0404.483.367
AXA BELGIUM Naamloze verzekeringsmaatschappij opgericht in 1856 gevestigd te 1170 Brussel, Vorstlaan 25
BTW BE 0404.483.367 RPR Brussel Toegelaten onderneming onder het nummer 0039
Beheersverslag voorgelegd aan de algemene aandeelhoudersvergadering van 26 april 2012
0404.483.367
I. Beheersorganen Administratie, directie en toezicht Raad van Bestuur Jacques de Vaucleroy,
Dagelijks beheer Emmanuel de Talhouët Gedelegeerd bestuurder
Auditcomité
Emmanuel de Talhouët
Jacques Espinasse, Voorzitter (*) Patrick Lemoine
Sonja Rottiers
Sophie Manigart
(sinds 24 januari 2011)
(sinds 23 augustus 2011)
Denis Duverne
M.B.I.S. BVBA, vertegenwoordigd door Marc Bellis (sinds 23 augustus 2011) (*) Didier Bellens
Voorzitter
Patrick Lemoine Jacques Espinasse (*) Jean-Pierre Bizet (sinds 23 augustus 2011) (*) Pierre Macharis (sinds 23 augustus 2011) (*) Sophie Manigart (sinds 23 augustus 2011) (*) M.B.I.S. BVBA, vertegenwoordigd door Marc Bellis (sinds 23 augustus 2011) (*)
Didier Bellens (tot 7 juni 2011)
(tot 7 juni 2011) Luc Geuten (tot 7 juni 2011)
Effectieve directie
Remuneratiecomité
Emmanuel de Talhouët
Jacques de Vaucleroy,
Sonja Rottiers
Patrick Lemoine
Voorzitter (sinds 1 februari 2011)
François Lemonnier
Jean-Pierre Bizet
(van 1 september 2010 tot 31 januari 2011)
(sinds 23 augustus 2011)
(*)
Pierre Macharis (sinds 23 augustus 2011)
Karel Boone (tot 7 juni 2011)
(*)
(*)
Pierre Drion (tot 7 juni 2011)
Pierre Drion (tot 7 juni 2011) Luc Geuten (tot 7 juni 2011)
Karel Boone (tot 7 juni 2011) Commissaris
(*) Onafhankelijke bestuurder PricewaterhouseCoopers, bedrijfsrevisoren, bcvba, vertegenwoordigd door Tom Meuleman (sinds 8 juni 2011)
2
0404.483.367
II. De economische en financiële context in 2011 Algemene context De groei van het BBP op wereldvlak vertraagde in 2011 en zal vermoedelijk 2,5% bereiken tegen 3,7% in 2010. Daarbij spelen de groeilanden nog steeds een leidende rol met 5,9% in 2011 tegen 7,1% in 2010. Deze vertraging veroorzaakt meteen ook een groeivertraging van de wereldwijde export, die in 2011 op 5,8% zou moeten afsluiten tegen 14,1% in 2010. Daarvoor zijn drie belangrijke gebeurtenissen verantwoordelijk die hun weerslag hadden op de economieën van de ontwikkelde landen. Er zijn eerst en vooral de aardbeving en de tsunami die in maart 2011 Japan ontredderden. Hun impact op de Japanse economie was zonder weerga sinds Hiroshima, maar ze hadden ook repercussies op de wereldeconomie in haar geheel en meer in het bijzonder op de auto- en elektronische sectoren. Een tweede factor is de explosie van de schuld van de Verenigde Staten die 15.000 miljard $ bereikt. De patstelling waarin het Amerikaanse Congres zich bevond om tot een akkoord te komen over de schuldreductie duurde het hele jaar door, waardoor de Verenigde Staten vorige zomer hun AAA rating verloren. Meer nog dan de symbolische betekenis van dit verlies, stelt dit ondoordachte besparingen in het vooruitzicht die zowel een onmiddellijk effect hebben op het vertrouwen van investeerders en consumenten, als een effect op middellange en zelfs lange termijn op de Amerikaanse groei. Tenslotte is er de crisis van de overheidsschuld in de eurozone die de perifere economieën zoals Griekenland en Ierland treft, maar intussen praktisch ook alle landen uit de eurozone. De vermindering van het deficit is voor alle Europese regeringen het belangrijkste aandachtspunt geworden, met als gevolg het vallen van de Griekse, de Italiaanse en de Spaanse regeringen. Door deze crisis kennen we zowel een renteverhoging in de eurozone als een vertraging van de Europese economie. Investeringsklimaat De investeerders keerden risico-activa de rug toe en kozen voor meer veiligheid door te investeren in Duitse, Zwitserse of Japanse staatsobligaties die als veiliger beschouwd worden, of in goud (+14% t.o.v. de euro sedert 1 januari met een piek van +35% in augustus). In dezelfde geest keerden de investeerders zich ook af van de aandelenmarkt die zich stabiliseerde op +0,1% van de S&P index 2011 tegenover +12,8% in 2010. De nieuwe reglementeringen hebben verzekeringsmaatschappijen en banken nu reeds ertoe gebracht om een meer voorzichtige koers te varen bij hun activaallocatie ten gevolge van de bepalingen van "Solvency II" en "Basel III".
3
0404.483.367
De Belgische economische context De in 2010 vastgestelde verbetering van de Belgische groei zette zich in het eerste semester van 2011 voort (+1% en +0.7% voor de eerste twee trimesters) om dan lichtjes te vertragen tijdens het tweede semester. De groei van het Belgische BBP komt hiermee voor 2011 op 1,9% tegen 2,2% in 2010. Het belangrijke herstel van de export in 2010 kende een merkbaar vervolg tijdens het eerste semester van 2011 en een eveneens merkbare daling tijdens het tweede semester ten gevolge van de achteruitgang van de internationale afzetmarkten. Het bereikte niveau volstaat spijtig genoeg niet meer om de hoge petroleumprijzen te compenseren. Van de slag wordt het overschot op de handelsbalans, dat in 2010 1% van het BBP bedroeg, in 2011 teniet gedaan. Door het economisch herstel van 2010 dat zich tijdens het eerste semester van 2011 voortzette, daalde het aantal werklozen. Gemiddeld telde België in 2011 421.823 volledig werklozen, hetzij 3,8% minder dan in 2010, dat er gemiddeld 438.425 telde. In het vooruitzicht van een vertraging van de economie houden de Belgen een hoog spaarpercentage aan van 16,5%, zelfs al ligt dit lichtjes lager dan in 2010 (16,8%). Bij deze verschillende factoren moet ook de stijging van de inflatie gerekend worden, die nog sterker merkbaar is dan in 2010: 3,5% in 2011 tegen 2,19% in 2010. Deze inflatie wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de energieprijzen. Net als elders in de eurozone baart vooral de overheidsschuld zorgen. Dit in tegenstelling tot vorig jaar, waar België nog deel uitmaakte van de goede leerlingen van de klas. De situatie, die al heel erg was door de afwezigheid van een regering om saneringsmaatregelen te treffen, werd nog verergerd door de neergang van Dexia waardoor de overheidsschuld steeg tot 97% van het BBP. In november ging hierdoor de AA+ rating verloren, met rentevoeten die hoger lagen dan 5,5% eind november. Sindsdien zijn ze weer op meer redelijke niveaus teruggevallen. Op de Belgische verzekeringsmarkt kent het totale incasso Leven en Niet-leven in 2011 een daling die op -1,3% geschat wordt. Niettegenstaande een lichte erosie van haar marktaandeel zou AXA zijn positie als marktleider in BOAR moeten kunnen behouden, evenals zijn rol als challenger in Leven.
