staande scholen en overige voorzieningen. Het College van Bestuur heeft zijn werkzaamheden vastgelegd in het bestuursstatuut.

Eveneens is er een directeur audit en control aan het bestuursbureau verbonden. Directeurenberaad De directeuren van de scholen van de stichting vormen tezamen het directeurenberaad. Dit is een overlegorgaan met een adviserende functie.

Het College van Bestuur bestaat uit de volgende personen: Dhr. R. Beaumont ( Voorzitter CvB) en dhr. Johan Linckens ( lid CvB) De Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting, de algemene gang van zaken binnen de stichting alsmede het functioneren van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht vastgelegd in het bestuursstatuut. De Raad van Toezicht wordt voorgezeten door dhr. E. van Helsland Bestuursbureau Het bestuur wordt ondersteund door beleidsmedewerkers op de terreinen personeelszaken, huisvesting en financiën, onderwijs en zorg.

7


1 Onze school 1.2 Medezeggenschapsraad (MR) Aan onze school is een medezeggenschapsraad verbonden, die - zoals de naam al aangeeft - medezeggenschap heeft in het beleid van schoolbestuur en schoolleiding. Hoe een school haar organisatie en onderwijs inricht, haar financiën regelt, het gebouw in stand houdt e.d. wordt uiteindelijk door het bevoegd gezag besloten, maar sinds 1985 bestaat de mogelijkheid om vanuit de school zelf - door ouders en leerkrachten - hierbij inspraak en medezeggenschap te hebben.

In het geval dat er meer kandidaten dan MR vacatures zijn, worden er verkiezingen gehouden. Tussen de oudergeleding van de M.R. en de oudervereniging (de OV) bestaat een regelmatig contact. Correspondentie met de Medezeggenschapsraad kan naar het adres van de secretaris van de M.R. verzonden worden. Actuele adresgegevens van de MR-leden worden vermeld bij de jaarlijkse informatie in de minigids en op onze website.

Elke school is volgens de Wet Mede-zeggenschap op Scholen (WMS) verplicht een medezeggenschapsraad te hebben. Schoolleiding en schoolbestuur hebben bij een groot aantal beleidszaken de verplichting om, voordat tot invoering wordt overgegaan, het advies van de M.R. in te winnen. Bij diverse aangelegenheden is zelfs de instemming van de M.R. noodzakelijk. Wanneer de M.R. niet akkoord gaat met een beleidsvoornemen, kan het bestuur dit niet vaststellen en uitvoeren. Een en ander is geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs en het daaruit voortvloeiende MR-reglement.

Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)

De medezeggenschapsraad vergadert gemiddeld 6 maal per schooljaar. Deze vergaderingen zijn doorgaans openbaar en dus toegankelijk voor alle ouders en leerkrachten. Onze medezeggenschapsraad bestaat uit acht leden, vier ouders en vier personeelsleden. Periodiek, d.w.z. om de drie jaar, treden de leden van de medezeggenschapsraad af en kunnen nieuwe kandidaten zich aanmelden.

Leren en in het Reglement van de GMR

De Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) bestaat uit leerkrachten en ouders van bij de stichting aangesloten scholen. Deze personen zijn gekozen door de MR van de scholen. De GMR dient voorstellen en ontwikkelingen te bekijken vanuit het algemeen belang van scholen, ouders, leerkrachten en leerlingen van de stichting, niet vanuit het perspectief van één school. In het Medezeggenschapsstatuut van kom staat beschreven hoe medezeggenschap in de stichting is vastgelegd, wat taken, rechten en verplichtingen zijn van de GMR, het College van Bestuur en de MR-en. Er zijn 14 zetels in de GMR van kom Leren. Momenteel zijn 13 plaatsen ingevuld. Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter (Jean-Pierre Guyaux), secretaris (Antoinne Beijers) en penningmeester (Jim Jackman) en wordt ondersteund door een ambtelijk secretariaat (Ariane Schut).

8


1 Onze school 1.3 Algemene gegevens Basisschool ‘Maurice Rose’ ligt in de gemeente Margraten, midden in het Zuid-Limburgse heuvelland en grenzend aan de groeve ‘t Rooth. De school is gelegen naast de voetbalvelden, grenzend aan het buitengebied en bereikbaar via twee woonkernen. Onze school is hier sinds januari 2014 gehuisvest en maakt deel uit van de nieuwe multifunctionele accommodatie ’De Hoven’. Het gebouw is geheel nieuw opgebouwd rondom de bestaande sporthal, die volledig in het plan is geïntegreerd. In deze accommodatie zijn verder gehuisvest: de kinderopvang, peuterspeelzaal Humpie Dumpie, Heuvelland bibliotheek, GGD, Trajekt, Envida, RTV Maas en Mergelland en scouting Margraten. Een stukje historie: Onze school is ontstaan uit een fusie van twee voormalige lagere scholen, waar later nog twee kleuterscholen aan toegevoegd werden. De vroegere jongensschool 'St.Andreas' en meisjesschool 'St. Julia' kwamen bij elkaar in het gebouw van de voormalige jongensschool in 1974. Deze vormden toen samen de nieuwe en tevens gemengde lagere school. Later, in 1983, werd het schoolgebouw uitgebreid en trok de kleuterschool in dit nieuwe deel. In 1985 werden lagere school en kleuterschool samengevoegd tot één basisschool: een school voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Bij de samenvoeging van de jongens- en meisjesschool werd gezocht naar een nieuwe naam voor de school. Uit de vele inzendingen van de kinderen werd de naam ‘Maurice Rose’ gekozen. Deze naam danken wij aan majoorgeneraal Maurice Rose uit de tweede wereldoorlog. Hij gaf leiding aan de tweede en derde pantserdivisie en veroverde daarbij grote delen van bezet gebied. Hij stierf in een hinder-

laag van Duitse tanks tijdens de opmars naar Paderborn en is begraven als hoogste militair in rang, op het Amerikaanse kerkhof van Margraten. Het mooie is dat zijn naam zowel een jongens als een meisjesnaam bevat, Maurice en Rose. Onderstaand logo is nieuw sinds de opening van de multifunctionele accommodatie op 16 maart 2014 en is zichtbaar op de voorgevel van het gebouw aan de Beatrixlaan.

We hebben de afgelopen jaren te maken met een daling in leerlingaantal. Op dit moment bezoeken rond 260 kinderen onze school. Verreweg de meeste leerlingen wonen in Margraten en de daarbij behorende buurtschappen Termaar, Scheulder, Groot- en Klein Welsden. Slechts enkele leerlingen komen uit andere, naburige woonkernen. Daarmee heeft de school een duidelijke sociale functie binnen de woongemeenschap waar ze deel van uitmaakt. De school heeft een leerlingenpopulatie die grotendeels bestaat uit gezinnen die van oudsher in de regio wonen en behoren tot de dialectsprekende groep Limburgers. Daarnaast zijn er ook gezinnen van buiten de regio in Margraten komen wonen. De school wil graag plaats bieden aan alle kinderen, A.B.N.- of dialectsprekend, autochtoon of allochtoon. Uiteraard is de voertaal op school het Algemeen Beschaafd Nederlands. 9


1 Onze school 1.4 Katholieke identiteit

Onze school is een r.k. basisschool, een school met een katholieke identiteit. Er is op geloofsgebied de laatste jaren in onze maatschappij veel veranderd. Ouders en kinderen geven op veel verschillende wijzen vorm aan hun geloof; steeds meer kinderen en hun ouders zijn geen lid meer van de katholieke kerk of zijn niet meer actief betrokken bij de geloofsgemeenschap. Op school willen we blijven uitgaan van onze katholieke identiteit, maar tegelijkertijd ook voldoende ruimte bieden aan kinderen en ouders met een andere geloofsovertuiging. Welke plaats neemt deze katholieke identiteit op onze school in:  In de groepen 1 t/m 8 worden Godsdienstlessen gegeven aan de hand van de methode Hemel en Aarde.  In alle groepen gebruiken we ‘Goed Gedaan’, een methode voor de sociaalemotionele ontwikkeling.  Binnen de thema’s maken de kinderen kennis met andere religies en leren hier respect voor te hebben.  In de groepen 4 en 8 worden deze lessen uitgebreid met de voorbereidingslessen op de sacramenten H. Communie en H. Vormsel.  In elke groep wordt dagelijks gestart met een gebed of een kort meditatief moment, passend bij de belevingswereld van de leeftijdsgroep.  Regelmatig zijn er vieringen in de kerk of op school met een duidelijk catechetisch en levensbeschouwelijk karakter.  Een werkgroep van ouders bereidt, samen met de leerkrachten en kinderen, de gezinsvieringen in de kerk voor.  We vinden het belangrijk dat kinderen op school kennis opdoen van de kerkelijke feesten zoals Kerstmis en Pasen.  Er worden acties uitgevoerd vanuit een



christelijke opdracht, voor de zorg om de minderbedeelden op de wereld; een voorbeeld hiervan is de jaarlijkse Vastenactie,maar ook de voedselpakkettenactie voor Polen en de fruitmandjes voor de zieke mensen in Margraten.

Meer nog dan tijdens deze expliciete momenten, willen we de kinderen leren hoe de katholieke identiteit in ons dagelijkse doen en laten verweven is, in onze omgang met elkaar en met de kinderen, tijdens alle dagelijkse situaties. Van ouders en kinderen met een andere geloofsovertuiging verwachten we, dat ze de katholieke grondslag van de school respecteren en zich ook daarnaar gedragen. We gaan ervan uit dat ze deelnemen aan de eerder genoemde activiteiten. Een uitzondering hierop vormen de voorbereidingen op de sacramenten; deze zijn niet verplicht. Met de ouders wordt in dat geval overlegd met betrekking tot vervangende onderwijsactiviteiten.

10


1 Onze school 1.5 Het gebouw en de speelplaats Trots zijn wij op ons nieuwe schoolgebouw! Het is een modern gebouw met alle gemakken van dien en een ruimte-indeling, die goed aansluit bij de huidige onderwijsvisie. Op de begane vloer, voorbij de hoofdingang, hebben we 3 groepslokalen voor de kleutergroepen en een ruim speelleerplein. In dezelfde gang is ook de peuterspeelzaal gevestigd, waardoor er een natuurlijk contact wordt gecreëerd tussen beide domeinen. Ook zijn hier twee speelzalen, een zaal voor de peuters en een voor de kleuters. Beide zalen kunnen d.m.v. een schuifbare wand, samen met het speel-leerplein, tot een grote ruimte worden samengevoegd. Deze ruimte is dan geschikt voor gezamenlijke vieringen, festiviteiten en activiteiten. Op de bovenverdieping zijn er twee leerpleinen met elk 4 lokalen voor zowel de midden als voor de bovenbouw. Een van deze lokalen wordt gebruikt als handvaardigheidslokaal. Op deze etage is er ook een keukenfaciliteit, die door de groepen en tijdens het overblijven gebruikt kan worden.

De speelplaats is ruim en is ingedeeld in verschillende speelgebieden. Er staan vaste speeltoestellen, er is een zandbak, een pingpongtafel en twee voetbalgoals. Er staan zitbankjes bij de bomen en daar waar het nodig is ligt er kunstgras. Grenzend aan de speelplaats is er nog een groot veld, het ‘vierde veld’ genaamd, dat in de toekomst zowel door school, als door de buurtbewoners gebruikt gaat worden. Het veld krijgt diverse recreatieve doeleinden en het plan hiervoor is in de maak. Er is een ruime fietsenstalling, zodat er veel kinderen met de fiets kunnen komen. Om de speelplaats heen staat een stevig hekwerk. De speelplaats is na schooltijd voor iedereen toegankelijk. Vanwege het leerlingenaantal hebben we gekozen voor gesplitste speeltijden, met als voordeel meer overzicht, plaats en veiligheid op de speelplaats. De groepen 3 t/m 5 spelen van 10.00-10.15 uur buiten, de groepen 6 t/m 8 van 10.30-10.45 uur. De kleuters hebben een apart speelmoment vanaf 10.45 uur.

Op elke verdieping is er een ruimte voor de interne begeleider en de MT-er . De directiekamer is beneden, centraal gelegen. Via de buitentrappen bereiken de kinderen hun eigen garderobe, leerplein en klas. Ook is er een lift aanwezig, die o.a. dienst kan doen voor mindervaliden. Er is een interne, rechtstreekse verbinding met de bibliotheek en de sporthal. 11


1 Onze school 1.6 Ons schoollied

Basisschool 'Maurice Rose' heeft een eigen schoollied, dat bij vrijwel elk gezamenlijke schoolevenement gezongen wordt. Geen wonder dus, dat de meeste kinderen dit lied uit hun hoofd kennen en nieuwe leerlingen zich dit lied heel snel eigen maken.

SCHOOLLIED MAURICE ROSE. 1e couplet: Wij wonen zo fijn in ons mooie Heuvelland, Natuur en de mens, gaan daar nog hand in hand. En daar in dat prachtige Limburgse groen, Daar gaan we naar school, daar is het te doen! Refrein: Hoi! Het is zo gezellig, Hoi! In één woord ….. geweldig! Hoi! Dus wees nu maar vrolijk, Want, ….. wij zijn Maurice Rose. 2e couplet: Wij spelen en leren; er wordt goed opgelet. Wij sporten en lachen, het is soms dolle pret! Excursies en schoolkamp, ’t lijkt één lange rij. Maar is het vakantie, dan zijn we allen blij. Refrein: Hoi! Het is zo gezellig, Hoi! In één woord ….. geweldig! Hoi! Dus wees nu maar vrolijk, Want, ….. wij zijn Maurice Rose.

12


2 Waar onze school voor staat 2.1 Onze visie Wij zijn als team bezig geweest met het ontwikkelen van onze visie. Tot nu toe hebben we de gezamenlijke collectieve ambitie met dertien richtinggevende uitspraken gerealiseerd. Vanuit deze gezamenlijke collectieve ambitie wordt onze visie verder ontwikkeld door deze in kleine stappen op schoolniveau te realiseren. Onze richtinggevende uitspraken zijn:

T.a.v. het pedagogisch klimaat: Wij vinden het belangrijk dat iedereen met plezier naar school komt, waar welbevinden en veiligheid centraal staan. Dit kan alleen als we kunnen werken in een organisatie met een open, warm en eerlijk pedagogisch klimaat waarbinnen iedereen in een sfeer van samenwerking zich geborgen en geaccepteerd voelt en waarbij gebruik wordt gemaakt van ieders specifieke kwaliteiten en mogelijkheden.

T.a.v. het werkklimaat: In een sfeer van vertrouwen communiceren wij met elkaar en gaan op een professionele, inspirerende maar vooral open en eerlijke manier en met respect voor elkaar om, waarbij we elkaar zoveel mogelijk ondersteunen, aanvullen en stimuleren. Wij werken daarbij zoveel mogelijk samen, waarbij we o.l.v. een groepsgericht leiderschap gebruik maken van elkaars kwaliteiten met als doel het zo optimaal mogelijk functioneren van het kind en de leerkracht.

T.a.v. het didactisch handelen: In een uitdagende en inspirerende omgeving stemmen wij ons didactisch handelen af op de leerbehoeften, leerstijlen, fase van ontwikkeling en ervaringen van onze leerlingen. Dit impliceert een veranderende rol van de leerkracht, n.l. van vooral informatieoverdrager naar stimulator en begeleider van leerprocessen

T.a.v. het omgaan met verschillen: Wij onderkennen en accepteren verschillen van kinderen en streven ernaar ons handelen af te stemmen op de leerbehoeften, leerstijlen, fase van ontwikkeling, ervaringen en mogelijkheden van onze leerlingen.

