Brainport Avenue 2020-2040 Ontwikkelperspectieven
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Inhoudsopgave Verantwoording en leeswijzer
4
Ontwikkelperspectieven 6 Brainport op verschillende schaalniveaus 8 De vijf belangrijkste opgaven 10
Opgave 1 - Toekomstbestendig Opgave 2 - Agglomeratiekracht Opgave 3 - Connectiviteit Opgave 4 - Vestigingsklimaat Opgave 5 - Ontwikkelstrategie
11 18 22 26 28
Uitgangspunten ontwikkelperspectieven
30
Selectie uitspraken bijeenkomsten
32
Connected Region
35
Coolest Town
43
Tech City
57
Perspectieven vergeleken
68
Colofon
74
Bijlage: deelnemers proces
76
BVR Adviseurs juni 2014
Verantwoording en leeswijzer In de periode van januari tot medio mei 2014 is deze rapportage tot stand gekomen. De ontwerpbenadering en de creatieve aanpak stonden centraal. Er zijn verdiepende analyses uitgevoerd van bestaande rapporten, waarbij de focus vooral lag op de samenhang der dingen. Allerlei aspecten vanuit verschillende invalshoeken en schaalniveaus zijn bij elkaar gebracht en hebben geleid tot drie consistente en integrale verhaallijnen voor de Brainport Avenue. Bijgaande rapportage heeft tot doel u, als lezer, mee te nemen in de ontwikkelde denklijnen die uiteindelijk leiden tot de drie ontwikkelperspectieven. Het is daarom beschrijvend opgesteld.
Eerst wordt u meegenomen in het denken in schaalniveaus. De basis voor de toekomst van Brainport Avenue ligt in haar (inter)nationale, landsdelige en regionale inbedding. Daarna worden vijf opgaven voor de Brainport uitgewerkt. Drie van de opgaven zijn samengesteld uit het Buck-rapport, dat ten grondslag ligt aan deze studie. Twee opgaven zijn toegevoegd vanuit de scope van deze opdracht, te weten: ‘Toekomstbestendig’ en ‘Ontwikkelstrategie’. Immers, de opdracht gaat over de toekomst van Brainport 20202040 en er zijn drie ontwikkelperspectieven gevraagd die voorstelbaar zijn en waar adaptief programmeren een belangrijke rol in zal vervullen. De ontwikkelstrategie zal met name in het vervolg aan de orde komen, wanneer de bouwstenen uit de ontwikkelperspectieven worden vertaald in een gebiedsvisie. Uitgebreid wordt stilgestaan bij trends en ontwikkelingen die een andere kijk op de toekomst laten zien. We zitten nu in een transitiefase waarin anders omgegaan moet worden met de ordeningsprincipes zoals we gewend zijn en de rollen en verantwoordelijkheden van de diverse actoren. Tijdens het werkproces is gebleken dat nog niet iedereen zich bewust is van de andere manier van denken en werken, die nodig is om voor de toekomstige vragen uit de samenleving gesteld te staan. Dit is een punt van aandacht voor het te volgen besluitvormingsproces.
4
De drie ontwikkelperspectieven gaan elk uit van een andere rol en betekenis van Brainportregio Eindhoven voor de Nederlandse economie. De (internationale) connectiviteit is voor alle drie de perspectieven van belang. De wijze waarop dit wordt georganiseerd verschilt. Op onderdelen zijn er uitwisselingen mogelijk tussen de perspectieven. Echter, op hoofdlijnen zijn ze fundamenteel verschillend en vertegenwoordigen ze elk een andere denkrichting. In het laatste hoofdstuk worden de verschillende perspectieven overzichtelijk in een tabel naast elkaar gezet. De perspectieven laten ontwikkelrichtingen zien die verder reiken dan 2040. De potenties zijn in beeld gebracht en de vragen uit de markt en de economische groei zijn bepalend voor de tijdshorizon. De perspectieven moeten de discussie over de toekomst van Brainport voeden. Belangrijk is te bepalen welke ontwikkelrichting voor partijen het meeste perspectief biedt en welke onderdelen uit de drie ontwikkelperspectieven verder meegenomen moeten worden naar de uitwerking van de gebiedsvisie.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Klankbordgroep 7 april, 2014
BVR Adviseurs juni 2014
5
Ontwikkelperspectieven voor Brainport Avenue 2020-2040 Deze rapportage laat drie ontwikkelperspectieven zien voor Brainport Avenue 2020-2040. De ontwikkelperspectieven zullen de komende periode worden onderworpen aan een MKBA-light toets waarna politieke besluitvorming over de meest kansrijke ontwikkelrichting plaats zal vinden. Op basis van de gekozen richting wordt een gebiedsvisie uitgewerkt waarin helder wordt welke besluiten genomen kunnen worden in het Bestuurlijk Overleg met de minister van IenM (BO MIRT van november 2014). De ontwikkelperspectieven geven elk een eigen ontwikkelrichting aan en laten zien wat er aan fysieke ingrepen nodig is om een bepaalde richting op te bewegen. De perspectieven zijn geen doel op zich maar een middel om te komen tot het meest kansrijke en voorstelbare toekomstperspectief. Het is mogelijk om sommige onderdelen uit de perspectieven te combineren, er zijn echter ook onderdelen die elkaar uitsluiten. De drie perspectieven zijn tot stand gekomen in een interactief werkproces met diverse partijen volgens de ontwerpbenadering. Al schetsend en ontwerpend is verkend wat de ruimtelijke en economische ontwikkelmogelijkheden zijn voor Brainport Avenue, waarbij naar allerlei aspecten is gekeken, op verschillende schaalniveaus.
6
In de periode van januari tot en met medio mei 2014 hebben de volgende bijeenkomsten plaatsgevonden: >> >> >> >> >> >>
Twee ontwerpateliers met verschillende stakeholders en gebiedspartijen Een bijeenkomst met dwarsdenkers Een bijeenkomst met de klankbordgroep Diverse bijeenkomsten met de projectgroep en het kernteam Een informerende bijeenkomst met de stuurgroep Een afrondende bijeenkomst met de projectgroep en beleidsmedewerkers mobiliteit
Van de diverse bijeenkomsten zijn verslagen gemaakt. Deze zijn, met verschillende tussenproducten, gebundeld in een werkboek dat in bezit is van de opdrachtgever. Achterin deze rapportage ziet u een overzicht van alle partijen en mensen die betrokken zijn geweest bij deze fase. Voor het maken van de ontwikkelperspectieven heeft BVR adviseurs een Effectenteam geformeerd bestaande uit: Fakton, Rienstra Beleidsonderzoek en -advies en Movares. Het effectenteam heeft in werksessies met BVR actief meegedacht over de ontwikkelperspectieven en heeft verdiepende analyses uitgevoerd op het materiaal dat voor Brainport 2020 beschikbaar is. In de bijlage zijn de bijdragen van de verschillende effectenteampartners opgenomen. De werkzaamheden stonden in dienst van de ontwerpbenadering en de drie integrale ontwikkelperspectieven.
De uitgangssituatie Brainport Avenue 2020-2040 bouwt voort op “Brainport 2020: Top Economy, Smart Society” (Brainport Development, 2011). De basis voor de ontwikkelperspectieven wordt beschreven in het rapport van Buck Consultants International: “Analyse ontwikkelingen Brainport Avenue Eindhoven” van oktober 2013. In het rapport wordt een duidelijke SWOT-analyse gegeven en een doorkijk naar 2040. Ook is er een aanzet gegeven voor drie kijkrichtingen die aan de basis staan van het denken over de ontwikkelperspectieven. Gebaseerd op de SWOT-analyse geeft Buck een overzicht van de afgeleide kernopgaven vanuit de ‘MIRTbril’. Dit zijn: Connectiviteit, Agglomeratiekracht, Quality of life en Hoogwaardige kennismilieus en campussen. Naast het rapport van Buck Consultants zijn ook de afspraken over de toekomst van Eindhoven Airport als uitgangspunt genomen, de zogeheten Alderstafel. De relatie tussen Brainport en Airport is door Ecorys nader onderzocht (“Ruimtelijk-economische visie BrainportAirport Eindhoven”, 2009). Vooral de wensen van bedrijven voor vliegbestemmingen en vliegfrequentie zijn in beeld gebracht. Dit is als uitgangspunt meegenomen. Wat betreft de foto 2020, het overzicht van gerealiseerde projecten en programma’s, hebben wij een controle uitgevoerd. Niet alle infrastructurele ingrepen en geplande vastgoedontwikkelingen zijn in 2020 gerealiseerd. Voor de rekenkundige exercitie is het belangrijk vast te stellen wat het vertrekpunt is zodat de Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
ontwikkelperspectieven kunnen worden gerelateerd aan een referentie. Dit is gebeurd op een abstractieniveau, passend bij de scope van deze opgave.
De ambitie voor Brainport Avenue 2020-2040 De voorgenomen doelen en ambities uit het rapport “Brainport 2020: Top Economy, Smart Society” staan in dit MIRT-onderzoek centraal. Uitgangspunt is dat de Brainportregio Eindhoven ook in 2020-2040, samen met de twee andere Mainports, toonaangevend is voor de internationale concurrentiepositie van Nederland. De ambitie is deze positie te versterken en op te schalen.
Opbouw rapportage >> >> >> >> >> >> >>
Brainport op verschillende schaalniveaus De vijf belangrijkste opgaven Selectie uitspraken bijeenkomsten De drie ontwikkelperspectieven: Connected Region, Coolest Town, Tech City Perspectieven vergeleken Colofon met lijst van betrokkenen Bijdragen Effectenteam apart toegevoegd
Opdrachtformulering MIRT-onderzoek Opdracht A, fase 2 van het MIRT-onderzoek Brainport Avenue luidt: ‘Stel drie zich van elkaar onderscheidende kansrijke ontwikkelperspectieven voor de ontwikkeling van de Brainport Avenue in de periode 2020 – 2040 op met als doel het versterken van het (inter-) nationale vestigingsklimaat in de Brainportregio Eindhoven en de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Bij ontwikkelperspectieven gaat het om ruimtelijke verstedelijkingsmodellen met bijbehorende oplossingrichtingen en (eventueel) specifieke maatregelen.’ Hierbij dient aandacht te zijn voor de twee meest kansrijke alternatieven voor de landzijdige OV-ontsluiting van Eindhoven Airport (shuttle-variant en IC-variant) volgens de studie van ProRail (2013). Buck Consultants International: “Analyse ontwikkelingen Brainport Avenue Eindhoven” BVR Adviseurs juni 2014
7
Brainport op verschillende schaalniveaus Brainport gaat niet over één geografisch schaalniveau, maar verbindt elementen op meerdere schalen. Voor het versterken van Brainport zijn dan ook aspecten op verschillende schaalniveaus van belang. Naaststaand schema benoemt de belangrijkste.
Brainport Avenue >> Brainport Avenue moet het visitekaartje van Brainport zijn, zowel voor bedrijven en werknemers in de Brainport-sectoren als voor bewoners en bezoekers. Brainport Avenue kan echter niet functioneren zonder een stevige basis op hogere schaalniveaus.
>> Vanuit Brainport-perspectief zijn onder meer de Westcorridor (o.a. Strijp S), TU/e, de HTCE, ASML (Veldhoven) en Philips Health Care (Best) belangrijke locaties. >> Een directe OV-ontsluiting van Eindhoven Airport is van belang voor het vestigingsklimaat van de Brainportregio Eindhoven.
Brainportregio Eindhoven
>> De High Tech Campus Eindhoven, Brainport Industrie Campus, Food Technology Park en Automotive Campus kennen een sterke combinatie van kennis en industrie; TU/e sciencepark is een belangrijke kennispartner en Design Campus zorgt voor toegevoegde waarde. >> Technologische ontwikkelingen op gebied van smart cities en smart mobility maken het mogelijk om veel meer uitwisseling te organiseren.
>> Voor het vestigingsklimaat van Brainport zijn een rijk aanbod aan gevarieerde woonmilieus, een kwalitatief hoogwaardige groene omgeving en recreatieve mogelijkheden belangrijk. >> Goede verbindingen naar de diverse werklocaties en stedelijke centra zijn essentieel.
Zuidoost-Nederland >> Kracht van Brainport als cluster van kennis, R&D en toeleverende bedrijven gebaseerd op een mentaliteit en cultuur die gericht is op samenwerken en elkaar versterken. >> Brainport is een van de beeldbepalende clusters in Zuidoost-Nederland naast Maintenance Valley (West- en Midden-Brabant) en Agro & Food-cluster ZuidoostNederland.
(Inter)nationaal >> Denk zonder grenzen, denk internationaal en Europees, zorg voor verbondenheid met Schiphol, Düsseldorf en Brussel. >> Zorg voor goede verbinding met regio’s waarmee je agglomeratievoordelen (massa en functie) kunt delen (Randstad, Rhein- en Ruhrgebied, Vlaamse Ruit, ELAt). >> Zorg voor een goed vestigingsklimaat voor internationale kenniswerkers.
8
>> Brainport maakt onderdeel uit van een stedennetwerk waarbinnen de B5gemeenten complementair zijn op het gebied van grootstedelijke voorzieningen en onderwijs- en kennisinstellingen. >> Het delen van elkaars voorzieningen is een sterk punt, zowel voor het draagvlak van voorzieningen als het gevarieerde aanbod en de keuzevrijheid voor bedrijven en bewoners.
>> Directe en betaalbare verbindingen, korte reistijden en efficiënt voor- en natransport zorgen voor goede OV-connectiviteit. >> Goede autobereikbaarheid naar alle windstreken is een voorwaarde, temeer gezien de sterke verankering van automobiliteit in de cultuur van ZuidoostBrabant. Door technologische ontwikkelingen zal de auto zijn waarde behouden.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Brainport als as die aspecten op verschillende schaalniveaus verbindt
Brainport Avenue
Brainportregio Eindhoven
Zuidoost-Nederland
(Inter)nationaal
BVR Adviseurs juni 2014
9
De vijf belangrijkste opgaven Vanuit de SWOT-analyse van Buck, de afgeleide kernopgaven en de opdracht die aan BVR adviseurs is meegegeven zijn vijf hoofdopgaven geformuleerd die aan de basis liggen van de drie ontwikkelperspectieven. De opgaven ‘Toekomstbestendig’ en ‘Ontwikkelstrategie’ zijn door BVR vanuit de opdracht zelf toegevoegd. De scope is immers 2020 – 2040 en de drie perspectieven moeten voorstelbaar zijn, vandaar de ontwikkelstrategie die nodig is om een bepaalde richting op te bewegen.
OPGAVE 1
Toekomstbestendig: doorkijk naar 2020-2040: wat zijn de verwachte ontwikkelingen waar we voor de toekomst van Brainport rekening mee moeten houden?
OPGAVE 2
Hoe om te gaan met het ontbreken van agglomeratiekracht?
OPGAVE 3
Verbeteren van de connectiviteit
OPGAVE 4
(Inter)nationale bekendheid en aantrekkelijkheid
OPGAVE 5
Welke ontwikkelstrategie past bij Brainport Avenue 2020-2040? 10
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Opgave 1 - Toekomstbestendig Toekomstbestendig: doorkijk naar 2020-2040: wat zijn de verwachte ontwikkelingen waar we voor de toekomst van Brainport rekening mee moeten houden?
