ARTISTIEK PEDAGOGISCH PROJECT
0. Visie vanuit het beleid 0.1 Inleidende perspectieven Zeventig jaar onderwijs aan de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans in Maasmechelen heeft in het Maasland vele talenten en bekende musici voortgebracht. Dit gegeven is iets wat onze school blijvend wenst te realiseren door traditie, innovatie en creativiteit. Kunst beoefenen is als het ware een “commitment for life”. Voor wie mooie resultaten wil behalen is niet alleen talent, maar ook discipline en doorzettingsvermogen onontbeerlijk. Daaruit volgt ook dat “leren” aan onze academie vele opvoedkundige aspecten omvat die passen in een ontwikkeling op lange termijn, met name het “levenslang leren”. Enkele van deze belangrijke aspecten zijn persoonlijkheids-ontplooiing, zin voor verantwoordelijkheid, respect voor anderen, functioneren in groep en het ontwikkelen van een kritisch beoordelingsvermogen. Dit gebeurt natuurlijk met behulp van evaluaties en in overleg met de ouders. Al deze factoren komen uitgebreid aan bod in ons onderwijs, waardoor de academie een onmisbare schakel is in het ontwikkelingsproces van jongeren en volwassenen. De hoofddoelstelling van onze academie is dan ook: vanuit een professionele gedrevenheid, kwalitatief hoogstaand en progressief onderwijs verstrekken in een sfeervolle, vriendelijke omgeving.
0.2 Een blik op de omgeving en de externe partners Niet alleen bij de opvoeding en ontwikkeling maar ook bij de sociale en culturele terugkoppeling naar de Maasmechelse gemeenschap speelt de academie een belangrijke rol. Zo zingen onze leerlingen in koren, spelen ze in orkesten, ensembles en popgroepen, en werken ze mee aan verschillende interdisciplinaire projecten binnen en buiten de academie. Ook het regelmatig bijwonen van voorstellingen in het cultuurcentrum en de participatie met de gemeentelijke cultuurdienst zijn een belangrijke meerwaarde in de culturele beleving van leerlingen, leraren en ouders. Eveneens van belang zijn de projecten “Kinderklanken op School”, “Vlaggen en Wimpels” (Kinderacademie) en “Ukelila” respectievelijk initiatielessen muziek voor de eerste en tweede graad van het lager onderwijs, maar ook artistieke lessen in het kader van Gelijke Onderwijskansen (GOK) binnen onze gemeente. Deze projecten ontstaan door de samenwerking met alle lagere scholen van Maasmechelen. Hierbij mogen we als academie steeds genieten van een geweldige respons van zowel uitstekend meewerkende directies als van zeer enthousiaste reacties van leerlingen en ouders. Er is ook aandacht en waardering voor de concerten en voorstellingen die ontstaan uit de samenwerking met verschillende verenigingen, middelbare scholen, bedrijven en het OCMW. De vele Maasmechelse bedrijven en KMO’s die ons promsconcert financieel steunen maken het geheel compleet. De band tussen onze academie en de volledige Maasmechelse bevolking is dus zeer sterk verankerd.
0.3 Een gedegen personeelsbeleid “Het menselijke kapitaal is de bron van de toegevoegde waarde”. (Vanderstraeten, 2001; Middlewood en Lumby, 1998). Het “zijn” van de academie is onmogelijk zonder het schitterende team van leraren en secretariaatsmedewerkers dat onze academie rijk is. In een goed human resourcesbeleid zijn er verschillende onderdelen: aanwerving van nieuwe leraren en de planning van de personeelsbehoefte (leerlingenaanbod, uitbouwen van cursussen,
2
vervangingen van leraren), indien nodig,de eigenlijke selectie (sollicitatiegesprek en het eventueel afleggen van een proef: lesgeven aan jongeren en volwassenen), de introductie en opvang van de nieuwe medewerker (begeleiden en vertrouwd maken met de visie van onze school en de schoolstructuur, o.a. via een intakegesprek en onder begeleiding van een coach maar ook met een eigen bijdrage). De interne communicatie binnen onze academie gebeurt op formele en informele wijze. Formeel via het Pedagogisch College, richting gevend, behalve voor personeelszaken. Dan zijn er de vakgroepen, geleid door ‘vakgroephoofden’ die allemaal deel uitmaken van het Pedagogisch College. In de vakgroepen hebben de leraren de mogelijkheid om hun visies betreffende het verloop in onze academie uiteen te zetten. Deze worden indien nodig besproken op de vergadering van het Pedagogisch College, waarna het verslag van deze vergadering terug wordt overlopen binnen de vakgroep. Verdere communicatie intra muros verloopt via de coördinator(en), de algemene personeelsvergaderingen, tal van personeelsnota’s en door informele gesprekken in het leraarslokaal of op de gang, die op dezelfde golflengte verlopen als de officiële communicatiekanalen. Op vraag van leraren zijn persoonlijke gesprekken natuurlijk steeds mogelijk. Voor een nog bredere medewerking en betrokkenheid zijn er, ook voor een goede communicatie, verschillende ondersteunende teams opgericht, met name: het concertteam, het zorgteam, het ICT-team, het organisatieteam, het personeelsteam, het veiligheidsteam en het ALB-team (Academie Leerlingen Begeleiding). Wat betreft externe communicatie is er overleg met de inspectie en het departement Onderwijs mogelijk. Ook behoort bevraging bij