E H & I februari 2013 127
atelier
Henk van den Bosch, kunstenaar Henk van den Bosch bouwt verleidelijke huizen. Ze zijn bedoeld voor het schilderslinnen, maar nestelen zich ook in het hoofd van de toeschouwer. ‘Ik hoop de kijker te pakken en te laten verdwalen.’ P r o d u c t i e R o b J a n s e n | F o t o g r a f i e J a m e s S to k e s ( at e l i e r ) | T e k s t E s t h e r D a r l e y
Paviljoen, olieverf op doek, 150 x 120, 2011. Vroeger schilderde Van den Bosch vooral interieurs. De laatste jaren zoomt hij steeds meer uit. links Henk van den Bosch: ‘Ik word steeds vrijer in het schilderen.’
ATELIE R
E H & I februari 2013 129 Henk van den Bosch: ‘Mijn atelier bevindt zich letterlijk op de grens. Rechts kijk je het bos in, links op een bedrijventerrein. Die kanteling inspireert me.’
Corridor, olieverf op doek, 120 x 90 cm, 2012. Door een spel met reflecties laat van den Bosch binnen en buiten geraffineerd in elkaar overlopen.
Henk van den Bosch 1960 Geboren Ambt-Delden 1978-1983 S.O.L. Utrecht (tekenen/handvaardigheid) 1983-1985 Akademie voor Beeldende Kunst, Utrecht Henk van den Bosch woont en werkt in Amersfoort. Zijn werk was de afgelopen jaren te zien op talloze groeps- en solo-exposities, waaronder Passage in Kunsthal KAdE Amersfoort (2012); Optisch Bedrog in Kunstenlab Deventer (2011); lichtfestival Luminieus in Amersfoort (2009); Dutch Innocence in Gallery Smarius, Sonnega (2008); Twee onder één Kap in Pictura, Dordrecht (2007); SBK Zuid in Galerie Witteveen, Amsterdam (2007).
E
en kijkje nemen in andermans huis en je vergapen aan het interieur. Het is een prettige en herkenbare sensatie. En precies daar beginnen de schilderijen van Henk van den Bosch. Want wie zijn doeken ziet, waarop modernistische gebouwen met dito inrichting de hoofdrol spelen, wil maar één ding: binnenkijken. Dat kijken wordt al snel dwalen. En met die beroemde negen seconden die mensen gemiddeld naar een schilderij kijken, red je het hier niet. De blik schuift over het doek van de ene ruimte naar de andere. Via trappen, nissen, doorgeefluiken en ramen lijken ze, als een strak vormgegeven doolhof, allemaal in verbinding te staan. Ze lokken je de diepte in, een hoek om. Maar als je je in werkelijkheid in dat huis zou willen bewegen, kom je bedrogen uit.
‘Ik ben geen architect,’ zegt Van den Bosch in zijn Amersfoortse atelier. ‘Constructief gezien klopt er niets van die ruimtes. Ze bestaan eigenlijk uit verschillende ideeën die op het doek bij elkaar komen.’ Ter illustratie pakt hij een boek van de plank. Een exemplaar uit de jaren zeventig met heerlijk ouderwetse beelden van strak vormgegeven zitkuilen en patio’s. ‘Het is maar een voorbeeld hoor,’ zegt de schilder. ‘Ik kijk namelijk overal naar: DDR-architectuur, hedendaagse architectuur, woonbladen – ja, ook Eigen Huis & Interieur. Niet dat ik die beelden letterlijk overneem. Ik blader erdoorheen en soms kan ik een element gebruiken, een schaduwwerking bijvoorbeeld of hier’ – hij houdt zijn wijsvinger bij een binnentuin – ‘hoe die boom zich tot die gevel verhoudt. Dat soort details kunnen heel inspirerend zijn.’ »
130
Kader, muurschildering Kunsthal Kade, 275 x 475 cm, 2011. Voor de muurschildering in Kunsthal Kade in Amersfoort liet Van den Bosch zich ook inspireren door de geschiedenis van de plek. Heden en verleden, binnen en buiten, realisme en fantasie, het grijpt allemaal in elkaar.
