B I S N E Z MANAGEMENT
VEILIG? Vanavond hebben we het over veilig? mét vraagteken, en dat onderwerp ligt me na aan het hart. Ik ben twintig jaar geleden afgestudeerd als hoger veiligheidskundige en ik heb jarenlang met het onderwerp gewerkt en geworsteld binnen de chemische industrie. Toen ik daar als jong ventje ging werken aan risicobeheersing, lag de chemische industrie vanwege een veelheid aan rampen,ongelukken, gifbelten en milieuproblemen in de goot van de publieke waardering. Mijn omgeving schrok dan ook: “jongen, zou je dat nou wel doen? Je kon vroeger zo goed leren!” Maar het leek me nu juist een leuke uitdaging, en ik heb er met plezier gewerkt. Ik heb er veel ervaring opgedaan met het managen van veiligheid en met het inschatten en beleven van risico’s en daar wilde ik het vanavond eens met u over hebben. Want managers, ondernemers en bestuurders worden verondersteld risico’s in te schatten als onderdeel van het vak. Wij behoren onacceptabele risico’s te verkleinen of te vermijden en gecalculeerde risico’s te nemen! Maar mijn stelling vanavond is dat het nemen van gecalculeerde risico’s een illusie is. Wij spelen dagelijks roulette op ons werk. Dat vraagteken achter “veilig?” staat daar niet voor niets. Ik ga u deze boude bewering illustreren aan de hand van een paar praktijkvoorbeelden. Het eerste voorbeeld gaat over dat calculeren van risico’s, en wat we daar dan mee moeten. Het was 1990 toen mijn werkgever in de chemie besloot een nieuwe reactor te gaan bouwen, waarin zich erg gevaarlijke processen afspelen om een mooi eindproduct te kunnen maken: verf op waterbasis, wat destijds een zeer wenselijke vernieuwing was voor mens en milieu. De overheid dwong ons om een enorme risicostudie uit te voeren, want als toezichthouder wilde men de risico’s gekwantificeerd zien in harde getallen. Men wilde gecalculeerde risico’s kunnen nemen. Uit die studie kwam een soort kaart van de omgeving van onze nieuwe reactor met zogenaamde ‘risicocontouren’ erop. Dunne lijntjes in een kilometers grote, slordige cirkel, met getalletjes er bij als 10E-6. Als je binnen die cirkel woonde, had je een kans van eens in de 1 miljoen jaar om te overlijden als gevolg van een ongeval met onze reactor. Allemaal heel wetenschappelijk gecalculeerd door de knappe koppen van TNO. Wat stelt u zich daar precies bij voor, eens in het miljoen jaar? Is dat veel of weinig? Volgende, nog veel moeilijkere vraag: is dat acceptabel?
1/5
B I S N E Z MANAGEMENT
Ik wist het ook niet, maar op last van de overheid moesten wij wel een informatieavond beleggen met omwonenden die binnen die contour van 10E-6 woonden. U ziet het voor u: een rokerig zaaltje in een Limburgs dorp, met twintig gepensioneerden en een activistische moeder achter de gratis koffie met gebak. Ik presenteerde als jonge deskundige het hele verhaal, legde uit wat ik dacht dat 10E-6 betekende en wachtte in spanning af wat de reactie was van mijn buurtgenoten. De eerste vraag was meteen raak. Een oud mevrouwtje wilde weten of eens in de miljoen jaar, of dat ook mórgen kon gebeuren… Daar raakte ze precies aan de grote zwakte van ons idee dat je veiligheid in getallen kunt vangen; calculeren gaat wel, maar wat betekenen die getallen eigenlijk? En hoe beleven we die? Natuurlijk had die dame gelijk, en ik kon moeilijk antwoorden dat ze dan daarna een statistische zekerheid had dat het 999.999 jaar niet nog eens zou gebeuren. Want ook dat is niet waar. Ik zette me schrap voor een onmogelijke discussie, maar die kwam er niet. Want de volgende vraag was: “worden onze huizen nu minder waard?” en daar is de hele verder avond over gedebatteerd. Geen ander risico kon de interesse meer opwekken. Conclusie die avond: alle risico’s zijn acceptabel als ons geld maar veilig is…! Houdt u die even vast, want daar gaan we zo nog verder op in. Tweede voorbeeld. Sinds 9/11 hebben wij voortvarend een Nationale Coördinator Terrorismebestrijding aangesteld in Nederland, tot voor kort was dat de heer Tjibbe Joustra. Hij heeft een enorm apparaat aan mensen en middelen tot zijn beschikking gekregen, die hard aan het werk zijn om terroristische groepen op te sporen en te bestrijden. Fantastisch natuurlijk. Sinds de moord op Theo van Gogh is er dan ook geen enkele dode meer gevallen als gevolg van terrorisme in ons land. In lange jaren voor de dood van Van Gogh echter ook niet. De vraag of onze veiligheid met al die inspanning werkelijk wordt vergroot is dus gerechtvaardigd. Ik zal het eens op scherp zetten. Uit de cijfers blijkt dat er in de afgelopen vijfentwintig jaar of zo gemiddeld 0,1 persoon per jaar overleden is aan terroristisch geweld in ons land. Ik las ergens dat iemand die het radicalisme aanhangt het terrorisme vergeleek met een wespenplaag voor onze samenleving, en dat bracht me op een idee. Ik heb het even voor u nagezocht, er overlijden jaarlijks gemiddeld vier mensen in Nederland aan wespensteken. Dat is veertig keer zoveel dan aan terrorisme. Ik stel dan ook voor dat de opvolger van de heer Joustra zijn prioriteiten per direct verlegt naar een actieve opsporing en bestrijding van wespen, omdat dat een aantoonbaar groter risico betreft in ons land. Deze conclusie is op basis van de nuchtere risicocalculaties gerechtvaardigd. Maar veel wetshandhavers en politici zullen toch reageren als door een wesp gestoken!
