B I S N E Z MANAGEMENT
Mijn naam is Erik Stoutjesdijk en ik ben als fysiotherapeut werkzaam in Gouda. Als zodanig ben ik ook de fysiotherapeut van Frans den Boer. De afgelopen jaren heb ik hem verschillende malen mogen ‘redden’ wanneer zijn lichaam kuren vertoonde… en dan in het bijzonder kuren van het bewegingsapparaat. Wanneer Frans klachten heeft, is het niet genoeg dat ik hem vertel dat het zal genezen: hij wil ook graag weten hoe lang het duurt, wat het is, of het terug kan komen en liefst nog of hij er op de één of andere manier zijn voordeel mee kan doen. Dit is zo’n voordelige situatie… en terwijl ik een verhaal vertel, kan bij ons allen het eten een beetje zakken. Als fysiotherapeut kom ik in contact met allerlei compleet verschillende mensen. Sommige hebben kwalen en verhalen die nooit meer vergeet, maar welke klachten ze ook hebben, het is bijna altijd te herleiden tot een probleem aan het bewegingsapparaat, de verzameling botten, spieren, pezen en banden die het mogelijk maakt dat we bewegen. Zo herinner ik het verhaal van de voetballer die, na een ordinaire schoppartij, met zijn twee maal zo dikke enkel bij mij binnen kwam, met maar één vraag: “Kan ik voetballen?” “Ja natuurlijk” was mijn antwoord, “maar de komende 6 weken even niet…” Bij deze voetballer was het duidelijk wat de oorzaak van zijn probleem was… maar dat is helaas niet altijd zo eenvoudig. Klachten kunnen natuurlijk ontstaan door éénmalige zware overbelasting, maar verreweg de meeste klachten ontstaan door langdurige en veelvuldige, maar slechts geringe overbelasting. Waarom is dat zo? Door het langdurig zitten ontstaat er een voortdurende druk op de achterzijde van de wervelkolom, waardoor ter plaatse de druk hóger wordt dan de bloeddruk. Dat wil zeggen dat de bloedvaatjes in dat gebied gedurende langere tijd, niet in staat zijn zuurstof en bouwstoffen in dat gebied te pompen. Dat maakt het weefsel kwetsbaarder voor beschadiging, zodat het bij een iets grotere belasting ‘plotseling’ scheurt. Zo zijn er tegenwoordig meer mensen met rugklachten in de management sector, dan in het uitvoerende segment. Dat acuut ontstaan van rugklachten noemen we ‘spit’ of in het Duits ‘Hexenschuss’. De meest eenvoudige manier om te voorkómen dat klachten aan de rug ontstaan, is dus eigenlijk niet urenlang in dezelfde houding blijven zitten. Onderbreek het zitten, ga staan, loop een stukje en buig achterover. De meesten van ons doen dat automatisch als we lang hebben gebukt, maar eigenlijk niet vaak genoeg. Gemiddeld gesproken buigt een mens 2000 tot 3000 maal per dag, kleine en grote buigingen door elkaar genomen. De rug dagelijks 30 maal strekken is genoeg om klachten te voorkomen. Zitten is, als gezegd, de grootste bedreiging voor de rug. Zorg ervoor dat rechtop gezeten wordt, zonder krampachtig te zitten… zeg maar maximaal gestrekt, min de
1/5
B I S N E Z MANAGEMENT
spanning. Zorg ervoor dat de knieën en de heupen ongeveer in 90 graden stand zijn en zet de voeten vlak op de grond, zit dus niet met de benen over elkaar. Zitten in de auto is een iets ander verhaal. Ook daar moet erop gelet worden dat er goed gestrekt gezeten wordt, maar óók dat u niet scheef gaat hangen. Let er maar eens op hoeveel mensen schééf achter het stuur zitten, altijd naar rechts. Een handige manier om ervoor te zorgen dat u goed gestrekt zit en niet naar rechts hangt, is het juist instellen van de spiegels, terwijl u rechtop in uw autostoel zit. Wanneer u onderweg in onderuitgezakte houding een blik in de achteruitkijkspiegel werpt, merkt u dat u niets kunt zien van het verkeer naast en achter u en zult u onmiddellijk de rug strekken en rechtop gaan zitten. Een vertegenwoordiger, die met rugklachten in mijn praktijk kwam en ook deze raad kreeg, vroeg mij bij zijn volgende afspraak hoe het toch kwam dat zijn spiegels steeds anders gingen staan, als hij naar Groningen reed… hij blééf ze bijstellen… We kunnen op vele manieren door onze rug gaan, maar buiging van de wervelkolom zit in élke beweging die klachten veroorzaakt. De mooiste manier waarop je door je rug kunt gaan, hoorde ik een paar jaar geleden: op mijn vraag hóe hij zijn spitaanval had gekregen, antwoordde een jonge man een beetje besmuikt: “Bij het vrijen.” Ik ben niet zo ver gegaan dat ik wilde weten wát ie precies heeft gedaan, maar heb hem wel een velletje met daarop enkele ‘Veilige posities voor mensen met rugklachten’ meegegeven…Hij heeft bij thuiskomst dat kopietje