DOORBRAAK v r i j m o e d i g
m a a n d b l a d
december 2011 12
Rondas over de G704
Roger Van Houtte: Afscheid van een rasjournalist
Bart De Wever: historische kans gemist Afgiftekantoor 8000 Brugge • V.U. Pieter Bauwens M. De Smetstraat 12 9308 Hofstade • Redactieadres: Passendalestraat 1A 2600 Berchem • www.doorbraak.org
EZiZg7Zcd^i½ ZZcYZZ_Vn4 h isto ri sch e
ka le n d er &
LVhKZhVa^jhZZchX]^aYZgZc >hVaVkVc9^ZhiZZc_jYd`V4 LVhKVc=ZabdciZZcWgdjlZg! Gd\^ZgkVcYZgLZnYZcZZcY^X]iZg4 LVhH^bdcHiZk^cZZcWV``Zg! L^odi]Z;aZb^c\ZZchig^eiZ`ZcVVg! ZcA^an7dZn`ZchZZcVXig^XZ4 =ZiVcilddgYk^cY_Z^cÈ9ZGdZihÉ#
ja ar b o ek
DkZgbVg`VciZbZchZckVcW^_dch! dkZg[Z^iZckVckgdZ\Zg! bZiZZclZZi_ZkddgZa`ZYV\#
en he
ussen ook rontdek int
je eigen roo
ts
]^hidg^hX]Z`VaZcYZg&_VVgWdZ`
9ZGdZihWZhiZaaZck^V^ciZgcZi^hZX]iZZckdjY^\#O^Zlll#gdZih^c[d#Zj
7:HI:A
7DC advertentie
HijjgYZ^c\ZkjaYZWdcd[ZZc `de^ZZgkVccVVg9ZGdZih! H^ci"6Yg^VVclZ\&'! (&.%7ddgibZZgWZZ`
J^iZgVVgY`Vc_ZYZoZ\Z\ZkZch dd`Y^\^iVVaYddg\ZkZck^V lll#gdZih^c[d#Zj$WZhiZaa^c\
>`WZhiZa\gVV\9ZGdZih'%&'Zchidgi&+!.*E^cXajh^Z[kZgoZcY^c\h`dhiZcW^ccZcaVcY degZ`Zc^c\cjbbZg7:-..,(%(')*&+-*kVc9ZGdZih#
KddgcVVbZccVVb CVVbWZYg^_[$^chiZaa^c\$dg\Vc^hVi^Z HigVVi$]j^hcjbbZg$Wjh EdhicjbbZg
Een politiek project Pieter Bauwens Wie nu nog niet heeft gezien dat dit land ziek is, die wil het niet zien. Wie nu nog niet heeft gezien dat de structuren van dit land falen, die wil het niet zien. Eerst kon je nog beweren dat het aan de politici lag. Die lieten zich dan gijzelen door een minderheid in een symbooldossier, BHV. Maar nu gaat het over de begroting. De begroting, het beleid, het geld van de staat, uw geld, ons geld. Het gaat over onze welvaart, ons werk, ons welzijn … De eerste vraag, geen van een miljoen maar van meer dan 11 miljard: kan dat binnen de huidige Belgische structuur? De tweede vraag is, kan dat met de socialisten, kan dat met de PS?
Ik dacht daarbij aan de periode met Martens. Ook die had een financieel economische erfenis (en verantwoordelijkheid). Ook Martens besefte dat hij dat in de regering-Martens V zonder socialisten moest doen, vooral zonder de Waalse socialisten. Het is passend om een voorganger-hoofdredacteur van dit blad eens te citeren: ‘De socialisten bleven kamperen in hun klassieke, vastgeroeste denkschema’s. ze bleven zich vastklampen aan inkomensstijgingen en bindend sociaal overleg.’ (Wilfried Martens, De memoires, p. 313). De regering-Martens V regeerde in de jaren 1981 tot 1985. Hebben de socialisten twintig jaar later hun lessen nog niet geleerd? Nochtans was niemand minder dan Elio Di Rupo vice-premier toen Dehaene II (1995-1999) saneerde om België in de Eurozone te loodsen. Het is dus mogelijk met de socialisten. Wellicht ligt de sleutel tot de houding van de socialisten bij de vakbonden. Die vonden het nodig om alvast, ook zonder dat er een begroting is, de spierballen te laten rollen. Socialistische vakbondstoppers in Wallonië spreken al van een 48-urenstaking in april en zelfs een 72-urenstaking later. Het duizelt hen al bij zoveel syndicaal jolijt in het verschiet. Ook zij zouden beter moeten weten. De sanering waarvoor de eerder besproken Martens V bijzondere machten vroeg, daar hadden de vakbonden een verpletterende schuld in. Er was in de tijd van Martens IV al discussie over de index. Voor de socialisten bleef het onbespreekbaar, onder druk van de vakbonden, die vastzaten in een andere tijd. Ook nu schijnen enkelen binnen de vakbond niet te willen inzien dat de wereld sinds 2008 drastisch veranderd is en dat recepten uit het verleden geen garantie bieden voor vandaag en nog minder voor de toekomst. Je kan in volle crisis niet meer en meer blijven eisen en foeteren dat de regering maar bij ‘de rijken’ moet aankloppen. De vakbonden zullen moeten inzien dat iedereen zal moeten inleveren. De vakbonden en politici moeten erover waken dat er een billijke verdeling is bij de inspanningen én dat de opbrengst van de inlevering van ‘het volk’
december 2011
goed besteed worden. Ik wil €1000 per jaar inleveren als dat moet, maar enkel om de toekomst veilig te stellen, niet om het in een bodemloze put te gooien.
Eigenlijk hebben de Belgicisten hun kans gemist. Objectief gezien was de N-VA niet hun grootste vijand, maar hun beste bondgenoot. De grondige hervorming van België, het programma waarmee de N-VA de verkiezingen heeft gewonnen, had de roep om een onafhankelijk Vlaanderen voor een tiental jaar gesmoord. Het krampachtig vasthouden aan het Belgisch status-quo en het onmogelijk maken van een copernicaanse omwenteling (u weet wel) heeft de roep om een onafhankelijk Vlaanderen versterkt. Zoals Prof. Bart Maddens in deze Doorbraak bepleit: echte veranderingen zijn maar mogelijk als de V-partijen meer dan 50 procent halen in Vlaanderen. Dat is voor die partijen de grote uitdaging. Vlaanderen overtuigen dat hun toekomstvisie er geen is van chaos en revolutie, maar van orde, gezamenlijk bouwen aan een land zonder het overdreven politieke tijdsverlies. Een politiek project, om het met die modeterm te zeggen, waar 6 miljoen Vlamingen kunnen achterstaan om onze welvaart, ons welzijn en ons werk te beschermen. Alvast CD&V en Open Vld zijn daar niet tegen. België noch Vlaanderen zijn voor hen geloofspunten, stelden ze op het debat van Res Publica over het voortbestaan van België. Ze zijn er dus niet manifest voor, maar eigenlijk ook niet tegen. Er is wel wat veranderd in de Vlaamse politiek de laatste vijf jaar. De begroting waarop we met z’n allen zitten te wachten zal geen soelaas brengen. Ze zullen tot een akkoord komen, wees maar gerust. Maar het zal geen zoden aan de dijk zetten. Sorry. Het zijn stuiptrekkingen van een hardnekkig systeem dat zichzelf in stand wil houden, maar door de harde realiteit zal worden ingehaald. Elke dag tikt wel de rekening aan, onze rekening en die moeten wij en onze kinderen en kleinkinderen hoe dan ook betalen.
Doorbraak
3
Luc Van der Kelen in Het Laatste Nieuws, 19 november: ‘De formateur schakelt over naar de kleine vermogens, de modale tweeverdieners met een beetje spaargeld. Die zitten niet zozeer in het kiespubliek van de PS, of in Wallonië tout court. Het overgrote deel zit in Vlaanderen. Een koppel met een goeie job, dat wat spaargeld heeft of een klein erfenisje heeft gedaan, en kijk, daar passeert meneer Di Rupo langs de kassa.’
veel weg van een democratische kuur waarvan de werkzaamheid niet verder reikt dan een homeopathisch geneesmiddel.’ Bruno De Wever in De Standaard, 5 november:
Wat gaan we doen met de resultaten van die G1000? We hebben al instrumenten om gezamenlijk tot besluitvorming te komen: we noemen dat “politieke partijen, en “parlement”’.
Koen
Jaspaert
(taalkun-
dige, KU Leuven) in Knack, Isabel Albers in De Tijd, 19 november:
‘Ons land is geen baken van vertrouwen meer. (...) Alle ingrediënten voor een economisch horrorscenario zijn aanwezig. In dat klimaat slagen de onderhandelaars er nog altijd niet in om het eens te geraken over de saneringen. Meer zelfs, ze zijn er het communautaire akkoord niet te na gesproken - nog niet in geslaagd ook maar één echt structurele hervorming af te ronden.’ Thomas Leysen in De Stan-
26 oktober: ‘Het belangrijkste motief om een taal te leren is dat je tot een groep kunt behoren en samen iets kunt doen. Op die manier groeit taal als een boom. Taal is niet de voorwaarde om te integreren. Integratie is een voorwaarde om een taal te leren.’ Luc
Van
den
Brande
in
De Standaard, 31 oktober:
‘Als België ooit verdwijnt, is dat omdat de zin ervan verdwenen is. Omdat Vlaanderen en Wallonië elkaar niet langer vinden.’
daard, 12 november:
‘In een aantal Europese landen gaat de politieke besluitvorming zeer moeizaam en dat proces is niet fraai om te zien. Maar daar is een logische uitleg voor. In een democratie heeft de politieke besluitvorming tijd nodig en die is er nu niet of nauwelijks.’
Rik
van
Cauwelaert
op
Twitter, 31 oktober:
‘maak een einde aan dat formatiecircus. De regering van lopende zaken maakt begroting en dan naar verkiezingen. De onzin duurde lang genoeg.’ Prof. Bruno De Wever in
Rik van Cauwelaert, 15 november in Knack.be: ‘We heb-
ben nog altijd geen begroting omdat Elio Di Rupo onbekwaam is. De formatie is intussen zo lang bezig dat het niet meer de moeite loont om een regering op poten te zetten.’ Frank Thevissen in De Tijd, 10 november: ‘De G1000 heeft
4
Sampol,
oktober:
Waals minister-president Rudy Demotte (PS) stelt zich grote vragen bij de totstandkoming van het rapport van de Hoge Raad van Financiën. Hij is vooral verbaasd over de inspanning die van de gemeentes en provincies wordt verwacht: 1,4 miljard euro. De Hoge Raad wijt dat hoge cijfer aan ‘de slechte financiële toestand’ van de lokale Waalse besturen, maar volgens Demotte hebben die de voorbije jaren wel degelijk werk gemaakt van hun begroting. Demotte vraagt om de voorspellingen in het rapport te herberekenen, en dat in nauwe samenwerking met alle overheden. Als de cijfers je niet aanstaan, dan pas je ze toch gewoon aan, niet? (DS, 31 okt.)
‘De sp.a staat op een kruispunt. Accepteert ze de Vlaamse natievorming en kiest ze voluit voor de Vlaamse staatsvorming met een links programma? Of wordt ze de vaandeldrager van de wederopbouw van de Belgische samenhorigheid? Dat laatste belooft een lange en moeizame weg te worden.’
Dertig van de 116 ziekenhuizen in België gaan volgens de ziekteverzekering systematisch verspillend tewerk, stelde De Standaard. Daarvan 19 Waalse (= 45 %), 6 Brusselse (= 40 %) en 5 Vlaamse (= 9 %) zieken-
huizen. Voor de behandeling van dezelfde aandoeningen rekenen ze keer op keer meer aan dan de andere ziekenhuizen. (9 nov.)
Oud-minister-president Luc Van den Brande, zowat de pater familias van de Vlaamsgezinde vleugel in de CD&V, is wel héél kritisch over de communautaire akkoorden van Di Rupo. Hij toetst ze aan de Frans Baert-doctrine, die doorgaans door N-VA als toetssteen wordt gebruikt. Het besluit is negatief: ‘De Vlaamse autonomie vergroot, maar die had nog groter kunnen zijn. Net als de fiscale verantwoordelijkheid. Die strandt nu op goed 30 % van de Vlaamse middelen. Dat moet minstens 50 % zijn. En justitie vind ik absoluut onvolkomen.’ De samenvallende verkiezingen vindt hij ‘een vreemde filosofie op het moment dat de deelgebieden meer bevoegdheden krijgen.’ In een interview met De Standaard betreurt hij ook dat het kartel met N-VA niet meer bestaat. (31 okt.)
140 000 Per duizend inwoners telt Vlaanderen 23 ondernemingen, Wallonië 20. En zo’n Vlaamse onderneming stelt gemiddeld elf mensen tewerk, waar een Waals bedrijf er circa negen telt. Die cijfers liggen niét dicht bij elkaar, volgens Vincent Reuter, gedelegeerd bestuurder van de Union Wallonne des Entreprises (UWE). ‘Als wij dezelfde cijfers zouden halen als in Vlaanderen, zouden er 140 000 mensen meer aan de slag zijn en hielden we geen werkloosheidsprobleem meer over.’ Het feit dat volgens de werkgeversbaas Walen ‘graag voor de overheid werken’, helpt natuurlijk ook niet echt. (Knack, 19 okt.)
