September 2014
Uitgelicht
7
Automatisering & Logistiek [ 8 ]
Gezonde Kas wordt realiteit
[ 24 ]
Draadloos signaal door de kas
[ 48 ]
Top Crop en Side Crop Viewer
[ 70 ]
Met precisie spuiten in gewas +Spotlight Paprika
Effectief bestrijden door gelijkmatig verspreiden
DE VERBLAZERS VAN KOPPERT
AIRBUG
Innovatief en al meerdere jaren effectief
MINIAIRBUG
AIROBUG • Voor een vliegende start in de bestrijding van spint, trips en witte vlieg • Bespaart tot 80% in tijd • Geeft een zeer goede verdeling over het gewas Natuurlijk verder met Koppert
WWW.KOPPERT.NL
|
[email protected]
Wereldleider in biologische gewasbescherming en bestuiving voor professionele telers
Doorpakken of inpakken Er is al veel gezegd en geschreven over de Russische boycot en de gevolgen voor de Nederlandse glastuinbouw. Feit is dat de tuinbouw moeilijke tijden doormaakt en dat de gifbeker vooralsnog niet leeg is. En dus wordt het hoog tijd om eindelijk plannen voor de lange termijn te maken.
Jacco Strating Hoofdredacteur KAS Magazine
[email protected]
Maar wat schetst de verbazing: aan échte actie ontbreekt het nog altijd. De start van collectief #SamenSterk was veelbelovend. Partijen die de koppen bij elkaar steken om samen sterker te staan, verdienen niets dan lof. Maar in hoeverre is er ook daadwerkelijk sprake van ‘samen’? Want al snel volgden ook individuele campagnes van afzetorganisaties en bedrijven, gericht op de eigen producten en de eigen merken. Een Hollands collectief lijkt plots weer ver weg. Al ver voor de Russische boycot had de Nederlandse glasgroenteteelt behoefte aan een Holland-label. Nu de boycot een feit is, is de nood zaak van een dergelijk NL-merk alleen nog maar groter geworden. Wil de sector niet alleen dit jaar maar ook de jaren die volgen overleven, dan is meer nodig dan een poging tot samenwerking. Dan is échte onvoorwaardelijke samenwerking een vereiste, waarbij het collectief voor het individu komt. Anders kan de sector wel inpakken. Hopelijk pakken de initiatiefnemers van #SamenSterk nu ook echt door, weten zij anderen te overtuigen om aan te haken en stapt iedereen nu eens écht over zijn eigen schaduw heen. Met een toekomst gerichte strategie waarin het NL-product de hoofdrol vervult. In het belang van de Nederlandse glastuinbouw als geheel en daarmee ook in het belang van de individuele teler.
[5
Columns
Rubrieken
3 Jacco Strating Lichtpuntjes
12 Tuinen bij Demokwekerij Teler heeft lead in arbeidsvraagstuk
18 Henk Verbakel Het Hollandse product
26 Ziekte uitgelicht Mucor in paprika
36 Frans Bunnik Versnippering
62 Tuinen bij DLV Plant/GreenQ Residuvrije tomatenteelt haalbaar
52 Sjaak Bakker Nu even niet…
64 Noviteiten en ontwikkelingen Nieuwigheden in automatisering
6]
68 Tuinen bij WUR Glastuinbouw 2SaveEnergy kas: zuinig en efficiënt 74 Waar of niet waar? Tuinbouwmythe ontrafeld
Colofon
Adres redactie Middel Broekweg 3, 2671 ME Naaldwijk
[email protected] www.kasmagazine.nl Hoofdredacteur: Jacco Strating Redactie: Ellis Langen en Jacco Strating Aan dit nummer werkten mee: Sjaak Bakker, Jos Balendonck, Frans Bunnik, Peter Geelen, Ank van Lier, Erik Pekkeriet, Uko Reinders, Henk Verbakel, Chris Verberne, Jan Voogt, Jan van de Zande en Carolien Zijlstra.
Fotografie: Audi, Cultilene, DLV Plant, Ecovat, Fortega Agriculture, Glenn Mostert, High Tech Greenhouse 2020, Horti-Images, P8/Colourfultaste, Wageningen UR Glastuinbouw, WPS en KAS TuinbouwCommunicatie. Ontwerp/vormgeving: Glenn Mostert, Flint Creative Druk: BDUprint
Artikelen 8 Gezonde Kas project Toekomst wordt realiteit 14 Wandelende meetbox Draadloos het klimaat regelen 20 ‘Anders’ energie besparen Out of the box oplossingen 24 Sector ontdekt Tele Radio Afstandsbedieningen in de kas 30 Vliegende start Exact Air Nieuwe substraatmat omarmd
38 50 jaar Nederlandse paprika P8 wordt steeds meer gekoesterd
32 Interne logistiek Aanbieders vergeleken
[7 54 High Tech Greenhouse 2020 Verticale ventilatie in praktijk 58 Productvernieuwing op maat De innovatiedrang van Steenks
48 Top Crop en Side Crop Viewer Robot zoekt ziekten en plagen
Uitgever: Hans van Renssen Sales: Martijn Haas,
[email protected], tel. 06 34 76 70 68 Hans van Renssen,
[email protected], tel. 06 81 02 76 88 Abonneren:
[email protected]
KAS TuinbouwCommunicatie biedt een breed multimediaal pakket vakinformatie aan voor ondernemers in de glastuinbouw. Naast KAS Techniek worden onder andere ook aangeboden: KAS Magazine, HortiBiz Magazine, GroenteNet.nl, SierteeltNet.nl, HortiBiz.com, TuinbouwTV.nl en de (dagelijkse) digitale nieuwsbrieven vanuit de websites. Samenwerken met KAS TuinbouwCommunicatie? Neem contact op met
[email protected].
Disclaimer/copyright: De inhoud van KAS Magazine is zorgvuldig samengesteld. De uitgever, redactie en auteurs zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van beslissingen die worden genomen op basis van redactie, vormgeving en advertenties in KAS Magazine. Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever en auteur.
8]
Zelf alles tillen en verplaatsen is in deze tijd geen optie meer. Dus wordt ook de tuinbouw meer en meer afhankelijk van geautomatiseerde oplossingen. Robots met ongekende kracht dragen zorg voor een snelle en flexibele verwerking, een optimale benutting van de ruimte en tot lagere arbeidskosten bovendien. Zoals het logistieke Bovenloop Systeem van Van Zaal, dat Kwekerij De Hoog in Delfgauw toepast. En het levert ook nog eens spectaculaire plaatjes op…
Flexibele krachtpatser
[9
10]
Gezonde Kas: van toekomstbeeld naar realiteit UITGELICHT AUTOMATISERING & LOGISTIEK - Het Gezonde Kas-systeem is een innovatief, integraal gewasbeschermingssysteem voor in de moderne kas. Het is een hulpmiddel dat telers tijdig attendeert op de aanwezigheid van ziekten en plagen, helpt bij het nemen van beslissingen en bij het toepassen van maatregelen. In deze editie van KAS Techniek wordt stilgestaan bij verschillende deelprojecten, in dit artikel een toelichting op het Gezonde Kas-project.
Tekst Carolien Zijlstra Wageningen UR, projectleider Gezonde Kas
Het Gezonde Kas-systeem bestaat uit verschillende producten zoals DNA- en sensortechnieken, geautomatiseerde beeldverwerking, software tools, biologische controlestrategieën en precisie spuittechnologie. Door ze in de juiste volgorde te benutten, kunnen ziekten zeer vroeg worden gedetecteerd, zelfs nog voor er symptomen zichtbaar zijn, en is een effectieve duurzame aanpak mogelijk.
Zo kunnen dankzij de vroege detectie biologische middelen of andere alternatieve, milieu vriendelijke maatregelen vaak effectief toegepast worden om de ziekte of plaag te bestrijden. Als er toch chemische middelen moeten worden toegediend, dan zorgen optimale spuittechnieken ervoor dat er bespaard kan worden op het middelen gebruik.
Dashboard
Processtappen Het te ontwikkelen systeem omvat de elkaar steeds opvolgende processtappen Monitoring, Interpretatie van data en Maatregelen, welke voorafgegaan worden door de stap Gezonde Start (zie figuur 1). De eerste stap wordt voor de teelt uitgevoerd, de overige stappen tijdens de teelt. Voor de teelt dient men zich er van te vergewissen dat de kasomgeving (lucht, water, substraat, etc.) en het uitgangsmateriaal vrij zijn van gewasbelagers. Dit kan middels biochemische of moleculaire Luminex toetsen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van minuscule bolletjes (beads) met een kleurcodering. Deze worden losgelaten op eiwit- of DNA extracten van het te analyseren materiaal. Indien de doelpathogenen aanwezig zijn in het te bestuderen monster zullen er bindings reacties plaatsvinden op de bolletjes met de specifieke kleurcodes van die doelpathogenen. Vervolgens passeren de bolletjes een rode en een groene laser waarna vastgesteld kan worden welke gewasbelagers zich in het monster bevinden. Tijdens de teelt wordt in de processtap Monitoring het gehele kassysteem gescand op
Luminex analyse in werking: eerst wordt per bead de unieke kleur gedetecteerd door de rode laser. Daarna meet de groene laser de reactie van de op de bead aanwezige detectiestoffen.
de aanwezigheid van bedreigende ziekten en plagen, Gezonde Start ziekte-indicatoren en omgevingsfactoren die ziekten en plagen Monitoring Maatregelen beïnvloeden. Dit laatste gebeurt aan de hand van draadloze sensor Interpretatie netwerken (zie artikel pagina 14). Hiermee worden temperatuur en luchtvochtigheid in de lucht en watergehalte, EC en pH in de bodem op verschillende locaties Figuur 1 - De in de kas gemeten. De Gezonde Kas informatie uit de draadloze sensoren is gekoppeld processtappen aan een Botrytis-model dat voorspelt hoe groot Gezonde Start, de kans op Botrytis in de kas is, hierdoor wordt de Monitoring, tuinder gewaarschuwd voor risico’s. Monitoring Interpretatie en op ziekten en plagen gebeurt in twee stappen. Maatregelen sche- Eerst wordt via macroschaal monitoring de gehele kas globaal gemonitord op gewasniveau tot er een matisch weergeplek wordt geïdentificeerd die speciale aandacht geven. De proces verdient. Dit kan bijvoorbeeld via een chloroffyl stap Gezonde fluorescentie (CF) camera die stress, een indicator Start vindt voor voor ziekte, kan meten in de plant (zie artikel pagina de teelt plaats. 46). Een dergelijke side crop viewer is voor Gezonde De volgende 3 Kas ontwikkeld voor het opgaande gewas tomaat. stappen volgen Ook kan een multispectrale beeldsensor gebruikt elkaar steeds op worden. Voor de potplant cyclaam wordt een der cyclische wijze op. gelijk top crop viewer ingezet binnen Gezonde Kas. Zodra via macroschaal monitoring een plek wordt gevonden die vermoedelijk een ziekte bevat volgt stap 2, microschaal monitoring. Daarbij wordt de geïdentificeerde plek op blad-, stengel- of plantniveau meer intensief bekeken met bijvoorbeeld weer de Luminex toets om de aanwezige ziekten te identificeren. Eventueel kan eerst de vitaliteitstest worden ingezet om te testen “Gezonde Kas” Systeem
[11
RUIM BAAN VOOR DE NIEUWE TEELT GEWAS EN STEENWOL UITRUIMEN | ONTSMETTEN | SCHOONSPUITEN
Het compleet uitruimen en schoonspuiten van uw kas doen we bij Van Veldhoven volgens uitgerekende methodes met de beste machines en binnen het kortste tijdsbestek. Neem contact met ons op voor een afspraak! Laan van Adrichem 4 | De Lier - Westland | Telefoon 0174 513 202 | www.vanveldhoven.nl
of het al dan niet een ziekte betreft. De combinatie van macroschaal monitoring en microschaal monitoring maakt het mogelijk ziekten aan te tonen nog voor symptomen aanwezig zijn. Interpretatie In de processtap Interpretatie worden de monitoringsdata verwerkt en geanalyseerd waarop een advies volgt voor te nemen maat regelen. Hiervoor zijn binnen Gezonde Kas beslissingsondersteunende systemen gebruikt ter vermijding van Botrytis in tomaat en in cyclaam en ter vermijding van plaaginsecten. Tevens is een programma ontwikkeld dat de ontwikkeling van een gewas voorspelt. Alle data en adviezen komen samen in het zogenaamde dashboard: een SCOT databank voor dataopslag en -uitwisseling en alarmering (zie figuur 2). Het dashboard toont meldingen voor de teler in ‘stoplicht codering’. Naast het alarmniveau geeft de melding ook mogelijke vervolgacties aan. Data en meldingen kunnen ook worden weergegeven op een plattegrond (locatieregistratie) of bijvoorbeeld in grafieken. In de processtap Maatregelen zullen bij voorkeur biologische of andere bestrijdingsmaatregelen worden ingezet. Indien toch chemische middelen moeten worden ingezet dan kan dit via gewas afhankelijke spuitsystemen. Met deze nieuwe spuittechniek wordt een minimale dosis middel toegediend (zie artikel pagina 70). De emissie van middel naar de omgeving wordt beperkt, er wordt
Figuur 2 - Het dashboard toont meldingen voor de teler in ‘stoplicht codering’. Naast het alarmniveau geeft de melding ook mogelijke vervolgacties aan.
Demonstratiedagen Gezonde Kas is een Interreg IV A EUproject met een omvang van ruim 10 miljoen euro, waarin 10 onderzoeks instellingen en 22 bedrijven in de DuitsNederlandse grensstreek samen 21 producten maken voor het Gezonde Kasgewasbeschermingssysteem. Woensdag 1 oktober van 10.00 tot 17.00 uur en donderdag 2 oktober van 11.00 tot 17.00 uur wordt tijdens de Gezonde Kas demonstratiedagen vlak over de grens bij Venlo (Hans Tenhaeffstr. 40-42, 47638 Straelen, Duitsland) het Gezonde Kas gewasbeschermingssysteem getoond in een kas met tomaten en in een kas met cyclamen. Tevens zullen de systeemonderdelen ter plaatse worden toegelicht aan de hand van video’s, posters en software programma’s. Kijk voor meer informatie op www.gezondekas.eu.
geen middel op onnodige plekken toegediend. In combinatie met bijvoorbeeld de eerder genoemde CF-camera kan precisiespuiten toegepast worden: uitsluitend de (vermoedelijk) zieke delen van de plant worden bespoten. Nadat maatregelen zijn toegepast begint het proces weer van voren af aan met de stap Monitoring.
[13
Tekst Ellis Langen
Is bepaald ‘handwerk’ in de glastuinbouw te robotiseren? Bij het IDC Robotica op de Demokwekerij Westland wil men samen met telers hiermee aan de slag gaan. In een expositieruimte zijn verschillende bestaande en experimentele technieken te zien. Doel is om samen met telers hierover te discussiëren en zo tot nieuwe, waardevolle innovaties te komen waar een teler wat aan heeft.
Teler heeft de lead in arbeidsvraagstuk
14]
In de expositieruimte van het IDC hebben zo’n 15 technische bedrijven, organisaties of kennis instellingen een demonstratie staan van een bepaalde techniek. Roy Wubben, hoofd van het IDC: “Het biedt hen de kans om een boodschap te brengen en om in gesprek te raken met telers.” De deelnemende bedrijven en daarmee de opstellingen in de expositieruimte zullen geregeld rouleren. De bedoeling is dat telers of telersgroepen een ‘tour’ in de expositieruimte maken en zo al discussiërend
op arbeidsvraagstukken en - uitdagingen komen die zij tegenkomen op hun bedrijf. De techniek die ze in de expositieruimte zien, kan hen helpen in het denkproces. Dus, in hoeverre is een techniek, delen daarvan, of is de techniek met bepaalde aanpassingen eventueel bruikbaar om zo arbeids verlichting, arbeidsefficiëntie en - ook mooi meegenomen – kostenverlaging te bereiken. Momenteel staan er bij het IDC opstellingen van onder andere Festo, Koat, WPS, Laevo, Metazet/
Formflex, Visser en Micothon. Maar ook instellingen als Wageningen UR, Stigas, TU Delft en TNO maken onderdeel uit van de tour. Zelfdenkende robotarm Bij vrijwel elke tour komt dezelfde conclusie naar voren, zegt Peet van Adrichem, directeur van de Demokwekerij Westland: telers moeten eerst heel goed nadenken over de arbeidshandeling die ze graag geautomatiseerd of gerobotiseerd zien. Een valkuil bij de uitwerking blijkt dat mensen snel geneigd zijn een oplossing te bedenken die de mens geheel vervangt. Vaak gaat men dus voor de ‘zelfdenkende robotarm’. Echter, wanneer een arbeidsvraagstuk mechanisch op te lossen is, is het beter daarvoor te kiezen. Dat is eenvoudiger en kost waarschijnlijk minder. Pas wanneer het een ingewikkeld proces is, zoals een proces met diverse activiteiten, het object diverse kanten op moet kunnen en het ook een proces kan zijn dat steeds wisselt, dan is het beter om na te denken over het inzetten van een ‘zelfdenkende robotarm’. Soms moet een teler ook bereid zijn het hele systeem, dus de arbeidsprocessen ervoor en-/of erna te veranderen. Ondanks deze les, blijkt dat het in de praktijk toch geregeld zo werkt dat er eerst een heel complexe technische oplossing moet worden bedacht en gemaakt. Wubben: “Soms werkt het nu eenmaal zo dat je iets simpels nooit had kunnen verzinnen voordat je eerst allerlei ingewikkelde denkslagen hebt gemaakt. Je moet vaak ingewikkeld beginnen om simpel te kunnen eindigen.” Het allerbelangrijkste uitgangspunt van dit IDC is dat de vraag vanuit de teler ‘leading’ is. Het is belangrijk dat hij of een groep telers de tijd neemt om na te denken over de verbetering van een
Tuinen bij
Demokwekerij
arbeidsproces. Zij moeten het arbeidsproces samen goed kunnen doorgronden en er op een open manier over kunnen spreken en discussiëren. Dit leidt dan tot een bepaalde gekozen richting. Daarbij moeten ze kritisch blijven en vaak ook verschillende mensen erbij betrekken. Volgens Van Adrichem is het goed om in die fase nog geen inmenging te hebben van een commercieel bedrijf. “Want als een teler naar een techniekbedrijf stapt met een probleem of vraag, dan gaat dat bedrijf vaak door in de eigen specialiteit. Dat moet je niet willen. Eerst moet men zelf tot een keuze komen van de beste oplossing.” De Demokwekerij Westland is met het IDC Robotica een partij die de expertise bijeen kan brengen die nodig is om voor de beste oplossing te kiezen. Telers komen via de demokwekerij in contact met TU Delft, TNO en studententeams. Samen kijken ze dan of iets technisch haalbaar is. Uiteindelijk moet dit worden uitgewerkt tot een ‘demonstrator’, dat is de stap vóór een prototype. Een concreet voorbeeld van wat er al uit deze manier van werken is gekomen, is een vraag die kwam van potplantenkwekerij Sjaloom. Deze kwekerij krijgt in kisten yucca-stammen aangeleverd. Een medewerker haalt die eruit en zet ze handmatig in potten. Wubben: “We hebben met een team van experts nu voor elkaar gekregen dat een robot arm dit ook kan doen. Een grote uitdaging was dat de stammen in één kist strak tegen elkaar aan staan, zodat een ‘robothand’ er lastig tussen kan. Toch is er uiteindelijk een oplossing gevonden.” De potplantenkwekerij heeft een toeleverancier nu opdracht gegeven om een werkende robot te gaan maken. Het doel van het IDC is om nog meer van dit soort arbeidsvraagstukken die vanuit telers komen, op te gaan lossen.
Demokwekerij Westland is een breed kenniscentrum dat optreedt als verbindende schakel tussen bedrijfsleven, kwekers, onderzoeksinstellingen, technische toeleveranciers, onderwijs en overheid. De organisatie is onderdeel van Proeftuin Zwaagdijk, dat geldt als één van de belangrijkste agrarische onderzoekscentra van Nederland op het gebied van praktijkgericht onderzoek.
Demokwekerij Westland
Zwethlaan 52 2676 LB Honselersdijk T +31 (0)174-385600
[email protected] www.demokwekerij.nl
[15
16]
Wandelende meetbox zet eerste stappen UITGELICHT AUTOMATISERING & LOGISTIEK - Onderzoekers van Wageningen UR Glastuinbouw hebben in het kader van het Gezonde Kas-project voor het eerst het klimaat geregeld op basis van meerdere draadloze sensoren voor temperatuur en luchtvochtigheid. Doel was om de klimaatcomputer te laten sturen op basis van het punt in de kas waar het laagste dauwpunt gemeten werd. Omdat het klimaat in de kas van plek tot plek en in de tijd kan variëren, zal dat dus niet altijd dezelfde plek zijn. Op die manier ontstaat een regeling waarbij de meetbox als het ware kan wandelen.
Tekst Jos Balendonck Wageningen UR Glastuinbouw
In de huidige semi-gesloten kassen wordt vochtiger geteeld, doordat de ventilatie, vooral ’s nachts, beperkt wordt gehouden om energie te sparen. Onderzoek van Wageningen UR Glastuinbouw heeft al in de jaren 2008-2009 laten zien dat in sommige kassen gedurende de nacht de plaatselijke verschillen in temperatuur en luchtvochtigheid kunnen oplopen
tot respectievelijk 8 graden en 30%. De oorzaak van deze grote verschillen is vaak terug te herleiden tot defecten of verkeerde inrichting van de infra structuur van de kas. Telers zien dit wel aan hun gewas doordat ze vaste plekken in de kas herkennen waarbij het gewas achterblijft, of juist plekken waar het eerst ziekte optreedt. De plekken met extremen (nat of koud) behoeven niet altijd op een vaste plaats op te treden, deze kunnen ook in de tijd ‘wandelen.’ Dat komt dan voornamelijk door externe factoren als het buitenklimaat (draaiende wind, instraling) of door het in- of uitschakelen van interne bronnen zoals geforceerde ventilatie systemen (buitenlucht aanzuiging). Problemen met natslag Met één klimaatbox per afdeling kan een eventuele natslag op alle plekken in de kas niet herkend worden. Telers kennen echter hun kas, en weten dat deze verschillen er kunnen zijn. Om ziekten te voorkomen gebruiken zij dan een ruimere marge voor de RV, en deze ervaringswaarde wordt ingesteld op de klimaatcomputer als een streefwaarde voor de ontvochtiging, meestal het met de buisverwarming opendrukken van de luchtramen. Het eventuele extra energieverbruik wordt dan als onontkoombaar noodzakelijk kwaad voor lief genomen. Jos Balendonck, onderzoeker meet- en regeltechniek bij Wageningen UR Glastuinbouw, geeft aan: “We vinden het jammer dat telers door het instellen van een ruimere marge meer energie gebruiken. Natuurlijk is het beste de infrastructuur van de kas zo optimaal mogelijk te maken om een homogeen klimaat te bewerkstelligen. Maar, we zien ook dat in de praktijk telers daarvoor hun uiterste best doen, maar ondanks dat soms toch met grote klimaatverschillen blijven kampen. Voor die telers moet er dus een oplossing komen die waarborgt dat er geen natslag met kans op ziekte optreedt.” Hij vervolgt: “Het instellen van een vaste marge geeft ook geen mogelijkheid voor de klimaatcomputer om real-time in te grijpen op plotselinge veranderingen ergens in de kas,
bijvoorbeeld ’s nachts als de wind zomaar draait en een kant van de kas snel afkoelt. Zoiets kun je alleen maar aanpakken als je meer meetboxen in je kas ophangt, een kostbare oplossing.”