ATELIE R
februari 2013 E H & I
ATELIE R
E H & I februari 2013 133
Lezersaanbieding Dit olieverfschilderij (z.t., 30 x 20 cm) is onderdeel van een tiendelige serie die Henk van den Bosch speciaal voor EH&I-lezers maakte. Kijk op www.eh-i.nl voor de aanbieding en de overige negen werken.
Verwantschap
Gedreven vertelt de kunstenaar over zijn drijfveren. En die komen niet alleen uit de architectuur. ‘Eigenlijk haal ik overal inspiratie uit. Veel zien is voor mij noodzakelijk om mezelf scherp te houden. Aan de zeventiende-eeuwse schilder Velázquez ontleen ik nog steeds schilderkunstige oplossingen. Hoe hij in Las Meninas een schildersdoek pal vooraan in beeld zet terwijl je de voorstelling toch niet kunt zien, hoogstens een deel in reflectie, die suggestie is geweldig. Neo Rauch vind ik goed vanwege zijn verhalende en surreële doeken. En ook met Matthias Weischer en David Salle voel ik veel verwantschap.’ En dan is er nog de muziek. Want het is nu dan wel stil in het atelier, maar eigenlijk heeft Van den Bosch voor elke schilderstemming wel een specifieke cd. Afhankelijk van het stadium de stevige
rock van Jack White of de meer complexe en breekbare liedjes van bijvoorbeeld Fiona Apple of Joanna Newsom. Hoe hij aan een werk begint? ‘Foto’s die ik heb geselecteerd, plak ik met Photoshop grofweg aan elkaar. Zo bouw ik een nieuw huis dat mijn uitgangspunt vormt bij het schilderen.’ De rest laat hij gebeuren op het doek. ‘Ik houd wel steeds het perspectief in de gaten, dat stuurt de blik.’ Van den Bosch plakt een touwtje op het verdwijnpunt en controleert of alle lijnen kloppen. ‘Hop, met een liniaal trek ik dan de basislijnen. Daarna begint het schilderproces. Verf is een middel om de voorstelling te laten zien, maar steeds vaker laat ik het ook gewoon verf zijn, dan geef ik de regie als het ware uit handen en gaat de verf met de voorstelling aan de haal.’ En daar wordt het spannend: muren gaan plots over in lucht, een kozijn wordt ineens
Aanknopingspunt, olieverf op doek, 150 x 120, 2011. ‘Natuur is de laatste jaren steeds dominanter geworden in mijn werk.’
een druipende verflaag en sommige vlakken lijken voortdurend te kantelen zodat je niet meer weet hoe het gebouw nu eigenlijk in elkaar steekt. ‘Ik noem het wel een spel met ongelijke elementen.’ En of hij nu op groot formaat werkt, zoals bij een muurschildering in de Amersfoortse Kunsthal KAdE of juist heel klein, hij speelt het spel uitstekend. Hij zet het zelfs voort in de titels van zijn doeken. Daarin laat hij de taal kantelen om het werk nog een extra laag te geven. Bijvoorbeeld in Weerschijn (2012), dat zowel reflectie als opnieuw bedrieglijk kan betekenen. Multi-interpretabel voor wie er ontvankelijk voor is. Net als zijn schilderijen.