Doorbraak
december 2011
De redactie van De Morgen heeft de samenwerking met Jean-Pierre Rondas na een half jaar vroegtijdig opgezegd. Jean-Pierre Rondas: ‘Vanaf nu verschijnt er dus geen tweewekelijkse column van Rondas meer in deze krant. De tekst over wat het betekent Belgicist te zijn maar zo niet genoemd te willen worden (DM, 20 sept.) besluit daarmee deze reeks. Stilistische overwegingen zouden ten grondslag liggen aan de beëindiging van de overeenkomst.’ Halfweg was er al een conflict geweest over een column die de vinger legde op de ‘nazificering’ van het debat in Le
Ook in privéondernemingen geldt een cultuurkloof tussen noord en zuid, of toch een financiële kloof. In de Franstalige AB Inbev-vestigingen geldt een pensioengerechtigde leeftijd van (amper) 52 jaar, in de Vlaamse moet je 55 zijn ...
Soir (met de kwestie-Pierre Mertens en het negationisme). Ook toen waren er stilistische bezwaren. Twee recente columns deden de deur dicht: ‘Verstoten sloren’, over het diepe Belgicisme van de tricolore Vlaamse partijen, en ‘Belgicisme voor wie het niet meer weet’, over Belgicisme als ideologievervangende laatste ideologie. Rondas: ‘Deze teksten grepen in het tere vlees van de voorakkoorden, en Stefaan van Hecke (Groen!) sprak van schelden en oorlogstaal. Mijn volgende tekst zou handelen over het wezen van de financieringswet. Zover heeft de redactie het niet laten komen.’
Bij het lezen van het novembernummer van Doorbraak zullen sommige royalty watchers de wenkbrauwen hebben gefronst bij de foto van Charles-Henri Sixte
‘Deze krant heeft dit soort column (met het bijbehorende Vlaamse standpunt) wel eventjes gewild, maar kan in laatste instantie deze openheid niet aan – zoals hij zoveel andere dingen niet meer aankan. In dit stadium volstonden enkele dreigementen met opzeggen van het abonnement. Ik maakte gewoon iets te vaak opinie tegen de opinielijn van de krant als geheel. Zoals een van de lezers op het forum van De Morgen zich liet ontvallen: “sinds wanneer mogen opiniemakers hier zomaar schrijven wat ze willen?”’ Van nu af zal Rondas op geregelder tijdstippen publiceren in Doorbraak.
de Bourbon (p. 20 ). Het fotoarchief van Reporters zorgde voor onduidelijkheid, maar blijkbaar stond de huidige groothertog van Luxemburg op de foto: Charles-
Henri de Bourbon-Parme. Wél familie, en ook familie van het Belgische vorstenhuis. Excuus.
Woordvoerder Benoît Lannoo geeft impliciet toe dat zijn minister Joelle Milquet het erg moeilijk heeft met het Nederlands. Ze ‘bekken’ haar toespraken en interviews vooraf. Nog net niet uit het hoofd leren, of toespraken fonetisch uitschrijven. (Nu, nov.)
Aalst lijkt stilaan tot de Brusselse Rand te behoren. Tenminste als je de toename van het aantal Franstalige leerlingen in Aalsterse scholen in rekening neemt. Volgens De Morgen signaleert zowat ‘elke schooldirecteur in Aalst de trend’, die al een tweetal jaar bezig is. Resultaat: in sommige scholen voert men een taalbeleid m.b.t. de Franstaligen, met onder meer extra lessen Nederlands. (15 nov.)
december 2011
Doorbraak
5
‘Wat nu voorligt, is een kleine staatshervorming’
Bart De Wever: ‘We hebben een historische kans gemist’ Bart De Wever heeft er net een handtekeningensessie opzitten op de Boekenbeurs in Antwerpen. Hij heeft er veel succes, zijn populariteit lijkt nog toe te nemen. Maar kan hij dat politiek verzilveren? Doorbraak vroeg geen handtekening maar een interview over populariteit en politiek. Pieter Bauwens en Karl Drabbe
Bart De Wever: ‘Met gemengde gevoelens. We hebben in 2010 een sterk mandaat gekregen van veel Vlaamse kiezers om een alomvattende verandering door te voeren, communautair maar ook in het beleid. We hebben een eerlijke poging gedaan om dat uit te voeren, maar we zijn gebotst op de ongelofelijke resistentie van het systeem. Dat systeem is wars van verandering en is door de grendelgrondwet zo gebetonneerd dat we daar nooit zijn doorgeraakt. We zijn eigenlijk ook nooit dichtbij een doorbraak geraakt. Achteraf moet je daar eerlijk in zijn. Volgens mij hadden de PS’ers van meet af aan een dubbele agenda: liefst van al regeren met de N-VA, maar op hun voorwaarden en als dat niet kan, dan zonder N-VA. Het maximumbod van de PS is nooit veranderd. Wat nu zogezegd wordt binnengehaald, verschilt niet veel van wat wij in de zomer van 2010 op papier zagen staan en dat was voor ons veruit onvoldoende. Wat nu voorligt, is geen systemische maar een kleine staatshervorming met veel bric-à-brac die het allemaal nog veel ingewikkelder zal maken. Ik denk ook meer en meer dat we te lang aan tafel zijn gebleven. Waarschijnlijk hadden we al in oktober vorig jaar de deur moeten dichttrekken, na de afwijzing van mijn nota. In die nota heb ik als Vlaamsnationalist het absolute minimum voor ons op papier gezet. Ik weet dat daarop kritiek was, maar
6
het was een bewuste en aanvaardbare stap op weg naar wat wij willen. Na de brute afwijzing hebben we 48 uur echt getwijfeld om naar de onderhandelingstafel terug te keren. We hebben ons laten overtuigen door Johan Vande Lanotte, die zei: “ik kan eenzelfde substantie verzilveren, geef me twee tot drie weken”. Dat zijn uiteindelijk drie maanden geworden. En we zaten terug op de carrousel.‘
‘Dat is niet totaal onjuist. Ik denk dat de PS zich trouw hield aan haar dubbele agenda: met ons op hun voorwaarden of zonder ons. Ze pasten ondertussen hun klassieke strategie toe: rekken, rekken, rekken en ondertussen de publieke opinie bespelen door alles wat gebeurt in de schoenen van de ander schuiven. De financiële markten bewegen: schuld van De Wever. Er komt geen regering, we breken een record, een wereldrecord: schuld van De Wever die geen compromissen kan sluiten. Zo leggen ze alle druk bij hun tegenstander, ook met de hulp van de Vlaamse media trouwens. Je zou evengoed kunnen zeggen dat het uitblijven van een regering ook de schuld is van de Franstaligen, van de PS. Neen, alles werd in onze schoenen geschoven. Maar ondanks die druk op de publieke opinie gingen de resultaten van de N-VA in de peilingen vooruit en niet achteruit. Het heeft
Doorbraak
de PS geweldig gefrustreerd, dat die Vlaamse publieke opinie niet in beweging kwam. Je moet je die onderhandelingen voorstellen: wij willen dat er iets verandert en zij zitten daar achter hun stevige muur van de grendelgrondwet. Je kan dat niet doorbreken. Toch niet binnen het wettelijke kader dat de vorige generaties politici ons hebben nagelaten. Als je dan druk begint te voelen vanuit de publieke opinie, word je plat geduwd. Veel van de vorige onderhandelaars zijn in die val getrapt. Die springen over het muurtje en verkopen het haalbare als het maximale. Maar bij ons kwam die druk niet, integendeel. We kregen meer en meer steun uit de Vlaamse publieke opinie. ‘
‘Het toppunt kwam vorige zomer, rond 11 juli. De nota van Di Rupo was duidelijk een provocatie: een anekdotische staatshervorming die ons veel kost en een sociaaleconomisch beleid, tegengesteld aan wat wij willen. Maar ze hadden nooit verwacht dat we neen zouden durven zeggen. En wat nog meer choqueerde, is dat de publieke opinie ons volgde. Ze waren toen echt bang. Die beelden van mijn speech op de Groeningekouter in Kortrijk maakten veel indruk. Achteraf gezien was dat het keerpunt. De Vlaamse partijen kregen schrik dat we het hele veld zouden innemen. De CD&V en Open Vld hadden geen reden meer om pal te staan, ze
december 2011
waren ervan overtuigd dat wij daarvan zouden profiteren. En dat is Di Rupo goed uitgekomen. Die heeft alles uit de kast gehaald, de koning incluis, en de CD&V en Open Vld zijn overstag gegaan. Daar hebben we een historische kans gemist, er zou een politieke energie zijn vrijgekomen waarin we eindelijk iets serieus hadden kunnen doen. De opluchting in Franstalig België was voelbaar in het parlement. Het was weer business as usual.’
‘Dat is een cynische vraag. Het is in Vlaanderen frustrerend om als centrumrechts politicus aan politiek te doen. Gelijk hebben is geen probleem, je zal in vele gevallen ook gelijk krijgen, maar het is moeilijk om dat om te zetten in daden of beleid. Verhofstadt is op dat slagveld oneerbaar gesneuveld. Hij kon zijn principes niet omzetten en liet ze dan maar allemaal vallen. Ook Leterme is gesneuveld. Hij heeft een jaar lang geprobeerd om met zijn West-Vlaamse kop tegen de muur te bonken, maar heeft er zich uiteindelijk bij neer gelegd. En ik ben nu de volgende in het rijtje die een sterk mandaat heeft gekregen om iets te veranderen. Het lukt niet. Is het dan nog nuttig aan politiek te doen? Ja, omdat je op de lange termijn moet kijken. Oké, nu op korte termijn zal er geen verandering komen, maar de laatste tien tot twintig jaar is het aantal Vlamingen dat op V-partijen stemt, gestegen tot praktisch de helft en de traditionele partijen, de behoeders van het systeem, halen niet meer de helft van de stemmen. Dat is een niet te ontkennen evolutie op de lange termijn. We moeten er aan werken dat die evolutie zich kan doorzetten. Ik heb geduld. Ik ben een man met een missie, en die is niet om zo snel mogelijk het succes te verzilveren. Ik wil realiseren, wat gerealiseerd moet worden.’
‘Ik heb altijd kritiek gehad op die mensen binnen de Vlaamse Beweging die pleiten voor een revolutionaire methode. Via de gewone politiek weg lukt het niet en we komen niet meer aan tafel tenzij om de onafhankelijkheid te onderhandelen. Je kan dat zeggen, maar vandaag hebben ze niet de power om zoiets af te dwingen. Je kan nu tegenwerpen dat wij het geprobeerd hebben door wel aan tafel te zitten en te participeren in het systeem en het is ook niet gelukt. Die kritiek moet ik aanvaarden. Maar je moet verder kijken. De vraag is dan: hoe zullen de krachtsverhoudingen in Vlaanderen evolueren? Er was een tijd dat wij als kleine partij met die grote moesten proberen onderhandelen. Nu is de tijd dat wij als grote partij met de kleine moeten werken. We moeten als Vlaams-nationalisten de balans opmaken en de Vlaming voorbereiden. Die is daar ook klaar voor. We moeten Vlaanderen overtuigen dat de optelsom die België is, echt in zijn nadeel werkt
op alle mogelijke beleidsdomeinen: migratie, sociaaleconomisch beleid, justitie, de knoop ligt daar ook in de optelsom die België is. Als die knoop niet wordt ontward, dan zal de Vlaming nooit waar krijgen voor zijn geld. Meer en meer Vlamingen zien dat ook. Ik ben op lange termijn optimist. Dat is niet mijn natuur, maar ik geloof dat het zal lukken. Al zal de komende termijn een ongelofelijke struggle worden in en om de publieke opinie. Waarbij wij dan weer het ongelofelijke nadeel hebben dat we geen enkele weerslag in de media hebben. Integendeel, de grote megafoons zullen tegen ons spreken.‘
‘We moeten niet flauw doen, we zijn concurrenten. Wij bieden Vlaams-nationalisme aan op centrumrechtse wijze. Wij willen de Vlamingen overtuigen dat het centrumrechtse beleid dat ze willen, kan worden bereikt via Vlaamse onafhankelijkheid. Bij het Vlaams Belang heb ik hoe langer hoe meer de indruk dat hun
december 2011
Doorbraak
[Foto © Reporters]
‘Ik ben een man met een missie, en die is niet om zo snel mogelijk het succes te verzilveren, ik wil realiseren, wat gerealiseerd moet worden.’