De regelaar draait vanaf april en heeft interessante resultaten opgeleverd
Het wandelende meetbox-concept
Sturen op laagste vochtdeficit Balendonck heeft wel een oplossing in gedachten: ‘De wandelende meetbox.’ Recent zijn immers goedkope draadloze meetboxen op de markt beschikbaar gekomen, waarmee eenvoudig en snel een groot meetnetwerk voor temperatuur en luchtvochtigheid in de kas is op te bouwen. De klimaatcomputer heeft daarmee ineens veel meer informatie over de klimaatverdeling beschikbaar en kan desgewenst de meetbox met het laagste vochtdeficit, gebruiken voor zijn klimaatregeling. De natste plek in het gewas stuurt dan dus het klimaat aan, en deze plek kan dus ‘wandelen.’ De onzekerheid is dan niet alleen weggenomen over de plaats van de natste plek, maar ook of er daar risico van natslag is. Het voordeel voor de teler is daarmee dat hij veel scherper kan gaan sturen, een kleinere vochtdeficitmarge kan hanteren – vochtiger kan telen – en daarmee meteen energie kan besparen door minder te ventileren op vocht (latente en voelbare warmte). Hij kan daarbij er op vertrouwen dat de computer ingrijpt als er soms ergens een natte plek dreigt te ontstaan. Balendonck geeft wel aan dat voorzichtigheid geboden is bij de factor energiebesparing. Of dit kan, zal sterk afhangen van de klimaatverschillen en de dynamiek van het systeem. Energie besparen kan alleen als er daarvoor ook ruimte is om met een kleinere marge te regelen. Hij zegt: “Als er continu een groot inhomogeen klimaat is, dan zal een ruime marge nodig blijven en gebruikt ook ons systeem meer energie om dat te realiseren. Wat voor ons wel spannend is, of door deze regelaar het klimaat meer of juist minder homogener zal worden. Daarnaast liggen er fundamentele vragen of de regeling wel stabiel te maken is.”
[17
18]
Jouke Miedema, directeur van Wireless Value en leverancier van draadloze sensoren (AgriSensys), werkt al jaren samen met Wageningen UR Glastuinbouw. Vier jaar geleden stapte zij in het Gezonde Kas project waarin bedrijven en universiteiten gezamenlijk technieken ontwikkelen om de kas ziektevrij te houden. Ook de wandelende meetbox was hierin onderwerp van studie. Miedema: “De technologie is er, is betaalbaar, en verschillende telers passen onze sensoren al toe om klimaatverschillen inzichtelijk te maken. Het concept is eenvoudig, een aantal kleine sensorkastjes en een basisstation moeten in de kas geplaatst worden, en alle data is af te lezen op een computer direct of via internet. De stap naar een directe koppeling van de sensoren aan de klimaatcomputer om daarmee in te grijpen op het klimaat is eigenlijk een heel logische stap. Klimaatcomputer leveranciers zijn echter wat huiverig om draadloze sensoren te koppelen, bijvoorbeeld omdat onze sensoren ongeventileerd zijn. Het Gezonde Kas project biedt ons nu de mogelijkheid om te laten zien dat er meerwaarde is om met meer sensoren aan de gang te gaan.” Het onderzoek aan de wandelende meetbox wordt uitgevoerd bij het proefstation Straelen in Duitsland (LWK-NRW) in twee compartimenten, één met tomaat en één met cyclaam. Peter TiedeArlt, teeltkundig onderzoeker daar, zegt: “Zo’n experiment kun je niet uitvoeren in de praktijk, al hoewel je dat graag zou willen omdat je een ‘echt’ klimaat zoekt zoals in een praktijkkas. Geen enkele teler wil graag experimenteren met zo’n regeling uit angst voor teeltschade. In Straelen hebben we een compromis gevonden. De compartimenten zijn relatief groot (250 m2), hebben klimaatverschillen en we kunnen met enige vrijheid experimenteren. Daarbij waren we in de gelukkige omstandigheid dat onze klimaatcomputerleverancier (RAMTechnologie) bereid was om mee te draaien in het project. Aan hen hebben we dan ook voorgelegd hoe we met veiligheden wilden omgaan. Wat als er een sensor uitvalt, een verkeerde waarde geeft, of de draadloze verbinding wegvalt ? ’s Winters wil je niet dat door uitval van een regeling de kas koud komt te liggen of zelfs bevriest.”
Dominik Bretz, ontwikkelaar bij RAM-technologie (D) kwam al snel met een praktische oplossing, door het meetresultaat van alle draadloze sensoren als één gecombineerd signaal aan de klimaatregelaar te koppelen. De wandelende meetbox levert dan één waarde voor RV en T, als het resultaat van een complexe bewerking op data van meerdere sensoren. Dit kan ook gewoon het doorschakelen van een sensor naar keuze zijn. Als de wandelende meetbox geen valide data geeft, schakelt de klimaatcomputer gewoon weer over op de standaard meetbox. Bretz: “Voor computerfabrikanten is dit een eenvoudige oplossing: één extra RV,T-ingang voor de wandelende meetbox en één keuzeschakelaar voor het valide signaal.”
Klimaatverdeling bij twee ingestelde RV-marges (boven: +3% en onder: +5%), gevisualiseerd als histogram voor RV met op de horizontale as de RV (in %) en verticaal het percentage van de tijd dat deze RV gemeten werd.
Opzet van het onderzoek Hans Janssen, onder zoeker bij Wageningen UR Glastuinbouw, is de man achter de intelligentie van de wandelende meet box. Hij geeft aan dat wil je de werking van deze nieuwe regelaar vergelijken met een standaard meetboxregeling, je eigenlijk voor iedere proef twee gelijke kassen zou moet hebben om te sturen onder gelijke omstandigheden. Omdat die niet voorhanden waren, is er voor gekozen om de nieuwe regelaar om de andere dag aan te zetten, en op de andere dagen alleen met de standaard meetbox te regelen. Hierbij neemt hij aan dat over de langere termijn het gemiddelde buitenklimaat op de even en oneven dagen gelijk is, en een eerlijke vergelijking mogelijk is. Janssen: “We kijken voornamelijk naar de homogeniteit van het klimaat (RV,T) en naar de ruimte die we hebben om de marge voor vochtdeficit krapper in te kunnen stellen op de klimaatcomputer. Het energieverbruik meten we ook met de sensoren van AgriSensys.” In de eerste functionele test (eind 2013) gebruikte de nieuwe regelaar met 8 draadloze sensoren bij tomaat 30% meer energie dan de standaard meetbox regelaar. Dit was ook de verwachting omdat de standaard setpoints van de klimaatregeling voor RV,T gelijk gehouden zijn. De koudste plek was globaal twee graden kouder
dan van de gemiddelde plek waar de standaard meetbox stond, wat maakte dat de extra veiligheid dus 30% meer energie kostte. Janssen geeft verder aan dat bij de proef in 2014 niet meer ingegrepen is op de temperatuur, zodat de wandelende meetbox geen effect meer heeft op de temperatuursom en de plantgroei. Daarom wordt voor de temperatuur nu altijd de waarde van de standaard meetbox gebruikt. Er wordt nu alleen ingegrepen op de relatieve luchtvochtigheid, omdat dat de drijvende kracht achter de aansturing van de kasluchting is. De marge voor RV is in de lente in twee stappen van +3% en +5% ten opzichte van RV=85% vochtiger ingesteld op de klimaatcomputer. Bij deze instelling komt de RV doorgaans in de kas nergens boven de 96% uit. Hij geeft aan dat uit ‘Het Nieuwe Telen’ bekend is dat een RV-verhoging van 5% kan resulteren in een energiebesparing van 10%. Verder heeft hij de keuze gemaakt om alleen ’s nachts de nieuwe regelaar in te zetten, omdat dan de problemen met natslag het grootst kunnen zijn. Daarmee voorkomt hij ook eventuele meetfouten door een directe instraling op de sensoren van de zon overdag. Janssen: “Voorlopig gebruiken we de wandelende meetbox dus alleen ’s nachts, maar in de toekomst, zeker wanneer we ook een geventileerde draadloze sensor operationeel hebben, gaan we de regeling ook overdag toepassen. Vooral in de winter kunnen er perioden zijn waarin deze overdag goed ingezet kan worden.” Resultaten Inmiddels heeft de regelaar vanaf april 2014 gedraaid en interessante resultaten opgeleverd. De homogeniteit van het klimaat wordt zichtbaar gemaakt in histogrammen, waarbij de regeling met de standaard meetbox (groen) en de wandelende meetbox (blauw) voor de twee ingestelde RV-marges vergeleken worden. Voor de wandelende meetbox is te zien dat de histogrammen smaller zijn, het klimaat dus homogener is, en een krappere RV-marge in te stellen is. Ook is de energiebesparing die de wandelende meetbox realiseert ten opzichte van het gebruik van alleen de standaard meetbox bepaald. Voor de ingestelde marges zijn bij de
‘De technologie is er, is betaalbaar en telers passen de sensoren al toe’
De draadloze sensor van AgriSensys
testen energiebesparingen gerealiseerd die ook vanuit het ‘Nieuwe Telen’ verwacht zouden worden. Janssen geeft aan: “De regeling heeft ook een korte tijd in de zomer met 0% marge gedraaid, en gaf hier zoals verwacht een hoger energiegebruik. In deze periode is echter nagenoeg niet gestookt, dus de data is niet erg betrouwbaar. We wachten met smart op de herfstperiode waarin er meer vochtproblemen gaan komen en er meer gestookt zal worden.” Telers kijken natuurlijk uit naar mogelijkheden om een homogener klimaat, een lager energieverbruik en een lagere ziektedruk te realiseren. De resultaten van het onderzoek zijn bemoedigend. De eerste tests hebben laten zien dat het principe werkt, dat vochtige plekken kunnen voorkomen worden, en dat er een energiebesparing mogelijk is. Verder onderzoek in andere seizoenen en bij andere gewassen moet nog uitgevoerd worden om te kijken of deze resultaten haalbaar zijn onder alle omstandigheden. Tiede-Arlt geeft aan dat hij graag met de set-points wil gaan spelen: “Hoe dicht kunnen we gaan naar de grens van natslag, en hoeveel vertrouwen hebben we in de regeling? We moeten gaan kijken hoe goed de regeling nu gaat reageren op tijdelijke afwijkingen, een raam open laten staan of aanschakelen van ventilatoren (energie verbruikers). We hebben nu ook de beschikking over een zijgevelventilatie systeem van Maurice Kassenbouw. Het effect van het gebruik daarvan kunnen we nu ook goed monitoren. Ook moeten we realistisch blijven, als een teler al een goed homogeen klimaat heeft, dan valt er met deze regeling niets te besparen aan energie. Wel kunnen we snel blijven reageren op plaatselijke, natte plekken.” Als product is de wandelende meetbox nog niet op de markt. De draadloze sensoren kunnen echter al wel gekocht worden en meteen ingezet worden om de homogeniteit van klimaat te volgen. Ook daarmee kunnen telers al heel veel leren over hun klimaat.
[19
Column
Het Hollandse product 20]
Er is de laatste weken erg veel te doen om handel en politiek. Ik heb me altijd voorgenomen om me met het laatste niet teveel te (willen) bemoeien, omdat hier altijd andere krachten van belang zijn die ik persoonlijk meestal toch niet kan begrijpen. Echter wanneer de sector wordt geraakt waar wij als glastuinbouwbedrijven ook mee te maken hebben, wordt het toch een ander verhaal. Onze klanten worden hard geraakt wanneer de politiek beslist om bepaalde producten niet meer af te nemen of in landen toe te laten. Hetgeen nu het geval is in Rusland is voor de gehele sector niet goed. De algehele prijszetting voor producten is al lange tijd niet naar ieders tevredenheid, maar wanneer er afzetgebieden worden weggestreept helpt dit uiteraard niet de positieve kant op. De mensen die hier iedere dag mee te maken hebben, moeten wel goed stevig in hun schoenen staan om hier iedere dag zo vroeg voor uit hun bed te komen. Als ik binnen ons eigen bedrijf kijk, worden we niet direct door dit soort zaken getroffen. Maar ja, zoals het spreekwoord luidt: ‘Wanneer het regent bij de klant dan druppelt het bij ons.’ Die regen is er misschien wel, maar die komt meer uit de donkere wolken die boven veel bedrijven hangen. Dit laatste maakt de handel wel steeds zorgelijker
Henk Verbakel Henk Verbakel (
[email protected]) is directeur en mede-oprichter van Havecon Kassenbouw in Bleiswijk. Havecon verzorgt complete kassenbouwprojecten voor de tuinbouw in binnen- en buitenland.
en vatbaarder. Maar de feiten zijn zoals ze zijn en wij zijn toch die Hollanders die weer proberen om uit ieder probleem iets goeds te halen. Je ziet een enorme promotie van Hollandse producten bij de supermarkten en partijen gaan ook weer harder aan andere afzetgebieden trekken. Dit geldt voor de telers, maar ook voor de toeleveranciers. De grootste kans dat je nu sectorgenoten tegenkomt op het vliegveld! Je kunt jezelf afvragen wat we het liefste willen, maar dan zou een goed gevulde portefeuille met projecten in de buurt ook een wens zijn. We weten we dat dit voorlopig niet zal gebeuren. En misschien is het wel beter dat Nederland niet groeit in het areaal, maar ziet te overleven met goede stappen. Als we maar wel blijven zorgen dat vernieuwen, verbeteren en innoveren de basis van de glastuinbouw blijft. Het kan ook niet de bedoeling zijn dat de toeleveringen de bronnen van inkomsten verleggen en de Nederlandse glastuinbouw te veel gaat verouderen door het wegblijven van vervanging… Laten we hopen dat we in ieder geval snel weer een beetje rust in de rumoerige wereld kunnen hebben en de handel hier sterker uit kan gaan komen. Want het Hollandse product is zo mooi!
Écht goede tuinbouw stockfoto’s vanaf €10
Stop de zoektocht naar kwalitatieve stockfoto’s van de Nederlandse tuinbouw. Horti-Images.com heeft het geschikte beeld voor al uw proposities. Maak snel en eenvoudig uw keuze uit het grote aanbod. Maak nu een account aan en profiteer. Wat zijn de mogelijkheden?
Abonnement
Horti-Images.com biedt de beste kwaliteit stockfoto’s al vanaf €10 per foto! Er zijn diverse afmetingen beschikbaar.
50 beelden per maand vanaf €125. Het 1e jaar vanaf slechts €62,50 per maand!
Free sample 350 pixels Small 500 pixels Medium 1.500 pixels Large 3.000 pixels Original originele grootte
Neem contact met ons op via
[email protected]
Vragen?
Meld je gratis aan!
22]
Out of the box energie besparen Doordat energie besparen een hot topic is, worden nu tal van uitvindingen of bestaande toepassingen in een vernieuwde vorm gelanceerd. Daar zitten ook toepassingen bij die voor de glastuinbouw interessant kunnen zijn, maar niet standaard op de lijstjes van energiebesparingsmogelijkheden voor telers staan. Vier daarvan komen in dit artikel aan bod.
Tekst Uko Reinders
1. Infrarood In een proef met asperges, waarbij de wortels werden verwarmd met infrarood PVC-verwarmingsbuizen, werd 70 procent minder energie verbruikt dan bij de verwarming met aardgas. Dat staat te lezen op de website van het bedrijf Fortega Agriculture, die de verwarmingsbuizen levert. De besparing werd vooral behaald door op een computer de verwarming optimaal te sturen.
De PVC-verwarmingsbuizen hebben een dia meter van 75 of 110 mm en een lengte van 1,2 of 5 meter. De stroom (230 Volt) gaat via een buizenthermostaat, die ongewenste temperatuur stijging voorkomt, en een thermostaat, om de temperatuur te regelen, naar folie met koolstof banen. De koolstof zorgt voor de straling met een specifieke golflengte. De stralingswarmte werkt als zonnestralen en verwarmt alles wat de straling opvangt, maar niet (direct) de lucht. Volgens Robert Nusse, commercieel directeur van Fortega Agriculture en uitvinder van de buizenverwarming, kan dit systeem ook boven de grond gewassen verwarmen. “De buizen kunnen bijvoorbeeld tussen het gewas gehangen worden, zodat ze geen licht onderscheppen”, zegt Nusse. Nusse ziet mogelijkheden voor de infraroodbuizen om in combinatie met de traditionele verwarming de kas gelijkmatig te verwarmen. “Dat kan door de temperatuur overal goed te monitoren. De buizen kunnen vervolgens op de gewenste hoogte worden geïnstalleerd en op de gewenste temperatuur worden ingesteld. Binnen een range kan dat heel precies. Vanwege deze mogelijkheden worden de PVC-buizen dit najaar gebruikt in een TNOonderzoek naar gelijkmatig kasklimaat”, aldus Nusse. Vlak bij de kasdekspanten Een ander toepassing is het verwarmen van kweektafels, bijvoorbeeld met potplanten. Dat kan door verwarmingsfolie op de tafel te leggen, met daarboven op een beschermende laag van bijvoorbeeld PE-folie of PVC-platen. De eerste proef hiermee in een kas zorgde volgens Nusse voor een aanzienlijke energiebesparing. Bij lage temperaturen werd een plastic kap over de planten gezet. Volgens Nusse kunnen PVC-infrarood buizen ook vlak bij de spanten van het kasdek of in een gesloten goot geplaatst worden. “Een geïnstalleerde verwarmingsbuis in een gesloten goot kan tweeërlei problemen oplossen. Condens kan worden afgevoerd en sneeuw en ijsafzetting in de goot kan worden voorkomen.” 2. Ondergrondse opslag Ecovat is een opslagsysteem voor warmte met de mogelijkheid voor een grote capaciteit en een
Veel toepassingen van buitenaf zijn ook voor telers interessant
De stralings warmte werkt als zonnestralen
hoog rendement (95 procent na 6 maanden). Het systeem is een innovatie van Aris de Groot, die ook eigenaar is van het bedrijf Ecovat, die het op de markt brengt. De basis van het systeem is een soort put in de grond zonder bodem, met goed geïsoleerde wanden. Zo’n cilindrisch vat kan een inhoud hebben van 1500 m3 tot maximaal 60.000 m3. In dat laatste geval zal de diameter 60 meter en diepte 23 meter zijn. Doordat een dichte bodem ontbreekt, vult de ruimte in het vat zich automatisch met grondwater. Het grondwater wordt alleen voor warmteopslag gebruikt en niet verpompt. De verwarming vindt plaats door middel van warmtewisselaars. De warmte daarvoor kan van verscheidene bronnen komen, zoals aardwarmte, zonne-energie, restwarmte, een bio-vergistings installatie of een WKK. De warmte in het Ecovat kan weer gebruikt worden om bijvoorbeeld kassen, kantoren of woningen te verwarmen. Daarvoor wordt de warmte onttrokken met warmtewisselaars, die op verschillende hoogtes in de wand van het vat zijn geplaatst. Doordat het water naar boven toe geleidelijk in temperatuur toeneemt kan warmte met verschillende temperaturen worden onttrokken, wat de efficiëntie van het gebruik kan verhogen. Het vat wordt afgesloten met een betonnen kap dat goed kan dienen als een vloer van een kas. Bovenin het vat kan de watertemperatuur oplopen tot 92oC. Maar omdat het Ecovat thermisch dicht is, levert dat geen problemen op met de temperatuur van grondwater buiten het vat. In het diepste deel van het vat is de temperatuur lager en kan desgewenst koude worden onttrokken. De hele winter verwarmen Het eerste Ecovat wordt nu gebouwd bij het eigen kantoor van het bedrijf in Uden, waar het wordt gekoppeld aan zonnepanelen die met water worden gekoeld. Het koelwater wordt via twee warmtepompen opgewaardeerd tot 85 graden en naar de warmtewisselaar van het vat gebracht. Het vat zal een inhoud van 1500 m3 krijgen wat volgens Van den Boogaard ruim voldoende is om het kantoor met een inhoud van 3500 m3
[23
de hele winter van warmte, en in de zomer van koude, te voorzien. Om ook kassen de hele winter te verwarmen met warmte die in de zomer is opgeslagen, valt volgens Van den Boogaard niet goed rond te rekenen. De warmteopslagcapaciteit zou de kosten te hoog doen oplopen. “Je kunt Ecovat echter wel goed inzetten om op kortere termijn een overschot aan energie op te slaan”. Maar daar hebben veel telers toch al een buffer tank voor. Volgens Van den Boogaard is het Ecovat veel groter, waardoor het effectiever is om energie te besparen. Hij ziet vooral mogelijkheden voor een combinatie met een duurzame-energiebron, zoals aardwarmte of een warmtenetwerk. “Er is veel belangstelling van glastuinders voor Ecovat. Vooral van tuinders met projecten van tientallen hectares. Ik zie voor die oppervlaktes betere mogelijkheden dan voor tuinders met een paar hectare en een WKK. Daar voegt het niet zo veel toe, maar elke situatie is weer anders”, aldus Van den Boogaard.
24]
3. Gelijkspanning Dat ons huidige elektriciteits net met wisselspanning (AC) werkt, komt door een beslissing in de 19e eeuw, toen de distributie van elektriciteit begon. Grote vermogens over een grote afstand verplaatsen ging toen het beste met wisselspanning. Met de komst van vermogens elektronica is dat veranderd en is ook gelijkspanning (DC) geschikt voor langeafstandstransport. Bij kabels op de zeebodem of onder de grond is gelijkspanning zelfs beter, omdat er minder spanningsverlies optreedt. Bij wisselspanning treedt extra verlies op doordat de spanning steeds wisselt, terwijl bij gelijkspanning alleen verlies ontstaat door de weerstand van de kabel. DC is efficiënter voor alle distributienetwerken. Stichting Gelijkspanning zet zich daarom op alle mogelijke manier in om in Nederland van AC naar DC over te stappen. Harry Stokman van de stichting legt uit. “Bijna alle moderne apparaten werken intern op gelijkspanning en moeten van een gelijkrichter worden voorzien om te kunnen werken met wisselspanning. Ook alle duurzame elektriciteit, zoals opgewekt door zonnepanelen, levert gelijkspanning. Die moet op
dit moment eerst worden omgezet naar AC voor de distributie over het net. Wisselspanning zorgt voor meer energieverlies en hogere kosten dan gelijkspanning, niet alleen vanwege de gelijk richters, maar ook door de zwaardere bekabeling.” In de glastuinbouw werkt bijna alle elektrische apparatuur op DC. Een kwekerij kan daarom goed functioneren met een gelijkspanningsnetwerk. Volgens Stokman levert dat op energetisch gebied een besparing op van tussen de 3 en 5 procent, ten opzichte van wisselspanning. “Daarnaast hoeft de bedrading minder dik te zijn, waardoor 50 procent minder koper nodig is. Voor een hectare kas scheelt dat circa 2000 kg aan koper. Ook de installatiekosten zijn lager”, zegt Stokman. De totale besparing schat hij op zo’n € 15.000 per ha per jaar en zal afhangen van het aantal armaturen en de belichtingsintensiteit. Dat is de uitkomst van een onderzoeksproject dat mede is gefinancierd door het programma ‘Kas als Energiebron’ en het Rabobank Projectenfonds. Vanwege deze besparing heeft bouvardiakwekerij Vreeken in Rijssenhout vorig jaar, als eerste tuinder, een gelijk spanningsnetwerk geïnstalleerd.
