NR 8 december 2011
Het relatiemagazine van de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen
G A A15V 0 jaar!
Een verslag van het grote lustrumsymposium en feest op 14 september
Hoe zit het nu met Deliver en NPZ? Trudy Klomp aan het woord
En verder
Verslag van het ICM-congres in Durban, de laatste stand van zaken rondom de academi sering van de opleiding en nog meer AVAG-nieuws
De Academie Verloskunde Amsterdam Groningen is een samenwerkingsinstituut tussen Hogeschool INHolland en VU medisch centrum (VUmc).
2
voorwoord
AVAG nieuws
10 Academisering
De laatste stand van zaken omtrent de academisering van de opleiding Verloskunde.
4
13 Even voorstellen
De nieuwe medewerkers van de AVAG op een rij.
11 Verslag ICM in Durban
16
Foto collage
van de lustrumdag
Elies de Geus doet verslag.
Lustrum AVAG
14 september vierde de AVAG haar 150-jarig bestaan. Een verslag van het lustrumsymposium en feest.
6
AVAG Nieuwsberichten Het midwifery consortium, masterclass voor verloskundige keten en expertisecentrum. Plus de column van docent Jasperina Brinkmann.
12 Zwart/wit
Twee verloskundige jaargenoten over hun beroep en carrière.
Beste lezer, Binnen de verloskunde wordt de discussie over de toekomst volop gevoerd. In de extra ledenvergadering van de KNOV afgelopen september was dit goed zichtbaar. We discussiëren met elkaar met kennis van zaken, visie en ervaring, en met emoties. Niet vreemd, want het gaat om een heel belangrijk onderwerp, dat ons allen erg raakt. Ook binnen AVAG wordt deze discussie druk gevoerd, onder docenten en met studenten. Wij zijn voorstander van een integraal zorgmodel, omdat we vinden dat de zorg rondom de zwangere vrouw georganiseerd moet worden. Alle partners in de verloskundige keten zijn daarbij belangrijk, ook de partners die niet zo vaak worden genoemd maar wel van grote waarde zijn, zoals de huisartsen. De uitdaging is om een organisatievorm te vinden die uitgaat van zorg dichtbij de zwangere vrouw, kleinschalig en in de buurt, en die tegelijkertijd de verloskundige keten verenigt. De verloskundige kan bij uitstek de spil in deze keten zijn. Randvoorwaarde is een academisch opgeleide verloskundige die continue zorg biedt aan de zwangere vrouw. Een andere uitdaging is om samen met alle betrokkenen te zoeken naar een vorm die de beste randvoorwaarden schept om integrale zorg in de buurt te bieden. Het proces is hierbij zoals vaker misschien nog wel belangrijker dan de inhoud. In dit verband is het initiatief van de groep Managers en vernieuwers in de verloskunde op LinkedIn een aanrader. Creatief, open, aanstekelijk. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: sluit je aan en denk en doe mee.
NPZ en Deliver Stand van zaken Nederlands Panel Zwangeren en Deliver door Trudy Klomp.
7
3
15 Column
Derdejaarsstudent Puck van Heemstra.
Over emoties gesproken: AVAG heeft een flinke teleurstelling moeten verwerken, toen minister Schippers ons liet weten dat zij niet overtuigd is van de directe meerwaarde van academisering voor de cliënt. Kennelijk hebben onze door extern onderzoek ondersteunde argumenten haar onvoldoende weten te bereiken. Zeer waarschijnlijk heeft de economisch onzekere tijd ook niet in ons voordeel gewerkt. Desondanks blijven wij er in even grote mate van overtuigd dat de opleiding naar een ander, diepgaander niveau moet. En dat gaan we verwezenlijken binnen de mogelijkheden die ons ter beschikking staan. In deze InTouch vertellen we over onze hernieuwde plannen. Over dit onderwerp en nog veel meer, serieus maar ook vrolijk nieuws, gaat deze InTouch. Ook deze keer veel leesplezier toegewenst. Hartelijke groet,
3e jaargang - 8e nummer - december 2011 InTouch is het gratis magazine voor alle afgestudeerden en relaties van de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen. InTouch wil eraan bijdragen dat het contact tussen de academie en iedereen die daar onderwijs heeft gevolgd of een relatie is in stand blijft en zo mogelijk intensiever wordt. Wij stellen reacties en suggesties bijzonder op prijs. Hebt u opmerkingen of ideeën? Laat het ons weten!
Gea Vermeulen
Redactieadres Louwesweg 6 1066 EC Amsterdam Telefoon (020) 512 47 13
[email protected]
Ontwerp en opmaak Young Crowds Imelda van der Helm Susy Cascado
Redactie Joyce Kors
Drukwerk (oplage 2.600) Sixtyseven
Eindredactie Stefanie Hendriks
fotograaf Sander van der Torren
Adressenbestand Conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens gaat de AVAG zorgvuldig met uw adresgegevens om. Indien u wijzigingen door wilt geven, kunt u dit mailen naar
[email protected] of verzenden naar hiernaast genoemd adres.
Directeur AVAG
4
150 jaar AVAG
150 jaar AVAG
Verslag
m u r t s u l Tijdens het symposium, dat op uitmuntende wijze werd voorgezeten door Margreeth van der Meijde MBA, presenteerden dr. ir. Judith Manniën, Trudy Klomp MSc en dr. Evelien Spelten de eerste resultaten van de Deliver-studie. Manniën onderzocht de cliëntkenmerken en haar leefstijl en concludeerde dat dé cliënt niet bestaat. Verder concludeerden Manniën, Klomp en Spelten dat de Deliver-studie een gedegen en gedetailleerd beeld geeft van de eerstelijns verloskundige zorg in Nederland. Er is echter ruimte voor verbetering. Spelten: ‘Nederlandse verloskunde is goed, maar er is werk aan de winkel.’ Vanuit het publiek werd geïnteresseerd op de presentaties gereageerd met hier en daar een kritische vraag. Na een intermezzo van Jaap Oosterhoff op de piano en een zingende Puck van Heemstra begon de pauze.