4
0404.483.367
III. Omzet van AXA Belgium in BOAR-verzekeringen De omzet van AXA Belgium in BOAR-verzekeringen komt op 2 047,5 miljoen EUR tegen 2 014,1 miljoen EUR in 2010. BOAR (mln. EUR) BOAR Particulieren BOAR Ondernemingen Gezondheid en aanvaarding Totaal
2010 930,2 900,1 183,8
2011 947,9 912,6 187,0
Verschil 2011/2010 +1,9% +1,4% +1,7%
2 014,1
2 047,5
+1,7%
1. BOAR-verzekeringen voor particulieren De BOAR-omzet (brand, ongevallen en allerlei risico's) voor particulieren komt op 947,9 miljoen EUR. Een stijging met 1,9% in vergelijking met 2010.
Particulieren (mln. EUR) Auto (inclusief juridische bescherming) Brand Burgerlijke aansprakelijkheid (inclusief juridische bescherming) Individuele ongevallen Arbeidsongevallen Totaal
2010
2011
Verschil 2011/2010
564,3
567,5
+ 0,6%
301,2 49,4
314,6 51,5
+ 4,5% + 4,1%
9,7 5,6
9,0 5,4
- 6,9% - 3,6%
930,2
947,9
+ 1,9%
Ten aanzien van de tendens van de Belgische markt die wijst op een achteruitgang van de technische resultaten in auto- en brandverzekeringen, koos AXA Belgium in 2011 voor een aparte politiek inzake BOAR particulieren. De aanpak voorzag in verschillende maatregelen om een betere rentabiliteit te bereiken, eerder dan meer groei: een systeem van gesegmenteerde bijdrageverhogingen op basis van het risicoprofiel van de verzekerde, een nieuw productaanbod in Woningverzekeringen en het actieve beheer van de portefeuille om de rentabiliteit ervan te verhogen.
5
0404.483.367
Autoverzekeringen Markttendens Net als in 2010, hebben de verzekeringsmaatschappijen in de loop van 2011 hun tarieven verhoogd of hun dekkingen beperkt om het hoofd te bieden aan de blijvende druk op de technische rentabiliteit en aan de inkomstendaling uit beleggingen. De tariefaanpassingen leidden tot een verhoging van de premie-inkomsten in vergelijking met de groei van het wagenpark. Daarmee werd een aanvang gemaakt met het rentabiliteitsherstel binnen de tak. Komt daarbij dat, dankzij meer verkeersveiligheid, gunstige weersomstandigheden en wellicht ook een door de financiële crisis ingegeven daling van de activiteit, het aantal schadegevallen in 2011 verminderde. De strategie van AXA en producten In 2011 heeft AXA: • • • •
Zijn politiek verder gezet van sterkere risicosegmentering. De tarieven geïndexeerd voor nieuwe contracten burgerlijke aansprakelijkheid en schade. De politiek verder gezet van gesegmenteerde verhogingen op de portefeuille in functie van het risicoprofiel van de verzekerde. De invoering van sanerings- en aanpassingsmaatregelen versterkt en versneld.
Zowel de markt als onze tussenpersonen reageerden positief. De herstelmaatregelen hadden een aanvaardbare impact met als gevolg een productiestabilisatie in burgerlijke aansprakelijkheid. Omzet en technische resultaten Voor wat de omzet betreft, sluiten we 2011 af met een daling voor de dekking burgerlijke aansprakelijkheid (-1,2%). Dit heeft hoofdzakelijk te maken met een daling van de portefeuille, want de gemiddelde premie evolueert in stijgende lijn. Anderzijds blijft de omzet voor de bijhorende dekkingen verder groeien (+2,9%), dankzij de gesegmenteerde premieverhogingen. Net zoals tijdens de voorbije jaren blijft het aantal dekkingen bijstand en veiligheid van de bestuurder stijgen. Daardoor komt de totale omzet in autoverzekeringen op een groei van +0,6%. Voor wat de technische resultaten betreft, waren de resultaten in 2011 beter in burgerlijke aansprakelijkheid, hoofdzakelijk als gevolg van een daling van de sinistraliteit in stoffelijke schade. De waarborgen schade auto verbeteren eveneens dankzij de dekkingen stoffelijke schade en glasbreuk waarvan de frequentie sterk afneemt. De dekkingen diefstal, natuurkrachten (onweders van juni en augustus) en brand kenden t.a.v. 2010 echter een verslechtering.
6
0404.483.367
Woningverzekeringen Markttendens Voor wat brand betreft, zette de algemene negatieve tendens van de loss ratio, die voor de markt sinds 2005 kenmerkend is, zich in 2011 verder. Alle risico’s bijeen, zien we voor 2011 echter een verbetering van de sinistraliteit. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan een lagere impact van de weersverschijnselen in vergelijking met 2010. De verliezen zijn hoofdzakelijk als volgt te verklaren: • Het feit dat 2011 nog altijd de gevolgen draagt van de sneeuwgerelateerde schade en van de overstromingen van januari, en van de onweders van 28 juni en van 18 en 22-23 augustus. Deze gebeurtenissen betekenen voor de sector een uitgave van meer dan 300 miljoen EUR op een incasso van 2,1 miljard EUR (en een dossierkost van meer dan 20 miljoen EUR voor AXA). • Het doorslaggevende aandeel in de portefeuilles aan waarborguitbreidingen die vóór 2007 gelanceerd werden. Dit was een periode van hoge rentabiliteit gekoppeld aan zware ondertarifering. Tegelijkertijd past de sector tariefverhogingen toe (van 3 tot 5 % bovenop de ABEX). De strategie van AXA en producten Deze rentabiliteitsproblematiek geldt eveneens voor AXA en meer bepaald voor de contracten Comfort Thuis. AXA noteert een daling van de portefeuille met ongeveer 2%. Net zoals bij autoverzekeringen voorzag AXA in corrigerende maatregelen en in innovaties die de rentabiliteit nieuw leven in blazen: • •
gesegmenteerde verhogingen op de portefeuille in relatie tot de verschillende risicoprofielen een nieuw innoverend aanbod met als belangrijkste kenmerken o ontdubbeling van het aanbod in Comfort Thuis Cosymo en Comfort Thuis Cosymax in functie van het verwachtingspatroon en van het profiel van de klanten. Hiermee scheppen we meteen de mogelijkheid om een uitstapprocedure in gang te zetten voor contracten die tot «onderhoudscontracten» omgevormd werden. o invoering van exclusieve voordelen voor Happy Generation-klanten
Er werden ook 2 studies gerealiseerd die begin 2012 tot implementatie zullen leiden: • herziening van de zonering en van de tariefspanning voor de basisdekking en voor de dekking stormschade • herziening van de modellen voor geolocalisatie en geoscoring in CATNAT (overstroming) evenals een politiek van frequenter beroep op de diensten van het tarificatiebureau.
7
0404.483.367
Omzet en technische resultaten Voor 2011 stijgt de omzet met 4,5% inclusief een stijgende ABEX-index (+3,0%). Voor de dekking diefstal (aantal waarborgen/contracten) noteren we een stijgend inclusiepercentage. Alle risico’s bijeengeteld, zijn de technische resultaten er in 2011 op vooruit gegaan. 2010 was dan ook, met de storm Xynthia en andere weersperikelen een bewogen jaar met een totale kost die beduidend hoger lag dan die die we in 2011 aan soortgelijke gebeurtenissen spendeerden. Bij brand zien we echter een daling van de sinistraliteit ten gevolge van de stijging van de gemiddelde kost bij ernstige schadegevallen. Diefstal scoort dan weer beter vanwege een lagere gemiddelde kost.
