Auteurs: Ellen Denauw en Lynn Bos Koninklijk Atheneum Zaventem April 2000
1.
Inleiding
2.
Anorexia Nervosa
3.
Boulimia Nervosa
4.
Enige indicaties voor eetstoornissen
5.
Gevolgen van Anorexia Nervosa
6.
Gevolgen van Boulimia Nervosa
7.
Oorzaken van AN/ BN
8.
Behandeling
9.
Een opname in de praktijk
10.
Slot
11.
Gebruikte documentatie en nuttige info
1. Inleiding: De eetstoornissen ANOREXIA NERVOSA (AN) en BOULIMIA NERVOSA (BN) hebben de laatste 10-15 jaren steeds meer aandacht gekregen, zowel in wetenschappelijke artikelen als in de media. Doordat men vertrouwder is geworden met de kenmerken ervan, worden deze aandoeningen momenteel vaker waargenomen dan twintig jaar geleden. Hoewel wetenschappelijk niet is vastgesteld dat het aantal gevallen van AN en BN feitelijk is toegenomen, is het wel zo dat het aantal mensen dat met AN of BN wordt opgenomen voor behandeling de laatste jaren sterk is gestegen. Bovendien lijkt het ook waarschijnlijk dat het aantal mensen met AN of BN die niet in behandeling zijn, ook vermeerderd is.
Anorexia en Boulimia Nervosa komen voornamelijk voor bij vrouwen; ongeveer 5% van de patiënten is man. Vooral meisjes in de puberteit en adolescentie, dus vlak voor het volwassen worden, hebben ermee te kampen. Bovendien blijken eetstoornissen vooral voor te komen in Westerse landen, waar grote nadruk wordt gelegd op slankheid en een goed uiterlijk, zodat algemeen aangenomen wordt dat deze slankheidcultuur een invloed geeft op het voorkomen ervan.
1,4 op 1000 vrouwen lijdt aan anorexia. Volgens de laatste onderzoeken heeft circa 1% van de meisjes tussen 16 en 19 jaar een ernstige vorm van anorexia, en ongeveer 5% een lichtere vorm. De schattingen voor boulimia zijn aanmerkelijk hoger: 4,5% van de vrouwen en 1,5% van de mannen zou hier aan lijden.
De ziektes duren gemiddeld 7,5 jaar, met een spreiding van een half jaar tot dertig jaar. De weg naar genezing is vaak lang. Ongeveer 40% van de patiënten herstelt volledig, 40% herstelt gedeeltelijk en 20% herstelt niet. Ongeveer 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziektes.
Wij gaan proberen met dit eindwerk meer duidelijkheid te scheppen over deze aandoeningen, omdat de meeste mensen niet juist weten wat deze inhouden. Bovendien trachten wij met deze map eetstoornissen te voorkomen, want vooral jongeren zijn een risicogroep en vroegtijdig ingrijpen is relevant. Ook leerkrachten spelen een belangrijke rol in preventie van eetstoornissen, aangezien zij vaak intensief en frequentatief contact hebben met leerlingen.
2. Anorexia Nervosa: De naam anorexia nervosa (verkort tot anorexia) betekent letterlijk 'gebrek aan eetlust door nerveuze oorzaken'. Deze naam is eigenlijk misleidend, omdat de patiënten die hieraan lijden geen gebrek aan eetlust hebben, maar juist doelbewust proberen hun eetlust en hongergevoel te onderdrukken. Anorexia zou eigenlijk beter 'magerzucht' of 'lijnziekte' genoemd kunnen worden, want de patiënten hebben een onweerstaanbare drang om af te vallen. Ze zijn er als het ware aan verslaafd en gaan ermee door, zelfs als zij al sterk zijn vermagerd. Alles wat te maken heeft met eten, gewicht en lichaamsomvang is een obsessie voor anorexiapatiënten. Ze tellen voortdurend calorieën en tobben over wat ze wel of niet moeten eten. Voedsel wordt slechts als 'toegestaan' beschouwd als het weinig calorieën bevat, vooral suikers en vetten zijn taboe. Vaak eten anorexiapatiënten iedere dag dezelfde dingen volgens een zichzelf opgelegd ritueel. Iedere afwijking van dit strikte regime kan paniek oproepen en wordt daarom op alle mogelijke manieren vermeden. Sommige patiënten kunnen dit regime niet voortdurend volhouden en hebben bij tijd en wijlen last van eetbuien, waarbij ze in korte tijd veel eten naar binnen werken. Na zo'n eetbui voelen ze zich erg wanhopig en willen het eten zo snel mogelijk weer kwijt. Dit doen ze soms door zelf opgewekt braken of door het gebruik van laxeermiddelen.
Bij anorexia nervosa worden twee typen onderscheiden:
a) Het restrictieve type: gedurende de episode van anorexia nervosa, vertoont de persoon geen regelmatige eetbuien of purgeergedrag (dwz zelf opgewekt braken of misbruik van laxeermiddelen of diuretica(= plasmiddelen)
b) Eetbuien-/ purgeertype: gedurende de periode van anorexia nervosa, vertoont de persoon regelmatig eetbuien of purgeergedrag
Om nog meer af te vallen dwingen anorexiapatiënten zichzelf vaak tot overmatige lichamelijke activiteit. Sommige patiënten beoefenen bijvoorbeeld twee uur per dag aerobics, joggen dagelijks 10 kilometer of doen iedere avond op hun kamer 500 buikspieroefeningen.