Even bijkomen van alle informatie met koffie of thee en wat lekkers. Aan het einde van de pauze begon uit het niets de flashmob! Er waren veel verbaasde gezichten en sommigen deden spontaan mee. Na deze verrassing begon het tweede deel van het symposium. Vijf externe sprekers reageerden op de vraag: wat is de betekenis van Deliver voor de toekomst van de verloskunde? Prof.dr. Fedde Scheele, prof.dr. Eileen Hutton, Angela Verbeeten RM, prof.dr. Jan Borleffs en prof.dr. Klasien Horstman trachtten vanuit hun eigen discipline een antwoord te formuleren op deze vraag. Na deze presentaties werden de sprekers op het podium uitgenodigd voor een paneldiscussie. Wederom was er genoeg feedback uit de zaal. Na afloop van deze paneldiscussie kwam prof.dr. Wim Stalman aan het woord om zijn conclusie te geven op basis van de vijf presentaties en de discussie na afloop. Na zijn conclusie werden alle twintig praktijken die hebben meegedaan aan de Deliver-studie op het podium geroepen om de Deliver-bundel te presenteren, en is het eerste exemplaar officieel overhandigd aan Marco de Goede van de gemeente Amsterdam. Hierna stond er nog één onderdeel op het programma, namelijk de lancering van het Nederlands Panel Zwangeren en de bekendmaking van de prijswinnaar. Nadat de jury de winnaar bekend had gemaakt en deze het certificaat in ontvangst had genomen, was er een einde gekomen aan het lustrumsymposium. Iedereen had wel dorst hierna, dus tijd voor een borrel en een lekker hapje. Terwijl iedereen stond te kletsen, werd de zaal feestelijk aangekleed zodat er gegeten en gedanst kon worden. Allereerst werd er een mooi toneelstuk opgevoerd door studenten van de AVAG,
Na maanden van intensief voorbereiden was het dan eindelijk zover: 14 september, de lustrumdag van de AVAG! Een vol programma, met in de middag het symposium en in de avond het feest. Er waren ongeveer zeshonderd genodigden aanwezig. Tekst Stefanie Hendriks foto’s Sander van der Torren
onder leiding van regisseur Vastert van Aardenne. Er kwamen veel complimenten uit de zaal. Het toneelstuk was een mooie overgang naar de rest van de avond. Er werden veel herinneringen opgehaald en, dankzij de walking dinner, ook heerlijk gegeten. Na de magnums was het tijd om een echt verjaardagsfeestje te bouwen. En 150 jaar, dat vraagt om een goede band! De Boston Tea Party heeft ons een knalfeest bezorgd. Er werd volop gedanst en gelachen, maar er was ook mogelijkheid om meer achteraf te zitten en rustig te praten. Rond twaalf uur was het afgelopen en ging iedereen weer naar huis. Het was een mooie, gezellige dag. Iedereen die erbij was en meegeholpen heeft deze dag zo onvergetelijk te maken: hartelijk dank!
5
6
Onderzoek
AVAG Nieuws
‘Zwangeren worden nog te weinig gehoord in alle discussies die op dit moment gaande zijn.’
Deliver & NPZ Hoe zit het nu met de Deliver-studie en het NPZ? Trudy Klomp aan het woord. tekst Stefanie Hendriks
Het lustrumsymposium van de AVAG is geweest en de Deliver-resultaten zijn bekendgemaakt. Wat voor reacties van buitenaf heb je hierop gekregen?
Er kwamen na het symposium heel veel positieve reacties op de Deliver-resultaten. Een reactie was ook: ‘Waarom zijn er niet meer resultaten’? In het komende jaar zullen er meer resultaten vrijkomen, afkomstig uit bijvoorbeeld de onderzoeken van de negen promovendi die promotieonderzoek doen aan de hand van resultaten uit de Deliverstudie. Daar wordt hard aan gewerkt. Ook stond er in november een artikel in het tijdschrift Medisch Contact waar meer resultaten werden weergegeven en de samenwerking met huisartsen werd besproken. In oktober is er een vervolgoverleg geweest met mij, Evelien Spelten, Eileen Hutton en François Schellevis over een planning voor de komende twee jaar hoe we gerichte resultaten over specifieke onderwerpen uit de studie gaan publiceren.
Wat gaat er nu gebeuren met de Deliverresultaten?
Er is een artikel over het ontwerp van de studie ingediend bij BMC Health Service Research (HSR). Deze wordt gepeer-reviewed. Of het is goedgekeurd is nog niet bekend.
Daarnaast krijgen alle twintig Deliverpraktijken een spiegelrapportage, net als de landelijke spiegelrapportage van LVR1, maar dan binnen Deliver. Hun eigen praktijk wordt er uitgelicht en vergeleken met de andere Deliver-praktijken. Dit is zinvol, omdat deze praktijken aan de hand van de uitkomsten van deze rapportage verbeteringen kunnen aanbrengen in hun eigen praktijk. Wat er nog meer gaat gebeuren, volgt naar aanleiding van de artikelen die gepubliceerd gaan worden. Op dit moment worden de resultaten al gebruikt door de KNOV in bijvoorbeeld onderhandelingen met beleidsmakers.
Hoe gaat het schrijven van een artikel in zijn werk en hoe krijg je die gepubliceerd?
Je maakt eerst een opzet van de studie, vervolgens ga je die studie uitvoeren door resultaten binnen te halen. Dat kan aan de hand van een enquête, interview of beeldopname. De resultaten ga je analyseren, kwalitatief of kwantitatief, en vervolgens schrijf je het artikel. Het schrijven van een artikel duurt minimaal een halfjaar tot een jaar. Het is een heel proces, omdat je ook medeauteurs nodig hebt die meeschrijven, nalezen en verbeteren. Als het artikel af is, ga je het aanbieden aan medische tijdschriften en ook dat vergt tijd.
Je moet vaak correcties aanbrengen en niet alle tijdschriften willen het publiceren.
Is er vervolgonderzoek?
Mochten er meer financiën zijn, dan zou een vervolg op de Deliver-studie, over twee jaar, zeker mogelijk zijn.
Waar en hoe zijn de ontwikkelingen te volgen?
Alle ontwikkelingen zijn te volgen op onze website: www.deliver-studie.nl. Dit is ons communicatiekanaal naar buiten toe, dus het wordt aangeraden deze goed in de gaten te houden. In het oktobernummer van het TVV zat een hard copy van het Deliver-boekje, maar je kunt via de site ook de digitale versie downloaden.
Op het lustrumsymposium van de AVAG is ook het Nederlands Panel Zwangeren (NPZ) gelanceerd. Wat gaat hier nu concreet mee gebeuren?
Begin 2012 zal het panel van start gaan. Tot die tijd gaan we op zoek naar financiering en zal er geïnventariseerd worden welke praktijken benaderd gaan worden.
Waarom is het van belang om mee te doen en hoe gaat het in zijn werk?
Zwangeren worden nog te weinig gehoord in alle discussies die op dit moment gaande zijn. Met dit panel krijgt de zwangere een stem. Je kunt je als praktijk niet zelf opgeven om mee te doen. Praktijken en ziekenhuizen worden zelf benaderd door middel van een steekproef. Er wordt drie keer per jaar geworven en als praktijk doe je maximaal twee jaar mee. Waar en hoe kan ik meer informatie krijgen en de ontwikkelingen volgen? Er komt op de website van Kennispoort een site over het NPZ waar alle ontwikkelingen te volgen zijn. Deze is binnenkort actief.