aan zijn vrouw gegeven met de mededeling: “Schat, we hebben huiswerk…” Ook bij wat we tot voor kort RSI, Repetative Strain Injury, of in goed Nederlands ‘Letsel door herhaalde overrekking of overbelasting’, noemden, speelt een gebrek aan zuurstof en bouwstoffen door vermindering van de doorbloeding een grote rol. Tegenwoordig zijn we overigens meer geneigd om de klacht te benoemen naar de kwaal die erdoor ontstaat, in plaats van het mechanisme waardoor het is ontstaan. Zodat ‘RSIklachten rond de elleboog’ weer gewoon ‘een tenniselleboog’ is. Laten we eens kijken waarom de doorbloeding bij RSI onvoldoende is… Bij zittende werkzaamheden is de hartslag laag, wordt kalm adem gehaald en is het lichaam eigenlijk in rust. Alleen met één of beide armen wordt, bijvoorbeeld bij beeldschermwerk of werkzaamheden met de muis, een lokale topprestatie geleverd. Met als gevolg dat de doorbloeding van dat gebied achterblijft, waardoor te weinig voeding en zuurstof wordt aangevoerd. In rust gaat slechts 10% van het bloed door de spieren, waarbij voor een actief gebruikte arm hooguit 1,5%, zeg maar 75 cc bloed per minuut, beschikbaar is. Het gevolg laat zich raden: door het voortdurend aanspannen, neemt de behoefte aan voeding in de armspieren toe, terwijl het volume niet stijgt. Ook neemt de druk ín de
2/5
B I S N E Z MANAGEMENT
armspieren toe, zodat er ook om die reden sprake is van een gebrek aan doorbloeding, met verzuring als gevolg. Een mooi voorbeeld van verzuring en het desastreuze effect op kracht en vooral uithoudingsvermogen is te vinden in de ‘Sterkste Man van de Wereld’ –competitie. We hebben het misschien allemaal wel eens gezien: Mannen zo groot als bulldozers slepen vrachtwagens, stoeien met ballen van 100 kilo en tillen vaten van nog groter gewicht. Toch is er één onderdeel waar ze allemaal veel moeite mee hebben: het kaas-tillen. Aan elke uitgestrekte arm komt een kaas te hangen van ongeveer 15 kilo, waarbij de opdracht is de armen gespreid te houden en de kaas níet te laten zakken. Natuurlijk zakt die kaas wél… en vaak al binnen een paar seconden. De winnaar komt nóóit tot een minuut. Ook hier treedt verzuring op, nu van de schouderspieren, omdat de druk ín de spier hoger is dan de bloeddruk. Eerst ontstaat een moe gevoel, dat langzaam over gaat in een brandende pijn, die langer volhouden onmogelijk maakt. Ook bij werkzaamheden achter de laptop valt eerst een moe gevoel in de arm en schouder op. Vaak ook ontstaat één koude hand, wat een duidelijke aanwijzing is dat er doorbloedingsveranderingen bestaan. Doorgaan op dezelfde voet geeft onherroepelijk problemen, zelfs als er meer gerust wordt. Want door rust verbetert de doorbloeding in de arm wel, maar deze wordt nooit optimaal. Dat gebeurt pas als hartslag en ademhaling worden opgevoerd. Twee tot drie maal per week sporten zorgt dat ervoor dat de afvalstoffen uit de armen volledig verdwijnen, omdat de doorbloeding daarbij sterk wordt opgevoerd. Zelfs hardlopen of fietsen is effectief, want daarbij worden de armen gebruikt om het bloed te koelen en daarbij worden tegelijkertijd afvalstoffen meegevoerd. Lichaamsbeweging is dus een probaat middel bij RSI-klachten. In mijn praktijk heb ik dan ook nog nooit een sporter met RSI gezien… op één uitzondering na. Een marathonloper die wekelijks 70 kilometer of meer liep, klaagde over pijn in zijn beide onderarmen, schouders en nek, niet alleen bij zijn werkzaamheden als CAD-CAM tekenaar, maar vooral tijden het lopen. Bij onderzoek vond ik van alles, maar wat ik ook deed, het lukte me niet om de klachten helemaal weg te krijgen… tot ik hem op zaterdagmorgen tegenkwam, in sport tenue en met twee bidons water in zijn handen. Het bleek dat hij altijd met die twee flessen liep, stevig in zijn handen geklemd. En door dat klemmen bleek hij zijn klachten te krijgen, of in ieder geval te onderhouden. Oplossing: een gordel met 4 flesjes van een kwart liter water om zijn middel… binnen twee weken waren de klachten verdwenen. Natuurlijk kan sporten zelf óók aanleiding geven tot klachten… wie sport loopt de kans zich te blesseren. Toch blijkt uit onderzoek van het NOC*NSF dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. Een sporter werkt harder, verzuimt minder en is
3/5
B I S N E Z MANAGEMENT
