b I -~
Samenvatting De Ruiter Schroot bv Nijmegen Milieu Effect Rapportage
datum: juni 1996 projekcnummer: 46003 ing. C.W.M. Swinkels auteur: Zonder voornfga.nde toutemming van IMd Micon bv mag nieto "it di, rappon worden ve/Vcclvoudigd cnlof openb... worden gem.ole, door middcl van dmk. rOlokopie. miclofilrn of op welke andere wiju dan ook.
Inhoud 1 InJeiding
1
1.1 Algemeen
1
1.2 Probleemslelling en doet van de voorgenomen aCliviteit
1
1.3 Capacileits vergelijking tussen de verleende vergunning. huidige situatie ell voorgenomen activiteit2 2 Beleidskadet en doewatigheids analyse
2
2.1 Beleidskader
2
2.2 DoelmatigheidIMarktanalyse
3 3 3
2.2.1 Analyse input materiaal 2.2.2 Marktanalyse
3 Voorg~omen activiteit en de gevolgen voor het milieu
4
3. J Beschrijving hoojdaetiviteiren
4
3.2 Verkeer en transport en bedrijJstijden
5
3.3 Aceeptolie en eontrole
6
3.4 De plaats en omVang opslag eapaciteit
6
3.5 Shredderr:nstallatie
7
3.6 Afval en restprodllkten
9
3.7 BedrijJsvoering. s/oringen en calamiteiten
9
3.8 Water
10
3.9 Geluid en trilling en
10
3.10 Lucht
JI
4 Bestaande milieutoestand en de autonome ontwikkeling
12
5 Alternatieven en varianten
13
5. J Criteria en beleidsuilgangspullteTl met betrekking en varianten
tOl
de olltwikkeling ell seleetie vall alternatieven 13
5.2 Nulalternatiej
14
5.3 Het meest milieuvriendelijke alternatiej
14
5.4 Vergelijking van de varianteJl en alternatieven
14
5.5 Voorkeursaltematief
16
6 Leemten in kennis en informatie en evaluatie achteraf
16
Samenvatting De Ruiter Schroot bv Nijmegen Milieu Effect Rapport
Inleiding 1.1
Aigemeen
De Ruiter Schroot by, gevestigd aan de Nijverheidsweg te Nijmegen, heeft het voornemen de verwerkingscapaciteit van de shredder voor lichte schroot-categorien (autowrakken, welvaartschroot en licht staalschroot) te vergroten met 90.000 ton per jaar tot een £Otale shredderverwerkingscapaciteit van 250.000 ton per jaar. Hiervoor is het nodig een nieuwe zerdiratorl condirator te realiseren en deze een Hcht gewijzigde opstelling op het bedrijfsterrein te geven. De totale verwerkingscapaciteit inclusief de schrootschaar wordt met 140.000 ton vergroot naar 300.000 per jaar. Daarnaast wordt de riolering aangepast, zodat er niet meer rechtstreeks op het oppervlaktewater wordt geloosd, maar al het afvalwater op het gemeentelijk riool wordt geloosd en worden de bedrijfstijden in de avonduren licht aangepast. Deze uitbreiding van capaciteit is zodanig dat er nieuwe vergunningen vereist zijn in het kader van de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) en dat deze m.e.r.-plichtig is. Daarom heeft De Ruiter Schroot bv op 11 mei 1994 een Startnotitie Milieu-effectrapportage ingediend bij de Gedeputeerde Staten van Gelderland, waarmee de m.e.r.-procedure is gestart. Gedeputeerde Staten van Gelderland zijn bevoegd gezag voor de vergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer (Wm). Zuiveringsschap Rivierenland is bevoegd gezag voor de vergunning-verlening ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). De coordinatie van zowel de vergunning- als de m.e.r.-procedure wordt verzorgd door Gedeputeerde Staten van Gelderland. 1.2
Probleemstelling en doe I van de voorgenomen activiteit
De Ruiter Schroot bv streeft naar een grootschalige verwerking van autowrakken, welvaartschroot, ficht schroot en handel in non-ferro metalen met minimale milieueffecten. Dit kan het beste plaatsvinden door middel van het shredden van metalen. Zo ontstaat schroot dat schoon is van verontreinigingen en dat ronder verdere bewerking kan worden ingezet bij de produktie van nieuw staal. Materialen die niet geschikt zijn om te worden geshred worden indien nodig anderszins bewerkt, onder andere met een hydraulische schaar. Er is een structurele verandering in de marktvraag naar meer geshred staalschroot ten opzichte van geknipt schroot. Hierdoor komt er meer markt voor shreddercapaciteit in de licht schrootverwerking. De Ruiter Schroot bv heeft de intentie een deel van de zo ontstane geshred Hcht staalschroot-markt onder contract te krijgen. Voor de verwerking van het licht staalschroot is de capaciteit van de huidige shredder binnen de huidige bedrijfstijden ontoereikend en ondoelmatig. Een capaciteitsvergroting van de shredder biedt mogelijkheden om efficienter en met minder kosten per ton te produceren. Een uitbreiding van 140.000 ton staalschroot verwerkingscapaciteit te realiseren in de verwerking van licht staalschroot, welvaartschroot en zwaarstaal voor de knipschaar biedt het bedrijf de mogelijkheid om een betere greep op de markt te krijgen. Dit is mede noodzakelijke omdat er op dit moment een concentratie van belangen optreedt. Door een meer of minder gegarandeerde afname van (geknipt) staalschroot aan de schroothandel aan te bieden wordt De Ruiter Schroot bv minder afhankelijk van de toenemende kwaliteitsvraag van de staalproducenten. Hierdoor zal de positie van het bedrijf op de middellange- tot lange termijn gehandhaafd kunnen blijven.
1.3
Capaciteits vergelijking tussen de verleende vergunning, huidige situatie en voorgenomen activiteit
In het MER worden drie situaties beschreven. De verleende vergunning, de huidige situatie en de voorgenomen activiteit. Deze drie situaties worden in tabel 1.1 naast elkaar gezet. verleende vergunning
huidige situatie
voorgenomen activiteit
peildatum 1993
autowrakken
totaal autowrakken +
65.000 ton
80.000 - 100.000 ton
welvaartschroot
overig schroot
25.000 ton
30.000 - 40.000 ton
25.000 ton
115.000 ton
Hcht staalschroot totaal input shredder
160.000 ton
knippen en snijden zwaar staal tot~e be:werkings-
160.000 ron
250.000 ton
40.000 ton
50.000 ton
155.000 ton
300.000 ton
.,
capaciteit verhandeling zonder bewerking totale materiaal doonet
115.000 ton
160.000 ton/jaar
20.000 ton
50.000 ton
175.000 ton/jaar
350.000 ton/jaar
tabel 1.1: Vergelijking van de verleende vergunning, huidige situatie en de voorgenomen activiteit.
