Basale Stimulatie en de omgeving van de patiënt
Andor Bik IC-verpleegkundige UMC Utrecht December 2007
Inhoudsopgave: Voorwoord................................................................................................................................................ 3 1. Vraagstelling ................................................................................................................................. 4 2. Korte omschrijving Basale Stimulatie ............................................................................................ 5 3. Bestaansrecht van Basale Stimulatie in een ziekenhuis: ................................................................. 6 4. Huidige situatie ............................................................................................................................... 7 5. Wenselijke situatie ........................................................................................................................ 10 a. Plafond ..................................................................................................................................... 10 b. Luchtroosters............................................................................................................................ 10 c. Muren ....................................................................................................................................... 10 d. Vloer......................................................................................................................................... 11 e. Licht ......................................................................................................................................... 11 f. Kleuren..................................................................................................................................... 11 g. Inrichting.................................................................................................................................. 12 6. Conclusie ...................................................................................................................................... 15 7. Geplande toekomstige situatie ...................................................................................................... 16 a. Plafond ..................................................................................................................................... 16 b. Luchtroosters............................................................................................................................ 16 c. Muren ....................................................................................................................................... 16 d. Vloer......................................................................................................................................... 16 e. Licht ......................................................................................................................................... 16 f. Kleuren..................................................................................................................................... 16 g. Inrichting.................................................................................................................................. 16 8. Gebruikte Literatuur...................................................................................................................... 18
2/18
Voorwoord Ik heb van 1996 t/m 2001 op een interne IC in München gewerkt. Hier heb ik ook de cursus “Basale Stimulation in der Pflege” gevolgd. Voor het afstuderen van mijn IC specialisatie in Nederland heb ik een discussiestuk geschreven over Basale Stimulatie. Hierin beschrijf ik ook hoe de kamer van een patiënt er uit zou kunnen zien. Mij werd de vraag voorgelegd of ik, gezien de voorgenomen verbouwing van het IC-Centrum, kan aangeven hoe een patiëntenkamer er volgens de normen van Basale Stimulatie uit kan zien. Dit zou dan meegenomen kunnen worden in de verbouwing. Uiteindelijk praten we nu over nieuwbouw. Er wordt hierbij aangegeven dat we een state-of-the-art ICCentrum willen bouwen. Ik ben dit stuk begonnen met het idee wat kunnen we aanpassen en hoe kan dit op een zo goedkoop mogelijke manier. Hiervoor heb ik een publicatie gevonden van Regina Mutzenbach. Zij heeft hierover een afstudeeropdracht geschreven. In dit voorstel wil ik, na het verwoorden van de vraagstelling, een korte uitleg geven over wat Basale Stimulatie is. Hierna probeer ik een overzicht te geven hoe de situatie op dit moment is op de huidige IC’s. Vervolgens probeer ik aan de hand van literatuur en ervaringen van andere ziekenhuizen (publicaties gevonden in forums) een overzicht te geven wat de wenselijke situatie, vanuit Basale Stimulatie gezien, kan zijn. Op sommige punten kan ik al een beetje ingaan op de huidige plannen voor zover bekend. Ik geef bv. onder het kopje “licht” bij de wenselijke situatie aan dat daglicht het beste zou zijn voor een patiënt. Ik heb inmiddels vernomen dat er in de nieuwbouw rekening mee wordt gehouden dat alle patiënten direct daglicht hebben en dat iedere patiënt naar buiten kan kijken.
Toevoeging Na het uitbrengen van dit stuk is er al het een en ander gepland van wat ik in dit stuk heb voor gesteld. Omdat ik dit stuk ga publiceren op het internet, heb ik een hoofdstuk toegevoegd na het hoofdstuk 6. Conclusie. Hierin zal ik regelmatig toevoegingen doen van wat er door de architect overgenomen is. Als het nieuwe IC-Centrum dan gebouwd is komt er ook nog een hoofdstuk met welke punten gerealiseerd zijn, aangevuld met foto’s.
3/18
1. Vraagstelling Hoe zou een kamer van de patiënt op de Intensive Care er uit kunnen zien rekening houdende met de principes van Basale Stimulatie ?
