B I S N E Z MANAGEMENT
Het begint met een brandje en het eindigt met passie Toen ik gevraagd was om u iets te vertellen over brand vanuit mijn ervaring als boswachter ontstond er in mezelf een soort lopend vuur. Wat weet ik eigenlijk van brand, wat zou ik moeten weten van brand en wat ga ik u vertellen? Na lang denken heb ik besloten om u mee het terrein in te nemen en te laten zien wat brand doet. Met de natuur, maar vooral met de mensen die er bij betrokken zijn. Voor die mensen begint het met een brandje en ik kan u vertellen er is heel veel passie. Laat ik klein beginnen: met een brandje, ongeveer 1 hectare groot op 24 augustus 2010 in het Noord-Hollands duinreservaat in Bergen. Op dat moment was ik schaapherder en liep ik daar met 150 schapen en mijn twee border collies Bill en Moss. Ik werk voor de PWN, het waterleidingbedrijf van Noord-Holland en dit bedrijf wil een schaapskudde inzetten om de vergrassing van het duin te beheren. Deze zomer mocht ik de begrazingsproef uitvoeren, een geweldige kans! Van huis uit ben ik schapenhouder en mijn vak is boswachter. Mijn kennis, ervaring en vooral passie komen samen in het beroep van schaapherder. Op 24 augustus was het erg droog en er stond een stevige wind. Dit zijn de ingrediënten voor een duinbrand, zeker als er een pyromaan actief is. Op zo’n dag is er extra toezicht in het duin, boswachters, bereden politie en een surveillance wagen, ik heb ze niet gezien maar er waren ook undercover agenten. Vanaf mijn duintop zie ik de politiewagen het duin uitrijden en 1 seconde later kringelt er rook omhoog. Ik heb voldoende ervaring met duinbranden om te weten wat er dan gebeurt. Binnen een paar minuten gaat het los! Brandweer, politie, reddingsbrigade, loonwerkers, burgers en pers vliegen het duin in en razen rond op zoek naar brand. Ik had van te voren al een plannetje gemaakt. Ik, mijn honden en de schapen, moesten zo snel mogelijk naar een veilige plek. Mijn vriend Martin was bij me en kreeg een enorme adrenaline kick, hij ging meteen op onderzoek uit. De brand was niet ver weg, aan de achterkant van de volgende duintop stond een eikenprop te roken. Voor dat Martin iets kon doen, sloeg de wind eronder en stond het hele duin in brand. Ik was al op weg met de schapen en het stond blauw van de rook. Het was angstig en spannend tegelijk. Ik belde 112 en het was moeilijk om uit te leggen waar de brand was. Ik kon alleen de Helmweg noemen en de dichtstbijzijnde ingang. Daarna belde ik een collega en een loonwerker met trekker en watertank van 10.000 liter. In de verte hoorde ik de eerste sirenes en omdat ik op een hoofdweg liep, moest ik haast maken. Er liepen veel mensen met me mee, dat gebeurt altijd als je met een kudde loopt. Die mensen stelden nog vriendelijk vragen, hoeveel schapen heeft u en hoe heet u hond. Ze hadden kennelijk nog niets in de gaten, ik wees naar de rook achter ons en zei dat het verstandig was om zo snel mogelijk het duin uit te gaan.
