ARVO PÄRT Tekst: Lukas 2, 29-32
NUNC DIMITTIS
Nunc dimittis servum tuum Domine secundum verbum tuum in pace quia viderunt oculi mei salutare tuum quod parasti ante faciem omnium populorum lumen ad revelationem gentium et gloriam plebis tuae Israhel Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals u heeft beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt heeft ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk. VALENTIN SILVESTROV
AVE MARIA
Wees gegroet, Maria Geef ons kracht, geef ons geluk, geloof en hoop. GYÖRGY LIGETI Lux aeterna luceat eis, Domine, cum sanctis tuis in aeternum, quia pius es. Requiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis.
LUX AETERNA
Laat het eeuwige licht hen beschijnen, Heer, met Uw heiligen in eeuwigheid, omdat U goed bent. Geef hun eeuwige rust, Heer, en laat het eeuwige licht hen beschijnen. SERGEÏ RACHMANINOV Laat ons eerbied tonen Amin’. Priiditye, poklonimsya Tsarevi nashemu Bogu. Priiditye, poklonimsya i pripadyom Khristu Tsarevi nashemu Bogu. Priiditye, poklonimsya i pripadyom samomu Khristu Tsarevi i Bogu nashemu. Priiditye, poklonimsya i pripadyom Yemu.
ALL-NIGHT VIGIL
55
Amen. Oh kom, laat ons eerbied betonen aan de Heer onze Schepper. Oh kom, laat ons aanbidden en neervallen voor de Heer Christus, onze God en Schepper. Oh kom, laat ons aanbidden en neervallen en knielen voor Christus Zelve, onze God en Schepper. Oh kom, laat ons aanbidden en neervallen voor Hem. Zegent gij de Heer, Oh mijn ziel Amin’. Blagoslovi, dushe moya, Gospoda. Blagosloven yesi, Gospodi. Gospodi Bozhe moy, vozvelichilsya yesi zelo. Blagosloven yesi, Gospodi. Vo ispovedaniye i v velelepotu obleklsya yesi. Blagosloven yesi, Gospodi. Na gorakh stanut vody. Divna dela Tvoya, Gospodi. Posrede gor proydut vodi. Divna dela Tvoya, Gospodi. Vsya premudrostiyu sotvoril yesi. Slava ti, Gospodi, sotvorivshemu vsya. Amen. Zegent gij de Heer, Oh mijn ziel. Gezegend zijt gij, Oh Heer mijn God. Oh heer mijn God, gij zijt buitengewoon luisterrijk geworden. Gezegend zijt gij, Oh Heer mijn God. Gij zijt gehuld in grootsheid en aanzien. Gezegend zijt gij, Oh Heer mijn God. Stromen kwamen van boven de bergen. Wonderbaarlijk zijn uw werken, Oh Heer. Tussen de heuvels vloeien de stromen. Wonderbaarlijk zijn uw werken, Oh Heer. In wijsheid hebt gij hen allen gemaakt. Wees geprezen Oh Heer, die hen allen gemaakt heeft. Gezegend is de man Blazhen muzh, izhe ne ide na sovet nechestivykh. Alliluyia. Yako vest’ Gospod’ put’ pravednykh,
56
i put’ nechestivykh pogibnet. Alliluyia. Rabotayte Gospodevi so strakhom, i raduytesya Yemu strepetom. Alliluyia. Blazheni vsi nadeyushchiisya nan’. Alliluyia. Voskresni Gospodi, spasi mya, Bozhe moy. Alliluyia. Gospodne yest spaseniye, i na lyudekh Tvoikh blagosloveniye Tvoye. Alliluyia. Slava Otsu, i Synu, i Svyatomu Dukhu, i nyne i prisno i vo veki vekov, amin’. Alliluyia. Slava Tebe, Bozhe. Alliluyia. Gezegend is de man die niet misleid werd door het goddeloze. Halleluja! Want de Heer kent het pad van de rechtschapene, maar het pad van de goddelozen zal ten onder gaan. Halleluja! Dien de Heer met ontzag, en bejubel hem met diepe eerbied. Halleluja! Gezegend zijn al diegenen die hun vertrouwen in hem stellen. Halleluja! Sta op, Oh Heer; red mij, Oh Heer mijn God. Halleluja! Bij u, Heer, is redding, uw zegen rust op uw volk. Halleluja! Geprezen zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, nu en voor altijd en eeuwig, amen. Halleluja! Geprezen zijt Gij, Oh God. Halleluja! Oh levendig licht Svete tikhi Svyatyya slavy, bessmertnago, Otsa nebesnago, svyatago blazhennago, Iisuse Khriste! Prishedshe na zapad sontsa, videvshe svet vecherni,
Oh levendig licht Van de Onsterfelijke Vader En van de hemelse Heilige en gezegende Jezus, onze Verlosser! Naar de zonsondergang nu Opnieuw hebt gij ons gebracht; En, met zicht op de avondschemering, [Zegenen wij u, loven u, aanbidden u!]