T.a.v. het zelfstandig werken. Wij bevorderen dat leerlingen actief betrokken zijn bij het leerproces en hanteren binnen de lessen werkvormen die leerlingen op hun niveau activeren. Daarbij stimuleren we de ontwikkeling van de zelfstandigheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid en creëren daarmee o.a. de noodzakelijke ruimte om tegemoet te komen aan individuele verschillen.

T.a.v. de leerlingenzorg: Met onze aandacht voor zorgleerlingen streven wij naar onderwijs dat zoveel mogelijk is aangepast aan de individuele hulpvragen en behoeften van kinderen. Er wordt op een structurele wijze gewerkt met handelingsplannen, waarbij de ontwikkeling van de kinderen systematisch wordt gevolgd en bij geconstateerde problemen wordt gezorgd voor specifieke begeleiding en ondersteuning.

T.a.v. het leerstofaanbod: Ons leerstofaanbod is maatschappelijk relevant, eigentijds en onderwijskundig verantwoord. Zowel de cognitieve, sociaal-emotionele, motorische als creatief- musische ontwikkeling worden ermee ondersteund en bevorderd. We maken flexibel gebruik van ons aanbod, zodat we zo optimaal mogelijk kunnen aansluiten bij de actualiteit, interesses en fase van ontwikkeling van onze kinderen.

T.a.v. ICT: Wij bieden onze leerlingen en ons personeel de mogelijkheid om zelfstandig gebruik te maken van de informatie- en communicatietechnologie. 13


2 Waar onze school voor staat T.a.v. de organisatie van het onderwijs:

T.a.v. keuzes maken:

De organisatie van ons onderwijs wordt enerzijds zo ingericht dat het een doorgaande lijn vertoont van 4 tot 12-jarigen, waarbij welbevinden, creatieve ontplooiingszelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid centraal staan. Anderzijds moet de organisatie gericht zijn op optimalisering van de kwaliteit van ons onderwijs en ondersteuning bieden aan de persoonlijke ontwikkeling tot een zelfstandig functionerend mens binnen onze maatschappij.

De ontwikkelingen in onze omgeving gaan steeds sneller. Daardoor worden er voortdurend andere eisen gesteld aan onze school. Hierin zullen wij steeds voor keuzes komen te staan. Wij stellen prioriteiten en nemen samen een verantwoord besluit om daarna in kleine stappen verder te gaan.

Hoe onze school zich ontwikkelt

Bovengenoemde uitspraken vertalen we zoveel mogelijk naar het onderwijs van alledag. We T.a.v. de professionalisering: nemen beslissingen op grond van wat de kinWij werken voortdurend aan onze professioderen nodig hebben. Belangrijke recente teamnaliteit en bevordering van onze deskundigontwikkelingen: heid, waarbij samen leren en werken aan ont Uitbreiding van didactische vaardigheden wikkeling voorop staat gebruik makend van in de vorm van Coöperatieve werkvormen. elkaars kwaliteiten en rekening houdend met  De nieuwe vorm van rapporteren naar ouelkaars mogelijkheden. Dit alles gestimuleerd, ders en kinderen d.m.v. een nieuwe rapondersteund en gefaciliteerd vanuit de leiportageklapper en het meegeven van de ding. werkmappen.  De professionele communicatie naar colT.a.v. communicatie: lega’s, ouders en kinderen verbeteren Wij communiceren met alle geledingen op een m.b.v. teamtraining, zoals o.a. de oudergeprofessionele, open en eerlijke manier. Wij sprekken. gaan op een respectvolle manier met elkaar  Investeren in nieuwe methodes voor om, waarbij we ons zoveel mogelijk proberen technisch lezen, wereldoriëntatie en bete laten ondersteunen, aan te vullen en te stigrijpend lezen. muleren. Wij werken daarbij zo optimaal mo Effectieve lestijd in de morgen realisegelijk samen, gebruik makend van elkaars kwarenen door de uren voor het gymonderliteiten met als doel het zo optimaal mogelijk wijs naar de middag te verplaatsen functioneren van het kind en de leerkracht.  Het inplannen van zelfstandige werkmomenten, waarin de leerkracht groepjes T.a.v. de contacten: kinderen kan begeleiden of kan werken Wij beschouwen alle geledingen als partners met een handelingsplan. in onderwijs en vorming, waarbij we de ouders  Het gebruik maken van takenkaarten als eerstverantwoordelijken beschouwen voor waardoor kinderen meer zelf verantde opvoeding en onszelf voor het onderwijs. woordelijk worden voor hun eigen werk en Daartoe houden wij met alle geledingen open, leerproces. functionele en duidelijke contacten.  Het verbeteren van de sociale omgang door de kinderen te begeleiden bij het naar binnen en naar buiten gaan. 14


2 Waar onze school voor staat 2.2 Schoolregels en pedagogisch klimaat In een wereld waar mensen en kinderen met elkaar werken, leren en spelen, moeten we, om iedereen optimaal te laten functioneren, samen afspraken maken. Alleen als kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen kunnen ze zich optimaal ontwikkelen. In schooljaar 2011-2012 introduceren we een viertal schoolregels, de zogenaamde kapstokregels, die regelmatig aandacht krijgen en duidelijk zichtbaar opgehangen worden. Deze regels zijn op rijm, zodat het door groot en klein goed onthouden kan worden.  Pesten is nooit goed. Zorg dus dat je aardig doet!  Ik, jij, hij of zij …… Iedereen hoort erbij.  Rennen doe je op het schoolplein. Binnen moet je rustig zijn!  Alle dingen hebben een doel. Kapotmaken is niet cool! Naast deze regels die voor de hele school gelden heeft iedere groep aanvullend eigen regels en afspraken, die aan het begin van ieder schooljaar door de kinderen zelf, samen met de leerkracht opgesteld worden. We streven ernaar dat kinderen leren om respectvol met elkaar om te gaan en rekening te houden met de ander. We hopen hiermee een positief pedagogisch klimaat te realiseren. In dit kader gebruiken we in alle groepen een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: Goed Gedaan. In deze methode wordt veel aandacht besteed aan het accepteren van verschillen tussen mensen en de omgang met elkaar. Met ditzelfde doel voor ogen wordt in groep 7 jaarlijks meegedaan aan het project “Ik oké, wij oké! .

Dit is een project van 10 lessen waarin gewerkt wordt aan het sociale en emotionele welzijn van de kinderen. De nadruk ligt op een positieve sfeer in de groep. Als jij jezelf oké voelt of bent, kun je er ook voor zorgen dat je als groep oké bent. Thema’s die aan de orde komen zijn o.a.: zorgen voor jezelf en voor de ander, het belang van oogcontact oefenen, je grenzen aangeven en grenzen van de ander respecteren, opkomen voor jezelf. De lessen worden gegeven door Hannah Mennens, onze begeleidster van stichting Trajekt. Door het preventief inzetten van bovengenoemde acties en door de begeleiding van de leerkrachten stimuleren we een rustig en veilige sfeer op school. Ons doel is dat kinderen op een ontspannen wijze met elkaar leren en spelen. Desondanks kan het gebeuren dat er pestgedrag plaatsvindt, vaak op momenten dat leerkrachten dit niet meteen merken. We stimuleren kinderen en ook hun ouders om dit onmiddellijk op school te melden. Alleen als er over gesproken wordt, kunnen we handelend optreden.

15


Hoofdstuk 3 de organisatie van het onderwijs Woensdagmiddag is vrij voor alle groepen. Vrijdagmiddag is vrij voor groep 1 t/m 4. Onze school is verdeeld in drie bouwen, die elk   ‘S ochtends is er pauze van 10.00-10.15 de beschikking hebben over een gezamenlijk voor groep 3 t/m 5 en om 10.30-10.45 leerplein. De onderbouw bestaat uit de groepen uur voor de groepen 6 t/m 8; van te vo1/2, die een gedeelte van het leerplein deelt ren wordt er binnen een klein hapje gemet de peuterklas, de middenbouw bestaat uit geten. de groepen 3/4/5 en de bovenbouw bestaat uit  De kinderen van de groepen 1-2 kunnen de groepen 6/7/8. In schooljaar 2011-2012 door hun ouders of verzorgers naar binzijn we gestart met 12 groepen en vanaf nen worden gebracht. De oudere kleuschooljaar 2014-2015 zijn dat 9 groepen. Vanters lopen al alleen naar binnen. af schooljaar 2014-2015 zijn er geen dubbele  De speeltijd van de groepen 1 en 2 is groepen meer vanaf groep 3. Op dit moment vanaf 10.45 uur. zijn deze groepen nog homogeen van samen Vanaf 8.15 uur en vanaf 12.45 is er toestelling. De kleutergroepen zijn wel gecombizicht, door leerkrachten op het plein, neerd. In de toekomst zal een combinatie in de aanwezig. hogere groepen misschien wel nodig zijn. Op  Als de lessen zijn begonnen zijn de buiwelke wijze dit gebeurt, is afhankelijk van de tendeuren, vanwege de veiligheid, gesloverdeling van de leerlingaantallen in het beten en kunt u bij de hoofdingang aanbeltreffende schooljaar. Deze groepsindeling len. staat ieder jaar in de minigids. We willen u vragen om voor het afhalen van uw Als een nieuwe groepsindeling noodzakelijk is kind niet eerder dan 5 minuten voor het einde letten we o.a. op: van de schooltijd het schoolplein op te komen.  Groepsgrootte  Verdeling jongens-meisjes De kinderen van groep 1 t/m 4 moeten gemid Ontwikkelingsniveaus deld per schooljaar minimaal 880 uur les krij Gedrag gen. Voor de leerlingen uit groep 5 t/m 8 is dat jaarlijks minimaal 1000 uur. 3.2 School– en lestijden

3.1 Groepsindeling



De schooltijden zijn voor alle groepen gelijk:  ‘s morgens van 08.30 - 12.00 uur  ‘s middags van 13.00 - 15.00 uur  woensdag van 08.30 – 12.30 uur  5 minuten voor de start van de lessen halen de leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 de kinderen buiten op en lopen tezamen rustig naar het lokaal.  Zowel om 12.00 uur als om 15.00 uur begeleidt de leerkracht de kinderen terug naar de speelplaats.  Datzelfde geldt ook voor de pauzes in de morgen.

Wij vinden het belangrijk dat we deze tijd zo effectief en optimaal mogelijk benutten. We vragen u ervoor te zorgen:  dat uw kind op tijd op school aanwezig is  dat uw kind voldoende en gezond ontbeten heeft en  dat u bij het horen van het 2e belsignaal voor het begin van de lessen het lokaal verlaat

16


Hoofdstuk 3 de organisatie van het onderwijs Wanneer uw kind ziek is of vanwege andere redenen niet naar school kan komen, vragen we u dit vóór schooltijd op school te melden. Dat kan schriftelijk, maar gebruikelijk is dat dit telefonisch gebeurt. We verzoeken u dringend een afmelding in geen geval door een ander kind te laten meedelen, maar dit altijd zelf te doen! Als uw kind onafgemeld afwezig is, bellen we altijd even naar huis op om te informeren; er kan immers op de weg van huis naar school iets gebeurd zijn.

3.3 Zieke leerlingen Wanneer een leerling ziek is moet dit direct bij de school gemeld worden. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening. Voor meer informatie kijk op www.ziezon.nl of op de website van school bij protocol ‘Zieke leerlingen’.

3.4 Vakanties en vrije dagen De vakanties en vrije dagen worden voor alle scholen van kom Leren per schooljaar vastgesteld en vermeld in onze laatste nieuwsbrief van het schooljaar en in de jaarlijkse minigids. De zomervakantie wordt door het ministerie van onderwijs bepaald, waarbij een landelijke spreiding wordt beoogd (niet alle regio’s in dezelfde periode). Voor de overige data van vakanties conformeren wij ons aan het regionale vakantierooster. De extra vrije dagen kan de school zelf bepalen. Voor het aanvragen van extra verlof voor uw kind zie hoofdstuk 5.9

3.5 Personeel Op onze school werken:  de schoolleider, die tevens schoolleider is van onze ‘clusterschool’ Op de Tien Bunder’ in Wijlre.  het team van leerkrachten.  de conciërge.  een administratief medewerkster, eveneens werkzaam op meerdere scholen binnen ons bestuur.  Balanz en kom Leren medewerkers voor het schoonhouden van ons gebouw. Het lerarenteam bestaat uit:  een intern begeleider voor de groepen 1 t/m 7  een leerkracht met managementtaken en tevens interne begeleider van groep 8  muziekleerkracht  groepsleerkrachten, zowel fulltime als parttime. In geval van ziekte van een van de groepsleerkrachten wordt er zo snel mogelijk gezocht naar een vervanger. Hiervoor kunnen we gebruik maken van een vervangerspool. We doen ons best om een, voor de kinderen bekende, vervanger te vinden. Helaas is dit niet altijd mogelijk. Vanaf de leeftijd van 52 jaar kunnen leraren kiezen voor BAPO (regeling Bevordering Arbeids Participatie voor Ouderen); ook dit wordt al bij de start van het nieuwe schooljaar gepland, om de onrust in de groepen zoveel mogelijk te voorkomen.

17


Hoofdstuk 3 de organisatie van het onderwijs Verder bieden we aan stagiaires van verschillende opleidingen gelegenheid om hun stage op onze school uit te voeren. Het gaat dan om stagiaires van de Pabo, de lerarenopleiding. Daarnaast bieden we stage mogelijkheden aan studenten van de opleiding voor onderwijsassistentes (Leeuwenborg) en aan VO-leerlingen in onze regio voor hun maatschappelijke stage. De plaatsing van stagiaires gebeurt zorgvuldig om de rust in de groepen zoveel mogelijk te waarborgen.

Op iedere school worden verschillende methodes gebruikt voor bv. taal, rekenen, lezen enz. Gemiddeld worden methodes aangeschaft voor een periode van 8 tot 12 jaar. Omdat het bij de aanschaf gaat om een keuze voor een lange periode en de kosten meestal behoorlijk hoog zijn, wordt een methodekeuze zorgvuldig uitgevoerd. Dit gebeurt planmatig volgens de opgestelde meerjarenplanning. Na de aanschaf begint de werkelijke invoering, die doorgaans ook een nieuwe manier van werken betekent. Onderwijs en didactische inzichten veranderen immers voortdurend. Voor nadere informatie over deze methodes kan men bij de groepsleerkrachten terecht. Die werken immers het meest met de aanwezige methodes. Aan het begin van elk schooljaar wordt er een algemene informatieavond voor de ouders gehouden. Vooraf ontvangt u uitgebreide schriftelijke informatie over de groep van uw kind (eren). Daarin staan de methodes beschreven.

3.6 Onderwijstijd en methodes

Om alle leer– en vormingsgebieden evenwichtig verdeeld aan bod te laten komen, hanteert iedere leerkracht in zijn groep een lesrooster.

Er is weliswaar voor alle scholen in Nederland een minimum aantal lesuren vastgesteld, maar hoe scholen die lestijden gebruiken en hoeveel tijd aan de verschillende leer– en vormingsgebieden besteed wordt, is niet wettelijk vastgesteld. Elke school kan dus zelf bepalen hoeveel tijd aan bijv. taal– en rekenonderwijs en creatieve vakken besteed wordt. Hiervoor zijn natuurlijk wel richtlijnen aangegeven door het ministerie van onderwijs.