Vergadering Centraal Europese afdeling van de ICM
Masterclass voorjaar 2012
De AVAG werkt op dit moment samen met het Julius Centrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht aan het ontwikkelen van een Masterclass voor de Verloskundige Keten. Deze masterclass is bij uitstek bestemd voor een multidisciplinaire groep, dus gynaecologen, verloskundigen, huisartsen, e.d. De masterclass heeft als doel om gezamenlijk diepgaander kennis te verwerven over de plaats van de verloskunde binnen het gezondheidszorgsysteem en om samen na te denken en te discussiëren over de toekomst van de verloskunde. Het samenwerken in de masterclass draagt bij aan een blijvend netwerk over de disciplines heen, ook na afloop. Na deze masterclass zijn de deelnemers in staat: de juiste keuzes te maken ten aanzien van relevante thema’s binnen het samenwerkingsverband. s turing te geven aan samenwerkingsprocessen en samenhang in de geïntegreerde verloskundige zorg. t e bepalen welke acties ondernomen moeten worden ten behoeve van de eigen organisatie en de doelen van de samenwerking. o m die acties op de juiste wijze uit te voeren met de verkregen vaardigheden. De masterclass bestaat uit acht bijeenkomsten van vier uur. Er wordt gewerkt in groepen van minimaal twaalf, maximaal zestien cursisten. Naar verwachting zal de masterclass voorjaar 2012 voor de eerste keer van start gaan. Belangstellenden kunnen zich alvast aanmelden via het expertisecentrum van de AVAG:
[email protected].
7
Op 3 en 4 maart 2012 vergaderen de verloskundigen van de Centraal Europese afdeling van de ICM op de Verloskunde Academie in Amsterdam. Tijdens deze jaarlijkse vergadering komen onder andere agendapunten aan de orde als het aantal interventies in de verloskunde en de manier waarop verloskundigen moeten omgaan met het reizen van verloskundigen tussen verschillende landen met soms grote verschillen in bevoegdheid en bekwaamheid. Daarnaast krijgt het gastland altijd de gelegenheid zich te presenteren. Namens de AVAG zal Gea Vermeulen een presentatie houden over de snelle ontwikkelingen in de verloskunde, het verloskundig onderwijs en onderzoek in Nederland.
Voorlichtingspakket
Geeft u weleens voorlichting over het vak verloskunde aan middelbare scholieren? Dan kunt u gebruikmaken van het gratis informatiepakket van de AVAG. In dit pakket zitten onder andere brochures, de voorlichtings-dvd 24/7, pennen en informatie over toelatingseisen en de selectieprocedure. Bent u geïnteresseerd? Mail dan naar:
[email protected].
column
Beeldvorming
Beeldvorming kan verwijzen naar: ‘Het ontstaansproces van een beeld over een persoon, organisatie of zaak, dat niet noodzakelijkerwijs met de werkelijkheid of de feiten hoeft overeen te komen.’ Aldus Wikipedia. Nee, Wikipedia is geen betrouwbare bron, alhoewel er laatst naar buiten kwam dat veel medische informatie behoorlijk betrouwbaar is op deze site. Een stukje over beeldvorming dus. Misschien dat het komt door mijn nieuw verworven hobby; beeldhouwen. Je werkt een tijd intensief aan het opbouwen van een beeld, je schaaft eens wat bij en tot slot polijst je het zorgvuldig en je plaatst het op een sokkel. Het beeld is gevormd, het staat er en zal niet meer veranderen. Tenzij je het bijvoorbeeld laat vallen. Dan blijft er weinig van het beeld over. Soms ontstaat er dan zomaar iets nieuws dat zelfs mooier kan zijn. Neem nu het beeld dat ontstaan is in de media, en dus ook in de hoofden van al die aanstaande vaders en moeders, van de thuisbevalling. Dat beeld zal zeker niet altijd ‘overeenkomen met de werkelijkheid of de feiten’. Maar hoe veranderen we dat beeld weer in meer positieve richting? En als we kijken naar onze eigen organisatie, hoe zit het dan
met de beeldvorming? We hebben net onze 150-jarige verjaardag gevierd. Een heel feestelijke dag met een beetje historie, een beetje heden maar vooral veel toekomst. Waar gaan we heen met de verloskunde en de opleiding? Er wordt hard gewerkt aan een nieuw beeld van de verloskundige: een academisch gevormde professional. Welke oude beelden moeten we hiervoor allemaal laten vallen? En wat voor moois komt er dan tevoorschijn? Durven we als beroepsgroep en opleiding te vertrouwen op ons eigen intensieve handwerk? Laten we samen vormen, schaven, polijsten en haar tenslotte op een sokkel plaatsen: de verloskundige van de toekomst!
Jasperina Brinkmann, docent verloskunde aan de AVAG en verloskundige
8
AVAG Nieuws
AVAG Nieuws
Midwifery Consortium
Expertisecentrum nieuwe stijl, de klant centraal
Op 23 september 2011 werd in Utrecht de tweede bijeenkomst van het Midwifery Consortium gehouden. De bijeenkomst ging van start met een presentatie van de stand van zaken door Gea Vermeulen, voorzitter van de initiatiefgroep Midwifery Consortium. Partners in het Midwifery Consortium zijn: AVAG, VAR, AVM, AMC, TNO en Nivel.
Het expertisecentrum van de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen heeft met ingang van het huidige studiejaar 2011-2012 haar werkwijze aangepast. Niet langer staat het aanbod aan trainingen centraal, de wensen en behoeften van verloskundigen zijn het uitgangspunt. Vandaar ook dit jaar geen boekje met trainingen. De AVAG heeft het afgelopen studiejaar samen met Academie Verloskunde Maastricht en Rotterdam een onderzoek laten uitvoeren naar de wensen en behoeften van verloskundigen op het gebied van bij- en nascholing. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat het aanbod van de Verloskunde Academie niet altijd aansloot bij de wensen en behoeften van het werkveld. Verloskundigen willen graag scholing volgen die zowel qua inhoud als qua organisatie aansluit bij hun specifieke behoeften. Zij geven de voorkeur aan korte presentaties van actuele onderwerpen waarvan de inhoud direct toepasbaar is in de praktijk. Daarnaast trainen verloskundigen het liefst dicht bij huis samen met de directe collegae. Om de verloskundigen, haar belangrijkste klanten, beter van dienst te zijn heeft het expertisecentrum van de AVAG besloten haar werkwijze hierop aan te passen. Samen met de vakgroep Midwifery Science beschikt de AVAG over specifieke verloskundige kennis die van meerwaarde kan zijn voor het werkveld. Kennis die ook weer verder kan worden ontwikkeld door gebruik in het werkveld. De AVAG wil deze nieuwe manier van werken op de volgende manieren vormgeven:
Het Midwifery Consortium heeft tot doel het verloskundig (midwifery) onderzoek in Nederland te stimuleren en waar mogelijk te faciliteren. Voorop staat hierbij het verbeteren van de kwaliteit van zorg door het verbinden van praktijk, onderzoek en onderwijs. Het Midwifery Consortium zet hiervoor op dit moment het MRNN en academische praktijken in.
