Auteur Bureau voor Belgische Zaken
Onderwerp Sociale verzekeringen voor werknemers die in België wonen en in Nederland werken
Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M& D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud. © M&D Seminars - juni 2003
M&D CONSULT BVBA HUBERT-FRERE-ORBANLAAN 47 – 9000 GENT TEL 09/224 31 46 – FAX 09/225 32 17 – E-mail:
[email protected] – www.mdseminars.be
VOOR WIE IS DEZE FOLDER BESTEMD Deze folder is bestemd voor iedereen die in België woont, in Nederland in loondienst werkt en vragen heeft over de sociale zekerheid. U vindt hier een korte beschrijving van de sociale verzekeringen en regelingen waarmee u te maken krijgt, uw rechten en plichten en een aantal praktische tips. In deze situatie bent u sociaal verzekerd in Nederland en moeten alle sociale verzekeringspremies in Nederland worden betaald. Voor de bijbehorende premiepercentages en uitkeringsbedragen verwijzen wij u naar de bijlage.
KINDERBIJSLAG Omdat u in Nederland werkt, heeft u voor uw kinderen tot 18 jaar recht op Nederlandse kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De AKW wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). U kunt de kinderbijslag aanvragen bij het regiokantoor van de SVB waar uw Nederlandse werkgever onder valt. Werkt uw partner in België, dan bestaat er ook recht op Belgische kinderbijslag. Het voorrangsrecht wordt als volgt bepaald: - het recht op kinderbijslag in het werkland van de ouder gaat voor op het recht op kinderbijslag in het woonland van het kind, - als één van de ouders ook in het woonland van het kind werkt, of daar een uitkering ontvangt die met werken is gelijkgesteld (zoals een werkloosheids- of een ziektewet-uitkering), dan gaat dit recht voor. Dit voorrangsrecht sluit niet uit dat het andere land nog een aanvulling betaalt, indien daar de kinderbijslag hoger is. Dit gebeurt in situaties waarin in beide landen wordt gewerkt. Omdat de Belgische kinderbijslag meestal hoger is dan de Nederlandse kinderbijslag komt het niet veel voor dat er aanvullende Nederlandse kinderbijslag betaald moet worden. Vanaf de leeftijd van 18 jaar kan er voor de kinderen recht zijn op studiefinanciering op grond van de Nederlandse Wet Studiefinanciering (WSF); Belgische kinderbijslag kan daarnaast volledig worden doorbetaald.
ZIEKTEKOSTEN Het recht op vergoedingen wordt in Nederland geregeld door de Ziekenfondswet (ZFW) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De ZFW geeft recht op de meest reguliere gezondheidsvoorzieningen en via de AWBZ worden een aantal belangrijke kosten vergoed zoals b.v.: - het verblijf in een ziekenhuis of revalidatieinstelling vanaf de 366e dag; - het verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis en/of psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis of het verblijf in een instelling bestemd voor de behandeling en verpleging van verstandelijk gehandicapten; - een aantal kunst- en hulpmiddelen. Op grond van uw werkzaamheden in Nederland bent u verplicht verzekerd voor de AWBZ. De hoogte van uw inkomen bepaalt of u ook verplicht ziekenfondsverzekerd bent. Er zijn twee mogelijkheden. Uw inkomen is lager of gelijk aan de ziekenfondsgrens Dan bent u verplicht verzekerd voor de ZFW en moet u zich in Nederland bij een ziekenfonds inschrijven. Naast de premie die op uw loon wordt ingehouden, moet u aan het ziekenfonds de nominale premie betalen. Met het formulier E-106 dat u van het Nederlandse ziekenfonds krijgt, schrijft u zich vervolgens bij uw Belgische ziekenfonds in ten laste van de Nederlandse ziekenfondsverzekering. Het Belgische ziekenfonds beslist vervolgens over de medeverzekering van de gezinsleden.