2/5
B I S N E Z MANAGEMENT
Het probleem is dat al die gecalculeerde risico’s ons zo weinig zeggen, al was het maar omdat het zulke absurd kleine getallen betreft. Ik zal u proberen te helpen, door ze in perspectief te plaatsen. Dat getal van 10E-6 is de wettelijke grens voor acceptatie van risico’s van industriële ongevallen. Veel of weinig, acceptabel of niet, laat ik het vergelijken met bijvoorbeeld het geaccepteerde risico op overstroming van de Zeeuwse deltawerken: eens in de 10.000 jaar, dus 100 maal groter. Maar daar gaat dan ook een ander ministerie over. De kans dat u overlijdt aan een wespensteek is elk jaar 2*10E-7 (afgerond). Dat is weinig, maar ongeveer vergelijkbaar met de kans op het winnen van de hoofdprijs in de Staatsloterij als u één lot heeft gekocht. Het risico om te sterven door toedoen van een terrorist is dan weer een paar ordes van grootte kleiner. Maar wij blijven doodsbang voor extremisten, wapperen een wesp aan de eettafel gedachteloos weg en kopen gewoon een staatslot in de hoop op de jackpot. Nou heeft de opvolger van meneer Joustra nog een management probleem. Hij kan al zijn mensen en middelen maar een keer inzetten, op de wespen of op de terroristen. Hij moet dus een afweging maken, want zijn middelen – lees geld – zijn eindig. Hetzelfde geldt voor de Deltawerken: misschien wilt u die wel opgehoogd hebben tot de overstromingskans gereduceerd is tot eens in de miljoen jaar. Maar wat mag dat kosten? Ten behoeve van zo’n afweging moeten (risico)beleidsmakers mensenlevens in geld gaan uitdrukken. Waarschijnlijk vindt u data dat helemaal niet kan of zelfs niet mag, een prijskaartje hangen aan een mensenleven. Dan ga ik u nu van een illusie afhelpen: er staat een prijs op uw hoofd. In de wereld van de risico’s wordt er een bedrag gehanteerd wat een mensenleven waard is. Dat wil zeggen, wat u persoonlijk mag kosten, in termen van veiligheid. Value of Statistical Life heet zoiets in het vakjargon. Het hangt er een beetje vanaf waar u vandaan komt. Hier in Europa rekenen we met bedragen van 2,5 tot 4,4 miljoen Euro voor een mensenleven, in Amerika zijn mensen blijkbaar goedkoper, want daar gaan ze uit van 2 tot 2,6 miljoen Euro. Overigens, die bedragen zijn zonder aanzien des persoons, u bent even duur als een draaideurcrimineel. Cynisch, hoor ik iemand opmerken? De risicoanalisten willen gewoon alle emotie uitsluiten uit hun calculaties. Zij willen beslissen op keiharde getallen alleen. En daar zit ‘m nou net de grote kloof met u en mij en andere beslissers. Wij mensen van vlees en bloed nemen beslissingen, wegen risico’s af, met ons verstand, denken we. Maar eigenlijk doen we dat vooral op ons buikgevoel, op emoties zoals angst, en bij mannen is de testosteronspiegel in het bloed de belangrijkste factor.
