SITE
A
SITE
B
SITE
C
OVERGANG SCHOOL — OPENBARE WEG
MASTERCLASS NEDER-OVER-HEEMBEEK
AVENUE DE VERSAILLE VERSAILLESLAAN 03-04-05.10.2012
INTERFACE ÉCOLE — ROUTE OVERGANG SCHOOL — STAD NL
FR
L’AMÉNAGEMENT DES ESPACES PUBLICS AUTOUR DES ÉCOLES
HET INRICHTEN VAN PUBLIEKE RUIMTE IN SCHOOLOMGEVINGEN
OVERGANG SCHOOL — PUBLIEK E RUIMTE
POINT DE PAUSE PAUZEPLEKKEN
PERSPECTIVE VERGEZICHTEN
ACCÈS AUTORISÉ APRÈS L’ÉCOLE TOEGANG TOEGELATEN NA DE SCHOOLTIJD
INTERACTION — INTERACTIE IDENTITÉ IDENTITEIT
FR
NL
L A CULTURE DE L’ESPACE PUBLIC
EN
DE CULTUUR VAN DE PUBLIEKE RUIMTE
THE CULTURE OF PUBLIC SPACE
ÉCOLE SCHOOL INTERFACE ÉCOLE — ESPACE PUBLIC
INTERFACE ÉCOLE — VILLE
INTRODUCTION INLEIDING
P 3
]pyblik[
P 5
MASTERCLASS NEDER-OVER-HEEMBEEK
AVENUE DE VERSAILLE VERSAILLESLAAN
Sabine Guisse
3 2 1
Introduction Inleiding Fiches techniques des sites Technische fiches sites Agenda Outils Middelen
3
INTRODUCTION INLEIDING
Cet ouvrage a pour objectif d’aborder la question de l’aménagement de l’espace public aux abords et à l’interface des écoles et, plus largement, sur la pratique de l’espace public par les enfants. Il est nourri par les réflexions croisées qui ont été menées au cours d’une journée thématique sur la question (7 septembre 2012 au CIVA) et d’une masterclass de développement de projets d’aménagements (du 3 au 5 octobre 2012 à Neder-over-Heembeek).
Deze publicatie snijdt het vraagstuk aan van publieke ruimte in schoolomgevingen, of breder: de praktijk van publieke ruimte voor kinderen. De inhoud hiervan werd geleverd door reflecties tijdens een themadag op 7 september 2012 in het CIVA en een masterclass waarin projecten werden ontwikkeld van 3 tot 5 oktober 2012 te Neder-Over-Heembeek. De themadag zette een reeks van problemen gerelateerd aan deze specifieke omgeving in de verf. De masterclass was op zijn beurt een gelegenheid voor publieke opdrachtgevers en ontwerpers om hun standpunten en know-how uit te wisselen aan de hand van inrichtingsprojecten voor schoolomgevingen. Dankzij de aanvullende bijdrages van lokale, nationale en internationale experts en de verscheidenheid van de gekozen sites werden de mogelijkheden van de verschillende interventieschalen en inplantingstypologieën van de scholen onderzocht.
La journée thématique a mis en évidence une série de problématiques liées à cet environnement particulier. La masterclass fut quant à elle l’occasion pour des maîtres d’ouvrage publics et des concepteurs issus de bureaux d’échanger leurs points de vue et savoirfaire par le biais d’une production de projets d’aménagement en abords d’école. Grâce à l’apport complémentaire des experts locaux, nationaux et internationaux, mais aussi grâce à la richesse du site choisi, le potentiel de différentes échelles d’intervention, mais aussi De resultaten gaan van het ontwerp van de différentes typologies d’implantation scode publieke ruimte tot de problematiek die laires, a pu être exploré. nauw verbonden is met de schoolomgeving Aujourd’hui, les résultats apparaissent moins en moeten als mogelijke antwoorden becomme des propositions d’aménagement fi- schouwd worden, eerder dan als afgewerkte nies que comme des éléments possibles de ré- inrichtingen. Het doel van deze publicatie is ponse, par le design de l’espace public, à des deze resultaten voor te stellen en een verhaal problématiques liées intimement à l’environ- te vertellen dat verder gaat dan de plaatsenement scolaire. L’intention de cet ouvrage lijke ervaring in de vorm van gestructureerde est de rééditer ces résultats, au delà du récit aanbevelingen rond de problematiek. Zonder de l’expérience située, sous forme d’une boîte enige aanspraak op de volledigheid te wilà outils structurée autour de problématiques, len maken, blijft dit ontwerpend onderzoek a script for brussel. Sans aucune prétention volledig open om inrichtingsvoorstellen voor à l’exhaustivité, ce savoir expérimental reste publieke ruimte rond schoolomgevingen te ouvert tout en proposant de nourrir l’aména- voeden en dit ongeacht de ontwerper, zijn gement de l’espace public en environnement project en de plek van zijn interventie. scolaire et ce quelque soit le concepteur, son projet et le lieu de son intervention.
5
MASTERCL ASS
Sabine Guisse
OUTILS
MIDDELEN
FR
NL
L’AMÉNAGEMENT DES ESPACES PUBLICS AUTOUR DES ÉCOLES
HET INRICHTEN VAN PUBLIEKE RUIMTE IN SCHOOLOMGEVINGEN
INTRODUCTION
6
L’étude a été menée de façon à ce que les éléments d’analyse et de production localisés puissent répondre à des thématiques générales, transversales tout en s’incarnant au carrefour de contraintes et ressources locales spécifiques.
… À NEDER-OVER-HEEMBEEK
Nous nous sommes penchés sur l’entité de Neder-over-Heembeek. Son passé de « réserve foncière d’envergure » à l’urbanisation tardive en fait un véritable patchwork typologique. L’avenue de Versailles, plus particulièrement, constitue une charnière autour de laquelle s’articulent une collection de 3 ETUDES DE CAS… typomorphologies urbaines. Ce tissu urbain Pour prétendre nourrir de façon plus géné- bigarré accueille là essentiellement du logerale la question de l’aménagement de l’espace ment, sous forme de villas quatre façades, public en environnement scolaire, il nous de maisons mitoyennes et d’immeubles de semblait indispensable d’aborder des cas hauteur limitée et, pris entre eux, nombre d’études relativement variés afin de pouvoir d’équipements scolaires. assumer une certaine représentativité. Au sein de la zone d’étude, nous avons pu Pour cette première contribution au script, explorer, dans un périmètre restreint, pas nous avons donc fait le choix d’aborder la moins de 3 typologies d’implantation scoquestion par le biais de la variété typologique laire confrontées, sur leurs différentes façades, des implantations scolaires. 1 2 3 à des voiries d’échelles variées ainsi qu’aux diverses typologies de logement précitées.
2
M A R I A A S S U M P TA
Rue de Beyseghemstraat 174
1
L E S PAG O D E S
Avenue Versailleslaan 89
INLEIDING
7
De studie werd zo gevoerd dat de analyseelementen en de beperkte productie beantwoordden aan algemene en transversale thema’s, rekening houdend met de kruising van lokale middelen en verplichtingen.
… TE NEDER-OVER-HEEMBEEK
We bogen ons over Neder-Over-Heembeek, een plek waar het verleden van ‘grote grondreserve’ met een late verstedelijking er een heus patchwork van typologieën van maakt. De Versailleslaan is een scharnier waarrond zich een verzameling van stedelijke typo3 CASE STUDIES… morfologieën concentreert. Dit heterogene Om op een algemene manier bij te dragen stedelijk weefsel herbergt hoofdzakelijk vrijaan het vraagstuk rond de inrichting van staande woningen, rijwoningen, middelhoge publieke ruimte in schoolomgevingen, leek woontorens met daartussen: vele schoolvoorhet onontbeerlijk om relatief uiteenlopende zieningen. cases te bestuderen en zo een zekere repre- Binnen het kleine studiegebied verkenden we sentativiteit te kunnen dragen. Daarom ko- maar liefst 3 schooltypologieën. Zij gingen zen we ervoor de vraag te benaderen vanuit met elkaar de confrontatie aan wat betreft de verschillende schooltypologieën. 1 2 3 de verschillende gevels, de verschillende schaal van de straten evenals de verschillende woontypologieën.
3
K ASTEEL BEIA ARD
Kruipweg 23
1 A
SITE
8
FICHES TECHNIQUES DES SITES TECHNISCHE FICHES SITES LES PAGODES 1 Avenue Versailles 2 Rue de Beyseghem 3 Avenue des Pagodes
1
3
2
ADRESSE
Avenue Versailleslaan 89
LANGUE
FR
PUBLIC CIBLE
ADRES TAAL
Crèche et fondamental — Kinderdagverblijf en lagere school
DOELGROEP
TYPOLOGIE BÂTIMENT
Le bâtiment forme une masse unique posée sur un îlot. ESPACE PUBLIC
Les espaces résiduels entre bâti et voirie donnent lieu à une multitude de typologies de retrait. On distingue des retraits « de principe », parallèles à la voirie, mais aussi des retraits « forcés » par la rencontre entre bâti orthogonal et voirie oblique. Ces espaces résiduels, d’échelles et formes multiples, appartiennent au territoire scolaire.
TRANSITION ECOLE – ESPACE PUBLIC AV E N U E D E S PAG O D E S : haie longue, haute et épaisse dont les interruptions grillagées modulent les contacts physiques (entrées principales de la section fondamentale et de la crèche) et visuels avec l’espace public.
GEBOUW
Het gebouw vormt een massa binnen het bouwblok. PUBLIEKE RUIMTE
De restruimtes tussen het gebouw en de straat bieden ruimte aan verschillende vormen van teruggetrokken ruimtes. We onderscheiden de principiële vorm met een tussenruimte parallel aan de straat, maar ook de gedwongen vorm door het samenkomen van het orthogonale gebouw en de schuinlopende straat. Deze restruimtes van verschillende schalen en verschillende types behoren tot het domein van de school. OVERGANG SCHOOL – PUBLIEKE RUIMTE PAGO D E L A A N : een lange, hoge en dikke haag waarbij de afgerasterde onderbrekingen het fysieke (hoofdingang van de lagere school en de crèche) en visuele contact met de publieke ruimte moduleren.
un bâtiment préfabri- B E YS EG H E M ST R A AT: een lang, smal en laag qué long, bas et étroit laisse entrevoir la cour prefabgebouw dat een zicht op de speelplaats biedt doorheen de glazen hal. à travers des halls vitrés.