Evolutie van het Happy Family aanbod, het klantenbindingsprogramma voor alle producten Dit vernieuwende concept werd begin 2008 gelanceerd en kende in 2011 enkele aanpassingen om de rentabiliteit ervan te verhogen zonder de continuïteit van het programma te schaden.
2. BOAR-verzekeringen voor ondernemingen Ondernemingen (mln. EUR)
2010
2011
Verschil 2011/2010
Auto Brand Burgerlijke aansprakelijkheid (inclusief juridische bescherming) Individuele ongevallen Arbeidsongevallen Andere
249,8 175,9 105,5
262,0 178,8 110,5
+ 4,9% +1,7% +4,7%
56,1 265,5 47,3
55,9 264,1 41,3
-0,5% -0,5% -12,7%
Totaal BOAR Ondernemingen
900,1
912,6
+1,4%
Gezondheid en aanvaardingen
183,8
187,0
+1,7%
1 083,9
1 099,6
+1,7%
Totaal BOAR
Markttendens In België blijft de verzekeringsmarkt voor ondernemingen moeilijk. Het economisch herstel dat in 2009 een aanvang nam, heeft tot op heden nog niet geleid tot hetzelfde niveau als dat van voor 2008, en dit zowel op het vlak van tewerkstelling
8
0404.483.367
als op dat van het aantal falingen. De nieuwe financiële crisis van midden 2011 heeft trouwens een punt gezet achter deze inhaalbeweging. In een markt met uitgesproken concurrentie komt dit het prijsherstel niet ten goede. Toch hebben de nummers twee en drie op de markt van arbeidsongevallen, onder impuls van de acties tot prijsherstel van AXA in september, eveneens hun prijzen verhoogd. In burgerlijke aansprakelijkheid blijft AXA als marktleider vooruitgang boeken én zijn rentabiliteit vrijwaren, niettegenstaande de agressiviteit van sommige concurrenten. In brand worden de verzekeringsmaatschappijen nog steeds geconfronteerd met de weersperikelen, niettegenstaande hun weerslag minder is dan in 2010. De maatschappijen beginnen hun tarieven te verhogen om de geleden verliezen goed te maken. Industriële risico’s blijft een moeilijke markt met lage prijzen, mede door de overcapaciteit die veroorzaakt wordt door enkele nieuwe spelers. Toch zijn er voortekenen van herstel en terugtrekking in bepaalde sectoren zoals die van de voeding. Op de Belgische markt lagen de sinistraliteitsratio’s in industriële risico’s in 2010 hoger dan 80%. Niettegenstaande AXA in 2011 beter scoorde dan zijn concurrenten voor wat de verbetering van de sinistraliteit betreft, zal de maatschappij verder aan herstel moeten werken. In auto is de concurrentie op de markt groter dan in 2010. Niettegenstaande diverse aanvallen, houdt de portefeuille stand, zowel in premies als in sinistraliteit. Recurrent toezicht en jaarlijkse verhogingen dragen ertoe bij.
De strategie van AXA AXA wil een verzekeraar blijven met een volledig productaanbod voor alle ondernemingen maar legt het accent toch op een verbetering van de rentabiliteit. In die zin werden verschillende maatregelen getroffen : o Systematisch toezicht op de portefeuilles en op de sanering ervan, samen met een hardere opstelling ten aanzien van de aanvaardingscondities zoals bijvoorbeeld in de landbouw. o Tariefverhogingen in praktisch alle takken, in het bijzonder voor natuurrampen, zowel bij nieuwe contracten als bij bestaande portefeuilles. AXA lanceerde in de zomer twee nieuwe Talensia packages voor twee KMOsectoren, met name afwerking in de bouw en kleinhandel in de voeding. Hiermee bevestigt AXA zijn wens om met performante producten tegemoet te komen aan de noden van elke klant. Er wordt ook verhoogde aandacht besteed aan de verbetering van de dienstverlening voor KMO’s. Eerste maatregelen werden getroffen. We moeten ons echter blijvend inzetten, om aan de makelaars die ondersteuning te bieden, die ze van AXA mogen verwachten. Zo wil AXA het elektronische verkeer met de
9
0404.483.367
makelaars verhogen om hen geleidelijk aan toegang te verschaffen tot de gegevens van hun portefeuille. Tenslotte blijft de directie KMO investeren in kwaliteit volgens het voorziene schema. Tegen medio 2012 moeten alle entiteiten beheerd worden volgens de methodologie ter verbetering van de werkprocessen die door AXA op punt gezet werd (W3). Consolidatie van de teams en intensieve opleiding zijn meer dan ooit onze troeven voor de toekomst.
Resultaten
De premie-inkomsten voor 2011 klokken af op 913 miljoen EUR, een stijging van 1,4 % in vergelijking met vorig jaar, en dit niettegenstaande de verschillende saneringsmaatregelen die uitgevoerd werden. De takken auto, burgerlijke aansprakelijkheid en brand stijgen, het incasso voor arbeidsongevallen blijft stabiel. De sinistraliteit voor 2011 verbetert met 1,2 punt t.a.v. vorig jaar. Deze tendens is voelbaar in praktisch alle takken met uitzondering van brand. Deze tak moest onder andere voor 17 miljoen EUR schadegevallen verwerken ten gevolge van weersomstandigheden.
De positieve evolutie van de schadegevallen over de vorige boekjaren verbetert het resultaat.
IV. Omzet van AXA Belgium in levensverzekeringen De statutaire omzet Leven komt op 2.114,5 miljoen EUR, tegen 2.479,1 miljoen EUR in 2010.
LEVEN (mln. EUR)
2010
2011
Verschil 2011/2010
Leven particulieren en kleine ondernemingen Leven Ondernemingen Varia
1 897,4
1 542,8
- 18,7%
579,5 2,2
571,1 0,6
- 1,5% - 73,3%
Totaal
2 479,1
2 114,5
- 14,7%
10
0404.483.367
1.
Leven particulieren en kleine ondernemingen
Markttendens Na meerdere opeenvolgende jaren van achteruitgang volgde tijdens het eerste trimester van 2010 een licht herstel. Hierdoor groeide de hoop op een ommekeer en op een geleidelijke stijging van de markten. De resultaten van het tweede semester toonden echter dat deze hoop ijdel was en dat de dalende tendens zou aanhouden doorheen 2011. Met het heropflakkeren van de crisis gaven de klanten in feite de voorkeur aan bankspaarproducten met het minste risico en met een korte beleggingstermijn. 2011 zag dus sterke dalingen van de volumes in levensverzekeringen, zowel in tak 21 als in tak 23. De volumes waren de laagste van de laatste vijf jaar.