Ondergrondse opslag van warmte
Een grote operatie Voor een gelijk spanningsnetwerk op een kwekerij, moet bij de aansluiting op het distributienet een gelijkrichter worden geplaatst. Voor die specifieke toepassing is nog geen apparaat op de markt, maar de kosten hiervoor zullen volgens Stokman een fractie bedragen van de besparingen die ermee gerealiseerd kunnen worden. Verdere aanpassingen zijn niet nodig, omdat vrijwel alle apparaten, zoals computers, SON-T lampen, LED lampen en pompen met frequentieregelaars op gelijkspanning draaien. Wellicht op een oude pomp na, waarvoor dan een omzetter naar wisselspanning nodig is. In de verre toekomst verwacht Stokman dat alle elektriciteitsnetwerken in Nederland van gelijk spanning worden voorzien. “Bijna alle apparaten werken op gelijkspanning en ook duurzame bronnen als zonnecellen en windmolens genereren gelijk spanning. Omdat het gebruik daarvan toeneemt is
het logisch om alles DC te maken. Het is een grote operatie, maar de ontwikkelingen gaan harder dan we denken. USB-netwerken zijn bijvoorbeeld al gelijkspanningstechnologie. Het gaat ongemerkt.” 4. Elektriciteit wordt gas Een half jaar geleden werd in de Duitse plaats Werlte, zo’n zestig kilometer ten oosten van Emmen, de Audi e-gasfabriek in gebruik genomen. In de fabriek wordt het stroomnet aan het gasnet gekoppeld. Audi is de eerste ter wereld die dat op deze manier doet. Bij een stroomoverschot, zoals tijdens zonnige en winderige dagen, wordt de elektriciteit omgezet in methaangas en aan het aardgasnet toegevoegd. Daarbij komt ook warmte vrij. Voor Audi is het project een belangrijke stap in haar streven naar CO2-neutraal autorijden. In de fabriek wordt methaangas gemaakt van CO2, water en elektriciteit, met waterstof als tussenstap. Het proces start bij de elektrolyse van water, dat wordt omgezet in waterstof en zuurstof. Vervolgens worden de waterstof en de CO2 samengebracht in een katalysator die methaan maakt. De CO2 wordt geproduceerd in een mestvergister, die ook op het terrein in Werlte staat. De mest is afkomstig van veehouders in de omgeving. Voor de elektriciteit wordt alleen gebruikt gemaakt van duurzame bronnen. Dat zijn water en wind. Om het geproduceerde methaan gelijk te maken aan het gas in het aardgasnet wordt wat stikstof en CO2 bijgemengd. De jaarlijkse productie is ongeveer 1000 ton Audi e-gas. Daar kunnen volgens het Duitse automerk 1500 Audi’s A3 elk 15.000 kilometer op rijden. Op CO2-neutrale wijze, want de CO2 die wordt uitgestoten is voorheen door de fabriek opgenomen. “De fabriek past op een terrein van ongeveer 20 bij 50 meter”, zegt Raymond Gense, directeur Future Technology & Public Affairs bij Pon, de importeur van Audi. “In een hal staan 3 elektrolyse apparaten van elk 4 bij 10 meter. Naast de hal staat een reactor-toren van 20 meter hoog, waarin de methanisering plaats vindt. Het geheel is vrijwel onbeperkt schaalbaar.” De gasfabriek draait
volgens Gense goed. “De crux is om de fabriek alleen te laten werken bij een gunstige prijs van groene elektriciteit. We zijn nu bezig om het punt waarop we de installatie aan- en uitzetten te optimaliseren”, zegt Gense. Technisch gaat dat omschakelen volgens Gense gemakkelijk. “Het neemt minder dan 4 minuten in beslag.”
Audi e-gasfabriek koppelt het stroomnet aan het gasnet
Niet exclusief voor Audi Over de terugverdientijd van de installatie wordt momenteel een studie verricht. “We gaan uit van minder dan 10 jaar. De terugverdientijd wordt in de toekomst alleen maar korter omdat volgende installaties beter zullen zijn ingebed in industriële processen (restwarmte en rest-O2) en omdat duurzame ‘overschot’ elektriciteit naar verwachting goedkoper wordt. Ook krijgen echt duurzame brandstoffen steeds meer marktwaarde, zeker als je ook nog gebruik maakt van de indirecte manier om elektriciteit op te slaan in het bestaande gasnet”, aldus Gense. De fabriek is niet exclusief voor Audi gemaakt. Er zijn meerdere bedrijven bezig met het ontwikkelen van vergelijkbare processen, waaronder Siemens. Attero, Provincie Drenthe en de investerings maatschappij van Pon willen in Wijster een volgende power tot gas (P2G) fabriek gaan bouwen. Gekoppeld aan de afvalverwerkingssite van Attero die voor de aanvoer van de benodigde CO2 gaat zorgen en de restwarmte en O2 kan afnemen. Volgens Sander Peeters van Energy Matters zou een P2G fabriek op termijn ook interessant kunnen zijn voor niet belichtende tuinders met een WKK. “Met de fabriek kunnen ze hun overschot aan elektriciteit omzetten in gas of warmte.” In oktober organiseert Peeters een excursie naar de Audi e-gasfabriek in Duitsland (zie www.biowkk.eu).
[25
26]
Kas niet langer stoorzender van draadloos signaal UITGELICHT AUTOMATISERING & LOGISTIEK - De behoefte om machines en toepassingen op afstand te besturen, groeit door de wens van telers om alsmaar efficiënter te werken. Echter, de metalen kasconstructie werkt veelal als stoorzender voor draadloze signalen. Het bedrijf Tele Radio biedt nu als eerste een oplossing voor dit probleem.
Tekst Jacco Strating
De tuinbouw was nooit een grote markt voor Tele Radio. Maar als het aan directeur KeesJan van der Elst ligt, gaat dat binnenkort veranderen. Het bedrijf dat in tal van sectoren marktleider is op gebied van radiografische systemen, ontwikkelde als eerste een frequentie die het mogelijk maakt om ook binnen een kas over lange afstand draadloze afstandsbedieningen toe te passen. En daarmee worden Tele Radio en de tuinbouwsector plots hele interessante partijen voor elkaar.
Wifi-techniek Tele Radio is een van oorsprong Zweeds bedrijf met zusterbedrijven in verschillende landen. De Benelux organisatie is gevestigd in Den Haag. Niet ver van het Westland en haar kassen dus, maar toch bewoog Tele Radio zich de afgelopen 15 jaar vooral in andere industrieën. Het bedrijf ontwikkelt, produceert en levert radiografische systemen voor allerhande toepassingen. Te denken valt aan afstandsbedieningen voor enorme hefen hijsinstallaties, maar ook voor bijvoorbeeld automatische deuren, scoreborden, lasrobots en zelfs tennisballenmachines. “Wij zorgen ervoor dat mensen dat soort toepassingen op afstand kunnen bedienen, waarmee zij dus efficiënter kunnen werken”, laat directeur KeesJan van der Elst weten. “Daarbij zijn wij een voorloper in de ontwikkeling waarbij gebruik wordt gemaakt van de wifi-techniek. Op die manier kunnen wij ons onderscheiden in de markt.” Toch wist Tele Radio zich vooralsnog niet te onderscheiden in de tuinbouw. In het open veld kon met de bestaande oplossingen van het bedrijf al zonder problemen draadloos een afstand van één kilometer worden overbrugd. In een tuinbouwkas was dat voorheen niet mogelijk. “De tuinbouw is voor ons altijd een uitdaging geweest. Elk metalen of aluminium frame in een kas werkt immers als een stoorzender voor draadloze signalen”, legt Van der Elst uit. “Daardoor was het altijd lastig om een fatsoenlijk bereik in de kas te realiseren en konden wij ons dus ook niet onderscheiden van andere aanbieders. Maar nu wij een 2,4 gigahertz frequentie hebben ontwikkeld, kunnen wij als enige partij wél een groot bereik aan telers bieden.” Breed toepasbaar Het systeem waar Van der Elst op wijst, heet Panther en kan in de kas een uitstekend bereik tot 500 meter halen. “En dat ook nog eens voor een prijs tussen de 250 en 400 euro. Daarmee kunnen we telers nu een unieke en betaalbare mogelijkheid bieden om hun toepassingen over lange afstand te bedienen.” Volgens Van der Elst
‘We bekijken de mogelijk heden om onze producten te koppelen’
De afstands bedieningen zijn breed toepasbaar in de kas
zijn de afstandsbedieningen van Tele Radio breed toepasbaar in de kas. “Deuren, irrigatiesystemen, lopende banden, ze kunnen met deze frequentie allemaal moeiteloos worden aangestuurd. Feitelijk is alles waar een knop op zit en wat makkelijk bedienbaar is in principe geschikt voor dit systeem. Daarnaast zijn onze producten gecertificeerd op gebied van veiligheid. Op de afstandsbediening zit bijvoorbeeld een actieve noodstop. Als je het apparaatje bij je hebt, kun je een systeem dus vanaf elke plek stilzetten.” Maar Tele Radio kan nog meer opties bieden. Te denken valt aan RFID-tags en pincodes als opstartsleutels. Daarmee kunnen de afstandsbedieningen gepersonaliseerd worden. Van der Elst laat weten dat Tele Radio inmiddels in gesprek is met verschillende automatiseerders en machinebouwers uit de tuinbouw. “We bekijken de mogelijkheden om onze producten te koppelen aan bestaande en nieuw te ontwikkelen machines en toepassingen. Maar telers kunnen uiteraard ook zelf met vragen en verzoeken bij ons terecht.” Van der Elst geeft aan dat Tele Radio bijvoorbeeld ook eigen installatie mogelijkheden heeft, waardoor rechtstreeks met telers kan worden samengewerkt. “Wij kunnen hen een stukje efficiëntie bieden en in deze tijd is dat toch belangrijk.” Al mag het contact met een teler volgens Van der Elst nooit conflicteren met de samenwerking die Tele Radio heeft met een automatiseerder of machinebouwer. “Wij vinden het per slot van rekening niet alleen belangrijk om goede partnerships met andere partijen aan te gaan, maar ook om die te onderhouden.”
Panther-systeem - Bereik tot 700 meter, in de kas tot 500 meter - Door 2,4 GHz zonder vergunning inzetbaar - Minder gevoelig voor storingen door DSSS - Voorgeprogrammeerde functionaliteiten - Programmeerbaar via USB-verbinding
[27
28]
Ziekte uitgelicht: Mucor in paprika een toenemend probleem SPOTLIGHT PAPRIKA – In elke editie van KAS Techniek wordt een ziekte of plaag in de tuinbouw uitgelicht door experts van DLV Plant. Hoe ontstaat de aandoening, wat zijn de gevolgen en welke maatregelen dient een teler te treffen? In het kader van ‘Spotlight Paprika’ dit keer speciale aandacht voor de schimmel Mucor.
Tekst Chris Verberne, bedrijfs- en teeltadviseur paprika DLV Plant
Mucor kan in paprika voor behoorlijk wat last zorgen. In de afgelopen twee seizoenen hebben meerdere bedrijven er problemen mee gehad. Mucor tast de groeipunten aan, meestal in de hoofdkop maar ook wel van de zijscheutjes. Mucor is een broodschimmel. Het is een schimmel die lijkt op Botrytis, alleen is de kleur van de aangetaste delen meer donkerbruin. En Mucor tast eerder het jonge nog vlezige weefsel aan. Zodra stengels ouder en houtiger zijn, slaat Mucor vrijwel niet meer toe. Het gaat dus puur om
de koppen van de planten. De aantasting begint vrijwel altijd in een bloeiende paprikabloem. Het eerste symptoom is dat een nog vers bloeiende bloem vochtig is tussen vrucht beginsel en de witte bloembladen. Kort daarop worden enkele bloemblaadjes lichtbruin natrot. Dat zijn altijd de bloemblaadjes op het laagste punt van de bloem, waar de vochtdruppel zich bevindt. Kort daarna, al na circa één of enkele dagen, is de hele bloem natrot, inclusief het vruchtbeginsel en de bloemblaadjes. Natrot is meestal zichtbaar in de ochtend, maar kan ook de hele dag duren. Even later ontwikkelen zich sporendragers op deze versmeulde bloem. De schimmel trekt intussen via de bloemsteel naar beneden en dringt zich in de hoofdstengel. De inplantingsplaats van de bloemsteel wordt donkerbruin en zeer snel zie je dat de kop en de zijscheut waarin de bloem staat, zijwaarts uitbuigen. De kop wordt dunner, verliest haar glans en gaat wat doffer staan. Het smeulen gaat snel verder en kan de kopstengel tot een lengte van 5 à 10 cm aantasten. De hoofdkop is hiermee verloren, een zijscheut kan vaak nog wel worden gered en kan de kop vervangen. Dit is enkel het geval als het door Mucor aangetaste deel tijdig wordt weggebroken. Wanneer steekt Mucor de kop op? We kennen Mucor in paprika nu inmiddels ruim tien jaar. Voordien kwam de schimmel mogelijk ook al voor, maar in veel mindere mate en mogelijk is deze toen voor Botrytis aangezien. De perioden waarin de paprikaplant het meest gevoelig is voor Mucor, zijn als een gewas nog wel bloeit, maar als er weinig zettingbloemen tot zetting overgaan. Ook als bloemen lang bloeien maar niet tot zetting komen, mogelijk vanwege lichtgebrek, maar ook als de stengel ‘klaar’ is met zetten en al flink met uitgroeiende vruchten belast is, is de plant vatbaar. In perioden met minder groei zijn gewassen nog
Opvallend is dat Mucor op meerdere bedrijven gelijktijdig toeneemt of afneemt
De aantasting begint vrijwel altijd in een bloeiende paprikabloem
vatbaarder. Maar we zien ook hele sterk groeiende stengels die plotseling een Mucorkop geven. Mucor is op meerdere bedrijven met name in 2013 en 2014 best een groot probleem geweest. We zien een erg grote rasseninvloed. Bepaalde rassen zijn zeer gevoelig, waarbij andere rassen vrijwel onaangetast blijven, onder verder vergelijkbare omstandigheden. Het speelt bovendien het meest in het rode en groene assortiment. De oorzaak ligt verder zeer waarschijnlijk bij een combinatie van klimaat, watergift en worteldruk. Vandaar dat bepaalde teeltgebieden meer last hebben dan andere. In het zuiden hebben meerdere bedrijven veel last van Mucor. De basisoorzaak ligt naar we aannemen bij het tijdelijk te hoog zijn van de interne druk in de plant. Het vocht wordt via de wortels door de plant omhoog gedrukt en wordt normaal via verdamping en luchtbeweging weer afgevoerd. Zodra er minder wordt afgevoerd dan dat er via watergift en activiteit van gewas en wortels wordt opgestuwd, kan het via de bloemen weglekken. Een natte bloem die vatbaar is, is dan een feit. Met een actiever klimaat werken we op meer vochtafvoer. Voldoende luchtig telen in de morgenuren is belangrijk maar ook wat minder knijpen in de (late) namiddag wil wel helpen. Luchtig telen dient met beleid te worden uitgevoerd. Luchtig telen mag absoluut niet leiden tot het binnenluchten van koude buitenlucht. Dat werkt dan eerder 100 procent averechts. Afgelopen jaren hebben we ervaring opgedaan met gebruik van opspuiten met middelen die het dek diffuus maken, waardoor de instraling wordt gespreid en een beetje wordt afgeremd. Gevolg is dat met name de koppen wat langer koel blijven, doordat de eerste zonnestralen al worden gebroken. Dat kan al snel 1 tot 2 graden schelen. We zien Mucor in combinatie met gevoelige rassen in 2014
[29
op relatief veel bedrijven die diffuusmakende middelen hebben opgebracht. Maar niet op alle bedrijven. Inmiddels is het kasdek weer schoon gewassen, maar we zien Mucor nog niet echt afnemen.
30]
Wisselend weer Watergift speelt ook een grote rol. Te vroeg beginnen, is af te raden. Dit seizoen viel het niet mee om elke dag weer het juiste moment te bepalen. Het weer, het buitenklimaat was heel sterk wisselend, vaak van dag tot dag. Stabiele langere warme of koelere vochtigere perioden hebben we niet gehad. Dit wisselende weer heeft flink bijgedragen aan de soms toch wel ernstige aantastingen. Ook warme vochtige middagen met weinig straling en vrijwel windstil weer, hebben geen goed gedaan. In het binnenland is het vaker langdurig echt windstil. Luchten aan wind- en luwe zijde is dan nodig. Zet de ventilatoren op volle kracht in. Laat eerder de windzijde wat verder open gaan om maximale roering te krijgen. Roering, luchtbeweging door de koppen, is van belang bij een hoge RV. Dat is nodig om bij een RV van stel 92% te voorkomen dat het direct bij de huidmondjes niet nog vochtiger is. Met luchtbeweging kun je de echte RV bij de huidmondjes tenminste in de buurt krijgen van wat je op de computer afleest. Dit is héél essentieel. Mucor kan toeslaan al na korte perioden van te hoge RV, daarbij denken we eerder aan uren dan aan dagen. Verder kan het gemak van de wateropname en wateropstuwing wat worden getemperd door met een hogere EC te druppelen en door een hoge EC in de mat aan te houden. We zien goede ervaringen met EC-giften tussen 2,4 en 2,8 mS
en met matEC van 3,3 tot tegen 4,0 mS. Ook hier geldt dat het niet afdoende is, maar het draagt wat bij. Een gewas dat eenmaal is aangetast, is heel moeilijk om weer helemaal vrij te krijgen. Het kan met vlagen zo weer terugkomen. Opvallend is dat het vaak op meerdere bedrijven vrijwel gelijktijdig toeneemt dan wel afneemt. Klimaat en buitenklimaat zijn blijkbaar essentieel. Telers die in de nacht dieper wegzakken en een lagere minimumtemperatuur nastreven, met oog op grofheid of zetting, die hebben meer last. Een aantal bedrijven die minder koude gemiddelde nachten van 19,0 oC of meer hebben aangehouden, hebben minder last. Waar gezakt is naar 16,0 oC is meer last, ook al wordt er ‘netjes’ vanaf 2.00 tot 6.00 uur opgestookt met circa 1 oC per uur. Zwavelverdamper en Enzicur Bestrijdings mogelijkheden zijn er in beperkte mate. Op eerste plaats moeten we vaststellen dat de ervaringen nog beperkt zijn. Een middel dat goed werkt is Enzicur. Dat weet de aantasting een week lang te stoppen. Inzetten van zwavelverdampers tegen meeldauw zou ook een effect op Mucor kunnen hebben. Er wordt ook een effect verwacht van inzet van hommels en Trichoderma. Hommels kunnen de Trichoderma dan verspreiden en de Mucor remmen. Andere telers zetten juist vraag tekens bij de inzet van hommels. Zij gaan immers van bloem tot bloem en verspreiden daarmee ook mogelijk Mucorsporen. Verdere ervaringen zijn nog onvoldoende bekend.
Advertorial
AgriSensys van Wireless Value Beproefd plug & play-systeem Sinds enkele jaren is het mogelijk om het kas klimaat te monitoren via een draadloos sensor netwerk. Wireless Value brengt dit systeem op de markt onder de naam AgriSensys. Sinds 2008 heeft Wireless Value ononderbroken onderzoek gedaan om het systeem zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de wensen en eisen van telers. “Uiteindelijk heeft dat geleid tot een plug & play-systeem met een overzichtelijk dashboard voor de teler”, zegt Bas Visser van Wireless Value. Naast het meten van temperatuur en vocht is het mogelijk om diverse sensoren aan het systeem te koppelen zoals PAR, CO2 en bodemvocht. “De afgelopen jaren hebben we een tevreden groep telers als klant die meer parameters willen monitoren. Met name het verloop in het verwarmingsnet heeft nu de aandacht, omdat dit toch anders blijkt te zijn dan de klimaatcomputer aangeeft. Biologische paprikakwekerij Bergpeppers uit Berkel en Rodenrijs koos begin 2014 voor AgriSensys. “Het klimaat in onze kassen monitoren we met AgriSensys”, zegt eigenaar Richard van den Berg. “Klimaatgelijkheid staat bij ons hoog in het vaandel en we steken daar ook veel tijd in. Door middel van AgriSensys kunnen we zien welke maatregelen succesvol zijn en waar we nog bij moeten schaven om het kasklimaat zo homogeen mogelijk te maken.” Volgens Van den Berg is de set eenvoudig en mobiel te gebruiken
dankzij de batterijgevoede sensoren. “Ook onze verpakkingsafdeling hebben we gemonitord om te zien hoe groot de verschillen met betrekking tot vocht en temperatuur waren. Daarbij gebruiken we de set niet alleen om in het horizontale vlak te meten, verticale metingen bieden ook een schat aan informatie. Volgens Visser is de webapplicatie een onmisbaar hulpmiddel om alle meetdata overzichtelijk te presenteren. Teeltmanager Ed Starink bevestigt dit. “Dankzij de webapplicatie heb ik een duidelijk overzicht in temperatuur en vochtprofielen. Verder kan ik op basis van de homogeniteitsgrafiek de instellingen van de klimaatcomputer finetunen. Na de teeltwissel gaan we het meetsysteem gebruiken om de eerste zetting zo goed mogelijk af te dwingen. Juist deze eerste zetting is van groot belang en dankzij het sensornetwerk kunnen we het klimaat veel beter monitoren.” “AgriSensys is een beproefd plug & play-systeem waar elke teler dus zijn voordeel mee kan doen”, zegt Bas Visser tot slot. “Daarnaast zitten we niet stil en ontwikkelen we het systeeem samen met kennispartners en telers door.”
www.agrisensys.com
[31
32]
Vliegende start voor substraatmat Exact Air Cultilene lanceert deze zomer Exact Air: een nieuwe steenwolmat, die zich onderscheidt door een minimale variatie in beworteling, EC, pH en water/lucht. Daarnaast is Exact Air de eerste mat met minder water en dus meer lucht in de onderste laag. Telers in Centraal-Europa en het Verenigd Koninkrijk, waar het nieuwe substraat al langer beschikbaar is, zien een duidelijke meerwaarde. Maar ook in Nederland is de belangstelling gewekt. Komend teeltseizoen is al 50 hectare Exact Air verkocht.