R U E D E B E YS EG H E M :
9
AV EN U E D E V ER SA I L L E S : Sur tout le long de l’avenue, au caractère plus routier, se déroule une haie épaisse puis un long grillage transparent, dévoilant, au-delà d’une suite de cours, l’échelle du bâtiment dans son ensemble et le rythme créé par ses volumétries variées.
In beide straten staan de scholen tegenover een front van rijwoningen, voorzien van voortuintjes in de Pagodelaan.
langsheen de hele laan ontvouwt zich een dikke haag, vervolgens een lange transparante afrastering, daarL’AV EN U E D E L A SA R I E T T E longe la limite est achter een opeenvolging van speelplaatsen de l’école. Le statut de cette portion de voirie die de schaal van het gebouw in zijn geheel est peu clair. Il s’agit d’un piétonnier (excepté en het ritme dat gecreëerd wordt door zijn gevéhicules de service) qui fait officiellement varieerde volumetrie onthult. Tegenover de partie de l’espace public, mais son aspect school bevinden zich vrijstaande woningen enclavé, dominé par des entrées d’école et voorzien van een voor- en achtertuin. leur signalétique, incite peu au passage. SA R I E T T E L A A N : hier wordt de grens gevormd door de oostzijde van het schoolgebouw. Het statuut van dit deel van de straat is onduidelijk. Het gaat om een voetgangerszone (uitgezonderd dienstvoertuigen) die officieel deel uitmaakt van de publieke ruimte, maar door zijn ingesloten karakter, gedomineerd door schoolpoorten en hun signalisatie, weinig uitnodigt tot passage. Het lijkt op een dienstweg voor de schoolvoorzieningen. PAG O D E S - N O R D
Avenue de Versailles 5
PAG O D E S - S U D
Rue De Beyseghem 18
VERSAILLESL A AN:
PAG O D E S - E S T
Bonekruidlaan 10
PAG O D E S - O U E S T
Avenue des Pagodes 31
MARIA ASSUMPTA
B
SITE
10
1
1 Rue de Beyseghem 2 Donderberg 3 Avenue Roi Albert
3
2
ADRESSE
Rue de Beyseghemstraat 174
LANGUE
FR
PUBLIC CIBLE
ADRES TAAL
Maternelle et première primaire — Kleuterschool en eerste leerjaar
DOELGROEP
TYPOLOGIE BÂTIMENT
Les écoles francophone et néerlandophone se font face sur une ligne traversant de part en part un îlot résidentiel. ESPACE PUBLIC
L’espace public se résume à es trottoirs étroits. Au delà de l’école, le bout des îlots, non bâti, s’inscrit dans une des fameuses « coulées » vertes, soit des réserves au sort incertain, caractéristiques de NOH et de ses projets de passages autoroutiers avortés. M A R I A A S S U M P TA - N O R D
rue de Beyseghem 13
GEBOUW
De Franstalige en Nederlandstalige scholen vormen het gezicht op een lijn dwars door het bouwblok. Ze werden geïntegreerd in een gevel van rijwoningen. PUBLIEKE RUIMTE
De publieke ruimte beperkt zich tot de smalle trottoirs. Buiten de school schrijven de randen van de braakliggende percelen zich in in een van de de welgekende ‘groene gangen’, onzekere grondgebieden die eigen zijn aan NOH en zijn gefaalde snelwegprojecten.
11
TRANSITION ECOLE – ESPACE PUBLIC
OVERGANG SCHOOL – PUBLIEKE RUIMTE
R U E D E B E YS EG H EM : L’entrée de l’école francophone donne sur la rue de Beyseghem et fait face à un parc privé ponctué d’immeubles de logement collectif.
B E YS EG H E M S T R A AT :
Hier bevindt zich de ingang van de Franstalige school met ertegenover een private buitenruimte van de woonblokken.
KASTEEL BEIAARD
C
SITE
DO N D ER B ERG : L’entrée de l’école néerlando- D O N D ER B ERG : Hier bevindt zich de ingang phone donne sur Donderberg, une rue plus van de Nederlandstalige school, het is een étroite faite de maisons mitoyennes de part smallere straat die bestaat uit rijwoningen et d’autre jusqu’ à son extrémité est. aan beide kanten tot aan zijn oostelijke uiteinde.
1
2
4
1 2 3 4
Rue de Beyseghem Rue du Paturage Kruipweg Rue du Château Beyaerd
3
ADRESSE
Kruipweg 23
LANGUE
FR
PUBLIC CIBLE
ADRES TAAL
Crèche et fondamental — Kinderdagverblijf en lagere school
DOELGROEP
TYPOLOGIE BÂTIMENT
L’école s’implante de façon éparse et extensive sous forme de différents modules : 3 volumes principaux ainsi qu’une série de préfabriqués, dispersés dans une plaine vaste et boisée en pente vers le sud. ESPACE PUBLIC
GEBOUW
De school is ingeplant op een verspreide en uitgestrekte manier onder de vorm van verschillende modules: 3 hoofdvolumes en een reeks van prefabgebouwen, verspreid over een uitgestrekte beboste vlakte met een zuidgerichte helling. PUBLIEKE RUIMTE
Les relations à l’espace public s’étendent sur De relaties met de publieke ruimte strekken zich uit binnen een wijde perimeter en zijn un vaste périmètre et sont variées. heel gevarieerd.
12
TRANSITION ECOLE – ESPACE PUBLIC
OVERGANG SCHOOL – PUBLIEKE RUIMTE
RUES DU CHÂTE AU BEYAERD ET DU PÂTUR AGE :
K AST EE L ST R A AT EN W E I L A N DST R A AT: de reelles s’établissent sous forme de regards au latie met de publieke ruimte vormt zich aan travers de dents creuses percées dans un tissu de hand van zichten doorheen openingen in de maisons mitoyennes. een weefsel van rijwoningen. In de Kasteelstraat, waar zich ook de schoolK R U I P W EG : voirie plus routière, le bâtiment poort bevindt, zijn de zichten redelijk dicht de la crèche, en recul et surélevé, impose de en geven uit op een speelplaats die omgeven façon plus frontale son entrée avec sa signa- is door een reeks van kleine prefabgebouwen. Het hekken is transparant maar de intimiteit létique, etc. van de speelplaats wordt gecreëerd door een kleine artificiële heuvel. In de Weilandstraat zijn de zichten doorheen de openingen veel verder en zien uit op de klassen, achter een dal van garageboxen. K R U I P W EG : op deze drukkere weg maakt het teruggetrokken en verhoogd crèchegebouw indruk door de frontale ingang met zijn signalisatie enzovoort. K ASTEEL BEIA ARD-EST
Rue du Paturage 17
K ASTEEL BEIA ARD-OUEST
Rue du Château Beyaerd 8
2
13
AGENDA Notre objectif est de faire « voyager » les participants de la masterclass successivement à travers 3 modalités d’ancrage au contexte. Chaque jour, sur base de cette trame, les procédures de projet sont appuyées et ajustées en concertation avec les experts accompagnants.
Het doel van de masterclass was om de deelnemers te laten ‘reizen’ doorheen 3 opeenvolgende verankeringsmodaliteiten binnen de context. Elke dag werden op basis van deze structuur de projectprocedures verstevigd en bijgesteld in samenspraak met de begeleidende experts.
O CTO B R E-O KTO B E R
J O U R / DAG 1
Sabine Guisse & Géry Leloutre
L M
M D
M W
J D
V V
S Z
D Z
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
1
2
3
4
5
J O U R / DAG 2
Clement Willemin
J O U R / DAG 3
Tom Thys
3
O CTO B R E
JOUR 1 DÉCRYPTER LES USAGES
1
Intro
Les moments de travail de la première journée sont axés autour de la notion d’usage, approchée à partir de deux échelles extrêmes Dans la première phase, l’usage est abordé de façon distante : à travers des études urbaines et des récits d’expérience des habitants. Ensuite, l’usage est directement observé sur le terrain. L’objectif est d’équilibrer approche focalisée et portrait élargi du contexte.
2
GERY LELOUTRE
Géry Leloutre, expert local urbaniste, décrit l’évolution urbanistique de Neder-over-Heembeek (NOH). Lors de sa communication, mais aussi sur site avec les différents groupes, il met en évidence les particularités typomorphologiques (bâti et vides) des lieux ainsi que les conditions de leur genèse. Il met également en évidence certaines problématiques d’usage qui en découlent.
3
MARIANNE STEVENS
Marianne Stevens (BRAL) expose les visions des habitants récoltées durant le map it et le buro vélo : la façon dont l’environnement urbain est perçu, mais aussi rêvé par ses usagers.
4
SABINE GUISSE
En s’appuyant sur le contenu du séminaire du mois précédent, Sabine Guisse montre comment ces problématiques urbaines récurrentes, mais d’expression et d’intensité variées selon les lieux, peuvent notamment trouver écho dans l’aménagement des abords d’écoles. Elle propose également des outils d’approche des usages sur le terrain.
5
ÉTUDE SUR LE TERRAIN
Dès midi, en pleine sortie des classes (on est mercredi), les participants descendent sur le terrain avec pour mission de scruter les comportements d’usagers aux abords des 3 écoles. Comment les corps se positionnent-ils dans l’espace, négocient-ils entre eux mais aussi avec les éléments matériels qui forment le trottoir, la route, la limite de l’implantation scolaire, … ?
MERCREDI
DATE
14
6 7 8
Expert local, urbaniste
Bral
Leader
WOENSDAG
3
O KTO B E R
DATUM
15
DAG 1 HET GEBRUIK ONTCIJFEREN
1
Intro
De eerste dag draaide de workshop rond de notie van gebruik. Dit werd benaderd vanuit 2 uiteenlopende schalen. In eerste fase werd het gebruik vanop een afstand benaderd: door middel van stedebouwkundige studies en vanuit ervaring van de bewoners. Vervolgens werd het gebruik op het terrein geobserveerd. Dit had als doel de gerichte aanpak en het breder portret van de context in evenwicht te brengen.
2
GERY LELOUTRE
Gery Leloutre beschrijft de stedenbouwkundige evolutie van Nederover-Heembeek. Hierbij legt hij de nadruk op de typomorfologische bijzonderheden (gebouwen en leegtes) van de plek maar ook de voorwaardes van hun ontstaan. Hij legt eveneens de nadruk op bepaalde gebruiksproblemen die hieruit voortvloeien.
3
MARIANNE STEVENS
Marianne Stevens licht de visies van de bewoners toe, die werden gesprokkeld tijdens de map-it sessie en de bureauvélo: de manier waarop de stedelijke omgeving wordt waargenomen, maar ook gedroomd door de bewoners.