De strategie van AXA en producten Na een voortdurende daling sinds 2007, zette het in 2010 opgetekende herstel van de volumes in tak 23 zich op overtuigende manier verder tijdens het eerste trimester van 2011. Spijtig genoeg was het beeld in het tweede trimester heel anders. We zagen een forse daling van de volumes, waarmee we meteen de bevestiging kregen dat deze activiteit sterk afhankelijk is van de gezondheid van de financiële markten. In deze ongunstige marktomstandigheden kende ons nieuw aanbod in open fondsen en gestructureerde fondsen niet het verhoopte succes. 2011 werd gekenmerkt door een volumedaling van meer dan 40% in tak 23. Deze tendens onderstreept het producten uit tak 23 en tak investeringsportefeuille te kunnen voor de ontwikkeling van een productengamma.
belang van een gecombineerd aanbod van 21 om aan de klanten een evenwichtige aanbieden. Daarom heeft AXA in 2011 gekozen nieuw aanbod op basis van het bestaande
Omzet en technische resultaten De omzet Leven particulieren en kleine ondernemingen daalt met 18,7%, van 1 897,4 miljoen EUR naar 1 542,8 miljoen EUR en splitst zich op als volgt:
Omzet Leven particulieren 2010 2011 Verschil en kleine ondernemingen 2011/2010 (mln. EUR) 1 421,5 1 151,0 -19 ,0% Sparen tak 21 en 26
11
0404.483.367
Sparen tak 23 Klassiek & aanvullend Totaal
191,7 284,2 1 897,4
112,7 279,0 1 542,8
- 41,2% - 1,8% -18,7%
Contracten van het type Universal Life en tak 23 Universal Life omvat onder meer de nieuwe generatie producten van tak 21 zoals Crest. We noteren hier de volgende tendensen: Crest Met een volume van 870,1 miljoen EUR t.o.v. 1.156 miljoen EUR in 2010 (-24,7%) noteert Crest een belangrijke daling ten overstaan van vorig jaar. In absolute cijfers betekent dit een daling van 285,8 miljoen EUR. Gezien de onzekerheid op de financiële markten en het dalend vertrouwen van investeerders, wekt het geen verbazing dat voor wat de opsplitsing van de activiteiten betreft, meer dan 90% van de premie-inkomsten in Crest-formules met de hoogste waarborgen werd gerealiseerd. Terwijl de formules met 0% rente in 2010 nog goed waren voor 13%, daalt hun aandeel in 2011 tot 10%.
Opti-plan Opti-Plan, een formule voor langetermijnsparen of pensioensparen, kende een stabiel jaar na jaren van ononderbroken groei. Deze activiteit met recurrente premies heeft een krachtige stabiliserende werking op de premie-inkomsten. Open fondsen Het spectaculaire herstel van Piazza invest (104%) tijdens het tweede semester van 2010 hield aan tijdens het eerste trimester van 2011. Vanaf april sloeg de tendens echter weer om als gevolg van de nieuwe onzekerheid op de markten. Het gevolg was een spectaculaire daling van de premie-inkomsten en een nivellering van de omzet naar het einde van het jaar toe. De gemiddelde maandelijkse productie tijdens het eerste trimester bedroeg 15 miljoen EUR, tijdens het laatste trimester spreken we nog slechts van 3 miljoen EUR per maand. Gesloten fondsen In 2010 werd geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling en in 2011 beschikte AXA over een nieuw aanbod gestructureerde fondsen in tak 23. De eerste formule «Trendshare» was meteen goed voor een productie van 14,2 miljoen EUR.
12
0404.483.367
Twinstar Het «niche»-karakter van Twinstar stond garant voor stabiele inkomsten gedurende de eerste twee jaar. De combinatie van een lage rentevoet en een sterke volatiliteit op de aandelenmarkten, maakt van de pricing van dit product echter een zeer delicate kwestie. In 2011 moest het tarief aangepast worden, waardoor de productie gehalveerd werd. De omzet, die in 2010 40,9 miljoen EUR bedroeg, viel terug op 20,4 miljoen EUR in 2011.
Klassiek Leven Deze activiteit ging lichtjes achteruit, met -1,8%, voornamelijk onder invloed van de natuurlijke erosie van de traditionele levensverzekering (-5,3%). De overlijdensverzekeringen daarentegen, leverden een groei van 7,1%. Deze ontwikkeling vindt haar verklaring enerzijds in de productie van aan kredieten gekoppelde verzekeringen, en anderzijds in een benadering die steunt op de groeiende aandacht voor vermogensoverdracht. Ook «Direct Protect» verdient aandacht als nieuw initiatief voor een «mass market» aanpak in overlijdensverzekeringen.
Leven kleine ondernemingen De omzet kent een gunstige ontwikkeling in fiscale producten uit de tweede pijler voor zelfstandigen en kleine ondernemingen. In 2011 noteert AXA een stijging van de premie-inkomsten met 7,5%. Het gamma Stars for Life is goed voor bijna 51% van de omzet. Binnen dat gamma blijft de formule secure groeien met een sterke stijging van 32,5% in vergelijking met het vorige boekjaar. In 2011 werd 77% van de premie-inkomsten Stars For Life in de formule «secure» geïnvesteerd.
2. Leven grote en middelgrote ondernemingen LEVEN GMO (mln. EUR) Leven Ondernemingen
2010
2011 579,5
Verschil 2011/2010
571,1
-1,5%
Markttendens Markt 2011 was een heel turbulent jaar op de financiële markten. De stijging van de rentevoet op de OLO’s, vooral in het laatste trimester, schiep de mogelijkheid om weer te investeren in activa met hoge rentevoet en zo de waarborg van de technische rentevoet beter te dekken.
13
0404.483.367
In de tweede pijler is het inderdaad van cruciaal belang dat we een gewaarborgde rentevoet van minstens 3,25% kunnen aanbieden volgens de verplichtingen die de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) aan de organisator van een pensioenplan voor werknemers oplegt (minimum waarborg van 3,25% op de werkgeversbijdragen en 3,75% op de persoonlijke bijdragen). In 2011 mocht de loonkost met niet meer dan 0% evolueren, in 2012 is 0,3% de norm. Dit beperkt in grote mate de beschikbare marge voor het opstarten of het wijzigen van een pensioenplan. De weerslag van deze situatie was vorig jaar maar beperkt voelbaar, maar we moeten ze in 2012 in het oog houden. Het intrekken van de goedkeuring van Apra Leven heeft veel inkt doen vloeien en veel vragen opgeworpen, ook omtrent verzekeringen uit de tweede pijler in het algemeen. Door de intrekking werd namelijk duidelijk welke risico’s een onderneming loopt in geval van faling van haar verzekeraar. In het algemeen heerst er op de markt onrust in verband met mogelijke beslissingen van de politieke wereld op het vlak van aanvullende pensioenen. Tenslotte is er het project «DB2P». Het verplicht de verzekeringsmaatschappijen om mee te werken aan de «databank aanvullende pensioenen» en heeft op verschillende niveaus (HR, IT,...) belangrijke middelen genoodzaakt. Het project werd met glans volbracht vermits AXA een van de weinige maatschappijen was die binnen de termijnen verslag uitbracht over de «stortingen» (de premies die door de klanten in 2010 gestort werden) en de «regimes» (de belangrijkste kenmerken van de pensioenplannen van elke klant).
De strategie van AXA en producten Voor de pensioenwaarborgen handhaafde AXA een intekenbeleid op basis van producten met opeenvolgende eenmalige premies, en dus zonder gewaarborgde rentevoet voor toekomstige premies. Deze producten worden geïnvesteerd in de main fund. Ook werd de klemtoon gelegd op de productie van contracten met een groter aandeel overlijdensdekkingen, die rendabel zijn. Het product Essential For Life «EFL» voor werknemers, dat een package waarborgen voor pensioen, overlijden, invaliditeit en medische kosten biedt, kende een opmerkelijk succes. De makelaars waren erg opgezet met de snelheid van de front end toepassing die ze ter beschikking kregen en die hen toeliet om zaken online te realiseren.
14
0404.483.367
Omzet en technische resultaten De premie-inkomsten leven/overlijden voor de AXA-perimeter bedragen 571,1 miljoen EUR in 2011 tegen 579,5 miljoen EUR in 2010. Dat is een heel lichte daling met 1,5% die aan twee factoren kan worden toegeschreven: • •
Ondernemingen die beslisten hun premies in het geheel of gedeeltelijk te betalen met middelen uit hun financieringsfonds. Productie die gedeeltelijk gerealiseerd werd door transfers van reserves uit overname van bestaande contracten.
Dit jaar zullen de behaalde resultaten een winstdeling mogelijk maken. Rekening houdend met de gewaarborgde technische rentevoeten is het globaal toegekende rendement aanzienlijk. De resultaten van AXA in Life Corporate zijn, na uitkering van de winstdelingen, bevredigend.