Groeipad 2040 Dit MIRT-onderzoek legt de focus op de ruimtelijkeconomische ontwikkeling en de ambitie om, voor de toekomst, de huidige internationale positie van Brainportregio Eindhoven vast te houden en te versterken. Dit doen we op de thema’s waar we invloed op uit kunnen oefenen. Rienstra Beleidsonderzoek en -advies heeft de verschillende CPB-toekomstscenario’s geanalyseerd (zie bijlage) en komt tot de volgende conclusie. Een passend perspectief voor de regio en stad Eindhoven is de ontwikkeling tot Talent Town. Dit is mede gebaseerd op de gunstige sectorstructuur en een relatief goed presterende regionale en stedelijke economie. Als groeipad wordt Transatlantic Market als het meest waarschijnlijk gezien. Vergelijking met 2014: op dit moment zitten we op het groeipad van de Regional Communities. Rienstra Advies heeft ook naar de verhouding tussen vraag en aanbod van de werklocaties gekeken. Op basis van de IBIS 2013 blijkt dat er nog 523 hectare uitgeefbaar was aan netto oppervlak, dus niet uitgegeven maar wel gepland. Wanneer de behoefte aan werklocaties wordt gekwantificeerd dan lijkt het aanbod in alle groeiscenario’s van het CPB nog ruim BVR Adviseurs juni 2014
voldoende voor de komende 25 jaar. Stel dat de huidige groei continueert (Regional Communities) dan zou in het jaar 2040, 200 ha zelfs voldoende zijn. Belangrijk is te beseffen dat tussen 2014 en 2040 de potentiële beroepsbevolking krimpt. Bovenstaande noties geven aan dat de komende tijd meer naar de vraag gekeken moet worden en dat er regionale afspraken gemaakt moeten worden om te prioriteren. Er is wel een kwalitatieve vraag maar die zal eerder gericht zijn op herstructurering, kwaliteitsverbetering en specialiseren van de huidige locaties. Uitzondering kan gemaakt worden voor specifieke vragen uit de markt, zoals de Brainport Industrie Campus.
Groeiscenario´s CPB
Aan de hand van de methodiek die voor bovenstaande vraag-aanbodanalyse is gebruikt, is het voor de gebiedsvisie mogelijk ook voor ander ruimtegebruik of vastgoed vraag en aanbod in verschillende scenario’s te confronteren. Naast deze kwantitatieve vergelijking is een bredere analyse (een kwalitatieve vraag-aanbodanalyse) een aandachtspunt voor de gebiedsvisie: deze is wenselijk om te kunnen selecteren, prioriteren, faseren of uitfaseren. Kwalitatieve scenario´s CPB
11
Maatschappelijke trends en ontwikkelingen Brainport Development heeft recent drie scenario’s ontwikkeld om de bestendigheid van de huidige strategie in de toekomst te testen. De scenario’s van Brainport Development (2014) geven mogelijke toekomstige wereldbeelden en helpen om over toekomstige ontwikkelingen na te denken en het eigen denken op te rekken. De drie scenario’s van Brainport Development: Open competitie: >> Mondiale, verbonden economie door ICT >> Kennis (gratis) toegankelijk: van R&D naar Connect en Develop >> Kleine, marktbewuste bedrijven >> Van bezit naar gebruik >> Veel banen uit 2013 geautomatiseerd >> Crowd-funding voor seed money starters Europa in dilemma: >> Economische neergang in Europa >> Technologische doorbraken, talent, bedrijven in Azië Afrika/VS >> Politieke impasse in EU >> Verschraling leefklimaat R&D >> Ruimte voor goedkope productie >> Kansen voor (kleine) regio’s, bottom-up Winner takes all: >> Megaregio’s (25 mln. inwoners) wereldwijd >> Hoogconjunctuur >> Grote rol overheid: R&D en vangnet >> Grote technologische doorbraken >> In ketens regie door grote bedrijven >> Megaregio’s met productie, talent, FDI >> Wordt veel van mensen gevraagd: 24/7
12
DOMEIN
Trend/ ontwikkeling
Algemeen
Globalisering >> Wereldwijd verdwijnen grenzen en neemt internationale samenwerking toe >> Toenemende invloed van opkomende economieën >> Demografie >> Vergrijzing en verstedelijking leiden tot fragmentatie en versnipperde behoeften >> Duurzaamheid >> Gebrek aan water, energie en grondstoffen wordt problematisch >> Toenemende klimaatverandering
People
Arbeidsmarkt >> Meer sociale ondernemers die niet enkel uit zijn op winst >> Toenemende behoefte aan talent, dat zelf steeds meer globaal wordt
Technology
Innovatieproces >> Toenemend belang testen techniek in maatschappij (proeftuinen) >> Overheidsbeleid >> Hyperspecialisatie (alle resources inzetten op beperkt aantal kansen)
Business
Manufacturing >> Lokale productie met 3D printing in kleine, gespecialiseerde manufacturing hubs, overal ter wereld >> Fysiek en geografisch integreren van kennis- en maakclusters (bijv. HTCE) >> Hele keten gaat delen: co-creatie (met consument en concurrent), co-facility en co-manufacturing
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
DOMEIN Basics
Collaboration
Trend/ ontwikkeling Digitalisering >> Netwerkorganisaties maken verschil >> Design maakt gebruik spullen belangrijker dan bezit >> Mobiliteit >> Tijdonafhankelijk werken en mobiele ouderen die overdag reizen >> Stijgende vraag naar slimme mobiliteit (smart mobility, zorg & ICT, living labs) >> Woon- en leefklimaat >> Behoefte aan duurzaamheid (cradle to cradle/ lokale energieopwekking) Bestuur >> In gezag en sturing mensen steeds meer gelijk, versterkt door ICT >> Behoefte aan directe democratie, invloed burgers, zoeken gezamenlijkheid >> Van regio-nivellering naar focus en maatwerk door faciliterende overheid >> Flexibele/tijdelijke netwerken rond maatschappelijke vraagstukken >> Menselijke kant/ cultuur >> Toenemende eigen verantwoordelijkheid vs. sociale verantwoordelijkheid Bron: Brainport Development
BVR Adviseurs juni 2014
Voor de Brainport-scenario’s zijn veel trends en onzekerheden meegenomen. Voor dit MIRT-onderzoek nemen we een tabel van Brainport Development over omdat die inzicht geeft in de meest relevante trends en ontwikkelingen voor Brainport. Eerder genoemde trends geven een mooi beeld van een toekomst die een andere ruimtelijke ordening vraagt dan we nu gewend zijn. Hiervoor is een omslag nodig in het denken van beleidsmakers en bestuurders. We zitten nu in een transitiefase waarin mensen moeten leren open te staan voor veranderingen en soms los te laten. De gesignaleerde trends van Brainport Development sluiten heel mooi aan bij de megatrends die door BVR zijn gedestilleerd uit verschillende trendrapporten en artikelen en interviews met trendwatchers. De samenleving ondervindt de invloed van globalisering en wordt tegelijk steeds flexibeler en kleinschaliger. De wijde wereld en het lokale zijn met elkaar verbonden. Dat komt door de impact van drie megatrends: Technologisering: technologie beïnvloedt ons leven en onze leefomgeving Verduurzaming: zuinig gebruik en slim hergebruik van grondstoffen en energie worden vanzelfsprekend Verpersoonlijking: op de persoon gericht maatwerk wordt steeds bepalender, kleine collectieven winnen het van grote anonieme instituties
13
14
Door deze invloeden zullen netwerken en nieuwe vormen van samenwerking ontstaan: de netwerksamenleving. Die netwerken spelen een belangrijke rol in de transitie naar een duurzame ontwikkeling.
in kenniseconomie te zijn. Scholing en duurzame economie zijn in Horizon van meetbare criteria voorzien. Kenniseconomie is ook voor Nederland een belangrijke toekomstambitie.
De Nederlandse bevolking groeit tot 2040 naar 17,8 miljoen en krimpt dan weer langzaam, hoewel het aantal huishoudens groeit. Gemiddeld zijn er in Nederland daarom nog veel extra woningen gevraagd, maar per plek verschilt het of er groei of krimp is te verwachten. De trek naar stedelijke regio’s blijft, met name voor jongeren en goed opgeleide bevolking. Tot circa 2035 is vergrijzing een belangrijk proces. De samenstelling van de bevolking verandert ook. Het aandeel werkende mensen is lager dan nu en het aandeel ouderen is groot. Ook voor Zuidoost-Noord-Brabant (COROP) en Eindhoven (gemeente) wordt verwacht dat tot 2040 de totale bevolking groeit en de beroepsbevolking krimpt. Volgens prognoses krimpt de potentiële beroepsbevolking in Zuidoost-Noord-Brabant tussen 2014 en 2040 jaarlijks met gemiddeld 0,33% en in Eindhoven met 0,12%. De totale bevolking groeit nog met jaargemiddeldes van respectievelijk 0,18% en 0,27%. (bron: Rienstra Beleidsonderzoek en -advies, april 2014)
Een andere samenleving
Wereldwijde visies zoals de millenniumdoelen of de aankomende toekomstvisie van de VN leggen de nadruk bij sociale rechtvaardigheid, de aanpak van milieu- en klimaatproblematiek en gezondheid. De Europese Unie legt in Horizon 2020 de ambitie neer om koploper
Door nieuwe technologieën staan klanten en leveranciers rechtstreeks met elkaar in contact. De consument heeft een steeds grotere invloed op wat en hoe iets wordt geproduceerd. Maatwerk is essentieel voor ondernemers, maar ook voor de overheid. Het openbaar
Door globalisering neemt de invloed van technologisering, verduurzaming en verpersoonlijking toe. De wereld wordt aan de ene kant groter en vol netwerk-mogelijkheden. Tegelijk worden lokale kwaliteiten en de menselijke maat belangrijker. In de maatschappij winnen ‘zachte’ of immateriële waarden zoals gezondheid, leefbaarheid en beleving aan gewicht maar ook de waarde van zelforganisatie. De voorkeuren en gedragingen van mensen veranderen hierdoor. In 2040 ziet de samenleving er anders uit dan nu.
bestuur zal interactiever en meer faciliterend worden. In de overstijgende publieke taken van de democratie zoals wetgeving en kaderstelling, borgen van veiligheid en bij ruimtelijke ordening (de afweging van ontwikkelingen in water, natuur, infra) blijft de overheid een regisserende rol houden. In de transitiefase naar de zelforganiserende netwerksamenleving heeft de overheid een stimulerende rol in het leggen van verbindingen tussen partijen en gebieden en het zorgen voor samenhang en onderlinge afstemming.
Nieuwe samenwerkingsverbanden zullen ontstaan tussen de samenleving, de overheid, het bedrijfsleven en het onderwijs. Mensen kunnen en zullen meer zelf bepalen. Coöperaties en sociale netwerken met zelfredzame en ondernemende burgers winnen aan belang ten opzichte van grote en anonieme instituties. Coöpitalisme wordt dit genoemd.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Wat betekenen deze trends en ontwikkelingen voor Brainport: Verbreden van de Brainport Community De vertaling van de beschreven trends en ontwikkelingen bieden kansen voor Brainport. Brainport is de bakermat voor technologische vernieuwing. Zij fungeert als living lab. Dat wat bedacht wordt kan direct worden toegepast op de eigen werklocaties, en biedt mogelijkheden dit te verbreden naar de samenleving. De Brainport Community kan zich door de tijd heen uitbreiden, van de kenniswerkers naar de hele maatschappij die op de een of andere manier met deze nieuwe technologieën in aanraking komt. Bijvoorbeeld op het gebied van de gezondheidzorg, mobiliteit, informatievoorziening tot het printen van zelfontworpen gebruiksvoorwerpen. Iedereen in de Brainport deelt in het succes.
BVR Adviseurs juni 2014
Transformatie naar een netwerksamenleving
Andere vormen van planontwikkeling
De trend naar flexibiliteit en kleinschaligheid betekent dat, naast de grote gevestigde bedrijven, er ruimte moet komen voor het midden- en kleinbedrijf, startups en nieuwe werkplaatsen. De transformatie naar een netwerksamenleving vraagt om snelle digitale verbindingen, informele ontmoetingsplekken en ruimte voor open innovatie. Het benutten en integreren van kennis en techniek in het alledaagse, zal steeds belangrijker worden. Dit sluit goed aan bij de campusstrategie van de Brainport: kleinschalige ondernemingen die kennis en voorzieningen delen.
De traditionele planontwikkeling is kwantitatief en programma gedreven. Investeringen in infrastructuur worden beargumenteerd vanuit vervoerswaarden en beoordeeld op basis van ‘kosten-batenanalyses’. Programma wordt beargumenteerd vanuit grondexploitatie. De meer kwalitatieve benadering, het denken vanuit de wensen van de gebruikers en de meerwaarde voor de stad of regio, is vaak onderbelicht. In dit MIRT-onderzoek wordt bekeken of de kwalitatieve benadering beter aansluit bij de trend dat alles persoonlijker en flexibeler wordt. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving bezint zich op nieuwe instrumenten waarmee de bekende MKBA-methoden een kwalitatieve dimensie krijgen.
15
Ontwikkelingen in de sector De High Tech-sector zelf staat ook niet stil. Technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller en producten volgen elkaar in hoog tempo op. De tijd dat de productie van goederen plaatsvindt in lagelonen-landen lijkt op zijn weg terug. Productie wordt steeds geavanceerder en belangrijk is de kennis van ontwikkelen, maken en produceren dichter bij elkaar te brengen. Vooral voor hoogwaardige technologische producten die continu worden verbeterd. In Brainportregio Eindhoven zitten kennisontwikkeling, maakindustrie en toeleverende bedrijven dicht bij elkaar. Zij zorgen voor een vestigingsklimaat waardoor bedrijven zich verbonden voelen met de regio. De uitwisseling en samenwerking tussen topinstituten, specialisten, toeleveranciers en maakindustrie wordt in de toekomst steeds belangrijker. Belangrijk is dat dit soort clusters direct verbonden zijn met andere internationale kenniscentra. Door open innovatie ontstaan nieuwe toepassingen en technieken. Zolang in de Brainport slimme oplossingen worden bedacht voor de wereldproblematiek van morgen, blijft ze internationaal toonaangevend. Rondom Brainport zijn complementaire kennisvelden in ontwikkeling, zoals Maintenance Valley, Agro & Foodcluster, Health Valley en logistiek. Hier ligt de kans om niet alleen de uitwisseling tussen de verschillende campussen en werklocaties binnen Brainportregio Eindhoven te versterken maar ook relaties aan te gaan met de omliggende clusters. Door de clustering ontstaat ruimte voor nieuwe economieën, zoals Clean Tech-bedrijven en groene innovatie. Twee kennisvelden
16
waarin Nederland op dit moment, internationaal gezien, achterloopt. (bron: Raspe, O. (2014), Trends in de regionale economie. Input voor de VNG-commissie stedelijk perspectief)
Design maakt het mogelijk om technologische ontwikkelingen te verbinden met het alledaagse. Door het toepassen van nieuwe technologieën in gebruiksvoorwerpen, de gezondheidszorg en de voedselproductie, komen techniek en maatschappij dicht bij elkaar. Design is in Eindhoven stevig verankerd en kan de Brainport dichter bij de mens brengen. Hierdoor is Brainport niet alleen voor technische mensen maar ontstaat er een brede Brainport Community. De notie dat kennisintensieve activiteiten en industrie meer met elkaar moeten worden verbonden geeft een basis om werklocaties te prioriteren. We hebben immers te veel plancapaciteit (hierboven beschreven). Een analyse, uitgevoerd door Rienstra Beleidsonderzoek en –advies, laat zien dat er in de Brainportregio Eindhoven vier sterke campussen zijn die kennis en industrie samen pakken en die ook gunstige vestigingsvoorwaarden kennen. Dit zijn Food Technology Park, High Tech Automotive Campus, Brainport Innovatie (Industrie) Campus en de High Tech Campus Eindhoven.
moet aantrekkelijk zijn voor jonge en goed opgeleide werknemers, om in de internationale concurrentiestrijd met andere stedelijke regio’s overeind te blijven. De verschillende kennisclusters hebben een eigen profiel. De campussen zijn de iconen van de clusters. Ze functioneren sterker door de nabijheid van landschap, een goed netwerk en een breed aanbod van werklocaties in de omgeving. Er is een wederzijdse versterking tussen werklocaties en andere clusters. Ook de nabijheid van stedelijke cultuur versterkt het cluster. LifeTec is bij uitstek gebaat bij crossovers met andere clusters. Cluster Design is bovendien gebaat bij experimenteerruimte binnen een stedelijke cultuur én op werklocaties. Meer ruimte voor menging van functies is gewenst zodat er een hoge mate van flexibiliteit ontstaat. Een duidelijke profilering van de werklocaties helpt om een kwaliteitsimpuls te stimuleren en hetgeen op de terreinen gebeurt zichtbaar te maken.