2
Beleidskader en doelmatigheids analyse 2.1
Beleidskader
Zowel op Europees als op nationaal en provinciaal nivo zijn er beleidsvoornemens en besluiten die van belang zijn voor de voorgenomen activiteit. Een deel hiervan leggen beperkingen op of stellen randvoorwaarden aan de voor de voorgenomen activiteit te nemen besluiten. In de onderstaande tabel zijn de meest relevante beleidsstukken en genomen besluiten opgenomen.
Europees beleid
Verordening betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen , naar en uit de EG Nationaal beleid: Nationaal Milieubeleidspan Nationaal Milieubeleidsplan plus Nationaal Milieubeleidsplan 2 Milieuprogramma 1995-1998 Besluit stortverbod afvalstoffen Brief van directeur afvalstoffen VROM d.d. 4 december 1990 Nederlandse Emissie Richdijnen Derde Nota Waterhuishouding Beheersplan voor de Rijkswateren Provinciaal beleid Provinciaal autowrakkenplan van de provincie Gelderland 1990-1995 Provincieaal Afvalstoffenplan III (PAPIII) van de provincie Gelderland Bestemmingsplan tabel 2.1 overzicht relevant overheidsbeleid en besluiten
2
2.2
Doelmatigheid/Marktanalyse
2.2.1 Analyse input materiaal Er is een gecombineerde doelmatigheid/marktanalyse uitgevoerd. Deze analyse heeft zich gericht op de shredder-activiteit en de daarbij van belang zijnde materiaalstromen, te weten autowrakken en licht staalschroot, en op de marktpositie van het bedrijf Autowrakken De analyse van de markt voor autowrakken is opgebouwd uit twee gedeeltes: Een overzicht van de huidige situatie en een prognose van de toekomstige ontwikkelingen. De huidige situatie wordt gegeven door gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hieruit blijkt dat het aantal autowrakken de Iaatste jaren op een stabiel niveau van rond de 420.000 ligt. Het aantal bedrijfsauto's ligt vrij constant rond de 45.000 stuks. De prognose van het vrijkomende tonnage te shredden autowrakken is gebaseerd op de verkoopcijfers van auto's en een gemiddelde levensduur (12 jaar). Per 1 januari 1995 is Auto Recycling Nederland BV (ARN) actief geworden. Door bij de verkoop van nieuwe auto's een verwijderingsbijdrage te heffen wil de ARN via selectieve sloop ten minste 86 % van het gewicht van de materialen waaruit auto's bestaan door hergebruik buiten de afvalstroom te houden. Hierdoor zullen aan de shredderbedrijven schonere en lichtere wrakken worden aangeleverd waardoor er bij het vershredden van de wrakken minder shredderafval zal ontstaan. Op basis van deze grondslagen kan worden verwacht dat het totale gewicht van te shredden autowrakken (zowel personen- als bedrijfsauto's) zich ontwikkelt van 292.569 ton per jaar in 1993 tot 317.088 ton per jaar in 2010. Aantallen autowrakken Bondsrepubliek Duitsland Voor De Ruiter Schroot bv is het aanbod van autowrakken in NordRhein Westfalen van belang, omdat dit in het betrekkingsgebied van De Ruiter Schroot bv gelegen is. In NordRhein Westfalen komen dan 690.000 schrootauto's vrij. Lichtstaa~chroot
In Nederland komt jaarlijks 1.900.000 ton metaalschroot vrij. 30 % hiervan wordt gevormd door schroot afkomstig uit de mataalindustrie. 23 % zijn autowrakken. 20 % is afkomstig van de sloop van gebouwen en schepen. 5 % betreft schroot afkomstig van huishoudens. In de Bondsrepubliek Duitsland werd in 1994 19.237.000 ton ingezameld (lit. 39). Dit is het totaal van de diverse deelstromen. De totale ijzerschroot uitvoer uit Duitsland bedroeg in 1994 8.222.000 ton. Hiervan ging 22 % naar Nederland, grotendeels als transitostroom naar de havens in Rotterdam en Amsterdam. 2.2.2 Marktanalyse Van aIle ferrometalen (schroot) wordt een groot percentage uiteindelijk gerecyceld (90%). De inzameling is voor ferrometalen traditioneel goed ontwikkeld. De bedrijfskolom van inzameling en hergebruik kan als voIgt worden weergegeven. • kleine handelaren/inzamelaars; • sloopbedrijven; • tussenhandel; • shre~erbedrijven; • grote handelaren; to schrootverwerkende staalindustrie.
3
Doordat de kwaliteitseisen door de afnemers van de shredderbedrijven hoger worden. zal er meer materiaal dat traditionee! niet direkt via de shredderbedrijven loopt. via de shredders bewerkt moeten worden. Meer metalen zullen bij shredders geshred worden en een dee! van de materialen zuIlen niet meer bij de inzame!aars en sloopbedrijven. maar pas bij de shredderbedrijven verwerkt worden. In Nederland zijn tien schroot-shredderbedrijven actief. Bij een inventarisatie in 1991 is de totale verwerkingscapaciteit voor Nederland bepaald op 760.000 ton. Nu (1996) is de totale verwerkingscapaciteit groter door de komst van twee nieuwe shredderbedrijven (Born en Zaandam) en capaciteitsuithreidingen bij enke!e bestaande shredderinstallaties. Van de materialen die De Ruiter Schroot bv verwerkt is 60 % afkomstig uit Gerlderland. Van het overige is de helft uit de rest van Nederland afkomstig en de andere helft voornamelijk uit Duitsland. In Gelderland zijn circa 10 schrootbedrijven die beschikken over een hydraulische schaar. Twee werken zonder schaar. een heeft een pers en een heeft een shredder van 500 pk welke uitsluitend licht staalschroot kan en mag verwerken. In totaa! kan er van deze bedrijven in Gelderland tussen de 200.000 en 250.000 ton geknipt staalschroot vrijkomen. Daarnaast zijn dergelijke bedrijven in Brabant en Limburg van belang. Hier kan tussen de 220.000 en 275.000 ton geknipt staalschroot vrijkomen.