V. Risicobeheer Net als alle andere spelers van de verzekeringswereld moet ook AXA Belgium het hoofd bieden aan een groot aantal risico’s waaronder die, die verbonden zijn met financiële producten die dienen als dekking van de technische voorzieningen. Deze risico’s zijn bekend, worden gemeten, regelmatig opgevolgd en grondig bestudeerd om ze onder controle te houden. Risicoappetijt werd omkaderd. Volatiliteitsgrenzen worden vastgelegd op het boekhoudkundig resultaat, de solvabiliteitsmarge, de waarde van de onderneming en de liquiditeit. Deze toegestane volatiliteiten worden door de Raad van Bestuur vastgelegd en bepalen een risico-enveloppe waarbinnen strategische en tactische beslissingen moeten worden genomen. Bij overschrijding van de risico-enveloppe, worden onmiddellijk de nodige maatregelen getroffen (bijvoorbeeld dekkingsstrategieën) om de blootstelling aan risico voor AXA te beperken en opnieuw binnen de door ons bepaalde grenzen van de risicoappetijt te komen. Financiële risico’s vertegenwoordigen meer dan 70% van het economisch kapitaal van AXA en vereisen regelmatige opvolging. Hieronder volgt een definitie van elk risico en een beschrijving van enkele acties die werden ondernomen om de risicoblootstelling van AXA te beheren.
Marktrisico's Renterisico Voor een verzekeringsmaatschappij, vooral in leven, is het belangrijkste risico datgene op verliezen die gepaard gaan met de schommeling van de rentetarieven.
15
0404.483.367
Het renterisico bestaat zowel aan de passief- als aan de actiefzijde van de balans. Het moet dus worden beheerd in een algemeen kader van balansevenwicht via een geïntegreerd actief- en passiefbeheer (ALM). Het renterisico wordt voor elke portefeuille afzonderlijk beheerd en begint met het vaststellen van een termijndoelstelling van de activa. Deze termijn wordt bepaald tijdens de strategische toewijzingsstudies van activa en is specifiek voor elke portefeuille. Indien nodig wordt deze eerste dekking aangevuld met afgeleide producten, hetzij swaps of swaptions die, naargelang de portefeuilles, tegen een risico op rentestijging of een risico op rentedaling beschermen. Inflatierisico Een ander risico, dat zowel voor de actiefzijde van de balans (via het renterisico) als voor de passiefzijde geldt, is het inflatierisico. Dit is het risico op verliezen door schommelingen van de inflatie. In het kader van zijn activiteiten in BOAR en arbeidsongevallen staat AXA Belgium bloot aan inflatierisico. De vastgoedportefeuille biedt een eerste natuurlijke bescherming (de huurprijzen zijn geïndexeerd op basis van de Belgische inflatie) en wordt sinds 2007 aangevuld met de aankoop van opties en inflatieswaps. Prijsrisico Dit risico vindt zijn oorsprong in de volatiliteit van de markten, die waardeschommelingen van de financiële activa veroorzaakt (aandelen, vastgoed, hedge funds, …). In 2010 had AXA het dekkingsbeleid van zijn aandelenportefeuille via optionele dekkingen verdergezet. Als reactie op de aanhoudende daling en volatiliteit van de markten heeft AXA Belgium echter beslist om in 2011 zijn blootstelling in aandelen aanzienlijk te verminderen. Voor de boekhoudkundige verwerking van financiële beleggingen volgt de AXA Groep sedert enkele jaren een beleid van duidelijke en constante waardevermindering van het ene boekjaar naar het andere. Gezien de hoge mate van volatiliteit op de markten in de voorbije drie jaar, werden de regels voor waardevermindering in statutaire norm echter tijdelijk gewijzigd voor de aandelen (van -20% tot -30%), net als in 2002. In 2011 bleef deze wijziging dus behouden. Wisselkoersrisico Dit risico volgt uit mogelijke verliezen door schommelingen van de wisselkoersen. Hier speelt de congruentieregel: passiva moeten worden gedekt door activa in dezelfde munteenheid. Globaal mag AXA Belgium 3% van zijn activa (ca. 1 miljard EUR) bezitten in buitenlandse valuta die niet tegen het koersrisico gedekt zijn. Eind
16
0404.483.367
2011 zat AXA ruimschoots binnen deze limiet. De toegepaste dekkingen maken gebruik van diverse instrumenten (swaps, termijncontracten, opties).
Krediet- en tegenpartijrisico's Risico van wanbetaling Dit risico hangt samen met het gedeeltelijke of volledige verzuim van terugbetaling door een debiteur, zij het een staat, een onderneming of een andere tegenpartij. Voor de volledige obligatieportefeuille gelden beperkingen van het concentratie- en van het kredietrisico. Deze worden maandelijks gevolgd door een financieel risicocomité dat toeziet op de naleving van deze limieten. Bij kredietgebeurtenissen worden waardeverminderingen geboekt, die teruggenomen worden wanneer ze geen doel meer hebben. Toen de liquiditeit van bepaalde kredietmarkten echter niet meer volstond om in de marktwaarde de intrinsieke waarde van de effecten te weerspiegelen, werden bepaalde waarderingen op interne modellen gebaseerd (notie van marked to model). Tot slot heeft de AXA Groep na het faillissement van Lehman Brothers een zeer streng beleid ingevoerd voor het beheer van afgeleide producten, met name voor wat betreft de vereiste van onderpand. Daardoor blijven de potentiële verliezen door wanbetaling door tegenpartijen bij contracten voor afgeleide producten heel beperkt. Met betrekking tot het risico op potentiële wanbetaling door bepaalde staten heeft AXA Belgium altijd gekozen voor een aanzienlijke diversificatie van zijn portefeuille staatsobligaties. Onze blootstelling aan Griekenland is dus uiterst beperkt. Liquiditeitsrisico Dit risico wordt gedefinieerd als de blootstelling aan verlies als gevolg van onvoldoende liquide activa om de cash flows van het passief te honoreren op de vereiste tijdstippen. De verzekeraar kan dan verplicht worden verlies te maken door de verkoop van minder liquide activa tegen onaangepaste prijzen. Het liquiditeitsrisico van AXA Belgium is heel beperkt dankzij een positieve netto cashflow. Dit risico wordt op het algemene niveau van de maatschappij gemeten op basis van het vermogen om over voldoende cash te beschikken in stress scenario's, zowel op de financiële markten als op technisch niveau (scenario van massale afkopen in leven en natuurrampen in niet-leven). AXA Belgium heeft overigens een beleid op punt gezet voor het beheer van liquiditeiten om het hoofd te kunnen bieden aan 2 extreme scenario’s: massale afkopen en een liquiditeitscrisis.