57
Poyem otsa, Syna, i svyatago Dukha, Boga, Dostoin yesi vo vsya vremena pet byti glasy prepodobnymi, Syne Bozhi, zhivot dayay: Temzhe mir Tya slavit.
Wij lofprijzen de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest, Amen. Waardig is het dat gij te allen tijde geloofd moet worden door onbezoedelde stemmen, Oh Zoon Gods, wie leven geeft: Heel de wereld looft u.
Nu laat u, Heer Nyne otpushchayeshi raba Tvoyego Vladyko, po glagolu Tvoyemu s mirom; Yako videsta ochi moi spaseniye Tvoye, yezhe yesi ugotoval pred litsem vsekh lyudey, Svet vo otkroveniye yazykov, I slavu lyudey Tvoikh Izrailya. Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals u heeft beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt heeft ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk. Wees gegroet, Maria Bogoroditse Devo, raduysya, blagodatnaya Mariye, Gospod’s toboyu: Blagoslovenna Ty v zhenakh, i blagosloven plod chreva Tvoyego, Yako Spasa rodila yesi dush nashikh. Ere zij God in de hoogste hemelen Slava v vyshnikh Bogu, i na zemli mir, v chelovetsekh blagovoleniye. Gospodi, ustne moi otverzeshi, i usta moya vozvestyat khvalu Tvoyu.
Maagdelijke moeder Gods, wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u: Gezegend zijt gij boven alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van uw lichaam, Want gij hebt de Verlosser van onze zielen gebaard.
Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, voor alle mensen die hij liefheeft. Heer, open mijn lippen; en mijn mond zal uw lof verkondigen.
58
Loof de naam van de Heer Khvalite imya, Gospodne. Alliluyia. Khvalite, rabi, Gospoda. Alliluyia. Blagosloven Gospod’ ot Siona, zhivy vo Ierusalime. Alliluyia. Ispovedaytesya Gospodevi yako blag; yako v vek milost’ Yego, Alliluyia. Ispovedaytesya Bogu nebesnomu, yako v vek milost’ Yego. Alliluyia. Loof de naam van de Heer. Halleluja! Loof hem, dienaren van de Heer. Halleluja! Geprezen zij de Heer op de Sion, hij die zijn woning heeft in Jeruzalem. Oh loof de Heer, want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. Halleluja! Oh loof de allerhoogste God, eeuwig duurt zijn trouw. Halleluja! Gezegend zij Uw naam, Heer Blagosloven yesi, Gospodi, nauchi mya opravdaniyem Tvoim. Gezegend zij uw naam, Oh Heer; leer mij de weg uwer geboden. Angel’ ski sobor udivisya, zrya Tebe v mertvykh vmenivshasya; smertnuyu zhe, Spase, krepost’ razorivsha, i s Soboyu Adama vozdvigsha, i ot ada vsya svobozhdsha. (Blagosloven yesi) Heel het gezelschap van engelen was verwonderd wanneer zij u aanschouwden onder de doden; doch gij hebt de kracht van de dood vernietigd, Oh Verlosser, en met uzelf hebt gij Adam doen herrijzen, en ons allen van de Hades bevrijd. (Gezegend zij uw naam)
59
Pochto mira s milostivnymi slezami, o uchenitsy, rastvoryayete? blistayasya vo grobe Angel mironositsam veshchashe: Vidite vy grob, i urazumeyte, Spas bo voskrese ot groba. (Blagosloven yesi) Waarom vermengen jullie de zoet ruikende zalf, O jullie apostelen, met jullie tranen vol medelijden? schijnend vanuit het graf sprak de Engel tot de vrouw met de specerijen: Aanschouw het graf, en wees verheugd, want hij is niet hier, maar herrezen. (Gezegend zij uw naam) Zelo rano mironositsy techakhu ko grobu Tvoyemu rydayushchyya, Heel vroeg kwam de mirre dragende vrouw, ernstig weeklagend, naar het graf: no predsta k nim Angel i reche: Rydaniya vremya presta, ne plachite, voskreseniye zhe Apostolom rtsyte. (Blagosloven yesi) maar voor hen stond een Engel en zei: De tijd van uw rouw is gekomen; treur niet langer, maar ga en vertel de apostelen dat hij verrezen is. (Gezegend zij uw naam)