Midwifery Consortium
MRNN
Regionale consortia
Academische praktijken
Midwifery Research Netwerk Nederland (MRNN)
Door het opzetten van een structuur van verloskundige praktijken waarin wetenschappelijk onderzoek kan worden gedaan, willen zij het voor onderzoekers eenvoudiger maken om onderzoek in de verloskundige praktijk uit te voeren. Daarnaast willen zij op deze manier meer verloskundigen bij wetenschappelijk onderzoek betrekken. Tot slot moet het netwerk ertoe leiden dat alle verloskundige praktijken met enige regelmaat in wetenschappelijk onderzoek participeren, waardoor het werk over alle praktijken wordt verdeeld. Niet telkens dezelfde praktijk die wordt gevraagd omdat die nu toevallig naast een academisch ziekenhuis zit. Het MRNN gaat van start met een pilot. Hiervoor is de INDEX-studie van het AMC gekozen (de studie over de voor- en nadelen van inleiden bij 41 weken, die getrokken wordt door Esteriek de Miranda).
Academische praktijken
praktijken geïnteresseerd zijn om zich te ontwikkelen tot academische praktijk. Dit kunnen praktijken zijn die op dit moment een voortrekkersrol vervullen binnen één van de regionale consortia, maar ook andere praktijken worden nadrukkelijk uitgenodigd met ons mee te denken. Het Midwifery Consortium wil samen met de deelnemende praktijken vorm geven aan het netwerk van academische praktijken. Praktijken kunnen voor meer informatie over MRNN of academische praktijken contact opnemen met: Evelien Spelten (AVAG)
[email protected]
Voor verloskundigen die niet alleen maar willen meewerken aan wetenschappelijk onderzoek op het niveau van dataverzameling maar ook daadwerkelijk zelf een bijdrage willen leveren aan onderzoek zijn er de academische praktijken. Wanneer je werkzaam bent in een academische praktijk genereer je relevante onderzoeksvragen. Deze vragen zet je zelf, al dan niet in samenwerking met een onderzoeker van een in het consortium participerende partij, om in een onderzoeksvoorstel. Dit kan leiden tot een op zichzelf staand onderzoek, maar kan uiteindelijk ook leiden tot een promotietraject. Het netwerk van academische praktijken moet gaan functioneren als bron van zorginnovaties in het Midwifery domein. Daarnaast moet het een podium worden om kennis met elkaar te delen. Het consortium is op dit moment aan het inventariseren welke
In het kader van het onderzoeksprogramma van ZonMw is er in Nederland een aantal regionale consortia opgericht (er zijn 14 consortia-aanvragen ingediend). Om een succesvol onderzoeksvoorstel in te kunnen dienen was het belangrijk dat ook verloskundigen in het consortium vertegenwoordigd zijn. In sommige consortia is de rol van de verloskundige behoorlijk groot. In de andere consortia zijn verloskundigen met name volgend geweest. Het Midwifery Consortium wil samen met de KNOV verloskundigen ondersteunen om vaker ook binnen de regionale consortia een leidende onderzoeksrol te gaan vervullen (als projectleider of als projectlid).
Samenwerking Landelijk
Een vertegenwoordiging van het Midwifery Consortium is gestart met een regulier overleg met de hoogleraren Verloskunde (Obstetrie) in Nederland. Alle hoogleraren Verloskunde spreken elkaar periodiek om samen de wetenschapsagenda voor de komende periode vast te stellen. Het Midwifery Consortium vindt structureel contact met de hoogleraren Verloskunde, een paar maal per jaar, belangrijk. Doel is om de onderzoeksagenda’s op elkaar af te stemmen en op termijn tot een gemeenschappelijke agenda te komen. Het contact heeft al meteen succes gehad: er is over het landelijke ZonMw-onderzoeksprogramma een goede samenwerkingsafspraak gemaakt.
Informatie
Tijdens de eerste bijeenkomst van het Consortium met een aantal verloskundige praktijken werd duidelijk dat er veel behoefte is aan informatie-uitwisseling. Het Midwifery Consortium gaat de site van Kennispoort gebruiken om aan die behoefte tegemoet te komen. Op de site van Kennispoort komt een link naar de Cochrane. Op Kennispoort komt een overzicht van niet alleen gepubliceerd, maar ook lopend onderzoek. Op Kennispoort komt een marktplaats waar verloskundigen onderzoeksvragen kunnen posten. Op deze manier krijgen de onderzoekers direct zicht op de vragen die in het werkveld leven. Op deze manier kan de koppeling tussen praktijk en onderzoek nog verder worden versterkt.
Expertcollege
in het begeleiden van studenten. Door deze training bij te wonen, kunnen stagebegeleiders hun kennis en vaardigheden verder verdiepen en verbreden.
Carrousels
Ook de vertrouwde carrousels blijven bestaan. Houd voor alle data de site in de gaten: www.verloskunde-academie.nl/expertisecentrum. Data stagewerkbegeleiding Amsterdam: Stagewerkbegeleiding I Data
Tijd
9 januari 2012
e-learning
6 februari 2012
9.30 - 16.30 uur
5 maart 2012
e-learning
2 april 2012
09.30 - 16.30 uur
Stagewerkbegeleiding II Data
Tijd
19 april 2012
e-learning
10 mei 2012
9.30 - 16.30 uur
7 juni 2012
e-learning
21 juni 2012
09.30 - 16.30 uur
Het expertisecentrum organiseert voor haar relaties vrij toegankelijke expertcolleges. Tijdens deze bijeenkomsten presenteert een expert de ‘state of the art’ op zijn of haar vakgebied. Dit kunnen onderwerpen zijn die direct raken aan de medisch-technische kant van het vak, maar er kunnen ook opvallende ontwikkelingen in de gezondheidszorg aan bod komen. De data en onderwerpen van deze colleges staan op de site. Indien u zich als geïnteresseerde laat registreren ontvangt u automatisch per mail aankondigingen van deze colleges.
Data stagewerkbegeleiding Groningen: Stagewerkbegeleiding I
Debat
De data voor de Carrousel najaar in januari / februari 2012, regio Amsterdam:
Minimaal één keer per jaar organiseert het expertisecentrum een debat over een actueel thema in de verloskunde. Datum en onderwerp komen te zijner tijd op de site. Ook hiervoor geldt dat u zich als geïnteresseerde kunt laten registreren.
Maatwerk
Het scholingsaanbod van het expertisecentrum wordt voortaan volledig afgestemd op de specifieke behoeften van de klanten. Kortom, wanneer een kring of Verloskundig Samenwerkingsverband een scholingsvraag heeft, ontwikkelt het expertisecentrum graag een aanbod op maat. Veelal kan het onderwijs op de eigen locatie van de opdrachtgever worden verzorgd.
Stagebegeleiding
Het expertisecentrum van de AVAG blijft de vertrouwde training ‘Stagewerkbegeleiding’ aanbieden. Aanmelden hiervoor kan via de site. Daarnaast wordt dit voorjaar een training ‘Stagewerkbegeleiding voor gevorderden’ ontwikkeld. Deze training is bedoeld voor stagebegeleiders met enige jaren praktijkervaring
Data
Tijd
11 januari 2012
e-learning
13 februari 2012
9.30 - 16.30 uur
13 februari 2012
e-learning
12 maart 2012
09.30 - 16.30 uur
Data
Tijd
Plaats
locatie
17 januari
14 - 17 uur
Alkmaar
De Alkmaarse Poort
19 januari
14 - 17 uur
Assendelft
‘t Wapen van Assedelft
24 januari 14 - 17 uur
Veenendaal
La Montagne
24 januari 14 - 17 uur
Haarlem
De Zoete Inval
2 februari
14 - 17 uur
Amsterdam
VAA
7 februari
14 - 17 uur
Almere
Zorggroep
De data voor de Carrousel najaar in januari / februari, regio Noord: Deze vinden in januari en februari plaats, stagebiedende praktijken ontvangen hierover nog een aparte uitnodiging. Aanmelden bij
[email protected] of
[email protected].
