“Auf Flügeln des Gesanges…” Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang
College I Dia 1 introductiedia Dia 2 indeling van de cursus culturele en maatschappelijke context: de Romantiek Mendelssohn en Schumann: jeugd en opleiding glorietijd in Leipzig jaren van ziekte, verval en afscheid muzikale stijl, invloed en historisch belang - ♫ Felix Mendelssohn-Bartholdy – Hochzeitsmarsch uit Ein Sommernachtstraum (opus 21) Dia 3 Romantiek algemeen - Ludwig van Beethoven (1770-1827) symbool en boegbeeld van de Vroege Romantiek o beschouwd als de grote (muzikale) revolutionair o past qua persoon perfect in het Romantische, mythische beeld van de kunstenaar als genie → die allesomvattende composities schreef en onbegrepen werd door zijn tijd en omgeving o zette overigens voor een deel de stijl / traditie van Haydn en Mozart voort o liet zich beïnvloeden en inspireren door de muziek van Bach en Händel - tot ver in de 20e eeuw beschouwd als de ‘grootste componist aller tijden’ → nog groter dan Bach, Händel en Mozart o beïnvloedde vrijwel alle grote componisten in de hele 19e eeuw → zowel binnen als buiten het Duitstalig gebied o met zijn Symfonie Nr. IX in d kl.t. (opus 125) als het ultieme muzikale kunstwerk - ♫ Ludwig van Beethoven – begin van de finale uit Symfonie Nr. IX in d kl.t. (opus 125)]
© F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
1
Dia 4 Romantiek 19e eeuw: de eeuw van de Romantiek - ontstaan als tegenreactie op de Verlichting waar rede, ratio en wetenschap centraal stonden → o.a. begonnen in de 18e eeuw bij de Sturm und Drang o [herkomst van de term = roman: vertellend verhaal of gedicht in de lingua (= volkstaal) in de Middeleeuwen → hierin jagen feilbare mensen de droom van volmaaktheid na] - stroming die vooral in Frankrijk, Engeland en Duitsland veel navolging vond - er waren diverse richtingen die niet synchroon liepen: 1) filosofie (late 18e eeuw – 1ste helft 19e eeuw) 2) literatuur en poëzie (1795-1848) 3) beeldende kunst (1790-1840) 4) muziek (ca. 1800-1910) Dia 5 Romantiek [afbeeldingen van Caspar Friedrich (1774-1840) → Duitse schilder en belangrijk kunstenaar tijdens de Romantiek] belangrijkste kenmerken van de Romantiek - nadruk op het ‘vreemde’ en ‘ongrijpbare’ - aantrekkingskracht van het mysterieuze → duisternis en mystiek van leven en dood - emotionaliteit en verlangen → naar het onverklaarbare en de fantasie (leidde tot veel zelfmoorden) - ontstijgen van het hier en nu → vlucht uit de werkelijkheid 1) blikt vooruit in de tijd vrijheid, beweging, passie, onbegrensdheid en onbereikbare idealen, waardoor ook veel vaagheden, symboliek en suggestie 2) nostalgische terugblik naar het verleden met aandacht voor geschiedenis → het ontdekken van een verhaal door individuen beïnvloed met een onbekend einde o [de heroïek en het avontuurlijke van de Franse Revolutie (1789) spraken enorm tot de verbeelding tijdens de Romantiek] - veel ruimte voor subjectiviteit → het gevoel, de fantasie, de verbeelding, de intuïtie, het onderbewuste, het onverklaarbare en het raadselachtige - verheerlijking van de natuur → bewuste afkeer van industrie, techniek en stad d.m.v. een bijna religieuze verering van de natuur - liefde & vriendschap → partner / vrienden koos men op basis van wederzijdse aantrekkingskracht / affectie (geen rationele, economische redenen), was voor het leven, maar kon ook uitmonden in een (dramatische) afwijzing - eigenheid van ieder volk → het unieke en eigene van een bevolkingsgroep werd benadrukt en regionale / nationale gebruiken werden gekoesterd (nationalisme) - geniale kunstenaar → hun aanzien nam mythische proporties aan en kon leiden tot een persoonlijkheidscultus © F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
