B I S N E Z MANAGEMENT
Managers en hun verleden Een verhaal om onder het eten te vertellen voor een groep ondernemers en managers – om de gedachten vast te prikkelen. Bisnez, 12 februari 2004 Dames en heren, (Ik stel mij even voor. Ik ben Henk van Rossum, in het dagelijks leven huisvader en zelfstandig interim manager in de industrie en geschiedenissen vertellen is een van mijn hobby’s. Frans en ik kennen elkaar al heel lang, uit de tijd dat we nog jong en bezonnen waren). Ik ga u een verhaal vertellen over managers en hun verleden, want we willen vanavond iets opsteken over de kunst van het managen. En er zijn grote kunstenaars geweest die ons daarin zijn voorgegaan. In onze fantasie verplaatsen wij daartoe deze tafel nu in z’n geheel naar de managershemel. Wij stijgen op naar het walhalla der bestuurders, waar drie van de grootste managers uit het verleden bij ons aanschuiven aan deze hemelse maaltijd! Vanuit het licht komt een kleine, parmantige man aanlopen met donkere, priemende oogjes. Hij knikt uit de hoogte, en gaat zitten. Hij krabt zich even op de borst en u hebt hem herkend: het is Napoleon Bonaparte zelf! Welkom Sire! Dan komt er een andere man aanlopen: lang, mager, driedelig grijs, benig gezicht, onderzoekende, doordringende blik. Hij knauwt een Amerikaans “hello there” en gaat zitten. Ik zal hem u voorstellen, wat daar is hijzelf te bescheiden voor: Henry Ford, de grootindustrieel in automobielen van een eeuw geleden. Tenslotte komt er een derde figuur aangelopen. Hij heeft iets traags in zijn gang, draagt een toga losjes om de schoudertuniek en schuift niet aan maar hij gaat aanliggen bij ons. Hij hapt gemakkelijk wat van het eten en kijkt ons een beetje meewarig aan. Wie is hij? We hebben zijn antieke kleding wel gezien, maar we moeten hem zijn naam vragen. “Noem me maar Aurelius” zegt hij, “ik ben een Romeins staatsburger, van een goede familie, uit de tijd die jullie nu de 2e eeuw noemen”. Welkom heren! Wij zijn verheugd en vereerd dat we bij u aan tafel in deze hemel mogen aanzitten! Wij zijn namelijk allen managers, en we willen graag wat van uw grote ervaring leren. Wij managers van de 21e eeuw hebben het namelijk moeilijk. Wij hebben onze opleiding, onze goeroe’s en profeten, maar die zeggen allemaal wat anders. De traditionele school heeft ons geleerd te werken in structuren en systemen, kaders te scheppen en te controleren. Maar volgens Michael Porter moeten we vooral denkers zijn, strategen, visionairs. En de afgelopen jaren was het credo dat we bovenal leiders moeten zijn, mensen inspireren, bezielen en “empoweren” – het team moet het doen. Om nog maar te zwijgen van goeroes die beweren dat we 1/5
B I S N E Z MANAGEMENT
gewoon zeven gewoontes moeten leren om super effectief te zijn en de ergste: dat succes simpelweg een keuze is – tsjakka! Kortom, wij managers zijn een beetje in verwarring. Kunt u daarop uw hemels licht laten schijnen? “Managers? Wat zijn dat?” bromt Napoleon. “Ik kende alleen maar leiders! Mannen van eer, die het volk wisten te leiden, met visie en verstand van strategie! Ik verzamelde de beste om mij heen en bouwde er La Grande Armee mee op, het sterkste leger van de wereld! Zij geloofden in mijn leiderschap – ze gingen voor me door ’t vuur! Ik versloeg de overmacht van Oostenrijkers, de Pruisen, de Tsaar. Ik onderwierp Europa en vaagde het ancien regime van de kaart, omdat het geen leiderschap meer kende. Ford onderbreekt hem: “Bah, allemaal Franse poeha. Daar hebben de dames en heren hier niks aan. Wij Amerikanen weten wat managen is! Op ons model is de wereldeconomie, de wereldorde van nu zelfs gebaseerd. Technische vooruitgang en economische vrijheid, rijkdom vergroten door de productiviteit systematisch te verhogen! Ik was de kampioen van de doelmatigheid, ik vond in 1912 de lopende band uit, en werd wereldmarktleider met mijn T-Fords, ik zette Amerika op wielen! Dat is management: productiviteit verhogen door systemen en structuren te bedenken. Door ze voortdurend te verbeteren. Mijn arbeiders waren de productiefste van de wereld, omdat de band ze daartoe dwong. De grote Frederick Taylor zelf was mijn vriend en raadgever, en de geschiedenis heeft