60
Mironositsy zheny , s miry prishedshiya ko grobu Tvoyemu, Spase, rydakhu, Angel zhe k nim reche, glagolya: Shto s mertvymi zhivago pomyshlyayete? Yako Bog bo voskrese ot groba. Toen de mirre dragende vrouw uw graf naderde, Oh Heiland, rouwden zij: maar een Engel sprak tot hen, en zei: Waarom zoeken jullie de levenden onder de doden? Als God is hij uit het graf herrezen. Slava Otsu i Synu i Svyatomu Dukhu, Poklonimsya Otsu, i Yego Synove, i Svyatomy Dukhu, Svyatey Troitse vo yedinom sushchestve, s serafimi zovushche: Svyat, syvat, syvat, yesi Gospodi. I nyne, i priso, i vo veki vekov, Amin’. Geprezen zij de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest. Laat ons aanbidden de Vader met de Zoon en de Heilige Geest, De Heilige Drievuldigheid, drie in een en een in drie; laat ons huilen met de engelen Heilig, Heilig, Heilig, de Heer God van Sabaoth, zoals het is en altijd zal zijn, wereld zonder einde. Amen. Zhiznodavtsa rozhdshi, greka, Devo, Adama, izbavila yesi, Radost’ zhe Yeve v pechali mesto podala yesi: Padshiya zhe ot zhizni, k sei napravi, iz Tebe voplotivyisya Bog i chelovek. Alliluyia! Slava Tebe, Bozhe. Gij, Oh Heilige Maagd, die de Heer hebt voortgebracht, bevrijdde Adam en ruilde Eva’s verdriet voor vreugde: zij die het leven is ontvallen, wordt genezen door de Verlosser, incarnatie van u, zowel God als mens. Halleluja! Geprezen zijt Gij, Oh God.
61
Wij hebben uw verrijzenis gezien, Oh Christus Voskreseniye Khristovo videvshe, Poklonimsya Svyatomu Gospodu Iisusu, Yedinomu bezgreshnomu. Krestu Tvoyemu poklanyayemsya Khriste, i svyatoye voskreseniye Tvoye poyem i slavim. Ty bo yesi Bog nash, razve Tebe inogo ne znayem Imya Tvoye imenuyem, Priidite, vsi vernii, poklonimsya Svyatomu Khristovu voskreseniyu: Se bo priide Krestom radost’ vsemu miru. Vsegda blagoslovyashche Gospoda, Poyem voskreseniye Yego: raspyatie bo preterpev, smertiyu smert’ razrushi. Wij hebben uw verrijzenis gezien, Oh Christus, en aanbidden u, Oh Heilige Heer Jezus, want alleen gij zijt zonder zonden. Wij vereren uw Kruis, Oh Heer Christus, en wij loven en roemen uw heilige verrijzenis. Want gij zijt onze God; wij kennen geen andere dan gij; daarom roepen wij uw Naam aan. Oh treedt nader, gij allen gelovigen, laat ons Christus’ heilige verrijzenis verheerlijken: Want aanschouw, doorheen de Boom is vreugde naar heel de wereld gekomen; waarvoor wij de Heer eeuwig zegenen en wij bezingen zijn verrijzenis met vreugde die de schaamte van het kruis heeft ondergaan, en door zijn dood de dood heeft overwonnen. Hoog verheft mijn ziel de Heer Velichit dusha moya Gospoda, i vozradovasya dukh moy o Boze Spase moyem. (Chestneyshuyu kheruvim i slavneyshuyu bez sravneniya serafim,
62