18


Hoofdstuk 3 de organisatie van het onderwijs 3.7 Het onderwijs in groep 1-2 De leerkrachten werken met een vaste jaarplanning, waarin zowel de doelen en inhouden voor de groep 1 als voor de groep 2 leerling staat beschreven. De activiteiten worden steeds aangeboden binnen een voor het kind herkenbaar thema ( school, herfst, Sinterklaas, tijd, op reis, lente enz.). In die periode (ongeveer 2 tot 4 weken) staat alles in het teken van dat thema. Regelmatig vragen leerkrachten ook om spullen van thuis mee te nemen voor in de klas. We spelen in op de belevingswereld van het kind en gaandeweg het thema laten we de kinderen kennismaken met nieuwe elementen hierbij. Het kind gaat de wereld om zich heen ontdekken en verkennen, het leert nieuwe dingen, het gaat zijn grenzen verleggen. De klas is zijn leeromgeving en dus moeten we die zo aantrekkelijk mogelijk maken. De hoeken zijn duidelijk afgebakend en alle materialen zijn ondergebracht in een van de hoeken. Tijdens een thema worden er in de hoeken aangepaste opdrachten aangeboden. Door te observeren in de hoeken kan de leerkracht zien in welke fase van spel en werken het kind zit. Daarop kan ze inspelen en sturen. Het actief leren staat voorop. In elke klas zien we dezelfde hoeken en deze zijn voor de kinderen duidelijk herkenbaar. Er gelden ook dezelfde regels. Zo hebben we in elke klas de volgende hoeken:

       

Bouwhoek (grote blokken, planken, trein) Themahoek (huis, winkel, bieb) Lees,schrijf,kwebbelhoek (stempels, boek) Atelier (knutselactiviteiten) Spelletjeshoek (puzzels, lotto’s, figuren) Constructiehoek (Duplo, Lego, Nopper) Ontdekhoek (water,zand,voorwerpen) Computerhoek ( diverse programma’s )

Op het activiteitenplan worden de verschillende leer- en vormingsgebieden onderscheiden. In de dagelijkse praktijk in de klas is dit nauwelijks merkbaar. Als uw kind in de poppenhoek speelt, oefent het met taal, met sociale omgang, met spel, met schatten (passen deze kleertjes wel?). Bij het leren van een liedje is er niet alleen het plezier van het zingen, we trainen ook het geheugen en we zijn bezig met rijm. Bij het tekenen van de golven in de zee zijn we niet alleen bezig met expressie en fantasie, maar ook met voorbereidend schrijven. Kinderen ontwikkelen zich door de omgang met de leerkracht en de andere kinderen, zowel met oudere als met jongere kinderen, de diverse materialen en het gevarieerde aanbod van activiteiten zoals zingen, spelletjes, drama, leesactiviteiten, bewegen, knutselen, telspelletjes. De eisen en de moeilijkheidsgraad van de aangeboden materialen, opdrachten en activiteiten worden aangepast aan de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het kind . De leerkracht heeft hierbij een sturende en stimulerende rol. De meeste kinderen zitten tussen de 2 en 3 jaar in de kleutergroepen, afhankelijk van hun leeftijd, aanleg en ontwikkeling. In de heterogene groepen 1/2 is er ruimte voor differentiatie. Voor de overgang naar de volgende groep hanteren we een ‘doublure protocol’. Hierin staan de voorwaarden en de stappen beschreven. Ook voor jonge leerlingen kan dit een goede indicatie geven. Het advies en de voortgang worden met de ouders besproken. Voor meer informatie over de kleutergroepen en het ‘doublure protocol’ verwijzen we naar onze website.

19


Hoofdstuk 3 de organisatie van het onderwijs 3.8 Het onderwijs in groep 3 t/m8

3.9 Differentiatie

In deze groepen wordt de leerstof per vak aangeboden. Uiteraard wordt er zoveel mogelijk naar samenhang gestreefd. De leerkracht hanteert hierbij een lesrooster waarvan de medezeggenschapsraad kennis heeft genomen. Op grond van dit lesrooster ontstaat een verdeling van de uren over de verschillende vaken vormingsgebieden.

In de voorafgaand periode heeft het team scholing gehad in het toepassen van coöperatieve werkvormen in de klas, met als doel om kinderen meer te betrekken bij het leerproces en de mate van activiteit binnen de les te verhogen. De verschillende werkvormen worden in veel lessen gebruikt en de leerlingen weten inmiddels wat de verschillende picto’s betekenen.

Wij hebben de laatste jaren geïnvesteerd in nieuwe, verbeterde methodes, waarin het gebruik van computer software een belangrijke aanvulling is voor de lessen. In de morgen staan voor alle groepen taal, spelling en rekenen op het rooster. Daardoor hebben we, indien nodig, de mogelijkheid om klas overstijgend te werken. In de groepen 3 t/m 8 is er elke dag een zorgmoment ingebouwd. In dat halve uur vindt er geen groepsinstructie plaats, maar heeft de leerkracht tijd om groepjes kinderen extra hulp te geven en om te werken met een handelingsplan. De samenstelling van de groepjes is afhankelijk van het ontwikkelingsverloop van het kind op dat moment, dus wat het kind nodig heeft. De leerkracht stemt die extra hulp af. De rest van de groep werkt zelfstandig aan een reken- of taalopdracht. In de groepen 3 en 4 wordt er met een planning op het bord gewerkt en werken kinderen op vastgestelde tijd zelfstandig met het planbord. Vanaf groep 5 werken kinderen met een takenkaart. Deze kaart wordt door de leerkracht ingevuld. Het overzicht van uren en van gebruikte methodes kunt u vinden op onze website.

In schooljaar 2010-2011 heeft het team zich meer toegelegd op het toepassen van differentiatie op 3 niveaus, met het lesmodel als kapstok. Er zijn daarin 3 groepen leerlingen te onderscheiden: - Aanpak 1: risicoleerlingen; extra tijd en meer instructie nodig van de leerkracht - Aanpak 2: de methodevolgers; volstaan met de basisinstructie en kunnen daarna zelfstandig doorwerken. - Aanpak 3: snelle leerlingen; minimale instructie nodig, veel zelfstandigheid in werken Het lesmodel ziet er als volgt uit: 1. Een gezamenlijke introductiefase: wat weten en kennen we al en wat gaan we vandaag doen? 2. Instructie fase: korte instructie voor de aanpak 3 leerlingen, zij gaan zelfstandig aan de slag. De leerlingen in aanpak 1 en 2 krijgen de basisinstructie van de leerkracht. 3. Verwerkings- inoefenfase: aanpak 2 en 3 verwerken de stof zelfstandig of met hulp van hun maatje of groep. De aanpak 1 leerlingen verwerken de stof geheel of gedeeltelijk samen met de leerkracht. 4. Gezamenlijk afronden van de les: wat hebben we geleerd en hoe is het gegaan?

20


Hoofdstuk 3 de organisatie van het onderwijs 3.10 Zelfstandig werken

3.11 Computergebruik

In alle groepen wordt dagelijks een beroep gedaan op de vaardigheid van kinderen om ‘zelfstandig te werken’. Dit is ook wel nodig omdat de leerkracht ook met kleine groepjes kinderen aan de slag moet kunnen gaan. Daarin geeft de leerkracht extra instructie of een begeleide verwerking van de leerstof. Dit ‘zelfstandig werken’ is niet hetzelfde als ‘alleen werken’. Kinderen mogen tijdens het werk hulp vragen aan hun ‘schoudermaatje’, mogen zelf materialen pakken of andere oplossingen bedenken. Als ze maar geen beroep doen op de leerkracht, die op die momenten niet gestoord mag worden. Voor dit zelfstandig werken zijn regels afgesproken en materialen in de groepen beschikbaar. In de kleutergroepen hangt een stoplicht op het bord: als dit op rood staat mag de leerkracht niet gestoord worden. In de andere groepen gebruiken de kinderen een kaartje met een rode en groene kant. Rood: ik heb hulp nodig. Groen: ik kan alleen verder werken, ik heb geen hulp nodig Als de leerkracht ‘een rondje door de groep’ maakt is zichtbaar waar zijn of haar hulp nodig is.

In deze moderne tijd is het vanzelfsprekend dat iedere leerling gebruik kan maken van de computer als hulpmiddel. Vanaf groep 1 t/m groep 8 zijn er programma’s geïnstalleerd passend bij de behoeftes van de betreffende leeftijdsgroep. Bij de meeste methodes is de software een onderdeel van het programma. Tijdens begrijpend lezen maken we gebruik van een methode die digitaal wordt aangeleverd: ‘Nieuwsbegrip’. In iedere groep en op de leerpleinen staan computers. Ook thuis kunnen kinderen op ‘Nieuwsbegrip’ inloggen en kunnen ouders mede zicht krijgen op het programma. (www.nieuwsbegrip.nl).

Als kinderen zelfstandig aan het werk zijn, moeten ze dus leren omgaan met uitgestelde aandacht. Dit is niet altijd even gemakkelijk, maar we beginnen hier al mee in de groepen 1 en 2, waar de leerkracht op regelmatige wijze met het rode en groene licht werkt tijdens een werkles of kleine kring. Door achteraf regelmatig met kinderen te evalueren en te bespreken wat ‘een kind anders hadden kunnen doen’ verloopt het zelfstandig werken steeds rustiger. Op deze wijze leren kinderen zelfstandig problemen op te lossen en elkaar om hulp te vragen.

3.12 Activiteiten schoolverlaters Voor het ‘traject m.b.t. de keuze van een vevolgschool’ zie 4.4. De laatste weken van groep 8 op onze school, na de adviesgesprekken en aanmelding, staan in het teken van de afsluiting van hun basisschoolperiode. Enkele weken voor het einde van het schooljaar gaan de leerlingen met hun leerkracht en een extra leerkracht op kamp. Daarnaast wordt er voor het programma, dat elk jaar weer een ander thema heeft, de hulp gevraagd van ouders bij de verschillende programma onderdelen. Tijdens dit verblijf bezoeken de kinderen op woensdag een pretpark. Voor dit kamp wordt van de betreffende ouders een aparte bijdrage gevraagd. Het definitieve afscheid vindt in de laatste schoolweek plaats wanneer de schoolverlaters een programma opvoeren ,dat door hen is ingestudeerd. Elk jaar wordt er een nieuw thema gekozen. Iedere leerling heeft op zijn of haar manier een aandeel in de voorstelling. Deze opvoering vindt plaats tijdens de ‘schoolverlaters-avond’ waarvoor de ouders en het team worden uitgenodigd. We hopen dat onze schoolverlaters fijne herinneringen aan deze periode zullen hebben. 21


Hoofdstuk 3 de organisatie van het onderwijs 3.13

Huiswerkbeleid

Binnen onze school wordt veel waarde gehecht aan het regelmatig meegeven van huiswerk. Hiervoor hebben we een aantal afspraken gemaakt. Hieronder vindt u ons beleid m.b.t. ‘huiswerk meegeven’. Wat verstaan we onder huiswerk? Hieronder vallen alle opdrachten die de leerlingen van school krijgen, om thuis uit te voeren. Dit betreft:  het verzamelen van materialen.  het maken van schriftelijk werk.  het leren voor een proefwerk of toets.  voorbereiden van een presentatie. Huiswerk is nooit ‘een doel’ op zich. Het is altijd een middel om te komen tot een ander doel. Binnen de school wordt huiswerk als zinvol gezien en ingezet om de volgende doelen te bereiken:  Vergroten van de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen.  Kinderen leren plannen en leren (hoe ze moeten) leren.  Extra oefening van de aangeboden stof met als doel dit te automatiseren en het leerresultaat positief te beïnvloeden.  Voorbereiding op het vervolgonderwijs, om goede huiswerkgewoontes aan te leren.  Bevorderen van de ouderbetrokkenheid.

 Gemaakt of geleerd huiswerk wordt in school gecontroleerd; bij schriftelijk werk wordt ook gelet op de werkverzorging.  Huiswerk wordt doorgaans niet voor de volgende dag opgegeven.  Leerlingen die al individueel huiswerk hebben in het kader van extra-oefening krijgen minder klassikaal huiswerk, zodat zij niet te zeer belast worden. Hierover overlegt de leerkracht met het kind en de ouders.  In de groepen 3, 4 en 5 stimuleren de leerkrachten om het huiswerk te verdelen over de week, liefst elke dag 5 à 10 minuten lezen of oefenen. Het huiswerk bestaat grotendeels uit het oefenen van bijv. woordjes en tafeltjes en extra lezen.  In de groepen 6 t/m 8 gaat men uit van 30 à 45 minuten voor een huiswerkopopdracht.  Als er een toets geleerd moet worden, zal de wekelijkse hoeveelheid huiswerk aangepast worden. Uitgangspunt bij het geven van huiswerkopdrachten is: huiswerk mag nooit leiden tot overbelasting van het kind. Als ouders betrokken zijn bij de school van hun kind en dus ook bij het huiswerk dan heeft dat een positieve invloed op de prestaties van een kind en de houding ten aanzien van huiswerk.

We verwachten van ouders dat ze:  Hun kind stimuleren door huiswerk te bekijken, interesse te tonen, eraan laten denken. De leerkracht heeft een belangrijke taak:  Volgen hoeveel tijd het kind nodig heeft om  De huiswerkopdracht moet duidelijk zijn, het huiswerk te maken en indien nodig de zodat elk kind begrijpt wat het moet doen. leerkracht hierover informeren.  Hij zorgt ervoor dat de huiswerkopdrachten geen nieuwe leerstof bevatten, maar leerstof  Het is uiteraard de bedoeling dat uw kind zelfstandig huiswerk maakt of leert; helpen, die in school al behandeld is. werk nakijken, afvragen, e.d. mag en kan  Huiswerkopdrachten worden in alle groepen zelfs heel positief werken. op het bord genoteerd, zodat leerlingen er  Hulp bieden mag, als uw kind maar niet de dagelijks aan herinnerd worden; in de verantwoordelijkheid voor het werk afgenogroepen 7 en 8 leren de kinderen hoe dit in men wordt. Het gaat erom uw kind te helpen hun agenda genoteerd moet worden. om het zelf te kunnen doen.  Er is een duidelijk verband tussen huiswerk en het werk dat kinderen in school maken. 22


Hoofdstuk 3 de organisatie van het onderwijs Soort huiswerk

Gr. 1-2

Het thuis verzamelen van materialen

X

Gr. 3

Gr. 4

Gr. 5

Gr. 6

Gr. 7

Gr. 8

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Individuele leerlingen: thuis schoolwerk afmaken

X

X

X

X

Boekbesprekingen

X

X

X

X

Spreekbeurt of presentatie

X

X

X

X

X

X

2X

4X

X

X

X

X

Individuele leerlingen: extra oefenwerk voor lezen, spelling, rekenen, schrijven

Huiswerkopdrachten: schriftelijk werk of extra oefenwerk lezen, rekenen,spelling Leren voor een toets

eigen keuze

X

Zij kunnen ook eerste hulp verlenen als er onder schooltijd een ongelukje met een kind gebeurt. Is de verwonding ernstiger van aard, dan proberen we de ouders te bereiken, zodat deze met hun kind naar een arts kunnen gaan. Zijn de ouders niet bereikbaar, dan gaat een van de BHV-ers of leerkracht zelf met het kind naar een arts. In eerste instantie wordt altijd geprobeerd om naar de eigen huisarts of tandarts van het kind te gaan. Een van onze personeelsleden neemt deel aan de bovenschoolse werkgroep ‘preventiecoördinatoren’. Deze werkgroep houdt zich Voor ons gebouw is een gebruikersvergunning bezig met diverse arbozaken waaronder ook afgegeven; dat betekent dat het aan alle veilig- het veiligheidsbeleid van scholen valt. heidseisen voldoet. Er zijn hiervoor enkele aan- Het bestuur van SKO-Mergelland (voormalige passingen gedaan om ons gebouw brandveilig te stichting) heeft in 2009 het Convenant Veilige maken. School ondertekend samen met de Gemeente Er is op onze school een ontruimingsplan dat in en Politie. Onze school heeft in dit kader, saiedere ruimte aanwezig is. Minimaal een keer men met politie een checklist ingevuld, die als per schooljaar vindt er een ontruimingsoefeleidraad dient om hiaten in het veiligheidsbening plaats, waarbij we samen met de kinderen leid op te kunnen pakken. oefenen hoe we ons schoolgebouw zo snel en In ons schoolgebouw en op het schoolplein veilig mogelijk kunnen ontruimen. Dit alles geldt een rookverbod. Dit rookverbod geldt wordt gecoördineerd door onze Bedrijfs-Hulp- ook in de avonduren, bv. bij vergaderingen, Verleners (BHV-ers); dit zijn enkele persooudergesprekken en informatiebijeenkomsten. neelsleden die hiervoor zijn opgeleid.