zijn gelijk wel bewezen!” Aurelius wrijft zich eens bedachtzaam over de kin: “Hmm. Mag ik jullie erop wijzen dat wij Romeinen het hele begrip managen hebben uitgevonden! Manager komt via het Frans en het kerklatijn van ons woord managium, het besturen van een Mansus, een groot landbouwbedrijf. Ik was zo’n bestuurder van een enorm landgoed in Gallia, en ik moet zeggen dat het me verbaast hoe jullie na tweeduizend jaar nog altijd op mijn taal blijven teruggrijpen. Nooit iets beters meer weten te verzinnen? Jouw lopende banden en systemen zeggen me niets, mijnheer Ford, maar ik had wel een leger zoals jij Napoleon: een leger van slaven. Managium was voor mij: elke ochtend liet ik mijn rentmeesters en slavendrijvers bij me komen, hoorde hun problemen en gaf hen de opdrachten, elke middag maakte ik een ronde langs de landerijen en de schuren om te zien hoe mijn gewassen erbij stonden en te horen waar de slaven over spraken. Managium was vooral veel zelf doen, mijne heren!” Napoleon (herneemt zich): “Dat zeg ik, persoonlijk leiderschap. Wanneer je daarover beschikt, dan krijg je alles van mensen gedaan. Je moet durven, ambitieuze doelen stellen en ze vervolgens bereiken! Ik was een groot leider, ik weet waarover ik het heb. Mijn leger, mijn volk geloofde in mij omdat ik ze kon inspireren door mijn veroveringen. Omdat ik ze van het ene succes naar het andere leidde! Een goede manager is als een generaal: hij verovert de markt zoals ik Europa aan mijn voeten kreeg: uitmuntende strategie, goed leiderschap, grote slagen winnen, overweldigend snel en doeltreffend. Dames en heren: zo moet een topmanager zijn!” 2/5
B I S N E Z MANAGEMENT
Ford (wegwerpend handgebaar): “Mwah. Jouw voorbeeld kweekte de ijdele, egotrippende, graaiende topmannen en overnamereuzen op lemen voeten die nog sneller in elkaar zakken dan jouw wereldrijk! Enron! Worldcom! Ahold! Parmalat! Ga zo maar door. Persoonlijk leiderschap: het werkte zolang je je leger naar de volgende verovering kon leiden. Maar toen je doel was bereikt bleek je niets opgebouwd te hebben dat die veroveringen consolideerde. Jouw model miste beheerssystemen. Nee, ik deed het anders: organische groei door productiviteitsverbetering! Mijn fabrieken waren de efficiëntste ter wereld! Aan de ene kant losten de schepen hun ijzererts, 41 uur later kwam er aan de andere kant een T-Ford uit rijden! Ik verlaagde de prijs van mijn auto’s met de helft en verdubbelde van de ene op de andere dag de salarissen van al mijn arbeiders! Heel Amerika viel over me heen, maar zie wat er gebeurde: ik had de best gemotiveerde mensen, de hoogste productiviteit, en ze hadden het geld om T-Fords te kopen! Ik veroverde de wereldmarkt, was vijf maal groter dan mijn grootste concurrent! Mijn technieken, systemen, managementstructuren hebben gewerkt! De dames en heren hier kunnen daar wat van leren! In hun organisaties wordt veel te improductief gewerkt – overal.” Napoleon wordt een beetje boos. “Nou ja, Amerikaan, ik bewonderde je fabrieken toen ik ze hier van boven zag, maar ik meen met kunnen herinneren dat jouw aanpak toch niet voorkomen kon dat je in 1927 de hele zaak moest stilzetten!” Aurelius doet er een schepje bovenop: “Ja Ford, je was zo bezig met je productiviteit en je systemen dat je een bureaucraat werd – je was het zicht op je klanten kwijt. Ze konden alle kleuren krijgen, zolang het maar zwart was! En de waarheid is, dat aan het eind geen hond die T-Fords van jou nog wilde hebben, al had je ze gratis aangeboden! Jouw methodes en technieken maken je doof, blind, naar binnen gericht!” Ford (fel): “Ja dat is waar. Maar een goede manager leert van zijn fouten en ik heb me hersteld.” Napoleon (vilein): “Nou, hersteld: marktleider ben je nooit meer geworden, dat werd GM, en nu zijn het de Japanners, en straks de Chinezen, al weten ze dat zelf nog niet…” Ford: “Dat is toch meer dan jij kan zeggen, meneer Bonaparte! Jij kwam helemaal ten val, net als de organisaties die zich op jouw persoonlijk leiderschapsmodel verlaten! Jij groeide jezelf dood, omdat je enige legitimatie de volgende verovering was – je vluchtte vooruit om de implosie van je rijk te voorkomen! En wat zie ik nu gebeuren met sterke topmannen met hun grote overnames?” Napoleon (hautain): “Dat zijn geen echte leiders, zoals ik. Parvenu’s. Geldwolven. Vergeet niet, ik voerde in heel continentaal Europa het metrieke stelsel in, de