Voor het vestigingsklimaat van Brainport zijn een rijk aanbod aan gevarieerde woonmilieus, een kwalitatief hoogwaardige groene omgeving en recreatieve mogelijkheden belangrijk. De dorpse en groene kwaliteiten moeten voor de langere termijn behouden blijven, met goede verbindingen naar de diverse werklocaties en stedelijke centra. De stad Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Legenda: Campus Hoogwaardig bedrijvenpark Kantoorachtige locaties Modern gemengd terrein Functioneel werkterrein Logistiek terrein Zware industrie-terrein Wonen Landschap Treinstation BVR Adviseurs juni 2014
Belangrijkste kennisclusters binnen het gebied van de SRE-regio
17
Opgave 2 - Agglomeratiekracht Hoe om te gaan met het ontbreken van agglomeratiekracht? Andere kijk op agglomeratiekracht Het denken vanuit een netwerksamenleving en het ontsluiten van open data geeft een andere kijk op het begrip agglomeratiekracht. Het ontbreken van agglomeratiekracht, wat vaak negatief wordt vertaald naar Noord-Brabant, is in de toekomst steeds minder bepalend voor het succes van een regio. In toenemende mate gaat het om het verbonden zijn met andere netwerken, de crossovers tussen sectoren en het toegankelijk maken van kennis en kunde. Het verbonden zijn met andere functies, het comfortabel kunnen reizen tussen steden, werklocaties en verbonden zijn met de wereld, wordt van groter belang geacht dan het hebben van eigen massa en het zelf in huis hebben van alle voorzieningen en faciliteiten. Belangrijk is de wisselwerking. Wanneer je zelf interessant bent voor anderen wordt de verbinding en toegankelijkheid als vanzelf geagendeerd. Op de schaal van het netwerk van Noordwest-Europa is er in potentie een agglomeratie van 23 miljoen mensen. Om die te betrekken bij Brainport is verbetering van connectiviteit noodzakelijk, zowel digitaal als fysiek.
18
Vanuit de principes van borrowed size en borrowed quality hebben wij gekeken naar de netwerken en regio’s die relevant zijn voor de Brainportregio Eindhoven en andersom, voor wie de Brainportregio interessant is. Een eerste scan levert op dat het verbinden van de Brainportregio met Noord-Holland en Zuid-Holland belangrijk is vanwege de complementariteit tussen deze regio’s. Zo is Noord-Brabant zwak in financiële dienstverlening en internationale connectiviteit door de lucht, terwijl dat juist sterke punten van Noord-Holland zijn. Daarnaast scoort de Brainportregio hoog op private R&D, maar laag op publieke R&D (zie de SWOT-analyse van Buck, 2013), terwijl op Noord- en Zuid-Holland het omgekeerde van toepassing is. (bron: PBL (2012), De internationale concurrentiepositie van de topsectoren)
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Netwerkregio met de belangrijkste economische clusters
Legenda: Brainportregio Eindhoven Stad (Geplande) weg Snelweg Food Chemie & Health Maintenance
BVR Adviseurs juni 2014
19
Brainport op internationale schaal: potentiële borrowed size & quality
Binnen een straal van 150 kilometer zou Brainportregio Eindhoven financiële dienstverlening en connectiviteit door de lucht ook kunnen ‘lenen’ bij Brussel en Düsseldorf. Andersom zou Eindhoven, met haar goede private kennisinfrastructuur, als ‘R&D-lab’ kunnen fungeren voor het meer op diensten en handel gerichte Düsseldorf. (bron: Ecorys (2013), Internationale vergelijking Brainport Eindhoven)
Legenda: Algemeen Snelweg Spoorverbinding Campus Vliegveld 1.000.000 inwoners
Regio’s ELAt Brainport Ruhrgebied Rheingebied Randstad Vlaamse Ruit
Reistijd Reistijd Prijsindicatie Aantal overstappen
20
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Naaststaande tabel geeft meer voorbeelden van bestaande of gewenste interactie tussen Brainportregio Eindhoven en andere regio’s. De voorbeelden zijn niet uitputtend. Ook op andere onderwerpen en/ of met andere regio’s zijn er relaties voorstelbaar. Nader onderzoek moet uitwijzen met welke andere regio’s een relatie bestaat of (vanuit het oogpunt van vestigingsklimaat) gewenst is en wat Brainportregio Eindhoven en andere regio’s elkaar precies te bieden hebben. Een dergelijke verdiepende analyse valt buiten de scope van de opdracht. Op het vlak van economische sectoren en kennisterreinen is op de kaart op de vorige pagina een aanzet voor borrowed size en quality gegeven. Beredeneerd vanuit de Brainportregio zijn op Europese schaal de Noord- en Zuidvleugel, het Rhein- en Ruhrgebied en de ELAt-driehoek belangrijke relaties. Voor de intercontinentale verbindingen zijn, naast Schiphol, Düsseldorf en Brussel belangrijke luchthavens. Op nationale schaal en op de schaal van Zuidoost Nederland komen de al eerder genoemde kennisclusters in beeld. Belangrijk is dat er kennisuitwisseling en samenwerking wordt gestimuleerd. Comfortabele fysieke verbindingen kunnen hieraan een bijdrage leveren maar zijn niet allesbepalend. Binnen bedrijven is hiervoor ook een cultuur- en mentaliteitsomslag nodig naar open innovatie.
Voorbeelden van (potentiële) borrowed size & quality (Potentiële) relatie tussen Brainportregio Eindhoven en…
Brainportregio Eindhoven ‘leent’…
Brainportregio Eindhoven…
Maintenance Valley (West- en Midden-Brabant)
> maintenance > sociale innovatie
> High Tech Systems
Greenport Venlo (samenwerking op gebied van food processing, verpakkingen, sensoren etc.)
> Agro & Food en agrologistiek
> High Tech Systems
Zuid-Limburg (samenwerking op het gebied van medische technologie en LifeTec)
> chemie > Life Sciences
> High Tech Systems
Utrecht (samenwerking met Universiteit Utrecht en UMC Utrecht op gebied van duurzame energie, medische beeldverwerking, stamcellen en regeneratieve geneeskunde)
> onderzoek op gebied van Life Sciences > onderzoek op gebied van duurzaamheid
> technologie en toepassingen van wetenschappelijke concepten
Noord-Holland (Groot-Amsterdam)
> financiële dienstverlening > sterk ontwikkelde publieke kennis > internationale connectiviteit door de lucht
> sterk ontwikkelde private kennis
Zuid-Holland
> sterk ontwikkelde publieke kennis
> sterk ontwikkelde private kennis
Düsseldorf
> internationale connectiviteit door de lucht > financiële en zakelijke dienstverlening en handel
> sterk ontwikkelde private kennis
Brussel
> internationale connectiviteit door de lucht > financiële dienstverlening
BVR gebaseerd op bestaande bronnen: Buck, 2013; Ecorys, 2013; PBL, 2012; Brainport Development, 2011; Universiteit Utrecht, 2011. BVR Adviseurs juni 2014
21
Opgave 3 - Connectiviteit Verbeteren van de connectiviteit Uit het, eerder aangehaalde, Buck-rapport komt de opgave naar voren dat de internationale connectiviteit verbeterd moet worden. Uit de passage over agglomeratiekracht komt naar voren dat er regio’s zijn waarmee de Brainport een sterke (potentiële) relatie heeft. Deze regio’s zijn met elkaar verbonden, maar voor het OV is de verbinding vaak indirect. Ook is de reistijd relatief lang en zijn de vervoersprijzen soms erg hoog. Op het hoofdwegennet zijn er diverse knelpunten. Dit bevordert niet de gewenste uitwisseling en samenwerking. Uit het mobiliteitsonderzoek van Movares blijkt dat de regio wat betreft openbaar vervoer op nationaal en zelfs internationaal schaalniveau een belangrijk deel van de verplaatsingen verzorgt. Een analyse van de verkeersmodellen, uitgevoerd door Movares in samenwerking met 4cast, laat zien dat de verwachte groei van mobiliteit beperkt zal zijn, het OVaandeel in de regio laag is en de fiets belangrijker wordt. In de regio liggen er diverse opgaven voor een goede bereikbaarheid. Movares geeft aan dat voor eventuele extra OV-lijnen of een nieuw IC-station het belangrijk is te denken in concentratie, bundeling en knopen. Dit is geheel in lijn met de analyse van Rienstra Advies wanneer het gaat om de prioritering van de werklocaties.
Brussel. Goed verbonden zijn met deze luchthavens is gunstig voor werknemers en bedrijven. De luchthavens worden ook als vergaderlocatie gebruikt. De drie zijn goed bereikbaar met de auto, maar de verbinding over spoor is alleen goed met Schiphol.
Aken en Antwerpen zijn in de huidige plannen nog niet uitgewerkt door de NS. Hierbij gaat het hoofdzakelijk om het op orde brengen van het bestaande netwerk, dat een rechtstreekse en comfortabele reis zonder overstap mogelijk maakt.
Europees verbonden
De Brainport heeft een goede autoverbinding met de Randstad met nog knelpunten op de A58 en A2. Het OV-netwerk met de Randstad wordt versterkt. Verwacht wordt dat de frequentie met de Randstad wordt verhoogd naar minimaal 6 treinen per uur naar Amsterdam en 4 naar Rotterdam en Breda.
De Brainport is via Eindhoven Airport en de bovenstaande luchthavens verbonden met de belangrijkste bestemmingen: kennisregio’s, besliscentra met hoofdkantoren van in de Brainportregio gevestigde bedrijven, regio’s waar klanten, toeleveranciers en talent zich concentreren. Voor Eindhoven Airport zijn bestemmingen vanaf 500 kilometer interessant voor de luchtvaart. Het HSL-netwerk is van belang voor de bestemmingen in Noordwest-Europa. De Brainport heeft geen HSLstation en is niet direct aangesloten op het HSL-netwerk. De opstappunten voor het HSL-netwerk zijn Brussel, Düsseldorf, Luik en Aken. Vanuit deze opstappunten is de Brainport verbonden met belangrijke bestemmingen als Parijs, London en München. Er is momenteel geen directe treinverbinding met deze opstappunten.
Een goede OV-verbinding naar België ontbreekt. Antwerpen is goed bereikbaar, maar met overstap via Breda. Luik, Leuven, Hasselt en Genk zijn niet goed OV-bereikbaar. Mogelijke nieuwe verbindingen zijn het reactiveren van het traject Neerpelt en Weert en het doortrekken van de HOV-as Eindhoven – Valkenswaard naar Neerpelt. Deze kan op de mogelijke Belgische herontwikkeling van de spoorlijn Hasselt – Neerpelt aansluiten. Ook voor de auto is de zwakke verbinding met België een aandachtspunt. Het versterken van deze relatie maakt de Brainportregio bereikbaar voor het arbeidspotentieel in België.
Verbonden met omliggende regio’s Voor de Brainport zijn de volgende bestemmingen en verbindingen van belang: Intercontinentaal verbonden De Brainport ligt gunstig ten opzichte van drie intercontinentale luchthavens: Schiphol, Düsseldorf en
22
De Brainport ligt centraal in een verstedelijkt netwerk met meer dan 23 miljoen mensen binnen een straal van 150 kilometer. Onder de opgave Agglomeratiekracht is aangegeven waar waardevolle relaties liggen. Een goede OV- en autoverbinding met deze regio’s is een opgave. De internationale verbindingen naar Düsseldorf,
De belangrijkste nabije Duitse regio’s, waaronder Aken en het Rhein- en Ruhrgebied zijn goed bereikbaar met auto. Huidige knelpunten zijn nog de A2 tot Weert en bij Maastricht en de A67 bij Venlo. Er is momenteel geen directe treinverbinding met Aken en Düsseldorf. De omringende Brabantse steden en Venlo kennen een Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
aantal knelpunten (A58 en A67) die momenteel worden verkend. De OV-verbindingen zijn direct en worden geïntensiveerd (PHS). Arnhem en Nijmegen zijn, met een overstap in Den Bosch, per spoor bereikbaar.
Verbonden regio De Brainport is gebaat bij een goede bereikbaarheid van zijn airport, stations, belangrijkste werklocaties en campussen. Hierbij gaat het om (de aansluiting op) het hoofdwegennet, het OV-net (trein en bus) en fiets. Er liggen momenteel opgaven op het HWN en de aansluiting op het onderliggende net. Airport en campussen zijn momenteel onvoldoende aangesloten op het OV-netwerk en het fietsnetwerk. Vernieuwing busstation en toevoegen van sterke tangentiële HOV-verbindingen. De verwachting is dat in 2030 het HOV in Eindhoven in alle richtingen is voorzien en het busstation is vernieuwd. Tangentiële verbindingen ontbreken nog, mede door de beperkte vraag hiernaar. De wijze waarop het busstation wordt vernieuwd en of er voldoende draagvlak kan worden gecreëerd voor tangentiële verbindingen is afhankelijk van de bredere afweging die in de perspectieven wordt gemaakt. Hierbij gaat het mede om de komst van een tweede IC-station en de ruimtelijke ontwikkeling van Acht, BIC en Airport.
orde zal zijn, als de plannen voor de hoofdwegen waaraan nu gewerkt wordt doorgang vinden (A58, A2 en Noordoostcorridor). Het hoofdwegennet rondom Eindhoven zit waarschijnlijk in 2030 tegen zijn capaciteit aan. Aansluiting op het onderliggende wegennet is aandachtspunt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de aansluiting Airport en GDC, de aansluiting op de A67. Ruimte voor de fiets in het centrum, ruimte voor de fiets op tangentiële en radiale relaties. Het aandeel van de fiets in de Brainport en Eindhoven is aanzienlijk. De verwachting is dat in 2030 het netwerk voor fietsers is verbeterd en uitgebreid. De gemeente Eindhoven heeft recent haar mobiliteitsnota “Eindhoven op weg” (november 2013), vastgesteld. Daarin wordt ook een sterk pleidooi gehouden voor het stimuleren van de fiets met aantrekkelijke routes en plekken. Verknopen van netwerken en aantrekkelijke knooppunten. Knooppunten hebben de grootste potentie als deze vanuit mobiliteits- en ruimtelijk oogpunt worden beschouwd. Ruimtelijke concentratie van functies is belangrijk. Deze moeten dan gekoppeld zijn aan een multimodaal transferpunt. De perspectieven geven hier elk vanuit een integrale overweging invulling aan.
Landzijdige ontsluiting Eindhoven Airport Opplussen capaciteit hoofdwegen rondom Eindhoven, aanleg van de ruit rond Eindhoven en opplussen hoofdwegennet op specifieke locaties. De verwachting is dat in 2030 het autonetwerk op BVR Adviseurs juni 2014
internationale connectiviteit van Brainport. In “Eindhoven Airport: Rapport verkennend onderzoek alternatieven landzijdige HOV-ontsluiting” (ProRail, maart 2013) zijn verschillende opties bekeken. Voor dit MIRTonderzoek zijn meegenomen: >> Opplussen verbinding Eindhoven Airport, station Eindhoven Centraal >> Aanleg nieuw IC-station in Acht met directe HOVverbinding naar Airport >> Opplussen station Best tot IC-station met directe HOV-verbinding naar Airport In het ProRail-rapport lag de focus op de te verwachten vervoerswaarde. In dit MIRT-onderzoek is ook gekeken naar de ruimtelijke ontwikkeling en de kwalitatieve waarden. In algemene zin kan worden opgemerkt dat het aanleggen van een nieuw IC-station vraagt om een gerichte ontwikkeling met OV-gerelateerde functies. Bekeken is of hiervoor een groeiredenatie mogelijk is. De landzijdige ontsluiting van Eindhoven Airport wordt in de gebiedsperspectieven verder uitgewerkt. Het opplussen van station Best tot IC-station met directe HOV-verbinding naar Airport is bekeken door Movares. Zij stellen:
In dit MIRT-onderzoek wordt apart aandacht gevraagd voor de landzijdige ontsluiting van Eindhoven Airport. Dit is zowel in het belang van de toekomstige groei van Airport (conform afspraken Alderstafel) als voor de
23
Station Best: Onderzocht is of een IC-station Best een reële optie is als tweede IC-station naast station Eindhoven. (Dit als alternatief voor een IC-station Acht.) Een tweede ICstation dient, naast een betekenis voor de luchthaven, ook een rol te vervullen voor het regionale OV-netwerk (knooppunt). >> Betekenis voor de luchthaven De afstand van station Best tot Eindhoven Airport is iets korter dan die van station Eindhoven tot Airport. De reistijd is dan ook iets korter (verschil van 2 minuten). Echter, de afstand en reistijd vanaf een nieuw station Acht zijn aanmerkelijk korter.