de gemeentelijke diensten, het cultuurcentrum, de cultuurbeleidscoördinator, de jeugddienst en de gemeentesecretaris tot de opties. Bovendien is er regelmatig overleg met de Schepen van Onderwijs. Dan zijn er nog de contacten met externe organisaties zoals OVSG, VerDi en VLAMO. Ook wordt er bijna jaarlijks vergaderd met de muziekverenigingen van Maasmechelen over de samenwerking met onze academie i.v.m. het uitwerken van gezamenlijke projecten. Bovendien is er een open overlegstructuur met de directies van alle lagere scholen. Dit geheel vormt een netwerk waarbij de doorstroming van informatie belangrijk is en alle noodzakelijke items binnen het Pedagogisch College aan bod komen. Op vlak van nascholing is er in het verleden intensief gewerkt om iedereen een ruim aanbod te geven. De laatste jaren waren er, afgezien van de pedagogische studiedagen, een aantal vrije initiatieven of collectieve navorming aangeboden. Jaarlijks wordt er met een navormingsplan gewerkt. Functioneringsgesprekken nemen veel tijd in beslag, maar zijn nog net haalbaar in een ‘middelgrote’ academie als de onze. Open communicatie en een intermenselijke sfeer tijdens deze gesprekken zijn van vitaal belang. De doelstelling van deze gesprekken is tweeledig: enerzijds zijn ze bedoeld als coaching met bespreking van resultaten, attitude en toekomstperspectieven. Anderzijds dienen ze als beoordeling van het klasbezoek, dit zowel bij tijdelijk aangestelde als bij vastbenoemde docenten. Dit gebeurt in principe binnen een cyclus van vier jaar. Het gaat hier niet alleen over de pedagogische kwaliteiten van de leraar, maar ook over de leerlingen en de sfeer in de klas. Bovendien wordt ook het functioneren van de leraar binnen het schoolteam belicht. Belangrijk hierbij is dan ook dat de leraar schriftelijk aanmerkingen kan maken over zijn functioneren. Kwalitatieve communicatie met personeelsleden betekent luisteren, inspireren en individueel ondersteunen, zowel op pedagogisch, persoonlijk als op materieel vlak. Een degelijke begeleiding, waardering en stimulering zullen vooral voor de toekomstige ontwikkeling tot betere resultaten en een gebalanceerde verhouding tussen de verschillende aspecten van het schoolwezen leiden. Het geheel wordt met een evaluatiegesprek afgerond.
3
0.4. Innovatieve filosofie Differentiatie is het sleutelwoord binnen het DKO, vandaag en in de toekomst. Zo zijn we in 2011 begonnen met het implementeren van volksmuziek. Binnen het vak AMT/MT is muziektechnologie goed ingeburgerd in onze academie. Ondanks de vernieuwingstendens is het toch ook belangrijk dat bestaande structuren behouden blijven. Zo is bijvoorbeeld modulair onderwijs zeker niet voor alle vakken zoals o.a. instrument van toepassing. Voor de vakken AMC, AMT en instrumentaal ensemble is dit meer vanzelfsprekend. Naast innovatie, adaptief onderwijs en gelijke onderwijskansen (GOK) binnen onze gemeente gaat onze aandacht ook uit naar verbetering van bestaande cursussen. Gezien de achteruitgang in de ontwikkeling van de stemvorming binnen het lager onderwijs en het vak AMV wordt er geopteerd voor een bijkomende klas samenzang voor leerlingen Muziek van de lagere graad. Dit voor één uur per week bij de vakleraar zang. Functioneel onderwijs is steeds opnieuw inspelen op vragen en veranderingen vanuit de maatschappij. Zoals vaak uit het verleden is gebleken zal ook nu onze school een blijvend voorbeeld zijn door zich ten volle ten dienste te blijven stellen van iedereen die zich verder wil ontwikkelen binnen onze academie.
1. De historiek van onze academie in een notendop Hoe het allemaal begon... Op 10 oktober 1945 wordt in de klaslokalen van de lagere school met welgeteld 115 leerlingen het eerste schooljaar aangevat aan de Muziekschool Eisden-Tuinwijk. Daar wordt de basis gelegd van datgene wat op dit ogenblik onder de noemer van “Kunstacademie Maasmechelen” wordt georganiseerd. Werpen we even een blik in het verleden van de academie…
De vloeiende tonen in een galmende gang In het begin van de twintigste eeuw kent het Maasland op het vlak van kunstonderwijs hooguit hier en daar privéonderricht, meestal pianolessen die gegeven worden door onderwijzers of koster-organisten. En voor de blaasinstrumenten maakt zich in de verschillende kerkdorpen wel een of ander lid van de plaatselijke fanfare verdienstelijk met het opleiden van de jonge spelers voor de vereniging. In de jaren twintig wordt Arthur Forgeron, een volleerd musicus en componist, door de Kolenmijn Limburg-Maas naar Eisden gehaald om er de Harmonie van de Mijn te dirigeren. Ieder zichzelf respecterende industrie heeft immers een muzikale groep om feestelijkheden op te luisteren. Forgeron start meteen met een eerste klas voor “solfège” in een zaal van de Oude Burelen, waar de grote vleugel uit het Kasteel van Leut is ondergebracht. Eén van de eerste leerlingen die daar luidkeels de solfège-lesjes van Lavignac en Gilson zingt, blijkt Josée Ramakers. Zij zou later als mevrouw Vigneron de grote drijfkracht worden en de basis leggen van wat op dit ogenblik onder de noemer van de “Academie voor Muziek Toneel & Dans” wordt ontplooid.