Tekst Ank van Lier
De Exact Air-steenwolmat is ontwikkeld op basis van de Gradient Technologie: in plaats van het op elkaar aanbrengen van twee lagen steenwol met een verschillende dichtheid, neemt de dichtheid van de steenwol bij deze technologie ‘naadloos’ toe van onder en naar boven. “De onderlaag van de mat is droger dan bij andere matten; deze bevat slechts 85 tot 90 procent water”, zegt teeltspecialist Remy
Maat van Cultilene. “Hierdoor is sprake van meer zuurstof onder in de mat en is het verschil in water gehalte tussen de onder- en bovenkant minder groot. Dit resulteert in een goede doorworteling van het totale matvolume.” Teeltproeven hebben uitgewezen dat aan de onderkant geen sprake meer is van grote plakkaten met inefficiënte water wortels, maar dat hier haarwortels groeien. Deze leveren een essentiële bijdrage aan de opname van voedingsstoffen. En de goede beworteling van het totale steenwolvolume vergroot de stuurbaarheid en uniformiteit van het watergehalte in de mat en indirect ook van de hoeveelheid lucht, de EC en de pH. Daarnaast resulteert minder variatie in een gelijkmatiger gewas en vormt dit de basis voor optimale teeltresultaten. Grotere trossen, meer tomaten Cultilene Exact Air wordt voor het tweede seizoen gebruikt door telers in Midden-en Oost-Europa. In deze regio’s ligt inmiddels 250 hectare van deze mat, onder meer op het tuinbouwbedrijf van Tadeusz Mularski in ZuidPolen. Dit bedrijf, waar komkommers en diverse tomatenrassen worden geteeld, heeft een totale omvang van 46 hectare, verdeeld over drie locaties. Op twee van de locaties worden sinds dit jaar Exact Air-matten gebruikt in de teelt van tomaten. De teler is uitermate positief . “De mat maakt de beloftes waar en de wortels zien er goed uit”, zegt Mularski. “Daarom gaan we de Exact Air-matten vanaf komend jaar breder inzetten binnen ons bedrijf.” Bij Prima Fruit, één van de grootste tomatenbedrijven van Slowakije, ligt sinds een jaar een Exact Air-proef van circa 0,9 hectare. “Innovatie zit ons in de genen; we proberen ieder jaar iets nieuws uit”, vertelt Kristian Kovacs, één van de bedrijfsleiders van Prima Fruit. “We zien duidelijk dat de wortels bij Exact Air beter vertakt zijn door de mat. Hierdoor kunnen we de EC beter sturen; iets waar we eerder wel problemen mee hadden. Daarnaast zien we dat Exact Air grotere trossen oplevert, met meer tomaten eraan.” Nadelen zijn er volgens Kovacs niet of nauwelijks. “Als het aan mij ligt, gaan we volgend jaar volledig over naar Exact Air.”
‘Op de Poolse bedrijven was sprake van een mooie en homogene wortelgroei’
De ontwikkeling van een gewas kan worden gevolgd
Ook in West-Europa werden afgelopen jaar al op kleinere schaal proeven gedaan met Exact Air. Bijvoorbeeld op de auberginekwekerij van de Gebroeders van Duijn in Steenbergen. Hier werd een tralie vol gelegd met Exact Air-matten. “Vooral de perfecte doorworteling van de mat en het mooie vertakte wortelgestel vielen op. Hierdoor is de mat goed stuurbaar”, zegt Jan van Duijn. “Wij willen als bedrijf droger gaan telen en meer sturen in watergift. Bij sturing op een droge mat, is bij Exact Air nog steeds sprake van een hele goede herverzadiging. Deze mat sluit dus perfect aan bij onze doelen en ambities. Vandaar dat we de proef komend jaar verder uitbreiden binnen ons bedrijf.” Ook Gary Taylor van Valley Grown Nusery in het Engelse Nazeing is te spreken over het nieuwe Cultilene-substraat. Op het bedrijf worden paprika’s, tomaten, komkommers en aubergines geteeld, op een oppervlak van 4 hectare. Sinds dit jaar liggen bij Valley Grown Nursery ook Exact Airmatten. “We zijn heel tevreden over deze nieuwe mat: het is een makkelijk stuurbare mat met een prima doorworteling.” Uitrol in West-Europa Een afvaardiging trostomatentelers van Prominent bracht onlangs een bezoek aan diverse bedrijven in Zuid-Polen. Twee Prominent-telers hebben inmiddels besloten om op hun eigen bedrijf aan de slag te gaan met Exact Air, nog eens twee ondernemers gaan proeven doen met het nieuwe substraat. Hieronder is ook Kwekerij Schenkeveld in Schipluiden. Bedrijfsleider Berry Baruch was één van de deelnemers aan de trip naar Polen. “Ik wilde zien hoe de Exact Air-mat het doet in een bestaand bedrijf, daarnaast was de reis een ideale gelegenheid om de mensen van Cultilene beter te leren kennen”, vertelt Baruch. “De Exact Airmatten op het Poolse bedrijf zagen er zeer positief uit: er was sprake van een mooie en homogene wortelgroei. Dat is voor ons reden om ook een proef te gaan opzetten met Exact Air-matten, zowel in een belichte als in een onbelichte kas. Zijn deze resultaten positief, dan rollen we Exact Air verder uit binnen ons bedrijf.”
[33
34]
Hightech tuinbouw kans voor producent interne logistiek UITGELICHT AUTOMATISERING & LOGISTIEK - De bedrijven die telers voorzien van interne logistiek systemen zijn zeer innovatief. Ze doen niets liever dan met de techniek en automatisering slimme oplossingen voor hun klanten uitdenken en implementeren. Over de hele wereld hebben ze kwekerijen ingericht. Dat is nu ook ontdekt door multinationals die zich met hightech plantenteelt bezighouden.
Tekst Uko Reinders
Toen ze begonnen richtten bedrijven als WPS, Bosman Van Zaal, Steenks Service, Logiqs, Bogaerts en KG Systems zich op de thuismarkt. Maar al gauw kwam er ook uit het buitenland vraag naar hun producten. Daardoor hebben al deze bedrijven nu klanten over de hele wereld. Naast Europa is Noord Amerika een belangrijke markt. Dat komt omdat daar veel plantentelers zijn gevestigd die goed met
de rolcontainersystemen uit de voeten kunnen. Ook in het verre Australië doen de Nederlandse bedrijven opvallend veel zaken. Veel concurrentie in het buitenland is er niet. Bedrijven in bijvoorbeeld Noord Amerika doen wel pogingen om met logistieke systemen op de markt te komen. Dat stokt door de hoge ontwikkelingskosten. Om die terug te verdienen moet de afzet groter zijn dan de markt in een land. Maar om een exportmarkt te ontwikkelen, is voor de starters een brug te ver. Uitzonderingen daargelaten beperken de exportmarkten van de bedrijven in de lage landen zich tot hoge lonenlanden. Onder de telers van snijbloemen en uitgangsmateriaal in Afrika bevinden zich bijvoorbeeld geen klanten. Door de lage lonen hebben ze geen behoefte aan automatisering van hun teelt. “Neemt niet weg dat ons bedrijf wel Afrikaanse klanten heeft, maar het gaat hierbij om andere producten, zoals bijvoorbeeld het Zaal Solar Systeem”, zegt Eline Kikkert van Bosman Van Zaal. Thuismarkt Voor de bedrijven met logistieke oplossingen is het maar goed ook dat ze sterk op de export zijn gericht, want op de thuismarkt is de afzet sinds de economische crisis van 2009 fors afgenomen. Nieuwe kassen worden nog maar mondjesmaat gebouwd, waardoor er ook minder nieuwe logistieke systemen worden verkocht. Telers die eenmaal een kas met een logistiek systeem hebben staan, investeren doorgaans niet in een nieuw roltafelsysteem. Wel zijn er telers die hun bestaande systemen verbeteren. Daar speelt onder andere WPS op in. “We zien dat onze klanten door marktveranderingen behoefte hebben aan aanpassingen van hun huidige logistieke systeem. Daar ondersteunen we hen mee wat goed past bij de lange termijn partnershiprelatie die we met onze klanten hebben”, zegt Digna van Zanten van WPS. “Het is een gegeven dat telers minder investeren. Wij proberen dat juist om te buigen naar kansen. We spelen hierop in met flexibiliteit en hebben
‘Het is een gegeven dat telers minder investeren’
daarom het SmartFlo-systeem voor intern transport ontwikkeld, dat modulair is opgebouwd.” Ook andere bedrijven spelen in op de nieuwe marktsituatie zoal Steenks Service met een nieuwe goedkopere kar voor buisrailsystemen, dat het bedrijf samen met Berg Hortimotive heeft ontwikkeld. Bosman Van Zaal doet dat door onder meer telers te assisteren bij het verkrijgen van subsidies. Een deel van de telers past de logistieke systemen niet aan, maar wacht op betere tijden om dan alles in een keer te vervangen. Dat betekent voor de toeleveranciers meer onderhoudswerkzaamheden om de oude apparatuur in goede conditie te houden. Dat merkt onder meer Steenks , maar het bedrijf ziet ook dat er meer onderdelen worden verkocht. “Daaruit blijkt dat telers ook meer zelf gaan sleutelen”, zegt Wouter Steenks van Steenks Service. Multinationals Omdat de lokale markt het laat afweten richten de bedrijven zich niet alleen meer op de export, maar ook op verbreding van de markt. Een interessante nieuwe markt voor de bedrijven is die van de veredelaars, die met slimme logistieke systemen meer willen automatiseren. Bosman Van Zaal is daar samen met Flier, Berg, Aris en Wageningen UR ingesprongen middels het initiatief Dutch Plant Phenotyping Partners. Een andere nieuwe markt is die van de farmaceutische en chemische industrie. Multi nationals uit die sector gaan in de plantenteelt voor de ontwikkeling van medicijnen en speciale voeding. Op zoek naar een hightech inrichting van hun kwekerijen komen ze bij de Nederlandse toeleveranciers terecht. Een andere groeiende markt voor de Nederlandse toeleverancier van interne logistieke systemen is de teelt van groenten op tafels, zoals sla en cressen.
[35
Het zijn producten met een snelle doorlooptijd die ook in een meerlagensysteem worden geteeld. Als de led-belichting goedkoper wordt zou dit wel eens een grote vlucht kunnen nemen. Gert Jan van Staalduinen van Logiqs voorziet een enorme markt ontstaan, waar ook andere grote bedrijven van buiten de tuinbouw op in kunnen spelen. Bij bijvoorbeeld Toyota en Mitsubishi worden al systemen voor de meerlagenteelt ontwikkeld. “In Nederland denken we allemaal het ei van Columbus in huis te hebben voor de hightech teelt. Wij ook, met onze driedimensionale systeem. Maar gezien de grootte van de markt en de kracht van de concurrenten, denk ik dat het goed zou zijn om als Nederlandse bedrijven samen deze markt te veroveren. Anders is de kans groot dat een kapitaalkrachtig buitenlands bedrijf er straks met de buit vandoor gaat”, denkt Van Staalduinen.
36]
Vliegacts Voor de meerlagenteelt heeft Van Staalduinen al een driedimensionale systeem ontwikkeld, dat nu wordt ingezet in geautomatiseerde opslagruimtes van industrie om bijvoorbeeld pallets met flessen ketchup op te slaan. Daarmee is Logiqs ook actief in andere sectoren, een reden waarom de naam Agro onlangs uit de bedrijfsnaam is gehaald. Volgens Van Staalduinen zijn de activiteiten in andere sectoren niet het gevolg van een zoektocht naar nieuwe markten, maar kwam het meer door toeval tot stand. Ook Bosman Van Zaal is actief in een andere sector: de theaterwereld. Met de dochteronderneming Silicon Theatre Scenery. Musicals als Ciske de Rat, Phantom of the Opera, Billy Elliot en Soldaat van Oranje worden door de dochter van Bosman Van Zaal voorzien van alle techniek en automatisering, waaronder bewegende decors, orkestbakliften en vliegacts.
Bedrijf
Logiqs
Bosman Van Zaal
Activiteiten
Adviseert, ontwerpt, produceert en installeert complete al dan niet geautomatiseerde interne transportsystemen bij tuinders. Daarnaast is het ook actief in de markt voor industriële pallet-, opslag- en sorteersystemen. Hoewel financieel gezond, ging Logiqs onlangs mee in het faillissement van de Huisman Group. Inmiddels is een doorstart gemaakt.
Biedt wereldwijd turnkey projectoplossingen voor de (glas)tuinbouw, landbouwen utiliteitsector. In de gezamenlijke ambitie om een internationale speler te zijn en te blijven, ontwerpt, produceert, levert en installeert Bosman Van Zaal geconditioneerde faciliteiten voor de productie van groenten, bloemen en planten.
Producten
Gespecialiseerd in rolcontainers die op tal van manieren handmatig of volautomatisch door de kas bewegen.
Oplossingen op het gebied van kassenbouw en constructies, watersystemen, teeltsystemen, verwarmingen koelsystemen, elektrische systemen, controle systemen en software.
Noviteiten
Het doorontwikkeltraject van het shuttlesysteem (2D shuttle) en de 3D-Carrier voor pallet-, opslag-, en sorteersystemen.
Duurzame energiesystemen met lange termijn opslag van warmte en elektriciteit (Zaal Solar en GreenDES) en de gepatenteerde irrigatie-unit Cyclone die carbonaten uit water verwijdert voor een betere mix van water en meststoffen. Ook nieuw is de samenwerking met PlantLab in Den Bosch, het klimaatbeheerssysteem ClimaPora, de FiLo Stapelaar en een efficiënte filterinstallatie voor hergebruik afval- en regenwater.
Onderscheid
De producten en diensten dragen bij tot een hoger rendement en een positieve concurrentiepositie van tuinbouwondernemingen wereldwijd. Het bedrijf kan ingewikkelde logistieke automatiseringsvraagstukken oplossen, altijd vanuit een klantvriendelijk en dienstverlenend karakter.
Door jarenlange samenwerking met verschillende partners en dochterondernemingen heeft Bosman Van Zaal extra brede expertise in huis en het bedrijf heeft een hands-on mentaliteit. Daarmee wist het bedrijf ook een plek in de internationale theaterwereld te verwerven.
Gewassen
Potplanten, snijbloemen, bomen, bolbloemen en groenten
Logistieke oplossingen zijn vaak gericht op potplanten en tulpen, de bedrijfsconcepten zijn voor een diversiteit aan gewassen inzetbaar.
Markt
Wereldwijd
Wereldwijd
Bedrijf
WPS
KG Systems B.V.
Bogaerts Greenhouse Logistics
Steenks Service
Activiteiten
Biedt intelligente logistieke systemen die rendement verbeteren, gebaseerd op de best practices van honderden tuinbouwbedrijven en plant researchers. Met bewezen technieken ontwikkelt WPS bedrijfszekere oplossingen op maat. De uitdaging van het bedrijf is om voor elke klant de juiste oplossing te bedenken, van container-, transport banden- of sorteersystemen tot turnkey projecten.
Actief op het gebied van kweektafels, kweektafel systemen en interne transportsystemen. Het bedrijf werkt nauw samen met KG Greenhouses waaruit het jaren geleden is ontstaan. Tegenwoordig werkt KG Systems geheel zelfstandig en zorgt de nauwe samen werking tussen de bedrijven voor optimale benutting van kennis en ervaring.
Ontwikkelde en produceerde in de jaren tachtig de eerste buisrailwagens met een dubbele schaar. Sindsdien is het gamma aan tuinbouwproducten grondig uitgebreid en vernieuwd en is het bedrijf uitgegroeid tot een het toonaangevende speler in de engineering en productie van machines en toebehoren voor de professionele glastuinbouw.
Begonnen als reparateur van tuinbouwmachines, auto’s en aanhangwagens is Steenks Service uitgegroeid tot een specialist op gebied van ontwikkeling, productie, verkoop, onderhoud en reparatie van kwalitatief hoogstaande machines. Met daarbij een sterke focus op service binnen de tuinbouw en de industrie.
Producten
Diverse teeltsystemen waaronder containersystemen en transportbandsystemen, sorteer- en afleversystemen met vision oplossingen, robotica-oplossingen en logistiek voor klimaatcellen.
Een breed assortiment tafeloplossingen, zowel totaal geautomatiseerd, semi-automatisch of volledig handmatig. De hoofdproducten vallen uiteen in mobiele containers, roltafels en vaste tafels, beschikbaar als systeem, maar ook als doe-het-zelf easy-fix systeem. De systemen zijn modulair en sluiten naadloos aan op andere installaties.
Systemen voor het automatisch lossen, bufferen, wegen, palletiseren en andere toepassingen en accu-aangedreven machines als buisrailwagens, oogstwagens, elektrotrekkers, bladsnijwagens en spuitapparatuur.
Nieuwe en gebruikte machines voor tuinbouw en industrie, zoals elektrotrekkers, elektrobuisrailwagens, reinigingsmachines, aanhang wagens, omsnoerings machines, touwautomaten, hakenwikkelaars, pijpentakels, bladzuigers, slangenhaspels, spuitpompen/masten of accuopladers.
Noviteiten
Een 3D cameraoplossing, waardoor planten op meer criteria kunnen worden gesorteerd. Een andere noviteit is het modulaire SmartFlo-systeem, een transportbandensysteem dat telers maximale flexibiliteit geeft om op marktveranderingen in te spelen in combinatie met efficiëntie en rust op het bedrijf.
Met het Easy-Fix concept presenteert KG-Systems een complete lijn rolcontainersystemen en roltafels voor zelfmontage. Systemen met een nog langere levensduur en door ontwikkelde kwaliteit. Daarnaast worden de producten voortdurend verbeterd om een product te kunnen aanbieden dat exact aansluit bij de behoefte van de klant.
De Qii-Lift is de nieuwe buisrail-elektrowagen met een betere en eenvoudigere toegankelijkheid, een hoger gebruikscomfort en meer bedrijfszekerheid. De Qii-Drive is de nieuwe automatisch aangedreven oogstwagen die met éénhandsbediening rond zijn as te draaien is. De Qii-Jet is een uiterst stabiel automatisch spuitapparaat met een ongekende autonomie, zeer gebruiksvriendelijk en voorzien van vele nieuwe functionaliteiten.
Een noviteit is de buis railwagen Benomic Star, die samen met Berg Horti motive is ontwikkeld en vooral geschikt is voor gewas verzorging. Standaard wordt de wagen voorzien van een dubbele schaar waarmee een platformhoogte bereikt wordt van 300 cm. De Shortlift is een buisrailwagen speciaal op klantwens gemaakt. Het unieke aan deze buisrailwagen is dat hij met 90 cm extreem kort is en desondanks door zijn 6 scharen 4,10 meter hoog kan komen.
Onderscheid
Biedt een totaalpakket aan logistieke oplossingen voor potplantenkwekers, met zowel hard- als software en cameraoplossingen in eigen huis. Het bedrijf doet dat met bewezen technieken en hoogwaardige producten en door kennis en ervaring die is opgedaan op 115 projecten. Verder onderscheid WPS zich met intensief advies bij aankoop door onder andere business cases.
Kwaliteit, betrokkenheid en service bij zijn klanten. Het team van KG Systems zoekt altijd een passende oplossingen voor elke teler en voor elk probleem. Daarnaast heeft het bedrijf de productie in eigen beheer wat het mogelijk maakt om flexibel te zijn en producten aan te passen aan wensen van klanten.
Bogaerts heeft een zeer sterke focus op innovatie en productvernieuwing, heeft uiterst betrouwbare producten en een ruim productengamma voor de professionele tuinbouw en koppelt dat een sterke service en diensten na de verkoop.
Steenks Service heeft alle kennis in eigen huis, waardoor de lijnen kort zijn. Het bedrijf zorgt bovendien voor snelle leveringen, reparaties, onderhoudsbeurten, adviezen, trainingen en maatwerk. Zowel op het eigen bedrijf als bij de klant.
Gewassen
Alle planten die worden geteeld in pot
Alle gewassen die op tafels gezet kunnen worden, zoals potplanten, bolbloemen en jonge planten.
Tomaat, paprika, aubergine, komkommer en snijbloemen.
70% groente, 30% sierteelt
Markt
Wereldwijd
Wereldwijd
Wereldwijd met Benelux als sterke thuismarkt
Wereldwijd
[37
Column
Marktleider in versnippering 38]
Was u ook zo blij toen we een plekje kregen binnen de negen topsectoren? Zo krijgen we als topsector ‘Tuinbouw & Uitgangsmaterialen’ een ‘zak(je) geld’ van de overheid om te kunnen werken aan kennis en innovatie, tenminste als we daar ook zelf aan bijdragen. Onze topsector heeft een topteam die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een actieagenda. Loek Hermans is de trekker en het boegbeeld daarvan. Jan Willem Breukink, CEO van INCOTEC vertegenwoordigt binnen het topteam het bedrijfsleven, dus ondernemers zoals u en ik. Onder het topteam werkt de club TKI Tuinbouw (Topconsortium voor Kennis en Innovatie Tuinbouw) aan de uitvoering van innovatieprogramma’s. Dat TKI moet de publiek-private samenwerking van bedrijfs leven, kennisinstellingen en overheid stimuleren én coördineren om zo gezamenlijk tot innovaties te komen. Tot zover de theorie. Nou ben ik meer iemand van de praktijk. Ik wil overzicht, helderheid, duidelijkheid en vooral ook slagkracht zien van zo’n TKI Tuinbouw. En daar schort het aan en velen delen die mening weet ik inmiddels. Er is weinig veranderd door de komst van ‘de topsector’. Of heeft u een ‘boost’ van innovaties gezien? Enkele jaren geleden lagen we jaren voor op landen als Amerika en Rusland. Nu is het respectievelijk eerder ‘secondenwerk’ en een paar uur.
Frans Bunnik Frans Bunnik is een van de eigenaren van potplanten bedrijf Bunnik Plants in Bleiswijk en bestuurslid van telersvereniging Tuinbouw Techniek Ontwikkeling (TTO), een innovatieclub van telers met als doel gezamenlijk (teelt) technische innovatieprojecten ter hand te nemen. De uitvoering van de plannen van de topsector gaat over te veel schijven. En ook de afstand tussen TKI en de glastuinbouwondernemer is te groot. Er zijn wel verschillende klankbordgroepen waar telers in zitten. Zij adviseren het TKI bijvoorbeeld over onderzoeksvoorstellen. Maar ik hoor geregeld dat er wordt afgeweken van die adviezen. Dat verbaast me en vind ik onverstandig. Het ontneemt de motivatie van ondernemers om in dit soort platforms tijd en energie te steken. Tijd en energie die ze in deze lastige tijd toch maar mooi weten op te brengen om zo een hoger doel te dienen; de tuinbouw naar een hoger plan tillen. Een ander punt waar het volgens mij misging, is dat Greenport Holland in de topsectorstructuur is geïntegreerd. We zijn toen als ondernemers de feeling met de overheid kwijtgeraakt. Dat laatste moet nu weer worden ‘gelijmd’. Zo wil provincie Zuid Holland een Greenport Westland/Oostland oprichten en om daarbij gevoed te worden door ondernemers zoekt ze weer naar een clubje tuinbouwondernemers . En zo raakt alles nog meer versnipperd en wordt het steeds schimmiger welke club nu welke taak heeft. Dat we een topsector zijn, zou er toe moeten leiden dat we marktleider blijven in duurzaam produceren, geen marktleider in versnippering. Dit moet stoppen. Onze sector is veel te mooi om te laten gaan, want we zijn nog maar net begonnen…
The orchid professionals
®
since 1933
Voorkom een boete en kies voor een Klimrek Buffer Voldoet u aan 500 m3 regenwateropslag / ha.? GEEN RUIMTEVERLIES
OER
DOOR STEVIGE TEELTVL
4m diep
Alleen met een Klimrek Buffer wateropslag tot meters onder grondwaterniveau.
De specialist in uitgangsmateriaal van orchideeën +31 (0)251 20 30 60
6300 m3
Klimrek Buffer t.o.v. andere systemen: • Laagste prijs per m3 door diepere aanleg • Geen grondwater en inzakkende kanten
015-3612733 •
[email protected] • www.klimrek.com
www.floricultura.com
1A
40]
P8 wordt steeds meer gekoesterd SPOTLIGHT PAPRIKA - Veel structuren in de glastuinbouw die jaren hebben bestaan, zijn weggevallen. De ‘gewone ondernemer’ ziet het gebeuren. Sommigen kijken elkaar nu voor het eerst aan en zoeken elkaar op. De telersclub P8 was haar tijd ver vooruit. Zeven jaar geleden vormden ze al een club. Een goede zet en een stap die in deze tijden alleen nog maar meer wordt gekoesterd.