7
‘Ach niet veel, je moet daar nuchter in blijven. Persoonlijke populariteit is nuttig in politiek, je moet daar niet flauw over doen. Zolang het helpt om mensen over de drempel te krijgen voor jouw overtuiging, is het nuttig en gezond. Als die populariteit zou gaan dienen om te zeggen dat je persoonlijke carrière het meest wezenlijke is van jouw partij of beweging, dan wordt het zeer ongezond. Ik heb in het verleden in de Volksunie genoeg ongezonde toestanden gezien om zeer goed gewapend te zijn tegen dat soort waan. Ik heb mijn karakter mee, ook dat helpt. Zolang het duurt, moet je het nuttig proberen te gebruiken. Nu kopen de mensen een boek van mij, dat hen hopelijk een overtuiging kan bijbrengen die langer blijft dan mijn populariteit. Want die is eindig. Als
8
[Foto © Reporters]
antivreemdelingendiscours veel belangrijker is geworden dan hun onafhankelijkheidsstreven. Los daarvan vraag ik mij sinds enige tijd af of beide partijen zich niet beter focussen op het maximaliseren van de eigen basis, in plaats van elkaar te viseren. Ik probeer al een paar jaar geen offensieve bewegingen meer te doen naar het Vlaams Belang. Ik heb dat in de begindagen wel veel gedaan, te veel. Ik ben daar niet altijd verstandig in geweest. Ik probeer me nu te beperken tot het pareren van aanvallen van hen. Voor de publieke opinie is dat misschien hetzelfde, maar voor mij is het een wezenlijk verschil. Ik val het Vlaams Belang niet aan vanuit een weloverwogen strategie. Maar ik ben er wel te pas en te onpas toe verplicht om de aanvallen van Dewinter te pareren. Soms denk ik: wat win je daarmee? Maar wie ben ik? Bijvoorbeeld zijn pleidooi om de N-VA uit de Vlaamse regering te doen stappen. Als hij weet dat hij alles in de schoot van de traditionele partijen werpt, die ons maar al te graag aan de kant zouden zetten. Zo wordt hij een objectief bondgenoot van de Open Vld die dat federale akkoord hebben gemaakt en daarmee graag in de Vlaamse regering willen inbreken. Dan schiet hij het doel voorbij. Dat is een partijpolitiek steekspel, dan zit je elkaar vliegen af te vangen. We moeten anderen overtuigen.‘
‘We moeten Vlaanderen overtuigen dat de optelsom die België is, echt in zijn nadeel werkt op alle mogelijke beleidsdomeinen.’ Vlaams-nationalist doe je aan politiek voor het grote ideaal: wij zijn ervan overtuigd dat het nodig is in naam van de democratie en het goed bestuur dat Vlaanderen autonoom wordt. Als je populair bent, heb je meer instrumenten om je overtuiging te dienen. Ze komen je vragen om te spreken, om opinies te schrijven. Als je populair bent, moet je dat doen. Ik ga zo weinig mogelijk spreken voor de Vlaamse Volksbeweging, want dan preek ik voor de gelovigen. Ik spreek graag voor de Rotary, Club 51, de Lions, Davidsfonds, serviceclubs, businessclubs, de Belgische vereniging van Vastgoedbeheerders ... Omdat ik populair ben, openen die deuren nu en ik zeg daar wel exact hetzelfde als wat ik voor een VVBpubliek zou zeggen.‘
‘Absoluut. Dat is een van de voordelen die we hebben en een van de werken die we nu kunnen doen, door de interesse die er is voor ons. Wij worden in het buitenland opgemerkt, we zijn de grootste partij van het land en we staan op de radar. Als partij hebben we geïnvesteerd in een goed gedocumenteerde internationale website in het Frans, Engels en Duits. Vele
Doorbraak
N-VA-kopstukken zoals Danny Pieters, Siegfried Bracke en Jan Jambon geven geregeld interviews aan buitenlandse media. Ikzelf steek nu heel veel van mijn tijd in contacten met buitenlandse diplomaten. Ik kan daar niet zo veel over zeggen, maar in het afgelopen jaar heb ik er al heel veel ontvangen. Het aantal EU-landen waarmee ik niet heb gesproken, is een kleine minderheid. De nieuwe landen, de voormalige Oostbloklanden, hebben helemaal geen moeite om ons te begrijpen. Die komen soms met meer begrip binnen dan je verwachtte. Ik heb zo eens een delegatie ontvangen van een EU-land dat ooit één was en het nu niet meer is, en die kwamen eerder voorschrijven hoe ik het moest doen, want zo kon het toch niet verder. In andere contacten moet je vaak van verder komen.‘
‘Ook dat is democratisch choquerend. De Vlaming is heel veel gewoon van slecht bestuur en heeft de gewoonte om dat slecht bestuur buiten zichzelf te plaatsen. Brussel beslist en ik trek mijn plan, we knikken ja en we doen ons ding. Maar dat werkt in ons nadeel als je een heel assertief politiek project wil voeren. Wij zijn de meerderheid in dit land. Wij zijn diegenen die sociaaleconomisch de meeste rekeningen betalen, wij zouden in Brussel moeten zeggen hoe het moet gebeuren. Dan werkt de Vlaamse mentaliteit tegen ons. Nu is er een regering zonder Vlaamse meerderheid. Je zou dat in een normaal land eens moeten proberen. Gisteren was het nog ondenkbaar: Van Rompuy zei ooit over die situatie dat ze staatsgevaarlijk was, Leterme zou zo’n regering bevechten van Opgrimbie tot De Panne. De dag erop wordt het denkbaar en de volgende dag is het normaal. De Vlaamse editorialisten verdedigen het ook: de situatie is nu zo, het kan niet anders. We hebben een regering zonder Vlaamse meerderheid en een premier die amper Nederlands kan en wat schrijft De Standaard? Een editoriaal dat kritiek terecht noemt, maar jonge Vlamingen kennen ook geen Frans. Alsof dat terzake doet.’ [] Een uitgebreide versie van dit interview is te lezen op www.doorbraak.org.
december 2011
De grootste straatshervorming ooit ‘Dit is de grootste straatshervorming ooit’, verklaarde Alexander De Croo triomfantelijk nadat er op 24 september in de vroege uren een akkoord was bereikt over de financieringswet. StRaatshervorming? Een verspreking van een doodvermoeide onderhandelaar? Niks verspreking! Bart Maddens
kartelprogramma van CD&V en N-VA, en bleven daarna de ultieme toetssteen van beide partijen afzonderlijk. Zolang die as stand hield, kon men niet om de resoluties heen.
Met de Di Rupo-akkoorden krijgen we, zoals intussen genoegzaam bekend, precies het tegenovergestelde van wat in de resoluties wordt geëist. Het gros van de nieuwe gemeenschapsbevoegdheden (niet enkel de kinderbijslagen!) gaat naar het Brussels Gewest via de omweg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Bovendien wordt het Brussels Gewest bevoegd voor eerder overAlexander De Croo, onderhandelaar met geforceerd zegebulletin. [Foto © Reporters]
De Croo verwees gewoonweg naar het roemruchte Brusselse straatvegersakkoord: in de toekomst zullen alle Brusselse straten door gemeentewerkers worden geveegd. Dit moet wel de grootste straatshervorming ooit zijn. Tenminste gemeten naar het fabelachtige bedrag dat Brussel hiervoor krijgt: 461 miljoen euro per jaar extra. Maar toch, het kan niemand ontgaan zijn hoe geforceerd de zegebulletins van de Vlaamse onderhandelaars klonken. Het waren zorgvuldig ingestudeerde nummertjes, zielloos en zonder de minste overtuigingskracht. De enige die nog enigszins oprecht klonk, was Caroline Gennez toen ze zich liet ontvallen: ‘Nu zijn we er toch voor tien à twintig jaar van af’. Na 480 dagen onderhandelen was dat voor de uitgeputte onderhandelaars inderdaad het ultieme doel geworden: er van af zijn. Voor de beteuterde Vlamingen, voor wie het wel wat meer had mogen zijn, was er een andere boodschap: niet getreurd, want dit is geen eindpunt, enkel een stap in de goede richting. Er komt dus nog een zevende staatshervorming. Alleen, het is niet duidelijk wat we ons daarvan juist moeten voorstellen.
‘De vijf resoluties van het Vlaams Parlement, met hun pleidooi voor een tweeledige staatsstructuur, mogen nu definitief worden gearchiveerd.’
Want in één opzicht zijn de Di Rupo-akkoorden ongetwijfeld historisch (of ze nu worden uitgevoerd of niet): de Vlaamse basisconsensus over de gewenste staatsstructuur ligt aan diggelen. De vijf resoluties van het Vlaams Parlement, met hun pleidooi voor een tweeledige staatsstructuur, mogen nu definitief worden gearchiveerd. Al meer dan tien jaar lang vormden die resoluties de basis van een feitelijke alliantie tussen christendemocraten en Vlaams-nationalisten. In 1999 waren Luc Van den Brande (CVP) en Johan Sauwens (VU) de architecten ervan. De resoluties stonden centraal in het
december 2011
Doorbraak
gehevelde gemeenschapsbevoegdheden zoals sportinfrastructuur, beroepsopleiding, toerisme en cultuur. Van enige vorm van cobestuur is geen sprake. Brussel wordt meer dan ooit een sterk derde gewest, een supergewest zelfs. De kans dat dit in de toekomst nog kan worden teruggedraaid via onderhandelingen is zo goed als onbestaande. De staatshervormingen zijn wat men noemt ‘padafhankelijk’: een keer je een beslissende stap hebt gezet in een bepaalde richting, is er geen weg terug. Van de weeromstuit zijn de Vlaamse resoluties, met hun pleidooi voor tweeledigheid, een haast lachwekkend anachronisme geworden, te klasseren bij vroegere voorstellen om een provinciaal federalisme in te voeren. Dit heeft zeer verregaande gevolgen. Bij een volgende staatshervorming zal eender welke bevoegdheidsoverdracht automatisch een versterking betekenen van Brussel, en dus van de drieledigheid. De vijf resoluties zijn geschiedenis, en daarmee is het vliegwiel van de Vlaamse staatsvormende dynamiek gebroken. Er is geen breed gedragen Vlaams communautair project meer. De Vlamingen zijn hopeloos uit verband gespeeld. In de plaats van de alliantie tussen CD&V en N-VA komt er allicht een nooit geziene polarisatie tussen het V-Blok (N-VA, VB, LDD) en de systeempartijen. Voor de N-VA zal het in die nieuwe context niet gemakkelijk zijn om met een geloofwaardige communautaire boodschap naar de kiezer te trekken. Niemand gelooft enerzijds dat het nog mogelijk is om via normale onderhandelingen tot een voor de Vlaamsgezinden aanvaardbare staatshervorming te komen. Maar anderzijds is het twijfelachtig of de meer gematigde kiezers van de N-VA er al klaar voor zijn om de harde waarheid onder ogen te zien: Vlaanderen zal zich nooit kunnen bevrijden uit de dodelijke wurggreep van het Belgische regime zolang het V-Blok niet de volstrekte meerderheid haalt.
9
Anders gaan bewegen? ‘Di Rupo-akkoorden: niet in mijn naam’ introduceert een andere vorm van Vlaams ‘bewegen’ in 2011. Een stap vooruit of een stap opzij? Kathleen Van den Heuvel Met die woorden opent een zelfanalyse van de genoemde campagne, gepubliceerd op onze webstek (http://www.doorbraak.org/nieuws/264/ anders-gaan-bewegen). We kennen de Vlaamse Beweging van haar ontstaan in de tweede helft van de 19de eeuw van betogingen, manifesten en vrije tribunes. Maar Di Rupo dreef ze naar andere actietechnieken, die vooral via de virtuele internetweg lopen.
Van de actie is minder terug te vinden op straat – al werden naar verluidt al wel tienduizenden pamfletten verspreid – des te meer op het internet en meer in het bijzonder op Facebook. Daar werd een campagnepagina geopend, die momenteel bijna 1800 ‘vrienden’ telt. Artikels die via die weg worden verspreid, worden gemiddeld toch zo’n 3000 tot 4000 keer aangeklikt. In totaal mochten de Facebookberichten toch al reke-
[Foto © Reporters]
Vlaanderen beweegt zich op het internet tegen de Di Rupo-akkoorden.
10
nen op zowat 200 000 lezers. Het basispamflet wordt elektronisch beschikbaar gesteld en via die weg verspreid. Op YouTube staat een filmpje dat intussen zowat 4000 kijkers kon lokken. De pers pikte de campagne maar terzijde op. In De Standaard werd ze vermeld, ’t Pallieterke en Doorbraak besteedden er ruimere artikels aan. Google leert dat de campagne intussen wel de aandacht kon trekken van tientallen webstekken. De actievoerders stellen vast dat het communautaire thema de jongste weken nog amper aan bod kwam in de reguliere pers. De moeilijkheden om een akkoord te vinden over de sociaaleconomische thema’s en de begrotingsuitdaging, gingen met het gros van de persaandacht lopen. Tegen die achtergrond heeft zo’n communautaire campagne wel wat moeite om op te vallen.
‘De actie kost relatief weinig geld, maar des te meer permanente persoonlijke inspanningen omdat er voortdurend nieuwe voeding wordt gevraagd. Het internet – en dat geldt in het bijzonder voor Facebook – is een hongerig medium. Elk nieuwtje kan maar rekenen op een dag of zelfs maar enkele uren aandacht, gezien de voortdurende instroom van nieuwe informatie’, lezen we in de tussentijdse analyse. Het internetmedium maakt het mogelijk om snel te reageren. ‘Nieuws, berichten, citaten kunnen meteen worden doorgespeeld. De hele actie ging van start slechts vier dagen na het bekendmaken van de teksten van de akkoorden, wat zeker een record is. Het blijkt dat deze berichten op Facebook ook ruim worden gedeeld, al blijken vele Facebookgebruikers ook op dat vlak het medium soms nog niet helemaal te beheersen. De “vind ik leuk”-knop wordt meer gebruikt dan de propagandistisch veel interessantere “delen”-knop’, stellen de actievoerders vast. Ook op Twitter worden de berichten van ‘niet in mijn naam’ druk rondgestuurd.
Doorbraak
Het gebruikte actiemiddel blijkt handig om mensen te bereiken die verder af staan van de vaste Vlaamse Bewegerskringen. De actieve deelnemers aan de actie zijn ook jonger dan het publiek dat de zetel verlaat om lezingen en afdelingsactiviteiten bij te wonen.