De solfègeklas Er wordt wat afgemusiceerd in die tijd. Bij de ouders van mevrouw Vigneron komen vrienden bijeen om muziek te maken rond de piano. Met een viool, klarinet, saxofoon, cello... naargelang ze te vinden zijn. Uit die samenstelling,
4
samen met andere groepen huismuziek, ontstaat de “Symfonie van de Kolenmijnen”. Kinderoperettes en balletten worden naast de feestelijkheden op de mijn door hen opgeluisterd. Mevrouw Vigneron geeft op het einde van de dertiger jaren al lessen aan een veertigtal leerling-pianisten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaan die lessen, zo goed en zo kwaad als het kan, regelmatig door en worden vaak pretentieloze leerlingenconcerten gebracht. Op één van die concerten verschijnt de toenmalige koolmijndirecteur Seutin en die belooft meteen om na de oorlog mevrouw Vigneron ten volle te steunen bij de oprichting van een muziekschool. Onmiddellijk na het luwen van het oorlogsgeweld zoekt mevrouw Vigneron de eerste contacten met het Ministerie van Onderwijs.
Bezieling Met de financiële steun van de mijn wordt op 10 oktober 1945 in de klaslokalen van de lagere school met welgeteld 115 leerlingen het eerste schooljaar aangevat aan de muziekschool van Eisden-Tuinwijk. “Er heerste die eerste week een geestdriftige drukte in schoollokalen en gangen. Nog steeds herinner ik me de plotse emotie die ons, mijn man en ik, verraste die vrijdagavond van de eerste week van dat eerste schooljaar, toen wij in de galmende gang de door elkaar vloeiende tonen van koper, hout en snaren over ons lieten aanspoelen... Een droom was werkelijkheid geworden: de muziekschool bestond! Tot op mijn laatste dag zal dat ogenblik een zalige herinnering blijven...”, zo schrijft mevrouw Vigneron later. Er wordt hard gewerkt die eerste jaren om zoveel mogelijk verschillende instrumentcursussen in te richten zodat vanaf 1 januari 1949 de school zich al “Vrije Muziekacademie” mag noemen. Maar in het begin van de jaren vijftig kampt de kolenmijn met een zware afzetcrisis en die luiden voor de Muziekacademie een langdurige periode van onzekerheid in. Want hoe hoger de kolenstock hoe lager de werkingstoelage voor de academie.
Emoties Leraren met speciale opdrachten moeten worden opgezegd en vervangen door hun meest gevorderde leerling of oud-leerling. Lestijden worden ingekort en klassen ontdubbeld. Gelukkig worden de meeste gemeentebesturen van het Maasland tot een financiële bijdrage bereid gevonden zodat in 1952 de vrije muziekacademie een “Gewestelijke Muziekacademie” wordt. Van Rotem tot Lanaken gaan vanaf dat ogenblik de muzieklessen door. En mevrouw Vigneron staat niet stil. Zij is doordrongen van een grote liefde voor al hetgeen met kunst en cultuur te maken heeft. Ze wil de Maaslandse jeugd een bredere esthetische opvoeding bieden dan uitsluitend muziekonderwijs. In 1954 wordt door haar een cursus voordracht en dictie gestart aan de Muziekacademie, hetgeen meteen de basis vormt van de huidige afdeling Woord binnen onze academie. Ook richt zij een “Volkskunstschool” en een “Jeugdmuziekschool” op. En omdat het in de streek ontbreekt aan onmisbare toonbeelden van volwaardige concerten wordt “Jeugd en Muziek” opgericht. Gerenommeerde muziekensembles vinden zo hun weg naar onze gemeente.
De schreeuw om een inrichtende macht “Indien de academie heden bestaat, dan is het allereerst te danken aan de toewijding van de personeelsleden die vanaf 1 januari 1960 tot op 28 augustus 1961 trouw bleven doorwerken zonder de minste vergoeding of tegemoetkoming...” Dat is de overtuiging van mevrouw Vigneron die vanaf de jaren vijftig als directrice het bijzonder moeilijk heeft met de bestendiging van de werking van de academie. Oorzaken daarvan zijn de tanende mijnindustrie, de schoolwet van 1959 en bovenal de kolenmijn die zich terugtrekt als inrichtende macht. Vanaf 1960 worden ontelbare - en meestal vruchteloze - pogingen ondernomen bij gemeente, provincie en staat voor een overname van de academie door een officiële overheid. De dossiers worden naar alle horizonten verstuurd maar tevergeefs.Het zal tot in 1972 duren vooraleer de schreeuw om een inrichtende macht kan worden beantwoord. Op het ogenblik van de grote gemeentefusies wordt het mogelijk dat de gemeente Maasmechelen als nieuwe, inrichtende macht kan optreden.