17
0404.483.367
VI. Investeringsstrategie 2011 werd gekenmerkt door de crisis van de overheidsschulden die een sterke weerslag had op staatsobligaties en vanaf juli ook de aandelenmarkten trof. Vanwege deze verhoogde volatiliteit en de richtlijnen van Solvency II werd de investeringsstrategie van AXA Belgium gekenmerkt door een duidelijke rem op financiële risico’s. De aandelenportefeuille werd sterk gereduceerd in het kader van de maatregelen ter vermindering van het risico en in het kader van de stopzetting van de strategie «Recovery» in de portefeuilles Crest 30, Crest 40, Crest 30Duo en Pro 50. «Recovery» was een strategie die erin voorzag dat aandelenposities in deze portefeuilles systematisch gedekt werden door putopties. De diversificatie van de aandelenportefeuille, waarmee in 2010 begonnen werd, werd in 2011 verdergezet door te investeren in aandelen van groeilanden. In staatsobligaties bleef de blootstelling aan Griekenland heel beperkt. De blootstelling aan de andere landen die zwaar getroffen werden door de crisis (Ierland, Portugal) bleef stabiel op een bescheiden niveau. De posities op Spanje en Italië zijn omvangrijker, maar werden verlaagd en vertegenwoordigen minder dan 10% van de portefeuille staatsleningen. Met het oog op een verlenging van de looptijd heeft AXA Belgium zijn portefeuille kredietobligaties verminderd, zowel rechtstreeks als in gemeenschappelijke beleggingsfondsen, en herbelegd in langlopende Belgische en Franse staatsobligaties. In een context van diversificatie en streven naar rentabiliteit heeft AXA Belgium zich ertoe verbonden zijn investeringen in «Commercial Real Estate Loans», hypothecaire leningen voor de financiering van commerciële projecten in Europa (voornamelijk Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk), geleidelijk aan op te trekken van 250 miljoen EUR naar 700 miljoen EUR. Op het einde van het boekjaar bedroegen de investeringen ongeveer 270 miljoen EUR. De vastgoedportefeuille werd actief beheerd en bleef op een stabiel volume. De huurleegstand ligt heel laag. Gecombineerd met lange huurcontracten garandeert dit jarenlang vaste inkomsten. Mede dankzij deze vastgoedpoot is onze blootstelling aan de inflatie beperkt. Bijkomend hebben we onze beveiliging versterkt met inflatieswaps. Het stijgende saldo van de portefeuille reporente valt vooral te verklaren door het beleid inzake duration gap. Tenslotte is de cashsituatie in het algemeen aan de lage kant door de lage opbrengsten op korte termijnrenten. Toch blijft AXA Belgium in staat om op korte termijn de nodige cash vrij te maken om aan zijn verplichtingen te voldoen.
18
0404.483.367
VII. Commentaar bij het statutair financieel resultaat 1. Niet-Leven Technische rekening niet-levensverzekering (in eenheden euro) 31.12.2011
31.12.2010
1.964.245.372
1.555.415.670
549.905.051
533.531.493
Andere technische producten, onder aftrek van herverzekering
838.220
271.334
4
Schadelast, onder aftrek van herverzekering (-)
1.330.867.147
1.153.703.167
5
Wijziging van de andere technische voorzieningen onder aftrek van herverzekering (stijging - , daling +)
-3.372.953
-4.613.646
341.436
-710.311
622.092.387
477.211.331
233.041.661
188.407.296
104.151.652
116.886.225
817.829
15.327.573
221.939.236
164.434.716
1
Verdiende premies, onder aftrek van herverzekering
2bis.
3
6
7
Product/opbrengsten van beleggingen
Winstdeling en restorno’s, onder aftrek van herverzekering (-) Netto-bedrijfskosten (-)
7bis. Lasten van beleggingen (-)
8
9
Andere technische lasten, onder aftrek van herverzekering (-) Wijziging van de voorziening voor egalisatie en catastrofen, onder aftrek van herverzekering (stijging - , daling +)
10 Resultaat van de technische rekening niet-leven
De vergelijking van de resultaten tussen december 2010 en 2011 wordt verstoord door het einde van de titrisatie van onze portefeuille auto. Ter herinnering, in 2010 werd een deel van onze portefeuille auto getitriseerd. Daardoor zat er in onze rekeningen per 31 december 2010 een cessie aan onze herverzekeringspool ten belope van: • 373 miljoen aan premies • 219 miljoen aan schadelasten
19
0404.483.367
•
152 miljoen aan commissies
Voor een beter begrip verklaren we de evoluties met en zonder het effect van de titrisatie. De verworven premies onder aftrek van herverzekering stijgen met 35,9 miljoen EUR exclusief titrisatie (408,8 miljoen EUR inclusief titrisatie). Dit komt door een stijging van de premie-inkomsten zowel in corporate als op de particuliere markt. Corporate, en meer bepaald de takken auto en brand, stijgt dankzij nieuwe contracten en een tariefverhoging. De markt particulieren stijgt dankzij tariefverhogingen doorheen alle takken, die het verlies aan portefeuilles compenseren. De opbrengsten uit beleggingen dalen met 28,3 miljoen EUR die als volgt zijn opgesplitst: • Daling met 8,5 miljoen EUR van de opbrengsten uit beleggingen van 2010 tot 2011 ten gevolge van een daling van het beheerde actief gelinkt aan een financiële transfer naar de tak LEVEN. • Daling met 48,6 miljoen EUR van de meer- en minwaarden op realisaties, hoofdzakelijk te wijten aan minwaarden die op obligatiefondsen gerealiseerd werden om onze blootstelling te beperken. • Verbetering van de waardecorrecties op beleggingen (niet gerealiseerde minwaarden) met 28,8 miljoen EUR in vergelijking met 2010. Dit valt te verklaren door omvangrijke terugnemingen van waardeverminderingen door de verkoop van aandelen, die in 2011 opgetekend werden. Tegenover het voorbije jaar daalt de schadelast onder aftrek van herverzekering met 54,4 miljoen EUR exclusief titrisatie (stijging met 164,9 miljoen EUR inclusief titrisatie). Hierdoor verbetert de schaderatio met netto premie met 4,2 punt als men het effect van de titrisatie neutraliseert. De verklaring hiervoor ligt hoofdzakelijk bij de opmerkelijke verbetering van de sinistraliteit bij auto, zowel in de particuliere markt als in corporate. Ook de schadelast door weersperikelen, die in 2010 heel zwaar woog, ligt merkbaar lager. Exclusief titrisatie verbeteren de bedrijfskosten met 7,1 miljoen EUR dankzij een daling van de marketingkosten en een daling van de loonkost door de vermindering van het aantal werknemers. De verhoging van de bedrijfskosten met 144,8 miljoen EUR is te wijten aan commissies die in 2010 met de titrisatie verbonden waren (152 miljoen EUR). Als gevolg hiervan is de nettowinst (voor belastingen) met 57,5 miljoen EUR gestegen tot 221,9 miljoen EUR.
20
0404.483.367
2. LEVEN II. Technische rekening levensverzekering (in eenheden euro) 31.12.2011
31.12.2010
1 Premies, onder aftrek van herverzekering
2.112.790.002
2.476.621.957
2 Opbrengsten van beleggingen
1.701.910.918
1.722.590.266
10.417.753
104.066.726
2.044.140.390
1.683.416.468
6 Wijziging van de andere technische voorzieningen, onder aftrek van herverzekering (stijging -, daling +)
-737.684.631
-1.561.726.563
7 Winstdeling en restorno’s, onder aftrek van herverzekering (-)
-121.538.325
22.680.707
8 Netto-bedrijfskosten (-)
231.198.869
248.198.160
9 Lasten van beleggingen (-)
874.102.237
541.266.765
10 Waardecorrecties op beleggingen van de actiefpost D. (opbrengsten)
68.619.079
8.329.915
11 Andere technische lasten, onder aftrek van herverzekering (-)
29.764.549
5.199.081
6.242.766
-12.559.981
-32.609.991
219.901.309
3 Waardecorrecties op beleggingen van de actiefpost D. (opbrengsten)
5 Schadelast, onder aftrek van herverzekering (-)
12bis. Wijziging van het fonds voor toekomstige dotaties (stijging -, daling +) 13. Resultaat van de technische rekening leven
De premies onder aftrek van herverzekering dalen met 14,7%. De reden is een daling met 355 miljoen EUR tot 1.542 miljoen EUR van Leven particulieren en kleine ondernemingen (-19%). Collectieve levensverzekeringen neigen tot dalen maar behouden een zekere stabiliteit (-1,6%, hetzij -9 miljoen EUR tot 571 miljoen EUR).
