Milieu Effect Rapportage Axia
BMA Ergonomics BV
Milieu Effect Rapport
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .......................................................................................... 2 1. Inleiding.................................................................................................. 3 2. BMA Algemeen....................................................................................... 4 2.1 Achtergrond .......................................................................................................4 2.2 Het waarom........................................................................................................5
3. Het milieu bij BMA ................................................................................. 6 3.1 De theorie...........................................................................................................6 3.2 De praktijk ..........................................................................................................7 Fase 1 - Productie....................................................................................................8 1. Kies low-impact materialen..............................................................................8 2. Reduceer materiaalgebruik .............................................................................9 3. Selecteer milieuefficiënte productietechnieken ..............................................9 Fase 2 - Logistiek en assemblage.........................................................................11 4. Selecteer een milieuefficiënte distributiewijze...............................................11 Fase 3 - Gebruik door eindgebruiker ....................................................................14 5. Reduceer de milieubelasting in de gebruikersfase ......................................14 6. Optimaliseer de levensduur...........................................................................14 Fase 4 - Afdanking .................................................................................................14 7. Optimaliseer het einde-levensduursysteem..................................................14
4. Certificaten ........................................................................................... 16
2
Milieu Effect Rapport
1. Inleiding
Vanaf de oprichting van BMA in 1988 als ergonomisch adviesbureau tot aan haar huidige status als producent van ergonomisch zitmeubilair heeft BMA zich ten doel gesteld om zich maximaal in te zetten tot ontlasting van het milieu. Daarbij is als uitgangspunt genomen dat iedereen die bij BMA werkt hieraan kan bijdragen. Dit varieert van de keuze voor zuinige vrachtwagens bij de afdeling logistiek, de beschikbaarheid van papiercontainers in de productie tot veel aandacht bij het ontwerpproces op de afdeling ontwikkeling. De Milieu Effect Rapportage (MER) die voor u ligt is een korte beschrijving van de meest belangrijke stappen die BMA gezet heeft richting een optimale ontlasting van het milieu. Doel van dit rapport is om inzicht te verschaffen over de milieu-impact van het productieproces bij BMA. Het zal duidelijk worden dat een assemblagebedrijf als BMA nauw moet samenwerken met zijn leveranciers om daarin een goed resultaat te krijgen. Vooral op de afdeling ontwikkeling, waar de producten van BMA ontworpen worden, is er in een integrale ontwerpaanpak veel aandacht om alles te doen wat binnen een het bedrijf mogelijk is. Termen als Eco-design, Cradle-to-cradle, Levenscyclusanalyse en de LiDS-methode zullen daarom de revue passeren. Het rapport geeft eerst een beknopt bedrijfsprofiel van BMA. Vervolgens wordt uitgelegd dat het milieueffect van een product te verdelen is in 4 fases. In elke fase zijn specifieke maatregelen te nemen om de negatieve impact op het milieu te beperken. Per fase wordt dit uitgewerkt met betrekking tot de situatie van BMA.
3
Milieu Effect Rapport
2. BMA Algemeen 2.1 Achtergrond
In 1988 startte BMA als Biomechanisch Adviesbureau. Op basis van ergonomische uitgangspunten analyseerde en adviseerde BMA over industriële en kantoorwerkplekken. Nadat geconstateerd werd dat er relatief weinig goede ergonomische hulpmiddelen op de markt voor handen waren, maakte men in 1996 de overstap van adviesbureau naar producent van professionele beeldschermstoelen. Deze stoelen, die zich inmiddels succesvol hebben bewezen, zijn door BMA zelf ontwikkeld in samenwerking met wetenschappers, medici, Arbo-specialisten en ontwerpers. De kennis van ergonomie is daarmee uniek in de markt. Tegenwoordig is BMA Ergonomics een grote en snelgroeiende marktspeler. In Zwolle worden jaarlijks rond de 80.000 producten geassembleerd. Het totale personeelsbestand ligt rond de 120 medewerkers. De producten vinden via eigen vestigingen hun weg in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Groot-Brittannië. Daarnaast worden veel stoelen in Scandinavië verkocht via een licentiepartner in Finland. Het assortiment van BMA bestaat uit ergonomische stoelen, waarbij een duidelijke specialisatie naar de uit te voeren werkzaamheden is gemaakt, zoals bijvoorbeeld beeldschermstoelen, 24/7 stoelen en bezoekersstoelen. Alle producten zijn klantspecifiek en kunnen door de klant naar eigen smaak samengesteld worden. In figuur 1 staan een aantal producten uit het BMA-assortiment.