3
Voorgenomen activiteit en de gevolgen voor het milieu 3.1
Beschrijving hoofdactiviteiten
Onder de voorgenomen activiteit wordt verstaan dat de verwerkingscapaciteit van de shredder voor lichte schroot-categorien (welvaartschroot en licht staalschroot) wordt vergroot met 90.000 ton per jaar tot een totale verwerkingscapaciteit van 250.000 ton per jaar. De totale verwerkingscapaciteit indusief de schrootschaar wordt met 140.000 ton vergroot naar 300.000 per jaar. Hiervoor is het nodig een nieuwe zerdiratorl condirator te realiseren en deze een liche gewijzigde opstelling op het bedrijfsterrein te geven (verplaatsing van 20 meter in zuidelijke richting). Daarnaast worden de bedrijfstijden in de avonduren uitgebreid van 21.30 uur naar 23.00 uur. Op de zaterdag vindt er een uitbreiding plaats van 16.00 uur naar 23.00 uur. De totale bedrijfsuren van de shredder worden echter teruggebracht. Ook wordt de riolering aangepast waardoor er niet meer rechtstreeks op het oppervlaktewater zal worden geloosd. maar alleen op het gemeentelijk riool. Naast deze aanpassingen zijn er geen veranderingen in de bedrijfsvoering ten opzicht van de huidige situatie. De processen van De Ruiter Schroot bv zij weergegeven in het flowschema dat in figuur 3.1. is opgenomen. schroot of ::::::::::::: Kiihlschrott totale
Figuur 3.1
Flowschema van De Ruiter Schroot bv
Hierna voIgt een korte beschrijving van de hoofdactiviteiten nl.: 1 shredden van autowrakken; 2 shredden van licht schroot en welvaartschroot; 3 knippen en snijden van groot staal; 4 verhandeling van schroot.
4
ad 1 Shredden van autowrakken Een Zerdiratorlcondirator verwerkt autowrakken en welvaartschroot (=fietsen, wasmachines enzovoort) en licht staalschroot tot hoogwaardige grondstoffen voor de staal- en metaalbereidende industrieen. In de shredder worden autowrakken en welvaartsschroot tot vuistgrote brokken verkleind. Nadat het stof door middel van luchtstromen van het materiaal is verwijderd, worden de verkleinde ferro en non-ferro delen met behulp van magnetisme gescheiden en verder uitgesorteerd. ad 2 Shredden van licht schroot en welvaartschroot Licht ijzerschroot werd in het verleden voornamelijk verwerkt via de knipschaar. De schrootverbruikende industrie wil echter een nog schoner schroot aangeleverd krijgen, waardoor ook het Hcht ijzerschroot geshred moet worden. De capaciteitsuitbreiding van de shredder wordt in belangrijke mate veroorzaakt door het gaan shredden van licht staalschroot. De processing van licht staalschroot geeft minder schadelijke milieueff"ecten, dan het shredden van autowrakken. Er komt beduidend minder shredderstof vrij: circa 9 % tegen 28 % bij verwerking van de huidige kwaliteit autowrakken. ad 3 Knippen en snijden van groot staal Het meeste grote schroot wordt geknipt in de hydraulische schrootschaar. De snijbrander wordt thans voornamelijk nog gebruikt om grote schrootdelen te verkleinen zodat het voor de schaar te knippen is. Met behulp van de schrootschaar worden lange en zware ijzeren voorwerpen geknipt tot kort ijzer, met de maximale afmetingen van 1,50 x 0,50 x 0,50 m. ad 4 Verhandeling van schroot Naar verwachting zal de handel in schroot verdubbelen. Hierbij worden schrootsoorten verhandeld die geen- of nauwelijks bewerking en/of sortering behoeven. De enige bewerking die wordt uitgevoerd is het incidenteel op lengte knippen met een kIeine electrische handschaar. 3.2
Verkeer en transport en bedrijfstijden
De aanvoer van het te verwerken schroot vindt plaats met behulp van vrachtwagencombinaties en schepen. Naar verwachting zal de trend dat meer transport per schip plaatsvindt doorzetten. De afvoer van geknipt- en geshred schroot vindt vrijwel volledig per schip pJaats. De ontwikkeling van de aan- en afvoerbewegingen in de voorgenomen aktiviteit kunnen als voIgt worden afgezet tegen de huidige situatie: aanvoer vrachtwagens van ca. 50 per dag naar ca. 80 per dag schepen van 1 schip per week naar 2 schepen per week afooer vrachtwagens van 3-8 bewegingen per dag naar 6-16 bewegingen per dag schepen van 2 schepen per week naar 2 schepen per 3 dagen (3 1/3 schip per week) Hieruit blijkt dat het aantal vrachtwagenbewegingen met ca. 60 % zal toenemen. De gemiddelde belading van vrachtwagens zal toenemen en het aandeel 'kleine' handelaren met kIeine vrachten zal uitwijken naar andere schrootverwerkers. Het aantal scheepvaart bewegingen zal verdubbelen. Aan- en afvoerbewegingen van vrachtvervoer van maandag tim vrijdag plaatsvindt gedurende 50 weken per jaar en de gemiddelde doorvoer is gedurende het gehele jaar constant. De aan- en afvoerbewegingen zullen voor 95 % gedurende de dagperiode plaatsvinden. De aan- en afvoer van materialen zal voor 5 % gedurende de avondperiode plaatsvinden. Aan- en afvoer van materialen russen 6.00 en 7.00 uur incidenteel zal geschieden. De bedrijfstijden worden in de avonduren uitgebreid van 21.30 uur naar 23.00 uur. Op de zaterdag vindt er een uitbreiding plaats van 16.00 uur naar 23.00 uur. De totale bedrijfsuren van de shredder worden echter met 27 % teruggebracht.
5
3.3
Acceptatie en controle
Het acceptatiebeleid van De Ruiter Schroot bv voIgt in hoofdlijnen de "InkoopvoolWaarden Shredder Vereniging Nederland", die zijn opgesteld door de Shredder Vereniging Nederland. Daarnaast worden geen autowrakken geaccepteerd die nog een aibag-capsule hevatten. Autohanden wor-den geaccepteerd tegen een aftrek van een vast bedrag per auto band. Materiaal, dat niet aan de inkoopvoolWaarden voldoet, wordt niet geaccepteerd. Een belangrijke bepaling is dat al het materiaal naar behoren vloeistofvrij aangeleverd dient te worden. Om explosies te voorkomen dienen de gastanks uit auto's velWijderd te zijn en de aangeleverde tanks, vaten gas- en zuurstoffiessen etcetera mogen niet gesloten aangeleverd worden. Gastanks en andere onderdelen die na acceptatie toch onverhoopt worden aangetroffen, worden op een milieuhygienisch verantwoorde manier alsnog velWijderd.
,J
I
aanvoer
acceptalie schoon
,
,.
..-.-.-r.-.'r""",,,,,--."