bez istleniya Boga Slova rozhdshuyu, sushchuyu Bogoroditsu Tya velichayem.) Hoog verheft mijn ziel de Heer en verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser. (Oh hoger dan de Cherubijn, roemrijker zonder weerga dan de Serafijn; gij die onbezoedeld God het Woord openbaart, Moeder Gods in de waarheid zelve, wij verheerlijken u.) Yako prizre na smireniye raby Svoyeya, se bo ot nyne ublazhat mya vsi rodi. (Chestneyshuyu kheruvim… Want hij heeft de nederigheid van zijn dienstmaagd aanschouwd: want zie, voortaan prijst ieder geslacht mij zalig. (Oh hoger dan de Cherubijn... Yako sotvori mne velichiye Sil’ny, i svyato imya Yego; I milost’ Yego v rody rodov boyashchymsya Yego. (Chestneyshuyu kheruvim… Want hij die machtig is, heeft grote dingen gedaan voor mij, en heilig is zijn naam, Hij ontfermt zich over hen die hem vrezen van generatie tot generatie. (Oh hoger dan de Cherubijn... Nizlozhi sil’nyya so prestol, i vosnese smirennyya; Alchushchiya ispolni blag, i bogatyashchiyasya otpusti tshchi. (Chestneyshuyu kheruvim… Hij heeft de heersers van hun troon gestoten, en heeft de nederigen en zwakken tot aanzien gebracht. Hij heeft de hongerigen met alle goeds vervuld en de rijken heeft hij heen gezonden met lege handen. (Oh hoger dan de Cherubijn...
63
Vospriyat Izrailya otroka svoyego, pomyanuti milosti, Yakozhe glagola ko otsem nashim, Avraamu i semeni yego, dazhe do veka. (Chestneyshuyu kheruvim… Hij heeft zijn dienaar Israël geholpen, zijn ontferming indachtig; Zoals hij aan onze voorvader Abraham en diens nageslacht voor eeuwig beloofd heeft. (Oh hoger dan de Cherubijn... Geprezen zij God in den Hoge Slava v vyshnikh Bogu, i na zemli mir, v chelovetsekh blagovoleniye. Khvalim Tya, blagoslovim Tya, klanyayemtisya, slavoslovim Tya, blagodarim Tya velikiya radi slavy Tvoyeya. Gospodi Tsaryu nebesny, Bozhe Otche, Vsederzhitelyu, Gospodi Syne Yedinorodny, Iisuse Khriste, i Svyaty Dushe. Gospodi Bozhe, Agnche Bozhi, Syne Otech’, vzemlyai grekh mira, pomiluy nas; vzemlyai grekhi mira, priimi molitvu nashu. Sedyai odesnuyu Otsa, pomiluy nas. Geprezen zij God in den hoge en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft. Wij loven U. Wij prijzen en aanbidden U. wij verheerlijken U en zeggen U dank voor uw grote heerlijkheid. Heer God, hemelse Koning, God almachtige Vader; Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus; Alsook de Heilige Geest. Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader; Gij die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
64
Gij die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed; Gij die zit aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over ons. Yako Ty yesi, yedin svyat, Ty yesi yedin Gospod’, Iisus Khristos v slavu Boga Otsa. Amin’. Na vsyak den’ blagoslovlyu Tya, i voskhvalyu imya Tya, vo veki i v vek veka. Spodobi, Gospodi, v den’ sey bez grekha sokhranitisya nam. Blagosloven yesi, Gospodi, Bozhe, Otets nashikh, i khval’no i proslavleno imya Tvoye vo veki, amin’. Budi, Gospodi, milost’ Tvoya na nas, Yakozhe upovakhom na Tya. Pomiluy mya. Blagosloven yesi, Gospodi, nauchi mya opravdaniyem Tvoim. Istseli dushu moyu. Want Gij alleen zijt de Heilige. Gij alleen de Heer. Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus. in de heerlijkheid van God de Vader. Amen Elke dag opnieuw wil ik u prijzen, Oh Heer, en uw naam loven tot in eeuwigheid. Heer, wil ons heden zonder zonde bewaren. Geprezen zijt Gij, Oh Heer; God onzer Vaderen, geloofd en verheerlijkt zij uw heilige Naam voor eeuwig, amen. Laat uw genadige goedheid, Oh Heer, ons toekomen; zoals wij ons vertrouwen in u stellen. Wees mij genadig. Gezegend zijt Gij, Oh Heer; leer mij uw geboden. Heel mijn ziel.