4
Milieu Effect Rapport Figuur 1: Voorbeelden van BMA-producten
Axia Profit
2.2 Het waarom
Axia Plus
Footform
Zoals eerder aangegeven wil BMA haar aandeel bijdragen in de zorg voor het milieu. Deze maatschappelijke verantwoordelijkheid is een van de pijlers waarop BMA veel beslissingen fundeert. Gelukkig is het zo dat zorg en aandacht voor het milieu vaak uitstekend te combineren is met een efficiënte en economische bedrijfsvoering: een ecologische manier van werken levert ook economische voordelen op. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de keuze voor moderne, zuinige vrachtwagens die uitgerust zijn met een dubbele laadvloer, om meer stoelen per rit te kunnen transporteren. Door deze werkwijze is BMA ISO14001 en ISO 9001 gecertificeerd.
5
Milieu Effect Rapport
3. Het milieu bij BMA 3.1 De theorie
Het milieukenniscentrum binnen BMA is de afdeling ontwikkeling. Hier wordt in grote mate bepaald wat de impact van het product op het milieu is tijdens zijn complete levenscyclus. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van integrale productontwikkeling, waarbij aandacht is voor de montage (Design For Assembly), demontage (Design For Disassembly) en milieueffect (Eco-design). Bij het maken van een productontwerp worden alle technische details door BMA zelf uitgewerkt. Hierbij wordt de geometrie, de materialen, de productietechnieken en assemblage vastgelegd. Bij Eco-design wordt onderscheid gemaakt in het milieueffect van elk product tijdens 4 fases. Dit zijn: • Productie • Logistiek en assemblage • Gebruik • Afdanking In Tabel 1 zijn deze vier fases weergegeven met daarbij een schema met aandachtspunten om het milieu te ontzien. Dit specifieke schema is een illustratie van de LiDSontwerpmethode, waarbij LiDS staat voor Lifecycle Design Strategies. Het is een model bestaande uit een achttal strategieën die helpen bij het milieugericht ontwerpen. Een andere veelgebruikte methode staat bekend als de Cradle-to-cradle theorie, oftewel van wieg tot wieg. Hierbij is de kerngedachte dat de materiaalcyclus gesloten is. Het afdanken van een onderdeel is de geboorte van een ander onderdeel. Een achterliggende rekenmethode die in beide theorieën gebruikt wordt is de Levenscyclusanalyse (LCA). Hierbij wordt een kwantitatief getal gehangen aan het milieueffect van een product. Het berekenen van dit getal dient twee doelen: • Het milieueffect van verschillende producten in een productgroep kunnen op een objectieve manier vergeleken worden. • Bij de berekening wordt het milieueffect per levensfase bekeken. Van fases die hoog scoren kan bekeken worden hoe het milieueffect verminderd kan worden.
6
Milieu Effect Rapport Tabel 1: Levensfases en LiDS-strategieën. Fase 1 - Productie
LiDS-strategieën 1. Kies low-impact materialen. 2. Reduceer materiaalgebruik. 3. Selecteer milieuefficiënte productietechnieken.
Betekenis Geen schaarse, giftige en hoogenergetische materialen. Minimaal gewicht, minimaal volume. Selecteer schone, efficiënte productietechnieken met weinig uitval en afval.
2 - Logistiek en assemblage
4. Selecteer een milieuefficiënte distributiewijze. 5. Reduceer de milieubelasting in de gebruikersfase. 6. Optimaliseer de levensduur. 7. Optimaliseer het eindelevensduursysteem. 0. Optimaliseer de functievervulling.
Zuinig transporteren en recyclebare verpakkingsmiddelen. Minimaliseer het milieueffect tijdens gebruik. Lange levensduur.
3 - Gebruik
4 - Afdanking
3.2 De praktijk
Optimaliseer hergebruik. Zoek naar alternatieve oplossingen voor het product.
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe er binnen BMA invulling gegeven is aan het minimaliseren van het milieueffect. Dit gebeurt aan de hand van de vier eerder genoemde fases in de levenscyclus van een product. Elke fase is aan de hand van tabel 1 onderverdeeld in de bijbehorende LiDS-strategieën. Omdat fase 0 in dit geval niet van toepassing is, is deze weggelaten.