4
SABINE GUISSE
Gebaseerd op de inhoud van de themadag rond ‘Het kind in publieke ruimte’ toont Sabine Guisse tijdens haar presentatie aan hoe recurrente stedelijke problemen, telkens met een andere expressie en intensiteit afhankelijk van de plek, een weerklank kunnen vinden in onder andere de aanleg van schoolomgevingen. Hiernaast biedt ze ook middelen aan om het gebruik op het terrein te benaderen.
5
VELDONDERZOEK
Op woensdagmiddag trekken de deelnemers het terrein op met als doel de schoolomgevingen op microschaal te onderzoeken, heel dicht bij de realiteit. Hoe gedragen de mensen zich in de omgeving van de 3 scholen? Interageren ze met elkaar en met de materiële elementen die het trottoir, de straat, de grens met de school… vormen?
6 7 8
Lokaal expert, stedenbouwkundige
Bral
Leader
4 1 2
JEUDI
3 4 5 6 7 8
O CTO B R E
DATE
16
JOUR 2 CONCEVOIR AU DÉPART DES USAGES
CLEMENT WILLEMIN
Clément Willemin (http://www.baseland.fr), expert international, explique la façon dont il envisage la conception. Pour lui, une bonne partie du métier consiste à dresser des portraits, c’est à dire regarder et montrer et, à partir de l’humain et des dimensions, concevoir.
ATELIER
Comme méthode de travail, Clément Willemin suggère aux participants d’employer une technique de conception fondatrice de son processus de projet. Il s’agit d’un travail en coupe ciblé sur des tranches stratégiques du site et orienté vers la dimension programmatique. Ce type de coupe permet de formaliser un état des lieux faisant apparaitre de façon évidente les problématiques d’usage des lieux mais aussi leurs ressources. Sortir de la représentation traditionnelle en plan permet aux participants de prendre du recul par rapport aux sites entiers pour se concentrer sur des situations de relations entre les corps et les objets. Nous leur proposons d’augmenter encore cette distance en travaillant sur un autre site que celui qu’ils avaient observé la veille. Cette focalisation a aussi pour effet d’intensifier le rythme de production tout en restant près de la réalité vécue, de la notion d’expérience spatiale. L’objectif de ces coupes est également d’imaginer, de façon générique, des procédures d’intervention face à des problématiques types de l‘environnement scolaire dont ils ont été témoins en direct ou sur une des deux autres écoles. Enfin, le travail en coupe, précis et proportionné, stimule les participants à faire emploi des ressources spécifiques à chacun des sites : textures, proportions, dimensions des objets et vides existants.
Expert international www.baseland.fr
Travailler en coupes
4 1
DONDERDAG
2
3 4 5 6 7 8
O KTO B E R
DATUM
17
DAG 2 ONTWERPEN VERTREKKEND VAN DE GEBRUIKEN
CLEMENT WILLEMIN
Clement Willemin legt uit op welke manier hij ontwerpen bekijkt. Voor hem bestaat een groot deel van het beroep uit portretten scheppen, kijken en tonen en ontwerpen vanuit het menselijke en dimensioneringen.
ATELIER
Volgens de werkmethode van Clement Willemin werken de deelnemers in snede, op strategische plekken van de site en programmatorisch georiënteerd. Via deze snedes wordt er op eenvoudige manier een plaatsbeschrijving gevormd die op een evidente manier de gebruiksproblemen van de plekken, evenals hun capaciteiten naar voren brengt. Door af te stappen van de klassieke voorstelling in plan, nemen de deelnemers wat afstand van de sites om zich zo te kunnen concentreren op de relaties tussen het lichaam en de objecten. Deze afstand wordt nog verder vergroot door de deelnemers te laten werken op een site die niet door hen geobserveerd werd. Deze aanpak intensifieert ook het productieritme en blijft tegelijkertijd heel dicht bij de beleefde realiteit: de notie van de ruimtelijke beleving. Op een algemenere manier kunnen, door middel van deze snedes, interventieprocedures voor typeproblemen in schoolomgevingen verbeeld worden. Tot slot stimuleert dit de deelnemers om bepaalde middelen, precies en geproportioneerd, aan te wenden op elk van de sites: texturen, proporties, dimensies van objecten en bestaande vides.
Internationaal expert www.baseland.fr
Werken in snede
5
O CTO B R E
DATE
18
1
JOUR 3 L’APPROCHE ARCHITECTURALE
La troisième et dernière journée, avec Tom Thys, nous explorons les environnements scolaires au départ de l’échelle du plan masse et des gabarits. A la manière de l’architecte, l’objectif est, sur chacun des 3 sites, de réarticuler les masses bâties d’un mouvement unique, afin de définir clairement à la fois l’identité du bâtiment, ses vides et les connexions et limites entre espace scolaire et espace public.
2
TOM THYS
Tom Thys débute la journée par une présentation de projets démontrant de quelle façon ce type d’opération permet de conférer identité et sécurité à condition que les articulations entre univers scolaire et univers public soient ajustées et circonstanciées (selon l’environnement, le type d’usagers, …). Ces opérations à grande échelle, en elles mêmes mais aussi parce qu’elles se prolongent en affinant l’aménagement jusque dans les détails (notamment dans la gestion des limites : disposition d’objets de mobilier, clôtures, …), ont un réel impact sur les usages.
3
ATELIER
A leur tour, les trois groupes de participants se chargent de remodeler les masses sur les 3 sites scolaires. La donnée de l’exercice est que sur chacun des sites le rapport initial typique plein/vide lié à chaque typologie doit être respecté : le bloc plaqué sur îlot pour les Pagodes, le parc de pavillons pour Kastel Beyaerd et l’école insérée entre mitoyens avec extension en intérieur d’îlot et traversée possible pour Maria Assumpta. De façon générale, les bâtiments légers et bas de type préfabriqué ne sont pas pris en compte. Dans une seconde phase, la méthodologie des jours précédents est réintégrée : les participants investissent les lieux recréés en affinant le design au départ des usages et de la programmation dans des coupes détaillées au 1/250e.
VENDREDI
Expert national www. tomthys-architecten .be
4 5 6 7 8
Re-définition des masses
5
O KTO B E R
DATUM
19
1
DAG 3 DE ARCHITECTURALE BENADERING
De derde dag werden de schoolomgevingen met Tom Thys onderzocht vanuit de schaal van het massaplan en het gabarit. Deze architecturale aanpak heeft als doel om op de 3 plekken de uniforme gebouwde massa opnieuw te articuleren en zo duidelijk de identiteit van het gebouw, zijn leegtes, verbindingen en grenzen tussen de school en de publieke ruimte te bepalen.
2
TOM THYS
Tom Thys start de dag met een presentatie van projecten die aantonen op welke manier deze werkmethode toestaat een identiteit en veiligheid te confereren op voorwaarde dat de articulaties tussen de school- en de publieke omgeving aangepast zijn (volgens de omgeving, het type gebruikers, …). Deze operaties op grote schaal hebben een reële impact op het gebruik, op zichzelf maar ook omdat ze zich verderzetten in de verfijning van de inrichtingen tot in de details (onder meer in het beheer van de grenzen: meubilair, hekwerk, …).
3
ATELIER
Vervolgens nemen de deelnemers het omvormen van de massa’s op de 3 sites op zich. Het gegeven van de oefening is om de initiële relatie tussen vol en leeg, gerelateerd aan elke typologie, op elk van de sites te respecteren: het geplakte blok op de site van de Pagodes, het paviljoenenpark voor Kasteel Beyaerd en de school tussen gemene muren met een uitbreiding in de binnenkant van het bouwblok en mogelijke doorsteek voor Maria Assumpta. In een tweede fase wordt de methodologie van de voorgaande dagen opnieuw geïntegreerd: de deelnemers onderzoeken de omgevormde plekken en verfijnen het ontwerp vanuit het gebruik en de programmatie in gedetailleerde snedes op schaal 1/250.
VRIJDAG
National expert www. tomthys-architecten .be
4 5 6 7 8
Herdefiniëren van de massa
20
Durant les 3 jours de masterclass, cette méthodologie de travail, relativement conceptuelle, a établi un recul constant par rapport à des questions spécifiquement liées aux sites Neder-over-Hembeekois. Elle assume dans ce cas ci une approche tout à fait utilitaire du contexte, mais aussi du projet. Elle pousse les participants à produire de façon fragmentée, à un certain rythme et de façon spontanée. Cette attitude expérimentale, à revers des processus de projet traditionnels, met le détail à la genèse de la conception et considère le design comme outil de recherche plutôt que comme fin en soi. Renversant les habitudes, cette expérience particulière a réellement été appréciée par les participants, bousculés dans leurs pratiques aménageuses. Elle a permis, le temps de la masterclass, d’explorer de façon « libre » et de creuser les problématiques posées.
Gedurende de 3 dagen van de masterclass creëerde deze relatief conceptuele werkmethode een continue afstand ten opzichte van specifieke vragen gerelateerd aan de sites in NederOver-Heembeek. De methode veronderstelt in dit geval een heel utilitaire benadering van de context, maar ook van het project. Het zet de deelnemers aan om op een gefragmenteerde manier te produceren, volgens een zeker ritme en op een spontane manier. Deze experimentele houding legt, in tegenstelling tot het traditionele ontwerpproces, het accent op het onstaan van het ontwerp en beschouwt het ontwerp als een onderzoeksmiddel eerder dan een eindpunt. Het stond toe om op een vrije manier te onderzoeken en dieper in te gaan op de gestelde problemen.
3
21
OUTILS MIDDELEN Comme déjà évoqué, l’intention éditoriale pour cet ouvrage est de restructurer l’ensemble de la matière créée au cours et autour de la masterclass (exercices pratiques, discours issus du séminaire, des communications des intervenants externes ou encore des jurys) selon une série de problématiques identifiées comme intimement liées à l’usage et à l’aménagement des abords et interfaces d’écoles. Les 3 problématiques principales relevées sont : — la sécurité des usagers faibles au contact de la voirie ; — les échanges entre l’école et son environnement ; — l’appropriation de l’espace public à proximité et dans le prolongement de l’école. Des outils de conception ressortent pour chaque problématique, et ce en fonction des échelles successives de réflexion et/ou d’action. Ils peuvent être appropriées par le lecteur dans ses propres projets d’école et/ou d’espace public en environnement scolaire.