9
10
academiseren
Verloskunde kiest wetenschappelijke weg
e r a e w o h w e ‘We are / bercom ’ e l p o e p e h t o h g u thro
Hier graag nog een foto?
Het afgelopen jaar hebben wij samen met de Academie van Maastricht en de KNOV met vele gesprekspartners gepraat over de veranderingen in de verloskunde en onze visie op de plaats van de verloskundige hierin. De minister van VWS heeft ons onlangs laten weten niet overtuigd te zijn door onze argumenten. Zij vindt de meerwaarde voor de burger niet aangetoond. Bovendien vindt zij een academische opleiding van verloskundigen te kostbaar. Dit in tegenstelling met de bevindingen waarover wij haar hebben geïnformeerd. Ons voornemen om in september 2013 van start te gaan met het eerste wo-bachelorjaar is daarmee niet meer haalbaar. Maar academisering op termijn is nog steeds en onverminderd ons doel. Samen met
ICM in Durban
Zuid-Afrika was in 2011 gastland voor het congres van de International Confederation of Midwives (ICM), dat plaatsvond van 19 tot 23 juni. Van de AVAG gingen elf medewerkers mee, van wie acht onderzoekers. Elies de Geus doet verslag. Tekst Elies de Geus
tekst Gea Vermeulen
Maastricht kiezen wij binnen de wettelijke kaders naar andere wegen om integraal werkende verloskundigen op te leiden die wetenschappelijk zijn geschoold. De hboopleiding wordt herontworpen, zodat studenten straks afstuderen met een brede medische bagage en diepgaande verloskundige kennis. Bovendien zijn zij geschoold in een wetenschappelijke manier van denken en in het doen van wetenschappelijk onderzoek. Zij hebben de basis om transmuraal te werken. De stages worden hierop aangepast. In de selectie van verloskunde studenten zal worden beoordeeld of zij het hoge niveau van deze studie aankunnen, zowel qua inhoudelijk kennisniveau als qua specifiek verloskundige vaardigheden en attitude. Daarnaast gaan we onderzoeken of het haalbaar is om een wo-master in advanced midwifery aan te bieden die verdieping biedt qua kennis, medisch-verloskundige vaardigheden en academische vaardigheden. Naar onze mening hebben de verloskundigen van straks een wo-master gevolgd.
Curriculumontwikkeling
AVAG heeft het raamwerk voor het wo curriculum ontworpen, en de eerste anderhalfjaar uitgewerkt. Daarmee konden we in december een aanvraag indienen voor een wo-opleiding Verloskunde bij het ministerie van OCW. Door het besluit van het ministerie van VWS is het doen van zo’n aanvraag op korte termijn helaas niet opportuun. Het werk dat er is gedaan, is desondanks waardevol geweest. Tijdens het ontwikkelen van de producten voor dit nieuwe curriculum is opnieuw kritisch
11
ofie) Zuid-Afrikaanse filos ’, tu n bu ‘U t ui to ot (M
AVAG maakt zich sterk voor een wetenschappelijk opgeleide verloskundige die transmuraal werkt, in de eerste lijn maar ook in het ziekenhuis. Verloskundigen gaan met de vrouw mee naar het ziekenhuis als dat nodig is en bieden zo continue zorg. Dat doen we niet als doel op zich, maar omdat de verloskunde van de toekomst dit nodig heeft.
AVAG is voorstander van een integraal zorgmodel. In dit zorgmodel moet de zorg laagdrempelig en ‘dichtbij’ georganiseerd blijven. De partners die samen deze zorg vormgeven, zijn naast de verloskundigen en de gynaecologen óók de huisartsen, de kraamzorg, de jeugdgezondheidszorg, e.d. De verloskundige is de gelijkwaardige partner van de andere medische professionals in het netwerk, en is de deskundige voor de normale bevalling en in de toekomst óók voor de bevallingen die ‘in het grijze gebied’ liggen. Zij handelt vanuit haar eigen wetenschapsdomein. Zorg die op deze manier is georganiseerd is niet alleen beter, maar blijft ook betaalbaar. Zij voorkomt onnodige verschuiving naar tweedelijns ziekenhuiszorg. Extern onderzoek laat zien dat hiermee tot 100 miljoen euro per jaar wordt bespaard.
verslag
nagedacht over de beste manier om verloskundigen op te leiden. Veel van de opnieuw vastgestelde uitgangspunten zijn in het huidige hbo curriculum al goed ingebed. Te denken valt aan wetenschap op hbo-niveau, casusgericht onderwijs, beroepsauthentieke context, klinisch redeneren en toenemende sturing van het eigen leerproces door de student. Daarnaast zijn er aspecten die binnen het huidige hbo curriculum versterkt kunnen worden. Denk hierbij aan uitbreiding binnen het curriculum van Public Health, bredere en verdiepende medische kennis, wetenschap op wo-niveau, wekelijkse terugkomdagen tijdens de stage, E-learning en het vaker toetsen van de studievoortgang van de student. Verder zal het al ontwikkelde leermateriaal worden gebruikt om de ontwikkeling van competenties te ondersteunen die horen bij het nieuwe integrale beroepsprofiel. Daarnaast is het belang duidelijk geworden van meer aandacht voor de continuïteit van zorg tijdens de stages en de aanwezigheid van een tutor bij de stagebeoordeling. Op dit moment wordt nagedacht over de manieren waarop deze inzichten in het huidige curriculum kunnen worden verwerkt. Daarbij kijken we naar verbeteringen die per 2012 kunnen worden ingevoerd, en naar verbeteringen die diepgaander zijn en meer ontwerptijd vragen. Via de AVAG-website, door de gesprekken met verloskundigen in de kringen en door InTouch houden wij jullie op de hoogte van de ontwikkelingen.