7
Milieu Effect Rapport Fase 1.
Productie
Strategie 1.
Kies low-impact materialen Bij de keuze voor materialen wordt gekeken naar materialen die niet giftig en niet schaars zijn. In tabel 2 staan de belangrijkste materialen met bijbehorende milieueffect en acties die BMA en zijn leveranciers genomen hebben tijdens de productontwikkeling. Tabel 2: Milieueffect van materialen Materiaal
Milieueffect
Genomen acties
Staal
In grote hoeveelheden beschikbaar. Afval is goed te recyclen door oud ijzer toe te voegen bij initiële staalproductie. Zeer energie-intensief materiaal om te winnen. Goed te recyclen met gering energieverbruik.
Stalen onderdelen bestaan gemiddeld voor 10% uit hergebruikt staal.
Aluminium
Kunststof
Schuim
Stoffering (bekleding)
Leder (bekleding)
Kunstleer (bekleding)
Aluminium onderdelen in BMA-producten bestaan gegarandeerd voor meer dan 40% uit hergebruikt aluminium. De meeste kunststoffen Waar mogelijk worden zijn goed te hergebruiken. recyclaten toegepast. Door Het gebruikte materiaal materiaalidentificatie op het wordt in lage onderdeel is het materiaal concentraties (1-5%) eenvoudig te herleiden. bijgemengd tijdens het productieproces. Als er geen sterk De inlegdelen bestaan hechtende onderdelen voornamelijk uit PP, wat niet ingeschuimd worden is hecht met het schuim. het goed te recyclen in de vorm van polypress platen. Het kleuren van stoffering Stofferingstoffen hebben kan een belastend proces certificering die nietzijn, omdat verfstoffen belastende productie zware metalen kunnen garandeert. bevatten. Bij het looien en kleuren Leder heeft certificering die worden mogelijk niet-belastende productie belastende chemicaliën garandeert. en zware metalen gebruikt. Kunstleersoorten kunnen Kunstleer op basis van PU PVC bevatten, waarin i.p.v. PVC. kleine hoeveelheden lood kan voorkomen.
8
Milieu Effect Rapport Strategie 2.
Reduceer materiaalgebruik Door zo min mogelijk materiaal te gebruiken in een product kan flink bespaard worden, zowel ecologisch als economisch. Een tweede manier om te besparen is het reduceren van het (transport)volume. Dit gebeurt op twee manieren. Ten eerste wordt voor een deel van de leveringen gebruik gemaakt van knock-down verpakkingen. Dit houdt in dat stoelen gedemonteerd verpakt worden voor transport. In figuur 2 is aan de hand van de gebruiksinstructie duidelijk te zien hoe dit gebeurt. Ten tweede heeft BMA een tweetal eigen vrachtwagens die een deel van het transport verzorgen. Deze vrachtwagens zijn uitgerust met een dubbele laadvloer. Door deze twee maatregelen kunnen er meer producten tegelijk vervoerd worden en zijn er minder transportbewegingen nodig.
Strategie 3.
Selecteer milieuefficiënte productietechnieken BMA produceert zelf geen onderdelen. Voor de selectie van milieuefficiënte productietechnieken maakt BMA daarom bewust de keuze voor het contracteren van leveranciers die dezelfde milieuvisie hebben. Zij garanderen dus een milieubewuste manier van produceren. Onder produceren vallen niet alleen productietechnieken, maar ook oppervlaktetechnieken.
Figuur 2: Gebruiksinstructie knockdownverpakking
Productietechnieken Voor de productie van onderdelen voor de stoel worden verschillende productietechnieken gebruikt. Hierbij ontstaan restproducten die verwerkt moeten worden. Hoe dat gebeurt staat in tabel 3.
9
Milieu Effect Rapport Tabel 3: Productietechnieken en milieueffect Productietechniek Spuitgieten (aluminium) Spuitgieten (kunststof) Ponsen (metaal) Lassen (metaal) Verspanen (metaal)
Milieueffect Afval en aanspuitingen Afval en aanspuitingen Snijafval Vrijkomende dampen Snijolie met spanen
Verwerking Smelten en recyclen Smelten en recyclen Recyclen Afzuigen en filteren Scheiden d.m.v. centrifugeren, spanen recyclen en olie verwerken als chemisch afval.