De campagnevoerders hopen de traditionele pers ten dele te kunnen omzeilen om een ruim publiek te bereiken. De gebruikelijke actiemiddelen dringen maar door naar dat bredere publiek als dagbladen het nieuws overnemen. ‘Di Rupo: niet in mijn naam’ heeft enerzijds de ambitie om andere wegen aan te boren om uit de eigen kring te treden. ‘Anderzijds geeft deze campagne de kans om deels los te komen van de welwillendheid van de pers. Ook wanneer die de andere kant op kijkt, kunnen duizenden mensen worden bereikt door de medewerking van vele campagnevoerders, elk achter hun eigen pc, iPad of laptop. Op deze manier kan iedereen de rol van klein persmedium spelen voor de eigen groep “vrienden”.’ De mogelijkheden zijn groot, maar vragen de actieve inzet van een groep welwillenden. ‘Als 1600 actieve medewerkers kunnen worden aangezet om het medium (internet/Facebook) intensief te gebruiken, biedt deze aanpak de kans het ‘gif’ honderdduizendvoudig te verspreiden en in persoonlijke naam bekenden aan te spreken. Eigenlijk krijgen alle sympathisanten de kans mee te werken aan de uitbouw van een eigen, breed verspreid persmedium. In theorie geeft dat een echte kwantiteitssprong. Of die ook echt wordt gezet, moet nog blijken’, eindigt de analyse met een dringende oproep aan alle tegenstanders van de akkoorden die Di Rupo kon afsluiten. [] Wie zich in de campagne wil storten vindt alle informatie op: http://nl-nl.facebook.com/nietinmijnnaam.
december 2011
Vlaams Belanger met open lijst naar verkiezingen
Bart Laeremans: burgemeester? Karl Drabbe Neem nu Bart Laeremans (1966). Behorend tot de uitgesproken Vlaamsgezinde vleugel van het Vlaams Belang, gooit hij hoge ogen in Brussel-Halle-Vilvoorde en vooral in zijn kanton Meise (waartoe ook ‘zijn’ gemeente Grimbergen hoort). In 2006 slaagde hij er zelfs in om in Grimbergen duizend voorkeurstemmen meer te halen dan de zetelende burgemeester. Laeremans mag zich de populairste verkozene noemen in deze cultuurminnende en behoorlijk Vlaamsvoelende gemeente in de Brusselse noordrand. Het Belang haalde er dankzij trekker Laeremans 7 op 31 zetels – één ervan verliet recent de partij. Daarmee is het VB de tweede partij in Grimbergen, net na het (gewezen) kartel CD&V/N-VA.
Laeremans verlaat nu de begane paden. En met de steun van de partijtop gooit hij het Vlaams Belang-label overboord. Om met een zogenaamde open lijst – Vernieuwing – naar de gunst van de lokale kiezer te hengelen. Hij is ongemeen populair, bij jong en oud. De voorbije jaren stelden steeds meer mensen de vraag waarom Laeremans ‘nog’ bij het Vlaams Belang bleef. Zou hij niet eerder met een hoogstpersoonlijke lijst het verschil kunnen maken? Het feit dat de Volksunie hier al begin jaren 1990 verkruimelde en N-VA pas recent van zich laat horen, heeft hier natuurlijk ook mee te maken. Laeremans’ discours van verbrusseling, verstedelijking en verfransing slaat aan – criminaliteit en migratie zijn nagels waarop hij eerder in de Kamer of nu Senaat zal hameren, als het moet. Bart kwam niet uit het niets. Vader Johan Laeremans is wegbereider en bezieler van het Komitee der Randgemeenten dat De
december 2011
Zes uitgeeft, actief in de parochie, de lokale Vlaamse Volksbeweging en het Halle-Vilvoorde Komitee. Moeder is Lieve Wouters, dochter van Leo Wouters, oud-VNV’er, ‘repressieslachtoffer’ en gewezen senator voor de Volksunie. Als kind al reed Bart in korte broek met de fiets van het ene naar het andere aanplakbord in Grimbergen om er te ‘plakken’ voor de jonge partij die het Vlaams Blok toen nog was. Militant én voorbestemd. Vader Johan was immers oud-penningmeester van de Volksunie. Hij verliet de partij toen die het Egmontpact sloot. Ook grootvader Leo verliet de VU na het Egmont-debacle en stond aan de wieg van de Vlaams-Nationale partij en later het Vlaams Blok. Bart zocht zijn weg via het Taal Aktie Komitee en de NSV, om in 1995 Kamerlid te worden voor Brussel-Halle-Vilvoorde. Ondertussen is hij hoofd van het Kenniscentrum van de partij en gecoöpteerd senator. Fractievoorzitter in de Senaat zat er niet in, ook al is Laeremans een van de weinige Belangers die door vriend en vijand wordt gerespecteerd voor zijn parlementaire tussenkomsten en studiewerk. Anke Van dermeersch viel meer in de smaak bij wat sommigen neerbuigend de ‘Antwerpse gemeenteraadsfractie’ noemen aan de top van de partij.
Terug naar Grimbergen. In 1994 waren er nog plannen dat een dan nog haast onbestaand Vlaams Blok in Grimbergen – lachend werd wel eens gezegd dat het een familieonderneming was; broer Jan is provincieraadslid voor dezelfde partij – met een ruimere lijst aan de verkiezingen zou deelnemen. Onafhankelijke flaminganten uit en rond de Vlaamse Volksbeweging en de Vlaamse Vriendenkring van deelgemeente Strombeek-
Doorbraak
[Foto © Doorbraak]
De hommeles in het Vlaams Belang neemt niet af. Weinig nieuws onder de zon, en misschien niet voor elke mandataris van belang. Maar sommigen zoeken hun heil stilaan elders. Niet noodzakelijk door uit de partij te stappen, maar door de partij lokaal uit te breiden en op te tillen tot ‘iet nief, iet gruut’, om het eens met Johan Verminnen te zeggen.
Bart Laeremans mag na achttien jaar wél met een open Vlaamsbewuste lijst deelnemen aan gemeenteraadsverkiezingen in Grimbergen.
Bever, een populair oud-gemeenteraadslid van de ooit in Grimbergen grote Volksunie en andere oud-VU’ers wilden toen samen met het Vlaams Blok opkomen onder de vlag van – jawel – Vlaams Belang Grimbergen. Het Madouplein stak er een stokje voor. Na het succes van Zwarte Zondag in 1991 moest en zou het VB ook lokaal worden verankerd. Bijna twintig jaar later doet Bart Laeremans dat verhaal opnieuw over. Nu wél met steun van de partijtop. En met misschien de mogelijkheid om zijn stemmenaantal drastisch te vergroten. Geen wonder dat het Vlaams Belang (hier) voorstander is van rechtstreekse burgemeesterverkiezingen. Enkel het cordon dat Philippe De Crock, voorzitter van de kersverse N-VA, graag in stand houdt, zou roet in het eten kunnen gooien. Het hoofdkwartier van de N-VA wil het nationale succes in elke Vlaamse gemeente kunnen munten, zoals het Vlaams Blok dat in 1994 wou. Allicht is Grimbergen de enige gemeente in Vlaanderen waar de andere partijen wél blij zijn dat de N-VA (apart) opkomt.
11
Joodse Gemeenschap en Vlaamse Beweging
Nieuwe generatie breekt door carcan ‘Joden waren mee de pioniers van de Vlaamse Beweging. De moeilijkheden tijdens de oorlogsjaren kunnen niet eeuwig het samenleven van beide cultuurgemeenschappen blijven verhinderen of bemoeilijken’. Roger Van Houtte Dat stond in De Nieuwe Gazet op 9 maart 1985, meer dan 26 jaar geleden dus. Het was een verslag van een opgemerkte voordracht van de Antwerpse advocaat André Gantman, die later ook liberaal schepen in Antwerpen zou worden. André Gantman hield toen voor het ‘Initiatiefcomité ter bevordering van het Nederlands in de Joodse Gemeenschap’ een pleidooi voor integratie. André Gantman liet ook daarna de Vlaamse Beweging niet los. Hij wijdt er een hoofdstuk aan in zijn boek Jood zijn is een avontuur (Pelckmans, 2008) . Hij schrijft daarin onder meer: ‘Ik ben de mening toegedaan dat de Joodse gemeenschap in een geest van democratische openheid en pluralisme mee actief moet deelnemen aan de versteviging van de grondvesten van een modern en dynamisch Vlaanderen’. In zijn boek haalt André Gantman overigens enkele voorbeelden aan van joden, die hun sporen verdienden in de Vlaamse strijd: Nico Gunzburg (die een belangrijke rol speelde in de vernederlandsing
[Foto © Doorbraak]
André Gantman bij Yad Vashem, het Holocaustmemoriaal in Jeruzalem.
12
van de Gentse universiteit en in 1927 het eerste Nederlandstalig juridisch handboek over het huwelijkscontract publiceerde), Louis Franck, Hartog Somerhausen, Maarten Rudelsheim, Bernard Tokkie ...
André Gantman: ‘Er is een nieuwe generatie van joodse Vlamingen die veel meer voeling heeft met de ‘Umwelt’ , zeker in Antwerpen. Door het feit dat de diamantsector niet meer de zekerheid van vroeger biedt, moeten andere wegen worden bewandeld. De geslotenheid en geborgenheid, die een gevolg was van een economisch carcan, is nu doorbroken. De nieuwe generatie zal veel meer betrokken zijn bij de Vlaamse samenleving en dus ook gemakkelijker aansluiting vinden bij de Vlaamse Beweging’. Toen André Gantman aan de universiteit studeerde, was hij nog een uitzondering. ‘Er waren in die tijd weinig universitairen in de joodse gemeenschap. Vroeger vond men na de middelbare school werk in de diamantsector. Dat is totaal veranderd’.
‘Na de Tweede Wereldoorlog was er een enorme breuk gekomen met de Vlaamse Beweging door de collaboratie. Dat werd nog extra in de verf gezet door de vraag naar amnestie, die werd verbonden aan de heropstanding van de politieke Vlaamse Beweging die in de naoorlogse periode begrijpelijkerwijze als vijandig werd gepercipieerd ‘. ‘Bij mij is er een ommekeer gekomen in de appre-
Doorbraak
ciatie, namelijk toen ik student was aan de VUB, eind jaren 1960 - begin jaren 1970. Dat was een periode van zware communautaire confrontatie en de opkomst van het FDF in Brussel. Toen is bij mij het besef gekomen dat ik dat Vlaamsnationalisme historisch beter moest plaatsen. In die periode waren de VUB-studenten zeer actief in de Vlaamse strijd, maar ze werden ook meer dan wie ook geconfronteerd met de Brusselse realiteit en de vijandigheid tegenover alles wat Vlaams was. Men mag niet vergeten dat de toenmalige rector van de VUB, de vroegere communist Aloïs Gerlo, ook Vlaams-nationalist werd.’
‘Ik was in zekere zin een voorloper wat niet steeds in dank wordt afgenomen. Toen ik in het begin van de jaren 1980 meewerkte aan het blad In naam van de vrijheid verscheen een volledig nummer over de Vlaamse Beweging. Ik heb toen Hugo Schiltz geïnterviewd. Ik omschreef de Vlaamse Beweging als een volwaardige bevrijdingsbeweging, die een fundamenteel belang hecht aan identiteit en taal. Ik voegde eraan toe dat er een merkwaardig raakvlak was met het zionisme. Al was het maar omdat de Israëlische natie mede tot stand is kunnen komen door het Hebreeuws als voertaal in te voeren.’ ‘Het Vlaams-nationalisme staat vandaag terug in het centrum van de democratie, waar het ook thuis hoort. Dat is de verdienste van een hedendaagse politicus als Bart De Wever. Ik vind het aberrant dat men in een bepaalde pers – vooral de Franstalige – het politieke Vlaams-nationalisme aanpakt op basis van argumenten van zeventig jaar geleden. Ik ben van mening dat je zo niet verder kunt. Wat niet betekent dat men de geschiedenis maar moet vergeten.’
december 2011
Gespleten geweten
Een open boekje over reclame Het is altijd uitkijken met boeken waarin communicatieprofessionelen zonder zweem van ironie vakgenoten het etiket ‘goeroe’ opspelden. Bovendien leggen we best ook een gezond wantrouwen aan de dag tegenover visionairen die de nakende toekomst bezingen in termen van ongebreidelde transparantie, authenticiteit, eerlijkheid, duurzaamheid en solidariteit. Voor je het weet, klinkt zo’n boodschap klef en levert ze potsierlijke karikaturen op.