>> Rol OV-netwerk Als gekeken wordt naar de rol in het HOV-netwerk, valt op dat een knooppunt bij Acht een grotere potentie heeft dan een knooppunt bij Best. Via Acht is volgens een logische korte verbinding een groot aantal locaties te verbinden. Geconcludeerd kan worden dat voor een tweede ICstation in de regio (als dit al nodig is) de locatie Acht een grotere potentie heeft dan een IC-station bij Best. In de notitie van Movares is een nadere beschrijving opgenomen. Om deze redenen is station Best niet meegenomen als alternatief in de ontwikkelperspectieven.
Schaal Intercontinentaal Het gaat hier om verbindingen met luchthavens met bestemmingen buiten Europa
Europees internationaal Het gaat hier om verbindingen met: - luchthavens voor vluchten binnen het Europees continent - opstappunten voor HSL (Breda/Brussel, Düsseldorf, Aken en Luik)
24
Bestemming
Auto
Opgaven per schaal en bestemming
OV
Fiets
Schiphol
goed via A2, wel knelpunt knooppunt Deil-Den Bosch. Hiernaar MIRT-onderzoek Kennisas
Düsseldorf
goed via A67, wel probleem doorstroming door geen directe treinverbinding, hiervoor vrachtverkeer verwacht spoorverdubbeling Duitsland nodig
Brussel
geen directe snelweg (nu via Antwerpen)
geen directe treinverbinding (nu via Antwerpen, 2 maal overstap)
Eindhoven Airport
directe aansluiting HWN. Knelpunt: aansluiting N2/A2 en A58. (Hiervoor verkenning A58 en Quick win aansluiting A2/N2)
landzijdige ontsluiting via OV-netwerk (18 min.). Is suboptimaal (bus niet toegerust op veel reizigers met bagage; veel haltes)
Overige omliggende luchthavens (o.a. Weeze, Rotterdam)
-niet alle via HWN bereikbaar beperkte verbinding met trein, bij luchtha-veelal goede verbinding, wel vaak druk in spits vens geen treinstation (altijd (pendel)bus)
Breda/Brussel
goed via A58, wel knelpunt Tilburg-Eindhoven. Hiervoor verkenning A58 incl. dekking
Düsseldorf
goed via A67, wel probleem doorstroming door geen directe treinverbinding, hiervoor vrachtverkeer spoorverdubbeling Duitsland nodig
Aken
goed via A2, wel knelpunt Eindhoven-Weert. Knelpunt bij Maastricht opgelost door tunnel
geen directe treinverbinding. Gewerkt aan verbinding Sittard-Aken, kan doorgetrokken worden naar Eindhoven
Luik
goed via A2, wel knelpunt Eindhoven-Weert. Knelpunt bij Maastricht opgelost door tunnel
geen directe treinverbinding
trein: goed, verbetert door PHS (6x IC p.u.)
geen directe trein Eindhoven-Breda-Brussel (overstap Breda)
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Omliggende regio’s, (inter)nationaal
Brabant
Amsterdam
goed, knelpunt A2 Deil-Den Bosch. Hiernaar MIRT-onderzoek Kennisas
Rotterdam
goed, twee routes. Op A58 twee knelpunten, via Breda directe treinverbinding. Met PHS hiervoor lopende MIRT-verkenningen. Traject St. Annabosch-knp. Baars mogelijk toekomstig gaat frequentie naar 4x per uur knelpunt
Düsseldorf
goed via A67, wel probleem doorstroming door geen directe treinverbinding, hiervoor vrachtverkeer spoorverdubbeling in Duitsland nodig
Leuven/Hasselt/Genk
-Hasselt in principe goed, echter geen snelweg -bij Valkenswaard knelpunt. Hiervoor omleiding geen directe verbinding voor zowel trein als bus N69 in studie, intentie tot realisatie -in België is Helchteren-E314 knelpunt
Aken
goed via A2, wel knelpunt Eindhoven-Weert. Knelpunt bij Maastricht opgelost door tunnel
geen directe treinverbinding. Gewerkt aan verbinding Sittard-Aken, kan doorgetrokken worden naar Eindhoven
Tilburg
goed. Knelpunt A58 Tilburg-Eindhoven: MIRTstudie t.b.v. oplossing in samenhang met Quick win aansluiting N2/A2
trein: goed. Nu 2x IC p.u., met PHS 4x p.u.
Breda
2 knelpunten A58: lopende MIRT-verkenningen
trein: goed. Nu 2x IC p.u., met PHS 4x p.u.
Den Bosch
geen knelpunten in huidige situatie
trein: met PHS hogere frequentie
SAN
goed, knelpunt A50 Waalbrug is opgelost
geen directe IC-verbinding. Zou reistijd ook slechts beperkt verkorten (5 min.)
Venlo
goed via A67, wel probleem doorstroming
bestaande situatie voldoet
Eindhoven
-goed verbonden -knelpunten op aansluiting op Hoofdwegennet (Flight Forum, Airport en GDC) en richting A58 -hoofdwegennet zit tegen capaciteit aan, ook bij completering ruit huidige infrastructuur mogelijk niet toereikend -t.a.v. onderliggend stedelijk wegennet: bij o.a. autoluw maken van stad (zie EOW) dient autobereikbaarheid van belangrijke plekken wel geborgd te blijven
-trein: centrum, TU/e en Strijp S goed ontsloten, de andere locaties niet. -verbeterde situatie rondom station Eindhoven, uitgaande van nieuw busstation -HOV: in alle richtingen voorzien, maar niet alles financieel gedekt. HOV snel van station naar station, van wijk naar wijk niet veel beter. Centrum en HTCE goed ontsloten. Airport: reistijd te lang en capaciteit onvoldoende op luchthavenreiziger afgestemd
De Peel (arbeidsmarktpotentieel)
-bereikbaarheid noordoosthoek onvoldoende (zuidoosthoek is via A67 veel beter ontsloten) -knelpunt: ontbrekende schakel Noordoostcorridor
bijdrage van (H)OV is beperkt
De Kempen (arbeidsmarkt en toeleveringsketen)
bij omleiding N69 Valkenswaard probleem op A67 tussen aansluiting omleiding en knooppunt De Hogt
Lokaal
BVR Adviseurs juni 2014
trein: goed, verbetert door PHS (6x IC p.u.)
reguliere buslijnen
-plannen voor Slowlane, groene corridor en radiale fietsroutes zijn slechts voor een deel ‘hard’, voor een deel nog geen financiële dekking -radiale routes en Slowlane (m.n. buiten binnenring) zullen leiden tot toename fietsgebruik -huidige binnenring in 2030 opgewaardeerd voor fietsers (inleveren van 1 rijstrook als extra ruimte voor de fiets)
-fietsgebruik hoog door aanleg radialen en Slowlane en ruimte op binnenring -toename aandeel e-bike: actieradius fietser vergroot
25
Opgave 4 - Vestigingsklimaat (Inter)nationale bekendheid en aantrekkelijkheid, quality of life Vestigingsklimaat wordt in toenemende mate belangrijk voor het aantrekken van bedrijven en werknemers. Gastvrijheid, een internationale oriëntatie, gevarieerde en attractieve woonmilieus, kwalitatief goede werklocaties (waaronder campussen waar open innovatie plaatsvindt), een actieve stedelijke cultuur en de verbinding tussen stad en land (het Brabants mozaïek) zijn essentieel. Uiteindelijk gaat het om mensen te binden en te stimuleren te investeren in Brainport. Om de energie in de samenleving aan te spreken is het nodig dat vanuit de wensen van mensen wordt gedacht: dat er veel keuzevrijheid is en het gewaardeerd wordt wanneer mensen met initiatieven komen. Regelruimte en het bieden van comfort, zowel op gebied van vervoer als toegankelijkheid van voorzieningen en gebruik van de ruimte, kunnen de energie van mensen activeren. Brainportregio Eindhoven is in 2011 uitgeroepen tot Slimste regio van de wereld en heeft daardoor een internationale status gekregen binnen de High Techsector. Niet voor niets is Brainport, naast de twee Mainports, van nationaal belang voor de internationale concurrentiepositie van Nederland. Binnen de eigen vakgemeenschap is de internationale bekendheid groot. De vraag is of dat genoeg is om na 2020 je verder door te ontwikkelen en de internationale status vast te houden.
Al eerder is in deze notitie gesproken over de noodzaak van crossovers tussen sectoren en het aantrekken en binden van kenniswerkers. Dit laatste geldt ook voor HBO- en MBO-opgeleid personeel. Uit de maatschappelijke trends en ontwikkelingen komt naar voren dat juist ‘zachte’ of immateriële waarden belangrijk zijn voor het vestigingsklimaat: op welke manier kan de Brainportregio aantrekkelijker worden voor bedrijven en werknemers? Tegenwoordig wordt vaak gesproken over ‘place making’. Wat is er nodig om van de regio
De bereikbaarheid van MBOpersoneel en toeleverende bedrijven voor Brainport
Legenda: Snelweg Spoorverbinding Campus Vliegveld MBO-opleiding Supplier Bus Auto Trein
26
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Eindhoven ‘the place to be’ te maken? In het Buck-rapport wordt als zwak punt de omvang en kwalificatie van de arbeidsmarkt genoemd waarbij het MBO-personeel het meest urgent is. Onderzoek wijst uit dat MBO-personeel graag woont in haar eigen omgeving en bereid is maximaal 45 minuten te reizen. Een eerste vergelijking van reistijd en MBO-opleidingen levert een voedingsbodem op voor de Brainportregio die zich uitstrekt van Breda, Den Bosch, Venlo tot vlak over de Belgische grens. Belangrijk is dat deze potentiële arbeidsmarkt ook bekend wordt met de mogelijkheden die de Brainportregio biedt aan interessante banen en dat de verbindingen binnen dit gebied comfortabel zijn. Wanneer reistijd wordt verkort kan de Brainportregio uit een nog groter gebied werknemers verleiden om in de Brainportregio te komen werken. Eenmaal verbonden met de Brainportregio is de verwachting dat een deel van het personeel zich ook hier gaat vestigen.
Grootstedelijke karakter en voorzieningen. Voor het aantrekken en vasthouden van kenniswerkers en nieuwe bedrijven wordt vaak genoemd dat het in de Brainportregio ontbreekt aan een grootstedelijk karakter met bijbehorende voorzieningen. Er zijn partijen die stellen dat voor grootstedelijkheid mensen gebruik kunnen maken van omliggende metropolen en dat de Brainportregio zelf aantrekkelijk is voor huisvesting van kenniswerkers met gezinnen die houden van de groene woonomgeving en de vele mogelijkheden aan sport en recreatie. Toch ervaren veel mensen het gemis van een centrumstad met een internationale uitstraling. Ook doen de sfeer en beleving van het centrum nog
BVR Adviseurs juni 2014
te weinig voelen dat men zich in Brainport bevindt. Vooral de kwaliteit van de stationsomgeving laat te wensen over. In de economische analyse (Rienstra Beleidsonderzoek en -advies) komt naar voren dat in de periode 2020-2040 de werkgelegenheid stabiliseert en de beroepsbevolking krimpt. Dat betekent dat bij groei van de Brainport, arbeidskrachten uit de omgeving (bijv. MBO) of uit het buitenland moeten worden geworven. De vraag is of je de arbeidskrachten in de stad laat wonen of van elders betrekt (forensisme, dus druk op de verbindingen). Dit hangt af in welke mate je de attractiviteit van Eindhoven en de regio kan vergroten voor kenniswerkers. Dit is verschillend per ontwikkelperspectief.
Herkomst van internationale kenniswerkers (bron: Decisio, 2014)
Een benchmarkvergelijking met andere kennisregio’s (Ecorys, 2013) laat zien dat het belangrijk is om als kennisregio een icoon te hebben. Voor de meeste regio’s is dit een ruimtelijk project, zoals de S-Bahn in München of het Oncopole (centrum voor kankeronderzoek) bij Toulouse. Ook in Eindhoven zou een dergelijk project van (inter)nationale schaal kunnen fungeren als katalysator voor verdere ruimtelijke en economische ontwikkeling.
27
Opgave 5 - Ontwikkelstrategie Welke ontwikkelstrategie past bij Brainport Avenue 2020-2040? In algemene zin kan worden opgemerkt dat het redeneren naar een doel en forse groei niet realistisch zijn. Belangrijk is om de ‘stip op de horizon’ te bepalen, met een groeipad waarin de stappen aangegeven worden hoe te bewegen in de gewenste richting. Door de tijd heen zullen andere inzichten ontstaan, nieuwe technologieën worden ontwikkeld waardoor het groeipad zal veranderen. Door de beslismomenten in de tijd vast te klikken kunnen er tijdens de rit besluiten worden genomen die de beweging van richting kunnen doen veranderen. Hoe verder in de tijd, hoe meer besluiten er zijn genomen en hoe minder flexibel de bewegingsruimte wordt. Dit is niet erg zolang de richting maar overeind blijft. In deze fase van het MIRT-onderzoek zijn de drie ontwikkelperspectieven naast elkaar gezet en op hun consequenties doordacht. Elk perspectief kent zijn eigen ontwikkelstrategie.
Adaptief programmeren is een methode, afkomstig uit het Deltaprogramma, om met onzekerheid in beleidsvorming om te gaan. Kernelementen hiervan zijn het op transparante wijze meenemen van onzekerheid, ruimte houden om mee te bewegen bij veranderende omstandigheden en het voorkomen van onder- en overinvesteren. (bron: Morselt, T. (2013), Adaptief programmeren: Een werkwijze om met onzekerheid in de beleidsvorming om te gaan)
Voor de drie ontwikkelperspectieven heeft Fakton een globale financiële verkenning uitgevoerd. Deze is als bijlage bij de rapportage opgenomen. Elementen uit de verkenning zijn verwerkt in de beschrijving van de drie ontwikkelperspectieven: Connected Region, Coolest Town en Tech City.
Op basis van de discussie over de perspectieven worden de bouwstenen geformuleerd voor de uiteindelijke gebiedsvisie (najaar 2014). De gebiedsvisie zal voorzien worden van een tijdpad en een voorstel voor adaptief programmeren.
28
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
BVR Adviseurs juni 2014
29
Uitgangspunten ontwikkelperspectieven De drie ontwikkelperspectieven gaan elk uit van een andere rol en betekenis van Brainportregio Eindhoven voor de Nederlandse economie. De (internationale) connectiviteit en een aantrekkelijk vestigingsklimaat zijn voor alle drie de perspectieven van belang. De wijze waarop dit wordt georganiseerd verschilt. Op onderdelen zijn er uitwisselingen mogelijk tussen de perspectieven. Op hoofdlijnen vertegenwoordigen ze elk een andere denkrichting.
2. Aanbod werklocaties
4. Demografische ontwikkeling
Wanneer de behoefte aan werklocaties wordt gekwantificeerd dan lijkt het aanbod in alle groeiscenario’s van het CPB nog ruim voldoende voor de komende 25 jaar. Belangrijk is te beseffen dat tussen 2014 en 2040 de potentiële beroepsbevolking krimpt.
Voor Zuidoost-Noord-Brabant (COROP) en Eindhoven (gemeente) wordt verwacht dat tot 2040 de totale bevolking groeit en de beroepsbevolking krimpt.
5. No regret-verkeersopgaven
Uitgangspunten uit de opgaven In de opgaven staan verschillende analyses die relevant zijn voor alle drie de perspectieven. De belangrijkste zijn hieronder nogmaals weergegeven.
30
1. Groeipad Brainportregio
3. Vraag werklocaties
Een passend perspectief voor de Brainportregio is de ontwikkeling tot Talent Town. Dit is mede gebaseerd op de gunstige sectorstructuur en een relatief goed presterende regionale en stedelijke economie. Als groeipad wordt Transatlantic Market als het meest waarschijnlijk gezien.