B I S N E Z MANAGEMENT
Inmiddels was ik van de hoofdweg af en kon ik mijn schapen onderaan de trap van de gele route zetten. De rook waaide over ons heen, maar op deze plek kon het vuur zeker niet komen. Een uur later was het sein brand meester, deze keer was het een kleine brand. Eén van de managers belde me en vroeg of ik de brand goed was doorgekomen. Dat waardeerde ik en ik bedacht me ook dat de vele duinbranden de schapenbegrazing onder druk kunnen zetten. Het is best onveilig om dieren in te zetten in een gebied waar af en toe branden zijn. Ik vertelde van mijn handige plan en hoe snel en gemakkelijk een kudde schapen zich kan verplaatsen. De chaos rondom brand maakte ik kort daarvoor mee op 6 juli. Samen met een collega boswachter was ik in het duin om te bepalen waar we de kudde schapen het beste konden inzetten. We stonden op het uitzichtduin de Hoge Toren en we roken brand. Al snel zagen we rook boven de boomtoppen van Staatsbosbeheer. De sirenes loeiden, dus er was een melding gedaan. Op zijn Noord-Hollands gezegd vlogen wij met gillende gympen in de Suzuki over de schelpenpaden van Staatsbosbeheer. Het bos stond niet alleen blauw van de rook, maar was vooral grijs door het opwaaiend stof van de schelpenpaden. Wij, de politie, Staatsbosbeheer, de reddingsbrigade, verkenningsvoertuigen en tankautospuiten van de brandweer wilden allemaal als eerste bij de brand zijn en reden als gekken in het rond. In het terrein waren ook nog bezoekers die precies hetzelfde deden. Een mountainbiker hield ons aan, hij had een paard zonder ruiter gezien. Daar zaten we nou net niet op te wachten, maar een afgevallen ruiter gaat natuurlijk voor. Om de vaart erin te houden zijn we met de Suzuki het ruiterpad afgereden. Een ruiterpad is ongeveer een halve meter breed en heeft een diep uitgesleten geul. Ik was in ieder geval trots op de rijkunsten van mijn collega en het was een bijzonder ervaring om, geheel schuin, met mijn neus op het maaiveld door een ruiterpad te ploegen. Toen het ruiterpad omhoog ging konden we niet verder en zijn we een heel stuk achteruit gereden, totdat we tussen de bomen konden keren. Zeker een half uur later was de brandhaard nog steeds niet gevonden en reden er overal hulptroepen. Omdat we geen bereik hadden konden we ook niet bellen over de stand van zaken. We zagen wel een Staatsbosbeheercollega met paard, die wist gelukkig dat de ruiter veilig thuis was. De politiehelikopter zat in de lucht en ontdekte de brandhaard midden in een bosvak, het blussen kon beginnen. Ik weet bijna zeker dat er meer dan een uur tijd tussen melden en blussen heeft gezeten. Zo heb ik een aantal branden en oefeningen mee gemaakt. Meestal is er maar een enkele keer brand en dat betekent toch vooral veel adrenaline, de held willen zijn, sterke verhalen vertellen, en vooral nablussen met een koud biertje.
B I S N E Z MANAGEMENT
Op Terschelling was ik degene die na een brand moest aankloppen bij café Zonneweelde. Deze kroegbaas paste dan het aantal flesjes Heineken en Amstel af, hij wist gewoon precies wie wat dronk. Om heel eerlijk te zijn is een brand in een natuurterrein helemaal niet zo erg. Natuurbranden zijn zelfs nodig en dragen bij aan een prachtig systeem. In de natuur is het belangrijk dat er steeds een nieuwe uitgangssituatie is, een pioniersituatie. Er zijn nu eenmaal planten en dieren die alleen in zo’n situatie kunnen leven. Na een pioniersituatie verandert de natuur heel geleidelijk in een eindstadium. Een voorbeeld van zo’n eindstadium is een bos, met oude en jonge bomen, daaronder een struiklaag, er leven veel insecten, vogels en zoogdieren. Dat is biodiversiteit, een toverwoord in de natuur. Een brandje ruimt ook lekker op en zorgt ervoor dat er in eens heel veel voedingstoffen beschikbaar zijn. Stel je voor, je bent een kleine eik en je staat in de schaduw van een grote eik. Eerst is het wel goed, je staat in de luwte en je groeit langzaam op. Maar daarna kun je niet meer zo goed groeien, je staat in zijn schaduw en die grote eik onttrekt het meeste water en voedingstoffen. Dan op een nacht, slaat de bliksem in. De oude reus valt brandend om en jij hebt alle licht, lucht en water voor jezelf. Toch blijft de oude eik nog een beetje voor je zorgen, je kunt groeien van zijn verterende resten. Ook de duinen van Bergen en Schoorl kunnen best een brandje hebben. Door stikstof in de lucht en het verdwijnen van het duinkonijn zijn de duinen