5
De groei naar zekerheid Dit hoopvolle nieuws bereikt het personeel van de academies als zonlicht op het einde van een lange, donkere tunnel: de school zal eindelijk een stabiele toekomst kennen! De beslissing heeft evenwel tot gevolg dat de “gewestelijke” muziekacademie wordt opgesplitst. Even nadien ontstaan in de andere Maaslandse gemeenten aparte scholen die, ontstaan vanuit de gewestelijke muziekacademie in Maasmechelen, een eigen weg zullen leiden. Mevrouw Vigneron blijft aan het hoofd van de Muziekacademie tot augustus 1979 en het is dankzij haar nooit ophoudende werkijver, een niet-aflatend doorzettingsvermogen en haar ongebreidelde liefde voor de kunst dat het fundament voor het kunstonderwijs in het Maasland wordt gelegd. Zij wordt in haar directiefunctie opgevolgd door Maurice Delporte, die als leerling en leraar altijd al verbonden was aan de muziekacademie. Het schooljaar 1979-1980 wordt bovendien een jaar waarin zowel mevrouw Vigneron als dhr. Delporte het directeurschap samen delen. Op die manier krijgt de nieuwe directeur de werking en administratieve taken systematisch onder de knie.
De fakkel wordt doorgeven Dhr. Delporte zet vanaf 1980 het werk van mevrouw Vigneron naarstig verder en tracht de lijn die door zijn voorgangster is uitgestippeld nauwgezet verder te zetten. In 1994 gaat Maurice Delporte definitief met pensioen. Nadat Jean Kaes, ook al een leerling uit de eigen academie, als dienstdoend directeur bijna twee schooljaren als hoofd van de instelling fungeert, stelt het gemeentebestuur van Maasmechelen op 1 april 1996 een nieuwe directeur aan, met name Pieter Nijsten. Dhr. Nijsten heeft een gedegen, muzikale loopbaan achter de rug alvorens hij tot directeur wordt benoemd.
Op naar een nieuw millennium Trouw aan zijn studies brengt dhr. Nijsten onmiddellijk een afdeling “Jazz & Lichte Muziek” naar de academie van Maasmechelen. Hij activeert ook een aantal nieuwe functies zoals het Pedagogisch College en de vakwerkgroepen, waardoor de leraren meer inspraak krijgen in het beleid. Ook is er de functie van coördinator, ingevuld door Mark Prils. Samen wordt er verder gebouwd aan de uitstraling van de academie. Zo bieden de kerstconcerten en de inmiddels bekende promsconcerten een mooi en groot podium voor veel studenten en leraren. In 2003 wordt gestart met een afdeling “Dans”, wat na enkele jaren resulteert in een naamsverandering tot “De Gemeentelijke Academie voor Muziek, Toneel & Dans”. De titel “Toneel” komt er om binnen multicultureel Maasmechelen een duidelijker beeld voor de afdeling “Woord” te creëren. Vanaf 1 september 2004 wordt de functie van directeur gedeeld met dhr. Prils die in 2005 Pieter Nijsten opvolgt. Ook nu weer wordt door het schoolbestuur gekozen voor iemand van eigen bodem. Mark Prils wordt in zijn directeursambt bijgestaan door coördinatoren Patrick Warson en Jo Stijnen. In het 70ste levensjaar van de academie worden er verschillende interdisciplinaire projecten georganiseerd en wordt de aanzet gegeven tot een verdere uitbouw van de theateren dansacademie. Tevens volgt een innovatie voor verschillende theoretische vakken door de aankoop van multimedia-materiaal. Hoe de resterende jaren van dit millennium aan de academie zullen worden ingevuld, is meer dan waarschijnlijk te lezen in de geschiedenisboeken die bij een nieuwe gelegenheid zullen worden geschreven.
6
2. Onze huidige visie op kunstonderwijs
2.1 Algemene beschouwingen en doelstellingen Onze academie biedt eerst en vooral een rijke waaier aan opleidingsmogelijkheden zowel voor jongeren als volwassenen. Het belang van culturele flexibiliteit, sociaal bewustzijn en artistieke creativiteit staan hierbij onmiskenbaar in de kijker. Door haar multicultureel karakter vertegenwoordigt de academie een vitaal deel van het culturele leven in en rond Maasmechelen. Bovendien staat ze open voor de samenwerking met andere kunstuitingen als muziek, theater, dans en beeldende kunsten. Haar open houding spreekt een zo breed mogelijke laag van de bevolking aan, waarbij elk individu zich volgens zijn eigen capaciteiten via een weloverwogen kwalitatief-pedagogisch traject kan ontwikkelen. Voor het docententeam en de leerlingen is er bovendien de mogelijkheid regelmatig te participeren in podiumprojecten in en rond de school (b.v. promsconcerten, voorstellingen in het CC, e.a.). Op die manier wordt hun visie op kunst spelenderwijs uitgebreid en de doorgroei naar meer zelfbewustzijn gestimuleerd. Natuurlijk functioneert onze academie ook als thuisbasis voor hen die op specifieke cultureel-artistieke vragen een antwoord wensen. Omdat kunst in wezen het spectrum tussen individuele expressie en sociaal engagement overkoepelt, vertegenwoordigt onze academie een kleurrijk palet aan artistieke opleidingsvelden (klassieke muziek, jazz & popmuziek, folk, theater, literaire creatie, dans, …) waarbij de balans tussen de technische mogelijkheden van de leerlingen en de kwalitatieve esthetische output voortdurend onder de loep wordt genomen. Met het oog én het oor op de uitvoeringspraktijk gericht leidt onze academie gemotiveerde mensen op met de bedoeling hen creatief te kunnen inschakelen in het sociaal-culturele totaalgebeuren (koren, orkesten, toneelverenigingen of ensembles). Bovendien wil onze school de leerlingen een open sociaal-culturele visie meegeven en de ontwikkeling van een aandachtige geest ten opzichte van kunst in het algemeen. Dat hierbij het plezier beleven aan de uitbouw van het artistiek proces, zowel in onze academie, bij de leerlingen thuis, als bij buitenschoolse projecten van cruciaal belang blijkt, is uiteraard vanzelfsprekend. Vanuit een kritische en didactisch verantwoorde reflectie reikt onze academie de leerlingen de gepaste speeltechnieken aan die bijdragen tot een efficiënte muzikale, verbale of lichaamsexpressie. Uiteraard zijn er nog de historische omkadering (componisten, stijlen, uitvoerders,…) en de theoretische bagage die het inzicht in het artistieke proces aanzienlijk verruimen. De mogelijkheid tot contact met zowel historische als hedendaagse kunststromingen verrijkt onmiskenbaar het artistiek zelfbewustzijn van de leerlingen. Onze academie blijft ook haar deuren open stellen voor afgestudeerde leerlingen; de alumni kunnen binnen de academie artistiek aan de slag blijven.