Hoewel de patiënten erg mager - soms zelfs extreem mager - kunnen worden, blijven zij zichzelf dik voelen. Er is dus sprake van een sterk vertekend lichaamsbeeld. Het is zelfs zo dat naarmate het gewicht lager wordt patiënten steeds banger worden om aan te komen. Een pondje erbij wordt dan als een regelrechte ramp ervaren. Hoewel anorexiapatiënten wel bij anderen opmerken dat die te mager zijn, blijven zij hun eigen toestand tegenover zichzelf en anderen vaak lang ontkennen. Ze proberen hun eetgedrag en de lichamelijke gevolgen daarvan voor anderen verborgen te houden uit angst voor druk die anders op hen uitgeoefend zal worden om aan te komen. Anorexiapatiënten kunnen daarom lang volhouden dat er niets met hen aan de hand is.
3. Boulimia Nervosa: Boulimia nervosa (verkort tot boulimia) betekent letterlijk 'eetlust als een os door nerveuze oorzaken'. Ook deze naam klopt niet helemaal, omdat er sprake is van eetbuien die worden afgewisseld met perioden van (bijzonder) matig eten. Bovendien hoeft het niet zo te zijn dat mensen met boulimia een grote eetlust hebben voordat ze een eetbui krijgen. Het gaat om het eten, niet om het stillen van honger. De drang om te eten lijkt op een verslaving. Boulimia wordt dan ook wel eetverslaving genoemd. Tijdens een eetbui worden grote hoeveelheden eten naar binnen gewerkt en hebben de patiënten het gevoel dat zij de controle over hun eetgedrag kwijt zijn. Zij kunnen niet meer stoppen met eten. Het voedsel is dikwijls calorierijk en wordt vaak zonder proeven doorgeslikt. Meestal is het voedsel dat de patiënten zich buiten de eetbuien om niet toestaan. De drang tot eetbuien is vaak zo groot dat patiënten deze gaan plannen. Zo kunnen patiënten bijvoorbeeld gedurende de dag, op hun werk, nauwelijks iets eten, om zich 's avonds wanneer ze alleen zijn over te geven aan een eetbui. Maar een eetbui kan ook ontstaan wanneer patiënten het gevoel hebben 'over de schreef' te zijn gegaan, omdat zij iets meer gegeten hebben dan zij zichzelf hadden toegestaan. De frequentie van de eetbuien varieert van persoon tot persoon. De ene patiënt(e) heeft twee eetbuien per week, de andere heeft er vele per dag. Na een eetbui proberen boulimiapatiënten het eten zo snel mogelijk weer kwijt te raken. Ook hier hebben we twee types: a) Het purgeertype: de persoon gaat regelmatig over tot zelfopgewekt braken of het misbruik van laxeermiddelen of diuretica
b) Het niet-purgeertype: de persoon gebruikt ander compensatiegedrag, zoals vasten en extreme lichaamsinspanning, maar gaat niet regelmatig over tot zelfopgewekt braken of het misbruik van laxeermiddelen of diuretica Als reactie op het hongergevoel dat door het vasten ontstaat, kunnen weer nieuwe eetbuien volgen.
Ook het feit dat patiënten weten dat zij het eten na een eetbui weer snel kwijt kunnen, vormt vaak een voorwaarde voor het optreden hiervan.
Net als anorexiapatiënten zijn boulimiapatiënten dus geobsedeerd door voedsel, gewicht en lichaamsomvang. De meeste boulimiapatiënten hebben echter een normaal gewicht, al komt het ook voor dat ze mager of dik zijn. Wat hun gewicht ook is, in hun beleving zijn ze in ieder geval te dik en ze proberen dan ook voortdurend slanker te worden of op gewicht te blijven. Boulimiapatiënten schamen zich vaak erg voor hun eetbuien en proberen deze voor de buitenwereld verborgen te houden. Vandaar dat zij ogenschijnlijk vaak normaal functioneren.
4. Enige indicaties voor eetstoornissen: Het is zeer belangrijk dat men zo snel mogelijk ingrijpt bij een eetstoornis. Daarom zijn hier de herkenningstekens van anorexia en boulimia nervosa.
Veranderingen met betrekking tot voedsel De patiënt Ø eet steeds minder Ø wil liever alleen eten Ø vindt dat steeds meer soorten voedsel niet “mogen” Ø is steeds meer bezig met “gezond eten” Ø heeft schuldgevoel als er meer gegeten wordt dan gepland was Ø eet langzaam, kauwt uitvoerig en ontwikkelt aparte eetrituelen Ø drinkt vaak grote hoeveelheden caloriearme dranken Ø verzamelt recepten, maakt graag eten voor anderen klaar, maar eet hier zelf niet van Ø ontwikkelt krampachtige houding tov eten, gewicht, lichaam
Lichamelijke veranderingen De patiënt Ø vertoont gewichtsverlies (AN) Ø heeft een schommelend gewicht (BN) Ø heeft het koud, draagt meerder lagen kleding Ø heeft last van het onregelmatig worden en wegblijven van de menstruatie Ø voelt zich erg vermoeid en heeft pijn bij zitten of liggen Ø lijdt aan obstipatie of maag-/darmstoornissen Ø vertoont verslapping en uitdroging van de huid Ø krijgt donsbeharing of haaruitval Ø lijdt aan verslechtering van het gebit Ø vertoont daling van de hartslag, trage pols en hartritmestoornissen
Sociale veranderingen De patiënt Ø zondert zich af, isolatie Ø ontloopt sociale contacten, in het bijzonder die waarbij gegeten wordt Ø traint veel, vaak met intensieve trainingsprogramma`s (met als doel het verbranden van calorieën
Ø is obsessief bezig met rituelen, vooral bij AN, waarbij bijvoorbeeld alles in een bepaalde volgorde gedaan moet worden Ø vertoont toenemend wantrouwen naar de omgeving toe
Psychische en emotionele veranderingen Ø is in gedachten voortdurend en op dwangmatige manier met eten bezig Ø wordt geplaagd door onrust en rusteloosheid Ø vertoont dwangmatig ordelijk gedrag, alles moet perfect zijn(AN) Ø is slecht geconcentreerd en is in gedachten steeds bezig met lijf, eten en gewicht, al het andere wordt minder belangrijk Ø heeft problemen met het opnamevermogen Ø ontkent meestal ziek te zijn of problemen te hebben Ø gelooft veel te bereiken door gewicht te verliezen Ø gebruikt het afslanken om andere problemen te lijf gaan Ø denkt zwart-wit Ø deelt eten in als goed of fout, als aanvaardbaar of verboden Ø is vaak humeurig waarbij het humeur op en neer gaat met het gewicht Ø lijdt op den duur aan toenemende neerslachtigheid Ø heeft gevoelens van depressiviteit en denkt vaak aan suïcide
5. Gevolgen van Anorexia Nervosa: Anorexia Nervosa is een stoornis die op de lange duur levensbedreigend is en die ernstige lichamelijke, psychische en sociale gevolgen kan hebben. Vooral bij langdurige eetstoornis kunnen deze gevolgen schadelijk zijn. Bij herstel verdwijnen evenwel de meeste klachten. Toch is er nog een 10 tot 15% dat eraan sterft. 1/3 deel hiervan sterft door suïcide en 2/3 deel door lichamelijke complicaties. Hieronder staat een overzicht van de voornaamste risico’s en gevaren.