Deze publicatie structureert het materiaal dat geproduceerd werd in en rond de masterclass (praktische oefeningen, lezingen van de themadag, communicatie met externe intervenanten of jury’s), volgens een reeks van problematieken die nauw verbonden zijn met het gebruik en de inrichting van schoolomgevingen. De 3 voornaamste problematieken die rond het thema naar voren geschoven werden zijn: — de veiligheid van zwakke weggebruikers; — de uitwisselingen tussen de school en zijn omgeving; — de toe-eigening van de nabije publieke ruimte en in het verlengde van de school. Voor elke problematiek steken ontwerpmiddelen de kop op in functie van de opeenvolgende reflectie- en/of actieschalen. Ze kunnen door de lezer worden toege-eigend in hun eigen school- en/of publieke ruimteprojecten rond schoolomgevingen.
1
22
QUALIFIER L’INTERFACE ECOLE-ROUTE CONSTAT
NOH
En Région bruxelloise, 80% des accidents graves subis par les enfants leur arrivent en tant que piétons dans la ville. Dans l’environnement scolaire, aux heures d’entrée et de sortie de classes, on sait combien cette confrontation entre véhicules et enfants, qu’ils soient d’ailleurs arrivés à l’école à pied, en vélo ou en voiture, est tendue. Combiné à certaines mesures de réduction de vitesse, le design de l’espace public ainsi que celui de l’interface des infrastructures scolaires peuvent contribuer à une restructuration des différents modes de déplacement. Celle-ci vise à la fois la sécurisation des modes doux, mais aussi l’amélioration de l’expérience de mobilité pour l’ensemble des usagers, y compris motorisés.
Neder-over-Heembeek présente des ressources et des contraintes particulières à investir par rapport à cette question. L’urbanisation très tardive de cette commune de seconde couronne en a fait un véritable laboratoire pour les projets de grande échelle 1 . Grands ensembles de logement et traces d’un projet de passage d’autoroute avorté forment un tissu relativement lâche qui se raccorde au tissu villageois d’origine beaucoup plus serré. En termes de sécurisation des modes doux, les voiries larges permettent à la fois une meilleure visibilité mais aussi des vitesses plus élevées. Les réserves d’espace vert, qui s’étirent en bande à travers le territoire, laissent quant à elles l’opportunité d’aménager un véritable maillage de chemins et espaces appropriables réservé aux modes doux.
OUTILS L’aménagement de l’espace public doit de toute évidence assurer en général la sécurité des modes doux. Cependant, les abords d’école sont des lieux sensibles de par l’affluence (périodique) de piétons, parents et enfants en bas âge, les comportements de fatigue ou d’excitation (retrouvailles, camaraderie) particulières de ces derniers ou encore leur double fonction de séjour et de flux. S’ajoutent encore, lors de ces heures de pointe, le trafic automobile intense engendré par les parents venant conduire et rechercher leurs enfants en voiture 2 .
l’emploi des véhicules individuels qui reste l’usage majoritaire et cause de nombre d’accidents. UN PARKING MINUTE
Si l’espace est disponible, on peut être tenté de prévoir un parking « minute », à proximité des accès, permettant aux parents de sortir de leur véhicule pour déposer leur enfant. Cependant, la jauge devant être prévue uniquement pour ces heures d’affluence risque d’être sur consommatrice d’espace par rapport au temps d’usage réel. Il s’agit donc de réfléchir soit à un usage alternatif de ce KISS & RIDE parking en dehors des heures d’utilisation, Au-delà de la sensibilisation pouvant être soit aux possibilités d’un accueil par le permenée de façon à encourager les modes doux sonnel encadrant dès le trottoir, permettant, et des mesures d’organisation de ramassage en évitant aux parents de sortir de leur véhiscolaire, il s’agit d’intégrer cette donnée de cule, une réelle utilisation « minute » de ces
1
23
KWALIFICATIE VAN DE OVERGANG SCHOOL-OPENBARE WEG VASTSTELLINGEN
NEDER-OVER-HEEMBEEK
In het Brusselse Gewest zijn in 80% van de ernstige ongevallen kinderen als voetganger in de stad betrokken. In de schoolomgeving, voor en na de schooluren, kan deze confrontatie tussen voertuigen en kinderen zeer gespannen zijn, of ze nu te voet, met de fiets of de auto naar school komen.
Neder-over-Heembeek biedt middelen en specifieke regels om onderzoek te voeren in functie van deze vraag. De late verstedelijking van deze gemeente in de tweede kroon maakte er een waar laboratorium voor grootschalige projecten van 1 . Grote woonprojecten en sporen van een gefaald snelwegproject vormen een relatief los weefsel dat aansluit In combinatie met bepaalde maatregelen om op een oorspronkelijk dorpsweefsel dat veel de snelheid te verminderen, kan het ontwerp strakker is. van publieke ruimte, maar ook van de over- Wat de veiligheid van de zwakke weggegangsgebieden van de scholen bijdragen aan bruiker betreft, laten brede wegen een betere een herstructurering van de verschillende zichtbaarheid, maar ook een hogere snelheid verplaatsingsmodi, aan de veiligheid van de toe. Een overvloed aan groene ruimtes, die zwakke weggebruikers. Het doel is om zowel zich in een strook doorheen het territorium de veiligheid van de zwakke weggebruiker uitstrekken, bieden een zekere opportuniteit te garanderen, maar ook de verbetering van om een echt netwerk van wegen en toe-eide mobiliteitservaring voor elke gebruiker, genbare plekken aan te leggen voorbehouden inclusief gemotoriseerde voertuigen. aan de zwakke weggebruiker.
MIDDELEN De inrichting van publieke ruimte dient vanzelfsprekend de veiligheid van de zwakke weggebruikers te verzekeren. Schoolomgevingen zijn hierbij extra gevoelige plaatsen omwille van de (periodieke) drukte van voetgangers, ouders en kleine kinderen, gedragingen van vermoeidheid of opwinding (weerzien, vriendschap) of hun dubbele functie van verblijf- en fluxruimte. Hierbij komt nog, de verkeersdrukte die voor en na de schooluren veroorzaakt wordt door ouders die hun kinderen met de auto komen ophalen 2 . KISS & RIDE
Naast de sensibilisering die het zachte weggebruik aanmoedigt en de maatregelen die getroffen worden, dient men het gebruik van
voertuigen op een structurele manier te integreren in de schoolomgevingen. Dit is vandaag immers nog steeds het meest gebruikte vervoersmiddel en de oorzaak van menig ongevallen. EEN MINUUTPARKING
Dit laat de ouders toe hun kinderen aan de schoolpoort af te zetten en dient dus voorzien te worden als de ruimte het toelaat. Gezien deze parking veel ruimte vraagt in verhouding met de tijd van zijn reële gebruik, dient er nagedacht te worden over een alternatief gebruik ervan buiten de gebruiksuren of aan een mogelijk onthaal door het schoolpersoneel op het trottoir zodat de ouders niet hoeven uit te stappen. Deze zone werkelijk
24
zones de parking et donc leur compression en termes d’espace.
temps intermédiaire entre les temps forts du rythme scolaire. En cas d’espace public aux dimensions trop restreintes, ces dispositifs peuvent être absorbés en partie sur le SIGNALISATION territoire scolaire 7 ou de l’autre côté de la A. Accès rue, si un espace est à disposition en face 8 . Au niveau des accès, l’école peut tout d’abord Dans ce cas, il faut être d’autant plus attentif se signaler à l’automobiliste en tant que telle, à encadrer les traversées des enfants en sortie rayonner tout particulièrement sur l’espace de classe, souvent très pressés de rejoindre public, jusqu’à la voirie. Pour ce faire, les leurs parents. dispositifs doivent avoir un impact visuel suffisamment fort pour capter l’attention de AMENAGEMENTS CIRCONSTANCIES l’automobiliste, être des Eyecatchers 3 4 , Les aménagements peuvent favoriser le jeu tels que nommés par Tom Thys : signalétique, et la flânerie sur les espaces piétons protégés textures de sol ou de façade liées à l’image de la circulation automobile (portion de trotde l’enfant, ouverture ou volume 5 qui surtoir bordée de végétation ou de véhicules pargissent, contrastent, s’imposent. qués par exemple) mais doivent favoriser la concentration, l’attention croisée de chacun, B. Passage pour piétons aux points de contacts (traversée, sections Ensuite, des dispositifs de traversée doivent piétonnes peu protégées) entre usagers piéêtre coordonnés avec ces accès et ce en tons et automobilistes. En ces lieux, l’espace nombre et de largeur suffisants et le cas visuel mutuel est élargi et on peut aussi enviéchéant être dotés de feux réactifs mini- sager des revêtements de sol spécifiques (sur misant les temps d’attente pour le piéton. la voirie ou sur le trottoir) actant la nécessité L’objectif est de limiter au maximum les de prudence. La voirie peut par exemple voir traversées hors passage. A ces lieux de tra- sa largeur ponctuellement réduite. versée, la limite du territoire piéton doit être particulièrement marquée pour être repérée QUALIFICATION DES ROUTES ET PARKINGS et intériorisée par les enfants. Qualifier l’espace qui serait repris sur le territoire routier (voirie et parking) est a C. Zone d’attente priori contraignant pour l’automobiliste. Enfin, l’aménagement de l’espace public doit C’est pourquoi il s’agit de les faire accepter prévoir à hauteur de ces accès des élargis- et d’en maximiser l’effet bénéfique en prosements ponctuels des zones piétonnes pour posant de réelles occasions d’usage sur ces pouvoir contenir les mouvements mais égale- lieux reconquis. Que l’automobiliste puisse ment dégager les vues croisées entre piétons s’y projeter, ou encore projeter ses proches, en et automobilistes. Doivent y être prévus des tant que piétons et comprendre la plus-value dispositifs pouvant accompagner l’attente de cette opération d’échange. Globalement, (appuis sur lesquels se poser, s’asseoir) pla- rapprocher dans toute une série de lieux stracés de façon à ne pas contraindre les flux et tégiques usagers faibles et automobilistes a risquer de les faire déborder sur la voirie 6 . un impact sur la sécurité mais aussi sur la Il est important que ces aménagements vie sociale de quartier. consommateurs d’espace puissent être appropriés par d’autres usages durant tout le
25
1
L’urbanisation très tardive de cette commune de seconde couronne en a fait un véritable —————— ——————————— ——————————— . De late verstedelijking van deze gemeente in de tweede kroon maakte er een waar —————— ———————————— ———————————— .
2
Pendant ———————— ———— , un trafic intense est engendré par les parents venant conduire et rechercher leurs enfants en voiture. ———————————— wordt er een druk verkeer gegenereerd door ouders die hun kinderen met de auto komen ophalen.