2.2 Adaptief onderwijs Doelstelling: Adaptief onderwijs in onze academie gaat uit van de capaciteiten van de leerling. Door onderwijs op maat aan te bieden willen we niet alleen het leerproces efficiënter maken, maar er ook voor zorgen dat elke leerling de beste kansen krijgt. Hierbij streven we naar basisbehoeften bij de leerling: met name competentie oftewel het plezier beleven aan het musiceren en het geloof in eigen capaciteiten, relatie oftewel het gevoel dat anderen je waarderen, en autonomie oftewel het gevoel dat je iets zelfstandig kunt ondernemen. Dit willen we realiseren door leerlingen in relatie tot hun individuele capaciteiten uit te dagen, ze te ondersteunen en ze vertrouwen te geven in de goede afloop van het leerproces. Daarbij kiezen we voor een structurele aanpak. Deze aanpak gebeurt niet slechts incidenteel, maar garandeert onderwijs voor langere tijd.
7
De visie van onze academie op adaptief onderwijs is tweeledig. Enerzijds willen we iedere leerling binnen zijn eigen mogelijkheden tot op een zo hoog mogelijk niveau brengen. Dit wordt door elke leraar toegepast in zijn eigen lessituatie a.h.v. het groepsgericht individueel lesgeven. Anderzijds geven we extra aandacht aan leerlingen die buiten de gemiddelde “norm” vallen. Zo willen we niet alleen de minder begaafde leerling, maar ook de hoogbegaafde leerling op maat lesgeven. Dit realiseren we in de vorm van een graadklas en een talentklas. De “graadklas AMV” L3-L4 is er voor leerlingen die moeite hebben met bepaalde onderdelen uit de leerstof AMV (bijvoorbeeld dictee). In deze klas worden leerlingen niet sporadisch, maar het hele jaar door op hun niveau doorheen de leerstof begeleid. Dit werkt volgens ons veel efficiënter dan een leraar die enkel met een leerling werkt indien het probleem zich stelt, of net voor de examens. Door deze langdurige aanpak worden de problemen bij de wortel aangepakt en wordt er bij de leerling een automatiseringsproces gecreëerd. Het doel van deze klas is enerzijds de betrokken leerling onderwijs op maat verschaffen, maar ook de “gewone” klas AMV optillen naar een beter gemiddeld niveau. De evaluatie gebeurt op identieke wijze als in een standaard AMV-klas, maar wordt langer voorbereid. De “talentklassen” zijn er voor leerlingen in de Middelbare of Hogere Graad die over een uitzonderlijk talent beschikken. Zij krijgen extra begeleiding om hun talent nog verder te ontplooien. De leraar en directie beslissen of een leerling in kwestie geschikt is om tot deze talentklas toe te treden. Er worden hierbij voor de leerling natuurlijk hogere verwachtingen gesteld, zoals meedoen aan wedstrijden, concerten, … en uiteraard nog meer studiediscipline. De leerling krijgt dan ook wekelijks een uur individueel hoofdvakles én regelmatig een uur repetitie met pianobegeleiding. Bovendien zijn er extra lessen (AMV, AMT, piano en muziekgeschiedenis) voor de leerlingen die de sprong naar het hoger kunstonderwijs wagen.
2.3. Evaluatie: Wie en waarom evalueren we: Doelstelling: Met de uitkomst van de bevindingen uit de evaluatie willen we onze leerlingen feedback geven om de leerdoelen op een nog betere manier te behalen. Met behulp van de evaluatie zijn we in staat om zowel de leerling bij te sturen in het onderwijsproces, maar ook de leraar een nog betere kijk te geven op de didactische aanpak. -Leerlingen kunnen voorstellen krijgen op welke punten aanpassingen dienen te gebeuren, dit tevens met een eigen inbreng/zelfevaluatie. -De leraar kan eventueel onderwijskundige veranderingen doen in de benadering van de leerling. Evaluatie moet gezien worden als één van de hulpmiddelen waarbij de beoordeling tot doel heeft te begeleiden en bij te sturen om op een betere manier het einddoel te bereiken. Al onze leerlingen, zowel jongeren als volwassenen krijgen een evaluatie. Omdat volwassenen (leerlingen die hun lessen aanvatten op een leeftijd van meer dan achttien jaar) meestal met een andere visie (bv. minder podiumambities, willen meer in een ensemble naar voor treden, ...) naar het DKO komen, kunnen zij kiezen voor een permanente evaluatie met alleen een proef op het einde van een graad. Twee keer per jaar maken we een ‘tussenstand’ op, via proeven en aan de hand van drie competenties, van het leerproces bij onze leerlingen. Dit zowel op sterke- en zwakke punten en op een positieve manier. Zie ook tekst afsprakennota examens en evaluatie.