Lichamelijk: Ø Amenorroe: dit is het uitblijven van de normale menstruatie gedurende drie maanden. Ø Hardlijvigheid: dit is ook beter bekend als obstipatie Ø Droge huid, dor en broos haar, haaruitval Ø Lanugobeharing: Dit is een zachte, donsachtige beharing die kan ontstaan in het gelaat, op de schouders en de rug, en in mindere mate op armen en benen. Ø Koude voeten en handen: het bloed stroomt niet meer tot in de vingertoppen en tenen en hierdoor kunnen de lichaamsdelen ook verkleuren. Ø Oedeem: onderhuidse vochtophoping ten gevolge van een gebrek aan albumine (eiwitstof) of door nierbeschadiging. Ø Anemie: bloedarmoede die zich kan uiten in bleekzucht, duizeligheid, moeheid en hoofdpijn. Ø Dehydratatie: uitdroging Ø Hartproblemen: trage hartslag, hartritmestoornissen en zelfs een hartstilstand kunnen veroorzaakt worden door een kaliumtekort. Ø Verminderde borstontwikkeling Ø Daling van het basaal metabolisme: -daling van de lichaamstemperatuur tot 35°C -daling van de bloeddruk -vertraging van de polsslag tot 50 slagen/min. -vertraging van de ademhaling tot 10 à 12 /min. Ø Gereduceerde toevoer van: -vitamines(vooral de in vet oplosbare vit A, D en E) -mineralen(vooral calcium, zink en ijzer) -sporen-elementen, proteïnen, vezels en vetzuren Ø Spierslapte en verlies van spiermassa
Ø Gebitsaantasting: gaten, oplossen van tandbeen en –glazuur en tandvleesontsteking Ø Slaapstoornissen: moeilijkheden bij het inslapen en doorslapen. Ø Ontkalking van het beendergestel
Een persoonlijk relaas: De hele dag door zat ik te rillen van de kou, zelfs met vele laagjes kleding kreeg ik het nog niet warmer. Naast deze helse koude, kon ik ook niet lang zitten. Telkens ik vijf seconden zat, begonnen al mijn beenderen zeer te doen. Ik verzette me, maar enkele tellen later had ik weer zeer, want nergens had ik een beetje vet dat het iets malser zou maken. Zitten ging dus niet omwille van de pijn, maar om recht te staan had ik niet genoeg energie. Ondanks dit gebrek aan energie, verplichtte ik mezelf enkele malen in de week om 5km te lopen. Tijdens deze 5km voelde ik mijn benen amper, maar toch zou ik blijven lopen. Als ik thuiskwam, moest ik me meteen zetten, want staan ging niet langer. Alle energie was uit mijn hele lichaam gezogen en ik was enorm misselijk. Bij het rechtstaan zag ik steeds zwart voor de ogen en ik moest me ergens aan vasthouden om niet te vallen. Dit was waarschijnlijk het gevolg van een lage bloeddruk en een traag hartritme. Mijn huid was enorm droog en mijn haar verminderde zienderogen. Terwijl ik mijn hoofdhaar verloor, groeide er haar op de rest van mijn lichaam. Ik had ook enorm last van verstopping, zodat een wc-bezoekje een heel pijnlijke zaak was. Hoewel ik zeer moe en uitgeput was, lukte het me niet goed om te slapen. Het inslapen duurde steeds een eeuwigheid en ‘s nachts ontwaakte ik zeer vaak. Door dit tekort aan nachtrust leed ik overdag aan zware hoofdpijnen en was het dus ook zeer moeilijk om me te concentreren.
Sociaal en psychisch: Ø Ze trekken geen grenzen, gaan kritiek uit de weg(ze mogen geen fouten maken), ze kennen hun rechten en hun waarde niet. Ø Ontlopen sociale contacten, in het bijzonder die waarbij gegeten wordt. Ø Perfectionisme: men wil alles zo perfect mogelijk doen Ø Labiele stemming: een zeer wisselvallig humeur. Ze kennen depressieve perioden waarbij langdurige, oncontroleerbare huilbuien voorkomen en suïcide gedachten zijn geen zeldzaamheid. Ø Hyper-activiteit: ondanks een tekort aan voedsel, gaan ze overdreven bewegen of extra veel studeren. Ø Wantrouwt de omgeving Ø Isolatie: men zondert zich af. Ø Laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen: ze willen alles perfect doen, maar slagen hier nooit in, omdat ze zulke hoge eisen aan zichzelf stellen. Vanuit hun onzekerheid maken ze hun gevoel van eigenwaarde na verloop van tijd uitsluitend afhankelijk van hun gewicht.