Tekst Ellis Langen
Aan de vergadertafel in het Horti Business Center bij Florpartners in Honselersdijk komen zes paprika telers een keer in de zes weken bijeen. Ze vormen het bestuur van P8. Hun organisatie kan het beste beschreven worden als een doeltreffende marketing organisatie. P8 wordt uitvoerend bijgestaan door het bureau Florpartners. In het bestuur zitten paprikatelers van de telersverenigingen Pamosa, Van Nature, DOOR-PapriCo, Best of Four en Harvest House. Via
P8 is ruim tachtig procent van de Nederlandse paprikatelers vertegenwoordigd, goed voor een areaal van 1.042 hectare. De telersclub leeft volop, weet Thijs Jasperse. Hij is nauw betrokken bij P8. “Het enthousiasme en de sfeer binnen P8 heeft sinds haar bestaan een positieve groei doorgemaakt.” Jasperse zit er al vanaf het begin, in 2006, eerst als onafhankelijk voorzitter, nu als projectleider. Paprikateler Aad Sonneveld uit Bleiswijk heeft de voorzittershamer sinds dit jaar in handen. Toen P8 begon was een onafhankelijk voorzitter noodzakelijk. Nu kan Aad het als teler en voorzitter van Van Nature het doen. In het bestuur nu dus alleen nog maar telers. Naast Sonneveld zijn dat namens Harvest House Huub Zuidgeest en Jaco van den Bosch, Dennis Barendse van Best of Four, Saskia Gommans namens ZON-Pamosa en Theo Jansen vertegenwoordigt de achterban van telersvereniging Coöperatie DOOR-PapriCo. APO brug te ver Theo Jansen zit er bij vanaf ‘het eerste uur’. Hij kan dus goed aangeven wat er is veranderd. Naast dat de groep in de loop der jaren steeds hechter is geworden, geeft hij aan dat de doelstelling is veranderd. Theo: “In het prille begin was het doel om de verdeeldheid in de verkooporganisaties weg te nemen en gezamenlijk te verkopen en te vermarkten. Daaruit is de uiterste poging die P8 in 2010 heeft gedaan om een APO te vormen voortgekomen. Dat bleek een brug te ver. Daarom is binnen P8 één verkooptafel geen issue meer. We richtten ons vanaf toen vooral op marketing.” Het doel van P8 is om het rendement van de paprikateler te verhogen. En dus houdt P8 zich vooral bezig met verschillende zaken die erop gericht zijn om de consumptie van paprika in Noordwest-Europa te verhogen. In deze landen bevinden zich ook de belangrijkste afzetgebieden voor Nederlandse paprika’s. Jaarlijks wordt er € 350.000 door de telers bestemd voor promotie opgebracht. Hier komt € 300.000 bij van de Europese Unie. Zo ontstaat een jaarlijks budget van € 650.000 voor de promotiecampagne Colourfultaste. Die is er op gericht om de consumptie van paprika in
Opvallend dat alleen paprikatelers en aubergine telers goed door één deur kunnen
‘Het is misschien wel het meest betrouwbare product dat er wereldwijd te verkrijgen is’
Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk te verhogen. De campagne loopt bijna zes jaar en de handtekeningen zijn al weer gezet tot in 2017. In november wordt duidelijk of er weer cofinanciering vanuit Brussel voor de volgende drie campagnejaren komt. Saskia Gommans: “Het is uniek dat er door een sector waar de rendementen toch op een laag pitje staan, geld wordt opgehoest voor generieke promotie. Als individuele teler of als individuele telersvereniging zou je zo’n campagne nooit op dit niveau kunnen uitvoeren. Dat doen we natuurlijk alleen maar omdat we zien dat het een goed rendement oplevert”. Bestuurslid Huub Zuidgeest vindt dat er altijd reclame moet worden gemaakt voor paprika. “Het is misschien wel het meest betrouwbare product dat er wereldwijd te verkrijgen is. Je moet blijven uitdragen wat je daar allemaal voordoet.” Relevantie P8 wordt groter P8 wordt de laatste jaren ook breder ingezet en neemt ook zaken als kwaliteitsverbetering, het opstellen van landelijke kwaliteits voorschriften, afspraken over verbetering van de houdbaar heid en algemene trademarketing activiteiten voor haar rekening. P8 heeft niet de mogelijkheid haar leden op gemaakte afspraken af te rekenen. Sonneveld voelt dat niet als een gemis. “Je moet behoorlijk goed beargumenteerd hier verschijnen als je een afspraak niet nakomt of als je het echt anders wilt doen. De morele druk is groot.” Ook worden er binnen P8 acties ondernomen op fytosanitaire zaken en maakt de club zich er bijvoorbeeld hard voor dat de Nederlandse paprika’s naar nieuwe markten mogen. Verder is P8 een prima club om snel actuele zaken op te pakken. Gommans: “Zo verandert nu het landschap snel. Instanties als het PT en LTO Groeiservice vallen weg en anderen ontstaan.” Hierdoor wordt de relevantie van P8 groter en koesteren telers de organisatie des te meer, want de club spreekt immers namens ‘paprikatelend Nederland’. P8 kan snel schakelen als de sector vindt dat iets nodig is. Zo denkt P8 nu na over de structuren die wegvallen
[41
H ERA! 50 jaar smullen van de paprika
Paprika’s zijn gezond, lekker en jarig. Al vijftig jaar smullen we van deze veelzijdige groente. Paprika’s geven smaak, kleur en energie aan elk gerecht. En de energie die nodig is om paprika’s te telen, daar zorgen wij dan weer voor. Als toegewijd netbedrijf, feliciteren we alle paprikatelers van Nederland met deze mijlpaal. Op naar de honderd!
Middenspanning
Infrastructuren
Energiemonitoring
de kracht van
samenwerking
Hoe blijven we zorgen voor paprikarassen die echt het verschil maken?
En kent u deze succesvolle rassen nog? Delphin, het eerste hybride paprikaras op de Nederlandse markt. Gold Star en Ariane, de eerste gele en oranje paprikarassen. Enza Zaden paprikarassen van toen, nu en voor de toekomst waar ketenpartijen met een gerust hart op kunnen bouwen en vertrouwen.
de kracht van samenwerking
de kracht van Enza Zaden
Wouter Lindeman Crop Breeding Manager Pepper
enzazaden.nl
Een vraag waar wij bij Enza Zaden dagelijks mee bezig zijn. Door intensieve samenwerking met alle partijen in de keten, uitgebreid onderzoek en jarenlange ervaring slagen we er telkens in sterke paprikarassen te ontwikkelen. Ons rode paprikaras Maranello is daar op dit moment een goed voorbeeld van.
en denkt mee over oplossingen. Daarnaast is P8 in gesprek met de landelijke gewaswerkgroep paprika om te kijken hoe het teeltonderzoek in de toekomst moet worden geborgd. Jasperse: “We kijken of we P8 hiervoor als vehikel kunnen gebruiken.” Teeltonderzoek staat echter niet in de doelstelling van P8. “De scheiding is eigenlijk dat we ons niet bemoeien met alles wat op de teelt bedrijven gebeurt, dus dat is teelt en techniek. We hebben nu gezegd dat ze met ons samen kunnen werken, maar dan blijft dit wel gescheiden van hetgeen P8 doet.” De activiteiten van de landelijke gewascommissie zouden als een zelfstandig orgaan kunnen worden geïntegreerd binnen P8. Sonneveld: “We kunnen ze helpen zaken te faciliteren, hen netwerken aanbieden en kijken hoe we ze organisatorisch kunnen helpen. Maar dit alles staat eigenlijk nog in de kinderschoenen.” Onafhankelijk boodschapper P8 heeft zich als doel gesteld altijd een aantal jaren vooruit te kijken. Ze volgt de ontwikkelingen en veranderingen in de Nederlandse en internationale paprikamarkt, net als zaken op het gebied van de ontwikkeling van het product. Wat dat betreft ontwikkelt P8 zich ook steeds meer als een kennis centrum op het gebied van paprika. Het P8 bestuur maakt op basis van de ontwikkelingen een visie en bepaalt zo zijn strategie en de concrete zaken die in een jaar opgepakt gaan worden om zo in te kunnen spelen op de toekomst. Jasperse: “Hier gaat altijd best wat discussie aan vooraf. Telkens speelt weer de vraag welke zaken P8 in ieder geval gezamenlijk moet oppakken en welke zaken zeker niet.” Ook in die discussie zit ontwikkeling, bemerkt Jasperse. Zo was in het begin van P8 de scheiding tussen ‘concurrentiële zaken’ en ‘niet-concurrentiële zaken’ duidelijk. Zaken die concurrentieel waren, werden niet opgepakt. Jasperse: “Die scheidslijn vervaagt. Een voorbeeld is dat P8 een onderzoek heeft laten doen naar de mogelijkheden van verschillende, nieuwe marketingconcepten. P8 heeft daartoe de mogelijkheden verkend en iedereen heeft die resultaten nu. Nu is het aan de afzetorganisaties
hier zaken uit te pikken en ermee aan de slag te gaan.” De minder strikte scheiding tussen ‘concurrentiële’ en ‘niet-concurrentiële zaken’ heeft volgens Jasperse onder andere te maken met het feit dat er bij de afzetorganisaties steeds minder mankracht is op de marketingafdelingen. “En dus moeten telers dit meer zelf oppakken. Dat ondervinden en beseffen ze steeds meer.” Daarnaast neemt P8 steeds meer de rol van onafhankelijk boodschapper naar de retail op zich. Dit wordt gewaardeerd door de retail omdat P8 niet direct paprika verkoopt en daarom ‘neutraal’ promotie kan maken voor Nederlandse paprika. In de praktijk blijkt dat P8 vaak als een initiator werkt. Binnen het bestuur wordt besloten dat er ‘iets’ moet worden opgepakt en daar wordt dan aan gewerkt. Het bestuur maakt zo veel mogelijk gebruik van de kennis van de leden. Jasperse: “Als het om een bepaald onderwerp gaat, roepen we de telers en/ of de medewerkers van de leden afzetorganisaties bijeen en die gaan ermee aan de slag.” Wanneer het beginnetje is gemaakt en het is afgerond, is het aan de telersverenigingen er zelf vervolg aan te geven.
P8 wil altijd een paar jaar vooruit kijken
Eigenheid en eigenwijs De kracht van P8 is volgens Jasperse dat telers zelf prioriteit hebben gegeven aan wat er wordt opgepakt en uitgevoerd. Jaco van den Bosch: “We gaan hier geen dingen verzinnen waar we als telers een hekel aan hebben. We zijn allemaal praktiserend teler en ondervinden alles iedere dag aan den lijve.” Hierdoor zit er volgens Jasperse echt een ziel in deze samenwerking en hechten telers veel belang aan de club.” Omdat de club zo hecht is en het draagvlak groot, gaan de bestuurders er ook voor en wordt er veel aandacht besteed aan de uitvoering van de plannen. Van den Bosch: “Het belang van de ene telersvereniging is ook niet anders of wordt anders gewaardeerd dan van een andere telersvereniging.” Jasperse voegt er aan toe: “De P8 leden vormen één front en houden vast aan hun eigenheid en eigenwijsheid. “ Volgens Van den Bosch heeft het bestaan van P8 ook een beetje afgedwongen dat managers van telersverenigingen steeds vaker aan
[43
tafel schuiven om in gezamenlijkheid over bepaalde zaken te praten. “Voor hen is het dus ook een mooi platform geworden.” Toch blijft het opvallend dat naast de auberginetelers, alleen de paprikatelers in de glasgroentesector zo goed met elkaar door een deur kunnen. Maar geen van de P8 leden klopt zich om die reden op de borst. Zuidgeest: “We zeggen niet zo snel dat we goed zijn.” Is er een verschil in cultuur? Aad Sonneveld: “Iedereen ziet
het belang ervan in zaken samen te doen. Misschien komt het omdat paprika een relatief jong product is (red: 50 jaar), dit terwijl al 200 jaar tomaat en 150 jaar komkommer bestaat. Daardoor zijn we meer geneigd tot samenwerking; het product moet nog bekender worden bij de consument.” Verder denkt Sonneveld dat toch meespeelt dat paprikatelers eensgezinder zijn. “Het zijn denk ik nog de coöperatief ingestelde telers.”
Van geblokt tot zoete punt De Nederlandse paprika bestaat 50 jaar. Het product dat ooit een exclusieve groente was, is vandaag de dag niet meer weg te denken uit ons eetpatroon. Die status dankt het product vooral aan de on voorwaardelijke inzet van veredelaars en telers door de jaren heen. Jacco Strating
44]
Het was 1964 toen de eerste telers in het Westland startten met de teelt van paprika. En de eerste veilingprijzen van de nieuwkomers waren veelbelovend. Nico Janssen, een van de eerste telers die de overstap naar paprika aandurfde, kreeg aanvankelijk één gulden en veertig cent per paprika. Zo staat beschreven in het boek ’50 jaar paprika’, dat eind vorig jaar werd uitgebracht door de Colourfultaste-campagne. Een nieuwe succesvolle teelt was geboren. De afgelopen 50 jaar groeide de paprika mee met de ontwikkeling van de eetcultuur in Europa. Maar het waren vooral de inspanningen van veredelaars en telers in Nederland die het product paprika daadwerkelijk tot bloei wisten te brengen. Een bedrijf dat vanaf dag één een belangrijke speler was op gebied van paprika’s is Enza Zaden. Volgens teeltadviseur Frank Duijndam van Enza Zaden ligt de kracht van de Nederlandse paprika vooral in de teeltbaarheid. “Nederland is een goed land om paprika te telen. In onze kassen kan een ideaal klimaat worden gerealiseerd. Met een kleine plant in de donkere
periode en een grote plant in de lichte periode. De lichtintensiteit is hier bovendien niet zo hoog dat een plant er niets mee kan. Zoals je in zuidelijker gelegen landen bijvoorbeeld ziet.” Geel en oranje Duijndam dicht echter ook de veredelingsbedrijven, zoals Enza Zaden, een belangrijke rol toe in de ontwikkeling van de paprika in Nederland. “Als je naar onze rassen kijkt, zie je dat het aantal resistenties tegen virussen de laatste jaren flink is uitgebreid. Het plantmateriaal is bovendien beter geworden, waardoor de planten krachtiger zijn en ook de vruchtkwaliteit alsmaar beter wordt. En we hebben een slag gemaakt met vruchtstevigheid, waardoor de consument een beter eindproduct krijgt.” Ook wijst Duijndam op de diversificatie op gebied van paprika. “Enza Zaden was het eerste bedrijf dat met gele en oranje paprika’s startte, maar inmiddels hebben ook de zoete puntpaprika’s en de snackpaprika’s succesvol hun intrede gedaan.” Daarbij zegt Duijndam vooral veel waarde te hechten aan ketensamenwerking. “Als individu kun je een dergelijke groei niet bewerkstelligen, daarvoor moet je samen met partners optrekken. Door nauw als keten samen te werken hebben we met elkaar het paprikaaanbod door de jaren heen flink weten te verbreden en op die weg zullen we als sector ook de komende jaren moeten doorgaan.”
Onze antwoorden op de marktvraag Aan paprikarassen worden steeds meer eisen gesteld. Het nieuwe rode paprikaras Fabris RZ (35-182 RZ) voldoet hier prima aan: niet te grof, niet te fijn en Tm3- en TSWV-resistent. Ook Davos RZ, Nagano RZ, Falko RZ en Redline RZ blijven betrouwbare keuzes; allemaal bieden ze vroegheid, productie én kwaliteit. In geel heeft standaardras Stayer RZ gezelschap van Allrounder RZ, en vullen Sven RZ, Inzell RZ en Yorrit RZ de wat fijnere markt in. In groen blijft de Tm3-resistente Pursuit RZ een goede keuze. Kortom, voor elke vraag een antwoord. Kijk op: www.rijkzwaan.nl
46]
Grenzeloos charmeoffensief voor de paprika Voor het zevende jaar werkt P8, de organisatie van en voor paprikatelers, aan een jaarplan. In al die jaren wordt op verschillende manieren gewerkt aan de missie om de marktpositie van Nederlandse paprikatelers te verbeteren. Het belangrijkste daarbij is om de vraag naar paprika’s op te stuwen. In hoeverre is dit de laatste jaren gelukt? En wat heeft de telersclub P8 nog in het vat zitten?
Tekst Ellis Langen
P8 voornaamste doel is het stimuleren van de vraag naar paprika. De promotie van paprika neemt daarin een belangrijke plaats in. Hieraan besteedt de paprikaclub jaarlijks dan ook het meeste geld van al de zaken die aan de ‘paprikatafel’ worden besloten. Sinds 2007 voert P8 de promotiecampagne voor paprika ‘Colourfultaste’. Deze campagne wordt sinds 2009 middels twee keer een driejarige campagne ondersteund door de EU. De eerste campagne
was gericht op consumenten in Nederland en Duitsland. Paprikatelers zagen namelijk in Duitsland - dat het belangrijkste afzetland voor Nederlandse paprika ’s is - dat de paprikaconsumptie in 2004, 2005 en 2006 stagneerde. In de tweede campagneperiode kwam Engeland erbij, vertelt Gerrit Jan Kornet, coördinator van de campagne en werkzaam bij Florpartners. Dit jaar is de inzet op Duitsland en Engeland ongeveer gelijk komen te liggen. Inmiddels is sinds 2007 de paprika markt in Duitsland met ongeveer 2 procent per jaar gegroeid en die in Nederland met 1 procent per jaar. “Sinds drie jaar groeit ook de paprika markt in Engeland terwijl die voorheen stabiel was”, zegt Kornet. Nederlandse paprikatelers zouden graag wat minder afhankelijk worden van afzetmarkt Duitsland. Duitsland is dan wel een belangrijke markt, maar feit is ook dat de discounts in Duitsland meer dan 60 procent van de markt hebben. En iedereen weet dat door discounters de paprikaprijs niet echt opknapt. Bovendien bepaalt de prijsvorming in Duitsland ook de prijsvorming in de rest van de markt. Engeland interessant De Engelse markt voor paprika’s wordt vooral gedomineerd door de service-retail, zoals retailer Tesco. P8 ziet Engeland als een groeimarkt. In vergelijking met Duitsland en Nederland is het percentage paprika kopende huishoudens in Engeland fors lager. Circa een derde van de Britse huishoudens koopt nooit paprika. In Nederland en Duitsland ligt het percentage kopende huishoudens op respectievelijk ongeveer 80 procent en 90 procent. In Duitsland eet een huishouden (en dat is 2,2 personen) ongeveer 5,5 kilo paprika’s per jaar, een Nederlands huishouden eet jaarlijks 3 kilo per jaar en in Engeland ligt het op 2,8 kilo. In een kilo gaan zo’n 5,5 paprika’s. Kornet: “Dus een huishouden in Engeland eet ongeveer zestien paprika’s per jaar. Dat verhogen, moet te realiseren zijn met een product wat alles heeft waar de moderne consument naar verlangt.” In 2013 bleek uit onderzoek dat slechts acht procent van de Britten paprika in de top 3 zet van de meest gezonde groenten en fruit. In Engeland moet dus vooral nog
De nieuwe driejarige paprika campagne draait om ‘content marketing’
Engelse pers en foodbloggers kregen onlangs bij Thanet Earth tekst en uitleg over de paprika
worden ingezet op het verbeteren van kennis bij de consument over paprika. In Duitsland zet een veel groter percentage, namelijk 35 procent de paprika in de top 3, in Nederland is dat 24 procent. Daarom ligt bij de promotie in deze landen de nadruk bijvoorbeeld meer op de eetmomenten of gebruiksmogelijkheden van paprika. P8 streeft er naar met behulp van de promotiecampagne de export van Nederlandse paprika’s naar Engeland in de lift te krijgen. Dat lukt in ieder geval. Want sinds vorig jaar zit er groei in en dit jaar weer. Nederlandse paprikatelers hebben op de Britse markt een marktaandeel van circa vijftig procent. In Duitsland ligt het marktaandeel van Nederlandse paprika rond de 35 procent. De export van Nederlandse paprika’s naar Duitsland is stabiel tot dalend. Dit wordt veroorzaakt doordat er minder paprika’s worden geoogst in Nederland en doordat Spanje steeds meer paprika’s in de zomermaanden naar Duitsland exporteert. Contentmarketing Bij de invulling van de promotiecampagnes probeert P8 ‘vooruit te denken in de tijd’. Bij de eerste EU-campagne lag de nadruk op winkel demonstraties, in de huidige campagne wordt circa vijftig procent van de promotie online besteed aan websites en social media. “De Facebook community in Duitsland heeft al meer dan 10.000 volgers en ook in Engeland loopt Facebook prima.” Ook wilde P8 graag een plekje krijgen op de sites van de retail. Dit loopt van het begin af aan in Engeland goed. Zo staan op de website van Tesco alweer voor het derde jaar de colourful taste-recepten en bannert P8 ook op die website. Met deze samenwerking is P8 blij omdat Tesco verreweg de grootste paprikaverkoper in Engeland is. In Duitsland is zo’n online-samenwerking met een retailer niet gelukt. P8 staat nu voor een nieuwe driejarige promotiecampagne die van 2015 tot en met 2017 gaat lopen. Hierbij kiest men een nieuwe strategie en dat is ‘contentmarketing’. Kornet: “Deze marketing sluit aan bij het moderne medialandschap, waarbij consumenten zelf bepalen waar en wanneer en via welk medium ze informatie
[47
tot zich nemen. Je probeert voor een bepaalde doelgroep maatwerk te leveren. Dit betekent dat we nog meer landspecifiek gaan werken.” In de campagne die de EU steunt mag er geen reclame worden gemaakt voor de Nederlandse paprika. “We kienen daarom wel goed uit wanneer we wat doen. We doen het in de tijd dat we op de belangrijkste markten voor Nederland een hoog marktaandeel hebben.”