vergrast. De specifieke duinplanten kunnen nauwelijks meer groeien. Na een brand zijn de grassen verdwenen en ontstaat er weer een nieuwe uitgangssituatie, waar de duinplanten van profiteren. Toch zijn de branden in Bergen op een andere manier wel schadelijk. Deze branden waren niet natuurlijk, maar aangestoken door een pyromaan. De afgelopen 2 jaar zijn er zeker 10 branden geweest, waarbij 2 keer geëvacueerd moest worden. Het duinterrein is veranderd in een plek waar camera’s zijn opgesteld, waar de politie met regelmaat naar ID’s vraagt, waar de bezoekers speculeren over wie de pyromaan is, waar agenten undercover werken en waar de hondenbrigade en bereden politie regelmatig een ronde doen. En natuurlijk is er schade aan de natuur. Dieren en nesten verbranden, auto’s rijden sporen, shovels trekken diepe stoplijnen, blushelikopters gebruiken zout zeewater. Dan is er ook altijd nog de vraag zijn de branden gericht op Staatsbosbeheer of toch ook op PWN. Dat is geen prettig gevoel en het doet ook geen recht aan de inzet. Als natuurbeheerder werk je aan een terrein waar mensen zich prettig voelen en waar de natuur helemaal tot zijn recht kan komen. Nu zijn er ook nog eens enorme bezuinigingen en de herstelkosten, alleen al voor Staatsbosbeheer zijn 2,5 miljoen euro. Zo’n brand blijft dan nog lang een litteken in het terrein.
B I S N E Z MANAGEMENT
De kosten voor de gemeenschap zijn torenhoog. Het blussen van de branden is een enorme organisatie. Door de vele branden is het nu zo dat elke melding van een duinbrand meteen een grote brand is. Afhankelijk van de grootte wordt er verder opgeschaald naar middelgrote brand of zeer grote brand. In het duin staat dan een copi een coördinatieplaats incident, een mobiele commandopost van waaruit de hoofdofficier van dienst het bevel voert ondersteunt door politie, de terreinbeheerder en de ambulancedienst. Tegelijkertijd is er bij de meldkamer een regionaal coördinatiecentrum met een regionaal operationeel team, hierin zit onder andere de burgemeester. Dit team voert uit wat de hoofdofficier van dienst vraagt. Die acties kunnen zijn het oproepen van versterking van korpsen uit het hele land, het inzetten van loonwerkers met trekkers en watertanken, het plaatsen van dranghekken, het inzetten van de blushelikopter, het bestellen van de broodjes en uiteindelijk evacuatie met de inzet van de mobiele eenheid. Het blussen van een brand is goed georganiseerd, maar toch kan het een chaos in het terrein zijn. Bij elke opschaling worden er steeds meer mensen en middelen ingezet. Je moet dus eigenlijk wachten tot je aan de beurt bent en dat valt niet mee. Iedereen die rook ziet komt veel liever in actie. Omwonenden gaan scheppen halen. Boeren en loonwerkers racen naar huis om trekker en watertank op te halen, de reddingsbrigade komt van het strand, boswachters komen aan en wijzen iedereen de weg, de politie begint naar de dader te zoeken, de brandweer rukt uit. Het valt niet mee om te wachten als je graag in actie wilt komen en gewend bent om zelfstandig beslissingen te nemen. Stel je bent loonwerker of boer en je kunt binnen 15 minuten met 10.000 liter en veel pk’s aan de slag en je hebt aan een half woord genoeg om de locatie te vinden. Ga je dan wachten en kijk je dan naar de brandweer, die druk zoekende misschien wel vast komt te zitten in het terrein, eerst slangen uit moet rollen en dan met een paar stralen water begint te blussen. Wat als je brandweerman bent en je hebt een risicokaart met heel veel informatie en daarop aangegeven waar je wel en niet kunt rijden, dat kun je toch zo snel niet overzien. Logisch toch dat je zelf gaat zoeken. Ik zou best een keer hoofdofficier van dienst willen zijn. Ik vraag me af hoe ik zou samenwerken en het overzicht zou houden en hoe ik al die mensen aan moet sturen. Hoe ik de informatie vanuit de lucht, vanaf de grond, vanuit de commandopost en vanuit het actiecentrum snel zou verwerken. Met als basis een kaart van het gebied en steeds veranderende factoren, de wind, de wisseling van de wacht, loopvuur, grondvuur of kroonvuur. Zou ik het vol houden om steeds onder druk te blijven nadenken en beslissingen te nemen? En ben ik degenen die alle rekeningen verzameld, van loonwerkers, blushelikopters en brandweerkorpsen. Bemiddel ik als korpsen slangen van elkaar hebben meegenomen en zeg ik tegen de boswachters dat ze toch echt de autosleutels in het contact moeten laten zitten.