3.14 Veiligheidsbeleid

23


Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen 4.1 Aanmelding en inschrijving Wanneer kinderen vier jaar zijn, kunnen ze tot de basisschool worden toegelaten. Er dient bij aanmelding een aanmeldingsformulier te worden ingevuld dat door minstens één van de ouders/verzorgers dient te worden ondertekend. Kleuters die 4 jaar worden Op onze website www.mauricerose.nl kunt u vooraf alvast een goede indruk krijgen van datgene wat onze school te bieden heeft. Vóór de aanmelding kunt u op school terecht voor nadere informatie over onze school en over de aanmeldingsprocedure. Daarvoor organiseren we een keer per jaar,in het voorjaar, een informatieavond voor ouders. De aankondiging daarvoor wordt o.a. via de PSZ verspreid. Er kan ook altijd een aparte afspraak worden gemaakt. Wij vinden het belangrijk, dat u vooraf weet, hoe in onze school met kinderen wordt gewerkt en wordt omgegaan, voordat u besluit om uw kind als leerling aan te melden. Om uw kind aan te melden kunt u een aanmeldingsformulier invullen dat u ontvangt tijdens de informatieavond of dat via onze website te printen is. Het ingevulde aanmeldingsformulier kan ingeleverd worden bij de administratie of via de brievenbus. Een aantal weken voordat het kind 4 jaar wordt, worden ouders en kind uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit gesprek vindt plaats met de leerkracht van uw kind. Tijdens dit gesprek wordt de totale ontwikkeling van uw kind besproken, zodat er een beeld is van zijn/ haar karakter, persoonlijkheid, motoriek, taalen spelontwikkeling, zodat we er vanaf het moment van instroom rekening mee kunnen houden. Tevens vindt er een gesprek plaats met de leidsters van de peuterspeelzaal over het algemeen welbevinden van de peuter. Zij vullen tevens een beknopte observatielijst in. Die nemen de ouders mee naar school.

Als uw peuter bijna 4 jaar wordt, vinden er vooraf drie kennismakingsmomenten plaats. Een moment vindt plaats vóór de zomervakantie. De aankomende kleuter en zijn ouders mogen dan een kijkje nemen in de kleuterklas. Wij noemen dat een kijkmiddag. Het tweede moment is wanneer het kind, samen met zijn ouders, naar het intakegesprek komt. Het derde moment is een kennismakingsmorgen in de nieuwe groep. Het kind mag dan al een morgen meedraaien in de nieuwe groep. Na afloop informeert de ouder bij de leerkracht hoe het verlopen is. Tijdens het intakegesprek maken we daarvoor een afspraak. Na de kennismakingsmomenten volgt de eerste schooldag, doorgaans op de dag ná de 4e verjaardag. Uw kind kan zo zijn verjaardag nog vieren in de vertrouwde omgeving en afscheid nemen van de peuterspeelzaal. Soms adviseren we ouders om het kind wat later te laten instromen i.v.m. een drukke dag op school zoals het sinterklaasfeest, Carnaval, een excursie of een schoolreisje. Dat is voor veel kleuters, die de school voor het eerst bezoeken wellicht een te onrustige start. Dit geldt ook voor de kinderen die vlak voor de zomervakantie vier jaar worden. Wij gaan ervan uit dat een kleuter nog minimaal 4 weken in de groep moet kunnen meedoen voordat het zomervakantie is. Het is voor een kleuter van 4 jaar moeilijk te begrijpen om eerst enkele weken naar school te komen in een zeer drukke periode en daarna een grote zomervakantie van zes weken te krijgen. Vandaar, dat hier aan de ouders geadviseerd wordt om hun kind vanaf de eerste dag van het nieuwe schooljaar naar school te laten komen. Voor de kinderen die in juni, juli en augustus 4 jaar worden vindt er een kennismakingsmoment plaats in de laatste week voor de zomervakantie. Voor de zomervakantie ontvangen alle ouders het bericht over plaatsing en belangrijke informatie voor het nieuwe schooljaar. 24


Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen Wanneer ouders/verzorgers hun kind(eren) van een andere school op onze school willen overplaatsen wordt er altijd contact opgenomen met de vorige school. Mocht een leerling specifieke onderwijsbehoeften hebben, dan gaan wij samen met ouders op zoek naar een geschikt onderwijsarrangement. In sommige gevallen zal een andere persoon aansluiten om met ons mee te kijken en een goed besluit te nemen. Deze persoon zal de ouders begeleiden in het plaatsingstraject. Hoe dit precies in zijn werk gaat, kunt u lezen in de regeling “Toelating, schorsing en verwijdering” en ligt ter inzage op school. Deze is ook te downloaden op de website van komLeren: www.kom-leren.nl

Tevens moet u er rekening mee houden, dat er een voorbehoud gemaakt kan worden. Inschrijving kan alleen plaatsvinden als er voldoende plaats is in de betreffende groep en/ of het betreffende leerjaar. De beslissing over schorsing en verwijdering van leerlingen ligt bij het bevoegd gezag, nadat de school en eventueel de ouders/ verzorgers hierover zijn gehoord. Indien een leerling om welke reden dan ook niet meer toegelaten kan worden tot onze school kan het bevoegd gezag overgaan tot verwijdering van deze leerling. Het bevoegd gezag dient wel alles in het werk te stellen een andere school bereid te vinden deze leerling op te nemen. Indien dit ondanks alle inspanningen niet lukt, is het bevoegd gezag gerechtigd na 8 weken deze leerling toch van school te verwijderen. Scholen zijn verplicht om voor elke leerling die de school verlaat een onderwijskundig rapport op te stellen en dit aan de ouders mee te geven. Dat geldt dus ook als een kind overstapt van de ene basisschool naar de andere. In dit onderwijskundig rapport beschrijft de school hoe het kind functioneerde en hoe het kind zich ontwikkeld heeft.

25


Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen 4.2 Leerlingdossier Vanaf het moment dat uw kind onze school bezoekt, worden alle gegevens in het digitale leerlingdossier bijgehouden. Het is van belang dat we beschikken over de juiste contactgegevens zodat we in geval van ziekte het thuisfront snel kunnen bereiken. We vragen u dan ook om ervoor te zorgen dat deze gegevens altijd actueel zijn. Het gaat m.n. om veranderingen betreffende - opvangadressen en telefonische bereikbaarheid als de ouders niet thuis zijn. - de gezinssituatie (scheiding, overlijden, gezinsuitbreiding) - adresgegevens en telefoonnummers - gegevens huisarts, tandarts, e.d. - medische gegevens

eind van het schooljaar over aan zijn collega van de volgende groep. Met deze gegevens wordt omgegaan volgens de richtlijnen van de Wet op de Privacy. De dossiers zijn, op afspraak, alleen ter inzage van de ouders. Wanneer een kind onze school verlaat, wordt het dossier nog een periode van vijf jaar bewaard. Daarna wordt het vernietigd. Alleen het aanmeldings – en uitschrijfbewijs blijft bewaard als bewijs dat uw kind ooit onze school heeft bezocht.

4.3 Volgen van de ontwikkeling

Door de leerkracht In de kleutergroepen wordt gewerkt met thema’s . In elk thema staan bepaalde doelen cenNaast de contactgegevens zijn in het digitale traal, daaraan worden de activiteiten gekopdossier van uw kind de volgende gegevens opge- peld. Tijdens deze activiteiten worden kinborgen: deren geobserveerd en gevolgd volgens het - verslagen van observaties, bijzonderheden observatie- en registratieprogramma “Kijk”. en zorggesprekken De leerkracht registreert de gegevens en ver- toets- en observatiegegevens werkt deze in een halfjaarlijkse rapportage. - verslagen van oudergesprekken Tijdens de oudergesprekken wordt deze ont- eventuele gegevens van logopedist(e), wikkeling besproken. kinderarts, schoolarts, medisch specialist, In de groepen 3/8 wordt, tijdens het werken fysiotherapeut, psycholoog en andere in de klas, ook d.m.v. observatie gevolgd op hulpverleningsinstanties welke wijze de ontwikkeling van uw kind ver- eventuele onderzoeksgegevens en handeloopt. Daarnaast wordt in deze groepen nalingsplannen. tuurlijk ook gebruik gemaakt van methodische - de resultaten en de rapporten toetsen om de vooruitgang bij de diverse vakgebieden te kunnen volgen. Naast het digitale leerlingendossier heeft de leerkracht van elk kind een bescheiden papieDoor de Intern Begeleider ren dossier in zijn klas., met daarin: Behalve door de groepsleerkracht wordt de - aanmeldingsformulier ontwikkeling van kinderen ook gevolgd door de - kopie identiteitsbewijs i.v.m. BSN nummer IB-er. Er zijn twee IB-ers op school: één voor (Burger Service Nummer). de groepen 1 t/m 7 en één voor groep 8. Vier - verslag intakegesprek met de ouders keer per schooljaar worden groepsgesprekken - papieren verslagen. gevoerd door elke leerkracht met de IB-er. Elke leerkracht zorgt voor het actueel houden van het leerlingendossier en draagt dit aan het

Tijdens deze gesprekken worden de totale groep en de individuele leerlingen samen besproken en indien nodig acties gepland. 26


Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen Cito-leerlingvolgsysteem Twee keer per jaar wordt de ontwikkeling van kinderen in kaart gebracht m.b.v. de Citotoetsen. Met deze Cito-toetsen kan de ontwikkeling van een kind over langere termijn gevolgd worden en vergeleken worden met landelijke normen. Uw kind krijgt de resultaten in maart en in juni mee naar huis in de rapportageklapper. Als ouders of leerkrachten dit nodig vinden kan er in april een extra oudergesprek plaatsvinden n.a.v. deze ontwikkelingen. De uitslag van de Cito-Eindtoets in groep 8, die landelijk in februari wordt afgenomen, geven we , na ontvangst, zo snel mogelijk mee naar huis. Naar aanleiding van deze gegevens en de ontwikkeling van de leerling binnen de gehele basisschoolperiode vinden er, halverwege maart, voor deze kinderen en hun ouders extra oudergesprekken plaats. Binnen deze gesprekken staat het schooladvies betreffende de keuze van het voortgezet onderwijs centraal. (Zie voor de opbrengsten hoofdstuk 7)

We hebben gekozen voor een schoolrapportage van groep 1 t/m 8, die achtereenvolgens zijn opgenomen in een klapper, die gedurende de hele schoolloopbaan van uw kind meegaat en na acht jaar persoonlijk bezit wordt. De klapper gaat in een stoffen schoolzak mee naar huis. U vindt in dit rapport o.a. aspecten t.a.v. de sociaal-emotionele ontwikkeling, het werkgedrag, de ontwikkeling op gebied van de diverse vak– en vormingsgebieden, de uitslag van de Cito-toetsen, maar ook een tekening van uw kind. Opbouwend per leerjaar geven wij bovendien aan in welke niveauaanpak het kind kan lezen en rekenen. Bij de beoordeling van de leergebieden in de groepen 3 t/m 5 maken we gebruik van een 5 puntsschaal (onv, matig, vold, rv, goed). In de groepen 6 t/m 8 waarderen we de leergebieden met een cijfer. Tot slot is er ruimte voor een notitie door de leerkracht.

In de kleuterrapportage geven we een globale beoordeling t.a.v. de sociaal-emotionele ontwikkeling en t.a.v. de verschillende ontwikkelingsgebieden zoals motoriek, taal, gecijferdheid, De werkmap ruimtelijke oriëntatie. De beoordeling wordt Om ervoor te zorgen dat u als ouders regelmaweergegeven in: gemiddeld en boven- en onder tig geïnformeerd wordt over de ontwikkeling het gemiddelde. De leerkrachten gebruiken van uw kind, krijgen alle kinderen van groep 3 hiervoor het observatie- en registratieprot/m 8 twee keer per jaar, op vrijdag, de werkgramma van “Kijk”. map mee naar huis met daarin de resultaten van de methode gebonden toetsen van de afNa het verslag met uw kind besproken en ongelopen periode. Verder zit in deze map ook dertekend te hebben, verwachten we de klapander schriftelijk werk zoals dictee- en spelper weer terug op school. lingschriften. Rapportageklapper Ieder schooljaar krijgen de leerlingen van groep 1 t/m 8 twee keer de rapportageklapper mee naar huis. We starten met de rapportageklapper aan het einde van groep 1.

27


Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen Oudergesprekken Naar aanleiding van rapport en/of VCB vinden oudergesprekken plaats, waarbij ouders vragen kunnen stellen en de leerkracht een nadere toelichting kan geven. De ouders ontvangen steeds een aparte uitnodiging voor een dergelijk gesprek. Het gesprek duurt 15 minuten. Mocht er meer tijd nodig zijn, dan wordt er een nieuwe afspraak gemaakt. Van elk oudergesprek wordt door de groepsleerkracht een kort verslag gemaakt, dat vervolgens wordt opgeslagen in het individuele leerling-dossier. Alle oudergesprekken vinden na schooltijd plaats tussen 15.30-17.30 en tussen 18.3020.45 uur. Uiteraard kunnen ouders gedurende het schooljaar altijd een extra afspraak maken met de leerkracht van hun kind. Ook de leerkracht kan, buiten de reguliere oudergesprekken, de ouders eerder of vaker uitnodigen voor een gesprek over de ontwikkeling van hun kind.

Onderwijskundig rapport Bij het verlaten van onze school wordt er voor ieder kind een onderwijskundig rapport gemaakt voor de nieuwe basisschool of voor het Voortgezet Onderwijs. Dit rapport geven we aan de ouders mee of sturen het rechtstreeks naar de vervolgschool; ouders krijgen hiervan een kopie.

4.4 Overgang naar het VO Ouderinformatie Tijdens de informatiebijeenkomst aan het begin van het schooljaar worden de ouders van groep 8 geïnformeerd over de activiteiten in dat jaar en alle stappen m.b.t. het Voortgezet Onderwijs (VO) die gedurende dit laatste jaar zullen plaatsvinden. Tijdens de eerste ronde oudergesprekken krijgen de ouders al een eerste voorlopige advies voor het vervolgonderwijs. We stimuleren kinderen en hun ouders om de open dagen van de VO-scholen in de regio te bezoeken om straks een goede keuze te kunnen maken. Procedure De overgang van PO naar VO staat beschreven in het protocol POVO. We baseren ons VO-advies op het ‘acht jaar volgen van de ontwikkeling van uw kind’ Verslagen en toetsgegevens maar ook registratie van bijv. emotionele gegevens en huiswerkattitude vullen deze informatie aan. In februari nemen onze groep-8-leerlingen deel aan de Cito-Eindtoets. Het resultaat hiervan vormt een onderdeel van het schooladvies en geldt tevens als wettelijke verplichting voor toelating tot de meeste vervolgscholen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid op vrijwillige basis deel te nemen aan een beroepskeuzetest. Kosten hiervan zijn voor rekening van de ouders. Halverwege maart vindt het uiteindelijke VO-advies plaats, waarna de ouders nog voor 1 april hun kind bij het VO kunnen aanmelden. Het protocol POVO kunt u vinden op onze website.