Oppervlaktetechnieken De metalen onderdelen in de stoelen ondergaan vaak nog een oppervlaktebehandeling. Dit gebeurt om corrosievorming tegen te gaan of om het uiterlijk te verfraaien. Hier worden verschillende technieken voor gebruikt, afhankelijk van het onderdeel en de functie. Het milieueffect hiervan is te zien in tabel 4. Tabel 4: Oppervlaktetechnieken en milieueffect Oppervlaktetechniek Poedercoaten
Milieueffect 1. Spoelwater met alkalisch ontvettingsmiddel 2. Poederresten
Verwerking 1. Water zuiveren, vetten verwerken als chemisch afval. 2. Opvangen en uitharden in oven. Hierdoor ontstaat een nietmilieubelastend blok dat gestort mag worden.
10
Milieu Effect Rapport Tabel 4: Oppervlaktetechnieken en milieueffect (vervolg) Oppervlaktetechniek “Zwarten”
Milieueffect 1. Spoelwater met alkalisch ontvettingsmiddel 2. Spoelwater met alkalisch oxiderende oplossing
Verzinken (thermisch)
Spoelwater met alkalisch ontvettingsmiddel
Verzinken (elektrolytisch)
Spoelwater met zinkresten
Verchromen
Spoelwater met zware metalen (koper, nikkel, chroom)
Verwerking 1. Water zuiveren, vetten verwerken als chemisch afval. 2. Water zuiveren, alkalische oplossing verwerken als chemisch afval. Water zuiveren, vetten verwerken als chemisch afval. Spoelwater zuiveren, zinkresten verwerken als chemisch afval. Spoelwater zuiveren, de teruggewonnen metalen kunnen opnieuw gebruikt worden voor het verchromingsproces.
Fase 2.
Logistiek en assemblage
Strategie 4.
Selecteer een milieuefficiënte distributiewijze De logistiek binnen BMA is op te delen in twee stromen, namelijk de aanvoer van onderdelen van toeleveranciers en de afvoer van gereed product. Tussentijds vindt de assemblage plaats. Het enige restafval wat bij het assembleren ontstaat is verpakkingsmateriaal en uitval van onderdelen die niet door de kwaliteitscontrole komen. Deze uitgevallen onderdelen gaan naar het rework-station op de assemblageafdeling. De uitleg van dit station wordt later in deze paragraaf gegeven. Daarnaast heeft men nog een tweede rework-station voor stoelen die aan het einde van hun levenscyclus zijn. Op dit tweede station zal in fase 4, de afdankingfase, teruggekomen worden.
11
Milieu Effect Rapport Verpakkingsmateriaal Binnen BMA wordt een aantal verschillende verpakkingen gebruikt, afhankelijk van het product. Alle verpakkingen worden zoveel mogelijk meerdere malen gebruikt. Sommige verpakkingen zijn vrijwel onbeperkt te hergebruiken, andere gaan slechts een aantal keren mee. Om er zeker van te zijn dat verpakkingen van gereed product na levering ook op de juiste manier worden afgedankt, neemt BMA deze zelf weer mee. In Tabel 5 wordt een overzicht gegeven van de verschillende soorten verpakkingen. Tabel 5: Verpakkingen Verpakking Nestbare stapelbox
Hergebruik Vrijwel onbeperkt
Afdanking Lege boxen gaan terug naar de leverancier. Nestbaarheid verkleint het transportvolume.
Gaasbox
Vrijwel onbeperkt
Lege gaasboxen gaan retour naar leverancier.
Pallet
Vrijwel onbeperkt
Lege pallets gaan retour naar leverancier.
12
Milieu Effect Rapport Tabel 5: Verpakkingen (vervolg) Verpakking Karton
Plastic zak (PE)
Hergebruik Beperkt
Afdanking Kapotte verpakkingen worden verzameld en afgevoerd als oud papier. Wordt gerecycled tot nieuw karton.
Zeer beperkt
Gebruikte verpakkingen worden verzameld en afgevoerd naar een vuilverbrandingsinstallatie.