4/18
2. Korte omschrijving Basale Stimulatie Het Basale Stimulatieconcept is in de zeventiger jaren ontwikkeld door de Duitse Professor Andreas Fröhlich. Aanvankelijk werd het concept gezien als stimulatiemethode voor meervoudig gehandicapte kinderen en jong volwassenen. Ongeveer tien jaar later is het concept overgenomen voor de verpleging en verzorging van volwassenen. Verpleegkundige Christel Bienstein speelde hier een belangrijke rol in. Prof. Fröhlich beschrijft in zijn literatuur drie verschillende gebieden: • Communicatie • Waarnemen • Bewegen Binnen de waarneming omschrijft Prof.dr. Frölich zeven waarnemingsgebieden: •
Somatische waarneming Lichaamsoppervlakte: hiermee worden voornamelijk de receptoren in de huid bedoeld In het lichaam: spieren, gewrichten ed. (houding van extremiteiten, beweeglijkheid en kracht).
•
Vestibulaire waarneming Evenwicht: oriëntatie van persoon in de ruimte, snelheid en richting van de bewegingen.
•
Vibratorische waarneming Waarnemen van trillingen, bv. door het vasthouden van een scheerapparaat of elektrische tandenborstel.
•
Orale waarneming Smaak, mond geeft info over temperatuur, hoeveelheid en consistentie.
•
Auditieve waarneming Horen, afhankelijk van intensiteit en frequentie is het ook mogelijk om de richting van geluiden waar te nemen. Waar komt het bezoek vandaan, in wat voor een ruimte bevind ik mij (groot/klein).
•
Taktil-haptische waarneming Pakken, voelen (Met de handen nemen wij veel waar. Als we niets zien gebruiken we onze handen om te ontdekken). De toppen van de vingers zijn erg sensibel
•
Visuele waarneming Zien: is voor ons erg belangrijk om te oriënteren, we kunnen hierdoor beter dingen begrijpen.
5/18
3. Bestaansrecht van Basale-stimulatie in een ziekenhuis Door de ziekte zelf of het verblijf in het ziekenhuis kunnen ernstige waarnemingstoornissen ontstaan (Fröhlich 1995). Door het gebruik van bijvoorbeeld katheters kan er desoriëntatie en verwarring ontstaan, die het genezingsproces en de revalidatie kunnen vertragen of bemoeilijken (Buchholz, Gebel-Schürenberg, Nydahl 1998). De waarneming wordt niet alleen door de ziekte, maar ook door het verblijf in het ziekenhuis verstoord. Er is vaak sprake van een drukke chaotische omgevingsstructuur. Informatie wordt dan maar half, onduidelijk of vervormd waargenomen. Zo wordt de stem van de verpleegkundige of die van een vriend voor een ander persoon gehouden. De omgeving, bijvoorbeeld apparaten, worden niet goed begrepen en af en toe wordt hen een andere betekenis toegeschreven; het is bekend dat mensen dachten aan een spoorwegovergang of de deurbel bij het horen van de alarmen. Het liggen op een zachte matras geeft het gevoel op zee te varen. Een prikkelarme omgeving kan leiden tot een sensorische deprivatie, een toestand waarin patiënten steeds ongenuanceerder gaan waarnemen (Bienstein, Fröhlich 1997).
6/18
4. Huidige situatie Om een duidelijk beeld van de huidige situatie te vormen heb ik van de verschillende IC’s foto’s gemaakt. Hierin heb ik zoveel mogelijk geprobeerd, uit het gezichtsveld van de patiënt, de omgeving in beeld te brengen. Gedeeltelijk ben ik zelf op een bed gaan liggen en heb om me heen gekeken. Ik weet me nog te herinneren dat ik in de cursus Basale Stimulatie een half uur op de grond moest liggen en naar het plafond kijken. Ik mocht me niet bewegen, draaien of mijn blik op iets anders vestigen dan het plafond boven mij. Ik weet nog dat na verloop van tijd ik onbewust minder scherp zag. Ik kon wel met mijn ogen knipperen en het beeld was weer scherp. Je zou als kleine test, eens gedurende 5 minuten naar de foto hieronder kunnen kijken. Dan moet je wel naar één punt op de foto staren! Om het nog intensiever te beleven kun je dan een hand onder je bovenbeen op de stoel kunnen leggen. Het plafond van Unit 1. Hier kijkt de patiënt naar een luchtrooster.