B I S N E Z MANAGEMENT
Ik weet zeker dat het bestellen van de broodjes geen probleem is. Daarvoor is een waakvlamovereenkomst. Snackhouse LOBO uit Sint-Pancras is 365 dagen per jaar, 24 uur per dag bereikbaar en staat garant voor 200 lunchpakketten, 1000 is ook geen probleem. LOBO heeft een voorraad van 600 cadetten, 200 plakken kaas, 200 plakken ham, 100 plakken fricandeau en 100 plakken rosbief (de brandweermensen kunnen dan een broodje uitwisselen) 200 marsen, 200 lunchdoosjes, 200 flesjes water en 200 flesjes aquarius. Na een oproep belt hij direct hulptroepen, zijn vader, moeder en vriendin. In minder dan 2 uur maken ze 200 lunchpakketten klaar. Als er meer pakketten nodig zijn, dan belt hij zijn groothandel uit bed en zorgt hij voor nog meer personeel. Rond de feestdagen zit er in elke lunchdoos een zakje pepernoten en er zit altijd een visitekaartje in. Dankzij het visitekaartje verzorgt hij nu de catering voor alle brandweerkorpsen in de regio. Het lijkt me toch het beste dat ik schaapherder wordt. Eentje die zich inzet om op een duurzame manier het beschadigde duin te herstellen, die een kudde inzet op de juiste tijd en op de juiste plek om zo het beste resultaat te halen. Een herder die oog heeft voor wegtrekkers en blijvers en die honden zo aanstuurt dat er ruimte is voor eigen initiatief. Een kudde waarin schapen en honden elkaar accepteren, zodat de sfeer ontspannen is en ik kan genieten. Ik wil een bedrijf met gezonde dieren, die nauwelijks medicijnen nodig hebben en dat is zeker mogelijk met een goed managementsysteem. Met een weideplan is er altijd voldoende te eten, is er voldoende wintervoer en is er zelfs nog ruimte voor een weidevogel en een bloemetje. Ik weet dat ik een schaapherder ben die op tijd zijn opdrachtgevers benaderd en de omgeving betrokken maakt. Ik ben vooral een herder met een warme stal waar met hard werken veel lammeren geboren worden en waar de ooien goede moeders kunnen zijn. Ooit is mijn passie begonnen als een klein brandje, ik heb er zelf hard voor gewerkt en van PWN een geweldige kans gekregen. Ik mocht 6 weken als schaapherder werken en mijn brandje gaat niet meer uit. Nu kijken we samen hoe ik mijn eigen bedrijf kan starten met PWN als één van de opdrachtgevers. Als ik u mag zeggen waar het volgens mij om draait, dan zeg ik voel aan welke brandjes gedoofd moeten worden, maar voel vooral aan welke zeker niet geblust mogen worden. Hoe heter het vuur hoe beter de energie. Dank u wel.