2
-
muziek als meest verheven kunstvorm → composities werden autonome kunstwerken en de componist was zelfstandig ondernemer, die werd beschouwd als een genie en voor de eeuwigheid schreef
Dia 6 Romantiek Romantiek in de muziek 1) Vroege Romantiek (1800-1830) 2) Hoogromantiek (1830-1860) 3) Late Romantiek (1860-1910) - gaandeweg de 19e eeuw werd de muziek complexer met als doel nog meer expressie in zich te hebben → bereikte begin 20e eeuw een climax wat uitmondde in de atonaliteit o [daarna begon de 20e eeuwse muziek met o.a. de 2e Weense School met Arnold Schönberg (1874-1951), Alban Berg (1885-1935) en Anton Webern (1883-1945)] Dia 7 Romantiek Romantiek in de muziek → sloot grotendeels aan bij de algemene opvattingen van de Romantiek - nadruk ligt op het ‘vreemde’ en ‘ongrijpbare’ - ontstijgen van het hier en nu - muziek als meest verheven kunstwerk - autonome kunstwerken - componist als genie - (absolute) instrumentale werken vs. programmamuziek Dia 8 Romantiek belangrijkste muzikale kenmerken - melodie → grote thema’s met dynamische spanningsbogen - complexe harmonieën → veel chromatiek en modulatie, voorkeur voor mineur - techniek → relatief meer homofoon dan polyfoon - rijke klankkleur → grote orkesten en meer instrumenten - grote dynamische contrasten → spanning en drama - absolute muziek vs. programmamuziek → instrumentale muziek als de meest verheven muziek - belangrijkste instrument: piano → maakte een enorme technische ontwikkeling door o ♫ Robert Schumann – Äuβerst bewegt / Agitatissimo uit Kreisleriana (opus 16) 8 fantasieën voor piano, gecomponeerd in 1838 en opgedragen aan Frédéric Chopin het werk representeert het fictieve karakter Johannes Kreisler uit de werken van E.T.A. Hoffmann (1776-1822) © F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
3
ieder deel heeft 2 tegengestelde delen: 2 tegenpolen als uiting van Schumanns innerlijk (een impulsieve en een dromerige kant: Florestan en Eusebius) [geeft de grilligheid en onstuimigheid van Schumann weer]
Dia 9 Romantiek belangrijkste muzikale kenmerken - opkomst van het burgerlijk muziekleven van de welgestelde middenklasse: o grote concertzalen en operahuizen o abonnementsconcerten o virtuoze musici → niet alleen van zangers en zangeressen werd virtuositeit verwacht, maar ook van instrumentalisten (vooral pianisten en violisten) o grote orkesten o professioneel muziekonderwijs o muziekjournalistiek (tijdschriften) o muziekwetenschap Dia 10 Romantiek belangrijkste genres - orkestmuziek: symfonie en symfonisch gedicht o vaak nog 4-delig → voortvloeisel van de klassieke symfonie van Haydn en Mozart o soms ook uitgebreid met vocale delen → in navolging van Symfonie Nr. IX van Beethoven o instrumentale muziek was het belangrijkste genre o mondden uit in grote monumentale werken in een massale orkestbezetting → Bruckner en Mahler - pianomuziek o hét solo-instrument van de 19e eeuw waar het meest voor is geschreven [onmiddellijk gevolgd door de viool] o door diverse innovaties werd er technisch steeds meer mogelijk o Chopin en Liszt werden de 2 grootste pianocomponisten van de 19e eeuw o ♫ Franz Schubert - Moment musical Nr. 5 in f kl.t. (D.780) - kamermuziek o centraal stond nog steeds het strijkkwartet o varianten: pianotrio of -kwintet, strijkkwintet, combinatie met blazers
© F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
4