Ø Liegen en de omgeving misleiden: ze verzinnen de beste leugens om niet te moeten eten. Ze komen niet gemakkelijk uit voor wat ze echt doen, denken en voelen. Ø Gestoord lichaamsbeeld: ervaren zichzelf niet zoals ze werkelijk zijn. Zelfs wanneer ze uitgemergeld zijn, denken ze dat ze dik zijn. Ze hebben echter een juist lichaamsbeeld wat andere mensen betreft.
Een persoonlijk relaas: Op sociaal vlak heb ik ook een hele verandering ondergaan. Eerst was ik een zeer uitgelaten en luidruchtig meisje, maar dit veranderde in een bang en onzeker meisje. Ik voelde me steeds slechter in gezelschap van anderen, want ik vond mezelf niets waard. Telkens wanneer ik iets zei, dacht ik al in mezelf:’ wat voor onzin kraam je nu weer uit; nu vinden ze je zeker een stom wicht.’ Ik zei dus steeds minder om te voorkomen dat ik weer een flater zou begaan. Opdat de mensen niet zouden merken hoe stom ik wel was, probeerde ik dit te compenseren door zeer lief voor iedereen te zijn. Hiervoor knapte ik zeer veel karweitjes op en zorgde ervoor dat men zeker niets tekort zou komen. Door ook zo goed mogelijk te presteren op school, wou ik ervoor zorgen dat de mensen toch nog een beetje goeds over me konden denken. Ik deed misschien wel al deze moeite, maar zelf vond ik het toch nooit goed. Ik deed het altijd wel verkeerd. Hierdoor vond ik mezelf minder dan de rest en dus durfde ik mijn gedacht niet meer zeggen. Ik was altijd akkoord met wat de anderen zeiden en zo gebeurde het dus vaak dat ik dingen tegen mijn zin moest doen. Het contact met anderen ervaarde ik steeds als negatief, want ik zou weeral dingen tegen mijn zin moeten doen, dus zonderde ik me meer af van de rest. Van mijn broer en zussen kreeg ik vaak te horen dat ik altijd boos en nors was. Ze zeiden dat ik enorm veranderd was. Soms zeiden ze zelfs dat ik een echte ‘bitch’ geworden was. Dit had dus ook geen positieve inbreng op mijn zelfbeeld. Ik vulde andermans gedachten over mij ook altijd als negatief in (vb: die persoon denkt nu in zichzelf wat voor een saai persoon ik wel niet ben.). Naast het negatief invullen van andermans gedachten, zag ik andere mensen ook altijd met mij lachen. Als er iemand in mijn omgeving lachte, dacht ik direct dat het over mij ging (ze lachten waarschijnlijk omdat ik er zo stom uitzag). Als iemand me een opmerking gaf, dan vatte ik dat zeer persoonlijk op en dacht dat die persoon me niet graag had. Ik dacht ook meteen dat ik helemaal niets waard was. Wanner men ergens ruzie maakte, voelde ik altijd enorm mee met degene die gekwetst werd en probeerde die dus te troosten. Ook probeerde ik ruzies te voorkomen. Als er dan toch ruzie was, vond ik altijd dat het mijn schuld was. Ik had iets beter moeten doen en dan zou er geen ruzie geweest zijn. Ik maakte mijzelf tot zondebok van alles en iedereen en dus zonderde ik me hoe langer hoe meer af.
6. Gevolgen van Boulimia Nervosa: BN is net zo riskant voor de gezondheid als AN. Bijna tweederde van degenen die overlijden aan de gevolgen van BN, overlijden aan de complicaties ervan in verband met kaliumgebrek. Pogingen tot zelfmoord komen zowel voor bij mensen met AN als BN, maar verhoudingsgewijs veel vaker bij mensen met BN. Een reden daarvoor is dat mensen met BN vaak het gevoel hebben geen controle meer over hun eetgedrag en hun leven te hebben. Ook kunnen in deze groep vaak extra moeilijkheden ontstaan als gevolg van geldgebrek. Men moet soms gaan stelen en gaat daardoor het leven als zinloos en hopeloos ervaren. 2 % tot 10% van de mensen met AN en BN overlijdt daaraan, naar schatting 1/3 deel door suïcide en 2/3 deel door lichamelijke complicaties.
Lichamelijk Ø Gewichtsschommelingen als gevolg van afwisselend vreten en vasten, er bestaan ook andere patiënten wiens gewicht heel stabiel blijft. Ø Tekort aan vitaminen door onregelmatig eten en het verkiezen van vooral voedsel dat rijk is aan koolhydraten, maar niet zozeer aan vitaminen of vezelstoffen. Ø Nier-, lever-, en darmstoornissen als gevolg van een misbruik van laxeermiddelen. Ø Maaguitrekking : bij vreetbuien komen enorme hoeveelheden voedsel in de slokdarm en daarna in de maag terecht. De maag kan deze hoeveelheden niet meteen verwerken en het verteringsproces is dan ook soms pijnlijk. Het kan gebeuren dat de maag uitrekt. Ø Stoornis van menstruele stoornis en kans op zwangerschap neemt af. Ø Anemie, die zich uit in bleekzucht, duizeligheid, moeheid en hoofdpijn. Ø Een kaliumtekort ten gevolge van het vele braken of het overdreven gebruik van laxantia. Dit kan leiden tot hartritmestoornissen en soms tot hartstilstand. Ø Dehydratatie Ø Sufheid Ø Nausea (misselijkheid) en hoofdpijn Ø Ontkalking van het beendergestel Ø Tandafwijkingen (vooral aantasting van het tandglazuur) Ø Opzwelling van de speekselklieren Ø Duizelig worden, flauwvallen door lage bloedsuikerspiegel Ø Verstoring van het honger- en verzadigingsmechanisme. De patiënten weten niet meer wanneer zij honger hebben of wanneer zij vol zitten.