•
Wat zie je na 5 minuten nog van deze foto?
•
Wat voelde je onder je been (waar je hand lag) en wat voelde je nog van je hand?
Ik merkte dat dit rooster zich begon te vervagen, gedeeltelijk associeerde ik het met een motor onder de vleugel van een grote boeing 747, en ik begon bijna te denken dat hij nog draaide ook! En mijn hand? Ik merkte dat ik de vingers, die ik in het begin duidelijk kon voelen, niet meer als vier vingers kon waarnemen, het leek wel of ze waren samengesmolten.
7/18
Hieronder nog een paar foto’s van de huidige IC’s Op Unit 3 locatie zuid (voorheen IC4) hangen twee rijen lampen. Deze geven voldoende licht, hebben ook een sfeervol karakter, echter in een rij geplaatst? Met rails waaraan infuus ed. gehangen wordt.
Deze lampen zijn wel dimbaar maar niet tot een laag niveau, waardoor het bij de patiënt altijd te licht is om nacht te kunnen zijn.
Ook hier op Unit 3 zijn luchtroosters op het plafond, deze zien er anders uit dan op Unit 1 Het effect lijkt wel hetzelfde.
8/18
Deze is genomen in het IC-Atelier (voorheen IC4a). De voet van een OK-lamp. Ook hier de rails.
Wat zou je allemaal kunnen bedenken waar deze arm voor is als je niet kan zien wat er aan het uiteinde zit.
Dit ziet de patiënt als hij op de zij ligt.
9/18
5. Wenselijke situatie In de literatuur heb ik uitspraken gevonden over patiënten die langere tijd op een Intensive Care afdeling verbleven. Zij vertelden dat de luchtroosters meerdere malen in dromen “opdoken” (Ullrich 1996, blz. 23) of kleine zwarte punten die zich samenvoegden tot een grotere vlek en deze werden uiteindelijk als grote spinnen waargenomen.
a. Plafond “Bij witte muren en een wit plafond is de IC-patiënt, die niet gemobiliseerd kan worden niet in staat om zich te oriënteren. De waargenomen, onbekende omgeving probeert de patiënt dan met een voor hem bekende omgeving in verbinding te brengen. De Intensive Care patiënt is niet in staat iets te herkennen en blijft hierdoor bezig om zijn omgeving te verkennen. Dit kan dan weer leiden tot onzekerheid, paniek en zelfs tot hallucineren. Deze symptomen worden uiteindelijk allemaal behandeld met medicamenten, die op zichzelf ook weer de visuele waarneming beïnvloeden” vrij vertaald uit: Farbenräume. Vom klinischen Weiβ zu pflegenden Farben, Susanne Wied, Bern 2001. Het is aan te raden een duidelijk onderscheid te maken tussen plafond en muren. Hiermee kun je dan de patiënt helpen zich te oriënteren in de ruimte. Bv. met kleuren of een band bovenaan op de muur de overgang tussen plafond en muur aangeven. De architect gaf aan grote ramen te plannen die van het plafond tot de grond reiken. Hiermee heb je dan ook een duidelijk verschil tussen plafond en muur. Op een Duitse IC is geëxperimenteerd met verschillende kleuren en figuren. De kleuren werden als rustgevend ervaren. Meerdere patiënten gaven aan dat het zien van deze figuren hun wel stimuleerde, bezighield. In een ander ziekenhuis werd een motief geschilderd. Het doel was de patiënt iets moois te bieden om naar te kijken en om hun bezig te houden. Dit laatste gebeurde inderdaad, deze mensen waren hierdoor gefascineerd, maar raakten in veel gevallen ook in de war. Deze motieven werden uiteindelijk weer overschilderd. Zoals nu op Unit 3 locatie zuid (voorheen IC4) aanwezig, om meerdere plafondplaten te vervangen voor één met kleur. Dit geeft een positieve bijdrage in het visueel stimuleren van een patiënt. Het gebruik van figuren lijkt mij echter geen goed voorstel omdat deze bij mensen met een verlaagd bewustzijn toch vaak op een hallucinatoïre manier waargenomen worden (ook al wordt dit vaak aan endogene problemen geweten),
b. Luchtroosters Voor luchtroosters zijn er vele verschillenden te vinden. Voor zover mij bekend zijn deze op te delen in lijnroosters, plafondroosters en vloerroosters. Over het algemeen is het beter deze roosters niet te hoeven zien. Hierbij lijkt een lijnrooster buiten het gezichtsveld een mogelijkheid. Ik heb vernomen dat er een soort koelplafond in moet komen vanwege een plat dak. Ik ben niet op de hoogte van hoe dit er uit gaat zien. Ik kan wel aangeven, dat wanneer dit volgens de laatste twee punten wordt gedaan, het geen probleem zal opleveren.