Dia 11 Romantiek belangrijkste genres - opera o groots opgezette (dramatische) spektakelwerken met een leidende positie voor Italië, Frankrijk en het Duitstalig gebied o werd gedomineerd door de werken en ideeën van Wagner en Verdi o alsmaar groter wordende theaters: Milaan, Parijs, Wenen en Bayreuth daarnaast ook de lichtere variant: opéra bouffe (Offenbach) of operette (Joh. Strauss) - lied o vocale kamermuziek met pianobegeleiding o onder te verdelen in: a) kunstlied bestemd voor speciale (artistieke en culturele) kringen → werd daar ook uitgevoerd individuele expressie stond op de voorgrond uitgevoerd door een professioneel musicus → zowel de zanger(es) als de pianist tekst en muziek op kwalitatief hoog niveau b) volkslied in de landstaal → actief en collectief door het volk gezongen melodie en tekst veelal anoniem eenvoudige, goed na- of meezingbare melodie thema’s: liefdeslied, verhalend lied, levenslied, historisch lied, religieus lied, spotlied, moordlied, kinderlied, kerstlied, enz. → religieuze en wereldlijke thema’s liepen vaak door elkaar [aanvankelijk mondeling overgeleverd (weinig genoteerd), vanaf de Middeleeuwen ook opgetekend in liedboeken] o [opkomst van het orkestlied als volwassen (sub)genre] - kerkmuziek / oratorium o religieus van karakter / thema o vaak bewust niet gecomponeerd voor liturgisch gebruik maar voor de concertzaal → vanwege de grootschalige bezetting en de (avondvullende) lengte o zeer groot aandeel voor het koor → ook veel werk geschreven voor a capella koor o (relatief) het minst beoefende genre Dia 12 ♫ Franz Schubert – Heidenröslein (D.257) 3-strofig lied uit 1815 tekst: Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) uit 1771 (gepubliceerd in 1799) - door Goethe geschreven n.a.v. de afwijzing door zijn geliefde Friederike Brion (1752-1813) gecombineerd kunst- en volkslied → zgn. Lied im Volkston
© F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
5
Dia 13 Romantiek belangrijkste componisten van de Romantiek (selectie) → sommige componisten overlappen qua periode: 1) Vroege Romantiek - Ludwig van Beethoven (1770-1827) - Nicolò Paganini (1782-1840) - Louis Spohr (1784-1859) - Carl Maria von Weber (1786-1826) - Gioacchino Rossini (1792-1868) - Franz Schubert (1797-1828) - Geatano Donizetti (1797-1848) - Vincenzo Bellini (1801-1835) - Michael Glinka (1804-1857) 2) Hoogromantiek - Hector Berlioz (1803-1869) - Felix Mendelssohn-Bartholdy (3 februari 1809 – 4 november 1847) - Frédéric Chopin (1810-1849) - Robert Schumann (8 juni 1810 – 29 juli 1856) - Franz Liszt (1811-1886) - Richard Wagner (1813-1883) - Giuseppe Verdi (1813-1901) 3) Late Romantiek - Anton Bruckner (1824-1896) - Johannes Brahms (1833-1897) - Georges Bizet (1838-1875) - Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893) - Antonin Dvorák (1841-1904) - Gabriel Fauré (1845-1924) - Giacomo Puccini (1858-1924) - Hugo Wolf (1860-1903) - Gustav Mahler (1860-1911) - Richard Strauss (1864-1949) Dia 14 Europa vanaf 1810 Napoleon Bonaparte (1769-1821) - als keizer van Frankrijk op het hoogtepunt van zijn macht - grote delen van Europa bezet door Frankrijk of sloten een bondgenootschap de zogeheten Franse of Napoleontische Tijd → politieke en culturele leven werd in sterke mate bepaald door Frankrijk - [ook in Nederland met resp. de Bataafse Republiek (1795-1801), de Bataafse Gemenebest (1801-1806), het Koninkrijk Holland (1806-1810) met Lodewijk Napoleon Bonaparte als koning) en inlijving bij het Eerste Franse Keizerrijk (tussen 1810-1813)] vanaf 1815: ˗ Napoleon definitief verslagen bij Waterloo door de grote Europese mogendheden © F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