28


Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen 4.5 Overgang en doublure Ieder kind volgt zijn eigen ontwikkeling passend bij de vaardigheden en mogelijkheden die het bezit. De overgang van de ene naar de andere groep zien wij dan ook als een logische volgende stap in die ontwikkeling. Als een kind op één didactisch gebied een tragere ontwikkeling doormaakt, zal het met zijn leeftijdsgenootjes meegaan naar de volgende groep. De leerkracht zal in zo’n geval zorgen voor passende begeleiding en aanbod op dat betreffende gebied; bij de overdracht worden de gegevens hieromtrent, met de nieuwe leerkracht besproken, zodat het in de nieuwe groep kan worden voortgezet. Pas als een kind zich op meerdere gebieden trager ontwikkelt of sociaal-emotioneel nog onvoldoende toe is aan de volgende groep, dan wordt door de leerkracht en de IB-er, in overleg met de ouders, besloten om het kind een jaar langer de tijd te geven om zich te kunnen ontwikkelen. Deze beslissing wordt doorgaans in april voor het eerst met de ouders besproken. Ook in geval van een doublure zal er gericht gekeken worden welke doelen in het doublurejaar voor het kind van belang zijn.

4.6 Speciale zorg voor leerlingen Als blijkt dat de ontwikkeling van een kind niet verloopt volgens verwachting, wordt dit besproken in een leerlingbespreking door de leerkracht en IB-er. Afhankelijk van de aard van de belemmeringen worden er afspraken gemaakt over de aanpassing in het onderwijsaanbod. Er wordt een individueel plan opgesteld dat met de ouders besproken wordt. Vanuit de evaluatie van het plan wordt steeds bekeken wat nodig is. Kinderen waar extra begeleiding voor ingezet wordt kunnen in verschillende zorgniveaus ingedeeld worden: Niveau 1, regulier aanbod van de groep, met soms een beetje extra in de vorm van herhaalde instructie.

Kinderen werken in aanpak 1,2 of 3. Naar gelang behoefte krijgen ze meer of minder directe instructie van de leerkracht. Niveau 2, extra hulp bij een vakgebied. De leerkracht plant voor deze kinderen (meestal als groepje) regelmatig extra begeleiding in tijdens het zorgmoment. In het groepsplan rekenen staat de aanpak beschreven, dit schooljaar starten we ook met het groepsplan lezen. Niveau 3, een handelingsplan is nodig als er meerdere aanpassingen nodig zijn om een kind de begeleiding te geven die het nodig heeft. Dit plan wordt altijd door ouders ondertekend. Niveau 4 is bereikt als er externe hulp nodig is, die op school komt adviseren en ondersteunen. Hierbij gaat het doorgaans om begeleiders uit speciaal onderwijs, die vanuit een bepaald specialisme kunnen adviseren. Voorzieningen / maatregelen waar we verder gebruik van (kunnen) maken:  Zorgmomenten: extra tijd op het lesrooster, waarbinnen de leerkracht zijn handen vrij heeft voor de begeleiding van een groepje zorgleerlingen; de rest van de groep is zelfstandig aan het werk.  Extra huiswerkopdrachten.  Een aangepast programma in de groep.  In een enkel geval een doublure.  Bespreking in het zorgteam: in dit geval gaat het om gedrag of sociaal-emotionele problemen.  Advisering door het ZorgAdviesTeam (=ZAT); dit team bestaat uit de schoolarts van de GGD, een jeugdhulpverlener van Trajekt en de beide IB-ers. Indien nodig doet het ZAT een beroep op andere externe deskundigen.  Doorverwijzen naar schoolarts, logopedist, ergo– of fysiotherapeut.  Overleg met de schoolconsulent: externe deskundige in dienst van stichting KomLeren  Verwijzen naar hulpverlenende instanties zoals BJZ, Riagg of een particuliere psychologenpraktijk. 29


Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen 4.7 Kom Passend leren binnen kom Leren

bespreken waar extra zorg naar uit gaat op het gebied van leerontwikkeling, gedrag, wel-

Op 1 augustus 2014 ging de wet Passend Onderwijs van start. Binnen kom Leren is de afgelopen maanden gewerkt om een concreet kader uit te werken waarmee alle scholen binnen hun zorgstructuur werken. Wij nodigen kinderen uit tot “ kom passend leren “.Dit doen we vanuit de volgende visie: Alle scholen voelen de zorgplicht plicht voor alle leerlingen, ongeacht het niveau van leren. We zijn verantwoordelijk voor het bieden van kwalitatief goed en passend onderwijs voor al onze leerlingen. Wij realiseren een ononderbroken doorgaande lijn voor alle leerlingen. Op deze wijze werken we aan de ontplooiing van de talenten van al onze kinderen. We focussen op het ondersteunen in de klas op zorgniveau 1,2 en 3. Kernwaarden binnen kom Passend leren zijn: Samen Leren, Vragen stellen is een kracht, Preventief , Proactief , Vroeg signalerenSamen met ouders , Handelen naar wat wel kan, Oplossingsgericht,Kinderen zijn mede-eigenaar van hun taak en hun ontwikkeling, Evalueren In de klas is zorgniveau 1 en 2 leidraad. Hierop ligt de focus. We willen goed onderwijs geven aan alle kinderen. Binnen deze zorgniveaus werken wij preventief en wordt er vroegtijdig gesignaleerd. De leerkracht met de kinderen in zijn groep staan centraal: wat hebben kinderen EN leerkracht nodig om goed onderwijs te geven. Binnen kom Leren is het mogelijk om iemand te laten meekijken, meedenken en meedoen in de klas, zodat de leerkracht ondersteuning krijgt in het vormgeven van het onderwijs. Deze ondersteuning wordt geboden door personeel van kom Leren: drie psychologen en twee pedagogisch assistentes of door gespecialiseerde leerkrachten. Dit noemen we de Interkomschil. Aan elke school is een consultant ( psycholoog) verbonden die medeverantwoordelijk is voor de zorg op scholen. Hierbij zijn ook jullie ouders een belangrijke partner en delen we de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van jullie kind. Met de consultant kunnen scholen tevens leerlingen

bevinden of…. Vanuit deze gesprekken kan de consultant besluiten dat er een observatie, gesprek of onderzoek nodig is om op zoek te gaan naar de onderwijsbehoeften van het kind. Hiervoor geeft U als ouders toestemming en wordt U betrokken bij alle stappen die we zetten. Met name wanneer de ontwikkeling blijft stagneren of gedragsproblemen blijven bestaan, kan er “handelingsgerichte procesdiagnostiek” uitgevoerd worden door de Interkomschil. Dit houdt in dat er een gefaseerd onderzoek plaatsvindt met als uitgangspunt: “wat hebben we nu nodig om verder te kunnen”. Van ouders verwachten wij dat we samen een verantwoordelijkheid dragen en een bijdrage leveren aan het proces, zodat het kind een eenduidige aanpak ervaart. Indien een school handelingsverlegen is, wordt de trajectbegeleider ingeschakeld. Deze trajectbegeleider gaat met school en ouders verder verkennen welke mogelijkheden er nog zijn voor het kind binnen het regulier basisonderwijs of er worden voorbereidingen getroffen voor een tijdelijke plaatsing binnen het speciaal onderwijs Zorgplicht Schoolbesturen krijgen de zorgplicht voor alle leerlingen uit hun regio. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze en de school heeft de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden of met de ouders een passende plek te zoeken. Uitgangspunt daarbij is: Alle kinderen krijgen zo ‘passend mogelijk’ onderwijs, waarbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften en talenten van de leerlingen. Kinderen gaan naar reguliere basisscholen en hebben een onderwijsplek nabij huis, tenzij speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs noodzakelijk is. Alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs: geen thuiszitters. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen, maar richt zich in de praktijk vooral op leerlingen met specifieke ondersteuningsbe30


Hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen Hoe wordt dit georganiseerd? De school heeft de taak om een passende onderwijsplek te bieden. Op de eigen school of, als de leerling daar beter op zijn plaats is, op een andere school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs. Iedere school heeft een ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit profiel is bedoeld om aan te geven welke ondersteuning een school kan bieden. De school van aanmelding bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden. Kan de school uw kind niet toelaten, dan biedt ze binnen 6 weken een plek aan op een andere school waar het kind wel geplaatst kan worden. De school mag deze termijn 1 keer met maximaal 4 weken verlengen. Daarom is het van belang dat u uw kind minimaal 10 weken van te voren inschrijft bij de nieuwe school, zeker als het een verhuizing betreft. Voor onze school en schoolbestuur wordt gewerkt vanuit het Samenwerkingsverband (SWV) Passend Primair Onderwijs Maastricht en Heuvelland. In het SWV werken schoolbesturen samen met basisscholen in de regio, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs. Afstemming en samenwerking met jeugdhulp, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en het voortgezet onderwijs worden hierbij meegenomen. Door deze wijziging verdwijnt het eerdere systeem van toekenning van (extra) zorg. Het rugzakje verdwijnt en er is een andere manier van verwijzen naar het speciaal onderwijs. Wat betekent dit voor kinderen met ondersteuningsbehoeften en voor kinderen die een rugzak hadden? Passend Onderwijs kijkt vooral naar de mogelijkheden van leerlingen en wat er nodig is om het onderwijs te geven dat daarbij past. Dat kan met extra ondersteuning in de klas of het inrichten van nieuwe voorzieningen, maar kan ook in het speciaal onderwijs plaatsvinden. Onderwijs op maat is nodig om elke leerling tot zijn recht te laten komen. Passend Onderwijs biedt deze ruimte.

In het schoolondersteuningsprofiel stelt iedere school vast welke extra ondersteuning de school kan bieden, aanvullend op de basisondersteuning die alle scholen in het samenwerkingsverband bieden. In principe krijgt uw kind de extra onderwijsondersteuning die het nodig heeft onder verantwoordelijkheid van de eigen school. Voor de ouders is de leerkracht en de IB-er op school het eerste aanspreekpunt. Samen met u volgen zij de ontwikkeling van uw kind, en wanneer zich veranderingen voordoen, bespreekt u dit altijd eerst met hen. Pas als de school niet in staat is uw kind aan ondersteuning te bieden wat hij/zij nodig heeft, wordt gekeken naar opties buiten de school. In dat geval vindt allereerst een gesprek plaats met de ouders, waarbij gezamenlijk de mogelijkheden worden besproken. In sommige gevallen zal een andere persoon aansluiten om mee te kijken en een goed besluit te nemen. Deze persoon zal de ouders begeleiden in het plaatsingstraject. Hoe dit traject in zijn werk gaat, kunt U bij de school opvragen. Ontwikkelingsperspectief Scholen zijn verplicht een ontwikkelingsperspectief op te stellen, wanneer kinderen de einddoelen van de basisschool niet halen. In een ontwikkelingsperspectief staat beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en de onderbouwing daarvan. In het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen in het basisonderwijs wordt ook beschreven welke ondersteuning en begeleiding de leerling nodig heeft en hoe die wordt aangeboden. Het ontwikkelingsperspectief wordt door de leerkracht en de Intern Begeleider opgesteld. Een belangrijke rol is ook weggelegd voor u als ouders/verzorgers: u kunt de school van informatie voorzien over de situatie thuis of eerdere begeleiding op een andere school. Het ontwikkelingsperspectief wordt in overleg met de ouders vastgesteld. Ook daarna wordt er regelmatig (tenminste jaarlijks) overleg gevoerd met ouders en de leerling. Als daar aanleiding voor is wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld. 31


Hoofdstuk 5 De ouders 5.1 Betrokkenheid van ouders

Natuurlijk kunt u altijd een afspraak na schooltijd maken, met de groepsleerkracht. We wilKinderen brengen een groot deel van de week len benadrukken dat eventuele problemen het op school door; vandaar dat een goed contact best opgelost kunnen worden door ze te betussen ouders en school van groot belang is. spreken met de persoon die het betreft. In Voor u is het fijn om te weten wat er op school het belang van de kinderen is dit echter niet gebeurt; andersom willen wij op school graag mogelijk tijdens de lesuren. weten hoe een kind thuis functioneert. Samenwerking van school en ouders is een noodzaak 5.3 Oudervereniging voor het goed kunnen begeleiden van onze leer- Basisschool Maurice Rose heeft ook een oulingen. dervereniging. Deze vereniging bestaat uit

5.2 Informatievoorziening - Alle algemene informatie kunt u vinden op onze website: www.mauricerose.nl. Hier vindt u o.a. de schoolgids, de algemene informatie van de groepen en de nieuwsbrieven. Verder veel recente foto’s van de diverse activiteiten op school. - Elke maand is er een nieuwe nieuwsbrief met actuele informatie van de school en van de groepen. - Bij de start van ieder schooljaar is er in alle groepen een 1e algemene informatieavond om met de leerkracht kennis te maken; vooraf ontvangt u schriftelijke informatie over de leerstof en de activiteiten van het betreffende leerjaar. - Later in het schooljaar volgt een 2e algemene ouderavond, waarin een thema rondom schoolontwikkeling centraal staat. - Ouders worden daarnaast regelmatig tussentijds geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. (o.a. het 15 minutengesprek) Hierover vindt u meer informatie in hoofdstuk 4 Onze zorg voor kinderen. -Er zijn ouderavonden voor specifieke groepen, bijvoorbeeld over de Communie, het Vormsel, aanmelding of het Voortgezet Onderwijs. - Voorafgaand aan elk nieuw thema van de kleutergroepen leest u hierover meer in de nieuwsbrief. - Regelmatig wordt er hulp gevraagd bij activiteiten, via het opgavenstrookje kunt u zich hiervoor opgeven

vrijwilligers, zijnde vaders, moeders of verzorgers van leerlingen van onze school. Doel: De oudervereniging (OV) heeft als belangrijkste doel een bemiddelaar te zijn tussen ouders/verzorgers en school als het gaat om het organiseren van activiteiten zoals het Sinterklaasfeest, de carnavalsviering, het schoolreisje en excursies. Bij vraag naar extra hulp kan de school ook altijd een beroep doen op de OV. Leden: Als ouder en/of verzorger van uw kind bent u automatisch lid van de oudervereniging als hij/zij naar onze school komt en de verschuldigde ouderbijdrage is voldaan. Uit deze leden wordt een bestuur samengesteld/ gekozen die de organisatie van genoemde activiteiten op zich neemt. Het bestuur van onze oudervereniging bestaat uit maximaal 15 leden waaronder een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De extra activiteiten zoals die nu plaatsvinden op school, zouden niet mogelijk zijn zonder de inzet van diverse ouders. Maar de zaken moeten ook goed geregeld worden. Dat is o.a. de taak van het bestuur. Regelmatig is er een behoefte aan nieuwe bestuursleden. Bent u in de gelegenheid en voelt u voor de school, dan zouden wij het fijn vinden als u contact opneemt met één van de bestuursleden voor het vervullen van een bestuursfunctie (contactgegevens in minigids). Vergaderingen: Het bestuur van de oudervereniging vergadert regelmatig, zo’n 6x per jaar. Eénmaal per jaar houdt zij een jaarvergadering, de algemene ledenvergadering (alv). 32


Hoofdstuk 5 De ouders Tijdens deze avond kunnen de leden (zijnde alle ouders en/of verzorgers van de leerlingen van onze school) hun wensen naar voren brengen en worden de activiteiten voor het lopend schooljaar vastgesteld. Tijdens deze alv worden ook de financiën van het afgelopen schooljaar besproken. Regelmatig heeft het bestuur contact met de directie voor het afdoen van organisatorische zaken en het doorspreken van eventuele problemen. Verder neemt een lid van het managementteam van school steeds deel aan de vergaderingen van de oudervereniging. Algemeen: De oudervereniging is opgericht op 1 november 1975 en beschikt over statuten opgemaakt door een notaris. Verder is de vereniging ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Limburg onder nummer 40203041. De oudervereniging bankiert bij de Rabobank Centraal Zuid-Limburg en beschikt over een Rabobank rekening met nummer 1318.03.573 ten name van Oudervereniging Margraten.