, .-
~
acceplatie vull· (bepaalde onderdelen nog aanwezig, wordt meerprijs voor verwijdering gevraagd) "f
.A
"t verwerking of i: opslag voorraad ..
+
I
nlet schoon/zichtbaar ~ ingesloten vuil
weglng en controle acceptalievoorwaarden
~
afvoer
~" '-~:
~
. , .....
Ii.,
.'
~emonlaga an verwijdering
an onderdelen en ~Ioeistoffen
Flguur 3.2
Schema controle en keurmg materiaal
Aangeleverd materiaal wordt gecontroleerd bij de weegbrug en tijdens het uitladen uit de vrachtwagens. De controle van het materiaal gebeurt op een materiaal-specifieke wijze: 3.4
De plaats en omvang opslag capaciteit
Van zowel de te velWerken hoeveelheden schroot als van de produkten van het bedrijfis een zekere opslag aanwezig. De opslaghoeveelheden zijn gegeven in tabel 3.1. De autowrakken en ander ferroschroot zijn opgeslagen op het buitenterrein. Dit terrein is voorzien van een vloeistofdichte betonnen verharding en is zodanig uitgevoerd dat geen (regen)water van het terrein kan afvloeien naar onverharde terreingedeelten of de haven. De non-ferro metalen zijn opgeslagen in een aantal loodsen. De opslagplaatsen en -voorzieningen blijven in de voorgenomen activiteit identiek aan huidige situatie, evenals de hoeveelheden van de diverse opslagen. Deze opslagvoorzieningen voorkomen dat schadelijke stoffen in bodem of grondwater terecht komen. Hierdoor vindt geen be'invloeding van hodem of grondwater plaats. Ter controle is een monitoringssysteem van het grondwater aanwezig. De opslagplaatsen zijn weergegeven op kaart 5.4.
6
proces shredder
knipschaar verhandeling Tabel3.1
3.5
te verwerken schroot autowrakken welvaartsschroot licht schroot
hoeveelheid in opslag 3000 ton 700 ton 2300 ton
produkten en afval
hoeveelheid in opslag 7000 ton 30 ton 500 ton 200 I 20 stuks 50 I
ferro-schroot , accu s non-ferro schroot afgewerkte olie gasflessen (snij) ontvetters en verfmiddelen 160 ton shredderafval zwaar schroot 2000 ton geknipt schroot 7000 ton ferroschroot 1500 ton ferro schroot 1500 ton Overzicht van de opslag van de te verwerken hoeveelheden schroot en de produkten
Shredderinstallatie
Procesbeschrijving shredderinstallatie In figuur 3.3 (volgende pagina) is een processchema opgenomen van de shredderinstallatie. De lijndikte staat in verhouding met de stofstromen. De output van de shredder is in percentages aangegeven. Hierhij moet gemeldt worden dat een schoner wrak minder afval en een hoger schrootrendement levert. De aangevoerde materialen worden na opslag en controle met hehulp van een kraan op het toevoersysteem van de shredder gehracht. De zerdiratorleondirator hestaat uit de volgende onderdelen: 1 shreddermolen; 2 gaswasser; 3 windzifterinstallatie; 4 scheidingsinstallatie. ad 1 shreddermolen De shreddermolen hestaat uit een zware metalen huis en een rotor (circa 30 em hreder dan de huidige installatie) waaraan hamers zijn hevestigd. Deze verkleinen het materiaal zodanig dat het materiaal de molen via een rooster kan verlaten. Het grotere vermogen van de aandrijfmotor van de rotor hiedt de mogelijkheid een vee! hogere vullingsgraad in het shredderhuis te hereiken. Hierdoor neemt de efficiency van het shredderproces sterk toe. ad 2 gaswasser Dampen, gassen en stof die ontstaan worden afgezogen. Het stof wordt met hehulp van een cycloon van de lucht gescheiden. De lucht gaat vervolgens door de gaswasser. ad 3 windzifterinstallatie (cascade) Het materiaal dat uit de molen komt wordt via een transporthand en trilgoot naar de cascade getransporteerd. Door midde1 van een circulerende luchtstroom wordt het afval (de lichte fraeties) van de rest gescheiden. Het afval wordt met de lucht meegevoerd. Met hehulp van een cycloon wordt het afval van de lueht gescheiden. De lucht uit deze cycloon wordt samen met de lueht uit de cycloon van de shreddermolen hehandeld in een natte gaswasser. ad 4 scheidingsinstallatie (identiek aan huidige systeem) Het zwaardere materiaal wordt via een roterende magneet gescheiden in een ferro- en een non-ferro fractie. De ferro fracrie wordt nogmaals gecontroleerd (handmatig) op de aanwezigheid van koper van ankers en stukken autohand. De non-ferro fractie wordt vervolgens met hehulp van een magneethand ontdaan van de laatste ferro. Vervolgens passeert de non-ferro fractie de Eddy-
7
Current scheider. Oit is een wervelstroomscheiders en bestaan uit een reeks van zeer sterke permanente magneten.
controle op invoer
invoer ruwe invoer
± 12 mgINm3 stort
shredder
I---
stof
stofafvoer via proceslucht
~
luehtbehandeling natwasser
I
trilgoot
I ontstoffing proees-
I
opvoerband naar separatietrommel
separatietrommel
-
--
magneettrommel nonferro fraetie
ferro + grote brokken kunststof e.d ijzersorteerband
I
--I
shredderafval opslag 9-28~
shredderafval afvoer non ferro fraetie afvoer
i
I non ferro sorteerband
-
shredderafval afvoer
-
ankers, starters en dynamo's
r
shredderafval afvoer
J
shredder -afval
ferro + nonferro
slib natwasser
lueht in eycloon
stofafvoer uit separatietrommel
afvoer proces)ucht
~
non ferro se hel'd'mg rlmealr. mota)r
-
non ferro opslag (koper, aluminium, overige) 3%
shredder -afval koperraffinage <1% sehrootopvoerband
"'",.vv. ,,.., c;uuc;,
sehroot
Figuur 3.3
•
shredderschroot :~ voorraad 69-92 0
Processehema van shredderproces De Ruiter Schroot bv
Massabalans In tabel 3.2is een massabalans van de shredderafdeling weergegeven welke voor de huidige situatie en de voorgenomen activiteit van toepassing is ten behoeve van de input en output van de zerdiratorlcondirator. Bij de berekening wordt uitgegaan van een volle capaciteitsbenutting in de voorgenomen situatie. Daarnaast wordt in de voorgenomen activiteit uitgegaan dat het wrak maximaal wordt gestript.