c. Muren Binnen de literatuur Basale Stimulatie wordt duidelijk omschreven dat het niet wenselijk is onverwachte nissen of schaduwplaatsen te creëren. Verder geldt hiervoor ook, net als bij het plafond, dat deze duidelijk te onderscheiden zijn van elkaar, bv. door een gekleurde band o.i.d. boven aan de muur. Tijdens de laatste bijeenkomst met de architect werd duidelijk dat er grote glazen ramen worden gebruikt die van het plafond tot de grond reiken. Hierdoor creëer je natuurlijk ook een duidelijke afscheiding tussen muur en plafond.
10/18
d. Vloer De vloer in een ruimte “draagt” alles wat er op staat, het geeft je stevigheid, zekerheid. Ik wil hier niet alle vormen van vloerbedekking bespreken. Uiteindelijk zijn wensen als goed schoon te maken en hygiënisch, van groot belang. Wel is één en ander mogelijk hoe deze vloer er uit moet ziet. Hiervoor geldt, net als bij het plafond, dat deze duidelijk te onderscheiden moet zijn van de muur. Verder is het belangrijk deze niet te donker te maken zodat deze het licht “absorbeert”. Ook is het van belang niet te kiezen voor een unikleur. Hier kan goed gebruik gemaakt worden van motieven of iets dergelijks (de patiënt zal niet gedwongen zijn continue hier naar te kijken zoals het plafond). Hier hoeft dus niet vermeden te worden dat er veel vlekjes of puntjes zichtbaar zijn.
e. Licht Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het effect van kunstlicht en het effect van speciaal ontwikkelde kunstlicht (LifeLite®) op een groep kinderen. De groep met gewoon tllicht was drukker en kon zich minder goed concentreren. De groep met een speciaal licht, dat het meest overeen komt met zonlicht, was rustiger en kon zich beter concentreren. Op Unit 2 heeft men een speciaal lichtsysteem wat het daglicht na moet bootsen. Wat ook als prettig wordt ervaren is indirect licht en sfeerlicht. In de nacht zou het goed zijn het zo donker mogelijk te maken om een duidelijk dag/nacht ritme te creëren. Ook is het van belang dat er een goed dimlicht komt. Het huidige op Unit 3 zuid geeft nog te veel licht in de “laagste” stand. Daglicht zou het meest ideale zijn. M.a.w. zoveel mogelijk ramen. Eventueel de mogelijkheid om de patiënt anders in een kamer leggen (draaien van het bed) zodat deze naar buiten kan kijken. In het wensenpakket is duidelijk aangegeven dat iedere patiënt uitzicht zal hebben op daglicht. De architect gaf aan hier grote ramen te plannen die van plafond tot de grond reiken.
f. Kleuren Elke kleur wordt uiteindelijk gevormd uit licht. Licht is een verzameling van verschillende golflengtes. Uiteindelijk nemen we de verschillende kleuren in het licht waar doordat een oppervlakte een bepaald gedeelte van een golflengte weerkaatst. Elke kleur heeft een eigen golflengte met uitzondering van wit en zwart. Wit weerkaatst alle golflengtes gelijkmatig en zwart absorbeert alle golflengtes. Het waarnemen van de kleur is bij ieder mens hetzelfde, echter de interpretatie ervan kan verschillen op basiservaringen die je in het verleden hebt opgedaan. Hiermee wordt al duidelijk dat het erg moeilijk is een passend antwoord te geven op welke kleur het beste is. Traditioneel gezien werden ziekenhuizen altijd wit geschilderd. Wit is een “kleur” van reinheid, hygiëne en licht, maar ook koelte en afstandelijkheid wordt bij de “kleur” wit genoemd. Witte muren bieden de patiënt geen afleiding, het stimuleert niet verder te ontdekken. Het helpt ook niet bij de oriëntatie in de ruimte. Het is dus niet aan te raden deze “kleur” te gebruiken in een patiëntenkamer.