Het was de eerste keer dat het congres in het continent Afrika werd georganiseerd en er waren veel Afrikaanse deelnemers: ruim duizend! Nederland was goed vertegenwoordigd met ongeveer 60 deelnemers, omdat ook alle verloskundigen van het Twinning-project erbij waren. Vier onderzoekers van de AVAG hebben hun onderzoek gepresenteerd en nog eens vier onderzoekers waren aanwezig met een poster. De reis naar Durban duurde ongeveer 24 uur ‘van deur tot deur’, wat erg goed was voor de groepsvorming. Het congres bood de deelnemers een prachtige welkomstceremonie. De deelnemers waren veelkleurig, sommigen in traditionele kleding van hun land. De Twins hadden mooie kleding in de kleuren van de vlaggen van Nederland en Sierra Leone. Er was veel muziek: de Zulu dancers en drummers, zang van een jongerenkoor, SOMSA choir (Zuid-Afrikaanse midwifery organisation), maar ook de sprekers, zoals de vice-minister van gezondheid en de voorzitter van de ICM bleken zangers met sterke stemmen. Vanuit het publiek kwam veel respons en applaus. Het centrale thema van het congres was ‘moeder-en-kindzorg dichtbij’. Dagelijks waren er presentaties van onderzoeken en projecten, impressies en ontmoetingen met collega’s van over de hele wereld. Terugkerende gespreksonderwerpen waren continuïteit van zorg, vertrouwen van vrouwen en verloskundigen in hun eigen kunnen, hiv, samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen. De Nederlandse thuisbevalling wordt internationaal gezien als een groot goed en men maakte zich, met ons, zorgen over het voortbestaan van de vrije keuze voor de plaats van bevalling in Nederland. Het volgende ICM-congres is in juni 2014 in Praag. Heel inspirerend om een keer mee te maken! Meer weten over ICM? Ga naar www.internationalmidwives.org.
Thema’s op het congres waren: Globalisering: In dit thema ging het over ‘human resource’ en over migratie van verloskundigen, met als doel het ontwikkelen van programma’s voor moeder-en-kindzorg die haalbaar zijn, met name in de middenen lage-inkomenslanden. Daarbij heeft het delen van ervaringen met verloskundigen uit andere landen op zich al een meerwaarde: het verruimt je blik rondom het gemeenschappelijke doel, het confronteert, het relativeert. De stem van vrouwen en hun partners: De reproductieve zorg draait om vrouwen en hun partners, hun stem moet gehoord worden. Van belang daarbij zijn: communicatie, emotionele ondersteuning/ begeleiding, organiseren van netwerkgroepen van vrouwen en aandacht voor (huiselijk) geweld/ human rights. Continuïteit van zorg: Continuïteit in reproductieve zorg: van adolescent, via preconceptiezorg tot en met postnatale zorg. Continuïteit van zorg door alle contexten: van thuis tot derdelijnszorg. Continuïteit van zorgsysteem: verandering van zorgsystemen, rekening houdend met zowel gezondheid en welbevinden als met maternale en neonatale/ kind morbiditeit en mortaliteit. Consolidering verloskundige professional en praktijk: Binnen dit thema kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: onderwijs, innovatie, onderzoek, leiderschap, beleid van overheden, financiering verloskundige zorg, ethische/ morele kwesties. Cultuur, maatschappij en tradities: Sociale en antropologische wetenschappen kunnen helpen het belang van onderlinge verschillen in de moeder-en-kindzorg te begrijpen. Het gaat dan om bewustwording van de invloed van cultuurgebonden overtuigingen en gewoonten op de (gewenste) zorg. Het gaat ook over de verschillen tussen man en vrouw, en over de rol van de ‘niet-verloskundige begeleiders’ in de moederen-kindzorg.
12
terugblik
Tekst Stefanie Hendriks
13
Tekst Stefanie Hendriks
Zwart/wit
Naam: Anne-Marike Smit Functie: Docent Verloskunde, locatie Amsterdam, sinds 19 september 2011 Eerder gewerkt in de eerstelijn en het UMC Utrecht. Hiervoor werkzaam bij het AMC als klinisch verloskundige, coördinator interne perinatale audit en echoscopist. Ook heeft zij haar master EBP behaald.
Twee afgestudeerde verloskundigen blikken terug op de opleiding en vertellen over de weg naar hun huidige werk.
Naam: Jolijn Betlem (39) Studie: Verloskunde Beginjaar: 1993 Werk: Klinisch verloskundige in het OLVG Ziekenhuis en bestuurslid van de KNOV Mijn moeder heeft zes kinderen dus al vroeg werd mijn interesse voor verloskunde gewekt. De combinatie van een medische en psychosociale studie en de zelfstandigheid van het beroep deed mij doen beslissen om de opleiding Verloskunde te gaan doen. De studie heb ik ervaren als heftig en zeer gedegen. Het was hard werken, omdat ik naast mijn studie nog honderd andere dingen wilde doen. Tijdens mijn studie viel me, naast de enorme bevlogenheid onder vroedvrouwen, vooral de diversiteit aan cliënten op. Tijdens mijn huidige werk blijf ik dat ook bijzonder vinden. In Amsterdam heb je te maken met zwervers, allochtonen en gezinnen van de grachtengordel. Ik heb zes jaar in de eerstelijn gewerkt en heb daarna de overstap naar het ziekenhuis gemaakt. Het leukste aan mijn werk vind ik rust brengen in de hectiek, zowel bij de cliënt als bij het team waar je in werkt. Dat is in het ziekenhuis nog uitdagender dan thuis. In het ziekenhuis is de bureaucratie van een grote organisatie soms lastig. Daarnaast is de ene dokter ontvankelijker voor feedback dan de ander. Toch past dit werk bij mij. Ik ben een snelle beslisser en ik houd van de hectiek en onregelmatigheid. Zelf beleid bepalen is prettig. Sinds ik ben afgestudeerd is mijn mening over het vak wel veranderd. Ik heb veel meer een overall beeld van de verloskunde gekregen, dat komt voornamelijk door mijn werk in het ziekenhuis en de bestuursfunctie binnen de KNOV. De verloskunde is aan verandering onderhevig en een goede samenwerking tussen eerstelijn en tweedelijn is noodzakelijk. Ook is de fysiologische input bij de tweedelijn hard nodig. Ik vind het belangrijk dat zwangeren meer te maken krijgen met een verloskundige, ook als ze controles nodig hebben bij een gynaecoloog. Je moet dan als verloskundige wel bereid zijn de gynaecoloog naast je in plaats van tegenover je te hebben staan en vice versa. Dat in de toekomst kunnen bewerkstelligen is een ambitie van mij. Nog een ambitie is de versies regionaal nog beter te faciliteren. Laat vooral verloskundigen alle versies doen, zij zijn immers goed met de handen, en indien nodig een consult gynaecoloog voor eventuele uterus relaxatie. Er moet meer vertrouwen komen tussen de verloskundige en de gynaecoloog. Het zou mooi zijn als er in de toekomst in heel Nederland heidagen komen met verloskundigen en gynaecologen, voor een sterke regionale en tevens transmurale samenwerking. Dat betekent dat zij vooral niet in één organisatie samen moeten gaan, maar wel een nauw samenwerkingsverband hebben. De verloskundige van de toekomst zal zich verder gaan professionaliseren om zodoende meer cliënten langer te kunnen begeleiden.