Er is een kwalitatieve vraag, gericht op herstructurering, kwaliteitsverbetering en specialiseren van de huidige locaties. Uitzondering kan gemaakt worden voor specifieke vragen uit de markt, zoals de Brainport Industrie Campus.
>> Verbetering internationale verbindingen auto en trein (zie ook discussie in REOS-kader) >> Verbetering shuttleverbinding Airport-Eindhoven CS >> Verbetering doorstroming A2 Weert-Eindhoven >> Aandachtspunten op A2 zoals Deil-Den Bosch (MIRT-onderzoek Kennisas) >> Problematiek A58: Tilburg-Eindhoven en St. Annabosch-Galder (MIRT-verkenning A58) >> Verbeteren doorstroming A67 Leenderheide en Someren, knp. De Hogt en aansluiting Veldhoven West (MIRT-onderzoek Goederencorridor Zuid) >> Noordoostcorridor (lopende MIRT-verkenning) >> Aansluiting GDC, Flight Forum Airport op A2 (opgelost door Quick wins aansluiting N2/A2) >> Aansluiting Veldhoven West >> P&R Genneper Park Van der Valk, Meubelpark >> Upgraden stationsomgeving >> Capaciteits- en kwaliteitsverbetering busstation >> Uitbreiding en verbetering HOV-netwerk >> Fietsnetwerk Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
6. Connectiviteit Brainportregio
8. Vraag en aanbod vestigingsmilieus
10. Relativering agglomeratiekracht
Belangrijk is dat de High Tech-sector direct verbonden is met andere internationale kenniscentra. Op Europese schaal zijn de Noord- en Zuidvleugel, het Rhein- en Ruhrgebied en de ELAt-driehoek belangrijke relaties. Voor de intercontinentale verbindingen zijn, naast Schiphol, Düsseldorf en Brussel belangrijke luchthavens. Op de schaal van Zuidoost-Nederland zijn verbindingen met de kennisclusters Maintenance Valley, Agro & Foodcluster, Health Valley en logistiek van belang.
Vestigingsklimaat wordt in toenemende mate belangrijk voor het aantrekken van bedrijven en werknemers. Gastvrijheid, een internationale oriëntatie, gevarieerde en attractieve woonmilieus, kwalitatief goede werklocaties (waaronder campussen waar open innovatie plaatsvindt), een actieve stedelijke cultuur en de verbinding tussen stad en land (het Brabants mozaïek) zijn essentieel. Regelruimte en het bieden van comfort, zowel op gebied van vervoer als toegankelijkheid van voorzieningen en gebruik van de ruimte, kunnen de energie van mensen activeren.
Het verbonden zijn met andere functies, het comfortabel kunnen reizen tussen steden, werklocaties en verbonden zijn met de wereld, wordt van groter belang geacht dan het hebben van eigen massa en het zelf in huis hebben van alle voorzieningen en faciliteiten. Wanneer je zelf interessant bent voor anderen wordt de verbinding en toegankelijkheid als vanzelf geagendeerd. Op de schaal van het netwerk van Noordwest-Europa is er in potentie een agglomeratie van 23 miljoen mensen. Om die te betrekken bij Brainport is verbetering van connectiviteit noodzakelijk, zowel digitaal als fysiek.
7. Synergie techniek en maatschappij
9. Crossover tussen de campussen en werklocaties
11. Ontwikkeling High Tech-sector
Door het toepassen van nieuwe technologieën in gebruiksvoorwerpen, de gezondheidszorg en de voedselproductie, komen techniek en maatschappij dicht bij elkaar. Design is in Eindhoven stevig verankerd en kan de Brainport dichter bij de mens brengen. Hierdoor is Brainport niet alleen voor technische mensen maar ontstaat er een brede Brainport Community.
BVR Adviseurs juni 2014
De campussen zijn de iconen van de clusters. Ze functioneren sterker door de nabijheid van landschap, een goed netwerk en een breed aanbod van werklocaties in de omgeving. Er is een wederzijdse versterking tussen werklocaties en andere clusters. Ook de nabijheid van stedelijke cultuur versterkt het cluster. Een duidelijke profilering van de werklocaties helpt om een kwaliteitsimpuls te stimuleren en hetgeen op de terreinen gebeurt zichtbaar te maken. Hier ligt de kans om relaties aan te gaan met de omliggende clusters waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe economieën, zoals Clean Tech-bedrijven en groene innovatie.
Productie wordt steeds geavanceerder en belangrijk is de kennis van ontwikkelen, maken en produceren dichter bij elkaar te brengen. In Brainportregio Eindhoven zitten kennisontwikkeling, maakindustrie en toeleverende bedrijven dicht bij elkaar. Zij zorgen voor een vestigingsklimaat waardoor bedrijven zich verbonden voelen met de regio. De uitwisseling en samenwerking tussen topinstituten, specialisten, toeleveranciers en maakindustrie wordt in de toekomst steeds belangrijker.
31
Selectie uitspraken bijeenkomsten “Eindhoven: plug and Play city” “Focus op bestaande werklocaties, specialiseer en zorg voor onderlinge verbindingen”
“Nadruk leggen op concentratie en niet op versnippering”
“Een tweede knoop (IC-station) kan als een vliegwiel fungeren dat andere functies aantrekt”
“Maak Brainport zichtbaar in de stad: laat meer mensen delen in succes”
“Het centrum is de “keuken” van de innovatie. Als bedrijven succesvol zijn trekken ze steeds verder (plek waar dingen tot stand komen)”
“Dansen op elkaars feestje”
“Ruimte is het cadeau van Eindhoven”
“Internationalisering moet onderdeel zijn van DNA regio Eindhoven” “Maak Airport de topontmoetingsplek “Zorg voor breed aanbod voor de consument van Brainport” met veel verschillende woon- en werkmilieus”
“Het ontwikkelen van een nieuw Centraal Station, kan een belangrijke aantrekkende werking hebben. Eindhoven heeft behoefte aan een ‘icoonproject’ net als Rotterdam”
“De stad Eindhoven moet functioneren als ‘open campus’: kennis- en maakeconomie, open innovatie en hoogwaardig en inspirerend ontwerp” 32
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
“Smart mobility wordt hier ontwikkeld en toegepast” BVR Adviseurs juni 2014
“Zet in op ‘shared facilities’ en ‘shared services’ tussen de werklocaties” 33
34
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Otto Raspe (PBL): “Hier past dan ook een strategie op ‘borrowed size’: het lenen van de kracht van nabije buren, waarin excellente verbindingen cruciaal zijn.”
Connected Region BVR Adviseurs juni 2014
35
Connected Region In Connected Region ligt de focus op het optimaliseren van de verbindingen, dus investeren in infrastructuur. De ontwikkeling van de werklocaties wordt verder door de ‘markt’ bepaald. Voor Connected Region is de internationale connectiviteit van belang. Die is het meest optimaal door verbindingen door de lucht, over de weg en het spoor, dicht bij elkaar te situeren. Bij het perspectief wordt ervan uitgegaan dat kenniswerkers en technisch personeel voor een deel van buiten de regio komen. Wanneer er geen tweede IC-station komt bij Acht betekent dit dat het best bereikbare regionale multimodale knooppunt niet gerealiseerd kan worden.
1 uur en 15 minuten reistijd en met een groeiende frequentie te bereiken. Het Rhein- en Ruhrgebied en de Vlaamse Ruit zijn slecht verbonden, met lange reistijden en diverse overstappen. De verbetering hiervan brengt de Brainportregio de verbinding tot een zeer grote agglomeratie en de verbinding met een groot kennisnetwerk. Directe verbindingen vragen om investeringen elders en om het aanpassen van dienstregelingen op het spoor. Hiermee ontstaat een geïntegreerd OV-netwerk voor de agglomeratie Noordwest-Europa. De hogesnelheidslijnen vanuit Amsterdam en Rotterdam hebben Nederland
aangesloten op België, Frankrijk en Duitsland. De verbindingen over Eindhoven naar Antwerpen/ Brussel, naar Düsseldorf en naar Aken versterken dit netwerk en zorgen voor een verdere integratie tussen regio’s. De High Tech-sector (waaronder Automotive) in de Brainportregio, maar ook de andere sectoren zoals Agro & Food zijn gebaat bij deze integratie van netwerken. De Brainport wordt sterker een onderdeel van de grotere agglomeratie en het bredere aanbod aan onderzoeksinstituten, kenniswerkers en bedrijven.
De Brainportregio ontwikkelt geen eigen stedelijke cultuur en is sterk afhankelijk van de stedelijke kwaliteiten van andere steden, zowel in Brabant, Nederland als Europa. Dit geldt ook voor ondersteunende functies zoals financiële dienstverlening en voor de woonmilieus. De Brainportregio richt zich op vooral High Tech. Lokaal krijgt de Brainportregio een impuls door de sterke verbindingen tussen de campussen en werklocaties.
Sterk netwerk, een geïntegreerd Europa De agglomeratiekracht van de Brainportregio is zwak. Echter, de potentiële agglomeratie is groot. Binnen een straal van 150 kilometer wonen 23 miljoen mensen. Deze worden nu onvoldoende bereikt. Met name het OV-netwerk is zwak. De relatie met de noordelijke en zuidelijke Randstad is direct. Deze gebieden zijn binnen
36
Brainport op internationale schaal: potentiële borrowed size & quality
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Infrastructuur Connected Region
De best bereikbare locatie in de regio De internationale treinverbindingen krijgen een stop in het nieuwe IC-station in Eindhoven Noordwest. Daarmee wordt de internationale connectiviteit verbonden aan het hoofdwegennet en de luchthaven. Dit knooppunt ligt op het kruispunt van de logistieke as tussen Rotterdam, Venlo en Duitsland en op de kennisas tussen Amsterdam, Utrecht en Maastricht/Aken. Met een nieuw IC-station dicht bij de Airport is de regio beter verbonden met de luchthaven. Het IC-station is een multimodaal overstappunt tussen (inter)nationale trein, snelweg, HOV en fietsnetwerk en middels een aparte shuttle met de Airport verbonden. Het station krijgt naast een P&R voor reizigers naar en vanuit Eindhoven, ook lang parkeren voor reizigers van de luchthaven. Met deze nieuwe knoop is niet alleen Eindhoven of de Airport beter bereikbaar, maar heeft de hele regio directe toegang tot een internationaal netwerk.
Legenda: Infrastructuur IC-station Acht / Airport HOV-lanes Airport Slowlanes Airport shuttle Snelweg Aansluiting snelweg BVR Adviseurs juni 2014
37
Connected Region Onderscheidende campussen met hechte relaties Ruimte wordt geboden voor een verdere ontwikkeling van onderscheidende campussen en werklocaties. Landschap, verblijfsgebieden en een goede interconnectiviteit tussen werklocaties onderling en met het openbaar vervoer versterkt de ruimtelijke kwaliteit van de gebieden, maar ook de uitwisseling tussen de werklocaties en de bereikbaarheid voor werknemers. Het HOV-netwerk en langzaam verkeersnetwerk, de Slowlane, wordt verder uitgebreid conform de bestaande plannen. Het radiale OV-systeem van Eindhoven wordt een tangentieel systeem en er komen directe verbindingen tussen werklocaties onderling en met de belangrijke OV-knopen.
Scenario’s Brainport Development Wanneer we perspectieven vergelijken met de scenario’s van Brainport Development dan valt op dat Connected Region past bij het scenario ‘Europa in dilemma’. De directe internationale verbindingen met andere economische regio’s worden dan steeds belangrijker, wil je in de Brainportregio nog een bestaansrecht hebben.
De verkeers- en vervoersstructuur voor Connected Region kenmerkt zich door: >> Knooppuntontwikkeling en tangentieel systeem >> Een excellente bereikbaarheid >> Nieuwe OV-knoop bij Acht >> Volwaardige knoop, toegankelijk voor alle modaliteiten, bijv. goede aansluiting op het fietsnetwerk >> Zware OV-as tussen IC-station Acht en Airport, maximaal twee stops (bijv. P&R tussen station Acht en A2 en campus ten westen van A2)
38
>> G oede aansluiting op het lokale en regionale OVnetwerk. >> Stevige parkeercapaciteit (combi met Airport is te overwegen/noodzakelijk) >> Ruime mogelijkheid fietsparkeren Er is in dit ontwikkelperspectief, vanuit de integrale afweging, een keuze gemaakt voor de ontwikkeling van een nieuw station bij Acht. Het te verwachten aantal in- uitstappers is te laag om in aanmerking te komen voor een IC status, ook met het toevoegen van een HOV netwerk aansluitend op station Acht. Dit geldt ook bij een toename naar 7 miljoen reizigers voor de luchthaven in 2040. >> Tangentieel netwerk van HOV-lanes voor verbinding campussen >> Het is essentieel dat station Acht en Eindhoven een knoop zijn in radiale en tangentiële systeem >> Nieuw HOV-busstation bij station Acht en beperkte vernieuwing busstation Eindhoven Centraal >> (Inter)nationale spoorverbindingen >> Directe verbindingen met Düsseldorf, Aken en Brussel >> Voor dit perspectief is rechtstreekse verbinding Eindhoven-Düsseldorf een ‘must have’. Realisatie hiervan scoort positief in MKBA (2013). >> Auto >> Verwachting dit perspectief op het HWN geen extra problemen veroorzaakt >> Op lokaal niveau kan prioritering (H)OV doorstroming autoverkeer verminderen. Dit effect kan worden opgeheven door een modal shift naar OV.
De ontwikkelstrategie voor Connected Region kenmerkt zich door onderstaande aandachtspunten: >> Focus binnen het perspectief ligt op het realiseren van de onderlinge verbindingen. Deze moeten perfect zijn. >> Het programma is volgend op de investeringen in verbindingen, infrastructuur en water en groen. Het perspectief geeft geen prioriteit aan programma’s of gebieden. >> Het lijkt voor de hand liggend dat de overheid zich richt op het creëren van optimale verbindingen (bereikbaarheid) en vervolgens aan de markt overlaat welke gebieden het in ontwikkeling neemt. Het lijkt op een Angelsaksische, klassieke overheidsrol om het ‘grid’ te creëren en daarbinnen ontwikkeling te faciliteren. >> Het perspectief geeft geen concrete ruimtelijke invulling aan het imago van Eindhoven, anders dan verbetering van de infrastructuur.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Tangentieel OV-netwerk
Create, make, shop op regionale schaal
Legenda Legenda
Legenda: Legenda Legenda
Slowlane Slowlane Slowlane Slowlane HOV HOV HOV
HOV Slowlane Slowlane HOV HOV
Airport shuttle Airport shuttle
Airport shuttle Airport shuttle
Airport shuttle Airport shuttle
Spoor Spoor Spoor
Spoor Spoor Spoor
Station Station
Station/Airport Station Station Station
Campus Campus
Campus
Campus Persoonlijk vervoersnetwerk Persoonlijk vervoersnetwerk
Campus Campus BVR Adviseurs juni 2014
P&R P&R
Park & Ride Park & Ride
Persoonlijk vervoersnetwerk
39
Connected Region Gebied
Planning
Programma
Gebieden en programma’s Campussen
2020-2040
Autonome ontwikkeling ruimte volgens regionale afspraken + BIC ‘op groen’
Overige werklocaties
2020-2040
Autonome ontwikkeling, regio afspraken, vraag gedreven
Stedelijke locaties
2020-2040
Autonome ontwikkeling, vraag gedreven
Infrastructuur IC Acht
IC-station
Parkeren GDC Noord, vrije locaties
P&R stad P&R IC-station Lang parkeren luchthaven
HOV 3
2020-2030
Airport shuttle Busstation IC Acht Slowlanes, groene corridor
2020 - 2030
TU/e – HTC, TU/e – BIC, BIC - HTC
Slowlanes
2030 – 2040
BIC – Ekkersrijt TU/e - Ekkersrijt
Groen/water/openbare ruimte Op en nabij campussen
40
2020 – 2040
Extra investering in groen, water en openbare ruimte
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Legenda: Ontwikkellocaties Airport Campussen
Infrastructuur IC-station Acht / Airport HOV-lanes Airport Slowlanes Airport shuttle Snelweg Aansluiting snelweg
Groen / Water Groene Campus BVR Adviseurs juni 2014
41
42
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Louis Zacharilla (ICF): “That will allow people from Singapore or California to look at it and say: I wanna be there. Because I see something going on there that looks cool”.