11/18
Kleur Blauw
Betekenis Waarheid, helderheid, waardigheid, macht Mannelijkheid, stabiliteit, gewichtigheid Energie, vreugde, lichtheid van het bestaan
Associaties volgens Leonardo da Vinci Oneindigheid, de hemel, ruimte, reizen, geestelijke liefde, meditatie, eeuwigheid. Soliditeit, materie, geborgenheid, ondergang, naderend einde, herfst. Tijd, zon, maan en sterren, zomer, rijpe oogst, goud, gewin, verstand. Verdorvenheid, verloren zuiverheid, valsheid, haat, afgunst, ziekte, afzondering, verraad.
Grijs
Saai
Armoede, ontmoediging, ouderdom, theorie.
Groen
Vruchtbaarheid, vrede, natuur aarde
Kracht van ontkiemend zaad, lente, jeugd, onervarenheid, macht, vrede en welvaart, hoop, vredige rust, autonomie.
Oranje
Feest
Gezelligheid, gretigheid, weelde, feest.
Paars
Leden van het Koninklijk Huis, rijkdom, verfijning Liefde, passie, warmte, Onrust, oorlog, revolutie, bloed, hartstocht, offer, ego, vlammen, vrouwelijk geslacht energie, beweging Waaierigheid, gezag, rouw, tweeslachtigheid, geheim, conflict, labiliteit. Licht, zuiverheid, netheid, Ongereptheid, volmaaktheid, goddelijke reinheid, leegte, dood onschuld, licht van geest, vrede en leegte. Dood, rebellie, duisternis, Macht van duisternis, dood, rouw, verderf, vernietiging. elegantie http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleur
Bruin Geel Geelgroen
Rood Violet Wit Zwart
Bij kleurgebruik kan men bv. de visueel onrustige zones in een ruimte (medische apparatuur en de daarbij behorende kabels) anders accentueren (minder aantrekkelijk maken) dan de rustige zones. Hiermee is de aandacht in een andere richting te “sturen”. Verder is het ook mogelijk om de deur en de sponning te accentueren. Ook dit draagt dan bij in de oriëntatie (waar is de buitenwereld) (NYDAHL 2003, Blz. 4). Voor de muren lijkt mij dan een passieve kleur het meeste geïndiceerd. Verder is het belangrijk om een duidelijk verschil aan te brengen tussen muren en plafond. Dit kan door duidelijk andere kleuren aan te brengen of door een kleurband te gebruiken boven aan de muur, voor de overgang naar plafond. Op een IC in Essen (Phippusstift) heeft men een grote poster met wolkenmotief opgehangen. Hier worden dan niet zozeer figuren aangebracht. Het is ook herkenbaar voor alle mensen. Onderzoek op het effect hierop heb ik niet kunnen vinden.
g. Inrichting De directe omgeving van de patiënt zou het beste zo ingericht kunnen worden dat het een vertrouwde indruk maakt op de patiënt. Bv. foto’s van de familie of tekeningen van de (klein) kinderen of kleine dingen die “geluk” brengen. Ik heb wel eens een patiënt verzorgd die erg geïnteresseerd was in de indianen. Zijn zoons brachten een kleine dreamcatcher mee. Deze hebben we boven het bed van de patiënt opgehangen. Later hoorde ik van deze patiënt dat hij hier dankbaar voor was. Het gaf hem een vertrouwd gevoel om er naar te kijken op de momenten dat hij wakker was. Het bood hem veel steun. Wat ik ook vaak zie is een kleine koran onder het kussen van een moslim patiënt, of gelukspoppetjes. Zelfs ingestraalde steentjes die op de bovenarm bevestigd worden. Steeds vaker grijpen mensen in, situaties waar zij geen vat op hebben naar het “bovennatuurlijke” of zoeken steun in een geloof. Om te komen tot een vertrouwde omgeving zou de meest ideale situatie het verzorgen van de patiënt thuis zijn. Dit is alleen geen reëel haalbare optie. Wel kunnen we kijken in hoeverre we deze situatie
12/18
zoveel mogelijk tegemoet kunnen komen. Het zou dus van belang zijn een plaats te creëren waar de patiënt zijn persoonlijke dingen op uit kan stallen, bv. een fotolijstje, een bekend voorwerp (ik denk dan aan een miniatuur vrachtwagen voor een vrachtwagenchauffeur o.i.d.). Dit alles draagt tevens bij in de oriëntatie, wie ben ik, waar ben ik, in welke tijd leven wij.