21
0404.483.367
Beleggingen (producten zonder de lasten) dalen in totaal met 353,5 miljoen EUR, op te splitsen als volgt: • Stijging van de opbrengsten uit beleggingen met 8,6 miljoen EUR van 2010 tot 2011, door een stijging van het beheerd actief en een gunstige wijziging van de activa-allocatie, gedeeltelijk gecompenseerd door minder opbrengsten uit obligatiefondsen en obligaties. • Daling van de waardecorrecties op beleggingen (niet gerealiseerd) met 66,1 miljoen EUR, hoofdzakelijk door Griekse staatsobligaties en participaties in vastgoedmaatschappijen. In 2010 hadden we echter belangrijke terugnemingen van waardeverminderingen gerealiseerd door de verkoop van aandelen. • Daling met 296,1 miljoen EUR van de meer- en minwaarden op realisaties, hoofdzakelijk door belangrijke minwaarden op aandelen en obligatiefondsen, om onze blootstelling te verminderen. De schadelast onder aftrek van herverzekering stijgt met 361 miljoen EUR (+21%) en komt op 2 044 miljoen EUR, tegen 1 683 miljoen EUR in 2010. Dit is vooral het gevolg van de stijging van de afkopen met 218 miljoen EUR van leven particulieren en kleine ondernemingen, de stijging van de vervaldata met 109 miljoen EUR (66 miljoen EUR in leven particulieren en kleine ondernemingen en 44 miljoen EUR in collectieve levensverzekeringen), de stijging van de schadegevallen met 23 miljoen EUR, vooral in leven particulieren en kleine ondernemingen (21 miljoen EUR) en de stijging van anticipaties met 13 miljoen EUR voor collectieve levensverzekeringen. De wijziging van de andere technische voorzieningen onder aftrek van herverzekering daalt met 824 miljoen EUR tot 738 miljoen EUR, vooral als gevolg van de daling van de netto-instroom (dus van de premies min de prestaties: -753 miljoen EUR), en een mindere last van de technische interesten. Het resultaat van winsdelingen en restorno’s onder aftrek van herverzekering stijgt met 144 miljoen EUR tot 122 miljoen EUR (te vergelijken met een last van 23 miljoen EUR in 2010). Dit is voornamelijk het gevolg van de lage winstdeling die in 2011 toegekend werd. De netto-bedrijfskosten dalen met 17 miljoen EUR tot 231 miljoen EUR. De acquisitiekosten en commissies dalen respectievelijk met 4 miljoen EUR en met 6 miljoen EUR. De administratiekosten dalen met 7 miljoen EUR. Als gevolg hiervan daalt de nettowinst (voor belastingen) met 253 miljoen EUR tot -33 miljoen EUR.
22
0404.483.367
3. Niet-technische rekening III. Niet-technische rekening (in eenheden euro)
1 Resultaat van de technische rekening niet-leven Winst (+) 2 Resultaat van de technische rekening leven Winst (+) Verlies (-)
31.12.2011
31.12.2010
221.939.236
164.434.716 219.901.309
32.609.991
3 Opbrengsten van beleggingen
24.703.534
7.009.290
5 Lasten van beleggingen (-)
34.553.386
10.218.550
3.875.613
7.036.941
13.343.548
15.755.393
8bis. Courant resultaat voor belastingen Winst (+)
170.011.458
372.408.313
12 Uitzonderlijke lasten (staat n° 14) (-)
43.280.908
13 Uitzonderlijk resultaat Verlies (-)
43.280.908
7 Andere opbrengsten (staat n° 13) 8 Andere lasten (staat n° 13) (-)
15 Belastingen op het resultaat (-/+)
-37.919.401
-36.986.973
15bis. Uitgestelde belastingen (-/+)
-7.797.662
-8.881.489
16 Resultaat van het boekjaar Winst (+)
81.013.487
326.539.851
2.202.334
1.943.510
17.345.719
19.191.734
65.870.102
309.291.627
17 a) Heffingen op de geïmmuniseerde reserves b) Transfer naar de geïmmuniseerde reserves (-)
18 Te bestemmen resultaat van het boekjaar Winst (+)
23
0404.483.367
VIII. Bestemming van het resultaat De resultatenrekening toont een winst over het boekjaar van 65 870 102 EUR. Rekening houdend met de overgedragen winst over het boekjaar 2010 van 407 321 001 EUR bedraagt het te bestemmen resultaat 473 191 103 EUR. De raad stelt de algemene vergadering voor om dit winstsaldo als volgt te bestemmen: • tantièmes: EUR 154 684 • over te dragen winst: EUR 473 036 419
IX. Belangrijke gebeurtenissen sinds 1 januari 2012 Op 2 maart 2012 gingen AXA Belgium en DELA België, onder voorbehoud van aanvaarding door de controle-instanties, een verbintenis aan waardoor DELA België de activiteit uitvaartverzekeringen van AXA Belgium overneemt. De overdracht van deze activiteit, die in België een nichemarkt vertegenwoordigt, omvat zowel de verzekeringsportefeuille van AXA Belgium en het erbij betrokken personeel, als de verzekeringsbemiddeling en de personeelsleden van de n.v. Services & Consulting. Op 22 maart 2012 vond de fusie door absorptie plaats van de maatschappijen Servis-Life (levensverzekeringen), Marina Building (immobiliën) en A.Dis (verzekeringsbemiddeling) door de n.v. AXA Belgium.
X. Activiteiten in het buitenland AXA Belgium is in het buitenland actief via drie filialen, waarvan de activiteit zich beperkt tot het beheer van een run off van zaken: •
in algemene burgerlijke aansprakelijkheid in de VS;
•
in burgerlijke aansprakelijkheid auto in Nederland;
•
in ongevallen, brand en andere schade aan goederen en burgerlijke aansprakelijkheid auto in Frankrijk.
XI. Auditcomité – Individuele en collectieve competentie van de leden en onafhankelijkheidscriteria Het auditcomité van AXA Belgium bestaat uit vier leden: Jacques Espinasse, voorzitter van het comité, Patrick Lemoine, Sophie Manigart et de BVBA M.B.I.S., vertegenwoordigd door Marc Bellis. Jacques Espinasse is sinds 24/04/2007 benoemd als bestuurder van AXA Belgium. Hij heeft een diploma van de Universiteit van Michigan en een Master of Business Administration. Hij was financieel directeur bij grote ondernemingen in de
24
0404.483.367
automobiel-, de media- en de communicatiesector. Hij heeft ervaring als financieel directeur bij grote ondernemingen uit de automobiel-, de media- en de communicatiesector. Hij was adjunct algemeen directeur van de Groep Havas alsook financieel directeur en directielid van Vivendi. Sinds april 2008 zetelt hij eveneens in de raad van bestuur van AXA Bank Europe. Patrick Lemoine werd op 01/01/2010 benoemd tot bestuurder van AXA Belgium. Hij is mijnbouwingenieur (EMSE), bezit een diploma Etude Comptable Supérieur, een MBA van INSEAD en is actuaris. Hij begon zijn loopbaan in 1981 bij Crédit Lyonnais en heeft een rijke ervaring als technisch directeur in schadeverzekeringen en als financieel directeur in de verzekeringssector in Frankrijk en Canada. Sophie Manigart werd op 23/08/2011 benoemd tot bestuurder van AXA Belgium. Zij is burgerlijk ingenieur, doctor in management van de Universiteit Gent en gewoon hoogleraar en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School. Zij bouwde een rijke beheerservaring op als bestuurder van diverse maatschappijen waaronder de Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen. Marc-Antoine Bellis vertegenwoordigt de BVBA M.B.I.S. die op 23/08/2011 benoemd werd tot bestuurder van AXA Belgium. Hij is doctor in de rechten en heeft een licenciaat Economisch Recht van de ULB. Hij heeft ervaring als advocaat en fiscalist en heeft ruime ervaring in kredieten, investeringen, risicobeheer en bankzaken. Hij was CEO van Fortis UK en CEO Corporate, Institutional & Public Banking bij de Groep Fortis. Jacques Espinasse, Sophie Manigart en de BVBA M.B.I.S., vertegenwoordigd door Marc Bellis zijn onafhankelijke bestuurders volgens de onafhankelijkheidscriteria van het artikel 526 ter van het Wetboek van vennootschappen.