3 4
Les dispositifs doivent avoir un ———————— ————————————— pour capter l’attention de l’automobiliste, être des Eyecatchers. De inrichting dient een ————————————— ————— te hebben om de aandacht van de autobestuurder te trekken: Eyecatchers.
26
5
Signalétique, textures de sol ou de façade ———————— ——————— , ouverture ou volume qui surgissent, contrastent, s’imposent. Signalisatie, texturen op de grond of de gevel, —————————————— ———————— , openingen en volumes die plotseling verschijnen en contrasteren.
6
Prévoir des dispositifs pouvant ———————— ————— (appuis sur lesquels se poser, s’asseoir) placés de façon à ne pas contraindre les flux et risquer de les faire déborder sur la voirie. Inrichtingen voorzien die —————————————— —————— (leun -en zitmogelijkheden) die zo geplaatst worden dat ze de fluxen beperken en verplichten op de straat uit te deinen.
7
En cas d’espace public aux dimensions trop restreintes, ces dispositifs peuvent être —————————————— ——————————————. In geval van een te beperkte publieke ruimte, kunnen deze inrichtingen —————————————— ——————————————.
27
een minuut gebruiken betekent dus een reductie in termen van ruimte.
een te beperkte publieke ruimte, kunnen deze inrichtingen deels ingecorporeerd worden op het schoolgebied 7 of aan de overkant van de straat als er daar een beschikbare ruimte SIGNALISATIE is 8 . In dit geval dient men des te oplettend A. Toegangen te zijn om de oversteekplaatsen van de kinWat de toegangen betreft, kan de school eerst deren na de school, zeer gehaast om herenigd gesignaleerd worden aan de bestuurders en te zijn met hun ouders, te kaderen. uitstralen van de publieke ruimte tot aan de weg. De inrichting dient een voldoende sterke ZORGVULDIGE INRICHTINGEN visuele impact te hebben die de aandacht van De inrichtingen kunnen spelen en flaneren de autobestuurder trekt, eyecatchers 3 4 bevorderen op plekken waar de voetgangers zoals Tom Thys ze noemde: signalisatie, texduidelijk beschermd zijn van het autoverkeer, turen op de grond of de façade, gerelateerd bijvoorbeeld op plaatsen waar het trottoir aan beeld van het kind, toegangen en voluafgeboord is met vegetatie of geparkeerde mes 5 die plotseling verschijnen, contrastewagens. ren en zich doen gelden. Maar tegelijkertijd dienen ze op de punten waar voetgangers in contact komen met B. Oversteekplaatsen het autoverkeer een verhoogde aandacht en De oversteekplaatsen dienen gecoördineerd concentratie te bevorderen. Op deze plekken te worden met de schoolpoorten en dit veel- wordt de visuele ruimte verbreed en kan men vuldig en met een voldoende breedte. Indien ook specifieke grondbedekkingen voorzien nodig dienen er verkeerslichten te worden die de aandacht vestigen op extra voorzichvoorzien die de wachttijd voor de voetgan- tigheid. De weg kan bijvoorbeeld punctueel gers minimaliseert. Het doel is om een maxi- versmallen. mum aan oversteken te limiteren buiten de oversteekplaatsen. KWALIFICATIE VAN WEGEN EN PARKINGS Op deze oversteekplaatsen, dient de grens van het voetgangersgebied specifiek gemar- Het kwalificeren van de ruimte op het wegkeerd te worden, zodat kinderen deze kun- terrein (straat en parking) is a priori een maatregel die hinderlijk is voor de autobenen identificeren en interioriseren. stuurder. Daarom dient men elkaar te leren accepteren en het gunstige effect hiervan te C. Wachtplaatsen maximaliseren door reële gebruiksgelegenDe inrichting van de publieke ruimte dient, heden voor te stellen voor deze herwonnen ter hoogte van de schoolpoorten, punctu- plekken. Op die manier kan de autobestuurele verbredingen van de voetgangerszones der zich voorstellen, of nog beter zijn naasten te voorzien om de bewegingen mogelijk te voorstellen als voetgangers en de meerwaarde maken, maar ook om het oogcontact tussen begrijpen van deze uitwisseling. Over het voetgangers en automobilisten te vergroten. algemeen heeft het dichterbij brengen van Hier dienen inrichtingen te worden voorzien zwakke weggebruikers en autobestuurders die het wachten kunnen begeleiden (leun –en op een reeks strategische plekken een impact zitmogelijkheden) en die zo geplaatst worden op de veiligheid, maar ook op het sociale leven dat ze de fluxen beperken en ze verplichten van de wijk. op de straat uit te deinen 6 . Het is belangrijk dat deze ruimteverslindende inrichtingen ook toegeëigend kunnen worden door andere gebruikers buiten de schooluren. In geval van
2
28
QUALIFIER L’INTERFACE ECOLE-VILLE CONSTAT
Les écoles sont des éléments importants qui participent à la vie urbaine. Equipements centralisant ponctuellement mais quotidiennement à la fois une diversité de catégories sociales et de générations, elles apparaissent comme une opportunité de catalyser la vie sociale. L’école peut « se raconter à la ville et laisser la ville se raconter à elle » de multiples manières, l’aménageur devant toujours garder le cap d’une articulation fine entre disponibilité continue de l’espace public (pour tous) et rayonnement de l’école. Les usages respectifs doivent être synergiques, se nourrir l’un l’autre. NOH
La relation à la ville Au sein de la Région bruxelloise, Nederover-Heembeek est une entité peu connue. En bordure des limites régionales, à flanc de relief, ses liens avec la ville sont ambigus. Ils sont forts de par les skylines qui en plusieurs points en rappellent sa proximité et par les ensembles de logements, marques édifiantes de l’extension urbaine. Ils sont faibles de par les frontières constituées par le canal et le domaine Royal et par le manque de connexions avec le réseau urbain de transports en commun 9 .
Par ailleurs, c’est avec la ruralité que Neder-over-Heembeek entretient également une relation ambigüe. Urbanisée très tardivement et pas entièrement, quelques terrains « agricoles » ou sauvages y sont encore présents mais en nombre limité tandis que la continuité avec le paysage rural au-delà des limites régionales est stoppée net par le passage du ring, qui referme définitivement NOH sur elle-même. La relation entretenue depuis l’extérieur avec Neder-over-Heembeek a des accents d’utilitaire. … différentes typologies Au-delà des anciens noyaux villageois, la majorité de l’espace public neder-overheembeekois se forme à la juxtaposition des différentes typologies bâties par vagues successives au cours du siècle dernier. Sa morphologie et son échelle sont atypiques et mouvementées mais pas dénuées de potentiel. Cependant, son aménagement actuel ne favorise pas son appropriation. D’une part, des vestiges « ruraux » inutilisés, bandes de végétation épaisse ou champs, sont inaccessibles au public, ce qui génère pas mal de frustrations. Pourtant cette spécificité pourrait être en partie exploitée positivement dans la constitution de l’identité de NOH.
OUTILS Certains accès et petits équipements pourraient permettre l’appropriation d’une partie de ce patrimoine, pourquoi pas avec une vocation pédagogique en relation avec les écoles. D’autre part, on note un trop faible rayonnement des espaces privés vers les espaces publics (traitement des pieds d’immeubles de logement, faiblesse du commerce et d’équi-
pements de proximité) 10 . Aux abords des équipements d’exception, la relation utilitaire du public, sans accroche aucune dans l’espace public des quartiers, est ressentie davantage comme une intrusion que comme un potentiel d’ouverture et d’interaction sociale. C’est la polarisation, le sentiment binaire du tout ou rien. Cette relation avec le « visiteur »
2
29
KWALIFICEREN VAN DE OVERGANG SCHOOL-STAD VASTSTELLINGEN
Scholen zijn belangrijke elementen die kunnen bijdragen aan het stedelijke leven. Voorzieningen centraliseren punctueel maar dagelijks een verscheidenheid aan sociale klasses en generaties en zijn een kans om het sociale leven te katalyseren. De school kan zich op verschillende manieren uitdrukken in de stad en omgekeerd. De ontwerper dient hierbij altijd de moeilijkheid, de grens en/of de kaap te behouden tussen de continue beschikbaarheid van de publieke ruimte en de uitstraling van de school. De respectievelijke gebruikers dienen in synergie te zijn, waarbij de ene de andere voedt.
Bovendien heeft Neder-Over-Heembeek ook met het platteland een ambigue relatie. Door zijn late en onvolledige verstedelijking, zijn er nog steeds enkele braakliggende of landbouwterreinen aanwezig hoewel de continuïteit met het platteland over de regionale grenzen heen onderbroken wordt door de de ring die Neder-Over-Heembeek definitief op zichzelf insluit. De relaties die Neder-OverHeembeek met daarbuiten heeft, hebben nutsaccenten. … Verschillende typologieën
Verder dan zijn dorpskern, vormt het merendeel van de publieke ruimte in Neder-OverHeembeek zich door de nevenschikking van verschillende bouwtypologieën uit de opeenNEDER-OVER-HEEMBEEK volgende golven van de laatste eeuw. Zijn De relatie met de stad… morfologie en zijn schaal zijn atypisch en afBinnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is wisselend maar niet ontdaan van potentieel. Neder-Over-Heembeek weinig bekend. Zijn De ongebruikte restruimtes, ontoegankelijke relaties met de stad zijn ambigu. Ze zijn sterk stroken van dichte vegetatie of velden roepen door de skyline die op verschillende punten nogal wat frustratie op, maar kunnen nochherinnert aan de nabijheid van de stad en tans op een positieve manier geëxploiteerd door de woonblokken als stichtende kenmer- worden voor de identiteit van NOH. ken van een stedelijke uitbreiding. Ze zijn daarentegen zwak door de grenzen die gevormd worden door het kanaal en het koninklijk domein, en door het gebrek aan verbindingen met het stedelijke openbaar vervoersnetwerk 9 .
MIDDELEN Bepaalde toegangen en kleine uitrustingen kunnen de toe-eigening van een deel van dit patrimonium mogelijk maken. Waarom niet binnen een pedagogische bestemming, in relatie met de scholen? Anderzijds merken we een te zwakke uitstraling van de privéruimtes naar de publieke ruimte op, de manier waarop de sokkels van
woonblokken worden behandeld, de zwakke handel en de buurtvoorzieningen… 10 . In de omgeving van uitzonderlijke voorzieningen wordt de gebruiksrelatie van het publiek, zonder enige verankering in de publieke ruimte van de wijken, meer ervaren als een indringing dan als een mogelijkheid tot sociale interactie.