Tijd Het lijkt me ook van belang de patiënt enig gevoel in tijd te geven. Is het nou dag of nacht. Wanneer komt het bezoek. Hoe lang lig ik nu al los van de beademing, ik krijg langzaamaan ademnood. Een duidelijk leesbare klok zou hierbij kunnen helpen. Het moet echter niet zo zijn dat de patiënt hier voortdurend naar moet kijken, de tijd voorbij zien kruipen. De beste plaats is dus aan de zijkant van de patiënt zodat hij gestimuleerd wordt er naar te kijken. Verdere mogelijkheden zijn: • Vrij zicht op het raam naar buiten • ’s Nachts proberen het licht te dimmen • Mogelijkheid tot het ophangen van een kalender • Radio of TV stimuleren ook de oriëntatie in tijd. Deze moeten voortdurend aan staan maar doelbewust (en naar wens van patiënt) aangezet worden.
Foto’s / schilderijen Net als bij kleuren telt hier dat de waarneming wel het zelfde is maar de interpretatie per patiënt verschilt. Wat de één mooi vindt hoeft de ander niet mooi te vinden. Een druk niet duidelijk schilderij kan zo bv. hallucinatoir werken of inspireren tot verder kijken. Maar het plaatsen van een (saai) neutraal schilderij moet men ook voorkomen. Je wordt dan niet gestimuleerd er naar te kijken en hiermee ga je aan je doel voorbij. Foto’s en of schilderijen moeten niet direct in het zicht gehangen worden om dezelfde reden als de klok. Het is beter iemand te stimuleren ergens naar te laten kijken. Voor patiënten met visusproblemen kun je het beste kiezen voor een eenvoudig motief of weinig gebruik van kleuren bv. alleen zwart/wit.
Privé ruimte Als een individu voor langere tijd ergens moet verblijven, wil hij zich graag op zijn gemak voelen. Om dit voor elkaar te krijgen is het mogelijk deze kamer waar hij/zij in verblijft een persoonlijke sfeer te geven. Volgens Miller, Stüber en Vaas (Basale stimulation in der intensivmedizinischen Frührehabilitation) is een architect hier niet bij nodig. Ik denk echter dat deze er in de ontwikkelingsfase wel rekening mee moet houden. Bv. in het aanbrengen van een metalen “prikbord” waardoor je foto’s, tekeningen van (klein)kinderen kunt ophangen. Of de grote hoeveelheid kaartjes die iedere patiënt van zijn familie- en/of vriendenkring krijgt.
Persoonlijke spullen Het gebruiken van de eigen materialen zoals eigen kussen, eigen toiletspullen ed. kunnen ook bijdragen aan de oriëntatie, wel moeten we hierbij oppassen dat de patiënt deze omgeving niet met zijn thuis verwisselt. Ook van groot belang is het gebruiken van eigen orthesen/prothesen Bv. het gebruik van een bril, ook als de patiënt niet doelbewust zijn omgeving in zich opneemt, is het wel van belang dat deze, als hij rond kijkt, iets kan zien. Maar ook het gebruik van de tandprothese, als de patiënt niet eet, is belangrijk. Naast dat deze tandprothese na de opname nog past, geeft het ook een gevoel van eigenwaarde! In de patiëntenkamer moet dus een goede opbergplaats komen voor de persoonlijke bezittingen van de patiënt.
13/18
Verdere inrichtingsmogelijkheden a. b. c.
d. e. f.