8
2.4. Opleidingsadvies Doelstelling: Het is de bedoeling de brug tussen DKO en HO toegankelijker te maken vanuit een realistisch perspectief, waarbij concrete informatie over de voorbereiding tot hogere studies de leerlingen bewuster zal maken over hun technische en cultureel-artistieke positie in het overgangsgebied tussen DKO en HO. Onze academie biedt – naar analogie met het CLB in het dagonderwijs – opleidingsadvies voor leerlingen die hun studies in het Hoger Onderwijs (conservatorium-, theater- en dansopleidingen in binnen- en buitenland) wensen verder te zetten. Dit advies omhelst de objectivering van de mogelijkheden van de leerlingen en hun doorstromingscapaciteiten. Samen met de betrokken docenten, de leerling, de ouders, en de directie wordt er gezocht naar creatieve mogelijkheden binnen het voortgezet kunstonderwijs.
2.5. Psycho-pedagogische onderwijsaspecten Samen met de vaktechnische training in de disciplines muziek, woord en dans streven we naar een algemene persoonlijkheidsvorming bij de leerlingen. Jongeren bewust maken van hun artistieke identiteit (in muziek, woord en dans) en deze mee helpen vormgeven behoren ook tot de kerntaken van de academie. Persoonlijkheidsvorming, verantwoordelijkheidszin, respect, functioneren in groep, het ontwikkelen van een kritisch beoordelingsvermogen en artistieke zelfstandigheid behoren tot de noodzakelijke competenties van een kunstenaar. Zij vormen bovendien een aanvulling op en concretisering van enkele belangrijke vakoverschrijdende eindtermen uit het basis- en secundair onderwijs (sociale vaardigheden, burgerzin). De academie vormt, in de letterlijke zin van het woord, een ontmoetingsplaats waar jongeren en volwassenen, leraren en leerlingen op vrijwillige basis aan cultuurbeleving kunnen doen. Het geboden onderwijs stelt de leerling in het middelpunt. De leraren trachten hierbij rekening te houden met de voorkennis, het ontwikkelingsniveau en de interesses van de leerlingen. Zij spelen in op de vaardigheden die de leerlingen al hebben ontwikkeld en zullen deze in de loop van de opleiding verfijnen en aanvullen. De confrontatie tussen de muzikale identiteit van de leraar en deze van de leerlingen en de dialoog die hieruit kan ontstaan is fundamenteel voor de artistieke vorming. De lessituatie brengt niet alleen bij leerlingen, maar ook bij leraren een leerproces teweeg. De leraar is bereid zijn manier van lesgeven, in de zin van een stabiele manier van optreden, reageren en interveniëren aan te passen aan de concrete situatie die zich voordoet. De relatie die de leraar met zijn leerlingen aangaat is doordrongen van respect, empathie en echtheid. Hierin functioneert hij als een voorbeeld t.o.v. zijn leerlingen. Leraren spelen in op de behoefte van de leerling om zichzelf te ontwikkelen als artistiek persoon, die van muziek, woord of dans geniet, en die de behoefte heeft zichzelf uit te drukken en met anderen te communiceren door middel van deze disciplines. Zij zoeken een optimaal evenwicht tussen het inwendig en uitwendig motiveren van hun leerlingen. De inwendige motivatie verwijst naar de intense sensuele, esthetische of emotionele ervaringen met muziek, woord of dans die tot een sterke persoonlijk band leiden. De uitwendige motivatie hangt samen met presteren. De aandacht wordt hier gericht op een bepaald doel, bijvoorbeeld, goedkeuring van ouders, vereenzelviging met rolmodellen of het winnen van wedstrijden. Hierbij verliezen zij nooit het sociale karakter van de artistieke ontwikkeling uit het oog, waarbij de prestatie van één leerling het resultaat is van de inspanning van velen. Een leraar die zijn vak zelf beheerst én een kritische pedagogische relatie met de leerlingen kan aangaan is in staat de leerlingen te vormen die bekwaam zijn in hun discipline. Dit is het einddoel van de opleiding. Het begrip competentie omvat naast het nodige denkvermogen en technisch-motorische vaardigheden een geheel van attitudes die belangrijk zijn bij het beleven en creëren van kunst. Deze attitudes zijn niet enkel van belang
9
wanneer zij hun kunst beoefenen; zij persoonlijkheidsontwikkeling van de jongeren.