5.4 Activiteiten en inkomsten De OV regelt samen met enkele leerkrachten jaarlijks: het schoolreisje, het Sinterklaasfeest, de carnavalsviering en eventueel de sportdag. Om het onderwijs op onze school bovendien boeiender en meer levensecht te maken, is er op school een ruim aanbod van activiteiten en excursies passend bij het lesaanbod. Het aanbod bestaat onder andere uit: het bezoeken van een toneel- of muziekvoorstelling, excursies naar musea, wandel– en natuuractiviteiten, bezoek van gastdocenten. De hiervoor genoemde activiteiten brengen uiteraard kosten met zich mee. Jaarlijks wordt hiervoor de ouderbijdrage vastgesteld. Onderwijs in Nederland mag geen financiële drempels bevatten. Ouders zijn dus niet verplicht om de ouderbijdrage te voldoen. Het is voor ons echter heel moeilijk alle hierboven omschreven extra activiteiten uit te voeren wanneer ouders deze bijdrage niet betalen. Wilt u desondanks niet hieraan bijdragen, dan .

kan uw kind helaas niet meedoen aan deze activiteiten en zal er een vervangende onderwijsactiviteit geregeld worden. De hoogte van de ouderbijdrage staat vermeld in de minigids. De ouderbijdrage wordt berekend op basis van de begroting van het nieuwste schooljaar en wordt jaarlijks tijdens de algemene ledenvergadering vastgesteld. Om kosten te besparen int de OV de contributie eind oktober bij voorkeur door middel van een automatische incasso. Om die reden wordt aan ouders gevraagd een machtigingskaart in te vullen. De automatische incasso eindigt automatisch als het kind de basisschool verlaat. Een andere bron van inkomsten voor de OV is de uitgave van de schoolkalender aan het begin van het schooljaar. Deze kalender is het gehele jaar op school te verkrijgen. Tenslotte ontvangt de Oudervereniging een geldelijke bijdrage van het schoolbestuur, stelt de gemeente Margraten een subsidie ter beschikking voor de Sinterklaasviering en wordt er een bedrag aan sponsoring en rente ontvangen van de Rabobank Centraal ZuidLimburg.

5.5 Ouderparticipatie Wil een schoolorganisatie optimaal functioneren, dan is er op een aantal terreinen ouderhulp onontbeerlijk. Vandaar dat regelmatig een beroep gedaan wordt op alle ouders om zich aan te melden voor een bepaalde activiteit. We denken hierbij aan: vervoer van kinderen tijdens een excursie, begeleiding van groepjes tijdens een buitenschoolse activiteit, hulp tijdens een sportdag of viering, helpen bij het verkeersexamen, helpen bij het schoonmaken van materialen, helpen bij de voorbereiding van Sinterklaas en carnaval of helpen bij de juffendag van de kleuters. Voor al deze activiteiten wordt uw hulp gevraagd via een brief met opgavenstrookje of rechtstreeks via de leerkracht van uw kind. Uw hulp is dan ook heel welkom. 33


Hoofdstuk 5 De ouders 5.6 Overblijven op school Kom Leren, de stichting waar onze school ook onder valt, is verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang van leerlingen. Daarom biedt onze school de leerlingen de gelegenheid om tijdens de middagpauze over te blijven op school. Het overblijven wordt voor ons cluster geregeld door een overblijfcoördinator. Deze stuurt de overblijfkrachten aan op de scholen in Wijlre en Margraten. Overblijven is mogelijk op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 12.00 tot 12.45 uur. Elk kind kan overblijven op een of meerdere dagen. Het overblijven vindt plaats onder toezicht van een of meerdere overblijfkrachten, afhankelijk van het aantal kinderen dat overblijft. Vanaf 12.45 uur nemen de leerkrachten het toezicht over tot 13.00 uur wanneer de school weer begint. De overblijvers nemen zelf een lunchpakket mee naar school. We willen u vragen om uw kind een vaste drinkbeker met schroefdeksel en een boterhammentrommeltje mee te geven, om zo mee te werken om het afval binnen onze school te beperken. De betaling van het overblijven vindt plaats d.m.v. het kopen van strippenkaarten voor 10 of 20 keer. Deze kunnen bij de overblijfkracht van het kind worden gekocht. Om het overblijven in een rustige en veilige sfeer te laten verlopen, verwachten we van de kinderen die overblijven, dat ze zich aan de regels houden en dat ze de aanwijzingen van de overblijfkrachten opvolgen. De regels die tijdens het overblijven gehanteerd worden, worden op de website geplaatst; het is belangrijk, dat ouders deze met hun kind bespreken.

Als het een kind niet lukt om zich volgens deze regels te gedragen, zullen de ouders worden geïnformeerd. In een uiterste geval kan een kind niet meer op school overblijven en zullen de ouders een andere overblijfplek voor hun kind moeten zoeken. De vergoeding voor het overblijven en het contactadres van onze overblijfcoördinator kunt u vinden in de minigids.

5.7 Voor– en naschoolse opvang Sinds 1 augustus 2007 zijn scholen verplicht voor- en naschoolse opvang te regelen voor leerlingen waarvan de ouders dit wensen. De scholen van voormalig SKO-Mergelland hebben hiervoor een regeling getroffen met de Tovertuin. In ons gebouw bevindt zich een locatie van de Tovertuin, waar kinderen zowel voor– als na school en in vakantieperiodes opgevangen worden door een (zoveel mogelijk) vaste medewerker van de Tovertuin. Mocht u meer willen weten over de Tovertuin dan kunt u op de website van www.detovertuin.nl meer informatie vinden. Ook bent u altijd welkom in ons gebouw om bij de Tovertuin een kijkje te komen nemen. Informatie kunt u vragen bij de vaste kracht. De contactgegeven staan in de minigids. Voor meer informatie over kinderopvangtoeslag verwijzen we u naar de website van de belastingsdienst www.belastingdienst.nl (ga naar: particulier, gezin en gezondheid, kinderopvangtoeslag).

34


Hoofdstuk 5 De ouders 5.8 Leerplicht en schoolverzuim Op onze school mogen kinderen vanaf 4 jaar elke dag naar school komen. Ondanks het feit dat in Nederland de leerplichtwet geldt vanaf vijf jaar, is het voor de ontwikkeling van kinderen noodzakelijk om vanaf hun vierde verjaardag regelmatig naar school te komen. Wanneer een kind zonder opgaaf van redenen of zelfs helemaal zonder bericht niet op school komt, wordt dit gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De school is dan verplicht dit door te geven aan de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente via de centrale leerlingenadministratie: Gemeente Maastricht, Afdeling Jeugdzaken, Postbus 1992 6201 BZ Maastricht

5.9 Aanvragen extra verlof Buiten de schoolvakanties en vrije dagen kunnen leerlingen per schooljaar maximaal 10 dagen extra-verlof krijgen. Dit is echter geen vanzelfsprekend recht, maar geldt alleen indien er sprake is van buitengewone omstandigheden, ook wel 'gewichtige redenen' genoemd. Onder deze regeling vallen bv. verlofaanvragen voor het bijwonen van een huwelijk, begrafenis, jubileum e.d. van naaste familieleden of vrienden of wegens bepaalde familieomstandigheden. Extra verlof voor vakanties buiten de vastgestelde schoolvakanties valt in principe niet onder deze regeling en is dus ook niet toegestaan. Uitzondering hierop vormt het geval wanneer een van beide ouders een beroep van specifieke aard heeft, waardoor het niet mogelijk is om binnen de vakantieperiodes van de school op vakantie te gaan.

Ouders voor wie dat geldt en die in loondienst zijn, dienen bij de aanvraag voor extra verlof een verklaring van de werkgever te overleggen, waaruit blijkt, dat het opnemen van verlofdagen binnen de officiële schoolvakanties onmogelijk is. Maar ook voor deze uitzonderingsgevallen geldt: - het extra verlof mag niet meer dan 10 dagen per schooljaar omvatten. - het extra verlof is nooit mogelijk in de eerste twee weken van het schooljaar. Elk schooljaar opnieuw krijgen we verzoeken van ouders voor extra vakantieverlof bv. om in het voor- of naseizoen een goedkopere vakantiereis te kunnen maken of om eerder op vakantie te kunnen gaan teneinde files te vermijden. Ook het 'weekendje-er-tussen-uit', waarbij de vrijdag en de maandag als verlofdagen worden aangevraagd, komt steeds meer voor. Hoewel heel begrijpelijk, kan in de meeste gevallen hiervoor geen toestemming verleend worden, tenzij er gewichtige redenen zijn. Wij willen u dan ook vragen om uw eigen vakanties te plannen binnen het vastgestelde rooster van vakanties en vrije dagen. Wilt u desondanks hiervan afwijken, dan graag ruim van te voren een aanvraag voor extra verlof indienen bij de schoolleider. Formulieren voor deze aanvraag zijn op school of via onze website verkrijgbaar.

35


Hoofdstuk 5 De ouders 5.10 Gedragscode

- bij overtreding de juiste maatregelen genomen kunnen worden. Voor personeel gelden de afspraken in de CAO PO onder het hoofdstuk Stichting kom Leren en onze school werken aan “ordemaatregelen en disciplinaire maatregeeen veilige school: een school waar het voor len”. iedereen prettig werken en leren is. Goede relaties tussen allen die in de school werken en Op de scholen van kom Leren houdt men zich afspraken over hoe je met elkaar omgaat, zijn aan de volgende kaders: daarbij heel belangrijk. Een school kan niet 1. Wij werken aan een goed en veilig leer- en zonder afspraken. Voor kinderen kennen wij werkklimaat. schoolregels en voor volwassenen is een ge2. Wij werken in een open communicatie, dragscode opgesteld. Het naleven van de afwaarbij zorgvuldigheid een leidraad is. We losspraken in deze gedragscode zal leiden tot een sen problemen op door erover te praten. veilig, werkbaar en prettig schoolklimaat voor iedereen. Een schoolklimaat dat zich kenmerkt 3. Wij nemen elkaar serieus en helpen elkaar door veiligheid, acceptatie, respect en vertrou- waar dat nodig is. wen is een voorwaarde voor alle leden van de 4. Wij hebben respect voor de persoonlijke schoolgemeenschap om optimale leer- en werk- levenssfeer van de ander. prestaties te kunnen leveren.

5. Wij zijn ons bewust van de kwetsbare en

afhankelijke relatie tussen leerling en volwasVoorop staat dat iedereen op school gelijk- sene en tussen leerlingen en volwassenen onwaardig is en dat er geen enkel onderscheid derling. gemaakt wordt in de manier waarop we elkaar 6. Wij houden ons aan het social media probenaderen. Met ‘elkaar’ bedoelen we de rela- tocol en privacyprotocol en spreken elkaar ties tussen leerlingen onderling, leerlingen en hierop aan wanneer dat niet wordt gedaan. U volwassenen en volwassenen onderling. Onder treft deze aan op www.kom-leren.nl volwassenen verstaan wij ouders, personeel, Wij vertonen professioneel gedrag, gerelastagiaires en vrijwilligers op school. Tevens alle teerd aan schoolse activiteiten. volwassenen van aan school verbonden organisaties, als Buitenschools Opvang, Peuterspeel5.11 Klachtenregeling zalen, bibliotheken e.a. Het doel van de gedragscode van kom Leren is dat: Door de klachtenregeling, die door de over- duidelijk is wat we van elkaar in school heid verplicht is gesteld, krijgen ouders en verwachten; - duidelijk is welk gedrag kan en welk gedrag leerlingen wettige mogelijkheden hun klachten aan de orde te stellen. Onze school wil stimuniet kan; - we elkaar kunnen aanspreken op het naleven leren, dat ouders en leerlingen een passend gebruik maken van deze nieuwe wetgeving, omvan de afspraken; - het personeel van de school aan de ouders of dat klachten door team en directie beschouwd verzorgers kan uitleggen hoe het omgaat met worden als een hulpmiddel, een handreiking om een veilig schoolklimaat te behouden. Veiligde leerlingen; - vóór er een problematische situatie ontstaat, heid op school in de praktijk van alle dag is voor kinderen, ouders en personeel van groot duidelijk is hoe de regels zijn; - overtreding van de regels getoetst kan wor- belang. den aan de Gedragscode; 36


Hoofdstuk 5 De ouders Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld onderwijskundige zaken, pedagogisch klimaat, leerkrachten, discriminerend gedrag, geweld, pesten of vermoedens van seksuele intimidatie.

De vertrouwenspersoon is: Inge Pouw : 06-38316425

Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld kunnen worden. Indien dat echter niet mogelijk is, gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Een exemplaar van dit reglement ligt ter inzage bij de schoolleiding en een exemplaar bij de contactpersoon van de school en is te downloaden op de website: www.komleren.nl

5.12 Vertrouwenspersoon Het bestuur beschikt over één onafhankelijk vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis

Contactpersoon De contactpersoon is voor iedereen die betrokken is bij de school het eerste aanspreekpunt met betrekking tot klachten over de schoolsituatie, bijvoorbeeld over pedagogisch klimaat, begeleiding van leerlingen, toepassing van een strafmaatregel, (cyber)pesten, intimidatie, roddels, discriminatie, agressie, een medewerker die zijn handen niet thuis kan houden, enzovoorts. Bij de behandeling van een klacht zet de contactpersoon de procedure in werking. De contactpersoon controleert en bewaakt of een klacht volgens de procedure juist wordt behandeld, maar bemiddelt niet tussen klager en aangeklaagde. Voor de procedure, zie het stappenplan in de klachtenregeling van kom Leren De contactpersoon van onze school is……………

aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure.

37


Hoofdstuk 5 De ouders 5.13 Verzekeringen Via kom Leren is voor alle leerlingen een ongevallenverzekering afgesloten. Daarmee zijn de leerlingen verzekerd tegen kosten ten gevolge van een ongeval tijdens de schooluren, op weg van huis naar school en terug. Deze verzekering is ook geldig tijdens excursies, uitstapjes, schoolkamp, e.d. De verzekering keert alleen uit bij medische kosten, invaliditeit en overlijden ten gevolge van een ongeval. Ouders kunnen deze verzekering uitbreiden tot een 24-uurs dekking. Vrijwel alle verzekeringsmaatschappijen kunnen een dergelijke verzekering aanbieden. De ongevallenverzekering dekt géén materiële schade. Wanneer kinderen dus tijdens hun rit naar de school vallen en hun fiets beschadigd raakt, dan is het kind wel verzekerd voor medische kosten, maar de schade aan de fiets niet. Materiaalschade moeten de ouders dus zelf betalen of verhalen op een eventuele veroorzaker van het ongeval. Tevens uitgesloten is de aansprakelijkheid voor diefstal, vermissing van kledingstukken, geld, sieraden of leermiddelen.