Een nachtkastje kan met een gekleurde doek van thuis bekleed worden. De positie van het bed in de ruimte veranderen om een ander zichtpunt te bieden. Gebruik maken van een grote spiegel aan het voeteneinde van het bed. Hierdoor kan de patiënt (als hij dit zelf wil) zichzelf waarnemen, dit kan er toe bijdragen een grotere mate van zelfzorg te stimuleren. Voor alleen het gezicht of een wond te bekijken kan natuurlijk ook een handspiegel gebruikt worden. De onder privé-ruimte genoemde hulpmiddelen kunnen heel goed op een nachtkastje staan. Deze moet naar mijn mening van de patiënt zijn en niet als opbergplaats voor verpleegartikelen. Het is ook mogelijk om een visnet op te hangen boven het bed van de patiënt en hierin voorwerpen te leggen die de patiënt kent. Dit moet nog wel eerst met de ziekenhuishygiëniste besproken worden. Schilderijen, prikborden of andere interessante gedeelten in een kamer, zou met licht geaccentueerd kunnen worden.
14/18
6. Conclusie Er zijn vele manieren mogelijk om een patiëntenkamer zo in te richten dat deze voldoet aan de principes van Basale Stimulatie. Ik ben me er van bewust dat wellicht niet alles mogelijk is, maar ik ben wel van mening dat we een unieke kans, van een nieuw te bouwen IC-Centrum kunnen en moeten benutten om enkele punten uit dit voorstel mee te nemen. Binnen de Basale Stimulatie zijn er vele aspecten die ook met andere zichtwijzen overeen komen. Zo ben ik gevraagd om aan een bespreking deel te nemen waar gesproken werd over de sfeer binnen ons toekomstig IC-Centrum. Hierbij werd een afstudeeropdracht van Mevrouw S. Cornelissen besproken. Uit haar presentatie werden enkele zienswijzen besproken die ook binnen het concept Basale Stimulatie vallen. Tijdens het schrijven van dit verandervoorstel zijn er ook al een paar bijeenkomsten geweest met de architect. Hij heeft ook al een 3-D presentatie laten zien om alles nog inzichtelijker te maken voor ons. Hij gaf hierbij duidelijk aan grote glazen wanden te “zien”, die je met een druk op de knop ondoorzichtig kan maken. Tijdens de laatste fase, waarin ik dit voorstel schrijf, kom ik steeds meer op kleine praktische problemen. Zoals waar zet ik nu kastje neer, voor het raam? Of waar kan ik een schilderij of een klok ophangen? Wat betreft Privacy, moet ik hierbij aangeven, dat ik nog niet weet, wat voor een effect een glazen “kooi” heeft op een individu in het kader van privacy. Ik kan me goed voorstellen dat iemand zich dan behoorlijk te kijk voelt liggen met al dat glas. Andere dingen lijken me weer goed realiseerbaar. Bv. het nachtkastje kan weer helemaal van de patiënt worden en niet meer als opbergplaats voor verpleegartikelen fungeren. Maar naast dit alles, wordt er veel van het concept Basale Stimulatie door de verpleegkundige uitgevoerd. Hierin hoop ik in de toekomst ook een bijdrage te kunnen leveren. Ik denk dan aan het geven van klinische les wat Basale Stimulatie is, of wellicht kan ik proberen enkele punten uit het concept te nemen en deze te integreren in de verpleegkundige zorg. Ik hoop dit dan te doen in een optimaal afgestemde omgeving om tot een nog meer bevredigend resultaat te kunnen komen voor zowel de patiënt als de verpleegkundige.
15/18
7. Geplande toekomstige situatie Dit hoofdstuk is later toegevoegd. Het is ontstaan als wens van het Management Team van ons ICCentrum. Omdat dit verslag op het internet komt te staan vindt het Management Team het prettig als ik dit dan ook actueel houd met de nieuw genomen besluiten. Ik heb dit dan ook na Hoofdstuk 6. Conclusie geplaatst. Als het nieuwe IC-Centrum dan gebouwd is komt er ook nog een hoofdstuk met welke punten gerealiseerd zijn. De indeling van dit hoofdstuk is dus gelijk aan de wenselijke situatie waardoor het makkelijker is te vergelijken.