Rework-station op de assemblageafdeling Het assemblageproces is onderverdeeld in een aantal stations. Hier wordt continu gecontroleerd op kwaliteit. Subassemblages die niet door deze controle komen, worden verzameld en op het rework-station geanalyseerd. Vervolgens worden de assemblages uit elkaar gehaald. De onderdelen die nog bruikbaar zijn worden opnieuw voor assemblage gebruikt. Figuur 3: Rework-station assemblageafdeling
13
Milieu Effect Rapport Fase 3.
Gebruik door eindgebruiker
Strategie 5.
Reduceer de milieubelasting in de gebruiksfase In de gebruiksfase van een product zijn vaak hulpstoffen (energie, water, enz) en andere producten (batterijen, navulcassettes, enz) nodig om het product te laten functioneren. Dit geldt niet voor BMA-producten, wat de milieubelasting in deze fase tot een minimum beperkt.
Strategie 6.
Optimaliseer de levensduur De stoelen van BMA hebben, mede door het gebruik van duurzame materialen, een zeer lange technische levensduur. Voor de slijtdelen, met name stoffering, bestaat er het clickon/click-off systeem. Hiermee is vervanging goed realiseerbaar.
Fase 4.
Afdanking
Strategie 7.
Optimaliseer het einde-levensduursysteem Bij het maken van een nieuw productontwerp maakt BMA gebruik van de “design for disassembly”-methode. Dit betekent dat bij het maken van een nieuw ontwerp al rekening wordt gehouden met hoe het product aan het eind van zijn levenscyclus gedemonteerd en gerecycled kan worden. Om recycling makkelijker te maken wordt voor (spuit)gegoten onderdelen gebruik gemaakt van “traceability”. Dit betekent dat er op alle onderdelen een aantal symbolen komt te staan, te weten een artikelnummer, materiaalaanduiding, een recyclesymbool en een datumklok. In tabel 6 is hiervan een voorbeeld te zien. Het in fase 2 genoemde tweede rework-station speelt bij het recyclen binnen BMA een belangrijke rol. Tabel 6: Traceability Afbeelding symbool
Naam Artikelnummer
Betekenis BMA nummer
Materiaalaanduiding
Geeft het soort materiaal en evt. toevoegingen aan. In dit geval gaat het om nylon.
14
Milieu Effect Rapport Tabel 6:Traceability (vervolg) Afbeelding symbool
Naam Datumklok
Recyclesymbool
Betekenis Wordt per tweetal gebruikt op een product. De één geeft de productiemaand aan, de ander het productiejaar. Geeft aan dat het materiaal waar het product van gemaakt is geschikt is voor recycling. Bij kunststoffen staat hier soms een getal in die het soort kunststof aanduidt.
Rework-station “einde levensduur” Op dit station komen twee soorten stoelen binnen, namelijk demostoelen en stoelen die aan het einde van hun levensduur zijn. Alle stoelen worden gedemonteerd en de onderdelen gescheiden en gesorteerd. Hierbij wordt gekeken welke onderdelen nog bruikbaar zijn, deze worden verzameld en opgeslagen om uiteindelijk weer voor assemblage gebruikt te worden. Afgekeurde onderdelen worden afgevoerd als schroot naar de desbetreffende leverancier. Deze zorgt ervoor dat de onderdelen op een verantwoorde manier worden afgevoerd. Zo worden kunststof onderdelen vermalen om weer als granulaat bij de productie van nieuwe onderdelen gebruikt te worden. Figuur 4: Reworkstation “einde levensduur”
15
Milieu Effect Rapport Recyclingspercentages Tot slot van dit rapport een overzicht van materialen die in BMA-producten gebruikt worden. Per product wordt het gewicht van de diverse materialen gegeven. Daarnaast staat hoeveel procent van elk materiaal kan worden hergebruikt. Onderin de tabel wordt aangegeven hoeveel procent van BMA-producten gerecycled kan worden. Tabel 7: Materialen, gewicht en recyclingpercentages Materiaal Staal Kunststof Aluminium Stoffering Diversen
Axia Office Axia Pro Axia Plus 8,0 6,85 2,65 0,25 0,25
Axia Profit
Footform Dual
6,0 5,85 4,65 0,25 0,25
3,0 0,90 1,90 nvt nvt
Totaalgewicht (kg)
18,0
17,0
5,80
Recyclingpercentage product
97%
97%
100%
Recyclingpercentage materiaal 100% 100% 100% 0% 0%
16
Milieu Effect Rapport
4. Certificaten
17