Naam: Sanne Frieling (42) Studie: Verloskunde Beginjaar: 1993 Werk: Verloskundige in haar eigen praktijk ‘Ma Lune’ in Roden, Leek e.o. Als negenjarige fantaseerde ik over een beroep als babydokter. Ik ben als 17-jarige naar Groningen gegaan om hbo-v te studeren. Ik was zwaar onder de indruk van een college van arts Jan Schuurmans en ik besloot ter plekke Verloskunde te gaan doen. Hij vertelde zo bevlogen over het vak dat ik overtuigd was. Na vier jaar werd ik aangenomen. Als eerstejaars volgden wij het nieuwe curriculum van vier jaar en we werden tijdens stages behandeld als ‘omloop’. Ik werkte daarvoor al als verpleegkundige en het viel me zwaar dat ik van vooraf aan moest beginnen, bijvoorbeeld met bedden soppen. Daarnaast was de tijd op de verloskamers ontzettend hiërarchisch. De hiërarchie in de verloskunde is helaas nog steeds aanwezig. Ik neem altijd het voorbeeld van het feliciteren van de ouders in het ziekenhuis. Eerst moet degene die het kind heeft aangepakt feliciteren, daarna de volgende in rang etc. Ik merk dat kraamverzorgenden zich afwachtend opstellen daarin. Dat gaat ten koste van de spontaniteit dus daar wil ik vanaf. Het leukste aan de verloskunde is de vrouwen in hun kracht coachen, zodat ze geloven in zichzelf. Een bevalling waarbij ik zo weinig mogelijk zelf doe is het mooiste. Ik heb me gespecialiseerd in coaching, waardoor ik speciale aandacht kan geven aan angstige en depressieve zwangeren zodat ook zij in hun eigen kunnen (gaan) geloven. Ik merk de laatste jaren wel dat de bevlogenheid binnen de verloskunde vermindert. Ik zie dat aan de studenten, ze zijn veel zakelijker dan vroeger. Ook de docenten lijken minder gepassioneerd dan vroeger. De focus ligt heel erg op onderzoek. Voor mij draait het daar niet alleen om, het gaat nog steeds om de vrouw en het geboorteproces als onderdeel van haar leven. Mijn passie en visie is dat naast de zwangere blijven staan minstens zo belangrijk is als Evidence Based werken. We hebben natuurlijk academisch opgeleide verloskundigen nodig, maar het is ook belangrijk dat de ambachtelijke verloskunde blijft. De kern van mijn werk is empatisch met de moeder en partner meegaan, binnen de grenzen van de fysiologie. Ik ben bang dat over tien jaar onze poortwachterfunctie verdwenen is. Dat zou een verarming van ons vak zijn.
‘Het gaat nog steeds om de vrouw’
Naam: Gerry Evink Functie: Docent Verloskunde, locatie Groningen, sinds september 2011 Jaren in de eerste- en tweedelijn werkzaam geweest. Hiervoor fulltime docent geweest bij de AVAG, nu een combinatiebaan als docent en tijdelijk tweedelijns verloskundige. Daarnaast heeft ze haar eigen bureautje ‘To Life’ waar ze onder andere gastlessen verzorgt en meewerkt aan een uitwisselingsprogramma met Noord-Ghana. Hbo of academisch? Als de verloskundige maar kwalitatief hoog wordt opgeleid maakt het niet uit welke naam het heeft. Het kan en moet altijd beter! Thuis of ziekenhuis bevallen? De keuzevrijheid van de vrouw is belangrijk. Als de vrouw goed is voorgelicht kan zij haar eigen keuzes maken. Een thuisbevalling blijft uniek maar het gaat vooral om kwaliteit van zorg. Lezen of sporten? Aan beide doe ik te weinig, genieten van de natuur heeft mijn voorkeur. Wijn of thee? Hangt af van het tijdstip, tijdens het eten en met vrienden een lekker glas wijn. Digitaal of hard copy? Digitaal, beter voor het milieu. Met de auto of fiets naar je werk? Als ik kon zou ik met de fiets gaan, maar ik woon in Sneek dus ik ga met de trein. Je leven over tien jaar? Dan woon ik samen met mijn partner ergens buitenaf, met een tuin met appel- en perenbomen en een hond en kat. Heerlijk genieten van de natuur, vogels en muziek van Bach en wandelen met de hond. En af en toe een reisje naar Afrika. Dat is wel mijn droom.
Hbo of academisch? Academisch. Het is belangrijk voor verloskundigen om vanuit een wetenschappelijke basis verloskundige zorg te verlenen waarbij we oog houden voor ‘het verhaal van de vrouw’. En dat kan echt wel samengaan. Thuis of ziekenhuis bevallen? Mijn eigen voorkeur zou uitgaan naar thuis. In je eigen omgeving komt je eigen kracht en vertrouwen het beste tevoorschijn. Maar dat ligt voor anderen misschien anders, dus ik ben allereerst voor keuzevrijheid. Lezen of sporten? Lezen, zowel artikelen als literatuur ter ontspanning. En erna een flamencodansles, daar ben ik weer mee begonnen. Wijn of thee? Wijn! Daar kan ik echt van genieten. Het liefst samen met anderen. Digitaal of hard copy? Hard copy. Het leest prettiger en de prikkeling van je zintuigen (de structuur van papier en de geur van inkt of een boek) voegt iets toe aan datgene wat je leest. Met de auto of fiets naar je werk? 12 minuten met de fiets, ik woon in Amsterdam. Je leven over tien jaar? Zowel werk als privé gelukkig zijn, dat is toch het belangrijkste. Of ik dan nog docent ben, kan ik nu nog niet zeggen. Ik vind het nu heel erg leuk. Wel hoop ik meer met onderzoek bezig te zijn. Ook wil ik in Amsterdam blijven wonen. Ik ben hier komen wonen tijdens mijn studie. Daarna ben ik weer vertrokken om waar te nemen, maar het bleef kriebelen. Na acht jaar ben ik teruggekomen. Ik houd van het stadse leven.
Naam: Oda Kerkvliet Functie: Docent Verloskunde, locatie Groningen, sinds september 2011 Zij heeft altijd in de praktijk gewerkt en heeft daarnaast al vier jaar werk ervaring als docent bij de KNOV waar zij verloskundigen uit het buitenland bijscholing gaf om hier aan de slag te kunnen. Nu combineert zij haar baan als docent met haar eigen praktijk. Hbo of academisch? Door een ander, academisch, denk niveau kun je Evidence Based beter onderbouwen. Op die manier ben je gelijkwaardiger aan andere partners in de verloskundige keten. Thuis of ziekenhuis bevallen? Ik kan daar zelf geen keuze in maken, omdat de keuze bij de cliënt ligt. Ze moet bevallen waar zij zich het veiligst voelt. Lezen of sporten? Absoluut allebei! Ik houd van hardlopen, maar lezen ter ontspanning is ook heerlijk. Zeker in de vakantie wanneer ik er de tijd voor heb. Wijn of thee? ’s Middags thee en ’s avonds wijn. Digitaal of hard copy? Digitaal. Alles gaat nu via de computer, reuze handig. Je leven over tien jaar? Over tien jaar hoop ik nog steeds te werken, maar wel minder zodat ik de tijd heb om lange en verre reizen te maken. Ik ben dit jaar naar Zuid-Afrika geweest en ik vond dit zo geweldig dat ik nog veel meer wil zien. Zo zie ik het leven wel voor me tegen die tijd.