Ø Door het gebruik van laxeer- en vochtafdrijvende middelen raakt de vochthuishouding verstoord. Het gevolg hiervan kan een lage bloeddruk zijn met klachten als duizeligheid, zwakte, een licht gevoel in het hoofd en flauwvallen. Ø Patiënten kunnen verslaafd raken aan de laxeermiddelen.
De meeste lichamelijke symptomen kunnen zich herstellen als de eetstoornis verdwijnt. Dit kan echter wel enige tijd duren.
Sociaal en psychisch Ø Hoge eisen aan zichzelf Ø Zij beschouwen het feit dat zij hun eetgedrag niet in de hand kunnen houden als gebrek aan wilskracht en zelfbeheersing. Hierdoor voelen ze zich schuldig en krijgen ze vaak een hekel aan zichzelf. Als ze er daarnaast ook nog niet in slagen het, in hun ogen, ideale lichaamsgewicht te handhaven, kan dit uitlopen op een enorme walging van zichzelf. Ø Velen lijden jarenlang een soort 'dubbelleven', waarbij zelfs een levenspartner, ouders of een beste vriendin niet op de hoogte zijn van hun problematiek, omdat ze zich zo schamen voor hun eetbuien. Het braken en het gebruik van laxeermiddelen houden zij uiteraard ook geheim. De eetbuien fungeren dan als uitlaatklep om ogenschijnlijk probleemloos te blijven functioneren. Ø Ze zijn erg eenzaam in de worsteling met hun ziekte. Ze zoeken pas hulp als de wanhoop te groot is om mee verder te leven. Als ze er uiteindelijk toe zijn gekomen hun probleem aan anderen te vertellen, voelen ze zich nog vaak alleen. Het is moeilijk om aan buitenstaanders duidelijk te maken wat het betekent om met zo'n dwang te moeten leven. Ø Boulimiapatiënten zijn in gedachten veelvuldig bezig met eten en ze piekeren vaak over hun uiterlijk en gewicht. Hierdoor kunnen ze zich moeilijk op andere dingen concentreren, zoals studie en het onderhouden van relaties. Ø Het maken van afspraken is moeilijk, want ze weten vaak niet van tevoren wanneer een eetbui toeslaat. Als ze laxeermiddelen gebruiken, kunnen ze last hebben van enorme darmkrampen, waardoor ze vaak weer afspraken moeten afzeggen. Mensen met boulimia komen daarom op den duur vaak in een sociaal isolement terecht. Ø Het vele eten en de laxeermiddelen kosten veel geld. Boulimiapatiënten komen daarom niet zelden in financiële problemen. Dit versterkt hun isolement, want hierdoor wordt het ook weer moeilijker om iets met anderen te ondernemen. Uitgaan kost immers ook weer geld. Als de financiële zorgen groot worden, komt het ook voor dat de patiënten voedsel gaan stelen uit de winkel. Hier voelen ze zich dan weer erg schuldig over.
7. Oorzaken van Anorexia Nervosa en Bulemia Nervosa: De vraag wat de oorzaken van AN en BN zijn, houdt wetenschappers al meer dan een eeuw bezig. Toch kan tot op heden maar één zinvol antwoord gegeven worden op deze vraag: de wetenschap weet het niet. In de zoektocht naar mogelijke oorzaken zijn anderzijds een ontelbaar aantal verklaringsmodellen naar voren gebracht. Hoewel deze ziekten zeer complex zijn, zijn onderzoekers en therapeuten het er wel over eens geworden dat AN en BN het best bestempeld worden als een ‘biopsychosociaal probleem’. Een probleem dat vanuit drie verschillende invalshoeken bekeken en geëvalueerd dient te worden: de biologie, de psychologie en de sociale realiteit waarin we leven. Het gaat trouwens nooit om één oorzaak, maar wel om een samenspel van factoren. Hierbij kunnen we dan weer eens een onderscheid maken in uitlokkende - en onderhoudende factoren. Hieronder beschrijven wij even kort enkele van de mogelijke oorzaken.
Uitlokkende factoren: Biologische verklaring: Ø Erfelijke aanleg: men vermoed dat meisjes meer kans hebben om AN of BN aan te leggen, wanneer deze ziekten voorkomen bij andere familieleden.
Psychologische verklaring: Ø De angst dik en vet te zijn: meisjes diëten vanuit de angst om ‘te veel te wegen of te dik te zijn’. Ø De angst het kind-zijn op te geven en vrouw te worden: sommige meisjes krijgen schrik wanneer ze hun eigen persoonlijk moeten ontwikkelen en proberen door hun vermagering de confrontatie met ‘volwassenheid’ uit de weg te gaan. Ø Verkeerd zelfbeeld: dit kunnen ze zelf ontwikkeld hebben of dit komt voort uit opmerkingen uit het verleden. Ø Belastende levenservaringen: -verwaarlozing: bijvoorbeeld door vaak alleen gelaten te zijn in de jeugd of door te weinig affectie -emotioneel misbruik: vaak vernederd of bespot worden, uitgelachen en/of geplaagd worden op school, … -familiaal belastende situatie: een ziek gezinslid, financiële problemen, alcoholverslaving van een ouder, …
-lichamelijke mishandeling -hinderlijke seksuele toenadering in gezin of erbuiten -seksueel misbruik Ø Gezinsfactoren: -gespannen sfeer, met voortdurend geuite kritiek -een opvoeding die de nadruk legt op presteren en succes -tegenstrijdige boodschappen(wordt volwassen en blijf afhankelijk) -…
Sociaal-culturele verklaringen: Ø Welvaartsziekte: hier zijn de boosdoeners vooral de gevaarlijk slanke fotomodellen en filmsterren, die als ideaalbeeld naar voren worden geschoven. Vooral in hogere sociale klassen bestaat er de grote sociale druk om slank te zijn. Ø Feministische opvattingen: vrouwen zouden meer succes boeken wanneer ze slank zijn. ‘Dik zijn’ is haast synoniem met dom, passief en mislukken. Ø Complexe realiteit: de realiteit is te complex en veelvormig.