30
pourrait être améliorée par un meilleur partage des grands équipements notamment par le biais d’un aménagement des abords ouvert sur le quartier 11 . Une autre piste est l’intégration de ces grands équipements dans un maillage piéton, favorisant leur usage par les riverains, et notamment, les écoliers. La construction d’une relation plus qualitative avec la ville centrale pourrait quand à elle prendre déjà appui symboliquement sur les vues plongeantes que le flanc de colline offre à certains endroits spécifiques du quartier. Là, de petits aménagements pourraient inviter le passant à se poser un instant, en tête à tête avec le skyline urbain lointain. L’ECOLE COMME UN SIGNAL DANS LA QUARTIER
Symboliquement, l’école peut se signaler en tant que telle vers le quartier 12 . L’ensemble des mesures d’intensification du contact entre piétons et automobilistes aux points critiques, évoquée dans la thématique précédente, a pour impact d’augmenter l’inscription de l’école dans le territoire urbain, y compris routier et d’augmenter l’interaction sociale par l’optimisation du contact entre piétons et automobilistes. L’école peut aussi marquer sa présence par le biais de dispositifs s’adressant d’avantage au piéton. ACCENTUER LES ESPACES D’ACCES
Ces signaux peuvent par exemple se focaliser sur les espaces d’accès, par des éléments totémiques dans la profondeur de reculs 13 , par des plis 14 , des changements de texture, le surgissement de petits objets dans le parcours piéton, … Quelle que soit leur échelle, l’aménageur devra être attentif à ce que ces éléments liés à l’école dialoguent avec l‘environnement dans des contrastes pertinents, non conflictuels. RELATIONS VISUELLES
Visuellement, encore, sur tout son pourtour, l’école peut laisser ponctuellement filtrer les regards entre l’espace public et l’espace de cour 15 ou l’espace de classe. Dans ce cas, les aménagements permettant ces regards
sont travaillés de façon à ce que l’intimité des enfants soit préservée : –– Les organiser à des lieux de passage, plutôt que de pause, des passants. –– Mettre en place certains filtres. –– Travailler sur les différences de niveau, … 16 –– Exposer certains travaux des enfants vers la rue. ESPACES PARTAGÉS
A. E spaces d’accès En continuité directe de l’espace public, si les espaces d’accès sont élargis et équipés, partiellement abrités, ils peuvent devenir de véritables surfaces de partage dialoguant de plusieurs façons avec le quartier. Aux heures d’entrée et sortie d’école, ces surfaces de partage accueillent parents et enfants sans conflit avec le passant : l’idée étant de diminuer la tension pour augmenter l’attention 17 . Aux heures creuses, le riverain et le passant peuvent s’approprier plus largement ces espaces aménagés (munis d’un simple banc ou carrément d’un terrain de jeu complet) pour leur propre usage de l’espace public. Prévus pour l’attente des parents en heure d’affluence, les abris, généralement rares dans l’espace public, s’offrent alors au tout public désireux de s’attarder à l’extérieur par temps de pluie 18 . B. Equipements communs pour l’école et le quartier En dehors des heures de classe, les écoles sont aussi une occasion de mettre à disposition du tout public nombre d’équipements inutilisés alors : –– classes pour des cours en horaire décalé ; –– hall de sport. L’aménagement peut affirmer ces relations en créant des continuités (visuelles, de texture de sol, de mobilier, …) de la fonction en question depuis l’espace scolaire jusqu’a l’espace public. Au delà de l’économie évidente procurée par cette mutualisation d’équipements, c’est encore une autre porte qui peut ouvrir l’école au quartier.
31
8
En cas d’espace public aux dimensions trop restreintes, ces dispositifs peuvent être — — — — — — — ————————————— — — — — — — , si un espace y est à disposition. In geval van een te beperkte publieke ruimte, kunnen deze inrichtingen deels ——————————— —————————————— ————————— als er daar een beschikbare ruimte is.
9
Manque de —————— avec le réseau urbain de transports en commun. Gebrek aan —————— met het stedelijke openbaar vervoersnetwerk.
10
On note un ———————— ——————— des espaces privés vers les espaces publics. Men merkt een —————— ————————— van de privéruimtes naar de publieke ruimte op.
32
11
Les pieds des immeubles de logements —————— ———————————— génèrent des occasions manquées, mais aussi des conflits d’usage. De sokkels van de woonblokken ———— ———————————— ——— genereren gemiste kansen, maar ook conflicten in het gebruik.
12
L’école peut se signaler ———————————— vers le quartier. De school kan zich ————————— onderscheiden naar de wijk toe.
13
Se focaliser sur ———————————— , par des éléments totémiques dans la profondeur de reculs. Zich concentreren op de —————————— door totemelementen in de diepte van de teruggetrokken zones.
33
Het is de polarisatie, het binaire gevoel van alles of niets. Deze relatie met de ‘bezoeker’ zou verbeterd kunnen worden door een betere verdeling van de grote voorzieningen, in het bijzonder door de inrichting van de omgeving open op de wijk 11 . Een andere piste is de integratie van deze grote voorzieningen in een voetgangersnetwerk, waarbij het gebruik door de bewoners, en schoolgangers in het bijzonder, bevorderd wordt. Een kwalitatievere relatie met de stad zou al op een symbolische manier betekenis kunnen krijgen door de zichten die de flank van de heuvel biedt op bepaalde specifieke plaatsen in de wijk. Daar zouden kleine inrichtingen de voorbijgangers kunnen uitnodigen even de tijd te nemen de stedelijke skyline in de verte in zich op te nemen.
ruimte en de speelplaats 15 of de klassen. In dit geval zijn de inrichtingen die deze zichten bewerkstelligen zo bedacht dat de intimiteit van de kinderen behouden blijft. Dit kan door: –– Deze te organiseren op passageplekken, eerder dan pauzeplekken. –– Bepaalde filters te bewerkstelligen. –– Te werken met hoogteverschillen 16 . –– Bepaalde werken van de kinderen tentoon te stellen aan de straatkant. GEDEELDE RUIMTES
A. Toegangsruimtes
Als de toegangsruimtes verbreed, uitgerust en deels overdekt zijn in continuïteit met de publieke ruimte, kunnen ze als het ware gedeelde ruimtes worden die op verschillende DE SCHOOL ALS SIGNAAL IN DE WIJK manieren dialogeren met de wijk. Tijdens de schooluren, verwelkomen deze gedeelde Symbolisch, kan de school zichzelf aankonruimtes ouders en kinderen zonder een condigen in de wijk 12 . Alle maatregelen om flictsituatie te creëren voor de voorbijganger, het contact tussen de voetgangers en de verminderen ze de spanning en verhogen ze autobestuurders te intensifiëren op de kritide aandacht 17 . sche punten, zoals in het voorgaande thema Buiten de schooluren kunnen de buurtbewowerd aangehaald, heeft als impact om de ners en passanten deze ruimtes rijkelijk toeinschrijving van de school in het stedelijke territorium, het wegennet inbegrepen, en de eigenen (voorzien van een eenvoudige bank sociale interactie te verhogen door de opti- of een heel speelplein) voor hun eigen gemalisering van het contact tussen voetgan- bruik. Beschuttingen zijn over het algemeen gers en autobestuurders. De school kan ook zeldzaam in de publieke ruimte, maar bieden om buiten te zijn aanwezigheid markeren door middel van aan alle publiek de mogelijkheid 18 hangen bij nat weer . de inrichtingen die zich voornamelijk tot de voetganger richten. B. Mutuele voorzieningen voor de school en de wijk ACCENTUEREN VAN TOEGANGSRUIMTES
Deze signalen kunnen zich bijvoorbeeld focussen op de toegangsruimtes, door totems, bepaalde dieptes 13 , door plooien 14 , veranderingen van textuur, het plotseling opduiken van kleine objecten op het voetgangersparcours, … Wat hun schaal ook is, de ontwerper dient er op te letten dat deze elementen gerelateerd aan de school, interageren met de omgeving in pertinente en geen conflicterende contrasten. VISUELE RELATIES
Visueel kan de school, over heel zijn omtrek punctueel zichten filteren tussen de publieke
Buiten de schooluren, kunnen scholen ook een aantal niet gebruikte uitrustingen ter beschikking te stellen aan het grote publiek zoals: –– leslokalen voor lessen buiten de schooluren; –– sporthal. Deze relatie kan bevestigd worden door een continuïteit te creëren (visueel, texturen op de grond, meubilair, …) van de functie in kwestie vanaf de schoolruimte tot de publieke ruimte. Naast de voor zich sprekende besparing door deze mutualisering van uitrustingen, is dit nog een deur die de school naar de wijk kan openen.
34
est également judicieux de s’interroger sur la possibilité de faire entrer, voire traverser le tout public, à la fois pour offrir des raccourcis (valables aussi pour les parents), mais également un nouveau type d’expérience de l’espace public, paysagé au cœur de ces espaces pédagogiques dotés d’une forte composante naturelle. Le croisement des flux devra être envisagé de façon à ce que ces passages n’aient pas pour conséquence de fractionner l’espace scolaire.
C. Espace public dans l’école Enfin, dans la réalité d’une population scolaire sans cesse fluctuante, rendre naturelle cette relation entre l’infrastructure scolaire et le quartier peut faciliter, au besoin, les futures réaffectations (une partie de l’école qui deviendrait un autre bâtiment public). Dans le cas d’écoles aux implantations extensives (telle que celle de l’école Kasteel Beiaard), consommatrices d’îlots de grande échelle comme certains parcs de logement, il
3 QUALIFIER L’INTERFACE ECOLE-ESPACE PUBLIC CONSTAT
conception, de façon à interroger les modes d’usage préexistants, mais aussi en aval, par L’appropriation de l’espace public par l’usala participation du public à la mise en œuvre ger dépend de l’aise qu’il ressent lors de sa de certaines réalisations à sa portée (petit pratique. Cette aise se décline sur les plans mobilier, fresques, …). Au départ de et vers cognitif, symbolique, physique et menl’école, les outils de cette triple appropriatal. De façon générale, l’aménagement de tion de l’espace public peuvent être employés l’espace public peut être utilement informé, tout au long des chemins empruntés par les en vue d’une meilleure appropriation par enfants (pour ceux d’entre eux qui arrivent les usagers, par la mise en place de dispoà pied ou à vélo) ainsi que sur les surfaces de sitifs participatifs et d’observation. Ces derpartage entre espace public et école. niers peuvent être employés en amont de la
OUTILS APPROPRIATION COGNITIVE – POINTS DE RÉFÉRENCE
Sur le plan cognitif, l’appropriation peut commencer par la mise à disposition de l’usager de repères géographiques lui permettant de se situer à l’échelle du quartier, mais aussi de la ville. Par l’établissement de lieux de pause « panoramiques » tels que précités, par le tracé d’itinéraires visant certaines perspectives, l’aménagement de l’espace public peut par exemple contribuer à inscrire dans les usages
des cadrages de vues vers des points lointains (centre ville, mais aussi éléments significatifs du quartier). La continuité des maillages, évoquée précédemment, participe également à cette appropriation cognitive de l’espace. APPROPRIATION SYMBOLIQUE
L’appropriation symbolique peut être soutenue par un aménagement favorisant l’expérience de l’identité spécifique du quartier. L’intervention de design elle même peut aussi
35
14
Se focaliser sur ———————————— , par des éléments totémiques, par des plis. Zich concentreren op de —————————— door totemelementen en door plooien.