Coolest Town BVR Adviseurs juni 2014
43
Coolest Town Coolest Town gaat ervan uit dat op het gebied van wonen, voorzieningen en Leisure de stad Eindhoven een kwaliteitssprong maakt. Daarvoor is het nodig dat de massa zich concentreert in het gebied binnen de Ring. Hier vindt de ontmoeting en open innovatie plaats tussen de verschillende sectoren en werkvelden die de regio biedt. Belangrijk is dat er een duidelijke stedelijke knoop komt, Eindhoven Centraal, waar de internationale treinen stoppen en een directe en comfortabele verbinding is tussen Eindhoven Centraal en Eindhoven Airport. Kenniswerkers die een meer stedelijk woonmilieu wensen met stedelijke cultuur, vinden dit in Eindhoven. De focus ligt op het concentreren van functies en massa, de ontwikkeling van een creatief cluster en living labs. Het vliegwiel voor Coolest Town is de nieuwe knoop op station Centraal. Hier komt alles samen en ontstaat de ‘place to be’. Het is de magneet voor Eindhoven die verschillende doelgroepen aantrekt, die een plek kunnen krijgen in het living lab van Eindhoven. Dit nieuwe imago maakt Eindhoven tot een gewilde plek, niet alleen voor de Brainport maar voor de hele gemeenschap, tot ver in Nederland of over de wereld.
Ruimte voor ontwikkeling, experiment en vernieuwing Om de aantrekkelijkheid van Eindhoven te vergroten wordt de aanpak, die is ingezet met de ontwikkeling van Strijp S, toegepast in het gehele gebied binnen de Ring en zelfs met een hogere ambitie. Hier komt
44
maakindustrie, design, productie en funshoppen samen. De ruimte in leegstaande panden of in de openbare ruimte wordt benut voor informele ontmoetingsplekken, tijdelijke functies en werkplaatsen. Op die manier krijgen gebieden een nieuwe impuls waardoor ze op termijn aan waarde winnen. Het gebied is een living lab, vooral op het terrein van smart city-concepten en smart mobility. Op termijn nemen nieuwe vormen van vervoer de traditionele middelen over. Dit betekent dat er alternatieven komen voor vervoer per bus, wat gevolgen heeft voor de omvang van het busstation. Ook het straatbeeld zal hierdoor veranderen. GPS-gestuurde vervoermiddelen op duurzame energie bepalen het beeld. Eindhoven bevat belangrijke ingrediënten voor het ontwikkelen van een interessant stedelijk centrum. De TU/e Campus, de Design Campus, de Fontys hogeschool, de aanwezige maakindustrie, het grote aanbod aan detailhandel en de ontwikkelruimte in het centrum vormen tezamen een potentieel creatief cluster. >> Detailhandel ontwikkelt zich tot een ‘create make shop’-concept. >> Maakbedrijven blijven een plek houden in het centrum, dicht bij de TU/e en de DAE. >> Lege gebouwen worden broedplaats voor startende bedrijven >> De beleidsruimte biedt diversiteit aan woon-werkmilieus, attractief voor ontwerpers, startende ondernemers en werknemers in de regio. >> Geleidelijke verdichting van de binnenstad met meer stedelijk wonen.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Bedrijven uit de regio adopteren gebouwen voor start-ups
BVR Adviseurs juni 2014
45
Coolest Town Internationaal verbonden, een nieuw hart voor stedelijk Eindhoven en de Brainport De stationsomgeving van Eindhoven is verouderd en wordt gedomineerd door bus en autoverkeer. Tegelijkertijd is de capaciteit van het busstation onvoldoende. De aankomst in Eindhoven is hierdoor chaotisch en onaantrekkelijk. De TU/e campus en het stadscentrum zijn niet zichtbaar. Ook het nabijgelegen Dommeldal en zijn groene omgeving zijn verstopt. Vanuit station Eindhoven zijn bovendien vele bestemmingen niet goed bereikbaar. Het comfort ontbreekt grotendeels. Aantrekkelijke fietsroutes naar de campussen zijn niet compleet. De reistijd met Düsseldorf, Aken en Brussel is te lang en de verbinding niet direct. De Airport is direct verbonden, maar de route is te lang en onaantrekkelijk. De bus is niet aangepast aan reizigers van de Airport, ruimte voor bagage ontbreekt. Het aanpakken van deze problematiek vraagt om een grote transformatie. Een nieuw Centraal Station is vliegwiel voor de ontwikkeling van de binnenstad. Het station is de centrale ontmoetingsplek voor de campussen in de regio, een icoon van de Brainport. Op en rond het station vinden de belangrijkste investeringen plaats, een focus van tijd, energie en massa. Het nieuwe CS zet de binnenstad van Eindhoven op de kaart, is een icoon voor de Brainport en een impuls voor bedrijven en mensen om zich in Eindhoven te vestigen. De transformatie van het station en de omgeving pakt zowel de onaantrekkelijke omgeving aan als de verbinding van Eindhoven met zijn belangrijkste lokale, regionale en internationale locaties en netwerken. De transformatie bestaat uit de volgende onderdelen:
46
>> Directe verbindingen met Düsseldorf, Aken en Brussel >> Start ontwikkeling van een smart mobility-netwerk (innovatieve vervoersmodaliteiten) in Eindhoven met meer nadruk op nieuwe vervoerssystemen en de fiets. Aanpassing van de Fellenoord en de wegen richting centrum. >> Nieuw stationsgebouw en OV-gebouw. Icoon voor de stad waar de nieuwe vervoerslijnen en modaliteiten bij elkaar komen. >> Nieuwe aula van de Brainport en de onderwijsinstellingen in Eindhoven. Deze dient tevens als congresgebouw en collegezaal. De universiteit en Brainport krijgen hiermee een adres direct aan het station. >> Gemengd stedelijk programma in de Spoorzone. Het gebied wordt prioritair ontwikkeld. De sterk verbeterde connectiviteit en de opwaardering van de openbare ruimte zijn een belangrijke impuls. >> Opwaardering van de openbare ruimte met nadruk op voetganger en fiets en de groene inrichting van het Dommeldal.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Station en omgeving als vliegwiel: mobiliteit, icoon, stedelijke programma’s, ontmoetingsplek, openbare ruimte
BVR Adviseurs juni 2014
47
Coolest Town Smart mobility-netwerk, icoon van Brainportinnovatie Een smart mobility-netwerk wordt door de jaren heen uitgebreid. Dit netwerk geeft prioriteit en ruimte aan innovatieve vervoersmodaliteiten. Stad en regio worden een living lab waar dit vervoer wordt getest en toegepast. Een nieuw smart mobility-netwerk omvat bijvoorbeeld systemen voor het delen van vervoer, makkelijk overstappen op verschillende soorten vervoer en nieuwe vormen van persoonlijk vervoer. De elektrische fiets heeft bijvoorbeeld nu al een groter gebruik en kan wijze van verplaatsingen significant veranderen als de bijbehorende faciliteiten ervoor zijn, zoals fietsparkeren, speciale routes en deelgebruik. De start is voor 2020 al gemaakt met de Slowlane en de groene corridor. Dit netwerk wordt vanaf 2020 tot na 2040 stap voor stap uitgebreid en bestaat uit: >> Een netwerk van de Slowlane en groene corridor voor fietsers die de stad met de campussen en de stadsparken en recreatiegebieden verbindt. >> Exclusieve airport shuttle verbindt het station direct en comfortabel met de Airport >> Een netwerk van Shared lanes dat de historische radialen van Eindhoven transformeert tot verblijfsplekken en routes exclusief voor smart mobility-vervoer en langzaam verkeer. >> Een Fastlane-netwerk (voor snel verkeer) waar bestaand autoverkeer en smart mobility-vervoer de stad verbinden met zijn omgeving. >> P&R-locaties bij de snelwegafslagen, overstappunten van auto op smart mobility-vervoer.
48
Innovatie in netwerken: bestaande autowegen worden ingezet voor nieuwe vervoermiddelen
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Infrastructuur Coolest Town
Legenda: Infrastructuur Snelweg Fastlanes Shared lanes Slowlanes / groene corridor Airport shuttle BVR Adviseurs juni 2014
49
Coolest Town Groei van het stedelijk gebied, de ontwikkeling rond het historische centrum De directe omgeving van het station en historische centrum wordt na een aantal jaren van experimenteren geleidelijk aan getransformeerd tot een gemengd stedelijk gebied. Groen en water zijn onderdeel van deze transformatie. In de Emmasingellocatie wordt de Gender weer zichtbaar gemaakt. Aan de oostzijde wordt het Dommeldal zichtbaar tot aan de Kanaalstraat en Vestdijk. Bestaande gebouwen, zoals het klooster en nieuwe gebouwen liggen in het groene Dommeldal.
Legenda: Ontwikkellocaties
Infrastructuur
Spoorzone en Oostcorridor
Fastlanes
Kanaalzone
Shared lanes
Onderwijs
Slowlanes / groene corridor
Strijp S
Airport shuttle
Stadiongebied Strijp T
50
Groen / water
Design-netwerk
Nieuwe Gender
Emmasingel
Groene openbare ruimte
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Werken in de stad, wonen aan het groen De Kanaalzone is lange tijd de belangrijkste plek voor start-ups, werkplaatsen en maakindustrie. Geleidelijk transformeert dit gebied tot een meer gemengd gebied waar wonen en werken samen gaan. Water is hier een aanvullende verblijfs- en woonkwaliteit. Ook Strijp T zal geleidelijk aan transformeren en ruimte bieden aan zowel de maakindustrie als stedelijk programma.
Legenda: Ontwikkellocaties Spoorzone en Oostcorridor Kanaalzone Onderwijs Design-netwerk
Infrastructuur Fastlanes Shared lanes Slowlanes / groene corridor
Groen / water Dommeldal Groene openbare ruimte BVR Adviseurs juni 2014
51
Coolest Town Scenario’s Brainport Development Wanneer we Coolest Town vergelijken met de scenario’s van Brainport Development dan past dit perspectief heel goed bij ‘open competitie’ waarbij kleinschalige, meer organische ontwikkeling, kleine marktbewuste bedrijven en open innovatie een kans krijgen.
>> >>
De verkeers- en vervoersstructuur voor Coolest Town kenmerkt zich door: >> Stationsgebied >> Herinrichting stationsgebied noodzakelijk, inverse Fellenoord >> Modal split veranderen, >> Meer ruimte voor langzaam verkeer >> OV-verbinding naar Airport, kort en comfortabel is noodzakelijk. Airport shuttle is een must. >> Station >> Nieuw station als vliegwiel voor ontwikkeling >> Perroncapaciteit, aangepaste tunnel en aantal sporen hoeven hiervoor niet uitgebreid te worden >> transformatie Neckerspoel. Smart mobility en airport shuttle worden geaccommodeerd door nieuw OV-gebouw >> Regionaal en lokaal openbaar vervoer: ombouwen van netwerken voor innovatieve vormen van verplaatsen en ontmoeten >> Kenniscentrum. >> Directe verbindingen met Düsseldorf, Aken en Brussel
52
>>
>>
>> Verbinding met Duitsland is voor het kennisnetwerk van groot belang. Vanuit vervoerswaarde is de verbinding niet van groot belang, vanuit vervoersoogpunt is het wel een ‘nice to have’. Betrekken TU/e Campus bij station, fysiek en vervoerskundig aansluiten Zonestructuur Eindhoven >> Binnenste ring; innovatieve OV-principes >> Buitenste ring met P&R Auto >> Verwachting dat hoofdwegennet geen additionele problemen krijgt ten opzichte van de foto 2030. >> Regionaal en lokaal: mogelijkheid voor creëren P&R op terreinen buiten Eindhoven/aan stadsrand (o.a. om auto uit binnenstad te weren). Deze terreinen middels innovatieve modaliteiten verbinden met het centrum. Fiets >> Omvang van fietsparkeren aansluiten op nieuw programma >> Ruimte voor fiets in binnenstad (bijv. voorrang voor fietsers)
De ontwikkelstrategie voor Coolest Town kenmerkt zich door onderstaande aandachtspunten: >> De focus van het perspectief ligt op binnenstedelijke investeringen en programma’s. Hier gaat in eerste instantie alle aandacht en geld naartoe. >> De voornaamste gedefinieerde opgave betreft het Centraal Station van Eindhoven. Deze moet de toegang worden tot een aantrekkelijkere binnenstad. De ontwikkeling van programma loopt in tijd en locatie gelijk met dit project. >> De rol van de overheid concentreert zich op het project ‘Station Eindhoven Centraal’, daar investeert en coördineert de overheid. Daarnaast kan de overheid optreden als initiator van de transformatieopgaven binnen het stedelijk gebied. En dan niet in een klassieke rol door veel vastgoedposities op te kopen, maar door op kleine schaal initiatieven te starten in bestaand vastgoed. Naast de hardware dus ook de software. De transformatie is organisch en traag en kent de precisie van ‘chirurgie’. >> Het perspectief geeft invulling aan het imago van Eindhoven door het bestaande centrum te versterken.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Eindhoven Centraal Station met smart mobility-netwerk
Legenda Legenda Legenda Slowlane Legenda
Legenda: Slowlane HOV
Legenda Legenda
Slowlane
Slowlane Slowlane HOV Airport shuttle
Slowlane
Airport shuttle Spoor HOV HOV
HOV Slowlane Slowlane
HOV
Spoor
HOV HOV
Airport shuttle Airport shuttle
shuttle Airport shuttle
Station Airport
Airport shuttle Airport shuttle
Station Spoor Spoor Spoor
Spoor Spoor Spoor
Campus
Station Station
Station/Airport
Campus Station
Station Station
Campus Campus
Campus
Persoonlijk vervoersnetwerk Persoonlijk vervoersnetwerk
Persoonlijk vervoersnetwerk
Campus Persoonlijk vervoersnetwerk Persoonlijk vervoersnetwerk
P&R P&R P&R P&R
Campus Park Campus & Ride
Park & Ride
Park & Ride Park & Ride Park & Ride
Persoonlijk vervoersnetwerk
BVR Adviseurs juni 2014
Persoonlijk Persoonlijk vervoersnetwerk vervoersnetwerk
53
Gebied
Planning
Programma
Gebieden en programma’s Spoorzone
2020 – 2030
350.000 m2 bvo = gemeentelijk programma + congres/aula/hotel
Strijp S
2020 – 2030
Gemeentelijk programma
Emmasingel
2020 – 2040
Gemengd programma, geleidelijke transformatie / renovatie. Toevoeging circa 30.000 m2 bvo
Kanaalzone west + Oostcorridor
2030 - 2060
Gemengd programma (bedrijven, wonen, kantoren, retail, leisure/recreatie), geleidelijke transformatie. Toevoeging circa 450.000 m2 bvo bij herontwikkeling van 50% gebied
Verdichting stad
2020 – 2060
geleidelijke transformatie, toevoeging circa 1000 woningen
Experimenteerruimte in de stad, ruimte voor evenementen
2020 – 2040
Vrijere regels, werkplaatsen, bedrijven, wonen, cultuur, etc. Toevoeging aan creatieve stad
Overige campussen / werklocaties
2020 – 2040
Autonome ontwikkeling, zonder stedelijk programma (wonen, kantoren, retail, leisure)
Infrastructuur Stationsgebouw
2025-2030
Internationaal treinstation, grote hal, winkels
OV-gebouw
2025-2030
OV-gebouw met diverse lagen, te gebruiken als parkeergarage, fietsenstalling, busplatform en voor mobiliteitsaanbieders.
Airport shuttle Inverse Fellenoord
2020
Directe lijn van CS naar Airport
2025-2030
Aanpassing infra voor voetgangers, fiets en smart mobility
Slowlanes / groene corridor (ontbrekende delen corridor: Strijp T, stationsgebied, Spoorzone)
2020 – 2040
TU/e – HTC (2020) TU/e – Ekkersrijt (2030) TU/e – BIC (2025) TU/e – Kanaalzone (2040)
Shared lanes
2020 – 2040
16 km.
Fastlanes
2030 – 2060
25 km.