De leerlingen zijn niet via de school verzekerd voor eventuele aansprakelijkheid. Wanneer een leerling tijdens schooluren schade aan een ander veroorzaakt, kan hij/zij door die ander (meestal door de ouders) aansprakelijk gesteld worden. Dit dient door de betrokken personen of instanties zelf geregeld te worden. Een privé- aansprakelijkheidsverzekering is dan ook zeer belangrijk. Bij kinderen zit een ongeluk immers in een klein hoekje. AUTO'S Auto's van ouders, die worden ingezet bij het vervoer van kinderen bij bv. excursies zijn via de school niet verzekerd tegen materiële schade. Eventuele schade of bonusverlies moeten de ouders in een dergelijk geval dan ook zelf via hun eigen autoverzekering afhandelen. Wij adviseren de ouders eveneens een inzittendenverzekering af te sluiten. Op de pagina hiernaast kunt u de verzekeringsvoorwaarden nog eens nalezen.

Voor alle personen, die binnen de school werken en dus actief zijn (leerkrachten en ook hulpouders) is via het schoolbestuur een aansprakelijkheidsverzekering (WA) afgesloten. Deze is enkel geldig tijdens schooluren. De verzekering treedt eerst in werking indien een beroep op andere (particuliere) afgesloten verzekeringen faalt. 38


VERZEKERINGEN MARSH NEDERLAND De verzekeringen die voor de school zijn afgesloten, kennen in sommige onderdelen een secundair karakter. D.w.z. dat altijd eerst de eigen verzekering van de ouders/verzorgers moet worden aangesproken. Pas als er geen of onvoldoende dekking blijkt te zijn, kan er een beroep worden gedaan op de schoolverzekeringen. Aansprakelijkheidsverzekering Over het algemeen wordt er ten onrechte vanuit gegaan dat alles wat er in en om de school aan schade ontstaat, voor rekening van de school komt. De school of het schoolbestuur is echter pas aansprakelijk wanneer er sprake is van een verwijtbaar en/of nalatig handelen door (iemand van) de school. Als dit niet het geval is, is de school niet aansprakelijk en is er geen dekking. Voor leerlingen is er in de aansprakelijkheidsverzekering een secundaire dekking opgenomen. Dit wil zeggen dat wanneer een leerling schade veroorzaakt tijdens schooltijd, deze schade in eerste instantie geclaimd moet worden op de particuliere aansprakelijkheidsverzekering van de betreffende ouders/verzorgers. Ouders zijn wettelijk 24-uur per dag aansprakelijk voor (de daden van) hun kinderen tot 14 jaar. Deze aansprakelijkheid heet risicoaansprakelijkheid en kan niet worden afgewenteld op anderen (bijv. de onderwijsinstelling). Kinderen van 14 en 15 jaar kan men rechtstreeks aansprakelijk stellen, maar daarnaast kunnen de ouders en voogden nog wel aansprakelijk gesteld worden. Kinderen vanaf 16 jaar zijn volledig aansprakelijk te stellen. Indien een aansprakelijke ouder kan aantonen geen verzekering te hebben en de schade niet zelf kan voldoen, kan de schade alsnog worden ingediend onder de aansprakelijkheidsverzekering van school. Deze verzekering kent een eigen risico van € 100,– per aanspraak. De aansprakelijkheid is gedekt tot een maximum bedrag van € 2.500.000,– per aanspraak voor zaak- en/of letselschaden, gelimiteerd tot twee maal het verzekerde bedrag per verzekeringsjaar. Ongevallenverzekering De school heeft een collectieve ongevallenverzekering voor de leerlingen afgesloten. Deze verzekering is van kracht tijdens schooluren en evenementen in schoolverband, alsmede gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. Deze verzekering kent geen eigen risico. Dekkingsgebied: hele wereld. De verzekering vergoedt: • uitkering bij overlijden € 2.500,– • maximale uitkering bij algehele blijvende invaliditeit € 25.000,– • tandheelkundige hulp per element tot een maximum van € 1.000,– • geneeskundige verzekering tot een bedrag van € 1.000,– De tandheel- en geneeskundige kosten worden pas vergoed nadat de eigen ziektekostenverzekering als eerste aangesproken is. Het verplichte eigen risico kan niet op de schoolverzekering worden verhaald.

39


Hoofdstuk 6 Ons onderwijs in ontwikkeling steuning van de les via het digibord. De methodemakers leveren hiervoor materialen en moElke school van kom Leren maakt aan het einde gelijkheden. In elke klas hangt een digibord. van ieder schooljaar een jaarverslag, waarin de Ook in de kleutergroepen maken de leerkrachdoelen van het afgelopen jaar geëvalueerd wor- ten veelvuldig gebruik van het digibord. Het den. gebruik van het digibord is geen doel, maar Vervolgens wordt er voor het nieuwe schooleen middel om de les te ondersteunen o.a. door jaar een nieuw jaarplan gemaakt, met de te teksten, filmpjes, plaatjes, voordoen, schrijbereiken nieuwe doelen. Het betreft doelen op ven in de tekst, markeren op een groot een aantal gebieden, zoals o.a. : management scherm. De mogelijkheden van het digibord van medewerkers, middelen en processen, leer- vraagt een nieuw specialisme van de leerlingen en ouders, eindresultaten. kracht. Dat zal de komende jaren verder uitDe school beschrijft welke plannen er in het gebreid worden. komende schooljaar voor de betreffende gebieden bestaan. 6.4 Lesmodel Hierna staan een aantal doelen voor de nieuwe periode beschreven. Het betreft hier met na- Ons onderwijs richt zich m.n. in de eerste me het onderdelen management van processen. plaats op de grote groep gemiddelde leerlingen; hierop is de leertijd gebaseerd en zijn 6.2 Nieuwe methodes de meeste methodes geschreven. In schoolDe volgende methodes zijn vrij nieuw in de jaar 2010-2011 hebben we al een start gegroepen en het gebruik ervan komt nog regelmaakt met het toepossen van meer differentimatig aan de orde om de mogelijkheden zo opatie binnen de lessen rekenen en taal. De metimaal mogelijk te gebruiken thodes Veilig Leren Lezen en Estafette heb Estafette; nieuwe leesmethode voor de ben deze werkwijze al binnen hun aanpak vergroepen 4 t/m 7 werkt. Die aanpak willen we meer en meer ook  Methode voor wereldoriëntatie in de gaan toepassen bij de andere vakken. Dat doen groepen 3 t/m 8: Naut (Natuur), Meanwij door de les in stukjes te hakken en de kinder (aardrijkskunde) en Brandaan deren de instructie en de verwerkingstijd te (geschiedenis) geven, die ze nodig hebben. Kinderen die zich  Nieuwsbegrip: een eigentijdse methode de stof snel eigen maken, kunnen daardoor voor begrijpend lezen in de groepen 4 t/ sneller en zelfstandig aan het werk gaan. Kinm 8 met gebruik van actuele nieuwsitems deren, die meer instructie en hulp nodig heben digitale verwerking. ben werken wat langer met de leerkracht sa Blits: methode voor studievaardigheden men. Dat noemen we differentiëren. Aan de in de groepen 5 t/m 8 hand van observaties en resultaten delen we  Alles Telt: nieuwe rekenmethode in de de kinderen in een bepaalde aanpak in. Per pegroepen 1 t/m 8 riode wordt deze indeling opnieuw bekeken.  Hemel en aarde: catechesemethode in de groepen 1 t/m 8 In de kleutergroepen zitten kinderen van verschillende leeftijden en niveaus samen in een 6.3 Leerkrachtassistent en digibord groep. Naargelang het niveau (de ontwikkeling) Bij de methodes Pennenstreken, Veilig Leren van het kind past de leerkracht het lesaanbod Lezen, Estafette, de WO methode en Nieuws- aan. D.m.v. observatie en registratie krijgt de begrip maken leerkrachten gebruik van de leer- leerkracht een beeld van het ontwikkelingskrachtassistent. Dit is een digitale onder40

6.1 Jaarplan


Hoofdstuk 6 Ons onderwijs in ontwikkeling niveau van het Kind. Binnen het thematisch werken is er ruimte voor het werken met kleine groepjes of in een kleine kring. Binnen deze werkvormen maakt de leerkracht bewuste keuzes in samenstelling van het groepje en van het aanbod. In schooljaar 2013-2014 gaan we het gedifferentieerd werken bij de kleuters meer zichtbaar maken in een groepsplan. We starten met het vakgebied rekenen.

6.6 Sfeer en veiligheid

We vinden het belangrijk dat er een goede omgang en vriendelijke sfeer heerst op school. De laatste jaren merken we dat het handhaven hiervan veel van onze leerkrachten vraagt. De veranderde maatschappij en dus ook het gezinsleven heeft daar een zekere invloed op. Ouders en scholen krijgen vaker te maken met opvoedingsproblemen. Het gedrag op school willen wij in positieve zin stimuleren door goede afspraken te maken en door ons handelen goed met elkaar af te stemmen. 6.5 Compacten en verrijken Dit proces zullen we regelmatig met elkaar bespreken. Ook ouders worden in dit proces beVoor de kinderen, die met name in het boventrokken. Voor schooljaar 2011-2012 hebben we genoemde lesmodel, snel door de stof heen met het team de volgende acties afgesproken: gaan en zich sneller vervelen willen we meer  Wij halen de leerlingen steeds op van de verrijkingsmaterialen inzetten. Voor deze kinspeelplaats en begeleiden ze ook weer deren gaan we ook aan de slag met een compact terug naar buiten. rekenprogramma (het routeboekje) dat aange Toezicht op de speelplaats en gesplitste vuld wordt met moeilijker, uitdagender rekenspeeltijden blijven gehandhaafd materiaal (verrijken). Doorgaans gaat het om  Opstellen van een pestprotocol en het een klein aantal leerlingen per groep. (aanpak uitwerken van een pestproject in school3) Mocht het uw kind betreffen, dan wordt dit jaar 2011-2012 tijdens de reguliere oudergesprekken met u  Het invoeren van kapstokregels, zie hierbesproken en ook in het verslag van uw kind voor hoofdstuk 2. 2. vermeld. Dit wordt een actiepunt voor school Overblijfregels aanscherpen en ouders jaar 2011-2012. en kinderen aanspreken op ongewenst gedrag en de gevolgen daarvan.  Aanpassingen voor kinderen, waarvoor het buitenspel een probleem vormt.  Bespreking van moeilijke groepsprocessen in het zorgteam m.b.v. externen.

6.7 MFA De multifunctionele accommodatie is gerealiseerd en dat betekent meer voorzieningen onder een dak. Deze samenwerking, waar we de komende jaren meer diepgang aan willen geven, geeft ons nieuwe mogelijkheden t.a.v. ons onderwijs en aanbod voor ouders en kinderen. De nieuwe inrichting met de leerpleinen geeft mogelijkheden om de lessen interactiever te laten plaatsvinden. Daar is nog regelmatig overleg over. 41


Hoofdstuk 7 De resultaten van ons onderwijs 7.1 Cito toetsen Het Cito leerlingvolgsysteem Om de leerontwikkeling van onze leerlingen goed te kunnen volgen, worden de kinderen 8 jaar lang regelmatig getoetst m.b.v. toetsen uit het leerlingvolgsysteem van Cito. Dit systeem is landelijk genormeerd en wordt door de meeste scholen in Nederland hiervoor gebruikt. Wij hanteren hiervoor een toetskalender, die elk schooljaar opnieuw wordt vastgesteld door de interne begeleiders. De leerkrachten weten in welke periode een toets moet worden afgenomen. De meeste toetsen worden klassikaal afgenomen. De kleutertoetsen worden in groepjes afgenomen en sommige toetsen zelfs individueel (DMT en AVI). Met name in januari en februari worden de meeste toetsen afgenomen, omdat de leerlingen dan een half jaar onderwijs in de groep hebben gevolgd (medio afname). Cito toetst de vorderingen van de leerlingen over een langere periode. De resultaten van de medio afname worden in het team geanalyseerd en besproken. Hieraan verbinden we conclusies en vervolgacties, met als doel om de resultaten te verbeteren. Dat kan dan consequenties hebben voor de aanpak in de hele groep, voor een groepje leerlingen of voor individuele leerlingen.

In de minigids beschrijven wij in het kort de actiepunten voor het lopende schooljaar, die wij maken op grond van de analysegegevens. Cito-Eindtoets

Aan het einde van deze acht jaar volgt de afname van de Cito-Eindtoets; ook de resultaten van deze Eindtoets kunnen landelijk vergeleken worden. Omdat alle kinderen in aanleg verschillen is vergelijking lastig. Om dit toch mogelijk te maken wordt gebruik gemaakt van leerlinggewicht. Scholen die veel kinderen hebben met een hoger leerlinggewicht (bijv. veel anderstalige kinderen) worden daardoor aangepast genormeerd t.o.v. scholen met een lager leerlinggewicht. Deze laatste moeten dus een hogere toetsscore behalen om ’gemiddeld’ te kunnen scoren dan de eerstgenoemde scholen. Hieronder vindt u de opbrengsten van de CitoEindtoets van de laatste drie jaar. Ons (overigens lage) leerlinggewicht is hierin meegenomen De scores bij de vakgebieden laten zien welk percentage goed gescoord is.

SCHOOLJAAR

LG na correctie

Maurice Rose na correctie

verschil

2013 - 2014

534,6

535,7

+ 1,1

2012 - 2013

534,8

537,6

+ 2,8

2011 - 2012

535,3

534,3

- 1

2010 - 2011

535,3

535,0

- 0,3

2009 - 2010

535,2

533,0

- 2,2

42


Hoofdstuk 7 De resultaten van ons onderwijs Taal

2010 74

2011 75

2012 69

2013 74

2014 74

1. Schrijven van teksten 2. Spellen van werkwoorden

76 70

83 64

76 63

80 74

80 64

3. Spellen van niet werkwoorden

77

72

73

80

69

4. Begrijpend lezen 5. Woordenschat

76 72

71 75

67 60

71 68

73 70

Rekenen – wiskunde

65

70

73

73

68

6. Getallen en bewerkingen

65

72

72

76

72

7. Verhouding, breuk, procenten

65

71

75

73

65

8. Meten, meetkunde, tijd en geld

64

65

75

67

67

Studievaardigheden

75

73

75

74

75

9. Hanteren van studieteksten

75

79

75

76

80

10. Hanteren van informatiebron

72

70

74

74

72

11. Kaartlezen

77

69

70

69

74

12. schema’s, tabellen, grafieken

75

75

76

74

72

Wereldoriëntatie

70

71

71

68

69

13. Aardrijkskunde

71

73

70

69

70

14. Geschiedenis

73

74

77

70

70

15. Natuur

66

68

67

65

67

De

uitstroomgegevens van de afgelopen jaren Na het verlaten van de basisschool gaan de meeste leerlingen naar het Sophianum in Gulpen. Er zijn ook regelmatig leerlingen die naar Porta Mosana of het St. Maartenscollege in Maastricht gaan of naar het Stella Maris in Valkenburg. Van deze scholen ontvangen we de rapportgegevens, zodat we weten hoe de kinderen hun schoolloopbaan vervolgen RICHTING V.O.

2009-2010

2010-2011

2011 -2012

2012- 2013

2013-2014

PRAKTIJK O.