vormen
een
essentieel
element
in
de
algemene
Wij streven naar een persoonlijkheidsontwikkeling waarin zowel het cognitieve, emotionele als het motorische aspect evenredig aan bod komen. Door zelf muziek te maken nemen de denkcapaciteiten van kinderen toe (vooral het abstractievermogen en het analytisch denken). Het gezamenlijk musiceren versterkt daarbij het groepsgevoel en de discipline, evenals de sociale en emotionele vaardigheden. In de collectieve lessen ervaren leerlingen hoe zij functioneel deel uitmaken van een groep en op welke manier hun inbreng onmisbaar is om het geheel te doen slagen. Onlosmakelijk daarmee verbonden is het besef van verantwoordelijkheid dat een individu draagt t.o.v. zijn medeleerlingen en leraren. Door het groepsgericht individueel lesgeven krijgen leerlingen kansen om hun meningen en emoties met deze van anderen te vergelijkingen. Via waardecommunicatie worden belangrijke culturele waarden doorgegeven. De leerling wordt hierdoor gestimuleerd zijn eigen indrukken vorm te geven en deze aan de nodige kritiek te onderwerpen. Luisteren naar muziek kan associaties met een emotionele lading oproepen en wie muziek maakt, kan emoties tot uitdrukking brengen. Muziek kan ook een veilig medium zijn, in die zin dat bijvoorbeeld een woede-uitbarsting op het drumstel vervliegt in de tijd. De groeiende sociale en emotionele vaardigheden leiden daarenboven tot een positiever zelfbeeld. Musiceren, toneelspelen en dansen in gezelschap betekent communicatie en heeft op zich een sterk socialiserende werking. Doordat bij muzikale communicatie de spelers tegelijkertijd zender en ontvanger zijn, is een continue afstemming op elkaar mogelijk. Muziek, poëzie en dans hebben per definitie structuur. Door muzikale elementen als ritme, melodie, klankkleur, harmonie, tempo en herhaling wordt de muziek op natuurlijke wijze gestructureerd. Mensen voelen zich veilig binnen die structuur en veranderingsprocessen kunnen stapsgewijs worden aangebracht. Zowel bij muziek, woord als dans bestaat er een natuurlijk verband tussen muziek en beweging. Dit biedt mogelijkheden voor activering, regulering of structurering van de motoriek bij het opgroeiende kind. Leerlingen moeten de nodige reflectieve vaardigheden bezitten om hun eigen prestaties (tijdens concerten maar ook bij het zelfstandig studeren) juist te evalueren en op basis hiervan handelingsalternatieven te formuleren. Zij kennen hun sterke en zwakke punten en weten hoe ze hiermee best omgaan. Via diversen kanalen (o.a. concertbezoek, stages, ICT) kunnen zij zich levenslang updaten. Dit vormt immers de basis voor een artistieke autonomie die hen toelaat ook na de opleiding deel uit te maken van een cultuurlandschap dat altijd in beweging is.
2.6. De uitbouw van het artistiek belevingsproces Onze academie voor muziek, woord en dans is vooral een plaats waar men zich artistiek kan ontplooien. Ze wil een menselijke bijdrage leveren aan de artistieke opvoeding van jongeren en volwassenen. Hierbij zijn de leerplannen onze houvast in de opbouw van het leer- en belevingsproces bij de leerlingen. Elk jaar bouwen wij deze artisticiteit verder op. Deze wordt ook jaarlijks twee maal geëvalueerd a.h.v. een aantal parameters. Voor een meer gedetailleerde uitleg hiervan verwijzen wij graag naar de betreffende leerplannen, evaluatiedocumenten, rapporten per leerling en voor elk vak of naar de afsprakennota examens en evaluatie (zie ook 2.3.). Om tot deze artistieke beleving te komen, stimuleren wij een aantal deelaspecten, met name het technisch kunnen, de stilistische kennis en de zelfexpressie. Het technisch kunnen en technisch inzicht zijn onontbeerlijk om tot een zeker artistiek niveau te komen. Dit is een proces over de jaren heen (leerlijnen). Het meester zijn van techniek biedt de nodige vrijheid om zich te kunnen uitdrukken. Daarnaast bouwen wij stilistische kennis op. Over de opleiding heen komen verschillende genres en stijlen aan bod en kaderen wij deze
10
in een muzikaal verantwoorde omgeving. Ook dit is een proces van jaren. Traditie speelt hierbij een grote rol zonder dat wij ons echter krampachtig aan principes vastklampen. Naast traditionele waarden reiken wij hen ook voeling voor actuele kunstbeleving aan. Aangezien stilistische kennis iets is wat je ook opdoet door veel naar muziek te luisteren, moedigen wij het bijwonen van concerten of voorstellingen aan, evenals het beluisteren of bekijken van opnamen (b.v. in de AMC-lessen). Bovendien worden de leerlingen aangemoedigd om de stilistische kennis die ze in de AMC-klas hebben verworven zelf tijdens het AMC-concert in te praktijk brengen. Wij bieden de leerlingen een culturele achtergrond en ontwikkelen zo een kritische geest bij de leerlingen t.o.v. de diverse kunstuitingen. Deze kritische houding is een bijdrage voor het leven in zijn totaliteit. Aangezien kunst een manier is om zichzelf uit te drukken, stimuleren wij deze zelfexpressie. We prikkelen de fantasiewereld van de leerling en behouden steeds het respect voor de individuele beleving van de leerling. We bieden de instap tot een fantasiewereld aan (zowel voor muziek, woord als dans) en prikkelen de creativiteit van de geest, wat zal leiden tot meer zelfexpressie. Het zelfstandig artistiek uitvoeren van muziek is één van de doelen van de opleiding. Wij scheppen voor de leerlingen mogelijkheden voor podiumervaring door het organiseren van leerlingenconcerten, voordrachten of danssessies. Dit zijn voor hen de gelegenheden om zich naar anderen toe uit te drukken. De “Vriendenkring van de Academie” organiseert hiervoor jaarlijks het sinterklaasconcert, het paas-ontbijtconcert en het slotconcert voor volwassenen. Bovendien stimuleren wij de leerlingen mee te doen aan kunstactiviteiten buiten de academie zoals wedstrijden, optredens in school, vrije podia, enz… Dit alles draagt bij tot hun artistieke vorming. Zo vinden vele leerlingen ook hun weg naar koren, harmonieën, toneelverenigingen, eigen ensembles binnen en buiten de gemeente. De academie is dan ook een voedingsbron voor het verenigingsleven in en rond onze gemeente én ze vervult een prominente rol in het culturele landschap van de gemeente. Door haar creatieve mogelijkheden op allerlei niveaus te weerspiegelen draagt zij bij tot de artistieke uitstraling van Maasmechelen. Zo krijgen bijvoorbeeld op dit moment de leerlingen van het tweede leerjaar in alle lagere scholen de mogelijkheid om muziekles te krijgen. Op deze manier komt iedereen in contact met muziek en haar uitdrukkingsmogelijkheden. Bovendien wordt zo de drempel om academie te volgen bij een aantal mensen verlaagd. Kortom, de academie wil in de eerste plaats ruimte bieden voor de creatieve mens in ieder van ons en de leerlingen mee helpen opvoeden tot cultuurminnende mensen.