6
˗
-
1814-1815: Wener Congres o periode van restauratie → herstel van de vroegere situatie van vóór de Franse Revolutie o herschikking van de Europese grenzen → er kwamen daardoor weer meer koningen aan de macht o klimaat was conservatief en antirevolutionair van karakter begin van een (relatief) rustige en stabiele periode in Europa
Dia 15 Europa vanaf 1810 ♫ Ludwig van Beethoven – ouverture Egmont (opus 84) - toneelmuziek bij het gelijknamige toneelstuk van Johann Wolfgang von Goethe uit 1788 o muziek is geschreven tussen oktober 1809 en juni 1810 → première op 15 juni 1810 (= rond de geboortedag van Schumann) o stuk gaat over de strijd van de Vlaamse graaf Egmont (1522-1568) tegen de Spaanse overheersing (hertog van Alba) voor vrijheid, rechtvaardigheid en onafhankelijkheid, wat leidde tot het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) o past qua verhaal goed binnen de ideologie van de Romantiek het verhaal was actueel vanwege de Franse bezetting van Oostenrijk → sprak Beethoven erg aan en was een protest tegen Napoleon, nadat deze zichzelf in 1804 tot keizer had gekroond o [Goethe was zeer content met Beethovens toneelmuziek] Dia 16 Europa vanaf 1810 1815-1848: Biedermeier-tijdperk - [van toepassing op veel kunst- en cultuurstromingen (binnenhuisarchitectuur, mode, literatuur en schilderkunst)] - (naderhand) genoemd naar de (fictieve) schoolmeester Gottlob Biedermaier (ca. 1900) - nadruk op huiselijkheid, gezelligheid en kleinburgerlijkheid - culturele en muzikale vorming stonden centraal - toename van de muziek in huiselijk kring: kamermuziek - vaak veel gematigdheid en weinig heftige revolutionaire uitingen in de muziek: kon in bepaalde kringen sentimentele en zoetelijke vormen aannemen [1848: jaar van de revoluties en politieke instabiliteit] Dia 17 ♫ Felix Mendelssohn-Bartholdy – In Grünen (opus 59, nr. 1) koorlied op tekst: Helmine von Chezy (1783-1856) typerend voorbeeld van de Biedermeier-stijl in muziek - toegankelijk, zoetelijk met veel aandacht voor de natuur en de heilzame werking die daar van uit gaat
© F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
7
Dia 18 Felix Mendelssohn-Bartholdy herkomst van de familie Mendelssohn - naam: komt van de voornaam Mendel - van oudsher een familie van intellectuelen, bankiers en kunstenaars - Moses Mendelssohn (1729-1786) o beroemde Joodse filosoof tijdens de Verlichting → was bevriend met grootheden als Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781) en Immanuel Kant (1724-1804) o streed (met redelijk succes) voor gelijke behandeling en aanpassing voor Joden in de Duitse cultuur 1787: koning Friedrich Wilhelm II van Pruisen (1744-1797) garandeerde in een ‘Schutzbrief’ de veiligheid van Moses’ weduwe en 6 kinderen o religie speelde een belangrijke rol → mogelijk ook vanuit opportunistische overwegingen 2 van zijn kinderen bleven Joods, 2 werden RK en 2 werden protestants o was de grootvader van Felix Dia 19 Felix Mendelssohn-Bartholdy herkomst van de familie Mendelssohn - Abraham Mendelssohn (1776-1835) o 1792: oprichter van de liberale Joodse sociëteit Gesellschaft der Freunde → ter ondersteuning van armoede, werkeloosheid, ziekte en dood (in 1935 verboden) o 1804: richtte met zijn broer Joseph (1770-1848) in Berlijn de bankfirma J. & A. Mendelssohn op bleef bestaan tot 1938 met een groot aantal filialen → door de nazi’s gedwongen tot verkoop aan de Deutsche Bank [tot 1939 ook een filiaal aan de Keizersgracht in Amsterdam] o 1804: huwelijk