0

0

0

0

0

TOTAAL

0%

0%

0%

0%

0%

VMBO BBL

16

0

10

0

8

VMBO KBL

14

7

20

17

14

VMBO TL

20

22

20

21

31

TOTAAL

50%

34 %

50 %

38 %

53 %

HAVO

27

2

32

24

26

VWO

23

13

12

38

21

TOTAAL

50 %

66%

50 %

62 %

47 % 43


Hoofdstuk 8 Praktische zaken 8.1 Gruitdag Omdat onze leerlingen op school goed moeten kunnen presteren is gezonde voeding een belangrijke voorwaarde. Om hen hiervan bewust te maken hebben we een aantal jaren meegedaan aan het gruitenproject van de GGD. Tijdens dit project kregen de kinderen gedurende een aantal weken in het schooljaar twee keer per week groenten of fruit aangeboden. Dit werd dan samen gegeten in de klas. Kinderen maakten kennis met verschillende soorten en smaken. Hierdoor stimuleerden we de kinderen om meer groenten en fruit (=gruiten) als tussendoortjes mee te nemen. Hiervoor is op onze school de maandag en de woensdag als vaste gruitdag ingevoerd. Op die dag gruiten we allemaal met bijv. tomaatjes, worteltjes, mandarijntje, appel, druiven; op de andere dagen mag het natuurlijk ook.

Wanneer een kind verjaardag heeft, wordt het natuurlijk in de groep in het zonnetje gezet. Het tijdstip waarop dit gebeurt is afhankelijk van de lessen van die dag en wordt door de leerkracht bepaald. Trakteren mag, maar is niet verplicht. Wij adviseren de ouders in dat geval om te kiezen voor een gezonde en een8.2 Eten, drinken,traktatie voudige traktatie. Voorafgaande de verjaardag ontvangt het kind leuke ideeën voor een eenDe kinderen van de kleutergroepen eten elke voudige en gezonde traktatie van zijn leerochtend samen, omstreeks 10.00 uur. Hier wordt steeds 10 tot 15 minuten voor uitgetrok- kracht. ken. De kinderen mogen gruiten of een klein De leerkrachten vieren hun verjaardag op een boterhammetje en iets te drinken mee naar halve dag in het schooljaar. Als er meerdere school nemen. U wordt verzocht uw kind niet leerkrachten in de groep zijn, wordt de verteveel mee naar school te geven en het hapje jaardag gezamenlijk gevierd, eventueel samen thuis al in kleine stukjes te snijden. met de parallelleerkracht. In de groepen 3 t/m 8 wordt voor dit samen eten minder tijd uitgetrokken, al eten de kinderen ook hier nog samen in het lokaal voordat ze buiten speeltijd hebben. We willen de kinderen eerst de gelegenheid bieden om een klein hapje te eten om daarna buiten lekker te kunnen bewegen. Voor alle kinderen die eten en/of drinken mee naar school nemen geldt het verzoek om het drinken in een drinkbeker of drinkfles met schroefdop te doen en het eten in een trommeltje (zonder verpakking) en eventueel voorzien van naam. Wij vragen u geen koolzuurhoudende drank en/of snoep mee te geven. 44


Hoofdstuk 8 Praktische zaken 8.3 Lessen bewegingsonderwijs Voor de kleuters is er in ons schoolgebouw een speelzaal, waar de lessen vrij spel en lichamelijke oefening plaatsvinden. Voor deze lessen hebben de kleuters geen aparte kleding nodig. Ze gymmen in hun ondergoed en op blote voeten. Het scheelt wanneer het kind op deze dag gemakkelijke kleding draagt, want zelf aan- en uitkleden hoort bij de activiteit. Wanneer een kind last heeft van voetwratjes moet het zijn gymschoenen dragen. Wanneer we door de weersomstandigheden niet naar buiten kunnen, spelen we in het speellokaal. Bij deze gelegenheid dragen de kinderen altijd gymschoentjes. Dit hoeven zeker geen dure schoentjes te zijn, maar eerder gemakkelijke en goedkope schoentjes met klittenband of elastiek. Deze schoenen blijven het hele jaar op school. Vanaf groep 3 hebben alle kinderen tweemaal per week een uur lichamelijke oefening, ook wel 'gymnastiek' genoemd. De ene keer is dat een materialen les en de andere keer een spel les. Deze lessen worden in de sportzaal gegeven. Bij goed weer ook wel buiten op het handbalveldje of voetbalveld. De kinderen hebben voor deze lessen aparte sportschoenen en sportkleding nodig, een sportbroekje en shirtje of voor de meisjes een turnpakje. Het is niet hygiënisch en ook niet toegestaan op de vloer van de gymzaal, om met dezelfde schoenen en kleren te sporten als die waarin een kind overdag naar school komt. Laat sieraden en horloges zoveel mogelijk thuis. Probeer het kind er zelf aan te laten denken dat het gym heeft. Het is handig om de sportkleding mee te nemen in een gymtas, voorzien van de naam van uw kind. Wilt u erop letten dat uw kind deze (bezwete) kleding minstens eenmaal per week mee naar huis neemt om te wassen? Het gymrooster kunt u vinden in de minigids en bij de algemene informatie van de groepen.

8.4 Verkeer rondom onze school Diverse ouders brengen en halen hun kind met de auto. De parkeerplaats bevindt zich aan de achterzijde van de school in de Pres. Kennedystraat bij de sporthal. Via het pad langs de sporthal komt u zo op de speelplaats. Indien u uw kind alleen wil afzetten kunt u dat doen op de Kiss & Ride zone aan de Beatrixlaan. U mag niet buiten deze parkeerplaatsen stoppen. Dubbel parkeren, parkeren in de bocht of fout parkeren laat kinderen geen goed gebruik van de verkeersregels zien. Ouders die hun kinderen met de fiets meenemen wordt gevraagd hun fiets ook op de speelplaats te zetten en niet tegen het hek of op de stoep voor het hek. Dit i.v.m. hinder voor de voetgangers. In verband met het meer bewegen voor kinderen vinden wij het belangrijk dat kinderen te voet of met de fiets naar school komen. Hiervoor zijn er voldoende fietsenrekken gerealiseerd. Uw hond is niet welkom op het schoolplein; u kunt, als u de hond heeft meegenomen, beter buiten het hek op uw kind wachten. Het naar school komen met de fiets en het parkeren in de stalling, ook al ligt deze op de speelplaats is voor eigen risico van de kinderen en hun ouders. We adviseren de leerlingen hun fiets altijd af te sluiten en het sleuteltje veilig op te bergen. Tot slot: op de speelplaats mag niet gefietst worden 45


Hoofdstuk 8 Praktische zaken Het naar school komen met de fiets en het parkeren in de stalling, ook al ligt deze op de speelplaats, is voor eigen risico van de kinderen en hun ouders. We adviseren de leerlingen hun fiets altijd af te sluiten en het sleuteltje veilig op te bergen. Op de speelplaats mag er niet gefietst worden.

De luizenzak kost € 3 en is te verkrijgen tijdens het intakegesprek op school. De luizenzak kan uw kind gedurende de gehele basisschoolperiode gebruiken.

8.7 Schoolfotograaf

Elk schooljaar komt de schoolfotograaf op bezoek. De exacte datum wordt in de 8.5 Autovervoer door ouders nieuwsbrief vermeld. Er worden dan groepsfoto's gemaakt van alle groepen en indiviHet komt regelmatig voor dat we ouders vragen duele portretfoto’s van de groepen 2, 4 ,6 voor het vervoeren van kinderen naar een activien 8. Deze foto's worden vrijblijvend geteit of excursie. Zonder deze hulp zou menige ac- maakt en tegen een redelijke prijs te koop tiviteit niet door kunnen gaan. Voorop staat naaangeboden. Ouders zijn niet verplicht om tuurlijk dat het vervoer van kinderen op een veili- deze foto's te kopen. De kinderen krijgen ge manier gebeurd. Alle kinderen die in uw auto de foto’s eerst mee naar huis. Wilt u de fovervoerd worden moeten een gordel om. Het is to’s behouden, dan kunt u deze betalen volniet verplicht om voor jongere kinderen een auto- gens de aanwijzingen die bij de foto’s gestoeltje of verhoger te gebruiken, maar wij stel- voegd zijn. len het zeer op prijs als dat wel gebeurt. Daarom vragen wij de kinderen in de groepen 1 t/m 4 zelf een stoelverhoger (geen autostoeltje) mee naar school te geven als we ergens naar toe gaan met de auto. Dat is de verantwoordelijkheid van de ouders zelf. Kinderen die geen stoelverhoger meenemen gebruiken alleen de veiligheidsgordel.

8.6 Hoofdluis Na iedere schoolvakantie wordt er op onze school in iedere groep een preventieve luizencontrole uitgevoerd door de ouders van de luizenbrigade. De ouders die de kinderen nakijken hebben voorlichting gekregen van de schoolverpleegkundige van de GGD hoe zij de hoofdluizen kunnen herkennen. Wanneer er hoofdluis bij een kind wordt geconstateerd, worden de ouders daar zo snel mogelijk , via een telefoontje of briefje, van op de hoogte gesteld door de coördinator van de luizenbrigade. Dat is een van de leerkrachten van onze school (zie minigids). Omdat wij hoofdluis op school zoveel mogelijk willen voorkomen, willen wij alle ouders het dringende advies meegeven om een luizenzak aan te schaffen. Deze luizenzak kunnen ouders bij aanmelding van hun kind op school kopen.

8.8 Gevonden voorwerpen Het is handig om spullen die de kinderen vaak gebruiken op school te voorzien van hun naam, omdat deze gemakkelijk kwijtraken. Gevonden voorwerpen worden gedurende één schooljaar bewaard. Tijdens de ouderavond worden deze uitgestald. Alle gevonden voorwerpen, die aan het eind van het schooljaar niet zijn opgehaald, gaan naar een goed doel. Wij vragen de kinderen geen speelgoed e.d. mee naar school te nemen als dat niet nodig is. Mobieltjes blijven in de tas. Met toestemming van de leerkracht kan er altijd via de schooltelefoon gebeld worden. 46


Hoofdstuk 8 Praktische zaken 8.9 Schoolpen

8.12 Relatie school en omgeving

Medio groep 3 starten de kinderen met hun eerste pen. De school koopt deze pennen goedkoop in bij de schoolleverancier. Deze pen koopt u via school en is dan ook eigendom van uw kind. Op dit moment schrijven de kinderen met de Lamy vulpen. De vullingen worden gratis door school verstrekt.

Als school werken we met diverse instanties en verenigingen samen:  Met peuterspeelzaal ’Humpie Dumpie’ hebben we regelmatig overleg om de overdracht van de peuters naar groep 1 goed te laten verlopen. In de nieuwe brede school streven we naar meer samenwerking m.b.t. aanbod en activiteiten.  Vanuit de gezondheidszorg is er regel8.10 Jeugdbladen matig contact met de jeugdarts van de GGD. Het basispakket van elk kind in de leef tijd van 4-19 jaar omvatten o.a. een Tijdens de algemene ouderavond zullen er in de aantal preventieve gezondheidsondergroepen diverse flyers liggen van onderwijs zoeken (PGO’s), vaccinaties en advisegerelateerde producten, zoals abonnementen ring / voorlichting gericht op het beop diverse jeugdbladen, informatie over comschermen en bevorderen van de gezondputer en typecursussen, software voor thuis heid van kinderen. Medische zaken die etc. Deze abonnement strookjes kunnen rechtvoor het functioneren van een kind op streeks naar de uitgeverij gestuurd worden. school van belang zijn, worden doorgespDe kinderen krijgen dan het bestelde tijdroken. schrift thuis gestuurd. Verspreiding vindt dus  Aan onze school is een logopediste van niet plaats via de school. O2 (onderwijsadvies) verbonden, die van8.11 Bibliotheek uit de gemeente gesubsidieerd wordt. Zij richt zich op preventie en vroegsignaleTussen onze basisschool en de Heuvelland biring in de voorschoolse en schoolse peribliotheken Margraten is er een regelmatig ode. Leerkracht en logopediste selectecontact, met name in het kader van boekproren kinderen voor een screening. motie en Kinderboekenweek. Op het moment  Ook is er contact met GGZ waar de dat uw kind naar school komt ontvangt het school hulpvragen kan neerleggen of ingratis een pasje voor de bibliotheek. Onze formatie m.b.t. lopende trajecten wordt school heeft geen eigen bibliotheek. Uiteraard besproken. wordt binnen het onderwijs veel aandacht be Vanuit Trajekt is er aan onze school een steed aan lezen. Een regelmatig bezoek aan de schoolmaatschappelijk werkster verbonOpenbare Bibliotheek in Margraten wordt dan den, die zitting heeft in het zorgteam. ook van harte aanbevolen! Met name het MakVooral gedrag en sociaal- emotionele prokelijkLezenPlein is een aanrader voor kinderen blemen komen in het zorgteam aan de waarbij het lezen wat moeizamer verloopt. orde.  Op gebied van onderwijsontwikkelingen werken we nauw samen met de andere kom Leren scholen, in eerste instantie met onze clusterschool Op de Tien Bunder in Wijlre. 47


Hoofdstuk 8 Praktische zaken 











In het kader van stages zijn er contac-  ten met Pabo, Leeuwenborg en VOscholen. Met ambulante begeleiders van het speciaal onderwijs (SO) en van het spe-  ciale basisonderwijs (SBO) is er regelmatig overleg, waarin we gebruiken van hun deskundigheid t.a.v. leerlingenzorg. Met de VO scholen worden ieder jaar  uitgebreide overdrachtsgesprekken gevoerd over onze groep 8-leerlingen. Met gemeente Eysden-Margraten in het kader van gebouw en school gerelateerde zaken. Met de leerplichtambtenaar, in geval van ongeoorloofd verlof en langdurig afwezigheid van leerlingen. Met de parochie van de H. Margarita in het kader van communie– en vormselvoorbereiding en de jaarlijkse deelname aan de processie.

Verenigingen in Margraten bieden we de gelegenheid om, na overleg, folders uit te delen en/of affiches op te hangen over hun activiteiten. Incidenteel werken we ook samen met sportverenigingen in de zin van sportpromotie van hun sport tijdens de gymlessen. De Onderwijsinspectie houdt toezicht op de kwaliteit van alle scholen. Ze doet dit door het volgen van de opbrengsten van scholen en door het afleggen van schoolbezoeken. Het verslag van de inspectie n.a.v. een schoolbezoek is voor iedereen toegankelijk en is te lezen op www.owinsp.nl

48


AFKORTINGEN A.B.

M.R.

Ambulante Begeleiding

MedezeggenschapsRaad

B.A.P.O.

M.T.

Bevordering Arbeidsparticipatie voor Ouderen

Management Team

B.J.Z.

P.A.B.

Bureau JeugdZorg

Preventieve Ambulante Begeleiding

C.I.T.O.

P.A.B.O.

Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling

Pedagogische Academie BasisOnderwijs

C.L.Z.

P.C.L.

Centrum LeerlingenZorg

Permanente Commissie Leerlingenzorg

Compensatieverlof (voorheen A.D.V.)

P.S.Z.

Arbeidsduurverkorting

PeuterSpeelZaal

C.V.I

R.E.C.

Commissie Van Indicatiestelling

G.G.D. Gemeenschappelijke GezondheidsDienst

G.M.R. Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad

I.B-er Interne Begeleider Leerlingenzorg

I.C.T. Informatie Communicatie Technologie

K.O.W. Katholieke Oudervereniging Wijlre

L.V.S. Leerling VolgSysteem

L.G.F Leerling Gebonden Financiering

Regionaal Expertise Centrum

R.I.A.G.G. Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg

S.B.O Speciaal Basis Onderwijs S.O Speciaal onderwijs

S.K.O.-Mergelland Stichting Katholiek Onderwijs Mergelland

V.C.B. Voortgangs Controle Bespreking

V.O. Voortgezet Onderwijs

V.V.E. Voorschoolse Vroegschoolse Educatie

W.S.N.S. Weer Samen Naar School

Z.A.T. ZorgAdviesTeam

49

Basisschool Maurice Rose Margraten

Recommend Documents