3/5
B I S N E Z MANAGEMENT
Onderzoek heeft uitgewezen dat er een direct verband is tussen de hoogte van de testosteronspiegel en de bereidheid risico’s te nemen – om het even op welk gebied. Dat vertekent het beeld van de harde getallen natuurlijk enorm, waardoor die getallen ons niets meer zeggen. En dan is er nog de vertekening door de media. Helaas halen rampen met veel slachtoffers de schijnwerpers, worden breed uitgemeten in de media, maar sluipende risico’s die talloze slachtoffers maken zonder veel lawaai, halen de media zelden. Gevolg: vliegrampen en terrorisme lijken veel gevaarlijker dan, pakweg, fietsen en wespen. Het omgekeerde is echter waar. Maken we nu een stapje naar een ander gebied waar veilig? duidelijk met een vraagteken wordt geschreven. Want in het afgelopen jaar blijkt dat ons GELD dus niet veilig is! De kredietcrisis en de economische crisis slaan toe, banken vallen om en wij vallen de ene verbazing in de andere. Zegt de beursanalist dat er een sterk “weerstandsniveau” in de AEX zit op 300 punten, floep, hij schiet er zomaar doorheen. Gecalculeerde weerstandsniveaus zijn pure statistische fictie, zoals de meeste financiële indicatoren. De enige echte bodem onder een beurskoers is NUL, en geld is een afspraak, niks meer en niks minder. Kijk maar naar meneer Mugabe in Zimbabwe, die zich niet aan afspraken houdt en de Zimbabwaanse munt heeft gedegradeerd tot bedrukt Wc-papier. Ondertussen denken wij bezorgd aan onze pensioenen, zijn alle Nederlandse huishoudens gezamenlijk 150 miljard Euro spaargeld kwijt, op papier tenminste, en krimpt onze economie dit jaar met wel 2 of 3%, het ligt eraan welke onheilsprofeet je moet geloven. Wat een rampspoed, wat een onveiligheid! Ik heb het even voor u nagezocht, maar die krimp werpt ons terug – schrikt u niet – op het niveau van de zomer van 2007! Weet u nog wat u toen deed? Zo erg wordt het deze zomer weer! Toen waren we allemaal straatarm en doodongelukkig, toch? Natuurlijk, de bankiers hebben het gedaan, met hun onverantwoordelijke gedrag, hun mistige financiële constructies die ze zelf niet begrepen, hun graaibonussen en hun onvoorstelbaar gebrek aan risicomanagement. Er zijn er vanavond hier een paar aanwezig, en ik heb voor deze gelegenheid bij de uitgang een ton pek en een grote zak veren klaar laten zetten, zodat u straks, bij het uitgaan, uw gram kunt gaan halen. En verder hebben de toezichthouders het wel gedaan. Volledig gefaald bij het in de gaten houden van de onverantwoorde risico’s die er genomen zijn. Ons consumenten totaal niet goed voorgelicht. Ook in de pek en de veren ermee! Wie hebben we dan verder nog? Wij spaarders en beleggers, wij geldbeheerders; wij wilden een zo hoog mogelijk rendement op onze centen.
4/5
B I S N E Z MANAGEMENT
En tja, een paar procent op een spaarrekening of een veilige staatsobligatie vonden we niet genoeg natuurlijk. Nee, wie hoge rendementen laat lopen is een dief van de eigen portemonnee, en onze testosteron vertelde ons dat het vast wel goed zou gaan. Dus lieten we ons wijsmaken dat we in ruil voor grote winsten héél weinig risico liepen, een gecalculeerd risico bovendien. En zo namen we allemaal een woekerpolis en een beleggingshypotheek, want de financieel adviseur zei dat het goed was en iedereen deed het toch? Vervolgens stapten we massaal op het verkeerde moment in op de beurs; toen het slecht ging stapten we vervolgens massaal op het verkeerde moment uit, en stortten onze resterende spaarcenten op Icesave. Ik ook hoor, ik ben net zo’n lemming als u. Op naar de afgrond, want iedereen loopt die kant op, dus het zal wel goed zijn. Wij allemaal dus ook in de pek en veren, want risico’s beoordelen als het gaat om ons GELD: hou maar op. We krijgen eerst Eurotekens in de ogen, en gaan dan aan risicomanagement doen, terwijl de testosteron ons uit de oren spuit! We gaan nu met z’n allen veel leren van deze crisis. Nu het kalf is verdronken dempen we de put natuurlijk wel. In de chemische sector is het uiteindelijk ook gelukt om risico’s beheersbaar te maken, en dat gaat in de financiële wereld ook echt wel gebeuren, daarvoor zijn de belangen te groot. Maar laten we onszelf alstublieft niets wijs maken, als belegger, als spaarder, als manager: het beoordelen van risico’s, gecalculeerde risico’s, dat blijft meestal een illusie. Is dat nou erg? Het is wel vervelend om je geld te verliezen, zo lang je je vermogen maar niet kwijtraakt. Je vermogen een ander te vertrouwen, relaties op te bouwen, kansen te zien en te benutten, en zo dat geld gewoon weer te gaan verdienen. Dan komt het allemaal wel weer goed met die economie. En veilig? Dat vraagteken staat daar goed. Dat houdt ons scherp, dat mag niet verdwijnen. Gelukkig ook maar, want anders wordt het leven zo voorspelbaar, zo saai…
Henk van Rossum Zaltbommel Februari 2009
5/5