65
Blagosloven yesi, Gospodi, nauchi mya opravdaniyem Tvoim. K Tebe pribegokh. Blagosloven yesi, Gospodi, nauchi mya opravdaniyem Tvoim. Gospodi, pribezhishche byl yesi nam v rod i v rod. Az rekh: Gospodi, pomiluy mya, istseli dushu moyu, yako sogreshikh Tebe, nauchi mya tvoriti volyu Tvoyu, yako Ty yesi Bog moy, yako u Tebe istochnik zhivota, vo svete Tvoyem uzrim svet: Probavi milost’ Tvoyu vedushchim Tya. Gezegend zijt gij, Oh Heer; leer mij uw geboden. Ik zoek bij u mijn toevlucht. Gezegend zijt gij, Oh Heer; leer mij uw geboden. Heer, gij zijt onze toeverlaat geweest van generatie op generatie. Ik zei: ‘Heer, wees mij genadig, en genees mijn ziel, want ik heb tegen u gezondigd.’ Leer mij handelen naar uw behagen, want Gij zijt mijn God, want bij U is de bron van het leven, in Uw licht zien wij licht. Toon aan uw getrouwen gedurig uw liefde, Svyaty Bozhe, svyaty krepki, svyaty bessmertny, pomiluy nas. Slava Otsu i Synu i Svyatomu Dukhu, i nyne i prisno, i vo veki vekov, amin’. Heilige God, Heilige, Machtige, Heilige, Onsterfelijke, Ontferm U over ons. Geprezen zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was, nu is, en altijd zal zijn: de wereld zonder einde, amen.
66
Svyaty bessmertny, pomiluy nas; Svyaty Bozhe, svyaty krepki, Svyaty bessmertny pomiluy nas. Heilige, Onsterfelijke, Ontferm U over ons. Heilige God, Heilige, Machtige, Heilige, Onsterfelijke, Ontferm U over ons. Vandaag is de verlossing gekomen Dnes’ spaseniye miru byst’, poyem voskresshemu iz groba, i nachal’niku zhizni nasheya; razrushiv bo smertiyu smert’, pobedu dade nam i veliyu milost’. Vandaag is de verlossing op aarde gekomen; laat ons onze Verlosser loven, die herrezen is uit het graf; want hij is de Schepper van ons leven; hij die de dood met de dood bestreden heeft, heeft ons de overwinning geschonken en met grote sympathie bejegend. Wanneer gij uit het graf zijt herrezen Voskres iz groba, i uzy rasterzal yesi ada: razrushil yesi osuzhdeniye smerti, Gospodi, vsya ot setey vraga izbavivy. Yavivy zhe sebe apostolom Tvoim, poslal yesi na propoved’, i temi mir Tvoy podal yesi vselenney, Yedine mnogo milostive. Wanneer gij uit het graf zijt herrezen, en de ketenen van de hel hebt gebroken, hebt gij de verdoemenis van de hel vernietigd Oh Heer, die de ketenen van de vijand breekt. Uzelf openbarend aan uw apostelen, hebt gij hen heen gezonden om Uw Woord te verkondigen, en zo Uw vrede door hen toegekend aan heel de wereld, O gij enige vol van genade
67
Gij, uitverkoren leider Vzbrannoy voyevode pobeditel’naya, yako izbavl’shesya ot zlykh, blagodarstvennaya vospisuyem Ti rabi Tvoi, bogoroditse! No yako imushchaya derzhavu nepobedimuyu, ot vsyakikh nas bed svobodi, da zovyom Ti: raduysya nevesto nenevestnaya! Door de Hemel uitverkoren leider van jubelende horden daar gij ons van het kwaad hebt verlost, overstelpen uw dienaren u met hymnen van verheugde dankbetuiging, gij die God gebaard hebt! Verlost gij, aan wie God onoverwinnelijke macht geschonken heeft, ons van alle onheil; en dan zullen wij schreeuwen: heil aan u, Oh Bruid en eeuwige Maagd! vertaling: Kim Maes
68