met Lea Salomon (1777-1842) muzikaal zeer onderlegd en speelde verdienstelijk klavier kreeg klavierlessen van de Bach-leerling Johann Kirnberger (17211783) promootte de muziek van Bach (+ zonen), alsmede de Weense Klassieken had later in Berlijn een eigen muzikale salon o 1805: vestigden zich in Hamburg → waar ook een bankfiliaal werd geopend o 1811: vlucht naar Berlijn → mogelijk vanwege de politieke situatie doordat Napoleon Hamburg bezette o 1822: openlijke overgang naar het protestantisme waarschijnlijk om zichzelf te beschermen tegen het algemeen heersende antisemitisme en zich zoveel mogelijk aan te passen
© F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
8
Dia 20 Felix Mendelssohn-Bartholdy gezin Mendelssohn - Abraham en Lea Mendelssohn woonden in de Grosse Michaelisstrasse 14 te Hamburg en kregen 4 kinderen: 1) Fanny (1805-1847) → was muzikaal zeer begaafd, werd componiste en pianiste en had zeer hechte band met Felix 2) Felix (1809-1847) 3) Rebecka (1811-1858) → muzikaal begaafd maar niet prominent zelf actief, bewoog zich in het literaire en muzikale circuit van Berlijn, had contacten met o.a. Clara Schumann (1819-1896), Alexander von Humboldt (17691859) en Adalbert von Chamisso (1781-1838) 4) Paul (1812-1874) → bankier - [1812: de Pruisische kanselier Karl Augut von Hardenberg (1750-1822) vaardigde het ‘Gleichstellungsgesetz’ uit → gaf de Pruisische Joden nog meer gelijke rechten] - 1816: desondanks werden de kinderen (in het geheim) gedoopt en gingen over tot het protestantse geloof o Felix kreeg de namen Jakob Ludwig toegevoegd - 1822: toevoeging Bartholdy → in navolging van Lea’s broer Jakob (naar het landgoed dat hij gekocht had) om ‘zich te onderscheiden van de andere Mendelssohns’ Dia 21 Felix Mendelssohn-Bartholdy 1ste muzikale vorming → voor een deel gezamenlijk met Fanny - kreeg een uitgebreide en zeer brede algemene ontwikkeling - was grotendeels privéonderwijs → mathematiek, geschiedenis, oude en moderne talen, tekenen (!), sport en muziek - muzikaal talent kwam op vroege leeftijd tot uiting waardoor zijn ouders hem uitgebreide muzieklessen lieten volgen: o 1816-1817: pianolessen in Parijs van Marie Bigot (1786-1820) → beroemd pianiste en was o.a. bevriend met Haydn en Beethoven o 1818: pianoles bij componist Ludwig Berger (1777-1839) → was een voormalig student van de klaviervirtuoos Muzio Clementi (1752-1732) o 1819: vioolles bij de violisten Carl Wilhelm Henning (1784-1867) en Eduard Rietz (1802-1832) o 1820: orgelles bij August Wilhelm Bach (1796-1869, géén familie van de beroemde familie Bach) - 1818: 1ste publieke (muzikale) optredens 1) als klavierbegeleider van de gebr. Heinrich en Joseph Gugel (hoorn) in een trio van Joseph Wölfl (1773-1812) 2) als solist in het Concert militaire van Jan Ladislav Dusseks (1760-1812) → speelde dit uit het hoofd - [Fanny speelde als 13-jarige de 24 preludes uit het 1ste deel van Das Wohltemperirte Clavier (BWV 846-869) van Bach uit het hoofd]
© F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
9