14
Column
Tekst Stefanie Hendriks
Mijn eerste bevalling
Naam: Anke Witteveen Functie: Docent communicatieve vaardigheden/psychologie en onderzoeker, locatie Amsterdam, sinds 15 september 2011 Afgestudeerd en gepromoveerd gezondheidszorg psycholoog met onderwijservaring in de medische psychologie aan de VU. Afgelopen jaren in het AMC gewerkt als gezondheidszorgpsycholoog en onderzoeker waarin ze onder andere stages en theses heeft begeleid. Op dit moment nog een halve dag verbonden aan het AMC.
Naam: Bahar Goodarzi Functie: Docent Verloskunde, locatie Amsterdam, sinds eind augustus 2011 Combineert haar docentschap met een dag per week in de praktijk, en daarnaast volgt zij nog een studie Health Management aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Daar hoopt zij volgend jaar september haar master te behalen. Hbo of academisch? Als academisch geschoolde verloskundige word je beter voorbereid op het beroep en voldoe je aan de eisen die de gezondheidszorg en maatschappij tegenwoordig van je vragen. Thuis of ziekenhuis bevallen? Thuis, het hoort bij het unieke Nederlandse systeem. Als de risicoselectie goed is toegepast, is thuis het beste voor moeder en kind. Lezen of sporten? Lezen, ik lees alles wat los en vast zit. Wijn of thee? Ik drink liever een cappuccino. Digitaal of hard copy? Allebei, digitaal is makkelijk om op te slaan en lezen en nakijken doe ik het liefst hard copy. Met de auto of fiets naar je werk? Met het openbaar vervoer! En heel soms met de motor. Je leven over tien jaar? Ik kan niet zo ver vooruit kijken. Wel weet ik dat ik wil blijven werken binnen de verloskunde, op verschillende niveaus. Zowel beroepsmatig als beleidsmatig en in het onderwijs. Eigenlijk wat ik nu dus al doe.
Hbo of academisch? Academisch. Wetenschappelijk onderzoek is noodzakelijk om te groeien in het beroepenveld. En EBM past helemaal bij mij. Thuis of ziekenhuis bevallen? Ziekenhuis, als je bevalt van een tweeling heb je sowieso geen keus. Lezen of sporten? Ik sport graag, maar mijn voorkeur gaat uit naar lezen. Ik houd van boeken van Joodse schrijvers zoals Leon de Winter en Arnon Grunberg, maar ook (populair) wetenschappelijke boeken en artikelen lees ik graag. Wijn of thee? Thuis maak ik altijd latte macchiato, heerlijk! Digitaal of hard copy? Artikelen lees ik hard copy en voor de rest lees ik digitaal. Met de auto of fiets naar je werk? Met de auto, ik moet de kids ook halen en brengen. Je leven over tien jaar? Dan heb ik veel bijgeleerd op het gebied van onderzoek en onderwijs binnen de gezondheidszorg en geniet ik nog steeds van mijn kinderen en man, en van mijn sociale contacten. Ik ben een echt gezinsmens en wil genieten van leuke dingen doen, uitstapjes met vriendinnen en hobby’s zoals het spelen bij de theatergroep. Tegelijkertijd wil ik mezelf ook professioneel blijven uitdagen.
15
Studenten klagen weleens dat de opleiding zo zwaar is en dat ze te hard moeten werken. Ikzelf ook. Maar als je eenmaal zelf een bevalling hebt gedaan, weet je waar je het allemaal voor doet! In het begin van het tweede jaar werd ik op een ochtend om 07.15 uur door een verpleegkundige van de verloskamers uit bed gebeld. Ze vertelde dat er een vrouw was binnengekomen met gebroken vliezen van 36 weken AD met nu drukgevoel. De gynaecoloog was er nog niet en de verpleegkundige zei dat ik maar even moest komen om te toucheren. Ik antwoordde dat ik het natuurlijk wilde proberen, maar dat ik het niet altijd goed kon voelen omdat ik pas tweedejaars was. Ze begreep mijn angst en beloofde dat ze de gynaecoloog meteen zou bellen na mijn VT. Op het moment dat ik naar het ziekenhuis liep voelde ik me best een beetje stoer. Ik liep de kamer in, stelde me voor aan mevrouw en legde uit wat ik ging doen. Ik had het gevoel dat ik al verloskundige was en dat voelde goed. Ook toen de verpleegkundige mijn handschoenenmaat vroeg en deze mij overhandigde, was dat een stoer gevoel. Ik deed
Naam: Paul de Cock Functie: Docent psychologie en senior onderzoeker, locatie Groningen, sinds 15 augustus 2011 Gepromoveerd in de psychologie en eerder werkzaam geweest als docent klinische en abnormale psychologie en onderzoeksstatistiek aan de universiteit van Ulster in Noord-Ierland. Na dertien jaar Ierland weer in Nederland komen wonen met vrouw en vier kinderen. Hbo of academisch? Ik ben een wetenschapper dus academisch zit meer in mijn bloed. Thuis of ziekenhuis bevallen? In Ierland was thuis bevallen niet echt een optie, maar toch kies ik daarvoor. De laatste van vier bevallingen van mijn kinderen was in een midwifery ledunit en dat vond ik veel natuurlijker. In het ziekenhuis grijpen ze naar mijn idee eerder in. Lezen of sporten? Sporten, en dan graag wielrennen en bergbeklimmen. Wijn of thee? Op dit moment koffie. Digitaal of hard copy? Op je telefoon lezen is handig, maar ik heb toch liever hard copy zodat ik lekker kan kladden. Met de auto of fiets naar je werk? Ik doe alles met de trein. Je leven over tien jaar? Dat is nog onzeker. De kinderen zitten tegen die tijd op de middelbare school, dus ik denk dat we dan nog in Nederland wonen. Ik hoop in ieder geval nog steeds te werken op wetenschapsgebied, misschien wel bij de (wetenschappelijke) Verloskunde Academie!
een VT en voelde volledige ontsluiting. Even later kwam de gynaecoloog binnen, toucheerde ook en kwam tot dezelfde conclusie. Mevrouw mocht gaan persen. We brachten haar naar de verloskamer en ik legde haar uit wat ze precies moest doen en wat de beste pershouding was. De gynaecoloog ging in een hoekje van de kamer zitten en bemoeide zich er verder nauwelijks mee. Hij liet mij heel erg mijn gang gaan en gaf af en toe een aanwijzing. Zo stond ik samen met een verpleegkundige deze vrouw door het persen heen te helpen. Door de aanwijzingen die de gynaecoloog me af en toe gaf, merkte ik dat hij alles erg goed in de gaten hield. Dat was prettig. Ik was echt zelf aan het nadenken en aan het handelen. Toen het hoofdje bijna naar buiten kwam, kwam de gynaecoloog er ook bij staan en hielp me met aanwijzingen. Alles ging heel soepel en om negen uur werd er een meisje geboren. Na deze bevalling gierde de adrenaline door mijn lijf. Het was zo spannend om alles echt zelf te doen. Dan weet je waar je het allemaal voor doet!
Puck van Heemstra, derdejaars verloskundige Groningen.
advertentie
• • • • • • • • • • • • •