3/5
B I S N E Z MANAGEMENT
burgerlijke stand, geünificeerde wetgeving – dat proberen ze nu nog te verbeteren in Brussel! En als ik bij Waterloo iets meer geluk had gehad…” Aurelius: “Je was een briljant strateeg en leider, maar je kon van Europa geen eenheid maken – alleen wij Romeinen konden dat, daarna is dat nooit meer gelukt! Je had er de middelen en de mensen er niet voor, je niet wou luisteren naar wijze raad, tot je bij de tocht naar Moskou hardhandig tegen je zelfoverschatting opliep. Je was verblind door je eigen succes! Zo gaat dat met te sterk persoonlijk getint leiderschap!” Napoleon: “Pah! Ik ben wereldberoemd geworden meneer Aurelius! Ik ben hét voorbeeld van inspirerend leiderschap, van briljante strategie! Ik heb mijn stempel op Europa gedrukt, en op de wereldgeschiedenis!” Aurelius: “Je bent een nieuwkomer. Jouw roem is pas twee eeuwen oud. Toen ik stierf, heette mijn landgoed naar mij, Aureliacum. Nu is dat de stad Aurillac in jouw land – Frankrijk. We spreken elkaar over 2000 jaar nog eens, Napoleon, eens kijken wie jou dan nog kent!” Ford is het zat. “Allright, kappen met die zinloze discussie! De geschiedenis interesseert mij als Amerikaan niet. Aurelius, wat kunnen we dan van jou leren? Managen door alles zelf te doen, zoals jij deed?” Aurelius denkt na, en zegt dan: “Luister mensen, mijn oogsten waren afhankelijk van alles: droogte, overstromingen, bedreigd door bendes Germanen of door slavenonrust. Ik was degene die daar voeling mee moest houden, de boer die wil oogsten moet vooruitkijken en weten wat hem bedreigt! Jullie zijn dat directe gevoel voor afhankelijkheid van je omgeving en voor invloeden van buitenaf kwijtgeraakt! Al ben je een leider en strateeg als Bonaparte, al heb je je fabriek en organisatie zo systematisch en productief als die van Ford, je zult zelf moeten weten van zaaien en oogsten, voelen aan het weer en aan de mensen, en dat lukt alleen door er direct op te zitten en mee te doen. Ik zou echt niet weten hoe dat anders had gemoeten.” Napoleon wordt sarcastisch: “Maar mijn beste Aurelius, wil je de dames en heren hier nu voorhouden dat ze moeten managen als een stel boeren? Je handen in de mest steken en naar de lucht kijken of het soms gaat regenen? Wat een visie, wat een strategie! Inspirerend leiderschap mijne heren: de boer, hij ploegde voort! Ga voort, doener, en zwoeg naar je einde!” En Napoleon staat op, lacht nog eens snerend en loopt hooghartig heen – hij gaat zoals altijd een potje Risk spelen met Wellington. Keizers uit de 18e eeuw kunnen niet tegen kritiek. Ford denkt ondertussen eens na, en zegt dan: “Misschien hebben we alle drie een beetje gelijk gehad – je hebt strategie, visie en leiderschap nodig, anders kom je nergens. Zonder kaders, systemen en structuren blijf je nergens, maar Aurelius heeft 4/5
B I S N E Z MANAGEMENT
wel een punt: alleen als je zelf blijft meedoen houd je je oren en ogen open en voeling met wat er gebeurt en gebeuren moet. Mja, dat spreekt me wel aan – daar moet ik het eens met Fred Taylor over hebben!” En Henry Ford loopt opgewekt de zaal uit. Zijn avond is productief geweest. Aurelius staat ook op, slaat zijn toga om (gebaar) en zegt ons: “Nu ja, dames en heren, ik weet niet zeker of deze discussie erg behulpzaam is geweest om uw verwarring te verdrijven. U merkt, zelfs hier in de hemel zijn we het er nog niet over eens. Laat staan dat er een simpel antwoord is voor uw 21e eeuw! Ik moet gaan, mijn vrienden hebben hiernaast een leuke orgie georganiseerd. Misschien kan ik u helpen door u mijn conclusio in terminis te geven: Het is de kunst om te managen vanuit de levenshouding van een boer, met het inspirerend leiderschap van een veroveraar en met de systemen en de productiviteit van een autofabrikant. Wie van u dát kan, mag meteen hierboven blijven zitten!” Op dit moment: donder en bliksem! Hij verdwijnt uit beeld en wij – wij zijn allemaal weer terug op aarde. Dankuwel. Copyright: Henk van Rossum Februari 2004
5/5