Onderhoudende factoren: Ø AN en BN verslaving: door het dieet en de uithongering komen bepaalde stoffen in het lichaam vrij die een prettig gevoel geven. Men noemt deze stoffen endorfines. Het gaat hier om een lichamelijke verslaving. Ø Verstoord denkpatroon en verkeerde lichaamsbeleving: ze zijn niet meer in staat om op een nuchtere manier naar zichzelf te kijken en hierdoor is het heel moeilijk om uit die vicieuze cirkel te komen. Ø Lichamelijke factoren: door het eten van kleine porties gaat de maag verkleinen en wanneer ze dan meer gaan eten, voelen ze zich snel misselijk. Ø Gezinsfactoren: wanneer de spanningen in het gezin onopgelost blijven.
Een persoonlijk relaas: Thuis zijn wij met drie meisjes en natuurlijk werd er onder elkaar vaak vergeleken. Ik was de kleinste van ons drieën, maar toch woog ik steeds het meeste. Hier was ik natuurlijk niet gelukkig mee. De jongens hadden ook meestal helemaal geen oog voor mij. Als we ergens heen gingen, keken de jongens altijd naar mijn zussen, maar ik werd nooit opgemerkt. Mijn zussen werden ook vaak benaderd door het mannelijke geslacht en toen zat ik er steeds voor spek en bonen bij. Hierdoor voelde ik me steeds minderwaardig want ik wou ook wel eens opgemerkt worden. Ik vroeg me vaak af hoe dat kwam en dacht dus natuurlijk dat het aan mijn uiterlijk lag. Ik was helemaal niet dik, ik had geen overgewicht of niks, maar ik was wel struis gebouwd. Van jongs af aan was ik al breedgeschouderd en daardoor kon ik er dus niet slank uitzien. Wanneer ik dan kleren van mijn zussen aandeed, gebeurde het zeer vaak dat ik er niet inpaste en dat maakte me zeer ongelukkig. Hier kwam nog eens bij dat mijn grootmoeder me altijd verweet dat ik dikke billen had. Telkens ze op bezoek kwam, zei ze dat ik weeral verdikt was en dat ik moest opletten, want ik zou nog zo’n billen krijgen als een nicht van mij die een beetje mollig is en dus dikke billen heeft. Zo wou ik er natuurlijk niet uitzien, want dan zou ik nog minder opgemerkt worden. Deze opmerkingen stoorden me enorm, ook al klopten ze niet (mijn grootmoeder zei soms dat ik verdikt was, terwijl ik goed genoeg wist dat ik was afgevallen). Wanneer we met school op medisch onderzoek gingen, voelde ik me ook niet goed. Ze zeiden wel dat ik met mijn gewicht goed zat, in vergelijking met mijn leeftijd en lengte, maar t.o.v. mijn klasgenoten was ik toch steeds ‘dikker’. Ook hier woog ik meer dan sommigen die groter waren dan ik. Toen mijn oudste zus op dieet ging, was het voor mij dus ook logisch dat ik op dieet ging. Ik was tenslotte dikker dan zij en wanneer zij al op dieet ging, dan was dat voor mij ook nodig ( zij was helemaal niet te dik en moest niet op dieet, maar wou zelf enkele kilootjes afvallen). Ik ging dus samen met mijn zus op dieet. We deden samen aan sport en aten beiden minder. In het begin was dit niet zo erg, maar het vorderde wel in de verkeerde richting. Ik was ook extremer aan het diëten dan zij. Ik at veel minder en deed veel meer aan sport. Mijn zus waarschuwde me dikwijls dat ik meer moest eten, want mijn moeder zou anders ongerust worden. Ik kon echter niet meer terug en mijn moeder merkte mijn slechte eetgewoonten op. Doordat ze die van mij opmerkte, had ze die van mijn zus ook opgemerkt. Ze zei ons dus dat we moesten bijkomen. Eerst was mijn zus heel boos, maar ze slaagde erin haar lichte ondergewicht te herstellen. Voor mij was het echter te laat en dus ging het enkel bergaf. Naast deze uiterlijke factoren waren er ook enkele innerlijke factoren die een belangrijke rol gespeeld hebben in de vorming van mijn eetprobleem. Ik was van kleins af aan al heel onzeker en zeer beïnvloedbaar. Ik heb me nooit erg goed gevoeld in mijn vel
en zag mezelf steeds als een buitenbeentje. Ik vroeg mezelf steeds af of ik wel juist handelde en of men mij wel leuk vond. Ik stelde hoge eisen aan mezelf en was dus zeer ongelukkig wanneer ik deze niet bereikte. Ik wou graag in alles uitblinken, omdat ik dacht dat ik dan meer geliefd zou zijn. Wanneer ik ergens dus niet de beste in was geweest, zag ik dit dus als iets dat me een slecht imago zou bezorgen, en dat de mensen me nu minder graag zouden mogen. Ook was ik zeer gevoelig voor kritiek. Wanneer iemand me op een van mijn fouten wees, zag ik dat als een enorm falen. Wanneer er ergens iets misliep, dacht ik ook steeds dat het mijn fout was. Om het een beetje korter uit te drukken: ik tobde over van alles en nog wat en daardoor voelde ik me helemaal niet goed in mijn vel. Onder vrienden was ik heel onzeker en de minste mislukking trok ik me erg aan. Dit waren enkele van de oorzaken die geleid hebben tot mijn Anorexia Nervosa. Ik heb ze niet allemaal opgeschreven omdat ik dan veel te lang bezig zou zijn en omdat bepaalde dingen ook wel een beetje te persoonlijk zijn.