8
output huidige in ton/jaar (%) ferro-schroot 44.850(69) autowrakken non-ferro schroot 1.950(3) (% van totaal) shredderafval 18.200(28) ferroschroot 20.000(80) 35.000 welvaartsschroot 25.000 (14%) non-ferro schroot 1.500(6) (22 %) shredderafval 3.500(14) ferroschroot 22.250(89) 25.000 licht schroot 115.000 (22 %) (46 %) non-ferro schroot 500(2) shredderafval 2.250(9) 115.000 250.000 totaal 115.000 totaal . . .. Massabalans shredder hUldlge en voorgenomen actlvltelten Tabel3.2 produkt
3.6
input huidige in ton I jaar 65.000 (56 %)
toekomstig in ton I jaar 100.000 (40 %)
produkt
toekomstig in ton/jaar (%) 81.000(81) 3.000(3) 16.000(16) 28.000(80) 2.100(6) 4.900(1 4) 102.350(89) 2.300(2) 10.350(9) 250.000
Afval en restprodukten
In tabel3.3 is een overzicht opgenomen VaIl het jaarlijks vrijkomende afval met de bestemming. bestemming afvalstof jaarl. hoeveelheid afnemer shredderafval 26.000 ton (,94) externe transporteur IBC-stortplaats vergunning houder afgewerkte olie 2000 I vergunning houder gemeente Nijmegen KCA-depot klein gevaarlijk afval 25 kg tabel 3.3: overzicht jaarlijks vrijkomend afval en bestemming De afgewerkte olie en het klein gevaarlijk afval worden afgegeven aan een vergunninghouder voor het inzamelen van het betreffende gevaarlijk afval. Het shredderafval wordt overeenkomstig de Verordening bedrijfsafvalstoffen Gelderland naar een IBC-stortplaats afgevoerd. In het BAGA is shredderafval uitgezonderd als gevaarlijk afval. De hoeveelheid shredderafval wordt in hoofdzaak bepaald door het aantal aurowrakken dat wordr verwerkt en de mate waarin de wrakken, alvorens zij geshred worden, zijn gestript. Door het initiatief van "Auto Recycling Nederland bv" zal de selectieve sloop vanaf 1994 verder gestimuleerd worden. Dir heeft behalve op de kwantiteit ook invloed op de kwaliteir van her shredderafval. Als gevolg van deze ontwikkelingen zal de kwantiteit van het shredderafval bij per wrak afnemen (van 16 % naar 14 % van het verwerkte gewicht van de autowrakken). Broei in de opslag van shredderafval wordt voorkomen door regelamtige afvoer (tijdens alle shredderdagen) . 3.7
Bedrijfsvoering, storingen en calamiteiten
De explosies in de zerdiratorlcondirator ontstaan in hoofdzaak door het shredden VaIl autowrakken. De uitbreiding in de voorgenomen activiteit heeft betrekking op licht staalschroot en welvaartschroot. Bij het shredden hiervan komen geen brand bare gassen vrij en het stof dat vrijkomt bevat geringe hoeveelheden verontreiniging (met name verf- en roestdeeltjes) . De risico's ten aanzien van explosies blijven derhalve onveranderd. Eer is een analyse uitgevoerd van het maximaal geloofwaardige ongeval: een autowrak met een volle LPG-tank ontploft in de shredder. Het resultaat van de aIlalyse is als voIgt: • tot een afstand van ca. 29 meter kan herstelbare schade aan gebouwen en gevelschade optreden; • tot een afstand van ca. 71 meter kan letsel veroorzakende glasschade optreden; • tot een afstand van ca. 190 meter kaIl glasschade (10% ruitbreuk) optreden.
9
In het shredderhuis wordt soms bluswater toegevoegd via de daar aanwezige blusleidingen. Dit water verdampt grotendeels en wordt voor het overige afgevoerd met het shredderafval. De bluswatervoorziening bij de zerdiratorlcondirator en knipschaar is er voor calamiteiten bestrijding. 3.8
Water
De lozingssituatie van het afvalwater zal in de voorgenomen activiteit veranderen. Er zal niet meer rechtstreeks op het oppervlaktewater van de kanaalhaven worden geloosd. Het water dat voorheen op het oppervlaktewater werd geloosd zal via een buffertank op de gemeentelijke riolering worden geloosd. Op deze wijze wordt al het vrijkomende afvalwater op de gemeentelijke riolering geloosd. AI het afvalwater wordt hierdoor ook nog gezuiverd in de rioolwaterzuiveringsinstallatie "Nijmegen". Hierdoor zal de directe bernvloeding van de oppervlaktewater-kwaliteit nihil zijn. Voor de nieuwe lozingssituatie wordt een lozingsvergunning aangevraagd bij Zuiveringsschap Rivierenland. Bij De Ruiter Schroot bv zijn vier (afval)waterstromen te onderscheiden, te weten proceswater (water in natte gaswasser en bluswater), terreinwater, dakwater en sanitair water. Proceswater is het water dat gebruikt wordt bij processen binnen het bedrijf. Binnen het bedrijf zijn slechts een beperkt aantal processen waarin sprake is van een waterfase. Deze processen zijn: natte gaswassing, bluswater, beide uit de zerdiratorlcondirator en bluswater in de knipschaar; het betreffen allen gesloten system en. Terreinwater is hemelwater dat verontreinigd is doordat het percoleert door de opslag van ferroschroot en autowrakken op de vloeistofdichte verharding van het opslagterrein. De belangrijkste verontreinigingen zullen bestaan uit uitlogende metalen, olie en vetachtige stoffen. Via oppervlakteafvoer wordt het water verzameld in een tweetal goten die zijn aangesloten op een slibvangput en een tweetal olie-afscheiders. De schrootopslag houdt veel neerslag vast, waardoor maar weinig 3 neerslag tot afstroming komt. Per jaar zal circa 800 m terreinwater worden geloosd. Het dakwater van de gebouwen op het terrein van De Ruiter Schroot bv zijn niet verontreinigd 3 door bedrijfsactiviteiten. Per jaar zal circa 50 m dakwater worden geloosd. In het kantoor en bij toiletgroepen in de loods komt een bescheiden stroom sanitairlhuishoudelijk 3 afvalwater vrij. Per jaar zal circa 450 m sanitair afvalwater worden geloosd. 3.9
Geluid en trillingen
Er is een akoestisch onderzoek verricht naar de optredende equivalente- en piekgeluidniveaus in de omgeving van het bedrijf. In het onderzoek zijn de optredende geluidniveaus in de omgeving van De Ruiter Schroot bv bepaald. Het meest relevante immissiepunt in de omgeving is de bedrijfswoning op het terrein van Gelria. Het equivalente geluidniveau en de etmaalwaarde van de geluidbelasting zijn weergegeven in tabel3.4 Equivalente geluidniveau in dB(A) Etmaalwaarde in dB(A) dag avond nacht 46 60 woning Gelria 55 55 tabel 3.4 equivalente geluidniveau en etmaalwaarde bij de woning Gelria Vit tabel 3.4 blijkt dat de etmaalwaarde van de geluidbelasting wordt bepaald door de avondperiode. De berekening van het equivalente geluidniveau geeft aan dat de grenswaarde voor de avondperiode (53 dB(A)) met 2dB(A) wordt overschreden. Teneinde in de avondperiode aan de grenswaarde te voldoen wordt een geluiddemper op de uitlaat van de cycloon geplaatst. Hierdoor wordt een reductie van ca. 10 dB(A) gehaald. In het akoestisch onderzoek is gerekend met een explosie van vloeibare- en gasvormige brandstoffen, met een bronvermogen van maximaal152 dB(A). Dit leidt tot een piekgeluidniveau van ten hoogste ca. 90 dB(A) bij de bedrijfswoning op het terrein van GeIria.