15
L’école peut laisser ———————————— ——————— les regards entre l’espace public et l’espace de la cour. De school kan ——————————— tussen de publieke ruimte en de speelplaats ————.
16
Travailler sur les ————————————. Werken met ——————————.
36
17
L’idée étant de diminuer la ————— pour augmenter l’—————. Het idee hierbij is om de ————— te verminderen en de ————— te verhogen.
18
————— , généralement rares dans l’espace public, s’offrent alors au tout public désireux de s’attarder à l’extérieur par temps de pluie. ————— zijn over het algemeen zeldzaam in de publieke ruimte, maar bieden aan al wie wil de mogelijkheid buiten te hangen bij regenweer.
19
Les usages, comme le jeu, le repos ou encore le déplacement, doivent pouvoir prendre —————————— , être concentrés dans des aires ————————————. De gebruiken zoals het spel, de rust of de verplaatsing, dienen ———————————— aan te kunnen nemen, geconcentreerd op ———————————— —————.
37
C. Publieke ruimte in de school
woningenparken, is het eveneens verantwoord zich te bevragen rond de mogelijkheid om het grote publiek te laten binnenkomen of zelfs doorsteken en zo shortcuts aan te bieden, maar eveneens een nieuwe ervaring van de publieke ruimte, landschappelijk, in het hart van deze pedagogische ruimtes. De kruising van fluxen dient beschouwd te worden zonder dat deze passages de schoolruimte versnipperen.
In een realiteit van een steeds wisselende schoolbevolking kan een natuurlijke relatie tussen de schoolinfrastructuur en de wijk de toekomstige herbestemmingen bevorderen (zo kan een deel van de school kan een ander publieke gebouw worden). In het geval van scholen met extensieve inplantingen (zoals Kasteel Beiaard), die bouwblokken van grote schaal innemen zoals bepaalde
3 KWALIFICATIE VAN DE OVERGANG SCHOOL-PUBLIEKE RUIMTE VASTSTELLINGEN
toe-eigening door zijn gebruikers. Hiervoor kunnen participatie en observatiemiddeDe toe-eigening van de publieke ruimte len ingezet worden. Deze laatste kunnen hangt af van het comfort dat de gebruiker aangewend worden in de aanloop naar het heeft in zijn dagelijkse beoefening ervan. Dit ontwerp, om de bestaande gebruiksmodi te comfort neemt de vorm aan van cognitieve, ondervragen; maar ook erna door het publiek symbolische, fysieke en mentale plannen. In te laten deelnemen bij de uitvoering van behet algemeen kan er bij de inrichting van een paalde deelaspecten (klein meubilair, muurpublieke ruimte op een nuttige manier geïnschilderingen, …). formeerd worden, met het oog op een betere
MIDDELEN COGNITIEVE TOE-EIGENING REFERENTIEPUNTEN
Door de gebruiker geografische referentiepunten ter beschikking te stellen, kan hij de publieke ruimte op een cognitief niveau toeeigenen. Hij kan zich situeren op schaal van de wijk maar ook van de stad. Met pauzeplekken en het traceren van routes naar een aantal perspectieven, kan de aanleg van publieke ruimte bijvoorbeeld bepaalde kadrages naar vergezichten inschrijven (naar het stadscentrum, maar ook naar kenmerkende elementen van de buurt).
Een continuïteit van netwerken draagt eveneens bij tot de cognitieve toe-eigening van de ruimte. SYMBOLISCHE TOE-EIGENING IDENTITEIT
De symbolische toe-eigening kan ondersteund worden door een inrichting die de ervaring van de specifieke identiteit van de wijk bevordert. Ook de interventie van het ontwerp zelf kan een uniek verhaal vertellen, een spel voorstellen dat nergens anders bestaat. Wanneer deze interventies sprekend zijn, en niet abstract,
38
raconter une histoire exclusive, proposer un jeu inédit qui n’existe nulle part ailleurs. Tant que ces interventions sont parlantes, et pas abstraites, elles peuvent alors être appropriées par le quartier, le plus souvent au départ des enfants qui les expérimentent directement. Ces éléments apprivoisés deviennent alors à part entière des éléments de l’identité du quartier. APPROPRIATION PHYSIQUE ET MENTALE
A. flexibilité d’usage
et/ou fonctionnelle, des territoires dont la proximité induit des conflits. Cette flexibilité d’usage doit aussi être envisagée dans le temps. En effet, l’accélération de l’évolution des modes de vie (et des normes ! précise Clément Willemin) implique une péremption de plus en plus rapide des supports d’usage, en ce compris dans l’espace public. C’est pourquoi la couche « supérieure » de l’aménagement (mobilier, tracés, …) doit pouvoir à moyen terme être éventuellement démontée, recyclée, renouvelée, déplacée.
L’appropriation physique et mentale passe tout d’abord par un design de l’espace public qui offre de multiples occasions d’usage et favorise tant que faire se peut le choix pour l’usager. De cette façon, l’usager vogue souplement de prise en prise, au gré de ses capacités, de sa personnalité ou même de son humeur. Les usages, comme le jeu, le repos ou encore le déplacement, doivent pouvoir prendre différentes formes, être concentrés dans des aires spécifiques ou dispersés, être contenus par des dispositifs leur étant expressément dévolus ou conquérir des objets d’ordre commun, être mis en scène ou à distance des regards, être protégés ou exposés aux conditions climatiques, … 19
Pour ce public d’enfants, plus spécifiquement, l’aise sera renforcée par des conditions de « protection souple ». L’idée est d’assurer les conditions de sécurité de l’enfant (notamment par rapport à la route) sans pour autant le calfeutrer. Les libertés de mouvement ou encore des vues laissées à l’enfant visent son exercice d’apprentissage d’évolution dans l’espace public urbain et, à terme, son autonomie, à la fois sécurisée et épanouie. Sur les chemins, les trottoirs peuvent par exemple être élargis et/ ou être le plus souvent possible bordés d’objets matérialisant une frontière physique, mais pas nécessairement visuelle, par rapport à la route (de la plantation – à entretenir pour maîtriser son volume – à la rangée de voitures garées).
Les trottoirs d’une même rue peuvent être traités de façon différente de façon à s’adapter à des envies d’usage différentes, mais aussi aux fonctions qui les bordent. Afin d’alterner sensation d’isolement et contact social sur les parcours, les équipements et commerces de proximité, voire de simples aubettes, sont autant de jalons dont la fréquence, calibrée sur l’échelle du piéton, permet d’instaurer un rythme.
B. Les accès
Des projets de Clément Willemin proposent des rencontres entre cour de récréation et espace public, rampe pour personnes à mobilité réduite et skatepark, aires de jeux pour les grands ou pour les petits. Les espaces dans certains cas se fondent littéralement en certains de leurs points, dans l’autre bénéficient de connexions visuelles plus ou moins étendues. Les usagers communiquent et dans certains cas apprennent l’un de l’autre. A l’inverse, l’objectif de l’intervention peut également être de mettre à distance, visuelle
A hauteur des accès, les traversées doivent être strictement encadrées tandis que les surfaces de partage apparaissent comme des bulles de liberté. L’aménageur doit chercher à maximiser l’ampleur de ces dernières par l’élargissement de trottoirs (éventuellement au détriment de la largeur du trottoir d’en face), et, si possible et nécessaire, par l’encaissement de l’entrée de l’école (porche) 20 21 ou encore par la conquête d’espaces à proximité directe (dents creuses 22 , friches, parcs d’ensembles de logements, …) à relier aux points d’accès de façon significative (élargissement de traversées, prolongation de textures de sol, de murs, …). La conquête peut aussi passer par l’exploitation ludique de dispositifs techniques (toiture basse d’un parking semi enterré, mur aveugle, bordure de rétention d’eaux pluviales) à la fois consommateurs d’espace mais qui peuvent aussi fournir des supports de jeu.
39
20 21
L’aménageur doit chercher à maximiser l’———————————— ——————— par l’élargissement de trottoirs, et, si possible et nécessaire, par l’encaissement de l’entrée de l’école. De ontwerper dient te zoeken om de ———————————— ————— ———— te maximaliseren door de trottoirs te verbeteren en indien mogelijk en noodzakelijk door de schoolpoort hierin te integreren.
22
La —————— d’espaces à proximité directe (dents creuses, friches, parcs d’ensembles de logements, …). De —————— van nabijgelegen ruimtes (braakliggende terreinen, parken rondom woontorens, …).
40
23
Il s’agit de donner au vide une consistance ————————— pour former des sortes de « pièces ouvertes », à habiter. Het gaat erom de leegte een inhoud te geven, ————————————— en er een soort van open woonruimtes te creëren.
24
Cela peut s’opérer ——————— l’école mais également ——— l’école son environnement. Dit kan plaatsvinden ———————— , maar ook —————————— en zijn omgeving.
25
De façade à façade, ———————————— ———————————— ou un espace d’accès sur toute sa longueur forment une entité, un vide commun avec la rue et, le cas échéant, avec les espaces ouverts privés d’en face. Van gevel tot gevel vormen ———————— ——————————— of een toegang over de hele lengte een entiteit, een gemeenschappelijke vide met de straat, en indien van toepassing de private open ruimtes er tegenover.