a. Plafond In elke patiëntenkamer komt een koelplafond. Dit is nodig omdat het hele IC-Centrum boven op het dak gebouwd wordt en dus een plat dak heeft. Dit samen met de warmteontwikkeling van de gebruikelijke apparatuur heeft ertoe geleid dat hiervoor een koelplafond gekozen is. Dit betekent dat het plafond allemaal gaatjes heeft. Boven de bedplaats wordt een 10 cm verlaagd plafond aangebracht. Hierin komt inbouwverlichting. Het stukje plafond bestaat uit een glad oppervlak. De rest van de kamer heeft een plafond met gaatjes
b. Luchtroosters Vanuit het koelplafond wordt de kamer gekoeld (de naam zegt het al) en de luchtroosters zijn niet zichtbaar.
c. Muren Er is besloten dat het middelste deel van het raam tussen twee kamers, waarbij patiënten elkaar aankijken, als volledig gesloten uitgevoerd kan worden. Dit heeft als voordeel dat het directe zicht van de patiënten op elkaar verhinderd wordt en dat de mogelijkheid ontstaat om in het directe blikveld van de patiënt een mededelingenbord te maken met klok, datum/dag, namen arts/verpleegkundige. Dit gesloten deel mag maximaal 1/3e van het huidige raamoppervlak beslaan. Naar de gang toe zal gebruik gemaakt worden van ramen die geblindeerd kunnen worden tot melkglas. Dit houdt in dat bij de verzorging, om de privacy van de patiënt te waarborgen, het doorzichtige glas ondoorzichtig kan worden gemaakt.
d. Vloer Aan de werkvloer (dus ook de patiëntenkamers) worden strenge eisen gesteld. Er is daarom niet veel keuze. Er zal een verschil zijn in vloeren in de algemene gangen en de units.
e. Licht Alle patiëntenkamers komen aan een buitengevel. Dit betekent dat alle patiëntenkamers daglicht hebben. Hier wordt gebruik gemaakt van zonwerend glas. In het verlaagde plafond boven de patiënt komt inbouwverlichting. In de pendels waaraan alle apparatuur gehangen wordt komt indirecte verlichting. De grote ramen die de architect eerder voor ogen had zijn nu kleiner geworden. Dit heeft veel te maken met klimaatbeheersing.
f. Kleuren Het definitieve concept is nog niet klaar maar het zal zo zijn dat algemene gangen en vloeren anders zullen zijn ten opzichte van de units en dat herkenbaarheid voor niet IC-medewerkers erg belangrijk is, dus: • Duidelijke layout en routing van het gebouw. Kleur toepassen voor oriëntatie (alle units andere kleur) • Voorzieningen voor familie (eten, drinken, logeren, rooming in, lounges en wachtkamers met flexibele comfortabele opstellingen)
16/18
g. Inrichting Op de kamer komt een “makkelijke” stoel met leesverlichting Het bed en de pendel wordt zo geconstrueerd dat het bed en de pendel kunnen draaien. Isolatiekamers hebben toegang tot het dakterras (twee per Unit)
Tijd Er komt op elke kamer een mededelingenbord. Hierop komt ook een klok.
Foto’s / schilderijen Waar bedoel je dit, in de patientenkamer of in het IC-Centrum als geheel. Er is namelijk voor de algemene gangen en entree’s overleg met de kunstconservator van het UMC-U en er zal in de algemene ruimten zeker iets terug te vinden zijn in de nieuwe situatie.
Privé ruimte Hierover is nog geen informatie bekend
Persoonlijke spullen In het opbergmeubel (tussen de ramen) is ruimte voor het opbergen van persoonlijke spullen van de patiënt.
17/18
8. Gebruikte Literatuur 1. 2. 3. 4.
Regina Mutzenbach, Basal stimulierende Raum- und Umfeldgestaltung auf der Intensivstation. http://www.basale-stimulation.de/. Essen 2003 Nydahl, Peter, Sein Leben gestalten -Raumgestaltung und visuelle Stimulation aus der Sicht des Konzeptes der Basalen Stimulation., Die Schwester / Der Pfleger (2003) Ulrich, Lothar, Die erfahrung einer Patientin auf der intensivstation, Intensiv 1996, blad 4, blz 21-23 Miller, Peter / Stüber, Monika en Vaas, Ulrike: Basale stimulation in der intensivmedizinischen Frührehabilitation, Die Schwester / der Pfleger (2002) blad 5, blz 387.
18/18