48]
Direct schakelen Aan alle kanten waar de Nederlandse paprikasector bedreigd wordt, onderneemt het P8-bestuur direct actie; zoals bij de snuitkever en de duponchelia. Dit jaar was P8 volop met de uitvoering van de promotie campagne bezig, toen de boycot van Rusland werd afgekondigd. Kornet: “Dan moet je direct schakelen en onderzoeken hoe de paprikasector hierop kan reageren.” P8 heeft onlangs haar voornaamste doelen voor de komende tijd nog eens benoemd. Naast het blijven inzetten op paprika promotie is dat onder andere het verbeteren van de kwaliteit en de houdbaarheid van paprika’s. Sinds 2013 is er veel energie en onderzoek gestoken in het verbeteren van de kwaliteit van de paprika wat in 2014 al effect sorteerde. Dit jaar gaat het vrij goed met de kwaliteit van de paprika’s, zo laten de wekelijkse monitoringen zien. Maar paprika blijft een moeilijk product. Telers worden nog te vaak en te veel verrast door plotselinge, onverwachte kwaliteitsproblemen. Het verbeteren van de onderhandelingspositie van de leden, is een onderwerp waar P8 ook volop mee bezig is. Telers en hun afzetorganisaties hebben namelijk ten opzichte van de retail een kennisachterstand. Dat kan verkleind worden door meer informatie te verzamelen. Zo verzamelt P8 wekelijks info over de Spaanse aanvoer en de
In augustus konden consumenten in Londen Nederlandse paprika’s proeven
gemaakte prijzen. Zoiets gebeurt ook voor de Israëlische markt. “Zelf bezoeken we natuurlijk ook vaak supermarkten en horen en zien daar veel.” Dit jaar werkt een econometrist aan een prijsvoorspellingsmodel. Zo’n model moet op basis van een aantal variabelen voorspellen hoe de paprikamarkt er over bijvoorbeeld twee weken uitziet. Zo’n prijsvoorspellingsmodel blijkt wel lastig. Vooral omdat bij paprika de productie wordt bepaald door de zetting, en de zetting weer door de hoeveelheid licht. Ondanks dat het een grote uitdaging is, blijft P8 investeren in het prijsvoorspellingsmodel. “De retail werkt namelijk ook met zulk soort modellen, dus moet het ons ook gaan lukken.” Een opgave waar de Nederlandse paprika telers de komende jaren ook echt aan moeten gaan werken is er voor te zorgen dat ze een onderscheidend product heeft. Dat kan bijvoorbeeld door product- en conceptontwikkeling. Volgens Kornet wil de retail dat ook graag. Nu de telers nog. P8 werkt eraan om productontwikkeling op het netvlies van de telers te krijgen en ook doet ze aan marktonderzoek, waar bijvoorbeeld gekeken wordt naar nieuwe conceptideeën.” Zo hebben ZON en Harvest House het ‘ovenconcept’ opgepakt. Echter, productontwikkeling gaat nog veel te langzaam; er komen weinig nieuwe concepten of soorten paprika’s. De Spanjaarden springen wel in dat gat. “Ik zie bij de Engelse retailers het paprikaassortiment dat uit Spanje komt, snel groeien. Ze zijn daar sterk het assortiment aan het verbreden. Nederland moet daar echt snel in mee anders missen we de boot.”
Solide basis voor een topproductie [49
Pla ntop delta, ontworpen voor Precision Growing • Breed stuurbereik voor WG en EC • Meer groeikracht door volledige doorworteling • Uniformere planten in opkweek én teelt • Bewezen hogere productie tijdens de teelt Meer informatie over Precision Growing kunt u vinden op www.precisiongrowing.nl www.linkedin.com/company/grodan www.twitter.com/grodan_nl
50]
Botrytisdetectie met Top Crop en Side Crop Viewer UITGELICHT AUTOMATISERING & LOGISTIEK - Twee autonoom rijdende mobiele sensor-systemen die zich door de kas bewegen en zoeken naar ziekten en plagen. Het klinkt futuristisch, maar deze robots worden momenteel daadwerkelijk getest binnen het project Gezonde Kas. Met nieuwe cameratechnieken kan botrytis in een vroeg stadium wordt herkend, maar de robots zijn ook inzetbaar voor detectie van andere kenmerken van plantgezondheid en productiemonitoring. Maak kennis met de Top Crop en de Side Crop Viewer.
Tekst Erik Pekkeriet Wageningen UR Glastuinbouw
De Side Crop Viewer is een autonoom bewegend voertuig dat geschikt is om hoog opgaande gewassen van opzij te bekijken. Het systeem maakt gebruik van het buisrailsysteem om het pad in en uit te rijden. De verplaatsing naar een ander pad gebeurt binnen het Gezonde Kas-project handmatig, maar in de commerciële uitvoering is hij ook te verkrijgen met
automatische zijwaartse verplaatsing. Batterijen zorgen voor het vermogen en de robots kennen een eigen besturing en locatie-identificatie, die gecombineerd kan worden met sensorinformatie. Tijdens het Gezonde Kas-project is een 3D chlorofyl fluorescentie (CF) camera ontwikkeld en gemonteerd om stengelbotrytis te kunnen detecteren. Een 3D camera systeem is toegevoegd om iedere stengel goed te kunnen detecteren en zorgt ervoor dat bij het maken van de CF-opname de stengel in het midden van het beeld zit voor een optimale meting. Chlorofyl Fluorescentie is een techniek waarbij veel licht van een bepaalde golflengte (in het rode spectrum) wordt afgevuurd op de plant. Het Chlorofyl van de plant reageert sterk op deze lichtflits en de fotosynthese gaat in ongeveer 200 ms naar zijn verzadigde situatie. Chlorofyl fluoresceert sterk onder dit specifieke spectrum en is daardoor eenvoudig tevoorschijn te halen naast alle andere chemische en biologische verbindingen. Dit proces wordt voor iedere pixel in het beeld bepaald en met wat eenvoudige berekeningen kan het assimilatievermogen worden bepaald. Is er stress en is de assimilatie niet in orde, dan is dit goed te zien. Op de stengel is dan in de meeste gevallen sprake van botrytis. Precisiespuiten Stengelbotrytis is door het sterke CF-signaal goed te detecteren in een vroeg stadium kort na bladbreken. De Side Crop Viewer is inmiddels zelfs uitgerust met een spuitunit die lokaal en precies de stengel kan bespuiten op de juiste hoogte, alleen daar waar de botrytis is. Residu van het middel op de vruchten en naar de omgeving wordt hierdoor tot een minimum beperkt. Het sensorplatform is zo gebouwd dat sensoren, verlichting en computers stroom krijgen van het platform. Ook wordt een locatie en tijdsignaal meegeleverd aan de sensor. In de toekomst moet het op deze manier mogelijk zijn om sensorinformatie per vierkante meter beschikbaar te krijgen. Met de muis kan dan door de tijd worden gescrold om te zien hoe de ziekte zich ontwikkelt of waar en wanneer middelen zijn toegediend. Het ligt voor de hand om ook andere sensoren als temperatuur, luchtvochtigheid en CO2
Met een 3D camera wordt iedere stengel gecontroleerd op botrytis
Top Crop Viewer in actie in de kas in Straelen
te koppelen aan de robot. De 3D-techniek is ontwikkeld door CLK uit Munster in Duitsland, de CF-Techniek en projectleiding is geleverd oor Wageningen UR en het Platform door Berg Hortimotive. Het validatieonderzoek moet nog worden opgestart, maar de verwachting is dat met de Side Crop Viewer eerdere detectie van botrytis mogelijk is, de kans van vinden groter is en objectiever kan worden bepaald. Hierdoor vallen minder planten uit en neemt de productie iets toe. Ook wordt er middel bespaard. Tenslotte levert het loggen van de informatie kennis over de infectiedruk in de kas gedurende het seizoen, want de robot komt overal en zonodig iedere dag. Productiegrenzen kunnen worden verlegd door beter inzicht. De Top Crop Viewer De Top Crop Viewer is ontwikkeld om gewassen vanaf de bovenkant te bekijken. Daarmee is dit systeem zeer geschikt voor potplanten en snijbloemen. Met behulp van het bovennet of een toegevoegde rail kan een portaalsysteem zich over de volledige breedte van de kap naar achteren en naar voren bewegen. Via het hoofdpad kan het systeem naar een volgende kap worden getransporteerd. Het systeem lijkt daarmee op een spuitrobot, maar zal in eerste instantie sensoren dragen in plaats van spuitnozzles. Binnen het portaal kan een extra x-beweging worden gemaakt, zodat één camera een hele kap zeer nauwkeurig in smalle banen kan scannen. Tijdens het Gezonde Kas-project is een speciale camera ontwikkeld die botrytis op kan sporen op basis van het kleurenspectrum. Het systeem werkt als volgt: Een lichtbron met een breed lichtspectrum wordt op de planten geprojecteerd. De speciale camera beschikt over meerdere specifiek gekozen filters die in een smal spectrum kijken, om zo zeer gericht ziektes op te kunnen sporen. Is de CF-camera meer een stress of fotosynthesemeting, met de multispectrale camera kunnen specifieke ziektes worden geïdentificeerd op basis van hun kleur in het zichtbare en niet
[51
zichtbare gebied. Ook hier is het de bedoeling dat deze sensorinformatie samen met locatie en tijd kan worden ingelezen in een managementsysteem. De Top Crop Viewer is ontwikkeld door Berg Hortimotive in samenwerking met Robur. Het Amerikaanse bedrijf Pixelteq ontwikkelde de camera en Wageningen UR ontwikkelde de algoritmen om de ziektes te kunnen detecteren en nam tevens de projectleiding op zich. Ook voor dit product moet nog validatie plaatsvinden om de effectwinst op lange termijn te kunnen evalueren. Wel is bewezen dat botrytis vroeg kan worden aangetoond. Mogelijk zelfs voordat de mens het ziet. Hoe nu verder? De werking van de techniek is aangetoond. In een vroeg stadium is botrytis met camera’s te detecteren. Ook is de robot zover dat hele kappen en rijen kunnen worden gevolgd in de tijd en worden de camera’s automatisch bediend. Het is eenvoudig te bedenken dat op deze wijze een kas-layout kan worden gepresenteerd waarbij
de ziektedruk per m² inzichtelijk kan worden gemaakt en waarbij kan worden gescrold door de tijd. Aanvullend teeltonderzoek en uitwisseling met gebruikers is echter nodig om de techniek te valideren op effectiviteit. Zo wordt nog gezocht naar antwoorden als: Kunnen we botrytis tijdig en effectiever detecteren dan nu het geval is? Kunnen we de grenzen naar een effectievere productie op deze wijze verleggen en hoeveel? Stijgt de productie? Verkrijgen we ook nieuwe inzichten over de ziekmakende plekken in de kas? Zijn er plekken in de kas waar nooit botrytis voorkomt? Hoe kan dat en moeten we deze topplekken niet beter uitnutten? Alles staat en valt ook met een goed en volledig werkend systeem dat een hele nacht storingsvrij moet kunnen scouten. Engineering van de hardware is daarmee ook nog een belangrijke actie. De partners binnen Gezonde Kas zullen zich de komende periode gaan beraden hoe het vervolg hieraan gegeven gaat worden. Beide projecten worden overigens gedemonstreerd in het Duitse Straelen op 30 september en 1 en 2 oktober.
52]
Foto’s boven: Opname van de CF camera met rechts de gevolgen van een wond in de stengel Foto onder: Een beeld van een cyclaam van boven af gezien met in rood de gedetecteerde botrytisaantasting
BETER BETROUWBAAR BETAALBAAR
Tulpenteelt systemen
Hoge druk mist systemen
Meerlagen systemen
Interne Geautomatiseerde transport systemen
Sla-, kruidenteelt systemen
Container systemen
Rol tafels
LED verlichting
EasyFix
KG Systems is meer dan 15 jaar krachtig in kweektafels, kweektafelsystemen en interntransportsystemen. Persoonlijke benadering en een sterk advies zijn vanzelfsprekend. Bovendien zijn de systemen betrouwbaar, beter en niet onbelangrijk… betaalbaar! Neem contact met ons op voor een helder gesprek. Leeuwenhoekweg 58 - 2661 DD Bergschenhoek T. +31 (0)10 - 521 2644 - kgsystems.nl - keesgreeve.nl -
[email protected] - Volg ons op Twitter: @KG_SYSTEMS
Column
Nu even niet
Sjaak Bakker Sjaak Bakker (
[email protected]) is sinds 2006 manager bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk, toonaangevend onderzoeksinstituut voor de internationale glastuinbouw. Eerder werkte hij bij IMAG DLO en Priva.
54] Normaal gesproken probeer ik een column te schrijven die aansluit bij het thema van deze uitgave. Nu even niet, ik kan me niet losmaken van de harde realiteit van deze zomer. Het is eind augustus: de vakantieperiode is voorbij maar van een rustige zomer was geen sprake. Conflicten met vreselijke gevolgen voor onschuldige burgers, de impact van alle gebeurtenissen is groot. Maar het meest dichtbij voor Nederland zijn toch de honderden burgers die omkwamen bij het neerschieten van de MH17 en de gevolgen die dit verder allemaal heeft. Ik was net de dag ervoor vertrokken naar mijn vakantiebestemming en volgde het verbijsterende nieuws via internet.
Het raakt Nederland in het hart en treft, zoals ik pas later hoor, ook mijn eigen organisatie. Na terug komst blijkt dat twee familieleden van een van onze mensen aan boord waren: ze komen nooit meer thuis, ik voel me machteloos, verslagen, verdrietig maar ook woedend. Dit verlies en dat van alle andere mensen die familieleden verloren bij dit vreselijke drama is onbeschrijfelijk. En vervolgens worden ook tuinbouwondernemers getroffen als gevolg van de boycot die Rusland instelt. Dat leidt tot financiële en persoonlijke drama’s voor ondernemers die hun levenswerk afgebroken zien worden door iets waar ze nu geen invloed op kunnen uitoefenen. Sommigen zijn de slag van de EHEC-crisis nog niet eens te boven. De laatste jaren is er per saldo bijna niets verdiend en het eigen vermogen sterk gedaald. Natuurlijk moeten we nadenken over de diepere oorzaak hiervan en een structurele oplossing zoeken. Hoe voorkomen we dat elk van deze drama’s opnieuw plaatsvindt? Maar nu even niet: nu is het zaak alles op alles te zetten om hen die getroffen zijn, te helpen deze moeilijke periode door te komen.
Advertorial
Sem van Zijl Over paprika en personeel Wat is de grote kopzorg voor ondernemers in de glastuinbouw? Personeel. Het kost bakken met geld en vaak weten ze niet hoe het werk uitgevoerd moet worden. Hoe van die zorg af te komen, weet paprikateler Sem van Zijl. Hij weet precies waaraan telers behoefte hebben. Zijn advies? Schakel mensen in die voor een vooraf afgesproken bedrag precies dat doen wat ze moeten doen. “Ik werk inmiddels ruim 30 jaar in de glastuinbouw. Eerst teelde ik tomaten en in 1996 stapte ik over op paprika’s. Samen met collega’s telen we paprika’s in een kas van 12 hectare in De Kwakel’. De beste ervaring heb ik met Poolse werknemers. Het zijn hardwerkende, welwillende mensen. Ze zijn bereid te leren, lange werkdagen te maken en beschikken over een betere werkhouding. Daarom beveel ik de beste Poolse arbeidskrachten samen met de meest efficiente arbeidsinvulling graag aan bij collega’s. Efficient at work Omdat ik het als een enorme uitdaging zie om ‘Arbeid’ bij collega’s naar een hoger plan te tillen en ik in Efficient at Work de passende uitzend organisatie heb gevonden om samen deze missie te volbrengen ben ik vanaf heden in dienst bij dit groeiende Westlandse uitzendbedrijf. Ik blijf tevens betrokken bij onze kwekerij in De Kwakel,
als aandeelhouder. Gebruikelijk is dat arbeids krachten op basis van een uurtarief de werkzaam heden uitvoeren. Een beter plan is om medewerkers in te zetten op basis van aangenomen werk. Vooraf spreken we bijvoorbeeld af dat ze bij een paprika teler komen toppen en indraaien. En dat voor een vast bedrag, of ze er nou 60 of 100 uur over doen om de klus af te maken. Ik zorg voor een werkploeg met talentvolle medewerkers op uw bedrijf, die we leren precies zo te werken hoe de teler het graag ziet. Zo nemen we hem de zorg uit handen en brengen arbeidskosten naar een beheersbaar niveau. Als ondernemer werk je 24/7. Je denkt altijd na over hoe het beter en efficienter kan. Ik weet precies hoe het zit.”Bel mij voor een afspraak, ik kom graag eens praten.”
Effcient at work Sem van Zijl 06 15 01 61 73
[email protected]
[55
56]
Door innovatie geen omkijken naar verticale ventilatie In het kader van het samenwerkingsproject High Tech Greenhouse 2020, doet tomatenteler Bert van den Brand dit jaar ervaring op met de toepassing van verticale ventilatie met het systeem´Ventilation Jet’. De aansturing bleek middels zijn Hoogendoorn iSii procescomputer goed te automatiseren. Op zijn bedrijf Fresh Valley in Maasbree doet teler van smaaktomaten Bert van den Brand sinds dit voorjaar ervaring op met de toepassing van verticale ventilatoren om kaslucht te ontvochtigen. In het kader van het onderzoeksproject High Tech Greenhouse 2020 was hij de eerste die deze manier van ontvochtiging aandurfde in een hoogopgaand tomatengewas. Volgens Johan Kodde, sales manager bij Hoogendoorn Growth Management, bestond bij vruchtgroentetelers wel meer interesse voor deze
methode om kaslucht te ontvochtigen zonder ingrijpende verbouwingen aan de kas, maar ook de nodige koudwatervrees: “Telers vragen zich af of deze methode wel kan werken bij hoogopgaande gewassen. En zij vrezen negatieve gevolgen van eventuele koude luchtstromen rond de koppen.” Daarnaast moest nog worden aangetoond dat het systeem ook praktisch in een bestaande vruchtgroentekwekerij kon worden ingepast. Volgens Kodde en teler Van den Brand is dat de afgelopen maanden wel bewezen. Geen omkijken naar “Het werken met de Ventilation Jet bevalt goed”, verklaart Van den Brand. “Het werkt eigenlijk vrij simpel. We hebben twee typen ventilatoren boven elkaar. De onderste, de V-FloFan die de lucht onder het scherm in beweging brengt, staat gewoon altijd aan. De bovenste, boven het scherm, draait alleen als het te warm of te vochtig is.” In de iSii procescomputer van Hoogendoorn, waar Fresh Valley al mee was uitgerust, was dit in de ogen van de teler eenvoudig te bedienen. “Het was een kwestie van één keer goed instellen. Ik heb er nooit omkijken naar gehad.” Sales manager Kodde bevestigt dit. “Wij hadden voor (semi-)gesloten kassen al de module ´Active Air´ ontwikkeld. Daarin hebben we nu een intelligente regeling opgenomen voor het ontvochtigen met droge lucht van boven een gesloten scherm. Hoogendoorn iSii is een intelligent en flexibel systeem. Metingen en berekende waarden kunnen als invloeden worden gebruikt bij de instelling van het setpoint. Zo kan bijvoorbeeld de gebruiker de invloed AV (Absoluut Vocht) gebruiken voor aansturing van de bovenste ventilator. Daarnaast wordt alle data verzameld en gebruikt voor analyse van het klimaat.” Doorontwikkelen Vostermans Ventilation ontwikkelde de V-flow ventilator voor verticale luchtbeweging, Hint Installatietechniek maakte er de Ventilation Jet mee. Svensson leverde voor proefkas de juiste type doeken en voorzag ze van doorvoeropeningen voor de Ventilation Jet. Onderzoekers van de UR Glastuinbouw monitoren het klimaat en de ontwikkelaars van de Vostermans Ventilation, Hint Installatietechniek, Svensson en Hoogendoorn, volgen deze eerste proef met het verticale ventilatiesysteem in de tomatenteelt van nabij. “Om te kijken of gebeurt wat we verwachten
‘Je hoeft geen nieuwe kas te bouwen om deze methode toe te passen’
High Tech Greenhouse 2020 Achttien Nederlandse en Duitse bedrijven en kennisinstellingen zetten in 2011 het project High Tech Greenhouse 2020 (HTG 2020) op. In dit project werken zij tot en met dit jaar samen aan een integraal hightech glastuinbouwsysteem, dat gebruik maakt van diverse innovatieve oplossingen op het gebied van klimaat, energie, licht, substraat en water. Precisie-irrigatie in combinatie met een voor de tuinbouw nieuwe gietwater behandelingstechniek, energiezuinige LED-belichtingssystemen, kaslucht ontvochtigen via verticaal ventileren met de Ventilation Jet, en het testen van verscheidene typen (draadloze) sensoren, zijn enige deelaspecten van het project. Ook na de officiële looptijd van het project tot in 2014, zal op de beide praktijkbedrijven Fresh Valley in Maasbree en Gartenbau Hanka in Kempen onderzoek worden voortgezet.
[57 zijn de proefkas en de referentiekas uitgerust met extra gewassensoren en meetboxen. Via LetsGrow.com krijgen alle deelnemende projectpartners inzage in het procesverloop in de vorm van actuele grafieken en overzichten”, aldus Kodde van Hoogendoorn. “Wij zijn op basis van alle ervaringen ook nog steeds de software verder aan het doorontwikkelen.” Met de piek van het teeltseizoen reeds achter de rug, heeft High Tech Greenhouse 2020 de voordelen van verticale ontvochtiging met de Ventilation Jet volgens Kodde inmiddels ruim schoots duidelijk gemaakt: “De Ventilation Jet blijkt een hele goede temperatuurverdeling in de kas op te leveren. Meetboxen op verschillende plaatsen in de proefkas laten vrijwel gelijke waarden zien. Telers hoeven zich dus geen zorgen te maken om kou bij de koppen van het gewas.” (Grafiek 1 laat zien hoezeer de verschillende meetboxen in de HTG proefkas een vergelijkbaar temperatuur verloop registreren.) Tweede voordeel noemt Kodde het feit dat Ventilation Jet de warmte van de lampen in de belichte tomatenteelt gelijkmatig verspreid door kas, waardoor die warmte benut kan worden en er
Fresh Valley klimaatanalyse
geen minimum buis nodig is voor een goed klimaat. Minstens zo belangrijk voor potentiële nieuwe gebruikers noemt Kodde het feit dat Ventilation Jet zeer goed is in te passen in bestaande kassen. “Natuurlijk, je hebt het juiste type scherm, de juiste ventilatoren en het juiste stuk installatie techniek nodig, maar je hoeft geen nieuwe kas te bouwen om deze methode van ontvochtiging toe te passen.”
58]
Door met ontvochtigen Teler Van den Brand verwacht ook na de proef periode door te gaan met deze manier van ontvochtigen in de 2.800 m2 kas die nu met het systeem is uitgerust. “In de proefafdeling hebben we sinds de start van de teelt elke nacht het scherm gesloten kunnen houden. We hebben geen vochtkieren meer hoeven trekken. En toch hebben we geen last met vochtophoping gehad. De productie in de proefkas bleef tot voor kort weliswaar wat achter bij die in de referentiekas, maar dat laat zich verklaren vanuit het feit dat we in de proefkas door omstandigheden iets later hadden geplant. Of de proefkas de controle recent alsnog heeft ingehaald, kan ik nog niet zeggen, de precieze productiecijfers van de laatste week moeten we nog verwerken. Maar voor mijn gevoel doen beide kassen niet voor elkaar onder. Ik zie geen verschillen aan het gewas.”
“De proeven door High Tech Greenhouse 2020 laten zien dat het concept Ventilation Jet, met Hoogendoorn iSii aansturing, ook in de vrucht groenten werkt”, concludeert Kodde van Hoogendoorn Growth Management. “Dit concept kan dus ook telers van vruchtgroenten helpen op een effectieve en kostenefficiënte wijze hun kasklimaat en met name de vochthuishouding te beheersen.” De sales manager geeft aan dat bij de early adapters onder de vruchtgroentetelers serieuze interesse in de toepassing van dit concept begint te ontstaan. Automatisering verbindende schakel Kodde geeft aan vanuit Hoogendoorn met plezier aan de diverse onderdelen van High Tech Greenhouse 2020 te werken. “Onze automatisering vormt als het ware de verbindende schakel tussen de diverse innovatieve oplossingen voor de beheersing van klimaat, licht, energie, substraat, (Grodan) met nieuwe watergehalte sensoren GroSens en water (water IQ) met een innovatieve ontsmettingsunit Optisteep. Aan het begin van zo´n traject is het nog maar de vraag of het allemaal wel gaat lukken. In High Tech Greenhouse 2020 zijn de diverse innovatieve oplossingen goed van de grond gekomen. Het is leuk om daar aan te kunnen bijdragen en om de verschillende aspecten via automatisering te integreren.”