41
kunnen ze dus toege-eigend worden door de wijk, meestal door de kinderen die het onmiddellijk uittesten. Deze elementen worden dan integraal een deel van de identiteit van de wijk. FYSIEKE EN MENTALE TOE-EIGENING
A. Flexibiliteit van gebruik De fysieke en mentale toe-eigening gebeurt eerst en vooral via een ontwerp van een publieke ruimte die een veelheid aan gebruiksgelegenheden en keuzes voor de gebruiker biedt. Op die manier beweegt de gebruiker soepel tussen toe-eigeningen, al naargelang zijn capaciteiten, zijn persoonlijkheid of zelf zijn gemoedstoestand. De gebruiken zoals het spel, de rust of nog de verplaatsing, dienen verschilllende vormen aan te kunnen nemen, geconcentrerd op specifieke of verstrooide plekken 19 . De trottoirs van eenzelfde straat kunnen bijvoorbeeld op een verschillende manier aangepakt worden afhankelijk van de verschillende gebruikers, maar ook van de omringende functies. Om isolatie en sociaal contact af te wisselen op het parcours, kunnen buurtwinkels of eenvoudige kiosken bakens zijn waarvan de frequentie, afgestemd op de schaal van de voetganger een zeker ritme invoert. De gebruiker moet zones opnemen die zich punctueel aanbieden. De projecten van Clement Willemin stellen ontmoetingen voor tussen de speelplaats en de publieke ruimte, de helling voor mindervaliden en het skatepark, speelpleinen voor groot en klein. De ruimtes versmelten in bepaalde gevallen helemaal of genieten van min of meer wijdse visuele verbindingen. De gebruikers communiceren en leren in bepaalde gevallen van elkaar. Daar tegenover kan het doel van de interventie eveneens een afstand creëren, visueel of functioneel, terreinen waarvan de nabijheid conflicten induceren. Deze flexibiliteit moet ook in de tijd bekeken worden. Inderdaad, de
versnelde levensstijl en de normen, preciseert Clement Willemin, impliceren een sneller verval van de gebruiksmiddelen waaronder de publieke ruimte. Dat is waarom de bovenste laag van de inrichting (meubilair, tracée, …) op middellange termijn eventueel gedemonteerd, gerecycleerd, vernieuwd of verplaatst dient te worden. Voor dit publiek, kinderen in het bijzonder, zal het comfort versterkt worden door soepele beschermingsvoorwaarden. Het idee is om de veiligheid van het kind (ook mbt de openbare weg) te verzekeren zonder deze af te dichten. De bewegingsvrijheid of de zichten die het kind geboden worden hebben als doel zijn leeroefening van de evolutie in de publieke ruimte, en op termijn zijn autonomie, tegelijkertijd veilig te stellen en te ontplooien. Op de wegen mogen trottoirs bijvoorbeeld verbreed worden en/of zo veel mogelijk afgeboord met objecten die een fysieke grens materialiseren, maar niet noodzakelijk visueel, ten opzicht van de weg (van beplantingen, te onderhouden om zijn volume te beheersen, tot een rij geparkeerde auto’s). B. De toegangen Ter hoogte van de toegangen dienen de oversteekplaatsen strikt omkaderd te worden, evenals de gedeelde oppervlaktes die lijken op zones van vrijheid. De ontwerper dient te zoeken om de ampleur van deze laatste te maximaliseren door de verbredingen van de trottoirs (eventueel ten koste van de breedte van het trottoir aan de overkant van de straat) en indien mogelijk en noodzakelijk door de schoolpoort hierin te integreren 20 21 of nog door het gebruik van nabijgelegen ruimtes (braakliggende terreinen 22 , parken rondom woontorens, …) om toegangspunten op een betekenisvolle manier te verbinden (verbreden van oversteekplaatsen, verlengen van grondtexturen, muren, …). Dit gebruik kan ook op een ludieke manier technische inrichtingen exploreren (een laag dak van een half ingegraven parking, een blinde muur, …) die enerzijds ruimte verbruiken maar ook kunnen zorgen voor een spelelement.
42
encadrants peuvent être mis en dialogue, par un jeu sur les formes, les textures ou encore Un dernier élément pouvant contribuer à les gabarits respectifs mis particulièrement l’appropriation de lieux est la structuraen situation de mimétisme, de contraste, de tion de vides en tant que volumes à part complémentarité, de familiarité, … entière par le concours des masses bâties et autres mobilier ou encore végétation. Il Cela peut s’opérer au sein de l’école mais s’agit de donner au vide une consistance également entre l’école son environnement 24 . en l’encadrant pour former des sortes de De façade à façade, certains points d’une « pièces ouvertes », à habiter 23 . L’objectif cour de récréation ou un espace d’accès sur est de mettre en place une masse critique toute sa longueur forment une entité, un vide d’éléments encadrants (sol, façade, toiture) commun avec la rue et, le cas échéant, avec permettant à la fois de faire ressentir une les espaces ouverts privés d’en face 25 . Cela forme d’« intérieur » tout en sélectionnant les contribue à la familiarisation de l’enfant avec relations visuelles et physiques pertinentes à l’espace public mais également, en référence conserver avec l’extérieur. Afin d’accentuer aux chapitres précédents, à l’inscription de la sensation d’une communauté de disposil’école dans l’espace social, mais aussi routifs tournée vers un « intérieur », les éléments tier, du quartier. C. Les vides
CONCLUSION Se pencher sur les usages de l’espace public en environnement scolaire et approcher son design au travers de 3 typo morphologies différentes dans un seul et même quartier a permis de creuser tout particulièrement la question du dialogue entre école et quartier. Dans le cas de Neder-over-Heembeek, plus particulièrement, l’école apparaît comme un véritable poumon de vie et d’activité, possible moteur dans le quartier. Les séances de travail intensives et séquencées, centrées sur le dessin à l’échelle de l’usage, ont fait apparaître le potentiel d’un design
fin et approprié de la rue, des trottoirs et des interfaces capable de contribuer à l’enrichissement mutuel des deux mondes. Des interventions réfléchies au contact de ces derniers peuvent améliorer de façon significative la qualité d’usage et, plus largement, de vie. Aussi minimes soient-elles, cellesci doivent être véritablement considérées comme des équipements mutualisés entre habitants, passants, écoliers et parents et optimiser leurs relations tant physiques que visuelles et sonores.
43
C. De leegtes Een laatste element dat kan bijdragen aan de toe-eigening van plekken, is de structurering van leegte als volumes op zich tussen de gebouwde massa en ander meubilair of vegetatie. Het gaat erom de leegte een inhoud te geven door het te kadreren en open stukken te vormen om te gebruiken 23 . Het doel is om een kritieke massa van kadrerende elementen op te stellen (grond, façade, dak) die als een soort van interieur doet aanvoelen door pertinente visuele en fysieke relaties te selecteren die behouden dienen te worden met het ‘exterieur’. Teneinde de beleving van een gemeenschap van dispositieven te accentueren rond een interieur, kunnen de kaderende ele-
menten onderling dialogeren door een spel van vormen, texturen of nog respectievelijke gabarits gesitueerd in mimetisme, contrast, complementariteit, familiariteit, … Dit kan plaatsvinden in de school, maar ook tussen de school en zijn omgeving 24 . Van gevel tot gevel vormen bepaalde punten van een speelplaats of een toegang over de gehele lengte een entiteit, een gemeenschappelijke vide met de straat en indien van toepassing de private open ruimtes er tegenover 25 . Dit draagt bij aan de familiarisatie van het kind met de publieke ruimte, maar ook, verwijzend naar de voorgaande hoofdstukken, de inschrijving van de school in de sociale ruimte, de ruimte van de weg en de wijk.
BESLUIT Door de studie van publieke ruimte rond schoolomgevingen en de benadering van het ontwerp ervan door middel van 3 verschillende typomorfologiën in eenzelfde wijk was het mogelijk de dialoog tussen de school en de wijk te bestuderen. In het geval van Neder-Over-Heembeek verschijnt de school als een hart vol leven en activiteit, een mogelijke motor in de wijk. De intensieve en opeenvolgende werksessies gericht op het ontwerp en op het gebruik maakten het mogelijk het fijne en toegeëigende ontwerp van de straat, de trottoirs
en de raakvlakken te ontwikkelen en zo bij te dragen aan de mutuele verrijking van de twee werelden. De interventies kunnen op een veelbetekenende wijze de gebruiks –en levenskwaliteit verbeteren. Ook al zijn deze miniem, ze moeten echt beschouwd worden als gemutualiseerde uitrustingen tussen bewoners, passanten, scholieren en ouders die de onderlinge relaties optimaliseren, zowel fysiek als visueel en sonorisch.
44
] PYBLIK [ MASTERCL ASS QUARTIER BR ABANT WIJK 03- 04- 05.10. 2012
Sint-Lucas Architectuur Paleizenstraat 65-67 1030 Bruxelles AUTEURS
Sabine Guisse ]pyblik[ E XPERTS
Sabine Guisse coordinateur coördinator Gery Leloutre expert local lokaal expert Tom Thys — Tom Thys architecten expert national nationaal expert Clement Willemin — BASE (F) expert international internationaal expert ORGANISTEURS ORGANISATORS
]pyblik[ Philippe De Clerck Annelies Kums Roland Piffet Stéphanie Van Doosselaere BRAL Marianne Stevens Muriel Claeys GR APHISTES V ORMGEVERS
Nicolas Rome - nicolasrome.be Delphine Platteeuw - burodesk.be Juin / Juni 2014
SITE
A
SITE
B
SITE
C
OVERGANG SCHOOL — OPENBARE WEG
MASTERCLASS NEDER-OVER-HEEMBEEK
AVENUE DE VERSAILLE VERSAILLESLAAN 03-04-05.10.2012
INTERFACE ÉCOLE — ROUTE OVERGANG SCHOOL — STAD NL
FR
L’AMÉNAGEMENT DES ESPACES PUBLICS AUTOUR DES ÉCOLES
HET INRICHTEN VAN PUBLIEKE RUIMTE IN SCHOOLOMGEVINGEN
OVERGANG SCHOOL — PUBLIEK E RUIMTE
POINT DE PAUSE PAUZEPLEKKEN
PERSPECTIVE VERGEZICHTEN
ACCÈS AUTORISÉ APRÈS L’ÉCOLE TOEGANG TOEGELATEN NA DE SCHOOLTIJD
INTERACTION — INTERACTIE IDENTITÉ IDENTITEIT
FR
NL
L A CULTURE DE L’ESPACE PUBLIC
EN
DE CULTUUR VAN DE PUBLIEKE RUIMTE
THE CULTURE OF PUBLIC SPACE
ÉCOLE SCHOOL INTERFACE ÉCOLE — ESPACE PUBLIC
INTERFACE ÉCOLE — VILLE