Dia 22 Felix Mendelssohn-Bartholdy Sing-Akademie in Berlijn - 1791: opgericht door Carl Friedrich Fasch (1736-1800, klavecinist aan het Pruisische hof in Potsdam als opvolger van Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) en zijn vader was leerling van de grote Johann Sebastian Bach) - ‘Verein für die heilige Musik’ o nieuwe kunstreligie voor oude én nieuwe muziek waar iedereen aan kon deelnemen: mannen én vrouwen, christenen, Joden én atheïsten etc. o [vgl. met de latere Maatschappij ter Bevordering van de Toonkunst met diverse Toonkunstkoren in heel Nederland] - Fasch werd met de Sing-Akademie snel een belangrijk figuur in het Berlijnse muziekcircuit - doelstellingen van de academie: 1) zangonderricht 2) herleving van oude muziek en de uitvoering daarvan (vooral de religieuze koormuziek) 3) esthetische en morele opvoeding - aanvankelijk een private groep muziekliefhebbers die bijeenkwamen om te musiceren → pas later een publieke concertinstelling o leden waren afkomstig uit de bourgeoisie van Berlijn → waaronder ook rijke Joodse families als Mendelssohn en Itzig (= familie van Lea Salomon) o [Abraham lid in 1793, Lea in 1796] - belangrijke rol weggelegd voor de muziek van Johann Sebastian Bach (16851750) - 1800: Fasch opvolgd door Zelter → reputatie en kwaliteit namen daarna snel toe - 1827: kregen een eigen concertzaal aan Unter den Linden o 1ste grote concertzaal in Berlijn → waar o.a. Niccolò Paganini (17821840), Schumann en Johannes Brahms (1833-1897) optraden o had tevens een grote en beroemde bibliotheek → met o.a. veel Bachhandschriften Dia 23 Felix Mendelssohn-Bartholdy Carl Friedrich Zelter (1758-1832) - van origine metselaar maar weidde zich meer aan de muziek o werd uiteindelijk professioneel componist, muziekleraar en dirigent - 1800: leider van de Sing-Akademie in Berlijn - 1808: oprichting van het orkest de Ripienschule → begeleidde de SingAkademie en speelde instrumentale muziek uit de 18e eeuw o [tevens oprichter van o.a. de Liedertafel (= mannenkoor die ‘rondom de tafel’ liederen zong, met een typisch Duits karakter, enigszins positief patriottisch en didactisch) en het koninklijk instituut voor kerkmuziek] - voorvechter van het behoud van oude muziek → stimuleerde kennis van de theorie uit de 17e en 18e eeuw - tevens ook de uitvoering van de 18e eeuwse kerkmuziek voor koor → niet tijdens concerten maar alleen in repetitieverband © F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
10
-
ontwikkelde hechte vriendschap met Goethe had een uitgebreide leerlingenpraktijk → waaronder Giacomo Meyerbeer (1791-1864), Carl Loewe (1796-1869), Otto Nicolai (1810-1849) en Fanny en Felix Mendelssohn
Dia 24 Felix Mendelssohn-Bartholdy Sing-Akademie in Berlijn - 1819: Felix en Fanny bezochten de vrijdagsrepetities (Freitagsmusiken) → maakten kennis met de muziek van Bach en Georg Friedrich Händel (16851759) - 1820: actief lid van het koor → eerst als jongensalt, later als tenor o kreeg compositielessen en harmonieleer bij Zelter o diepgaande kennis van ‘oude muziek’ uit de 17e en 18e eeuw o raakte vertrouwd met (gedeeltelijk) oude technieken: basso continuo, omkeerbaar contrapunt, canons, fuga’s, koralen etc. o basis daarvoor: Kunst des reinen Satzes in der Musik uit 1774 van Johann Kirnberger → was een leerling van Bach en schreef in diens geest zijn theorieboek Dia 25 Felix Mendelssohn-Bartholdy Mendelssohn en Bach - oude connecties van de familie Mendelssohn met de familie Bach o oudtante Sara Itzig-Levy (1761-1854) was een leerlinge van Bachs oudste zoon Wilhelm Friedemann Bach (1710-1784), verzamelde muziek van Bach (+ zonen) en droeg bij aan de zogeheten Berlijnse traditie o grootmoeder Bella Salomon-Itzig (1749-1824) schonk Felix in 1823/24 een kopie van de Matthäus-Passion (BWV 244) → werd de basis voor de beroemde uitvoering in 1829 - raakte via de Sing-Akademie vertrouwd met Bachs (vocale) oeuvre: motetten, delen uit de passies en de h-Moll Messe (BWV 232) Dia 26 ♫ Johann Sebastian Bach – motet Komm, Jesu, komm (BWV 229)
© F.P. Jansen – Mendelssohn & Schumann: romantici pur sang (2014)
11