gemotiveerder. En de voordelen zijn niet alleen zakelijk… een sporter is ook beter bestand tegen druk, spanning en uitputting en over het algemeen minder vatbaar voor ziekten en kwalen. Daarnaast is sport ook een maatschappelijk fenomeen. Het één van de dingen waar je gemakkelijk met anderen een gesprek over begint. En er is, zéker bij topsport, ook nog zoiets als ‘free publicity’… gratis naamsbekendheid voor defensie, dat graag Mark Huizinga en Deborah Gravenstein naar voren schuift als visitekaartje. En niet alleen voor het lichaam is sporten een goede zaak. Ook voor de ontspanning van de geest kan een stukje hardlopen zo zijn voordelen hebben. Al in 1980 is vanuit het Jan van Bremen Instituut een hardloop training voor mensen met psychische problemen opgezet. Recent onderzoek bevestigd wat toen al werd geopperd: lichamelijke inspanning kan net zo effectief zijn als het gebruik van antidepressiva. De werking van dit mechanisme is nog niet helemaal duidelijk, maar algemeen wordt aangenomen dat door de inspanning endorfinen vrij worden gemaakt in de hersenen. Endorfinen zijn lichaamseigen pijnstillers, sterker dan morfine, die worden geproduceerd op het moment dat er binnen het lichaam pijn wordt gevoeld, met de bedoeling functioneren mogelijk te houden. Endorfinen zijn overigens nét zo verslavend als echte opiaten. Dat verklaart waarom fanatieke sporters zo humeurig worden als ze niet mogen sporten. Prestaties hangen niet alleen af van conditie, inzet en endorfinen, ze hangen ook af van de manier waarop je de wedstrijd opbouwt. Wanneer je ’s morgens heel fanatiek aan het werk gaat, geen tijd neemt voor een lunch en je bureau niet verlaat, líjkt het alsof je heel hard werkt… maar het is de vraag of je ook heel veel werk verzet hebt. In de opleiding tot sportfysiotherapeut werd ondermeer met Olga Commandeur, de dame die met mijn collega Karl Noten op elke weekdag om kwart voor zeven en om tien over negen ochtendgymnastiek geeft op Nederland 1, een experimentje gedaan. Zo werd haar gevraagd om 800 meter te lopen, waarbij ze zo snél mogelijk van start moest gaan en in het hoogst mogelijke tempo moest blijven lopen… de eerste 400 meter waren razendsnel, maar het verval in de tweede 400 meter was dramatisch. Toen ze na een half uurtje rust nogmaals die 800 meter liep, maar nu in een evenwichtig opgebouwde race, was de tijd van de eerst 400 meter langzamer dan in de eerste race, maar de tweede ronde was vrijwel gelijk aan de eerste… waardoor ze uiteindelijk de tweede race sneller liep dan de eerste. Een vergelijking met arbeid kan dan ook gemakkelijk gemaakt worden… wie gestaag doorwerkt, maar op tijd zijn rust neemt en eet, komt waarschijnlijk tot betere prestaties dan de hardloper die te hard van start gaat en zich uiteindelijk doodloopt. En dan kom ik op het laatste stukje van mijn betoog… stress.
4/5
B I S N E Z MANAGEMENT
Psychische belasting, want zo noemen we het nog vaker, is eigenlijk niet echt een veroorzaker van lichamelijke klachten. Als je niks hebt, krijg je er ook niks van. Stress is veel meer een vergrootglas, een versterker. Wanneer u last hebt van uw lijf en de psychische belasting neemt toe, wordt u zich meer en meer bewúst van beperking en pijn, waardoor de hínder van de klacht toeneemt. Terwijl de objectiveerbare ernst van de klacht niet toeneemt. Ik maak het zelf ook wel eens mee: wanneer ik met pijn in mijn hoofd thuis kom, nét op het moment dat mijn twee dochters elkaar te lijf gaan, de hond op de mat zijn behoefte doet en mijn vrouw de aardappels laat aanbranden, krijg ik geheid meer hoofdpijn. Maar wanneer ik thuiskom en mijn dochters zijn lekker aan het spelen, de hond komt kwispelend op me af en mijn vrouw kookt mijn favoriete kostje, nemen de klachten niet toe… misschien nemen ze zelfs wel af. Toen ik hier vanavond naartoe kwam, had ik een beetje hoofdpijn… gelukkig kan de kok hier een beetje koken en zijn mijn vrouw, hond en kinderen thuis… Dus is mijn hoofdpijn inmiddels verdwenen… De conclusie mag zijn dat we, als we enigermate zorg dragen voor ons eigen lijf, we de aftakeling niet zullen kunnen voorkomen, maar dat we het tempo waarin we aftakelen wél in de hand kunnen houden. Grote verrassingen blijven ons dan zoveel mogelijk bespaard… Want laten we eerlijk zijn: wie er nú uit ziet als kasteel Heemstede na de brand in 1987, kan het wel vergeten dat ie er ooit nog zo uit komt te zien als kasteel Heemstede nú. Misschien is het uw taak als manager óók om uzelf én alle mensen om u heen te motiveren meer te bewegen en te sporten… voor lichaam en geest én uit zakelijke overwegingen.
Eric Stoutjesdijk, Fysiotherapeut Maart 2005
5/5