Op www.htg2020.nl is meer informatie te vinden over High Tech Greenhouse 2020. Het Duitsland-Nederland Interreg IVa project High Tech Greenhouse 2020 wordt mede mogelijk gemaakt door:
GM 26 - DE NIEUWE TEELGOOT Voor alle teelten een waardevolle oplossing.
NEW
60]
‘Als wij het niet doen, pakt een ander het op’ UITGELICHT AUTOMATISERING & LOGISTIEK - “De beste innovaties komen voort door te luisteren naar de teler”, zegt Sander Zuidgeest van Steenks Service in De Lier, een bedrijf dat vooral bekend is van buisrailwagens in de groenteteelt. Het bedrijf levert producten, verleent service, maar werkt ook aan productontwikkeling. De medewerkers van het bedrijf komen veel op ‘de tuin’ en dat blijkt een prima bagage om jaarlijks met innovaties te komen.
Tekst Ellis Langen
Het bedrijf verkoopt en levert producten aan telers voor intern transport, zoals buisrailwagens en oogst karren. Deze zijn veelal afkomstig van fabrikant Berg Hortimotive in De Lier. Zelf fabriceert Steenks Service weinig producten. Een uitzondering daarop zijn de prototypes van hun zelfbedachte innovaties. In het kantoor en in de werkplaats worden geregeld de hersens gekraakt om tot verbeterde producten
te komen of om geheel nieuwe innovaties te bedenken. “Gemiddeld komen we per jaar met zo’n drie of vier eigen innovaties”, vertelt Sander Zuidgeest, een van de ondernemers. De ideeën voor de innovaties worden geregeld met Berg Hortimotive besproken. Wanneer beide bedrijven toekomst in het product zien, wordt het toegevoegd aan het assortiment van Berg Hortimotive. Steenks heeft acht monteurs in dienst die van kas naar kas rijden om reparaties en onderhoud te plegen. “Als iets niet goed gefabriceerd is of iets werkt in de praktijk toch net eventjes anders dan dat de fabrikant had uitgedacht, dan horen we dat snel. Soms gaan de ontwikkelingen ook zo snel dat ‘finetunen’ nodig blijkt. Dit soort zaken, weten we onherroepelijk snel. Want dat is het mooie aan een teler; die windt er geen doekjes om.” Het bedrijf maakt nuttig gebruik van al die feedback als ze nadenkt over aanpassingen van producten of aan de slag gaat met innovaties. Luisteren naar de klant en meedenken, is altijd het devies. “Want vóór een klant denken, kun je toch niet”, meent Zuidgeest. Maandelijks is er bij Steenks een overleg met monteurs en praat men elkaar bij wat er speelt bij ieder product. Van elk product wordt een verslag gemaakt en zo nodig wordt actie ondernomen in de fabriek. ‘Algemene deler’ oppakken Berg Hortimotive en Steenks werkten onlangs samen aan het verbeteren van de meest gebruikte buisrailwagen voor gewas werkzaamheden. Om de paar weken kwam een team met onder andere monteurs en mensen van Berg Hortimotive bijeen en passeerden opties voor veranderingen van de wagen de revue. Zuidgeest: “Bijna iedere teler heeft zijn eigen filosofie en werkwijze. Dus al zou je naar iedereen willen luisteren, dan kan dat niet. We pakken ‘de algemene deler’ in al die wensen en gaan daarmee het product updaten.” Zo is de nieuwe gewaswagen Benomic Star er gekomen. Deze aanpak bleek een succes; in een half jaar tijd zijn er
‘Elke teler heeft zijn eigen filosofie, dus je kunt ook niet naar iedereen luisteren’
Pas als we samen achter de tekeningen staan, worden er meestal twee of drie prototypes gemaakt
vierhonderd van verkocht. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe producten, is vraag vanuit telers het uitgangspunt. ‘De mannen van Steenks’ kunnen ook altijd terecht bij een vast clubje telers die willen meedenken over een innovatie en zijn scherpen het wensenpakket voor een nieuw product aan. “We hebben veel aan de input van telers die ‘cijfers’ bij houden. Zo heb je altijd ondernemers die bovenop de arbeidsprestaties zitten, maar bijvoorbeeld ook ondernemers die wars zijn van techniek en vrij goed kunnen beoordelen of je als teler veel onderhoud aan een product hebt.” Het ontwerp voor de innovatie wordt overlegd met Berg Hortimotive. “Pas als we samen achter de tekeningen staan, worden er meestal twee of drie prototypes gemaakt.” Een prototype gaat vaak naar een teler die het product zoveel mogelijk uren door verschillende medewerkers laat gebruiken. Steenks vraagt die medewerkers een enquête in te vullen over wat er goed aan is en wat beter kan. In de werkplaats in De Lier gaat Steenks ook met een prototype aan de slag. Zo doet ze er bijvoorbeeld bepaalde duurtesten mee. “Het zijn vrij simpele testen, maar je moet ze echt al wel uitvoeren. Anders loop je de kans dat het product verkeerd de productie ingaat.” Shortlift Ideeën voor innovaties komen vaak recht streeks uit de praktijk. Zuidgeest: “Telers zijn innovatieve mensen. Zeker als het wat minder gaat of juist als ze willen gaan investeren.” Zo ontwierp Zuidgeests compagnon Wouter Steenks onlangs op aanvraag van Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk een korte buisrailwagen met een lengte van 90 centimeter die toch erg hoog komt, namelijk ruim vier meter. Het proefbedrijf wilde graag een wend bare kar op de smalle betonpaden, maar ook een kar die te gebruiken is bij werkzaamheden hoog in de kas. Steenks ging ervoor zitten en kwam uiteindelijk met de ‘short-lift 400’. Jan-Willem de Vries, hoofd facilitair bedrijf bij Wageningen UR
[61
62]
Glastuinbouw in Bleiswijk: “We hebben een paar jaar gezocht naar zo’n soort kar, maar nergens ter wereld konden we zo’n kar krijgen of zag een leverancier het zitten zo’n kar te maken.” De short-lift wordt in Bleiswijk vaak gebruikt in een lege kas als een soort hoogwerker om zo werkzaamheden te verrichten aan schermdoeken en de belichtingsinstallatie, aldus De Vries. De korte buisrailwagen mag vanwege veiligheidseisen tijdens de werkzaamheden bovenin de kas echter niet rijden. Steenks Service werkt momenteel ook aan een touwafsnijdmachine die te gebruiken is in de paprika- en komkommerteelt. Het bedrijf had daar zelf al een product voor dat al zo’n twintig jaar bestaat, maar Arend Sosef bracht zo’n machine een jaar of zeven geleden ook op de markt. Nu Arend Sosef niet meer bestaat, wordt de machine niet meer gemaakt. Daarom probeert Steenks nu een soortgelijke machine te maken. “We gaan dus een bestaand product zelf produceren en meteen verbeteren en modificeren. Want je hebt altijd mensen die deze machine fijner vinden. En dan kunnen we straks twee machines aanbieden. Als wij dit niet doen, pakt een ander het op en dan heb je weer een nieuwe concurrent.” Buitenland Alles wat bij Steenks de deur uit gaat, moet 200 procent goed wezen. “We plakken overal onze Steenks Service-sticker op. Dan moet je dat wel waarmaken. Als iets niet goed is, moet dat snel voor die teler opgelost worden.” Het bedrijf richt zich steeds meer op het buitenland. Vorig jaar kwam zo’n 40 procent van de omzet uit export, vier jaar geleden was dat nog 20 procent. “Dit jaar komen we misschien uit op 50 procent.” Zuidgeest merkt op dat buitenlandse telers vaak een totaal oplossing willen; deze telers zoeken één aanspreek punt voor de hele logistiek. Daarom zorgt Steenks ervoor dat ze samen met partners alle logistieke zaken van oogst tot dat het product het bedrijf af gaat, kan leveren. Om de behoefte van de ‘buitenlandse teler’ te weten, staat het bedrijf in
De Lier jaarlijks op zo’n tien buitenlandse beurzen. Verder doen de ondernemers wel eens ‘een rondje buitenland’. Nederlandse telers weten het bedrijf namelijk wel te vinden als ze ergens mee zitten, maar telers in het buitenland niet. Zuidgeest: “Als je ze bezoekt, zie je ze soms tobben met dingen. Ze knutselen of fabriceren zelf maar wat. Dat zijn zaken die we vaak voor hen kunnen verbeteren. Of we geven suggesties over wat we in ons assortiment hebben. Negen van de tien keer verkoop je dan iets.” Ongeveer 70 procent van de omzet haalt het bedrijf in de glasgroenteteelt, maar de ondernemers kijken steeds actiever of een product ook aan andere sectoren verkocht kan worden. Zo is Steenks de exclusieve importeur van de bullelektrotrekker. Ze levert deze aan bijvoorbeeld de bloemenveiling, Schiphol en aan het magazijn van Wehkamp. “We zien de toekomst positief in. Het voordeel is dat we met ons productenpakket best veel markten kunnen bedienen.” In de groentesector merkt Steenks wel dat het minder gaat. “Het laatste half jaar is de sfeer moeizaam. De handel in Nederland loopt terug, maar de onderdelenverkoop schiet omhoog. Telers sleutelen nu zelf eerder. We spelen daar met onze nieuwe website die in de maak is op in. We krijgen daarin een speciale webshop voor het bestellen van onderdelen.”
Hogere opkweekblokken (7,5 versus 6,5 cm) winnen terrein in de paprikateelt, geeft substraat specialist Grodan aan. Door de nieuwste procesontwikkelingen hebben de blokken een goede herverzadiging van de toplaag. Paprikateler Rob Moors uit Asten stapt volgend seizoen volledig op over op deze blokken. “Ze zijn eenvoudiger generatief te sturen, geven nog minder plantuitval en resulteren in een hogere opbrengst.”
Hoger opkweekblok wint terrein in paprikateelt Op Kwekerij Moors in Asten, 8 ha paprika van het ras Madurom, vergeleek teler Rob Moors de afgelopen jaren verschillende opkweekblokken. “Mijn voornaamste doel was vermindering van de plantuitval door voetrot”, licht hij toe. “Om dat te realiseren streef ik een generatieve teeltwijze na. Opkweekblokken met een droger karakter helpen daarbij.” Met het Grodan Pro paprikablok boekte Moors de beste resultaten. Dit seizoen beproeft hij ook de 7,5 cm hoge variant van dit type en de 6,5 cm en 7,5 cm hoge Grodan Plantop Delta. “Pro blokken zijn gebaseerd op een nieuw productieproces, dat een nog grotere uniformiteit garandeert”, licht crop consultant Hans van Herk van Grodan toe. “De paprikavariant is wat lichter en droger dan het normale blok.” Productiestijging ruim 4% Alle bloktypen staan op Grodan Vital steenwolmatten en alle partijen waren identiek opgekweekt. Vanwege het drogere karakter van
Onze directe kosten zijn hoger dan de opbrengsten
de hoge blokken hadden die planten daardoor iets minder bladmassa. Desondanks kwamen ze snel op voorsprong. Moors: “Tussen Plantop en Pro Paprika blokken van gelijke hoogte zie ik geen verschil, maar tussen de hoge en lage blokken des te meer. De uitval, die bedrijfsbreed al onder de 1% lag, is nihil en de productie tot en met augustus ligt ruim een kilo/ m2 voor op de vakken met standaard blokken. Een stijging van meer dan 4% is geen toeval.” Volgens Moors en Van Herk zorgt 1 cm extra blokhoogte voor een wezenlijk verschil. “In een hoger blok daalt het watergehalte in de toplaag na een druppelbeurt iets sneller en sterker”, zegt Van Herk. “Dat stimuleert een generatieve groei. Te droog wordt het niet, dankzij de uitstekende capillaire werking van de huidige generatie Grodan steenwol. De snelle en volledige doorworteling van het blok, ook over de hoogte, onderstreept dat. Dat brengt de plant snel op voorsprong.” Eenvoudiger sturen Of het Plantop of Pro Paprika wordt, weet Moors nog niet. Duidelijk is wel dat hij al zijn planten voor het nieuwe seizoen in 7,5 cm hoge blokken laat zetten. Hij ziet daarin nog een voordeel naast minder plantuitval en een hoge opbrengst: “Hoe eenvoudiger je generatief kunt sturen, des te efficiënter kun je water en voeding geven.” Teeltman Huub Hendriks van Plantenkwekerij Gipmans ziet uit naar het nieuwe opkweekseizoen. “De proefresultaten op dit bedrijf zijn niet onopgemerkt gebleven”, stelt vast. “Er is duidelijk meer vraag naar hogere blokken. Wij gaan graag de uitdaging aan om ook daarin krachtige planten op te kweken, met voldoende bladmassa om snel uit de startblokken te komen.”
[63
Tekst Jacco Strating
In een zoektocht om meer te leren over natuurlijk telen, startte Koppert Biological Systems in januari van dit jaar een tomatenproef bij het Improvement Centre. Een deel van de tomaten wordt behandeld met NatuGro-producten, het andere deel niet. Bovendien wordt gekeken naar het verschil in toepassing van gebruikte en nieuwe steenwol.
Residuvrije tomatenteelt blijkt haalbare kaart
64]
De proef die begin dit jaar startte in afdeling 7 van het Improvement Centre in Bleiswijk draait eigenlijk om twee zaken, zo geeft Ed Moerman van Koppert Biological Systems aan: zowel onder- als bovengronds stappen vooruit maken. “We wilden enerzijds een vitale en weerbare plant laten groeien en anderzijds wilden we een hoge en kwalitatieve tomatenproductie realiseren met 0 residu.” Om dat voor elkaar te krijgen, werd ervoor gekozen om een deel
van de tomaten te telen op nieuw substraat en een deel te telen op gebruikte niet ontsmette steenwol, waar al eerder tomaten op waren geteeld. Daarnaast wordt een deel van planten wel behandeld met NatuGro-producten en een deel niet. Residuvrije teelt Nu de proef inmiddels ruim een half jaar onderweg is, kunnen de eerste conclusies
voorzichtig worden getrokken, zo geeft Moerman aan. “De planten die behandeld zijn mét NatuGro-producten hebben een kleine voorsprong op de planten die niet behandeld werden. Daarnaast is de productie op gebruikte steenwol iets achtergebleven op de productie met nieuwe steenwol.” Verder constateert Moerman dat het is gelukt om bovengronds zonder chemische ingrepen te telen. “Door aan de hand van een strak schema de biologische producten Linafer-P en Enzicur toe te passen, is het ons goed gelukt om meeldauw onder controle te houden. Enzicur wordt vooral gebruikt als meeldauw de kop op steekt. Linafer-P wordt gebruikt om de plant weerbaarder te maken. Het product helpt de nutriëntenbalans van de plant te herstellen door voedingsstoffen effectiever door de plant te laten opnemen. Als we kijken naar de resultaten kunnen we daar dus heel positief over zijn. Onze doelstelling om residuvrij te telen is daadwerkelijk een haalbare kaart gebleken.” Uit de grijze hoek Vooral de kansen voor residuvrij telen zijn voor de praktijk van grote waarde, meent Moerman. Maar de proef vormt volgens hem ook een bevestiging dat Koppert Biological Systems met haar NatuGro-systeem, oftewel natuurlijk telen, op de goede weg is. “Voor ons is eens temeer duidelijk geworden dat de weg naar plantgezondheid niet loopt via de route van alles maar dood maken, maar juist door te zorgen voor evenwicht en biodiversiteit in de kas.” Volgens Moerman krijgt de tuinbouw ook steeds meer door dat de NatuGro-methode een
Tuinen bij
DLV Plant/GreenQ
serieuze teeltwijze is. “We willen ervoor zorgen dat het principe van natuurlijk telen meer en meer uit de grijze hoek verdwijnt. Om die reden werden verschillende telers en adviseurs ook gevraagd om in een begeleidingsgroep mee te kijken tijdens deze proef. Want alleen door dit soort onderzoeken en proeven te doen, kunnen we daar vanaf komen.”
NatuGro Het NatuGro-systeem van Koppert Biological System staat voor natuurlijk telen. Het is een totaalsysteem, dat begint bij de bodem. Rond de wortels bevindt zich een grote diversiteit aan microorganismen, die elk een eigen rol spelen in het groeimedium. Een evenwichtig ondergronds ecosysteem levert een belangrijke bijdrage aan de gezondheid van planten, door de juiste voedings- en ziektewerende elementen ter beschikking te stellen. “We maken onderscheid tussen bacteriën, schimmels, protozoa en nematoden, die rondom en in interactie met de wortels van de plant leven. Met onze nieuwe producten kunnen we het ondergrondse ecosysteem sturen. Wat voor effect dat heeft, volgen we via de ProLytics bodemanalyses, die laten zien wat in het substraat of de grond gebeurt.”
DLV Plant/ GreenQ Improvement Centre is een modern kassencomplex in Bleiswijk dat beschikt over verschillende secties van 1.000 vierkante meter. Hier worden nieuwe teeltconcepten en technische installaties vanuit alle delen van de wereld ontwikkeld, getest en gedemonstreerd. Tevens faciliteert het centrum in praktijkgerichte trainingen, opleidingen, seminars en workshops.
DLV Plant/GreenQ
Violierenweg 3 2265 MV Bleiswijk T +31 (0)10-5221771
[email protected] www.greenq.nl
[65
66]
Noviteiten en ontwikkelingen UITGELICHT Automatisering & Logistiek – In het kader van ‘Uitgelicht Automatisering & Logistiek’ in deze editie ook aandacht voor noviteiten en ontwikkelingen op dat vlak. De redactie van KAS Techniek maakte een selectie van veelbelovende producten en toepassingen.
Tekst Jacco Strating
Noviteiten en ontwikkelingen
App geeft aflevertijd aan De Winter Logistics in Honselersdijk, een logistieke dienstverlener in de sierteelt- en groente en fruit, heeft een eigen app ontwikkeld die berekend wat de verwachte aflevertijd is van een partij die door een exporteur besteld is bij een kweker. De Winter Logistics speelt hiermee in op de behoefte van het merendeel van haar kwekers en exporteurs om het proces van afleveren te digitaliseren en hierover als partij beter geïnformeerd te zijn. Via de app kunnen de klanten ook hun order doorgeven aan De Winter Logistics. In combinatie met een track en trace-systeem en een rekenmodule kan zowel de kweker als de betreffende exporteur vervolgens de verwachte aflevertijd (ETA) ontvangen en de daadwerkelijk gehaalde aflevertijd zien. Volgens Eric de Winter, een van de directeuren van De Winter Logistics, levert het werken met de app voor de verschillende partijen voordelen op. Zo kan de klant bijvoorbeeld haar eigen logistieke processen beter afstemmen als ze weet wat wanneer iets binnenkomt. Verder levert het voor iedereen tijdswinst op; want er wordt in deze sector nog relatief veel gebeld tussen partijen over en weer die willen weten hoe laat een partij ergens is. Zo hoeft de teler die de app gebruikt niet meer met De Winter Logistics te bellen om een order door te geven en hoeft De Winter Logistics dit niet meer in te boeken. De Winter: “Bovendien wordt met de app de informatievoorziening heen en weer eenduidiger en dus kwalitatief beter waardoor fouten worden voorkomen en verminderd.” Ook wordt
door de app te gebruiken de controlemogelijkheden op de orders verbeterd. “Zo wordt bijvoorbeeld het factureren gemakkelijker doordat er door deze digitalisering allerlei rapportagemogelijkheden zijn uit te voeren.”
Veelzijdige spuitboom voor containerteelt Logiqs B.V in Maasdijk werkt er hard aan om een nieuwe automatische gietboom die gebruikt kan worden voor bespuitingen of irrigatie van individuele containers in de containerteelt, te implementeren in de praktijk. De gietboom kan worden ingezet om te irrigeren, te vernevelen, gewasbeschermingsmiddelen toe te dienen, maar bijvoorbeeld ook om bloei te induceren of groei te remmen. “Sommige kwekers kiezen ervoor om dure verplaatsbare gietbomen te kopen waarbij de medewerkers er ook nog redelijk wat werk aan hebben om ze op de juiste plaats te krijgen en om te zorgen dat precies de juiste planten de juiste behandeling krijgen”, zegt Gert-Jan van Staalduinen, directeur van Logiqs B.V. Hij somt de voordelen van de gietboom op. “Het werkt samen met het intern transportsysteem van Logiqs B.V. en onze software. Hierdoor ontstaan er verschillende voordelen, zoals een beter overzicht van de irrigatie- en/of bespuitingsgeschiedenis in de software.” Potplantenbedrijf J&P ten Have maakt al gebruik van automatische gietbomen die worden verplaatst door een wagen die ook containers kan verplaatsen. Van Staalduinen: “Omdat we daar precies weten welke planten
[67
Noviteiten en ontwikkelingen
waar staan, kan bij deze kweker nu het bespuiten ingegeven worden in dezelfde software ‘Dat-A-Control’ die ook dient voor het verplaatsen van de containers met planten. Andere voordelen zijn dat als de gietboom gebruikt wordt voor irrigatie en in elke tralie een gietboom wordt gemonteerd er geen traditionele eb-vloed water opvoerpunten nodig zijn, verder krijgt elke container precies het water dat ervoor bedacht wordt en kan de water opvoer gedaan worden aan de ene kant en de waterafvoer aan de andere kant waardoor alle planten op een grote container evenveel water krijgen en waardoor ziektes minder snel een kans krijgen.
Een draai aan water- en meststoffenbesparing
68]
Bosman Van Zaal en de TU Delft hebben een innovatieve manier van irrigeren ontwikkeld. Door vooruitstrevende cycloontechnologie en centrifugale kracht te combineren, wordt CO2 onttrokken uit water waar meststoffen aan zijn toegevoegd. Het resultaat: een stabiele pH-waarde, een betere opname van de meststoffen door het gewas waardoor productie verbeterd, aldus Bosman Van Zaal. Door de centrifugale werking van de cycloon en de kracht waarmee het water in de bufferbak wordt geslingerd, wordt het koolzuurgas, CO2, onttrokken uit het water en heeft het toegevoegde salpeterzuur een optimale neutraliserende werking op het bicarbonaat. Hierdoor loopt het pH-niveau in het wortelmilieu niet te hoog op en hoeft men geen extra pH en/of EC toe te voegen aan het water. Andere voordelen van dit cycloontechnologiesysteem zijn dat de druppelaars
niet verstopt raken door bicarbonaat, het systeem een frequentiegestuurde vulpomp en een kleine mengbak heeft, het gekoppeld is aan de klimaatcomputer en stand alone bedieningspanelen heeft. Verder is het apparaat energiezuinig, geeft het een snelle reactie op irrigatieveranderingen en is het compact van design en dus heeft het dus lage transportkosten. De cycloon is inmiddels succesvol bij ruim zeven bedrijven geïnstalleerd. Onder andere is dit gebeurd bij rozen telers, snijhortensiakwekers, begoniastekleveranciers en tomaten- en slatelers gevestigd in onder andere Kenia, Zuid- Afrika, Portugal en Japan. Referenties zijn opvraagbaar via het verkoopteam van Bosman Van Zaal.