10
Naar verwachting zal in de voorgenomen activiteit de trillingshinder bij het dichtstbijzijnde trillingsgevoelige object gelijk zijn aan de huidige situatie. Enerzijds ontstaat er een grotere trillingsbron doordat het vermogen van de shreddermotor groter wordt. Anderzijds zal de verspreiding van de trilling kleiner zijn door een betere afdemping door de opstelling en grotere afstand tot het meest trillingsgevoelige object. Op grond hiervan wordt verwacht dat het huidige trillingniveau van 0,5 KB gehandhaafd zal blijven. 3.10 Lucht EMISSIE
Er zijn een aantal processen hinnen het bedrijf te noemen waarbij emissies naar lucht op (kunnen) treden, te weten: shredderproces (voornamelijk puntbron), snij- en knipactiviteiten (puntbron en diffuse bron), intern transport en overslag (voornamelijk diffuse bron). De stofemissies als gevolg van transport, op- en overslag voor De Ruiter Schroot bv bedragen: transport, op- en overslag van huidig situatie voorgenomen activiteit shreddermateriaal 13.225 kg stof/jaar 28.750 kg stof/jaar te knippen materiaal 8.000 kg stof/jaar 10.000 kg stof/jaar totaa! 21.225 kg stof/jaar 38.750 kg stof/jaar Tabel 3.5 Stofemissies als gevolg van transport, op- en overslag Bij de interpretatie van de resultaten van bovenstaande cijfers moet rekening gehouden worden dat de bovenstaande cijfers als een ruwe indicatie beschouwd moeten worden van de te verwachten stofemissies. De berekende jaarlijkse stofemissie van de zerdirator/condirator zal4200 kg bedragen. Van de samenstelling van het te emitteren stof zijn zowe! meetwaarden aan de huidige shredderinstallatie als literatuurwaarden hekend. Van de samenstelling van het stof van de diffuse bronnen zijn geen analyses bekend. Aangenomen wordt dat deze hetzelfde is als het stof dat door de zerdiratorlcondirator wordt geemitteerd. IMMISSIE
De bijdrage aan stofconcentratie boven het industrieterrein in de huidige situatie varieert van 0,2 3 3 3 3 pg/m tot 1,2 pg/m • In de voorgenomen activiteit varieert deze van 0,2 pg/m tot 2,2 pg/m • Deze toename zal ook een grotere belasting van het oppervlaktewater beteken.
II
4
Bestaande milieutoestand en de autonome ontwikkeling In het MER is de bestaande (milieu)toestand en de auto nome ontwikkeling van de omgeving van De Ruiter Schroot bv beschreven. Hierbij zijn de volgende aspecten beschreven: • de ruimtelijke omgeving; • lucht; • oppervlaktewater; • bodem en grondwater; • geluid; • externe veiligheid; Hier voIgt een korte samenvatting van de beschrijvingen die gegeven zijn. De Ruiter Schroot bv is gevestigd op het industrieterrein Nijmegen-West/Oost Kanaal Haven. op het industrieterrein bevinden zich bedrijven ten behoeve van industriele doeleinden, handel en nijverheid. Voorbeelden zijn de elektriciteitscentrale (EPON), afvalverwerking (A.R.N.), rioolzuiveringsinstallatie, betonfabriek, oliedistributiebedrijven. Het industrieterrein is volledig in gebruik. De groeimogelijkheden zijn dan ook beperkt. In de omgeving zijn diverse bedrijven gevestigd die stof emitteren. Van de totale bekende stofemissie op het industrieterrein wordt 11 % door De Ruiter Schroot bv geemitteerd. De stofconcentratie zal afnemen, doordat de steeds meer reducerende maatregelen verplicht worden gesteld. De kwaliteit van het oppervlaktewater (de kanaalhaven, het Maas-Waalkanaal en de Waal) moet verbeterd worden door het beleid dat door de overheden wordt gevoerd. Dit beleid is er hoofdzakelijk op gericht het aantal direkte lozingen terug te dringen en steeds doelmatigere zuivering voor te schrijven. In hoeverre dit beleid ook tot een vermindering van de verontreiniging leidt is niet aan te geven. Vanwege de nalevering van verontreinigingen uit sedimenten en grondwater zal van verbetering op korte termijn geen sprake zijn. In 1988 heeft een bodemonderzoek plaatsgevonden en is de aanwezige verontreiniging onder toezicht van de gemeente Nijmegen gesaneerd. Direkt na de sanering is een vloeistofdichte betonplaat over nagenoeg het gehele terrein aangelegd. Het hemelwater van deze betonplaat wordt via een slibvangput en een olieafscheider op de riolering afgevoerd of via bezinkputten en olieafscheiders op het oppervlaktewater van de kanaalhaven geloosd. Ook vindt monitoring van bodem- en grondwaterkwaliteit plaats door middel van twee peilfilters. Hierdoor is beInvloeding van bodem en grondwater door De Ruiter Schroot bv niet aan de orde en de beschrijving van dit aspekt niet van belang. Het industrieterrein is gewneerd in het kader van de Wet geluidshinder. Deze geluidszone is momenteel vol. Op de zonegrens wordt op sommige plaatsen de grenswaarde van 50 dB(A) zelfs overschreden. Er is hierdoor nog maar weinig geluidsruimte voor nieuwe activiteiten. Aangrenzend aan De Ruiter Schroot bv zijn een drietal bedrijven gevestigd met een opslag van oliehoudende produkten in bovengrondse tanks. Alleen het naastliggend bedrijfVan gelde bv zal hinder blijven ondervinden ten gevolge van stof en trillingen van De Ruiter Schroot by. Doordat het te shredden materiaal in de toekomst schoner zal zijn dan in de huidige situatie en de autowrakken meer gestript zullen zijn zal het aantal explosies naar verwachting afnemen.