Als ziekenfondsverzekerde kunt u aanspraak maken op medische hulp in zowel Nederland als België. Gaat u in Nederland naar een arts, dan worden deze kosten volgens het Nederlandse stelsel vergoed en gaat u in België naar een arts, dan worden de kosten volgens het Belgische stelsel vergoed. De gezinsleden mogen zonder toestemming vooraf in principe alleen in het woonland gebruik maken van de voorzieningen. Een uitzondering zijn de verstrekkingen die in België niet volledig betaald worden en die in Nederland onder de AWBZ-verzekering vallen. Deze kosten kunt u wel bij het Nederlandse ziekenfonds declareren. Dit geldt zowel voor uzelf als voor uw meeverzekerde gezinsleden. Uw inkomen is hoger dan de ziekenfondsgrens Dan zult u zich bij een particuliere instantie tegen ziektekosten moeten verzekeren. Dit kan bij verschillende particuliere verzekeraars in Nederland (en een paar in België). Bij de Nederlandse verzekeraars kunt u kiezen voor een maatschappijpolis met een buitenlanddekking of voor een verzekering volgens de standaardpakketpolis. Beide polissen bieden u dekking van kosten in Nederland en België. U bent eveneens verzekerd voor de AWBZ. Uw gezinsleden kunt u voor de medische kosten meeverzekeren bij de particuliere verzekeraar. Zij zijn echter nooit verzekerd voor de AWBZ. Als alternatief kunnen zij overwegen zich te verzekeren bij een Belgisch ziekenfonds als “verblijvende/ ingezetene” van België. Zij worden dan verzekerd voor het Belgische pakket van voorzieningen en verstrekkingen. Het is aan te raden om via het Belgische ziekenfonds eveneens een aanvullende hospitalisatieverzekering af te sluiten omdat deze gedeeltelijk tegemoetkomt aan het eigen risico bij opname in een ziekenhuis. ARBEIDSONGESCHIKTHEID Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid is het recht op doorbetaling van het loon in Nederland geregeld via de Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsplicht Bij Ziekte (WULBZ) en de Ziektewet (ZW). De Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsplicht Bij Ziekte (WULBZ) De WULBZ verplicht de werkgever om bij ziekte over maximaal 52 weken 70% van het (gemaximeerde) brutoloon door te betalen. Deze loondoorbetalingsverplichting geldt als er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Let op: er is een wetsvoorstel ingediend dat een verlenging voorziet van de loondoorbetalingsverplichting met nog eens 52 weken. Voor actuele informatie over deze veranderingen kunt u contact met ons opnemen. In veel bedrijfstakken is geregeld dat 100% van het nettoloon wordt doorbetaald. Afhankelijk van de CAO en arbeidsovereenkomst heeft de werkgever de mogelijkheid om wachtdagen toe te passen. Zo kan het b.v. dat over de eerste twee dagen van ziekte geen loon wordt betaald. De Ziektewet (ZW) De ZW geeft werknemers recht op ziekengeld als de werkgever niet verplicht is tot loondoorbetaling via de WULBZ. De ZW werkt dus als een soort vangnet voor personen die buiten de WULBZ vallen (b.v. uitzendkrachten). Bij ziekte wordt over maximaal 52 weken ziekengeld van 70% van het (gemaximeerde) dagloon betaald. Het dagloon is het loon dat u in uw beroep gemiddeld per dag had kunnen verdienen als u niet ziek was geworden. Bij ziekte tijdens de zwangerschap en bij bevalling bestaat altijd recht op een uitkering op grond van de ZW. Deze wordt aan de werkgever uitbetaald die vervolgens het loon volledig doorbetaalt. Duurt de arbeidsongeschiktheid langer dan 52 weken, dan wordt het recht op een uitkering in Nederland geregeld via de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) Wanneer u na 52 weken nog voor ten minste 15% arbeidsongeschikt bent, heeft u recht op een WAOuitkering die kan doorlopen tot de 65-jarige leeftijd. Er zullen tussentijds regelmatig herkeuringen plaatsvinden om te beoordelen of u nog steeds arbeidsongeschikt bent en in welke mate.
De WAO kent 2 uitkeringssoorten: de loondervingsuitkering gebaseerd op het (gemaximeerde) dagloon en een vervolguitkering gebaseerd op het vervolgdagloon. Het (gemaximeerde) dagloon is gebaseerd op het loon dat u gemiddeld per dag had kunnen verdienen als u niet arbeidsongeschikt was geworden. Om in aanmerking te komen voor de loondervingsuitkering moet u ouder zijn dan 32 jaar. Bent u jonger, dan komt u direct in aanmerking voor de vervolguitkering. De hoogte van de loondervingsuitkering is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en het bedrag van het (gemaximeerde) dagloon, maar bedraagt maximaal 70% van uw laatstverdiende (gemaximeerde) loon. De duur van de uitkering is afhankelijk van uw leeftijd. Bent u na de maximale uitkeringsperiode nog steeds arbeidsongeschikt, dan heeft u recht op de vervolguitkering. Deze is ook afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en bedraagt maximaal 70% van het minimumloon. Daarnaast is er wel recht op een aanvulling die afhankelijk is van uw laatstverdiende loon en leeftijd.