Een nogal Suske-en-Wiske-achtige allitererende titel. Voor een nogal ongemakkelijk pamflet. Gantman mag dan een vriend zijn van de Vlaamse emancipatiebeweging, wie te veel sympathie heeft voor de Palestijnse emancipatiebeweging – en dus kritiek heeft voor Israël, steekt hij met neo-, post en andere nazi’s in dezelfde antisemitische zak als holocaustontkenners en ander tuig. Genuanceerd is hij niet! De liberale oud-politicus neemt geen doekje voor de mond. Zijn anti-antisemitisch pamflet, zoals de ondertitel van het boek luidt, is ongemeen scherp en hard. Basisstelling: wie lacht met joden/Joden, wie grapjes durft maken over de Holocaust, wie Israël bekritiseert, maar tegelijk geen kritiek toelaat op de moslimextremisten van Hamas, begeeft zich op het glibberige pad van het antisemitisme. En we weten tot wat dat leidt. Niet dat zijn erg polemisch discours volledig uit de lucht is gegrepen. Er zijn inderdaad groepen in onze multiculturele samenleving die Joden liever terug in de zee willen drijven dan wel vergassen. Denk maar aan de pro-Palestijnse (en dus anti-Joodse) slogan ‘Hamas, Hamas, de Joden aan het gas’. En ook in onze Vlaamse scholen worden we geconfonteerd met islamitische jongeren die nonsens als De Protocollen van de Wijzen van Zion serieus nemen. Zonder dat ze daarom Umberto Eco hebben gelezen. Het gespleten geweten zet aan tot denken, is bij wijlen verdraaid scherp en snedig. Maar soms ook ‘er over’. Overdrijven in de ene richting zal de extremisten van de andere richting niet tegenhouden. (KVDH) [] André Gantman, Het gespleten geweten. Anti-antisemitisch pamflet. Pelckmans, 122 blz., €13,50, isbn 978 90 2896 494 5 – Benno Barnard schreef het woord vooraf.
december 2011
Frank Thevissen
Open Boek is een gezwind geschreven boek over de snel wijzigende communicatiesamenleving en nakende ‘transparantieomwenteling’. Hoewel het woord ‘goeroe’ slechts twee maal in het boek opduikt, strooit de auteur kwistig met newspeak die soms vervaarlijk aanleunt tegen de demagogische begrippentrommel waarmee Guy Verhofstadt en communicatiegoeroe Noël Slangen tussen 1999 en 2007 hun communicatieluchtkastelen optrokken binnen de omwalling van hun virtuele modelstaat. Onder de smeltende ijskap van de consumptie-economie en het kapitalisme ontluikt, volgens Michils, een maatschappij volgebouwd met ‘hypersociale bedrijven’ waarin menseconomie, talentisme, openheid en echtheid de boventoon voeren. Het is een rode draad die onvermijdelijk doet denken aan Het merk mens waarmee voormalig sp.a-woordvoerder Fons Van Dyck vier jaar geleden het gezelligheidssocialisme van Steve Stevaert in trendwatchersjargon goot en de modelverschuiving voor mens, merk en maatschappij ophing aan zweverige begrippen als verbondenheid, authenticiteit, harmonie, synthese en ‘empowerment’. De wereld is uiteraard aan de optimisten en de dromers, al timmeren goedbedoelende wereldverbeteraars vaak ongewild mee aan
Doorbraak
de aftakeling van het ondermaanse door het roekeloos gebrek aan realiteitszin en hun ongebreideld talent voor selectieve waarneming. Het betoog van Marc Michils zwenkt bij momenten vervaarlijk die richting uit, evenwel zonder de pretentieuze en selectieve zoektocht naar pseudowetenschappelijk bewijsmateriaal om zijn visie te staven. Wie volledig in de gedachtegang van de auteur wil meestappen, moet echter regelmatig stevig een oogje dichtknijpen. Michils is immers een authentieke en bekwame vakman boven elke verdenking, die kritisch is voor zijn eigen vakgebied en stielbedervers – en dat zijn er nogal wat – terecht op de korrel neemt. Het is jammer dat Open Boek niet rigoureus de eigen reclamebiotoop aan de kaak stelt, zoals reclamefotograaf Oliviero Toscani dat vijftien jaar geleden deed in zijn controversiële boek Reclame is een lonkend lijk. Jammer ook dat hij uitgerekend twijfelachtige voorbeelden (de ‘Respect’-campagne van CD&V uit 2004, de G1000-campagne voor deliberatieve democratie of de geautomatische personal e-mails van Obama aan de auteur) uitkoos als exponenten van ‘authenticiteit’ en ‘eerlijkheid’. Veel meer dan een doorwrochte maatschappelijke introspectie is Open Boek een inspirerende sterkhouder in woelige tijden, waarin de macht van de consument/kiezer zelden zo onder hoogspanning stond.
[] Marc Michils, Open boek. Over eerlijke reclame in een transparante wereld. LannooCampus, 192 blz., €24,99, isbn 978 90 8169 842 9
13
Peter De Roover
Belgische spread-stand Vandaag, 15 november en dus feest van de dynastie, praten de onderhandelaars over het thema ‘langer werken’. Geef toe dat onze politici zeker op dat punt het goede voorbeeld geven. Je kunt veel van hen zeggen, dat ze veel langer werken dan verwacht werd kan niet worden ontkend. Vandaag bedraagt de spread tussen Duitsland en België 300 basispunten. Even voor de leken: om nog een Belgische staatsobligatie op lange termijn aan de man/vrouw te kunnen brengen, moet dit land een rente van haast 5 % neertellen. Dat is zowat 3 % meer dan wat Duitsland moet aanbieden om nog geld te kunnen lenen. Vandaag werd de rentelast voor een komende leningsschijf van 2 miljard euro op één dag tien miljoen euro duurder. Een peulschil natuurlijk als er per Belgische kop, of die nu op een babylijfje staat of op de versleten body van een grijsaard, nu al wordt gezocht naar besparingen in de orde grootte van 1000 euro. Vandaag werd dat 1001 euro. Maar belangrijker is dat achter die cijfers een fundamenteel wantrouwen van de financiële markten schuil gaat in de kans dat het met dit land nog ooit goed komt. Wat een zonde dat er geen Vlaams-nationalisten meer aan de tafel zitten, want maandenlang fungeerden zij als pispaal. Door hun halsstarrigheid kwam er maar geen akkoord uit de bus. Toen werden ze buitenspel gezet en zou het allemaal een gang gaan. De communautaire problemen smolten als sneeuw voor de zon, maar sociaaleconomisch loopt het sedertdien voor geen meter. Plots ontpoppen socialisten en liberalen zich
als ‘caractériels’, stijfkoppen die niet tot bewegen bereid zijn. Op Facebook verscheen deze dagen een ‘leuke’ grafiek. De N-VA nam deel aan de onderhandelingen van juni 2010 tot juli 2011. Bij de start bedroeg de spread met Duitsland zo’n half procent. In juli was die opgeklommen tot iets meer dan één procent. En toen verdween De Wever van het toneel. Het verschil met de Duitse rente schoot als een pijl omhoog, tot de eerder genoemde drie procent. Het zal u niet verbazen dat deze grafiek – overigens, zoals gebruikelijk met grafieken en statistieken, licht manipulatief voorgesteld – wordt verspreid vanuit N-VA-gezinde kringen. Maar herinner u toch de jammerklachten over het zogenaamde gebrek aan compromisbereidheid van die partij. De koning had er zelfs een goed geacteerd 21 julinummertje voor over, dat volstond om CD&V met knikkende knieën in de Di Rupo-val te doen lopen. Nu blijkt dat de internationale markten heel wat strenger zijn voor het gebrek aan besluitvaardigheid dat de klassieke partijen tentoon spreiden. De N-VA was de zondebok. De bok verdween, de zonde bleef. Wanneer deze tekst verschijnt, is er wellicht toch een akkoord gevonden, want het is ‘van moetes’. Indien niet, lijkt dit land wel helemaal aan het einde van zijn Latijn. Maar als er dan toch een compromis werd gevonden, dan zal dat er één zijn waar de deelnemende partijen met lange tanden werk van zullen maken. Ja, zelfs zónder lastige Vlaamsnationalisten zakt België verder weg in de onbestuurbaarheid.
Frank Thevissen
De blijde intrede van ‘Herr Flick’ Roger Van Houtte is niet meer. Behalve het verdriet om het verlies van een doorwinterde, erudiete ex-topreporter die de greep van het politieke establishment op de media nauwgezet en argwanend in de gaten hield en onafhankelijke journalistiek consequent hoog in het vaandel droeg en in praktijk zette, was er vorige maand toevallig ook de aanstelling van de nieuwe algemeen hoofdredacteur van de VRT, Luc Rademakers.
14
Rademakers was algemeen hoofdredacteur van Gazet Van Antwerpen toen Roger Van Houtte in 2008 op instructie van Steve Stevaert werd geliquideerd omdat de toenmalige redacteur het beleid en de politiek in Antwerpen regelmatig kritisch aanpakte. Redacties verschuilden zich op dat moment collectief en lafhartig achter zelfcensuur. Enkel journalist Tom Naegels doorbrak een jaar later de omerta na inzage
Doorbraak
december 2011
Diderot, Daens, Dalrymple en wij
LUDO ABICHT
Op het eerste gezicht ligt het allemaal nogal eenvoudig: de Vlaamse Beweging was oorspronkelijk een emancipatiebeweging die streefde naar de culturele, sociale en politieke ontvoogding van de gewone mensen. Deze beweging was daarom ook de natuurlijke bondgenoot van de sociaaldemocratische en christendemocratische krachten die zich vooral inzetten voor de sociaaleconomische rechten van de arbeidende meerderheid van de bevolking. We weten dat dit bondgenootschap om diverse redenen niet of in ieder geval bedroevend weinig heeft standgehouden, met het gevolg dat de jongere generatie het bijvoorbeeld niet vreemd vindt dat de leiders van beide vakbonden zonder aarzelen kunnen oproepen tot een boycot van een legitieme en democratische Vlaamse partij die in hun ogen op sociaaleconomisch vlak te conservatief is. We vergeten daarbij dat deze tegenstelling tussen de sociale en de nationale ontvoogdingsbewegingen in het buitenland niet bestaat. Denk maar aan de situatie in Schotland, Catalonië of Québec. Maar we kunnen deze in mijn ogen jammerlijke feiten niet ontkennen. Elke huidige emancipatiebeweging moet onvermijdelijk worden gemeten aan de laatste en belangrijkste emancipatiebeweging van de moderne tijd, met name de Verlichting van de zeventiende en achttiende eeuw. In welke mate streeft een beweging naar de autonomie van de politiek ten opzichte van het gezag van de kerk, naar de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, naar de zo groot mogelijke vrijheid van meningsuiting, naar de vanzelf-
sprekende rechten van homoseksuelen en naar de rationele, onderhandelde oplossing van maatschappelijke problemen? Ik denk dat de Vlaamse Beweging deze test moeiteloos en zelfs hier en daar met glans kan doorstaan. De notie ‘met glans’ verwijst onder meer naar de geweldloze, democratische manier waarop de Vlamingen hun politieke, sociale en culturele rechten stap voor stap hebben veroverd, een historisch gegeven dat alle belgicisten die voortdurend voor zogenaamde ‘Bosnische toestanden’ waarschuwen en af en toe niet aarzelen, met gruwelfoto’s uit de zwarte dagen van het Derde Rijk te zwaaien, tot onwetenden en /of leugenaars bestempelt. Wanneer we het echter over ‘de Verlichting’ hebben, moeten we ook beseffen dat deze beweging vanaf het begin verdeeld was in een gematigd en een radicaal kamp. Het is de verdienste van de Amerikaanse cultuurhistoricus Jonathan I. Israël deze kloof en al de cruciale, bijzonder actuele gevolgen daarvan te hebben bekendgemaakt. In zijn jongste boek, Revolutie van het denken. Radicale verlichting en de wortels van onze democratie (Van Wijnen, 2011), staat onder meer een hoofdstuk over ‘Democratie of maatschappelijke hiërarchie?’ dat ons vandaag in het debat tussen voor- en tegenstanders van meer Vlaamse autonomie kan helpen. Daar lezen we onder meer dat radicale democraten als Diderot het politiek correcte paternalisme afwezen en de voorkeur gaven aan het electorale representatieve systeem. Aanbevolen lectuur.
van de interne correspondentie bij de GvA die Roger Van Houtte vrijgaf en publiceerde in zijn beklijvende bijdrage ‘Voltooide zuivering’ in het boek Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht. ‘Soms lees je een verhaal dat zo’n krater slaat in je respect voor mensen dat die bij de tegenvoeters een bult veroorzaakt. Dat heb ik dezer dagen met Steve Stevaert’, schreef Tom Naegels op 5 december 2009 in De Standaard. ‘Wat mij danig de ogen opende is het relaas, eindelijk mét bewijs – of op zijn minst stevige aanwijzingen – van hoe Stevaert en zijn entourage uitgeverij Concentra onder druk zetten om Roger Van Houtte (...) op een zijspoor te zetten en uiteindelijk te ontslaan omdat zijn kritieken de partij slecht uitkwamen.’ Luc Rademakers, deel van deze ‘entourage’, was razend over de publicatie van het dossier Van Houtte. ‘Deontologisch is een wederwoord nodig’, reageerde hij stellig. Toen ik Rademakers in de bundel De vierde onmacht die mogelijkheid bood, reageerde hij bitsig: ‘Behalve tegenover de betrokkene doe ik nooit uitspraken. Op De naam van de roos van Eco heb ik ook nooit een recht van antwoord gelezen: je moet fictie nu eenmaal in zijn genre laten.’