3. Open visie op de toekomst Recent onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen en jonge mensen tegenwoordig op een andere manier kennis verwerven dan hun ouders. Ze zijn opgegroeid met zoveel media en digitale technologie dat ze in staat zijn om via technologie op een effectievere manier leerstof te verwerven. Er is dan ook het idee gegroeid om de muzikale creativiteit van jongeren te stimuleren met behulp van computers, software en multimediatoepassingen. Om een correcte dienstverlening aan te kunnen bieden investeerde de Inrichtende Macht in een up-to-date, betrouwbaar en gebruiksvriendelijk informatica-park en sluit onze academie ook op pedagogisch en didactisch vlak aan op het ICT-tijdperk. In de eerste klas kan de leraar via zijn master-laptop en met behulp van NetOpSchool-software naast draadloos communiceren met 25 leerlingen die elk beschikken over een eigen laptop, lesgeven, toezicht houden, toepassingen en websites beheren, documenten distribueren en ophalen en toetsen maken en afnemen. Deze klas hoofdzakelijk is hoofdzakelijk voor cursisten AMC en Muziekgeschiedenis, die via het internet aanvullende informatie vergaren en daarnaast gebruik maken van het professionele programma voor muzieknotatie Finale. In de tweede klas gebruiken leraar en leerlingen AMT het programma Finale zeer intensief, zij kunnen de resultaten van hun werkijver onmiddellijk beluisteren, eventueel corrigeren en uitprinten.
11
In de actuele leefwereld van veel jongeren waarin beeldcultuur en muziekapplicaties onlosmakelijk met mekaar zijn verbonden, stellen we een opleidingsvacuüm vast waarvoor wij menen een op maat geknipte oplossing te mogen aanbieden. Binnen de bestaande DKO-structuur overwegen wij een aanbod “Muziektechnologie” (binnen AMT/MT) in de optie theoretische vorming van de studierichting muziek. De door ons voorgestelde optie “Muziektechnologie” heeft als doelstellingen het leren omgaan met muziektechnologische apparatuur (computers, software, hardware, sequensers, soundmodules, keyboards, MIDI, SFX, video-applicaties, ...), het praktisch leren toepassen van interactieve compositietechnieken (muziek bij beeld), en het vakkundig ontwikkelen van “backing tracks” (functionele arrangementen) voor gerelateerde disciplines zoals instrument/zang/musical/toneel/ dans/beeldende kunst. Deze nieuwe optie is bestemd voor leerlingen in de Hogere Graad met een minimum niveau M3. Bovendien wordt in de richtingen Woord en Dans gebruik gemaakt van videocamera’s en televisieschermen om zowel leraren als leerlingen te voorzien van onmiddellijke feedback tijdens het educatieve proces. Ook de elektronische leeromgeving wordt gepromoot binnen de Academie, maar heeft nog een weg af te leggen vooraleer deze volledig ingeburgerd is.
12
4. Conclusie De Maasmechelse academie voor Muziek, Woord en Dans is een creatief spiegelbeeld voor de tal van multiculturele waarden die onze samenleving typeren. De uitstekende samenwerking met externe culturele partners, het verenigingsleven en de plaatselijke actoren binnen het onderwijslandschap worden geconsolideerd door professioneel overleg en nauwe samenwerking. Het welbevinden van onze leerlingen staat hierbij centraal in de kijker. Door een opleiding in en het contact met zowel historische als hedendaagse kunststromingen binnen onze school, worden de persoonlijkheid, het artistieke zelfbewustzijn en de sociale én emotionele vaardigheden van al onze leerlingen “spelenderwijs” ontwikkeld. Op deze wijze kan onze academie een verrijkende bijdrage leveren wat betreft artistieke educatie, sociale verdraagzaamheid en culturele tolerantie, hetgeen de volledige Maasmechelse gemeenschap ten goede komt.
Directie en lerarenteam Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord & Dans, Maasmechelen
13