VAKANTIERECHTEN In tegenstelling tot in België - waar de vakantierechten wettelijk zijn bepaald - worden de Nederlandse vakantierechten sectorgewijs afgesproken. De meeste bedrijven hanteren een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) waarin ook de vakantierechten zijn vastgelegd. Over het algemeen hebben werknemers recht op ten minste 4 weken vakantie met volledige doorbetaling van het loon. De vakantietoeslag is meestal 8% van het jaarlijkse loon.
WERKEN IN TWEE LANDEN Een werknemer die in België woont en in Nederland werkt is normaal gezien in Nederland sociaal verzekerd. Dit betekent dat in Nederland de premieafdracht plaatsvindt en daar ook rechten zijn in verband met uitkeringen. Dit verandert als er naast het werken in Nederland ook wordt gewerkt in het woonland België. In voorkomend geval is dan de verzekeringswetgeving in het woonland van toepassing. Zelfs geringe werkzaamheden in loondienst of het werken als zelfstandige kunnen grote invloed hebben op de verzekeringsplicht. Voor nadere informatie hierover kunt u contact met ons opnemen.
WERKLOOSHEID Wordt u werkloos, dan heeft u in principe recht op een werkloosheidsuitkering. Tijdelijke werkloosheid Hiervan is sprake wanneer uw dienstverband gehandhaafd blijft; het maakt daarbij geen verschil of u geheel of gedeeltelijk werkloos wordt (b.v. bij werktijdverkorting, vorstwerkloosheid en werkloosheid door hoog water). Bij tijdelijke werkloosheid heeft u - mits u voldoet aan de voorwaarden - recht op een Nederlandse werkloosheidsuitkering. Deze uitkering moet worden aangevraagd bij de uitvoeringsinstelling waarbij uw werkgever aangesloten is. De werkloosheidsuitkering bedraagt 70% van het laatstverdiende (gemaximeerde) dagloon over een periode die afhankelijk is van de duur van het arbeidsverleden. Voldoet u niet aan alle voorwaarden voor deze loongerelateerde uitkering, dan heeft u in principe recht op een uitkering van 70% van het minimumloon. Definitieve werkloosheid Wordt u werkloos omdat uw dienstverband met de Nederlandse werkgever afloopt, dan heeft u recht op een Belgische werkloosheidsuitkering. Deze moet u aanvragen bij een werkloosheidskas in België. U heeft daarvoor een ontslagbewijs nodig en het formulier E-301, dat u bij de uitvoeringsinstelling aan kunt vragen waarbij uw werkgever aangesloten is. Verder moet u zich in België bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) als werkzoekende inschrijven. De hoogte van de werkloosheidsuitkering is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Voor gezinshoofden
gelden steeds dezelfde percentages, minima en maxima. Voor alleenstaanden en samenwonenden worden na 13 en na 15 maanden de bedragen verminderd. Meer informatie vindt u in de bijlage.