De overstap van Rademakers van Concentra naar de VRT leverde in de media alvast een keur aan afgeborstelde, steriele portretten op over een nieuwsmanager, meer marketeer-ondernemer dan journalist, met een hoog idealeschoonzoongehalte. Waarom wordt uitgerekend de onzichtbare Rademakers door collega’s wel ‘Herr Flick’ genoemd? Over zijn banden met de sp.a, zijn Limburgse connectie met voogdijminister Ingrid Lieten en de inmiddels gevallen Stevaert en zijn actieve rol in de affaire Van Houtte werd er met geen woord gerept. Ook Gazet van Antwerpen bleef volhardend zwijgen toen hun voormalig journalist ineen stuikte. Omdat de redactie niet over ‘fictie’ bericht? De omfloerste, afgeborstelde intrede van Rademakers bij de VRT en de mediaomerta rond journalistiek boegbeeld Roger Van Houtte maakt dezer dagen een akelige indruk. Het is dan ook opmerkelijk dat uitgerekend in tijden van transparantie een uitgesproken exponent van de oude politiek-journalistieke cultuur en achterkamerpolitiek de leiding krijgt over de nieuwsredactie van de openbare omroep.
december 2011
Doorbraak
15
Als de verkiezingsuitslag hen niet aanstaat Waarom moet dat hier nu, vroeg een VRT-vragensteller, en ga je dat vaker doen? Glimlachend slikte de woordvoerster van de G1000 een zenuwticje weg. Natuurlijk gaan we daarmee door, zei ze, ‘want verkiezingen zijn er maar om de vier, euh, vijf jaar’. Zei ze op tv. Jean-Pierre Rondas Dat vond ik nu eens ontroerend. In één beweging gaf ze aan dat er nu eenmaal slechts (‘maar’) om de zoveel tijd verkiezingen zijn, maar ook dat ze op de hoogte was van Di Rupo’s plan om die tijd tot vijf jaar te verlengen. En dan te bedenken dat de G1000 werd gesteund door mensen die het aantal kiesgangen in België willen terugschroeven tot een aantal dat onder dat van Rusland ligt ...
[Foto © Reporters]
Veelzeggend, toch? Dat woordvoerderschap alleen al behoort tot de slechte ‘democratische’ gewoontes van onze Vlaamse systeemcritici. Zo was er die filosoof die de Shame-betogingen van begin dit jaar op gang had getrokken. ‘Schaam u’, sprak deze beweging toen tot de regeringsonderhandelaars, want het duurt allemaal te lang, België breekt het wereldrecord regeringsloosheid. Vorige week beweerde hij doodleuk dat het toen helemaal niet de bedoeling was geweest om de onderhandelaars tot meer spoed aan te manen. Nochtans hadden ze zich precies daarom wel moeten schamen. Hetzelfde met David Van Reybrouck: na de fameuze G1000-dag (die in feite een G704-dag was), beweerde hij dat het initiatief zich helemaal niet tegen een vermeend teveel aan verkiezingen richtte ... Nochtans staat in zijn manifest als punt 13 de ondertussen gebeitelde zin, dat onze democratie verworden is tot een dictatuur van de verkiezingen. Letterlijk. Daarmee bezondigen
deze mensen zich aan precies het soort bedriegerijtjes die ze aan de partijgebonden democratie verwijten. Na een verkiezingsuitslag die hen niet aanstaat, delen de partijvoorzitters aan de verbaasde kiezer ook mee wat nu ‘in feite’ de ‘inzet’ van de verkiezingen was geweest. Had de G704 dus überhaupt iets te melden over democratie? Helemaal niet. Het is een onderwerp dat hen niet ligt. Daarover werd niet gedelibereerd. Er was al genoeg over gezegd tijdens de sensibiliseringscampagne, dat mocht volstaan. Nochtans wordt precies vandaag de Europese parlementaire democratie van alle kantenbelaagd.Daaromzoudendeze‘democratiebezorgden’zichbetereensbezinnenoverdeechte gevaren voor de volksvertegenwoordigende democratie, zoals de alreeds ten uitvoer gebrachte ideetjes over zakenkabinetten, alsmede de nog niet ten uitvoer gebrachte over gaullistische machtsovernames. Mochten ze zich aan zo’n reflectie begeven, dan kwam al snel de aap uit de mouw: de democratie is hen niet zoveel waard als de Belgische constructie. Maar dat is geen historisch nieuws: dat is altijd zo geweest, sinds 1830.
Van het begin af aan is de geschiedenis van deze staat een geschiedenis van het communautaire conflict tussen Vlamingen en Franstaligen geweest. Het democratisch verdriet van België is het communautair deficit voor Vlaanderen.
Het probleem met de G1000 was dat ze daarover niet wou of kon reflecteren, omdat ze dan eerst had moeten ingaan op haar statuut zelf. Het ging om een Belgisch forum, met eenderde tweetalige tafels (met tolk: een aanfluiting van de ware belgitude dus). Deze mensen gingen niet op de vuist, en daarom was deze zachte G een succes, heette het. Maar daar ligt het probleem niet. De G1000 deed alsof de Belgische politieke ruimte een evidentie is – terwijl zo’n ruimte niet eens bestaat. De G1000 deed alsof de legitimatie van de Belgische constructie géén probleem vormt – terwijl deze staat straks vijf volle jaren verlamd is. Jamaar, zei Van Reybrouck, het communautaire probleem is, dankzij Di Rupo, opgelost, dus hoefden we daar gelukkig niet meer over te praten. Zou hij dat echt geloven? Niets is opgelost. De G1000 speelde het klaar om te doen alsof de Vlaamse politieke ruimte niet bestaat. Logisch dat de G1000 dit ‘nationale’ probleem niet op de agenda kon zetten: het zou gewoon zelfvernietigend zijn geweest. Toch had de enige nuttige vraag aan de opgekomen burgers moeten luiden: WAAR speelt zich het democratische gesprek af? Op welk forum, in welke arena? Omdat het deze vraag niet durfde te stellen, zal dit initiatief dan ook een stille dood sterven. Overal ter wereld zien we betogingen van systeemcritici. Bij ons scharen hun Vlaamse collega’s zich achter het inerte systeem dat België heet ...
Globalisering is een mythe Wie haalt het vandaag in zijn hoofd om tegen de alom geprezen (ja toch?) en onontkoombare globalisering van de economie in te gaan? Frans Crols Je bent een oen als je een regionaal geluid laat klinken want de ‘wereld is vlak’, beweert al jaren – met groot succes voor zijn boekenverkoop – Thomas L. Friedman, Amerikaan, journalist, zelfverklaard wereldburger en globaliseringsgoeroe. In een ‘vlakke wereld’ wordt alles en iedereen platgerold door brute krachten die het lokalisme verpletteren. Friedman is het sterkst pratende hoofd van de globalistenstroming en zijn nabootsers zijn met velen.
‘Slechts 20 % van het internetverkeer doorbreekt de nationale grenzen.’ Pankaj Ghemawat, die ik in 2002 uitnodigde naar Brussel voor een sleuteltoespraak over ‘de Wereld in 2003’, leerde mij toen wat een al lang bestaand buikgevoelen/vermoeden bevestigde: dat die globaliserende economie heuvelachtiger, hobbeliger is dan de mythevorming en de propaganda over de platheid. Pankaj Ghemawat zei in Brussel: ‘Veel mensen, ook ondernemers, hebben de neiging om de vernietiging door de nieuwste technologieën van de afstanden tussen economieën, tussen landen en tussen culturen te overdrijven.’ De Indiër is terug met een knap boek dat nachtkastlectuur moet zijn van elke beleidsman, syndicalist, econoom en ondernemer van een klein tot middelgroot land. World 3.0 bewijst dat Pankaj Ghemawat, hoogleraar aan de zakenschool IESE in Barcelona, niet enkel buikgevoel heeft, en zijn stelling over de onbestaande (in bepaalde branches), zwakke (in de meeste branches) globalisering bevestigd ziet. Hij noemt ‘semiglobalisering’ het sterkste wat tot vandaag is gebeurd en lacht onder ande-
december 2011
ren Thom Friedman en Naomi Klein (de wereld wordt geregeerd en beheerst door een handvol multinationals) weg. Veel ijkpunten van de globalisering zijn verbazend minimalistisch, toont World 3.0. Slechts 2 % van de studenten volgt onderwijs aan een universiteit buiten hun eigen land. Amper 3 % van de mensen leeft buiten de grenzen van zijn geboorteland. Niet meer dan 7 % van de internationale rijstproductie wordt verhandeld buiten het teeltland. Ondernemers en kaderleden zouden zeer zwaar geglobaliseerd zijn en een soort ontwortelde groep van nomaden vormen; meer thuis op luchthavens dan thuis. Tot spijt van wie er anders over denkt: 7 % van de bestuurders van de crème de la crème van de grote ondernemingen – de S&P500, dus de 500 belangrijkste beursgenoteerde ondernemingen in Wall Street volgens Standard & Poors – zijn buitenlanders. Dus 93 % zijn lieden van het eigen volk. Minder dan 1 % van alle Amerikaanse ondernemingen heeft zakenactiviteiten in de vreemde. De uitvoer van alle landen samen heeft een tegenwaarde van 20 % van het totale bruto nationaal product van de wereld (dus de optelsom van alle bnp’s van alle landen). De handel over zee is verre van vrij want wordt beklemd door reglementen en monopolies. Reizen door de lucht botst op strenge wetten die het geglobaliseerde rondrazen zeer beperken. Allemaal goed en wel, mijnheer Ghemawat, maar dat is de traditie, de wereld van de oude economie. Kom ons niet vertellen dat de ‘new economy’ geen gezant van de globalisering is. Ghemawat schrijft: ‘De internationale mobiliteit van het kapitaal, de zogenaamde Foreign Direct Investments, bedraagt slecht 9 % van alle vaste investeringen. Minder dan 20 % van het risicokapitaal of lefgeld wordt ontplooid buiten de thuislanden van de fondsen. Ook zijn slechts 20 % van de aandelen verhandeld op alle beurzen ter wereld in handen van buiten-
Doorbraak
landse beleggers.’ De uitsmijter: ietsje minder dan 20 % van het internetverkeer (toch wel hét bewijs van de vlakke wereld van Friedman) doorbreekt de nationale grenzen. Tachtig procent is dus internetten onder landgenoten. Is de omvang van de globalisering vandaag minder dan de modedenkers geloven, dan is er toch een zwenking naar internationalisering? Ghemawat: ‘De niveaus van de uitwijking en inwijking vandaag verbleken bij wat er een eeuw geleden gebeurde. In 1911 was 14 % van de Ieren en 10 % van de Noren geëmigreerd. Toen had je geen visum nodig. Vandaag besteedt de wereld 88 miljard dollar aan het maken en behandelen van reisdocumenten en in een tiende van de landen ter wereld kost een paspoort meer dan een tiende van het gemiddelde jaarinkomen.’ Onderverstaan, de zogenaamde ‘footlose’ mensenstroom is eveneens minder massaal dan de asielzoekersberichten in de kranten.
Amper drie procent van de mensen leeft buiten de grenzen van zijn geboorteland.’ Naomi Klein, heldin van 11.11.11 en andere critici van de globalisering, verdient al jaren haar boterham met boeken en toespraken over de macht van de multinationals. Ghemawat daarover: ‘De concentratiegraad (het percentage van een brancheproductie in de handen van de topondernemingen in die branche – red.) is sedert 1950 in veel branches dramatisch gezakt. Zestig jaar geleden controleerden twee autofabrikanten de helft van de wereldautoproductie. Vandaag zijn dat zes fabrikanten.’
17
Taalvrijheid in praktijk De Belgische grondwet voerde de taalvrijheid in. In de praktijk kwam die neer op Franse taaldwang, zoals professor Hendrik Vuye met voorbeelden illustreert.
Aan de deur van de Franstalige stafhouder van de Brusselse balie hangt een gedenkplaat ter ere van Marie Popelin. In 1889 werd haar de toegang geweigerd tot de Brusselse balie omdat ze vrouw was. Terecht wordt die gebeurtenis tot vandaag in herinnering gehouden. Hendrik Vuye, Vlaming maar wel gewoon hoogleraar aan de universiteit van Namen, vindt het vreemd de beeltenis van Maurits Josson niet terug te vinden aan de deur van de Nederlandstalige stafhouder. Die werd in hetzelfde jaar 1889 geschrapt van de lijst van stagairs, ‘omdat hij gebruik wenste te maken van zijn grondwettelijke vrijheid om Nederlands te spreken en te schrijven’. Vuye hield de rede naar aanleiding van de 120ste verjaardag van de oprichting van het Vlaams Pleitgenootschap bij de balie in Brussel in 1891. De tekst verscheen in Het Poelaertplein, het tijdschrift van datzelfde Vlaams Pleitgenootschap en geeft een goed inzicht in de betekenis van de taalvrijheid die in 1831 werd opgenomen in de Belgische grondwet. ‘Buitenlandse staatsrechtgeleerden interpreteren de taalvrijheid vaak als gelijkheid, of minstens gelijkwaardigheid, van de in België gesproken talen. Dergelijke interpretatie is radicaal fout.’