XII. Remuneratiecomité – Individuele en collectieve competentie van de leden en onafhankelijkheidscriteria Het remuneratiecomité van AXA Belgium bestaat uit 2 niet-executieve bestuurders – Jacques de Vaucleroy en Patrick Lemoine - en uit 2 onafhankelijke bestuurders volgens de richtlijnen van artikel 526 ter van het Wetboek van vennootschappen: Jean-Pierre Bizet en Pierre Macharis. Jean-Pierre Bizet, doctor in toegepaste economie van de ULB, is gedelegeerd bestuurder van D’Ieteren nv. Hij is ook bestuurder van diverse stichtingen en professor Strategie in de Solvay Brussels School of Economics & Management (ULB). Pierre Macharis, industrieel ingenieur in automatisatie en licenciaat in economische wetenschappen, leidt VPK Packaging Group. Hij is bestuurder bij Ackermans & Van Haaren en bij Max Green, de biomassacentrale van Electrabel. Hij is voorzitter van Cobelpa, de Belgische vereniging van papierfabrikanten, en bestuurder bij haar Europese evenknie, Cepi.
25
0404.483.367
Jacques de Vaucleroy is licentiaat Rechten van de UCL en specialiseerde in vennootschapsrecht aan de VUB. Tot 2010 voltrok zijn carrière zich hoofdzakelijk binnen de ING groep, waar hij lid werd van het uitvoerend comité. Hij heeft 25 jaar ervaring in verzekeringen, in beheer van activa en van banken, in Europa en in de Verenigde Staten. Hij werd in 2010 benoemd als algemeen directeur van de regio Noord, Centraal en Oost-Europa (NORCEE) van AXA en is lid van het directiecomité en van het uitvoerend comité van de AXA Groep. Bijgevolg kan de raad van bestuur de individuele en collectieve competentie van het auditcomité en van het remuneratiecomité verantwoorden, zoals ze samengesteld zijn voor AXA Belgium.
XIII. Remuneratiebeleid 1. Algemeen Het remuneratiebeleid van AXA Belgium is afgeleid van het remuneratiebeleid van de AXA Groep, mits aanpassing aan de lokale regels en aan de werkwijze op de markt. De belangrijkste bekommernis is, deze principes te verzoenen met een gezond en efficiënt beheer van de bedrijfsrisico's.
2. Structuur van het remuneratiebeleid Het remuneratiebeleid voor de bedrijfsleiders van AXA Belgium omvat een vast en een variabel bestanddeel. Het evenwicht tussen beide componenten kan variëren naar gelang het verantwoordelijkheidsniveau, met dien verstande dat het vast gedeelte steeds voldoende blijft om een flexibel remuneratiebeleid mogelijk te maken door middel van het variabel bestanddeel. Het variabel bestanddeel bestaat uit twee delen: • Een niet-uitgesteld variabel deel dat wordt bepaald door een jaarlijkse «cash» doelstelling. • Een uitgesteld variabel deel.
3. Prestatiemeting bezoldiging
voor
de
niet-uitgestelde
variabele
Het niet-uitgesteld variabel deel wordt bepaald in functie van: • de individuele prestatie, gemeten aan de hand van de verwezenlijking van op korte en op langere termijn vastgelegde doelstellingen; • de prestatie van de entiteit waarvan de persoon deel uitmaakt; • de prestatie van de AXA Groep in haar geheel. De individuele prestatie wordt jaarlijks gemeten op basis van twee bestanddelen:
26
0404.483.367
•
•
Het behalen van de business resultaten, wat beoordeeld wordt op basis van doelstellingsbrieven met kwantitatieve maar ook kwalitatieve gegevens (algemene houding, risicobewustzijn, afstelling op het belang van de klant, van de werknemer en de aandeelhouder) over verschillende tijdsperiodes (doelstellingen op jaarbasis, maar ook op meerjaarlijkse basis voor de komende jaren). Het gedrag, dat beoordeeld wordt op basis van het competentiemodel voor leadership van de AXA Groep.
De prestatie van de entiteit wordt gemeten aan de hand van een aantal activiteitsindicatoren en resultaten die elk een bepaald gewicht krijgen. Zo zijn er de rentabiliteit, de uitgaven in algemene kosten, het bedrijfsresultaat, de kwaliteit van de dienstverlening aan klanten en aan makelaars. De prestatie van de entiteit en van de groep bepaalt de «STIC (Short Term Incentive Compensation) Pool» die de totaal beschikbare enveloppe zal vastleggen voor de individuele variabele bezoldigingen. Hoe beter de resultaten van de entiteit, hoe groter de enveloppe. In geval van slechte prestatie van de entiteit en/of de groep zullen de variabele bezoldigingen automatisch proportioneel verlaagd worden.
4. Prestatiemeting voor de uitgestelde variabele bezoldiging AXA beschikt over een remuneratieplan op lange termijn (AXA Equity Plan) waarvan de principes regelmatig kunnen worden aangepast in functie van onder meer het internationaal wettelijk kader. Deze remuneratiemethode is gebaseerd op de betrokkenheid van de medewerkers op lange termijn en laat toe een aanzienlijk deel van de variabele remuneratie uit te stellen, en toch aan de vereisten van de nationale en internationale regulatoren te voldoen. Deze remuneratie komt gemiddeld overeen met meer dan 50% van de totale variabele remuneratie. Het doel is de medewerkers te belonen en tot trouw aan te sporen door hen te betrekken, zowel bij de intrinsieke prestaties van de AXA Groep, als bij die van hun afdeling, evenals bij die van het AXA-aandeel op middellange/lange termijn. De selectiecriteria van de begunstigden zijn: het belang van de beklede positie in de organisatie (rol), het belang van de persoon die de functie uitoefent (retentie), het belang van de persoon voor de toekomst (potentieel) en de kwaliteit van de individuele bijdrage (prestatie). Het uitgesteld variabel deel bestaat uit twee hoofbestanddelen: • opties op aandelen, onderworpen aan prestatiedoelstellingen en aan een totale verwervingsperiode van vier jaar, die binnen de tien jaar moeten worden opgenomen; • «Performance Units», onderworpen aan prestatiedoelstellingen en die cash worden uitbetaald, na een verwervingsperiode van drie jaar.
27
0404.483.367
De hierboven genoemde beginselen zijn eveneens van toepassing op de onafhankelijke controlefuncties.
5. Bestuur Het remuneratiebeleid wordt verzekerd via een remuneratiecomité dat bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders van wie er minstens één onafhankelijk is in de zin van het wetboek van vennootschappen. Dit comité bereidt de beslissingen voor die door de raad van bestuur genomen worden, rekening houdend met de weerslag ervan op het risico en op het risicobeheer van de onderneming enerzijds, en de belangen op lange termijn van de stakeholders van de onderneming anderzijds.
De Raad van Bestuur,
Emmanuel de Talhouët Gedelegeerd bestuurder 28 maart 2012
28