OUDERDOMS- EN NABESTAANDENPENSIOEN Het ouderdoms- en nabestaandenpensioen is in Nederland geregeld via de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Algemene nabestaandenwet (Anw). De Algemene Ouderdomswet (AOW) De verzekering voor de AOW geeft u recht op een maandelijkse uitkering vanaf de 65-jarige leeftijd. Deze verzekering kent vaste bedragen voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden of samenwonenden. Voor ieder jaar dat u verzekerd bent in Nederland bouwt u 2% op van dit vaste bedrag. De opbouw kan plaatsvinden tussen de 15e en de 65e verjaardag. Als u ook in België pensioenrechten heeft opgebouwd, dan heeft u later aanspraak op een gedeeltelijk Nederlands en een gedeeltelijk Belgisch pensioen. Het AOW-pensioen moet u net als uw rustpensioen in België aanvragen bij de pensioendienst van uw gemeente. Om het pensioen tijdig te ontvangen kunt u dit het beste minimaal één jaar voor uw 65e verjaardag aanvragen. Via de Belgische Rijksdienst voor Pensioenen wordt uw aanvraag dan behandeld door de Sociale Verzekeringsbank. De Algemene nabestaandenwet (Anw) De Anw verzekert het recht op een maandelijkse uitkering bij overlijden voor uw partner en / of kinderen. Als u niet altijd in Nederland heeft gewerkt zal er een gedeeltelijk nabestaandenpensioen worden betaald. Bent u ook in België verzekerd geweest, dan heeft uw partner ook recht op een overlevingspensioen. Voor uw kinderen is er dan recht op verhoogde Belgische kinderbijslag, mits ze aan de voorwaarden voldoen. De Anw kent de volgende uitkeringen: nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering voor uw partner en wezenuitkering voor uw kinderen. Deze uitkeringen kunnen alleen (gedeeltelijk) betaald worden als u op de dag van overlijden verzekerd was in Nederland of een andere EU-lidstaat. Bij de toekenning van de Anwuitkering wordt rekening gehouden met een inkomen uit en in verband met arbeid, zoals loon, een sociale verzekeringsuitkering of een uitkering in verband met vervroegd pensioen. De vrijwillige verzekering Als uw partner niet werkt en geen uitkering ontvangt, worden er door uw partner geen Nederlandse pensioenrechten opgebouwd. Deze kan zich daarom binnen één jaar na uw indiensttreding in Nederland vrijwillig verzekeren voor de AOW en/of Anw. Deze vrijwillige verzekering kan worden afgesloten bij de: Sociale Verzekeringsbank Afdeling vrijwillige verzekering Postbus 1100 1180 BH Amstelveen Tel. 020-6565225
LOONBELASTING Op 1 januari 2003 is er een nieuw belastingverdrag tussen België en Nederland in werking getreden. Deze wijziging betekent in principe dat de werkenden in hun werkland belasting gaan betalen en de uitkeringsgerechtigden in hun woonland belasting blijven betalen. Voor de werkenden heeft dit tot gevolg dat dus premie- en belastingafdracht in Nederland plaatsvindt. Dit kan grote gevolgen hebben voor bepaalde aftrekposten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de belastingdienst, afdeling buitenland (IBB) in Heerlen. Telefonisch te bereiken op de nummers 08000241212 (gratis) of 045-5779500. Website: www.belastingdienst.nl. U kunt ook contact opnemen met het grensinfopunt, tel. 0800-0220145, website: www.grensinfopunt.nl. HOE KUNT U ONS BEREIKEN
Heeft u vragen over ons foldermateriaal, een algemene vraag over sociale verzekering bij grensoverschrijding of andere voorlichtingszaken, bel ons dan of kom langs. Een afspraak maken is niet noodzakelijk.
Afdeling Voorlichting & PR
Tel.: (0031) - (0)76 - 5485840 Fax: (0031) - (076) - 5485809 Website: www.bbz.nl
Bezoekadres:
Bureau voor Belgische Zaken Rat Verleghstraat 2, 4815 NZ Breda Elke werkdag van 08.00 tot 17.00 uur
Spreekuren: (i.s.m. de belastingdienst)
Maastricht Centrum voor Werk en Inkomen Het Bat 12a, Maastricht Elke 2e vrijdag van de maand van 10.00 tot 14.00 uur. Terneuzen Centrum voor Werk en Inkomen Rosegracht 2, Terneuzen Elke 2e woensdag van de maand van 10.00 tot 14.00 uur. Eindhoven Belastingdienst Karel de Grotelaan 4, Eindhoven Elke 4e woensdag van de maand van 10.00 tot 14.00 uur.
Postadres:
Bureau voor Belgische Zaken Postbus 90151 4800 RC Breda
Grensinfopunt: (i.s.m. verschillende instanties)
Tel.: 0800 - 0220145 Website: www. grensinfopunt.nl
Colofon:
Uitgegeven door Bureau voor Belgische Zaken, Afdeling Voorlichting & PR, Breda, februari 2003
BBZ is een onderdeel van de Sociale Verzekeringsbank. U kunt aan deze folder geen rechten ontlenen.