12
5
Alternatieven en varianten 5.1
Criteria en beleidsuitgangspunten met betrekking tot de ontwikkeling en selectie van alternatieven en varianten
De ontwikkeling en vergelijking van alternatieven en varianten met betrekking tot verschillende onderdelen van de inrichting, dan wel voor de gehele inrichting, vindt plaats op basis van toetsing en afweging van de volgende criteria en beleidsuitgangspunten: 1. het bedrijfsbeleid is gericht op het bewerken, sorteren, verhandelen en recycling goederen (secundaire grondstoffen) van met name ferro- en non-ferro metal en en niet op andere (afval)stoffen. De bewerking bestaat uit het shredden van bewerkte autowrakken en licht metaal schroot en het knippen van zwaar schroot; 2. de emissies moeten voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving, plannen en bestuurlijke uitspraken (zie ook hoofdstuk 2). Daarnaast is er de wi! de emissie terug te brengen; 3. varianten of alternatieven mogen: • geen aanleiding zijn tot negatieve invloed op andere aspecten of onderdelen van de bedrijfsvoering; • geen negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de produkten na bewerking; • geen verplaatsing van problemen naar andere plaatsen in Nederland of daarbuiten inhouden, dan wel negatieve invloed op de omgeving aldaar hebben; • geen verplaatsing inhouden van problemen naar andere milieu-compartimenten indien het daar een even groot, of nog groter negatief effect hebben; 4. de financiele aspecten, waaronder investerings- en exploitatiekosten. De rentabiliteit van de onderneming mag niet in gevaar worden gebracht. Op basis van deze criteria is besloten de volgende alternatieven en varianten uit te werken:
Alternatleven
Varianten
• Nulaltematlef: • 100.000 - 160.000 Ion aulowrakkerJjr • 90.000 ton schrol1schaar • Procesvoeringsaltematief: <:~~'£~
:f~·~~t:6'i:5d'er
i .oryogeen shredder
• Uitvoeringsaltematief: ~l!5~~lr~~it~~);,\':> aktiviteiten ; ~ • Lokatieallematief: verplaatSlng~(deel van de) aktiviteiten
II
~
~ .......... .......... <,:,., • preshredder - .. • .... .... ....... •...... ··<::·'v -Inpandige uitvoering shredder
• aan- en afvoer per schip - ontstoffing m.b.v. E.S.P. • zwaardere fundering • coalescentie/zandfilter • strengere acceptalievoorwaarden • verdergaande scheiding shredderafval
,·v'!!!······· ............·.. •.... •.. · .. •.. · .. •.. ·,,/
~ .,.::.::~.-.;"..,.,..--..-~~,.,.,,~:
, ...t<:~
I.
I
N,'YN~N.... V\I' ...................l ~ ~
.".....,'_ _...
........-...... ' .... ...,.. ..,.. ..-,... .~ ... "" . ~uJ . .......... ... . vv..N'•••• J' 1 ,.I\$::u ........... ............. o-• •••••• • • •• u ............. •••• •••• •.: y;-:::: ~
~
Figuur 5.1: overzicht van de alrernarieven en varianren
13
5.2
Nulalternatief
In het nulalternatief wordt de volgende situatie beschouwd: • De Ruiter SChroDt bv breidt de shreddercapaciteit niet uit met 140.000 ton bewerkingscapaciteit per jaar; • De Ruiter Schroot bv zal160.000 ton schroot verwerken terwiji de verhandeling zander bewerking gelijk blijft, waardoor de totale materiaaldoorzet 180.000 ton/jaar zal bedragen; • De 160.000 ton verwerkingscapaciteit zal als voIgt worden verdeeld: 96.000 ton/jaar autowrakken welvaartschroot 12.000 ton/jaar 12.000 ton/jaar licht staalschroot totaal input shredder 120.000 tonljaar knippen en snijden zwaar staal 40.000 ton/jaar totale verwerking 160.000 tonljaar. Dit is te beschouwen als de autonome ontwikkeling van de bedrijfsactiviteiten. Door voor deze invulling van het nulalternatief te kiezen wordt voor een worst-case benadering gekozen.
5.3 Het meest milieuvriendelijke alternatief Onder het meest milieuvriendelijke alternatief wordt verstaan een combinatie van een zo milieuvriendelijk mogelijke uitvoering van de verschillende onderdelen van de voorgenomen activiteit, uitgevoerd met milieubeschermende maatregelen op basis van de best bestaande technieken (BTM). Zo moet zowel via brongerichte als effectgerichte aanpak maximaal worden voIdaan aan het voorkomen en beperken van de invloed van de voorgenomen activiteit op natuur, mens en milieu. In tabel 5.1 worden de maatregelen en voorzieningen die in her meest milieuvriendelijke alternatief zijn voorzien kort samengevat. HET MEEST MILIEUVRIENDELIJKE ALTERNATIEF Brongericht meer aanvoer van schroot per schip acceptatie van schonere autowrakken shredden met pfC!shredder Effectgericht inpandig uitvoeren shredderactiviteiten zwaardere fundering zerdiratorlcondirator verdergaande scheiding van shredderafval d.m.v. Eddy Current scheiding afvalwaterzuivering m.b.v. bezinking, olieafscheider, coalescentiefilter en zandfilter TabeI 5.1: inrichting van het meest miIieuvriendeIijke altematief
5.4
Vergelijking van de varianten en alternatieven
Elke variant en alternatief heeft zijn eigen milieu-effecten. Door al deze effekten kort en bondig in een tabel bijeen te brengen kan een vergelijking van de verschillende varianten en alternatieven plaatsvinden. In tabel 5.2 wordt dit overzicht gegeven.
14
,.;.: "
Alternatief ,,,-
, ~~~!,: ~
::~
. ·afval water: ~,}
I.'
Dulaltim1'acief procesvo.er,ing"WS pro~iVoering cs prqcesvQering PS I" p~~tfer~' '" ~ ~~. uirvoecirig , .ri:~; ...~~ , loq.pe" :riie'fSt 'milieu- ' :i1", . . I -.. vdin~·4ijk.e aLt¢tnatief I.
VARIANrtN:' :.
bo~em
afval
water +1-
+1-
--
*
* * * * *
++
+1-
* * * +
-
-
--
*
+
+
+1-
+
*
-
+
---
+
+/-
* *
+
+ +
*
*
*
-
++
++
++
++
+
".