Uit den boze
De vrije manier waarmee Van den Bosch nu met zijn verf omgaat, was vroeger uit den boze. Eerder had hij zijn doek van begin tot
‘Constructief gezien klopt er niets van de ruimtes. Ik ben geen architect’
eind volledig onder controle. ‘Mijn eerdere manier van schilderen stond in dienst van het verhaal dat ik wilde vertellen, al was dat niet altijd eenduidig. Het raakte vaak wel mijn eigen verbondenheid met kunst.’ Inderdaad: overal trakteert de schilder de kijker op nog meer kunst. Als een soort Droste-effect hangen er schilderijen in de geschilderde woonkamers of worden deze, via een doorkijkje, gesuggereerd in een andere ruimte. ‘Het zijn beelden die me herinneren aan mijn eigen jeugd. We woonden niet in zo’n modernistische villa hoor, maar de jaren ’70-bungalow waarin ik opgroeide had ook van die immense ramen. Zodat je dacht: wat zit ik hier te kijk. Ik wilde dat al die elementen en herinneringen in een schilderij vloeiend in elkaar overliepen. En dan wilde ik ook nog eens dat het klopte.’ Hoe perfect zijn schilderijen ook waren,
op den duur was deze manier van werken niet bevredigend. ‘Ik ben misschien geen schilder pur sang, in de zin dat ik worstel met de verf. Ik ben, zoals je dan zegt, een schrale schilder. Maar op een bepaald moment beleefde ik te weinig plezier aan het schilderen zelf. Toen ik me dat realiseerde, ben ik die strakke beelden meer gaan loslaten.’ Grappig genoeg vergt die losse benadering van het schilderen wel meer voorbereiding. ‘Ja, dat klinkt tegenstrijdig, maar als ik tijdens het schilderproces niet meer zoveel hoef na te denken over de structuur of de compositie, omdat ik dat al heb gedaan, dan geeft me dat meer vrijheid.’
Uitzoomen
Er is nog iets wat opvalt. Legde Van den Bosch eerst vooral de nadruk op interieurs, de laatste tijd lijkt hij steeds meer uit te »
ATELIE R
E H & I februari 2013 135
‘Steeds vaker geef ik de regie uit handen en gaat de verf met de voorstelling aan de haal’
Fixatie, olieverf op doek, 140 x 100 cm, 2012. Als je eenmaal doorgedrongen bent in de ruimtes van Van den Bosch zie je altijd wel ergens een verwijzing naar kunst. Linkerpagina Afstand nemen is belangrijk. ‘Soms zet ik een doek een tijdje weg en ga ik met een ander verder. Dat werkt verhelderend.’
zoomen. De omgeving wordt belangrijker. De huizen steken ertegen af. Het worden helverlichte schuilplaatsen in het donker, tussen spiegelende wateroppervlaktes en dreigende bomen waarvan de takken soms zelfs bezit lijken te nemen van de architectuur. Soms weet je niet meer waar het één ophoudt en het ander begint. In Aanknopingspunt (2011) bijvoorbeeld gaat een trap bijna naadloos op in de wand maar lijkt deze nergens naar toe te leiden. En bij nader inzien rijst de boom op de voorgrond op uit het niets en lijkt daarin ook weer te verdwijnen. In Corridor (2012) laat de schilder een tak met een gevel versmelten om verderop gewoon weer verf te zijn. Daar moeten we overigens geen diepere boodschap achter zoeken. ‘Je bedoelt dat de natuur het gaat overnemen? Nee, nee. Het is puur visueel. Wat ik wel belangrijk vind, is dat de ervaring van een huis over meer gaat
dan dat huis alleen. Dat ondervind ik aan den lijve hier in mijn atelier. Deze plek is echt een soort schakelpunt. Ik zit hier op een bedrijventerrein, letterlijk op de grens van stad en platteland. Kijk, door het ene raam zie ik de bedrijfspanden en mensen die komen en gaan. Het andere raam geeft uitzicht op bomen en weilanden. Die context draagt bij aan de ervaring van deze ruimte. Dat geldt misschien nog wel sterker voor de manier waarop de ruimte verandert wanneer het donker wordt. Die kanteling waarin de binnenruimte opeens een kijkdoos wordt, een helverlichte cocon in de duisternis. De ruimte is nog steeds dezelfde natuurlijk, maar je ervaart hem totaal anders. Dat intrigeert me. Zo’n kanteling hoop ik ook bij de toeschouwer teweeg te brengen.’ www.henkvandenbosch.nl