Vuye overloopt historische feiten die aangeven hoe eenzijdig die Belgische taalvrijheid uitpakte. Als Domien Sleeckx in 1844 zijn kind in het Nederlands wil aangeven bij de Brusselse ambtenaar van burgerlijke stand, weigert die er akte van te nemen. Sleeckx trekt naar de rechtbank en daar aan het kortste eind. De taalvrijheid geeft volgens de rechtbank van eerste aanleg de ambtenaar het recht om zijn taal op te leggen. In 1863 moet Jacob Karsman voor de rechtbank verschijnen omdat hij een geschrift verspreidde
18
[Foto © Reporters]
Peter De Roover
Belgische taalvrijheid = het recht om in Vlaanderen geen Nederlands te (willen) spreken. zonder vermelding van de verantwoordelijke uitgever. Zijn advocaten willen in het Nederlands pleiten voor het Brusselse Hof van Beroep, maar de rechter weigert. De hogere magistratuur bevestigt de rechtspraak. Volgens de procureurgeneraal bij het Hof van Cassatie is het Frans de ‘languecommune’vandebalieendemagistratuur. Als Jozef Schoep zijn kind in het Nederlands wil aangeven in Sint-Jans-Molenbeek, ondergaat hij hetzelfde lot. Ook het Hof van Beroep vindt dat de ambtenaar het recht heeft het gebruik van het Frans te eisen. Als zijn advocaten voor het Hof van Cassatie Nederlands willen gebruiken, wordt hen dat geweigerd. Procureur-generaal Mestdagh de ter Kiele vindt het verzoek ‘in strijd
Doorbraak
met de meest elementaire beleefdheidsregels. Sprekers moeten immers rekening houden met zij die hen beluisteren.’ In 1892 moet de zaakPeerlinck voor de krijgsraad in Antwerpen en het krijgshof in Brussel in het Frans worden gepleit ‘met de intussen klassieke argumentatie dat sommige rechters Nederlandsonkundig zijn.’ Maurits Josson is de eerste advocaat van de Brusselse balie die een Nederlandse naamplaat aan zijn deur hangt. In 1889 dient hij een Nederlandstalig pro deo-verslag in. De zaak eindigt na een lange rechtsgang met de schrapping van Josson als advocaat-stagair. Hij wordt door de Gentse balie opgevist.
Het zijn dergelijke zaken die de lont aan het kruitvat steken en resulteren in de voor België zo typerende taalwetten. Wijlen rector Constant Matheeussen (KU Brussel) schrijft in zijn standaardwerk over de geschiedenis van het Vlaams pleitgenootschap: ‘De Vlaamse Beweging heeft echter in haar geschiedenis het “geluk” gehad dat er telkens weer een arrogante of anderszins kwetsende rel haar in de schoot werd geworpen, waardoor zelfs de gematigden zegden “trop is te veel”. In de geschiedenis van het Vlaams Pleitgenootschap kan men wat dat betreft van een constante spreken.’ Vuye zet op een rijtje wat de Belgische taalvrijheid in feite inhield. ‘Het recht om geen Nederlands te (willen) spreken; het recht om ook in Vlaanderen in alle omstandigheden Frans te spreken; taaldwang, namelijk de mogelijkheid om in bepaalde omstandigheden de Franse taal op te leggen; een voorwendsel om de taalwetgeving beperkend te interpreteren en waar mogelijk niet toe te passen.’ Vooral dat laatste blijft volgens Vuye tot vandaag een levende praktijk, zoals de (niet) naleving van taalwetten in Brussel nog steeds aantoont.
december 2011
Alles in Cannes en kruiken met de Grieken? De regeringsleiders van de EU keurden op 27 oktober een noodplan voor Griekenland goed. Opluchting alom tot de toenmalige Griekse premier Jorgos Papandreou vier dagen later kwam aandraven met een voorstel om de Grieken er in een referendum over te laten stemmen. Dirk Rochtus We trappen een open deur in door te stellen dat Griekenland er benard aan toe is. De staatsschuld rijst de pan uit, de werkloosheid beukt hard in op de Griekse jeugd. De trojka van Europese Commissie, Europese Centrale Bank en Internationaal Muntfonds zegt de Grieken miljardenhulp en een gedeeltelijke kwijtschelding van de schuld toe. Griekenland moet wel drastisch besparen.
Volgens enquêtes staat 60 procent van de Griekse burgers afwijzend tegenover het besparingspakket, maar vertaalt dat zich niet in vijandschap tegen de euro. Slechts een kleine minderheid van 15 procent wil de drachme, de oude Griekse munt, weer ingevoerd zien. Misschien speculeerde Papandreou van de socialistische PASOK hierop? De burgers zouden immers beseffen dat een ‘neen’ in een referendum over het noodplan ook het einde van het Griekse lidmaatschap van de eurozone betekende. De nieuw ingevoerde drachme zou bloot staan aan een
[Foto © Reporters]
Was de Griekse premier gek geworden toen hij een referendum uitschreef?
december 2011
enorme devaluatie en omdat de schulden in euro worden afgedragen, zou Athene altijd maar meer en meer drachmes uit zijn mouw moeten schudden. Het bankroet van de staat was dan nog maar een kwestie van tijd. Met die gedachte in het achterhoofd moet Papandreou het voorstel voor een referendum gelanceerd hebben. Zijn motieven hadden natuurlijk ook met het overleven van zijn regering te maken. In geval van een ja zouden de mensen geen reden meer hebben om te demonstreren tegen Papandreou als uitvoerder van dat Europese ‘dictaat’. Volgens Yves Desmet is het daarom nog geen doodzonde ‘om de bevolking van een land zich democratisch te laten uitspreken over of men al dan niet failliet wil gaan’ (DM, 3 nov.).
Het is van 1974 geleden dat de Grieken nog een referendum organiseerden. Toen ging het over de monarchie, nu zou het in feite gegaan zijn over het wezen van de democratie, de res publica. Wat Papandreou tegen de mensen zei, was immers: ‘Jullie beslissen!’ In hun handen had dan het lot van de eurozone en van de EU gelegen. Want een neen zou niet alleen de doodsteek voor de Griekse deelname aan de eurozone hebben betekend, maar ook de andere mediterrane eurolanden hebben besmet. Geen wonder dus dat de aankondiging van het referendum als een bom insloeg. ‘Is de Griekse premier gek geworden?’ Wil hij zelfmoord plegen ‘uit angst voor de dood?’ zoals Michael Hüther, directeur van het Deutsches Institut für Wirtschaft, uitriep. Tijdens de top van de G-20 in het Franse Cannes op 3 november riepen de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Nicolas Sarkozy hun Griekse collega op het matje. Er vielen harde woorden, de
Doorbraak
geldkraan zou worden dichtgedraaid. Uiteindelijk zwichtte Papandreou voor de druk van buiten en van binnen (in zijn eigen regering) en blies hij het referendum af. Zelf trad hij af. Op 6 november werd een akkoord over een overgangsregering bereikt.
Is nu alles ‘in Cannes en kruiken’? Er blijft een wrange nasmaak. Wat zegt ons het geaborteerde referendum over de toestand van de democratie in Europa? Onzekerheid in afwachting van de uitslag verontrustte de beurs en dat deed op zijn beurt de regeringsleiders sidderen. Het besef dat de politiek zich moet schikken naar wat conform de markt is, maakte dat de idee van Papandreou toch ook op sympathie kon rekenen. Merkwaardig genoeg vooral in Duitsland, zelfs bij een ‘conservatieve’ krant als de Frankfurter Allgemeine Zeitung waarin Frank Schirrmacher zich afvroeg of we dan niet inzien dat de evaluatie van democratische processen wordt overgelaten aan banken en ratingagentschappen. Zolang de EU uit soevereine lidstaten is opgebouwd, kan ze hen niet beletten ‘het volk als de soeverein’ aan het woord te laten, in het parlementaire halfrond of op straat via een referendum. Dat is democratie, maar dan in één land, luidt de kritiek, terwijl de democratie in de eurozone als geheel wordt gegijzeld. Hendrik Vos (universiteit Gent) merkt dan ook op: ‘Het Papandreou-incident zou de geesten rijper kunnen maken voor “meer Europa”’ (DS, 2 nov.). Tussen de regels door klinkt dat als: ‘minder soevereiniteit voor de natiestaten’. Kristof Decoster vindt dan weer op de webstek van MO* dat er in heel de eurozone een referendum over het steunpakket zou mogen komen.
19
Vlaanderen zingt kerst Op 26 december kan je op een negentigtal plaatsen in Vlaanderen oude Vlaamse kerstliedjes zingen. Een organisatie van het Davidsfonds dat een kleinschalig initiatief zag uitgroeien tot een nationaal succes. Een aanzet om inhoud te geven aan het kerstfeest en het religieus-cultureel erfgoed niet verloren te laten gaan. Pieter Bauwens
Het evenement heette eerst ‘Vlaanderen zingt kerst’, naar het oorspronkelijke ‘Brugge zingt kerst’ maar al sinds vorig jaar werd gekozen voor de naam ‘U zijt wellekome’, een uitnodigende knipoog naar één van de oudste Vlaamse kerstliederen, Nu zijt wellekome. Zegt Bert De Smet, stafmedewerker bij Davidsfonds Evenementen en verantwoordelijk voor ‘U zijt wellekome’. ‘We willen met “U zijt wellekome” een tegengewicht bieden tegen het commerciële kerstgebeuren, maar op een leuke manier, met een familiaal evenement waar oude traditionele kerstliederen worden gezongen die stammen van de middeleeuwen tot de jaren 1970. De bedoeling van het evenement is samen zingen met familie of vrienden. Door het zingen van een twintigtal liederen willen we ook het kerstverhaal op een sfeervolle manier beleven.’ Op de webstek van het Davidsfonds wordt het evenement aangekondigd in het kolommetje ‘geschiedenis en erfgoed’. Er is dan ook een achterliggende,cultureleredenomditevenement
20
te organiseren. Bert De Smet: ‘ We willen op een authentieke eigentijdse manier ons erfgoed beschermen. Vele van die kerstliederen komen uit de volkscultuur, het zijn volkse liederen, dat zie je ook vaak aan de inhoud. We willen met dit evenement dit immateriële erfgoed overdragen naar een volgende generatie.’ Volgens De Smet lukt dat ook want er zijn niet enkel oude mensen die uit nostalgie kerstliederen komen zingen: ‘Dit evenement slaat misschien meer aan bij de traditionele vleugel van het Davidsfonds. Het hangt een beetje van afdeling tot afdeling af, maar we zien een vrij goede mix van jong en oud in het publiek. Er zijn ook grootouders die met hun kleinkinderen komen, een echt familieevenement dus.’
kerstperiode wel vaker gebeurt, kan elke deelnemer een vrije bijdrage geven voor het goede doel. In 2009 werd 16 000 euro ingezameld voor Poverello. In 2010 ruim 20 000 euro voor Handicap International en CEDES. In 2011 is het goede doel Welzijnsschakels, een organisatie die groepen van vrijwilligers samenbrengt en mensen die worden uitgesloten meer kansen biedt. Welzijnsschakels doet dat via persoonlijke contacten en groepsactiviteiten, maar ook door samen te gaan praten met maatschappelijke diensten. In Vlaanderen zijn er meer dan 120 Welzijnsschakels. [] Voor een ‘U zijt wellekome’ in uw buurt: www.davidsfonds.be www.welzijnsschakels.be
Het Davidsfonds zingt niet zomaar wat. De artistieke leiding van het project is in handen van Ignace Thevelein, kapelmeester van de Brugse kathedraal, in samenwerking met koorfederatie Koor&Stem. Hij maakte een selectie uit de Vlaamse kerstliederen en programmeert ze zodanig dat ze, terwijl ze worden gezongen, het kerstverhaal vertellen. Plaatselijk wordt alles in goede banen geleid door een ervaren zangleider met een koor en/of muzikaal ensemble of orgel. Zo zijn er die dag in Vlaanderen wel enkele honderden zangers en muzikanten actief. De Smet: ‘De basisidee is dat de mensen komen om zelf te zingen gesteund door een aanzingkoor, maar bepaalde afdelingen nodigen ook een plaatselijke jonge solist(e) uit voor een intermezzo. Elke afdeling kan zo ook een eigen accent plaatsen. Maar de kern ligt op het samen zingen, het is dus geen kerstconcert.’ En omdat het Kerstmis is, is het evenement ‘U zijt wellekome’ gratis, maar zoals dat in de
Doorbraak
december 2011
[Foto © Katrijn Van Giel]
Kent u ze (nog)? Nu zijt wellekome, Maria die zoude naar Bethlehem gaan, Hoe leit dit kindeken en Susa Nina? Het zijn enkele kerstliederen die op het programma staan van ‘U zijt wellekome’. Een kerstsamenzang, begonnen als ‘Brugge zingt Kerst’, een initiatief van een plaatselijke afdeling en via een WestVlaams tussenstation, voor het derde jaar op rij een nationaal evenement van het Davidsfonds. Vorig jaar op tachtig plaatsen in Vlaanderen, dit jaar op negentig, dus er zit ook nog groei in. Die groei is er ook in de publieke opkomst: in 2009 waren er zo’n tienduizend zangers, in 2010 zo’n vijftienduizend. Ook dit jaar wordt er op groei gerekend.
Verdriet van Aalst
Voortdoen!