<~
+
*
-
*
+
aan~ ~n
*
* * *
1 1C1ia\~S:ce.dtielmet :,,;:~ii
.
,"~;;\,
stfjfilerspt eidi'fig
"
ES.P.:s
;;f\'t,.
'1 II
reinigbar'dUJlcs' II .!~:
sdtfdor
lit't"<*n,ttanSP0rt,Va,O ' i
gelu~dsemjssie
.
,~
+
+1-
+ +/+
"
+/-
-
*
--
--
--
,.. ..."
y
'Ii
-
* *
+
*
+
+1-
--
*
*
*
+1-
+/-
*
+1-
+
+
+1-
* *
* *
* * *
+1+1-
'
lJJoe.P'- I~!,''''',1.111
scmroQt
~ ~~~1:' ~;" ~:'!~
++ +/-
*
Op h~t;{errein
.
+1-
~<;~~din.~ _,~ , .;...~};t~ , " ']s.11re~d'aOt.dYhl \\ . , J.'.1-;f~~; ,f. :
~d11iigW
" ~: ' ;"If;"";:~
heid '.
-
* *
:'J..;:!;
1'1
+
*
~,
..
-
++ ++
••
;
.~.
eI1:0!gle.. .'
ex:ter~
. veru~- .
--
+
'k
..
'& ttilLi:qg
.
",
sjrippen. a~J.[owrakken ~~~~re a~ce~tacie ,', vg.6rn'~.den -
~~t~r{ }.-
g~lui~
I'
.
,
<
luch:t
& ~ groQd.
'"';
..
i
~~drijfsecon 'omisch
~.f,;,
Milieuaspecre,n.
+ ++ , ):
\
1\;", ,:r'
+/:(\""~
* *
+/-
-
+/-
*
*
* *
~,
.
)\'~,~r.
" '. '~'-'
";lir . ~'
-
I~
* * Z;; ..,;'. -. -
-
~;:i
' ~~~~
--
* * *
-
-
--
+/-
+ + +
*
*
+/-
*
+
+
*
+1-
+/-
-
.-
'- ,
:
.,
.'
., ',;
"
::. ~I"):):-
afscllerming shredder
+
+/-
++
+
l1efe'r,lili1~v~~obgte :l~'
* *
* *
*
+
*
* *
--
*
*
*
*
-
-
*
+/-
-
ve~p~ing.
*
*
*
*
+
+
*
--
intmissiepWlt : zwaarde.re fund~ring ,
*
*
*
*
+/-
*
*
-
1'Sclir00t
'
-
,"~
schetpsbelaffing, m.b.v:" transponbanden '
"
Verklaring van gebruikte symbolen: ++ zeer positieve invloed negatieve invloed + positieve invloed zeer negatieve invloed +/- niet of nauwelijks invloed * n iet van toepassing
Procesvoering WS: Procesvoeringsalternatief met een Wet-Shredder Procesvoering PS: Procesvoeringsalternatief met een Pre-Shredder Procesvoering CS: Procesvoeringsalternatief met een Cryogeen-Shredder
Tabel 5.2: vergelijking van alternatieven en varianten.
15
5.5
Voorkeursalternatief
Onder het voorkeursalternatief wordt verstaan de voorgenomen activiteit aangevuld met die milieubeschermende maatregelen die technisch en economisch haalbaar zijn en organisatorisch in de bedrijfsvoering zijn in te passen en die zodoende uit de vergelijking van de alternatieven positief naar voren zijn gekomen. Het bedrijfsbeleid is erop gericht dat het voorkeursalternatief wordt gerealiseerd. Het voorkeursalternatiefbestaat uit de voIgende onderdelen:
Aan- en afooer van grondstoffin en produkt Transport vindt meer per grotere vrachtwagencombinaties plaats en er vindt een verschuiving van aanvoer per as, naar aanvoer over water plaats. Deze beide veranderingen houden een doelmatigere transportwijze (bedrijfseconomisch gezien) in en een vermindering van de belasting van het milieu (uitlaatgassen, energieverbruik en geluidsemissie).
Afoalwater Het gehalte aan zware metalen in metallische vorm en onopgeloste bestanddelen in het afvalwater kunnen worden teruggebracht met behulp van een zandfilter. Een dergelijke filtratie-techniek heeft een zuiveringsrendement tot 95 % op niet opgeloste bestanddelen.
Stofoerspreiding De stofverspreiding bij de transportbanden wordt verminderd door de banden te omkasten en de overstortpunten af te schermen. Bij scheepsbelading kan bovendien gezorgd worden dat de valhoogte van het schroot zo veel als mogelijk beperkt wordt.
6
Leemten in kennis en informatie en evaluatie achteraf De Ieemten in kennis zijn er met name in gelegen dat een aantal toekomstige ontwikkelingen zijn beschreven. Hoe deze ontwikkelingen in de toekomst werkelijk verlopen moet nog bezien worden. Dit geldt ondermeer voor de volgende aspecten: hoeveelheden te vetwerken produkt, verkeersintensiteit en het gestript zijn van de autowrakken. Daarnaast is er geen exacte methode voorhanden om de stofemissie van op en overslag te bepalen. Hierdoor is hetgeen wat in het MER beschreven is sIechts een indicatie. Ook zijn de luchtkwaliteitsgegevens van Nijmegen en omgeving niet compleet. Hierdoor kan de bijdrage van De Ruiter Schroot niet worden bepaald. Er is een evaluatieprogramma opgesteld. Deze evaluatie heeft het volgende tot doel: • beoordelen van de effectiviteit van de getroffen voorzieningen en de milieubeschermende maatregelen. Hieruit voIgt een vergelijking tussen de werkelijke- en de voorspelde gevolgen; • te onderzoeken welke in het MER genoemde leemten in kennis en informatie kunnen worden ingevuld op basis van nieuwe informatie en onderzoeken; • te bezien of (externe) ontwikkelingen aanleiding geven tot herziening van (een deel van) het genomen besluit. In elk geval dient hierbij de registratie van elke explosie in de Zerdirator/condirator, alsmede de aard, oorzaak en ontstane (bedrijfs)schade te worden bezien. Verder dient het functioneren van de Iuchtbehandelingsinstallatie van de Zerdirator/condirator worden beoordeeld. Als onderdeel van een dergelijke beoordeling kan een onderzoek naar de emissie van stof worden uitgevoerd. De Ruiter Schroot bv zal de komende jaren stapsgewijs een milieuzorgsysteem introduceren en uitvoeren. Binnen dit systeem wordt aan het meten en registreren van milieueffecten ruim aandacht besteed. Dit meet- en registratieprogramma kan mede een basis vormen voor de uit te voeren evaluatie.
16