Adviesdienst B-Mex: eerst de juiste formule, dan opschalen Online kennisleverancier B-Mex B.V. is nu ruim een half jaar bezig. Oprichter Fokke Buwalda: “Het productie proces in de tuinbouw is heel complex. Er is veel kennis, maar als je de principes goed begrijpt, is het toch lastig om te weten wat op een bepaald moment in je eigen situatie de beste optie is.” Rekenmodellen kunnen helpen om die algemene kennis te vertalen naar praktisch bruikbaar inzicht in de stand van zaken op het eigen bedrijf, oogstprognose en opties om de teelt bij te sturen. Als spin-off van Wageningen UR Glastuinbouw heeft B-Mex toegang tot de laatste stand van de wetenschap. Als zelfstandig dienstverlener kan B-Mex servicegarantie bieden aan klanten en duurzame ondersteuning bij het toepassen van modellen. In principe een gouden combinatie om die waardevolle kennis ‘op de werkvloer’ te brengen en bij te dragen aan kwaliteit, winstgevendheid en duurzaamheid van de sector. De nadruk ligt voorlopig nog op het optimaliseren van het
Noviteiten en ontwikkelingen
dienstenpakket. “Een adviesmodel moet precies de juiste informatie geven, technisch degelijk zijn, gebruikers vriendelijk en ook nog betaalbaar. Zoiets maak je niet in één keer. Meestal bouw je met een kleine groep test klanten een hele serie proefversies voordat het systeem voor een bredere klantengroep geschikt is.” Begin 2014 lanceerde B-Mex een adviessysteem met zettings- en oogstprognose voor paprika (www.zettingswijzer.nl). Hoewel het volgens de testgebruikers goed werkt, heeft het nog niet tot een massale toestroom van klanten geleid. Er zal dus nog minstens één slag moeten worden gemaakt voordat dit aanslaat. Intussen is B-Mex bezig met andere modelgebaseerde systemen, o.a. voor Gerbera, Botrytis, Phalaenopsis, kasklimaat en gewasmonitoring. Er ligt nog een hele serie bruikbare modellen klaar om ook te worden ontsloten. Buwalda: “Met verschillende geïnteresseerde partijen zijn gesprekken gaande over nieuwe toepassingen. Genoeg kansen dus, maar eerst de formule helemaal scherp te krijgen is topprioriteit voor B-Mex. Die bredere klantenkring komt daarna vanzelf.”
Revolutie in sloopwagen paprika Buitendijk-Slaman heeft een sloopwagen voor paprikatelers ontwikkeld die zowel arbeidsbesparing als tijdwinst op moet leveren. Een absolute revolutie in de teeltwisseling van paprika, zo meent het bedrijf.
Ruim zeven jaar geleden is Buitendijk-Slaman begonnen met het ontwikkelen van sloopwagens voor paprika kwekers met hangende goten. De vraag kwam eerst om een machine te ontwikkelen voor hangende goten, de borden die al jaren door Buitendijk-Slaman geproduceerd werden om het gewas te slopen waren daar namelijk niet geschikt voor. De ‘Scrapman’-sloopwagen heeft zich in de tussentijd bewezen in allerlei paprika kwekerijen met hangende, staande en liggende goten. Het grootste voordeel is de arbeid besparing en tijdwinst. Met één machine en één man kan in twee tot drie minuten al een pad worden gesloopt van 100 meter. “Dit is een absolute revolutie in de teeltwisseling van paprikagewas.” Iedere sloopwagen word klantspecifiek geproduceerd omdat elke kas een andere indeling heeft, zo laat Buitendijk-Slaman weten. De levertijd voor een ‘Scrapman’sloopwagen bedraagt daardoor meerdere weken.
Mensen maken het verschil! www.hollandcontracting.nl
[69
Tekst Jacco Strating
In oktober wordt de 2SaveEnergy kas bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk in gebruik genomen. Het compleet nieuwe kasdekconcept combineert glas met folie en moet uiteindelijk een flinke energiebesparing opleveren, zo laten de initiatiefnemers weten.
Zuinig en efficiënt telen in 2SaveEnergy kas
70]
In de tuinbouw is energie een allesbepalend thema. Stijgende energiekosten maken een rendabele teelt steeds moeilijker en dus wordt naar oplossingen gezocht. Een van die oplossingen zou de 2SaveEnergy kas kunnen zijn, een nieuw kas concept dat is ontwikkeld door een consortium van bedrijven bestaande uit Boal Systemen, Van der Valk Systemen, VDH Foliekassen en de foliefabrikant AGC Chemicals. Het gaat om een kas met een
hoog isolerend kasdek in combinatie met een teeltconcept dat is gebaseerd op Het Nieuwe Telen. De bestaande hoog-isolerende glasdekken zijn duur en daarom hebben de betrokken partijen gezocht naar een isolerend kasdek met een beduidend lager investeringsniveau. In samenwerking met Wageningen UR Glastuinbouw, werd dit nieuwe concept de afgelopen maanden gerealiseerd op het IDC Energie bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk. Het project vormt een onderdeel van
het onderzoeksprogramma Kas als Energiebron en wordt daarmee gefinancierd door een combinatie van particuliere middelen uit de sector en het ministerie van Economische Zaken. F-Clean folie De 2SaveEnergy kas wordt uitgerust met één laag glas in combinatie met een tweede laag folie. Feije de Zwart, onderzoeker kastechnologie bij Wageningen UR Glastuinbouw legt uit wat de gedachte hierachter is: “Bij eerdere isolerende kas concepten is vaak met dubbelglas gewerkt, maar in de praktijk blijkt dit vierzijdig gecoate glas een vrij dure oplossing. Bij het 2SaveEnergy-concept is de tweede glaslaag vervangen door folie. Doordat we één laag glas handhaven, blijft de sterkte van het dek behouden. Het folie dat daar vlak onder als tweede laag is aangebracht, zorgt voor de spouw werking en daarmee voor een hoge isolatie. Het is een hoog-transparant F-Clean folie, waardoor de lichttransmissie van de kas naar verwachting hoger zal zijn dan die van andere isolerende kasdeksystemen.” Volgende stap De afgelopen maanden is de nieuwe kas daad werkelijk gebouwd in Bleiswijk. Pal naast de Daglichtkas en recht tegenover de Venlow Energy kas. Aanvankelijk zou de 2SaveEnergy kas al in augustus in gebruik worden genomen voor een proef met komkommers, maar door vertraging van de materiaallevering, wordt de kas pas in oktober operationeel. In eerste instantie zal de 2SaveEnergy kas worden gebruikt voor een korte teelt om de techniek te kunnen testen, geeft Jan Willem de
Tuinen bij
Wageningen UR Glastuinbouw
Vries, teamleider facilitair bedrijf bij Wageningen UR Glastuinbouw aan. Daarna zal het kasconcept worden getest met een tomatenteelt. Het is dan de bedoeling dat enerzijds een energiebesparing wordt gerealiseerd, maar dat anderzijds de productie en de kwaliteit van de tomaten op peil blijft. “Kunnen we een gangbaar productieniveau in een onbelichte tomatenteelt realiseren met een warmtevraag die onder de 20 m³/(m² jaar) blijft, dat is de centrale vraag”, geeft De Zwart aan. “De Venlow Energy kas, waar met HR++ isolatieglas is gewerkt, komt in een gemiddeld jaar uit op zo’n 12 m³/(m² jaar) maar als we qua energiegebruik rond de 18 m³/(m² jaar) uitkomen tegen lagere investeringskosten is dit concept zogezegd de volgende stap.” Nauwgezet monitoren De voordelen van het nieuwe concept zijn volgens de initiatiefnemers een hoge lichttransmissie met een loodrechte transmissie van 96,1% en een hemisferische transmissie van 88,8% voor het dek materiaal. We verwachten door deze hoge licht transmissie en doordat het folie diffuus is, misschien wel 5% extra productie te kunnen realiseren. Een lucht-inblaasinstallatie zorgt er daarnaast voor dat we veilig met hoge luchtvochtigheden kunnen werken (Het Nieuwe Telen). En dat alles tegen een acceptabele meerprijs ten opzichte van een standaard kas, waardoor de 2SaveEnergy kas ook rendabel kan zijn. “Samen met de partners in het project gaan we nauwgezet monitoren of deze doelstellingen worden gehaald”, aldus Feije de Zwart.
Wageningen UR Glastuinbouw richt zich op innovaties in de glastuinbouwsector. Samen met bedrijfsleven, wetenschap en overheid worden vragen over bedrijfsvoering en teelt geanalyseerd en vertaald in toepassingsgericht onderzoek en innovatietrajecten. Wageningen UR Glastuinbouw heeft vestigingen in zowel Wageningen als in Bleiswijk. [71
Wageningen UR Glastuinbouw
Violierenweg 1, 2665 MV Bleiswijk Tel. + 31 (0) 317 - 485 606
[email protected] www.glastuinbouw.wur.nl
72]
Pleksgewijs en met precisie spuiten in gewas UITGELICHT AUTOMATISERING & LOGISTIEK - In het Gezonde Kas-project zijn voor de glastuinbouw nieuwe toedieningstechnieken ontwikkeld. De oorsprong van deze technieken ligt in de buitenteelt waar precisielandbouw zich snel ontwikkeld. Precisie spuittechnieken kunnen op basis van eerder opgenomen gewaskaarten of direct aangestuurd worden door sensoren die de gewastoestand waarnemen, of de aanwezigheid van onkruiden of ziekten pleksgewijs met aangepaste doseringen bespuitingen uitvoeren.
Tekst Jan van de Zande Wageningen UR Glastuinbouw
In het project Gezonde Kas zijn op basis van de beschikbare WeedIT spuittechniek (Rometron) precisie spuit-systemen ontwikkeld die alleen daar spuiten waar het gewas staat en het spuitvolume en de dosis van het gewasbeschermingsmiddel aanpassen aan de gewasstructuur. De technieken zijn ontwikkeld voor toepassing met neerwaartse bespuitingen zoals in potplanten (cyclamen) en voor zijwaartse bespuitingen
zoals in tomaat. De ontwikkelde CAS-spuit (Crop Adapted Spraying) bestaat uit een fluorescentie sensor die groene delen detecteert en een precisie spuitdophouder (Pulse Width Modulation, PWM) die snel aan/uit kan schakelen afhankelijk van het sensorsignaal en daardoor individuele planten of delen van planten kan spuiten. Door de frequentie van schakelen te veranderen, kan ook het spuit volume worden aangepast, afhankelijk van de hoeveelheid bladmassa van het gewas. De precisie van de bespuitingen is ingesteld op 10 cm door op de verticale spuitmast en horizontale spuitboom iedere 10 cm een PWM dophouder met spuitdop te plaatsen die individueel wordt aangestuurd door de fluorescentiesensor. Fluorescentiesensoren zitten op de spuitboom om de 50 cm en geven per 10 cm een groendetectie signaal aan de individuele spuitdoppen. De sensor detectie resolutie is ongeveer 2 cm, zodat individuele tomatenstengels en kleine cyclamen plantjes kunnen worden gedetecteerd. Hierdoor kunnen alleen de groene delen gespoten worden en boven de kale grond of open stukken tussen de planten wordt niet gespoten. Verdeling van de spuitvloeistof De CAS-spuit is ontwikkeld, getest en onder semipraktijkomstandigheden ingezet in cyclamen (LWK Niedersachsen, Bad Zwischenahn, Duitsland) en tomaten (LWK Nordrhein-Westfalen, Straelen, Duitsland en WUR-Glastuinbouw, Bleiswijk). In beide teelten is een vergelijking gemaakt met standaard spuit technieken. Hierbij is de verdeling van de spuit vloeistof op het gewas gemeten, alsook op grondoppervlak of de tafel onder het gewas, de glaswand en het kasdek. De verdeling van de spuitvloeistof en de potentiële emissie is vastgesteld door water met een fluorescerende stof als tankoplossing te spuiten. De depositie op de planten wordt gemeten door de plantendelen mee te nemen naar het laboratorium en de fluor escerende stof van de plantendelen af te spoelen met een vaste hoeveelheid spoelvloeistof. De concentratie fluorescerende stof in de spoel
Door gewas afhankelijk spuiten kan 30 tot 50% beschermings middel worden bespaard
Figuur 1 Spuitvolume bij verschillende plantverbanden van cyclamen van de CASspuit door gewasafhankelijk spuiten en de standaard spuitboom
vloeistof wordt met een fluoridemeter bepaald en kan worden uitgedrukt als µl/cm2 bladoppervlak of stengel. Op grond oppervlak onder het gewas of tussen de tafels, tegen de glaswand en het kasdek worden filterdoek collectoren bevestigd. Na de bespuiting worden deze collectoren verzameld en in het laboratorium wordt op vergelijkbare wijze de hoeveelheid spuitvloeistof op de collectoren bepaald. Bij de bespuitingen in de cyclamen is een vergelijking gemaakt tussen een bespuiting van een tafel met cyclamen met een rugspuit met spuitpistool, een spuitboom op 50 cm boven het gewas en met om de 50 cm spleetdoppen, en de CAS-spuit zonder en met schakelende spuit doppen (sensor actief) en twee rijsnelheden (1 m/s en 0,5 m/s). In een aparte serie metingen is het effect van plantdichtheid en grootte op het verspoten spuitvolume van de CAS-spuit bepaald. Hieruit kwam dat een besparing aan spuitvloeistof door gebruik van de CAS-spuit mogelijk was. Afhankelijk van het plantverband en groeistadium was de besparing aan spuit vloeistof en daardoor middelgebruik 20 tot 35% (zie figuur 1). Na wijder zetten van de potplanten was dat 55%. Door gebruik van de CAS-spuit was de spuitvloeistofdepositie op cyclamenblad vergelijkbare of hogere depositie als met spuit boom. Bovendien was de variatie in depositie op de planten door gebruik van de CAS-spuit lager. De depositie op de vloer tussen de bespoten tafels met cyclamen was door de CAS-spuit 80 tot 90% lager dan bij de standaard spuitboom. De depositie op kasdek was voor de verschillende spuittechnieken vergelijkbaar. De depositie op de gevel was bij de CAS-spuit 50 tot 80% lager dan bij standaard spuitboom. Ook is in aparte testen de biologische effectiviteit bepaald bij luizen in cyclamen. Hieruit bleek dat het aantal luizen in de plant door bespuitingen afnam. De afname in luizenpopulatie was bij de CAS-spuit vergelijkbaar met die bij de standaard spuittechnieken.
[73
74]
Tomaten Bij de bespuitingen in tomaten is een vergelijking gemaakt tussen een standaard spuitmast met spleetdoppen om de 50 cm en de CASspuit met iedere 10 cm spuitdoppen over 1,50 m hoogte aangestuurd door drie sensoren. De gevonden besparing aan spuitvloeistof door alleen de tomatenstengels te bespuiten is met CAS-spuit met sensor 50%. Het spuitvolume bij de CAS-spuit was door het gebruik van de sensor en de schakelende spuitdoppen slechts 250 l/ha ten opzichte van 700 l/ha bij de standaard spuitmast (zie figuur 2). Ondanks het open en dicht gaan van de spuitdoppen per stengeldeel van 10 cm hoogte komt bij de CAS-spuit toch dezelfde spuitvloeistofhoeveelheid op de tomatenstengel delen. Door de CAS-spuit met sensor is er gemiddeld een 85% lagere depositie op de substraatmat en 45% lagere depositie op de vloer in de kas dan bij verticale spuitmast. Door de CAS-spuit met sensor is er een 60% lagere depositie op de kas gevel dan bij verticale spuitmast. De depositie op kasdek was vergelijkbaar voor de verschillende spuittechnieken. Ook is in aparte testen de biologische effectiviteit bepaald bij botrytis in de tomatenstengel. Precision Spraying System De sensor van de CAS-spuit is verder ontwikkeld voor de detectie van veranderingen in de gewastoestand als gevolg van de aantasting van ziekten en plagen. De informatie van de mogelijke ziekten en plagen in de kas wordt in het Gezonde Kas systeem ingevoerd en na verificatie overgezet naar toepassingskaarten. De toepassingskaarten
Figuur 2 Spuitvolume bij bespuiting van tomatenstengel met de CAS-spuit en de standaard spuitmast
Autonome trolley met Chlorofyl Fluorescentie camera en precisie spuitmast voor detectie van botrytis in tomatenstengel en bespuiting per 10 cm stengeldeel
worden overgebracht naar de PSS-spuit (Precision Spraying System) waardoor het toedieningsapparaat automatisch door de kas beweegt en alleen daar gewas beschermingsmiddel toepast waar het nodig is. De PSSspuit is ontwikkeld en geoptimaliseerd voor hoge tomaten en potplanten. In tomaten is een PSS-spuit gecombineerd met de CF-sensor (chlorofyl fluorescentie) waardoor informatie van botrytis aantasting in de tomatenstengels direct gebruikt kan worden voor pleksgewijs spuiten van de besmette stengel plekken in een raster van 10 cm. De besparing aan middel door gebruik van de PSS-spuit is afhankelijk van de grootte en van het aantal locaties met gedetecteerde ziekten. Per bespoten locatie is de besparing overeenkomstig die van de CAS-spuit 30 tot 50%. Door gewasafhankelijk spuiten kan 30 tot 50% aan gewas beschermingsmiddel worden bespaard met vergelijkbare of hogere hoeveelheden spuit vloeistofdepositie op het gewas. De emissie naar de grond en de gevel neemt door gebruik gewas afhankelijk spuiten met 50 tot 90% af en de biologische effectiviteit is vergelijkbaar met de gangbare spuittechniek of beter, zo concluderen de onderzoekers binnen Gezonde Kas.
Laat de beste tuinbouwadviseurs een jaar lang voor u werken. Neem een abonnement voor €29,50. kasmagazine.nl
Een slimme teler kiest voor een slimme tralie De Railspant ook voor bestaande kassen!
Eenvoudig 5 tot 8 GLK punten scoren • Glas schoonmaken • Effectievere gewasbescherming • Basis voor ( oogst) mechanisatie en tussenplanten Meer informatie over de toepassingen vindt u op www.klimrek.com De Vette C.V. Europalaan 44 2641 RX Pijnacker Tel 015-3612733
Gaagweg 11a 2636 AK Schipluiden Tel 015-3808784
Toonaangevend en onafhankelijk
in advies en onderzoek DLV Plant • onafhankelijke kennisorganisatie • betrokken en ervaren • brengt kennis tot meerwaarde Toonaangevend en vernieuwend DLV Plant is toonaangevend en leidend in advies in alle gewassen in de (glas)tuinbouw, zowel in Nederland als (ver) daarbuiten. Wij initiëren en voeren praktijkgericht onderzoek uit. Ook begeleiden wij internationale Turn Key projecten. Meer informatie DLV Plant T +31 (0)317 491 578 E
[email protected]
Passie voor planten!
www.dlvplant.nl
Waar of niet waar?
Het najaar is aangebroken. Dat betekent dat de buiten temperatuur is gestegen naar gemiddeld 17 °C bij een lichtsom van 1400 Joule/cm2. Dat is 8 °C hoger dan in het voorjaar! Hierdoor zijn in deze periode de etmaal temperaturen in de kas vaak te hoog in verhouding met de hoeveelheid licht. Om deze onbalans tegen te gaan, wordt vaak ruim gelucht om zeker in de voornacht de kastemperatuur zo snel mogelijk te laten zakken.
‘Hoe eerder de kastemperatuur in warme najaarsnachten gelijk is aan buiten, hoe beter’
76]
Op het eerste gezicht lijkt dit logisch. Er zijn echter twee zaken die nader bekeken moeten worden. Ten eerste de snelheid waarmee kaslucht en buitenlucht uitgewisseld worden. Ten tweede de vochtbeheersing in de kas. De uitwisseling van kaslucht en buitenlucht wordt mede bepaald door het temperatuurverschil tussen de kas en buiten. Warme lucht stijgt op. Hoe hoger het verschil tussen de kastemperatuur en de buitentemperatuur, hoe sterker dit ‘schoorsteeneffect’ is. Met name bij lage windsnelheid is een temperatuurverschil uiterst belangrijk om kaslucht uit te wisselen met buitenlucht, en dus ook vocht af te voeren. Voor het afvoeren van vocht is bovendien een verschil nodig tussen het absoluut vochtgehalte (AV in gram/m3) in de kas en de buitenlucht. Door in de voornacht ruim te luchten, zal het AV van de kaslucht snel gelijk
worden aan het AV van de buitenlucht. Kaslucht uitwisselen met buitenlucht zal dus weinig of geen vocht meer afvoeren. Wat op het eerste gezicht heel logisch lijkt, blijkt dus toch niet optimaal te zijn. Wanneer de kastemperatuur gelijk wordt aan de buitentemperatuur heeft luchten steeds minder effect. Het schoorsteeneffect dat de uitwisseling stimuleert, wordt opgeheven. En de vochtbeheersing wordt ook sterk bemoeilijkt. Vaak moet dan worden bij gestookt om overmatig vocht alsnog kwijt te raken. Door de kastemperatuur geleidelijk te laten afnemen met beperkt luchten, wordt het beheersen van het kasklimaat bevorderd. Bovendien kan dan langer worden geprofiteerd van de energie die door de zon gratis is geleverd. De stelling is dus ONJUIST.
In de rubriek ‘Waar of niet waar’ wordt steeds een gangbare ‘vuistregel’ uit de praktijk aan de tand gevoeld door Jan O. Voogt van LetsGrow.com en Peter Geelen van Plantmonitoring.NL. Beiden zijn experts op het gebied van respectievelijk klimaatregelen en plantmonitoring en zijn intensief betrokken bij de ontwikkeling van Het Nieuwe Telen.
Uw bedrijfsprocessen automatiseren? Bespaar tot 40% met de Javo Directomatic Javo is al meer dan 40 jaar de economisch verantwoorde keuze in de tuinbouw- en boomwekerijsector. Meer doen in minder tijd: een bewuste keuze voor groei. Werken met de Directomatic levert een hoge arbeidsbesparing en verhoogt de uniformiteit van het werk. Het plantmateriaal wordt uiterst nauwkeurig gepositioneerd en de wortels worden tegelijkertijd goed onder in de pot
gebracht. Steeds meer bedrijven kiezen voor de automatisering in de kwekerij bewust voor Javo als betrouwbare toeleverancier.
Meer informatie Bezoek onze website, mail naar
[email protected] of bel +31 (0) 252 343 121. We zijn u graag van dienst.
Samen met u stellen wij uw bedrijfsprocessen vast en stemmen uw automatisering daar optimaal op af. Uw aandacht gaat naar het kweken van een kwalitatief hoogwaardig product voor uw klanten.
www.javo.eu
Eindelijk voldoende lucht onderin de mat
Exact Air wordt een nieuwe standaard bij de teelt op steenwol. Dankzij Gradient Technologie verloopt de toename van de densiteit van de steenwol ‘vloeiend’ van onder naar boven. En daarmee zijn de verticale verschillen in Watergehalte, EC, pH en O2 nog nooit zo klein geweest. Beworteling: super. Nieuw? Ja zeker, maar we bewijzen inmiddels voor het tweede opeenvolgende seizoen dat deze mat de verwachtingen meer dan waar maakt. Dit jaar al op meer dan 200 hectare.
Zeusstraat 2, 5048 CA Tilburg t + 31 (0)13 578 00 57 - e
[email protected] - i www.cultilene.com