HOV-baan
2025
Geen verdere ontwikkeling, HOV ook gebruiken voor smart mobility
Groen/water/openbare ruimte Nieuwe Gender
54
2030
Verbinden water, zichtbaar water, groene inrichting
Dommelvallei
2020 – 2040
Inrichting recreatief natuur- en verblijfsgebied
Openbare ruimte centrum
2020 – 2040
Verhogen kwaliteitsniveau inrichting openbare ruimte in centrum Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Legenda: Ontwikkellocaties Spoorzone en Oostcorridor Kanaalzone Onderwijs Strijp S Stadiongebied Strijp T Design-netwerk Emmasingel
Infrastructuur Fastlanes Shared lanes Slowlanes / groene corridor Airport shuttle
Groen / water Nieuwe Gender Groene openbare ruimte BVR Adviseurs juni 2014
55
56
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Eindhoven is uitgeroepen tot slimste regio van de wereld. De Amerikaanse denktank Intelligent Community Forum had Eindhoven al drie jaar achter elkaar genoemd in de top-7 slimste plekken.
Tech City BVR Adviseurs juni 2014
57
Tech City In Tech City ligt de focus op het ontwikkelen en verder uitbouwen van een crossover cluster in Noordwest met prioritering van de ontwikkelingen in dit gebied. Het vliegwiel is een gebiedsontwikkeling in Noordwest met Eindhoven Airport en knooppuntontwikkeling rondom een nieuw IC-station als hart van de gebiedsontwikkeling. Aanleg en versterking van infrastructuur volgt de gebiedsontwikkeling.
Met een krachtige ontwikkeling van Eindhoven Noordwest maakt de Brainportregio een schaalsprong in de basisprincipes van de campussen. Het gebied tussen Airport, BIC en IC-station Airport ontwikkelt zich tot internationale ontmoetingsplek en regionale verbinding tussen kennisspecialismen. Een stimulans voor de internationale aantrekkingskracht voor bedrijven en werknemers, en voor de ontwikkeling van nieuwe specialisaties uit crossovers. De Brainportregio
Tech City zelf wordt meer een bestemming voor de (internationale) Brainport Community, omdat het crossover cluster een aantrekkingskracht heeft op de sector en door de congres- en hotelfaciliteiten op Eindhoven Airport. Wanneer de knoop rondom het nieuwe IC-station wordt ontwikkeld met publiek aantrekkende functies wordt het een bestemming voor een bredere doelgroep (concertgangers, funshoppers etc.).
concentreert daarmee zijn kracht en wordt zichtbaar een leidende mondiale speler. De Brainport-regio is een aantrekkelijke vestigingslocatie voor bedrijven. Voor werknemers zijn andere steden in de regio en de rest van Nederland van belang voor het culturele klimaat en stedelijke woonomgevingen. De ontwikkeling krijgt een impuls op drie vlakken: prioritering in en uitbreiding van programma, mobiliteit en landschap.
Een centrum voor de Brainport De Brainport is samen met de twee Mainports de drijvende kracht van de Nederlandse economie. De specialismen (Automotive, Life Sciences & Health, Agro & Food, High Tech maakindustrie en Creatieve industrie) zijn verspreid over de regio en hebben elk hun eigen campus. Een plek waar open innovatie, kennis en productie samenkomen in een groene omgeving gericht op ontmoeting.
Netwerkregio met de belangrijkste economische clusters
58
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Ontmoetingsplek voor de Brainport Community
BVR Adviseurs juni 2014
59
Tech City Innovate, Create, Make, Shop and Meet De campusontwikkeling van de Brainport Industries ligt centraal in een gebied dat zich vanaf 2020 sterk zal ontwikkelen. De BIC is de plek waar de leidende 1e, 2e en 3e lijns High Tech toeleveranciers in Nederland samenkomen en samenwerken om technische ideeën en innovaties om te zetten in producten. De Airport ontwikkelt zich als luchthaven, maar ook als werklocatie en ontmoetingsplek voor de zakelijke markt en congressen. De omgeving rondom het nieuw IC Airport, het huidige GDC Zuid, ontwikkelt zich als de meer toegankelijke kant van de Brainport. De grootschalige detailhandel onderscheidt zich door het aanbod aan in de Brainport geproduceerde producten en door de verbinding tussen internetwinkelen, 3D printing-technieken en fysieke winkels. Philips, ASML, Shapeways en BOL.com in een fysiek winkelgebied. Dit gebied, aangrenzend aan het Brainport Park (voorheen Landelijk Strijp), is tevens een woon- en werkgebied. PSV krijgt hier een multifunctioneel stadion.
Legenda: Ontwikkellocaties
Infrastructuur
Airport
IC-station Acht
GDC Zuid
Snelweg
Park Forum
HOV-lanes
Westfield
Slowlanes
BIC
Airport shuttle
Landelijk Strijp
Groen / Water Groene Airport Groene corridor / Westfield green
60
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Infrastructuur Tech City
Internationaal, regionaal en lokaal verbonden Intercitystation Airport maakt de Airport en de werklocaties in Eindhoven Noordwest bereikbaar vanuit de regio en daarbuiten. Het is een knooppunt waar alle modaliteiten goed vertegenwoordigd zijn en het transformeert het radiale OV-systeem van Eindhoven naar een tangentieel systeem. Station Eindhoven wordt hiermee ontlast. Een transformatie van het busstation en de infrastructuur is in het centrum dan niet meer vereist. Bij IC-station Airport ligt een gecombineerde parkeervoorziening voor de luchthaven, de programma’s in GDC Zuid en voor de P&R naar en vanuit de stad. Vanuit het IC Airport is er een directe en exclusieve airport shuttle naar de luchthaven. Met deze landzijdige ontsluiting van de Airport kan de luchthaven blijven groeien in aantal vluchten en passagiers, maar ook als zakelijke bestemming. Het gebied rond het station is zelf ook door zijn intensieve programmering, vergelijkbaar met bijvoorbeeld Rotterdam Alexander, een bestemming. Lokaal krijgen de verbindingen naar de campussen en de binnenstad een impuls door de aanleg van het HOV 3-netwerk en de Slowlane.
Legenda: Infrastructuur IC-station Acht Snelweg HOV-lanes Slowlanes Airport shuttle BVR Adviseurs juni 2014
61
Tech City
Landschap als icoon
Werken in de Brainport en wonen in het landschappelijke Noord-Brabant
Een belangrijke kracht van Noord-Brabant en de Brainportregio is de verweving van stad en land en het aantrekkelijke landschap. Dit is een belangrijke vestigingsfactor. Stedelijke kwaliteiten zijn elders in de regio en de Randstad te vinden. Hier ligt de nadruk op wonen in lage dichtheden en een groene omgeving. Ook de werkgebieden, met name de campussen, gaan uit van de kwaliteit van een groene omgeving. De werklocaties in Noordwest zijn alle ingebed in een groene omgeving. Het Brainport Park (Landelijk Strijp) is een al aanwezige kwaliteit. Deze wordt op de BIC, op de Airport, het GDC Zuid en richting het Groene Woud verder uitgebreid. Langzaam verkeersroutes (Slowlane en groene corridor) en water (Ekkersrijt) verbinden landschap en werklocaties.
62
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Landschap van Tech City, van Brainportpark naar Groene Woud
Legenda: Infrastructuur Slowlanes
Groen / Water Groene Airport Ekkersrijt Groene corridor / Westfield green Landelijk Strijp BVR Adviseurs juni 2014
63
Tech City Scenario’s Brainport Development Tech City lijkt bijna een ruimtelijke vertaling van ‘winner takes all’, het scenario van Brainport Development waarbij het accent ligt op grootschalige ontwikkeling en de ontwikkeling van een megaregio.
De verkeers- en vervoersstructuur voor Tech City kenmerkt zich door: >> Knooppuntontwikkeling en tangentieel systeem >> Tangentieel netwerk van HOV-lanes voor verbinding campussen >> Het is essentieel dat station Acht en Eindhoven een knoop zijn in radiale en tangentiële systeem >> Nieuw HOV-busstation bij station Acht en beperkte vernieuwing busstation Eindhoven Centraal >> Een excellente bereikbaarheid. Directe verbindingen met Düsseldorf, Aken en Brussel >> Nieuwe OV knoop >> Goede aansluiting op het lokale en regionale OVnetwerk >> Ontwikkelingen op en nabij station nodig (winkels, kantoren etc.) >> Stevige parkeercapaciteit (combi met Airport is te overwegen/noodzakelijk) >> Ruime mogelijkheid fietsparkeren >> GDC transformeren en ruimte maken voor OVgezinde bestemmingen
64
>> Om bij de luchthaven Eindhoven een station te realiseren met Intercitystatus is aanvullend een uitgebreid ruimtelijk programma nodig om voldoende in- en uitstappers te kunnen realiseren (als referentie voor dit programma kan Rotterdam Alexander dienen) en dienen de netwerken van het openbaar vervoer, auto en fiets optimaal verknoopt te worden op deze plek. >> Eindhoven Airport is gebaat bij sterke HOV verbindingen met Eindhoven Centrum, station Acht en enkele grote regionale knooppunten. >> Betrekken BIC en Airport bij station. Gerichte stedelijke ontwikkeling, rekening houdend met nieuwe station >> Auto >> Om bij een sterke groei van de luchthaven en het ruimtelijk programma van de Brainport in de periode tot 2040 de doorstroming van het autoverkeer te garanderen, zullen specifieke maatregelen op het hoofdwegennet en het onderliggend wegennet nodig zijn. >> Door de sterke knooppuntontwikkeling van Tech City wordt de westzijde van de Randweg nog sterker belast dan nu het geval is. >> Versterking van rijkswegen nodig op de A2 en A58 (meer dan huidige plannen) en het onderliggende wegennet. >> Fiets >> Uitbreiding fietsnetwerken vanuit luchthaven en station Acht
De ontwikkelstrategie voor Tech City kenmerkt zich door onderstaande aandachtspunten: >> De focus van het perspectief ligt op de westelijke uitbreiding van Eindhoven en op de campussen en (werk)locaties in dat gebied. >> De voornaamste gedefinieerde opgaven betreffen de aanleg van een IC-station bij Acht én de ontwikkeling van de uitleglocaties eromheen. De locaties moeten een perfecte kwaliteit hebben. Vervolgens schetst het perspectief ook een forse transformatieopgave van bestaande werklocaties. >> De rol van de overheid concentreert zich op het project ‘IC-station Acht’, uitleglocaties en de transformatieopgave van bestaande werklocaties. Bij de infrastructurele opgave speelt de overheid een leidende rol. Bij de uitleglocaties meer een faciliterende rol (tenzij het zelf eigendom heeft). Bij de transformatieopgave van de werklocaties lijkt een actieve rol van de overheid noodzakelijk te zijn om de transformatie kans van slagen te geven. >> Het perspectief geeft invulling aan het imago van Eindhoven door volledige focus op de campussen en werklocaties.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Tangentieel OV-netwerk
Legenda Slowlane
Legenda HOV Legenda
Legenda: Airport shuttle Legenda Legenda
Slowlane Spoor Slowlane Slowlane
Slowlane
HOV HOV HOV Slowlane Station HOV Slowlane HOV HOV
Airport shuttle Airport shuttle
Airport shuttle Airport shuttle
Airport shuttle Airport shuttle
Campus
Spoor Spoor Spoor
Spoor Spoor Spoor
Station Station
Station
Persoonlijk Stationvervoersnetwerk
Station Station
Campus Campus
P&R
Campus Park & Ride
Park & Ride
Campus Persoonlijk vervoersnetwerk Persoonlijk vervoersnetwerk
Campus Campus BVR Adviseurs juni 2014 Park & Ride P&R P&R
Park & Ride
Persoonlijk vervoersnetwerk
65
Gebied
Planning
Programma
Gebieden en programma’s GDC Zuid (50 ha.)
2025 - 2050
Prioriteitsgebied programma’s Leisure/retail 100.000 m2, wonen 150.000 m2, kantoren en onderwijs 100.000 m2, multifunctioneel stadion 15 ha. groen, parkeren
GDC Noord
2020 - 2040
Opwaardering werklocatie, volledig ontwikkelen bij voldoende vraag
Bedrijventerrein Airport Circa 75 ha.
2020-2060
Prioriteitsgebied programma’s Kantoren, congres, hotels, bedrijven Totaal 600.000 m2, 25 ha. groen, 25 ha. infra/parkeren; vraag gedreven transformatie
Tech City-werklocaties, met onder andere de BIC, Westfields, Park Forum, totaal circa 200 ha.
2020-2060
Prioritaire ontwikkeling
Stedelijke locaties
2020-2040
Autonome ontwikkeling, lage woondichtheden, verdunnen, vergroenen, vraag gedreven, geen concurrerende programma’s voor Airport en GDC Zuid
Overige campussen
2020-2040
Autonome ontwikkeling eigen specialisme, vraag gedreven
Overige werklocaties
2020-2040
Geen concurrerende programma’s met Tech City-cluster
Infrastructuur IC Airport
2030
IC-station
Parkeren GDC Noord, vrije locaties
2025
P&R stad P&R IC-station Lang parkeren luchthaven
HOV 3
2030
Airport shuttle
2030
Busstation IC Acht
2030
Slowlanes, groene corridor
2020 - 2040
Rijkswegen A2 en A58
TU/e – BIC BIC - HTC BIC – Ekkersrijt BIC – Groene Woud Versterking van rijkswegen nodig op de A2 en A58 en het onderliggende wegennet
Groen/water/openbare ruimte
66
Groen op GDC Zuid-locatie
2020 – 2040
15 ha.
Groen op de BIC-locatie
2020 – 2040
Landschapsontwikkeling BIC, verbreden en vernatten beekdal Ekkersrijt
Groengebieden omgeving Tech City
2020 - 2040
Toegankelijk maken en transformeren nader te bepalen ha.
Groen op Airport-locatie
2020 – 2060
25 ha. Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Legenda: Ontwikkellocaties Airport GDC Zuid Park Forum Habraken Westfield BIC Landelijk Strijp Campussen
Infrastructuur IC-station Acht Snelweg HOV-lanes Slowlanes Airport shuttle
Groen / Water Groene Airport Ekkersrijt Groene corridor / Westfield green BVR Adviseurs juni 2014
67
Perspectieven vergeleken Het effect van de drie ontwikkelperspectieven op de verschillende schaalniveaus is beschreven in het schema op de volgende pagina. Sommige opmerkingen zou je bij alle drie kunnen zetten, maar er is vooral gekeken naar wat dominant is in elk perspectief. Het schema op de navolgende pagina’s vat samen hoe de verschillende perspectieven invulling geven aan de geformuleerde opgaven voor Brainport.
68
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Connected Region
Coolest Town
Tech City
(Inter)nationaal
Onderdeel van (inter)nationaal netwerk kennisregio’s; verbonden met de wereld
Icoon van Nederland; aantrekkelijk voor doelgroep gericht op innovatie, design, High Tech. Internationaal hot spot voor innovatie/smart city en smart mobility
Bestemming voor Brainport community Eindhoven Airport met congres- en hotelfaciliteiten. Icoon voor de High Tech sector Bestemming voor Leisure gericht op funshoppen en festivals/ evenementen
Zuidoost-Nederland
Stimulans uitwisseling tussen topsectoren en kennisregio’s van heel Zuidoost-Nederland
Onderscheidend gebied, aanvullend op de andere steden in ZuidoostNederland. Verrijkt mozaïek van Brabant
Motor voor de economie van Zuidoost-Nederland
Brainportregio
Goede connectiviteit op alle schaalniveaus geven werklocaties een impuls.
Aantrekkelijkheid stad heeft toegevoegde waarde voor toeristisch recreatief profiel regio. Extra aandacht van ‘buiten’ voor de regio; liften mee op iconische waarde Coolest Town
Ontwikkeling Noordwest zorgt voor spin-off regio wat betreft R&D, dienstverlening, kennisinstellingen. Focus op bèta-kenniswerkers die voorkeur hebben voor de landelijke en groene woonmilieus in de regio
Brainport Avenue
Kennisintensieve activiteiten en industrie
Living lab
Cross over cluster: spin-off kennis en industrie
BVR Adviseurs juni 2014
69
Connected Region Toekomstbestendig Focusgebied
>> Zonder grenzen
Ontwikkelrichting en rol overheid
>> Grote flexibiliteit in ontwikkelruimte en –richting; de markt volgt: overheid biedt ruimte aan de sterkste groeiers >> Bedrijven en campussen staan zelf aan de lat voor de kwaliteitsverbetering van hun campus of cluster
Additioneel effect op bruto product
>> Noord-Brabant: €120 mln., overig Nederland: €30 mln.