8. Behandeling: Men kan een eetstoornis best zo snel mogelijk behandelen, want dan heeft de behandeling het meeste kans op slagen. Belangrijk is dat de patiënte zelf inziet dat ze een probleem heeft. Alhoewel het dikwijls geen gemakkelijk opgave is, kan men van AN en BN genezen. Daarbij is het echter essentieel dat de patiënte zelf kiest voor deze genezing. Is dit niet het geval, dan wordt elke aanpak maar een pleister op de wonde en zit recidiveren (hervallen) er overdik in. Sommigen werken er zich zelfstandig bovenop, anderen hebben hulp nodig. Gelukkig bestaan er verschillende vormen van hulpverlening: •
niet-professionele (V.A.N.=vereniging Anorexia Nervosa)
•
professionele
Onder professionele hulpverlening zijn er ook nog twee mogelijkheden. Ofwel probeert men er met ambulante therapie terug bovenop te komen, ofwel kiest men voor een opname. Hieronder zal ik proberen om deze twee vormen van professionele hulp een beetje uit te leggen.
Ambulante therapie: Onder ambulante therapie verstaat men dat de patiënte éénmaal per week (of misschien één maal in de twee weken) naar een therapeut gaat. Dit kunnen psychologen, psychiaters of psychotherapeuten zijn. Hier probeert men de oorzaken te achterhalen en zo een oplossing te zoeken. Men probeert er ook het eetpatroon te herstellen. Lukt het niet om de problemen ambulant op te lossen, dan is men genoodzaakt een opname te overwegen.
Opname: Een opname houdt in dat men ergens een periode (lang of kort hangt van de patiënt en zijn omgeving af) in behandeling gaat. Deze opname kan op verschillende plaatsen. Zo kan men kiezen tussen een ziekenhuis of een psychiatrische instelling. In een ziekenhuis kan men wel aan gewichtsherstel doen, maar hier wordt meestal niet aan de achterliggende problemen gewerkt. De meest bekende en gespecialiseerde instellingen in eetproblemen zijn Kortenberg en Tienen. Ik zal de werkwijze van Tienen op een zo duidelijk mogelijke manier proberen uit te leggen.
9. Een opname in de praktijk: Hieronder volgt een beschrijving van hoe een opname bij de Broeders Alexianen in Tienen verloopt.
Wanneer je in Tienen aankomt, is dit voor een behandeling van 3 tot 6 maanden. Hier probeert men het eetpatroon te herstellen en aan de achterliggende problemen te werken. Wanneer deze behandeling erop zit, moet je waarschijnlijk nog een tijdje ambulante therapie volgen. Deze therapie is er om de patiënten nog te volgen na hun behandeling. Zo worden ze niet zomaar ineens aan hun lot overgelaten en sommige patiënten moeten nog meerdere problemen verwerken.
Gewichtsherstel Bij aankomst wordt er een streefgewicht bepaald. Dit is een ‘normaal gezond’ gewicht. Men bepaald dit gewicht aan de hand van je leeftijd, lengte en geslacht. Het is de bedoeling dat dit gewicht in de loop van de behandeling bereikt wordt. Wanneer je naar groep2 gaat (uitleg over de groepen komt later nog), wordt er een lijn getrokken die een stijging vormt van 750gram per week. Er wordt verwacht dat je boven deze lijn blijft. Wanneer dit niet het geval is, dan krijg je een week-reserve. Deze week-reserve houdt in dat je versterkte pakketten moet eten en 3 maal per dag nutri’s (calorie-rijke drankjes) moet drinken. In deze week mag je ook niet sporten of het ziekenhuis verlaten (je mag zelfs niet naar huis voor het weekend). Natuurlijk mag je niet zomaar eten wat je wil. Er wordt gewerkt met voedselpakketten die je moet opeten. In het begin start je met een gewoon pakket (2000 calorieën) en wanneer je niet meer bijkomt (of in geval van reserve week) schakel je over op een versterkt pakket (2400 calorieën).
Herstel van het eetpatroon Eerst ben je verplicht om de voedselpakketten, die op voorhand voor je worden gemaakt, op te eten. Wanneer je hier niet meer zoveel moeilijkheden mee hebt, kan je voorbeeldpakketten aanvragen. Dit houdt in dat je wel zelf mag opscheppen maar je moet dezelfde hoeveelheid (en hetzelfde voedsel) nemen als er op het voorbeeld-bord ligt. Er staat altijd iemand van de begeleiding bij om te zien dat je wel genoeg (of in sommige gevallen niet te veel) neemt. Als je dit goed doet, mag je van de pakketten af. Dan beslis je volledig zelf wat en hoeveel je eet.
Groepen: Ø Groep1: In groep1 heb je nog niet zoveel therapie; dit is vooral een kennismakingsgroep. Je moet er ook nog niet je pakketten opeten. Tijdens de weekends mag je wel nog niet naar huis gaan en de eerste week moet je in de instelling blijven. Meestal blijf je ongeveer 10 dagen in groep1. De tweede week dat je in groep1 zit, kan je kijktherapie doen in de groep waar je waarschijnlijk terecht zal komen. Dit houdt in dat je enkele therapieën mee mag volgen om te zien of je wel zal thuishoren in die groep. Ø Groep2: Je hebt de hele dag door verschillende therapieën. Hier wordt vooral gewerkt rond het eten en de lichaamsbeleving. Wanneer je al een beetje soepeler kan omgaan met het eten, mag je naar groep3. Ø Groep3: Je hebt nog steeds de hele dag door therapie, maar de therapieën zijn nu meer gericht op de achterliggende problemen. Wanneer de 6 maanden (maximum, dit kan ook al vroeger) om zijn, word je hieruit ontslagen.