Vlamingranten
Aalst haalt tegenwoordig enkel nog op een positieve manier de media met het carnaval. De andere dagen is het politieke kommer en kwel. Nochtans is Aalst een centrumstad met potentieel en meer dan 80 000 inwoners. Karim Van Overmeire is al 17 jaar gemeenteraadslid in Aalst, eerst voor het Vlaams Blok/Belang en sinds kort voor de N-VA. Hij is naast een deelnemer een bevoorrecht getuige van de ‘ruzie en krakeel’ in het Aalsterse stadhuis. Geboeid door de vraag: ’hoe is het zover kunnen komen?’ schreef hij het boek Het verdriet van de Zwarte Man. Van Overmeire benadert en analyseert objectief de politieke situatie en de voorgeschiedenis die tot de politieke blokkage heeft geleid. Van de ruzie in de liberale partij over de verkiezingen en de coalitiebesprekingen naar vlucht van de burgemeester voor de brandweer. Hij neemt ook alle grote dossiers van stadsvernieuwing door – sommige zijn al meer dan tien jaar geblokkeerd. Van Overmeire schrijft vlot en weet ook de moeilijke dossiers helder uit te leggen. Het verdriet van de Zwarte Man is zeker een Aalsters boek, maar wie interesse heeft in een verhaal van binnen de plaatselijke politiek zal het met veel plezier lezen. Het is een verhaal van politieke intriges en machtsspel, persoonlijke botsingen en onkunde. Al is het te hopen dat het niet in elke stad in Vlaanderen is als in Aalst. (PB)
De lectuur van dit diepzinnige boek sterkt me in mijn afkeer van het door Vlamingen inflationair gebruikte stopwoord ‘absoluut’. Ludo Abicht licht toe wat ab-soluut betekent: ‘ab legibus hominum solutus’ ofte ‘boven de menselijke wetten verheven’. Het is een woord dat geen lichtzinnig gebruik duldt. Vaak enkel in betekenissen zoals wanneer Jezus ‘de absolute vrijheid van het individu’ verkondigde in een periode waarin ieder mens gebonden was door etnische, religieuze en sociale banden (p. 173). Ook dat maakt de kracht van Abicht uit: dat hij als atheïst er niet voor terugdeinst de bijdrage van de Bijbel en het christendom tot onze beschaving te erkennen. Een ‘ongelovige’ die de religie naar waarde schat en zelfhumor ontwikkelt, brengt ons meer bij over de grote vraagstukken van het leven dan een verbeten atheïst die zijn opvattingen wil opdringen. Die zelfhumor blijkt ook uit de woorden van de Griekse wijsgeer Sokrates die vlak voor het nuttigen van de gifbeker zijn leerling opdroeg nog een haan te offeren aan Asklepios, woorden die het boek zijn titel gaven. Een haan offeren deden de oude Atheners om te danken voor genezing. Toch was Sokrates in het aanschijn van de dood dankbaar dat hij niet had toegegeven aan de ‘ziekte’ of ‘verleiding om valse (...) opinies te aanvaarden.’ (p. 11). Het boek van Abicht is een erudiete zoektocht in waarheid naar de zin van een positief atheïsme: het besef dat je zonder geloof in een hiernamaals zo moet handelen dat je het leven van anderen ten goede beïnvloedt. Om je te laten leiden door het grafschrift van Herbert Marcuse: ‘Weitermachen’ (p. 153). (DR)
Dankzij eerdere boeken van de onvermijdelijke Guido Fonteyn, Gaston Durnez en Pascal Verbeken – ’s mans boek Arm Wallonië werd zelfs een tv-serie – zijn we stilaan vertrouwd met het beeld van de negentiende- en twintigste-eeuwse migraties vanuit Vlaanderen naar Wallonië. Voor het eerst nam een groep historici dit thema wetenschappelijk onder de loep om tot een eerste standaardwerk te komen. Nu klinken ‘wetenschappelijk’, ‘historici’ en ‘standaardwerk’ in één zin misschien hopeloos saai, maar dat is dit rijkelijk en vierkleurig geïllustreerde boek zeker niet geworden. De auteurs bekijken de verschillende migratiegolven van enkele honderdduizenden Vlamingen – eerst als industriearbeiders, later als landbouwarbeiders en landbouwers – naar Wallonië vanuit verschillende invalshoeken. Daarbij de klassieke clichés bekijkend, doorbrekend en/of bevestigend. Met een blik vanuit noord en zuid, gewapend met het alaam van de migratiehistoricus, eerder onontgonnen archiefmateriaal bestuderend, krijgen we voor het eerst een algemeen (!) kader van de Vlaamse emigratie. Elk hoofdstuk wordt daarbij afgewisseld door een kort en indringend portret van een Vlamingrant – een Vlaamse emigrant – van de hand van Wallonië-journalist Guido Fonteyn. Anekdotes krijgen dus duidelijk een plaats, maar zo ook systematiek en statistiek – en zo leren we dat het beeld van de Vlaamse crimineel in het zuiden, dat Verbeken nog aanhaalt in zijn recent werk, naar de prullenmand der clichés mag worden verwezen. (KDr.)
• Karim Van Overmeire, Het verdriet van de Zwarte Man, een rondleiding, 218 blz. € 15, isbn 978 90 818 1530 7 – bestellen via
[email protected]
• Ludo Abicht, De haan van Asklepios. Pleidooi voor een positief atheïsme. Meulenhoff/Manteau, 204 blz., € 19,95, isbn 978 90 8542 252 5
• Idesbald Goddeeris en Roeland Hermans (red.), Vlaamse migranten in Wallonië. 1850-2000. LannooCampus, 248 blz., €29,99, isbn 90 289 209 9568 8
december 2011
Doorbraak
21
Roger Van Houtte: onafhankelijke journalistiek wordt zeldzaam Als Di Rupo op de cover kwam, een artikel over het FDF werd gepubliceerd of een establishment-Vlaming aandacht kreeg in Doorbraak, wond hij zich steevast op tijdens de redactieraad van Doorbraak. Om na de vergadering – bij een paar tripels Karmeliet – het politieke stof door te spoelen en vol emotie te praten over zijn kleindochtertje. Roger Van Houtte verliet ons even snel als hij kon schrijven. Roger ontviel ons op 15 november.
KARL DRABBE
In 1973 begon Roger Van Houtte (1951) bij De Nieuwe Gazet. Hij begon er op de stadsredactie en daar bleef zijn hart kloppen. Hij werd geliefd en gevreesd door Antwerpse politici. Als geen ander kende hij de stad en haar coulissen, haar kameraden en kuiperijen. Antwerpen is niet alleen ‘van aa’, maar was vast en zeker van hem. Roger kwam uit het West-Vlaamse Blankenberge. Op avondlijke bijeenkomsten kon noch wou hij dat wegsteken. Clichés zijn er om te worden bevestigd. Zo ook dat van de WestVlaamse bescheidenheid (Roger bleef liever op de achtergrond, de schijnwerpers liet hij aan anderen over, maar vooral: hij had een hekel voor de m’as-tu-vus, de hielenlikkers die aan hun klim op de sociale ladder bezig waren, de establishment-Vlamingen), werklust (het was hem nooit te veel een artikel te
22
schrijven over zelfs een onderwerp dat hij niet volledig beheerste) en koppigheid (van al dat Voka-flamingantisme moest hij niet veel weten, en iedereen zou het geweten hebben). Roger noemde zichzelf sociaal en conservatief. Vlaams, uiteraard, maar daar liep hij niet mee te koop. Dat was een evidentie. Begin jaren 2000 ontmoette ik hem voor het eerst, spraken we af, leerden we elkaar kennen, gingen we een pint drinken. Liefst in een volks café, niet te trendy, niet te chique. En waar je kon roken. Veel roken. Roger was tot voor een paar jaar een kettingroker. Tot hij zich bekeerde, tientallen kilo’s verloor, de stad verkende op de fiets. Zijn grootste persoonlijke klap moet zijn gedwongen ontslag bij de Gazet van Antwerpen geweest zijn. Na tientallen jaren te schrijven over Antwerpse politiek – als politiek redacteur, later als commentator – werd hij opzij geduwd. Hard tegen onzacht mocht hij nadien over buitenlandse politiek schrijven – met erudiete interviews over buitenland in de Frut, jawel! – vervolgens over economie. ‘Daar doe ik het minst kwaad,’ stelde hij. Maar hij had het ongeluk te positief te zijn voor het Vlaams Blok en vooral voor Marie-Rose Morel. Hij zou de krant in de hoek van het Vlaams Blok hebben geduwd. Dat was immers de overtuiging van een sp.a-kliek met de toenmalige socialistische oppergod Steve Stevaert aan het hoofd. Die kliek eiste Rogers hoofd. De linkse filosoof en GvA-hoofdredacteur Luc Rademakers (zie ook Media-watcher p. 14) voerde Rogers vonnis uit in 2008. De rest is geschiedenis. In 2009 deed een verbitterde Roger zijn verhaal in de bundel Media & Journalistiek in Vlaan-
Doorbraak
deren kritisch doorgelicht van o.a. onze medewerker Frank Thevissen. Verbitterd, maar niet gekraakt. Even was het zoeken naar werk. Zijn pen leende hij terloops als redacteur en corrector. Zo onder meer – belangeloos – voor de eindredactie van Wij betogen!, het vuistdikke boek dat verscheen naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de Vlaamse Volksbeweging. En met veel plezier maar evenveel frustraties – ‘ze zijn te vriendelijke voor elkaar’ – leidde hij de gesprekken tussen zijn goede vrienden André Gantman en Ludo Abicht over Israël-Palestina. Tweespraak over oorzaken en oplossingen. Op de voorstelling van dat boek, waar Roger ook even het woord nam, heb ik hem voor het eerst met das gezien. Die kon hij na de officiële voorstelling niet gauw genoeg uitspelen. Een man zonder franjes, letterlijk en figuurlijk. Al gauw na zijn oneervol ontslag – onbegrijpelijk dat Gazet van Antwerpen nu schreef dat Roger de krant ‘verliet’, Het Nieuwsblad was correcter door te stellen dat hij de krant ‘moest verlaten’ – werd hij opgepikt door Bart De Wever. Als professioneel tekstschrijver tekende hij voor honderden toespraken, artikels, vrije tribunes van N-VA-mandatarissen. Dit Portret is een persoonlijker portret dan wat u doorgaans op deze pagina te lezen krijgt. De sympathie voor en de vriendschap met Roger waren, zijn, blijven groot. Het respect voor deze gedreven en onafhankelijke journalist – in hart én nieren – waren, zijn, blijven groot. Zijn laatste artikel schreef hij voor Doorbraak: een interview met een goede vriend van hem. U leest het op p. 12. De hele kernredactie en alle medewerkers van Doorbraak zullen hem ontzettend missen.
december 2011
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Uitgeversgroep (VLUG). Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. Passendalestraat 1A, 2600 Berchem
[email protected] www.doorbraak.org T 03 320 06 30 - F 03 366 60 45 ISSN 0012-5474 Jaarabonnement 11 nummers (verschijnt niet in augustus) Abonnement € 25 Internetabonnement € 15 (mits opgave van elektronisch adres) Studentenabonnement € 10 (mits opgave van elektronisch adres) www.doorbraak.org/abonneren
[email protected] IBAN BE 91 736001271976 BIC KREDBEBB
Uit de archieven van Brasser
Niet louter toevallig De jongste politieke ontwikkelingen zijn weinig meer dan variaties op hetzelfde thema. De toestanden die jaren geleden al op de korrel werden genomen door cartoonist Brasser vertonen veel gelijkenis met wat we vandaag meemaken. Meer zelfs: de tekeningen van toen illustreren nog altijd perfect de actualiteit van vandaag. Nochtans had Brasser geen glazen bol. Marc Van de Woestyne
Gratis tweewekelijkse e-zine met actualiteit en commentaar www.doorbraak.org/tussendoor Pieter Bauwens Peter De Roover Karl Drabbe, Marc Van de Woestyne Pieter Bauwens, Frans Crols, Bernard Daelemans, Peter De Roover, Karl Drabbe, Jean-Pierre Rondas, Roger Van Houtte, Marc Van de Woestyne Frans Crols Lut Lambert (Foar Dy) Ludo Abicht, Jacques Claes, Dirk Degraaf, Frederik Dekeyser, Vincent De Roeck, Herman Deweerdt, Wouter Laeremans, Theo Lansloot, Bart Maddens, Eric Ponette, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme, Frank Thevissen, Luc Van Braekel, Katleen Van den Heuvel, Jan Van Doren, Wart Van Schel
Erwin Vanmol Wim Van Capellen (Reporters) Doorbraak Pieter Bauwens Maurits De Smetstraat 12 9308 Hofstade
Deze maand diepen we een juweeltje op van halverwege de jaren negentig. Albert II is al zijn broer Boudewijn opgevolgd en Jean-Luc Dehaene heeft het roer van het politieke schip in handen. Dat kunnen we aflezen van de kaft van het boek waaruit de vorst declameert. De koning roept zijn landgenoten op verdraagzamer te zijn voor elkaar. Volgens Brasser is de vrome wens niet meer dan een sprookje. Als we vandaag nog (zie Vrijspraak op pagina 14) lezen dat de koning er een goed geacteerd 21 julinummertje voor over had om de CD&V in de val van Di Rupo te doen lopen, dan kunnen we enkel besluiten dat de toon van de koning misschien wat verstrengd is maar dat de essentie van zijn televisietoespraken bijna twee decennia later dezelfde is gebleven. En dat is niet louter toevallig.
Splits zelf de sociale zekerheid! Word lid van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds.
>> U komt tenminste uit voor uw Vlaamse overtuiging ...
Wij ook! >> U wil een Vlaamse sociale zekerheid ...
Wij ook! >> U wil concrete daden, geen woorden ...
Wij ook! >> U kan er alvast zelf iets aan doen ... Zet vandaag nog de stap naar het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds en splits zelf de sociale zekerheid.
Bel gratis:
0800-179 75 Hoofdzetel:
Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be Kantoren & brievenbussen over heel Vlaanderen