Additioneel effect werkgelegenheid
>> Noord-Brabant: 1400 fte, overig Nederland: 400 fte.
Agglomeratiekracht Borrowed/shared size
70
Borrowed/shared quality
>> >>
Eigen profiel
>> Blijven uitgaan van sterk eigen profiel van campussen
Quality of life
>> Focus op verbinding: de wereld is binnen handbereik voor wonen, voorzieningen, Leisure
Positie t.o.v. Mainports
>>
Verbindingen
>>
Campus ontwikkeling
>>
Borrowed size Borrowed quality
Verbeterde bereikbaarheid trekt de Brainport meer gelijk met de Mainports, gelijke kansen Extra inzet bereikbaarheid spoor en weg versterkt het internationale en interregionale netwerk van Nederland met buitenland substantieel Focus op bereikbaarheid campussen en onderlinge verbindingen (tangentieel netwerk), alle werklocaties blijven in beeld, markt bepaalt waar groei plaats vindt.
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Tech City
Coolest Town
>> Centrum Eindhoven
>> Noordwest
>> Stimulans voor de industrie met grote toekomstwaarde, de creatieve industrie, design als verbindend element en jonge ondernemers; markt activerend >> Zichtbaarheid en open innovatie, direct toepassen van eigen kunde: smart city en smart mobility
>> Stimulans voor het kennis cluster met de grootste groeipotentie van de Brainport; marktmakend.
>> Noord-Brabant: €240 mln., overig Nederland: €70 mln.
>> Noord-Brabant: €120 mln., overig Nederland: €30 mln.
>> Noord-Brabant: 2900 fte, overig Nederland: 800 fte.
>> Noord-Brabant:1500 fte, overig Nederland: 400 fte.
>> Borrowed size >> Shared quality
>> Shared size >> Shared quality
>> Verbreding van sterk eigen profiel, naast smart ook cool, naast campussen ook eigen stedelijke kwaliteiten >> Stimulans voor een attractieve regio, spin off toerisme, eigen voorzieningen, woonmilieus en Leisure
>> Verdieping van sterke eigen profiel, stimulans voor rol als wereldspeler zowel binnen bestaande kennisvelden als de opgaven van de toekomst >> Voorzieningen, wonen en Leisure verspreid over netwerkregio en stedelijke agglomeraties
>> Verbeterde bereikbaarheid trekt de Brainport meer gelijk met de Mainports, gelijke kansen >> Verbeterde spoorverbindingen en bereikbaarheid Airport versterkt het internationale en interregionale netwerk van Nederland met buitenland
>> Verbeterde bereikbaarheid trekt de Brainport meer gelijk met de Mainports, gelijke kansen >> Verbeterde bereikbaarheid versterkt het internationale en interregionale netwerk van Nederland met buitenland
>> Vanuit centrum Eindhoven worden de werklocaties ontsloten, alle werklocaties blijven in beeld, markt bepaalt waar de groei plaats vindt
>> Focus op de best presterende werklocaties en daar waar kennis en industrie samen komen;
BVR Adviseurs juni 2014
>> Bevorderen van kwaliteit gebied, bereikbaarheid, open innovatie en crossovers.
71
Connected Region Connectiviteit Internationale bereikbaarheid
>> Verbeterde internationale verbindingen
Landzijdige ontsluiting Eindhoven Airport
>> IC Airport (best bereikbare multimodale knoop via lucht, weg, spoor)
OV-netwerk en busstation fietsnetwerk
>> Nieuw busstation station Acht en beperkt vernieuwen busstation Ehv. centrum >> Tangentieel netwerk met alle werklocaties en campussen >> Volledig langzaam verkeersnetwerk
Vestigingsklimaat Internationale positionering
>> Aangesloten op de wereld
Vestigingskwaliteiten en leefklimaat
>> Verbinding bepalend voor vestigingsklimaat >> Huidige kwaliteiten zijn de basis en behoeven geen stimulans
Kennisuitwisseling, open innovatie, ontmoetingslekken
>> Op de campussen en werklocaties
Wonen
>> Kenniswerkers wonen overal en zijn niet specifiek regio gebonden
Ontwikkelstrategie
72
Infrastructuur en mobiliteit
>> Overheid richt zich op optimale verbindingen en nieuw IC-station
Ruimtelijke ontwikkeling
>> Overlaten aan de markt
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Coolest Town
Tech City
>> Verbeterde internationale verbindingen >> Grootschalige vernieuwing busstation Eindhoven centrum >> Directe shuttle met Eindhoven centraal (concentratie van massa gekoppeld aan één (internationaal) hoofdstation) >> Smart mobility netwerk >> Focus op radialen in langzaam verkeersnetwerk
>> Verbeterde internationale verbindingen >> Nieuw busstation station Acht en beperkt vernieuwen busstation Eindhoven centrum >> IC Airport (best bereikbare multimodale knoop via lucht, weg, spoor) >> Tangentieel netwerk met focus op Noordwest >> Focus op radialen vanuit station Acht van langzaam verkeersnetwerk
>> Bestemming voor iedereen >> Een eigen stedelijke cultuur, een aantrekkelijke stad en ontmoetingsplek voor iedereen, waaronder de Brainport Community >> Nieuwe vestigingskansen door versterking creatieve industrie
>> Bestemming voor mondiale Brainport Community Groene werkomgeving is ontmoetingsplek voor de Brainport Community; GDC Zuid (shoppen, sport en cultuur) trekt breed publiek >> Nieuwe vestigingskwaliteiten door potentiele nieuwe kennisclusters
>> In het centrum van Eindhoven >> Verbreding van woningaanbod kenniswerkers: centrum stedelijk in Eindhoven en landelijk in de regio
>> In Eindhoven noordwest en Airport
>> Overheid richt zich op project Station Eindhoven Centraal en faciliteert smart mobility, de markt biedt mobiliteit aan
>> Overheid richt zich op optimale verbindingen en nieuw IC-station
>> Overheid initieert en activeert proces van organische groei
>> Overheid faciliteert en stimuleert uitleg en transformatie
BVR Adviseurs juni 2014
>> Kenniswerkers Brainport wonen in de groene regio
73
Colofon MIRT-onderzoek Brainport Avenue 2020-2040 In opdracht van de gemeente Eindhoven en het ministerie van IenM. Opgesteld door BVR adviseurs ruimtelijke ontwikkeling in samenwerking met Fakton, Movares en Rienstra Beleidsonderzoek en -advies. BVR-team: Hilde Blank, Marnix de Vos, Jorick Boddeke (Atel-J Boddeke), Bas Mol, Daniël van Eck, Gaby Rasenberg Alles uit deze rapportage mag worden overgenomen mits de bron wordt vermeld. Aan de inhoud van deze rapportage kunnen geen rechten worden ontleend. Eventueel rechthebbenden op gebruikt materiaal dienen contact op te nemen met de uitgever. Voor aanvullende informatie kunt u contact opnemen met Marcel Brok, projectsecretaris gemeente Eindhoven. (
[email protected]) Rotterdam, juni 2014
74
Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
BVR Adviseurs juni 2014
75
Bijlage: deelnemers proces Projectgroep Stef Meijs (Ministerie IenM / DG Ruimte en Water / Projectmanager MIRT-onderzoek) Marcel Brok (Gemeente Eindhoven / Sector Projectmanagement / Projectsecretaris MIRT-onderzoek) Dick Bres (Ministerie IenM / DG Ruimte en Water) Sandra Vermeer (Ministerie IenM / DG Bereikbaarheid) Frank van der Wende (Ministerie EZ / Directie Regio en Ruimtelijke Economie) Ger Zimmermann (Provincie Noord-Brabant / Ruimtelijke Ontwikkeling Zuid Oost) Jean van Zeeland (SRE) Anneke Coolen (Gemeente Eindhoven / Sector Gebiedsontwikkeling) Lucien Panken (Gemeente Eindhoven / Sector Strategie) Michelle van Waasdijk (Eindhoven Airport / Directiesecretaris) Paul Nijhout (Brainport Industries/ Kwartiermaker BIC / Agendalid) Stuurgroep Joost Helms (SRE / Gemeente Eindhoven / Wethouder Mobiliteit / Bestuurlijk opdrachtgever Regio / Voorzitter) Donné Slangen (Ministerie IenM / Directeur Gebieden en Projecten / Bestuurlijk opdrachtgever Rijk) Marjolijn de Haas ( Ministerie EZ / Regioambassadeur) Yasin Torunoglu (Gemeente Eindhoven / Wethouder RO) Yves de Boer (Provincie Noord-Brabant / Gedeputeerde RO) Ruud van Heugten (Provincie Noord-Brabant / Gedeputeerde Mobiliteit – Financiën) Joost Meijs (Eindhoven Airport / Directeur) Hans Duisters (Brainport Industries / Bestuurslid)
76
Stef Meijs (Projectorganisatie MIRT-onderzoek / Projectmanager) Marcel Brok (Projectorganisatie MIRT-onderzoek / Projectsecretaris) Ontwerpateliers (3 en 24 februari 2014) Marco Aartsen (Architect/ondernemer) Thom Aussems (Trudo) Alwin Beernink (Park Strijp Beheer) Erna ten Berge (Provincie Noord-Brabant) Joep Berghuis (Gemeente Eindhoven) Hilde Blank (BVR) John Blankendaal (Brainport Industries) Jorick Boddeke (Atel-J Boddeke) Bart Bomas (BVR) Gijsbert Borgman (IenM) Jochem van Boxtel (Gemeente Eindhoven) Dick Bres (Ministerie van IenM) Marcel Brok (Gemeente Eindhoven) Sandra Brouwers (Gemeente Best) Irene Cortenbach (SRE) Erwin Dacier (Provincie Noord-Brabant) Bert Dirrix (Diederendirrix Architecten) Hans van Doormaal (Gemeente Oirschot) Anne van Dortmont (TU/e, Vastgoed) Leo Dubbeldam (SER Brabant) Gerwin van Eert (Gemeente Eindhoven) Ulrike Erbslöh (Van Abbe Museum) Maurice Geraets (NXP Semiconductors) Paul Gerretsen (Deltametropool) Mark Gommers (ProRail) Mark de Greeff (Eindhoven 365) Trudy van Gurp (Gemeente Eindhoven)
Erik van Hal (Gemeente Eindhoven) Cor van der Ham (EZ) Erik van Hoogstraten (Ministerie van IenM) Nantke Hooning (stagiair MIRT-onderzoek) Joop van Hout (Trefpunt Groen Eindhoven) Joost Hurkens (Ministerie van IenM) Jeroen IJff (Gemeente Veldhoven) Bernadette Janssen (BVR) Peter Kentie (Eindhoven 365) Herman Kerkdijk (Gemeente Eindhoven) Gerard Keurentjes (Ministerie van EZ) Daniel de Klein (Gemeente Helmond) Jaap Knevel (Student DAE) Edgar van Leest (Brainport Development) Stef Meijs (Ministerie van IenM) Marcel Michon (Buck Consultants) René Miesen (Gemeente Helmond) Bas Mol (BVR) Jan van Mourik (BZW) Robbert de Mug (Gemeente Eindhoven) Linco Nieuwenhuyzen (Brainport Development) Ron Nohlmans (Gemeente Eindhoven) Ralf Peeters (Amvest) Cees-Jan Pen (Fontys) Roy Pesman (BVR) Leo Postma (IenM) Kris de Prins (Holland Expat Center) Brian Rietveld (Movares) Ludger Schrauwen (Provincie Noord-Brabant) Manon Silverentand (Gemeente Eindhoven) Egbert-Jan Sol (TNO) Ron Stoop (The Hub) Wendy Tan (RUG) Boudewijn Tooren (Orange-Olive) Brainport Avenue Mirt onderzoek - EINDRAPPORTAGE
Rinus Verberne (Fontys) Peter Volken Smidt (Hogeschool Rotterdam) Marnix de Vos (BVR) Joost de Waal (NS) Michelle van Waasdijk (Eindhoven Airport) Camille Wildeboer-Schut (Gemeente Eindhoven) Bert Jan Woertman (HTCE) Jean van Zeeland (SRE) Dwarskijkersgroep (4 maart 2014) Taco van Hoek (EIB) Peter van Rooy (Accanto) Wijnand Veeneman (TU Delft) Verhinderd: Floris Alkemade, Theun Baller Michiel Ruis (plv. directeur Gebieden en Projecten, IenM) Stef Meijs (projectmanager IenM) Nantke Hooning (stagiaire IenM) Hilde Blank (BVR) Marnix de Vos (BVR) Daniël van Eck (BVR) Klankbordgroep (7 april 2014) Tim van der Avoird (Provincie Noord-Brabant) Hilde Blank (BVR) Arie Blok (Doeners en Durfals) Aeisso Boelman (Fakton) Gijsbert Borgman (Ministerie van IenM) Toon Bosmans (Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant) Jochem van Boxtel (Gemeente Eindhoven) Julia Breeuwsma (Ministerie van IenM) Dick Bres (Ministerie van IenM) Marcel Brok (Gemeente Eindhoven) Cees Budding (Gemeente Breda) BVR Adviseurs juni 2014
Imke Carsouw (Brainport Development) Anneke Coolen (Gemeente Eindhoven) Martijn Coppoolse (Gemeente Best) Irene Cortenbach (SRE) Elmo Diederiks (Onderstroom Design) Joan van Dijk (SRE) Theo Dijk (SRE) Charlotte Dillissen (Provincie Noord-Brabant) Simon Dona (Enno Zuidema Stedebouw) Hans van Doormaal (Gemeente Oirschot) Anne van Dortmont (TU/E) Gerwin van Eert (Gemeente Eindhoven) Willie Fikken (Adviseur MER) Fred Geers (Gemeente Eindhoven) Erik Van Hal (Gemeente Eindhoven) Joost Helms (Gemeente Eindhoven) Erik van Hoogstraten (Ministerie van IenM) Nantke Hooning (Ministerie van IenM) Joost Hurkens (Ministerie van IenM) Jeroen Ijff (Gemeente Veldhoven) Wil Joosten (NS) Peter Kentie (Eindhoven 365) Sanne de Koning (Dedato) Jean Paul Kroese (SRE) Eelco Lagas (TU/e) Christophe Mattousch (Rijkswaterstaat) Marco van der Meer (Gemeente Tilburg) Stef Meijs (Ministerie van IenM) Rene Mens (BZW) Erik van Merrienboer (Provincie Noord-Brabant) Marcel Michon (Buck Consultants International) Rene Miesen (Gemeente Helmond) Teun Morselt (Blueconomy) Jan van Mourik (BZW)
Maarten van den Nieuwenhof (Gemeente Eindhoven) Ron Nohlmans (Gemeente Eindhoven) Lucien Panken (Gemeente Eindhoven) Wieger Pasman (NS) Ralph Peeters (Amvest) Gaby Rasenberg (BVR) Tet Reuver (DAE) Gerlof Rienstra (Rienstra Advies) Jos Roijmans (Gemeente Eindhoven) Hans Roozen (Provincie Noord-Brabant) Richard Savenije (Movares) Ludger Schrauwen (Provincie Noord-Brabant) Manon Silverentand (Gemeente Eindhoven) Donné Slangen (Ministerie IenM) Caroline Smets-Spitters (Gemeente Oirschot) Wim Spit (Ecorys) Rinus Verberne (Fontys Hogeschool, Brainport lectoraat) Michiel Visser (Brabantse Milieu Federatie) Marnix de Vos (BVR) Bart van Weenen (TU/e) Etienne Wieme (Provincie Noord-Brabant) Natasja Wijnen (Brabantstad) Camille Wildeboer Schut (Gemeente Eindhoven) Jean van Zeeland (SRE) Ger Zimmermann (Provincie Noord-Brabant) Marius Zweedijk (Provincie Noord-Brabant)
77