De verschillende therapieën: Ø Psycho: Hier zit je met de hele groep en één psychotherapeute samen om over je problemen te praten. Om beurten kan er dan iemand iets aan bod brengen, waar zij het moeilijk mee heeft. De groep en de therapeut proberen dan te helpen om je probleem op te lossen. Ø Ergo: Dit is een therapie waarin je je problemen aan de hand van tekeningen of schilderwerkjes probeert weer te geven. Over deze werken wordt achteraf ook gesproken. Ø Lichaamsbeleving: * spiegeloefeningen: hier gaat heel de groep samen in zijn ondergoed voor de spiegel staan en vertelt men hoe men zijn lichaam ziet en hoe men zich erbij voelt. * dans: men danst er op zijn manier op het ritme van de muziek en doet dit op de manier waarop men zich voelt. * relaxatie: men doet met zijn allen relaxatie-oefeningen en probeert zich te ontspannen. Ø Werkvergadering: Voor elk weekend vertelt men uitgebreid wat men dat weekend gaat doen en waar
men eventueel moeilijkheden verwacht. De groep kan dan raad geven over hoe men deze problemen kan aanpakken. Na elk weekend vertelt men wat men van het weekend gedaan heeft en wat er moeilijk verlopen is. De groep kan dan opnieuw raad geven over hoe men die moeilijkheden in het vervolg kan aanpakken. Ø Afdelingsvergadering: Alle groepen komen samen en men bespreekt er de moeilijkheden die zich tussen de groepen afspelen en de technische mankementjes. Ø Eetkritiek: Hierin vertelt iedereen om beurt hoe hij het eten ervaart en waar men het moeilijk mee heeft. De groep kan hier ook kritiek uiten naar de persoon toe over haar eetgedrag. De kritiek is niet slecht bedoeld, maar is alleen om de persoon te helpen. Ø Evaluatie’s: Om de vier weken word je geëvalueerd. Hierin wordt je vooruitgang op drie verschillende gebieden bekeken en besproken. Deze gebieden zijn: -symptomen -zelfbeleving -interacties Ø Assertiviteit: Hier wordt gewerkt rond het leren assertief zijn. Soms gaat men dan de stad in en krijgt men opdrachten die tot doel hebben dat men assertiever wordt. Ø Vrouwengroep: Dit is een psycho die gewijd is aan het thema: ‘vrouwelijkheid en seksualiteit’. Hierin kan men zijn problemen in verband met het vrouw zijn en seksualiteit bespreken.
10. Slot:
AN en BN zijn zeer gecompliceerde ziekten, dus kan men ze beter voorkomen dan ze te moeten genezen. De ziekte blijft altijd latent aanwezig, vooral in moeilijke perioden is het opletten dat je niet teruggrijpt naar het eetprobleem. Voor velen is het eten een soort vlucht. Het is veel gemakkelijker om met het eten bezig te zijn, dan zich te moeten verdiepen in de werkelijke problemen. De therapieën zijn daarom ook bestemd om de patiënten te leren om op een andere manier met hun problemen om te gaan. Het moeilijke is echter dat elk geval verschillend is. Doordat elk geval zo verschillend is, bestaat er geen juiste manier van behandelen. Wat bij de ene patiënt een gunstige invloed heeft, kan bij de andere patiënt een negatieve invloed hebben en omgekeerd. Het is dus zeer moeilijk om te weten welke behandeling bij welke patiënt het beste past. Dit kom je ook alleen maar te weten door het geprobeerd te hebben. Het spijtige van deze zaak is echter dat sommige patiënten een tijdje van hun leven ‘vergooien’, doordat ze eerst voor de verkeerde behandeling hebben gekozen. Een terugval is ook niet uitgesloten. Deze kunnen voorkomen wanneer de patiënten niet zelf voor de behandeling hadden gekozen, of wanneer de problemen niet voldoende waren opgelost ( eventueel ook te wijten aan de vorming van nieuwe problemen). Wij hopen dat deze verhandeling een beetje duidelijkheid heeft kunnen scheppen in de waas die rond eetproblemen hangt, en dat u er ook iets van heeft bijgeleerd.
11. Gebruikte documentatie en nuttige info: Gebruikte documentatie: Lectuur: •
Auteur: Titel:
•
Auteur: Vereniging Anorexia Nervosa Titel: Informatiebrochure - Anorexia Nervosa, Bulemia Nervosa Uitgever: Vereniging Anorexia Nervosa, 1994
•
Auteurs: Runi Borresen Gresko en Anna Kalrsen vertaald door Ite van Til Titel: Jeugd en eetstoornissen Uitgever: Stichting vrienden van de anorexia nervosa stichting ISBN 90-900-8686-2
dr. Johan Vanderlinden Anorexia nervosa overwinnen Een gids voor patiënt, gezin en hulpverlener Uitgever: Lannoo, 2000 ISBN 90-209-3980-7
Websites: • • •
http://welcome.to/an-bn http://www.sabn.nl http://www.anorexia-nervosa.com
Nuttige info: •
Vereniging Anorexia Nervosa F. Schoevaerssttraa t 24 1910 Kampenhout E-mail:
[email protected] Website: www.anbn.be
•
Psychiatrische kliniek ‘Broeders Alexianen’ afdeling ‘Ter Berken’ Liefdestraat 10 3300 Tienen Tel. 016.807.630
•
UC. Sint-Jozefkliniek dienst eetstoornissen Leuvenststeenweg 517 3070 Kortenberg Tel. 02.65.73.41