2003 www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Jennie Stearns
Album:
Angel With A Broken Wing
Label:
Lucky Dice Music
donderdag 25 december 2003
In mei van dit jaar verscheen één van onze HOT 10 CD's van het jaar 2003, Sing Desire van Jennie Stearns. Deze vernieuwende en fascinerende CD steeg naar onze mening al in mei ver boven de nu zoveel geprezen Lucinda Williams plaat "World Without Tears" uit. Terwijl Williams geroutineerd haar deuntjes plichtsgetrouw afwerkte maakte Stearns het zich niet gemakkelijk. Sing Desire bleek een groeiplaat voor veel Americana liefhebbers. Wij zien het dan ook als een blijk van waardering, van de artiest zelf, dat Jennie Stearns nu de voorganger van Sing Desire "Angel With A Broken Wing" op de Nederlandse markt brengt voor haar gestaag groeiende fans. De CD is gemaakt in 1998 en laat duidelijk een ander kant van Jennie Stearns horen. Klonken de liedjes op Sing Desire sfeervol loom en waren ze hier en daar voorzien van hightech momenten, op Angel With A Broken Wing krijgen bijvoorbeeld de songs "You Crossed The Line" en "Holding On" een echte Country swing mee. Hoe zeg ik dat nou, er zit gewoon meer rhythm in. En dat word met name fraai in de liedjes "Lazy River" en "Beautiful Eyes" breed geëtaleerd. Bijzondere harmonieën in song “Caroline” en prachtig layback gitaarspel in “Gravel And Sand” van husband Richie Stearns krikken deze CD op tot wederom exclusieve hoogte. Voor de fans zal het duidelijk zijn, de fundamenten voor Sing Desire zijn vijf jaar geleden al gelegd met Angel With A Broken Wing. Deze CD mag dus niet ontbreken in uw toekomstige Stearns verzameling.
Jan Janssen Artist:
Terry Lee Hale
Album:
Tender Loving Hell; The Best Of
Label:
Glitterhouse Records
donderdag 25 december 2003
Hoe lang ken ik de muziek van Terry Lee Hale al, vroeg ik me laatst af toen ik zat te luisteren naar zijn negende release Tender Loving Hell: The Best Of. Ik moet weer terug naar die mooie periode van het Real Roots Cafe toen we nog samenwerkte met het jammerlijke ter ziele gegaan zijnde Duitse boekingskantoor Barking Music. Leaving West (1995) was en is voor mij nog altijd één van de beste albums die Hale ooit maakte. “Regret”, “Cheyenne”, “Say It And See” en het dodelijke “Slow Poison” dat zijn nog eens liedjes waarvan ik, nu nog steeds, stevig van kan genieten. Ik weet niet wat het is, maar ik hoor Hale het liefst met een stevig band. In 1999 bijvoorbeeld stond de Texaan op het podium van het Take Roots Festival in Assen stevig te rocken met de uit Frankrijk afkomstige Blind Doctors. Terug kijkend moeten we concluderen dat Hale nooit de erkenning in Nederland heeft gekregen die hij eigenlijk wel verdiende. De alleenstaande vader “did it the hard way” en dat horen we terug in de teksten en zijn stemmige muziek. Tender Loving Hell: The Best Of overspant precies tien jaar muzikale up’s en down’s. Ik begin te twijfelen, of ik het wel bij het rechte eind heb, door mijn eerdere uitlating in deze recensie! Er staat maar één nummer (Cheyenne) van Leaving West op? Kijk, mij maakt het niets uit maar u mist wel een belangrijk kapittel uit zijn oeuvre. Maar goed, daar staat tegenover dat u zijn Europa debuut uit 1993 “Oh What A World” er als bonus bij krijgt. Dit tweede schijfje is zelfs voor mij een openbaring van een stukje American Roots muziek zoals het ooit bedoeld moet zijn.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 1 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Boris McCutcheon & The Saltlicks
Album:
When We Were Big
Label:
Lucky Dice Music
dinsdag 23 december 2003
Tijdens de kerstdagen en op de valreep van het nieuwe jaar zijn we toch nog in de gelegenheid gesteld om naar het, voor Nederland, debuut album When We Were Big van Boris McCutcheon te luisteren. Nu moet u weten dat wij al twee jaar geleden kennis maakten met de bluegrass folky roots sound van deze uit Massachusetts afkomstige singer-songwriter. Op Mother Ditch (2001) schrijf hij 10 fascinerende liedjes die meestal gingen over karakterfiguren die hij had geobserveerd tijdens zijn verbleef in New Mexico en bij zijn terugkeer op Cape Cot. De track "Chopping Wood" is ons vooral erg goed bijgebleven. Deze hedendaagse hard werkende Bio-boer laat nu op het 14 track tellende When We Were Big duidelijk horen dat hij de afgelopen jaren niet stil heeft gezeten. Waar haalt hij de tijd vandaan om nu aan de al genoemde genres ook soul toe te voegen. Neem nou bijvoorbeeld "Santa Rose Plums" we horen daar toch Eddie Hinton achtige licks? Wat ons opvalt, is de sfeer waarin de liedjes zoals "Slow Diablo", "Hitch A Ride" en "Fine Suede" zich afspelen. Het is alsof er iets ligt te broeien, of is het toch de hitte van de woestijn in Tucson, Arizona die ons zo'n benauwd gevoel geven? Het mag duidelijk zijn dat co-producer Graig Schumacher (o.a. Calexico en Chris Cacavas) deze productie net even iets meer spanning meegeeft als McCutcheon' s eerste solo plaat. Eerlijk gebied te zeggen dat When We Were Big een beetje anoniem ons land is binnen geloodst. Lucky Dise Music heeft weer een kanjer in huis gehaald aan daar zijn wij erg blij mee, u zou dat eigenlijk ook moet zijn.
Jan Janssen
Artist:
Corey Harris
Album:
Mississippi To Mali
Label:
Continental Record Services
dinsdag 23 december 2003
Vorig jaar was Corey Harris met Downhome Sophisticated CD van het jaar bij het Real Roots Café. Dit naar onze mening nog steeds unieke Americana blues getinte album heeft nu een opvolger. Eind november 2004 verscheen Mississippi to Mali. Het Real Roots Café nam de tijd om naar dit bruggenbouwende schijfje te luisteren. U raad het al geduld en oor voor mooie nieuwe ontwikkelingen op muziekgebied kent bij ons geen tijd. De titel verraad het enigszins al, Harris slaat een muzikale brug tussen de continenten Amerika en Afrika. Een album waar diepe Southern soul blues licks samensmelten met soms ondoorgrondelijke Afrikaanse ritmiek. In de Mississippi liedjes zoals “Gig Road Blues” en “Mr. Turner” word Harris bijgestaan door Bobby Rush en Sam Carr (Delta Jukes en The Jelly Roll Kings). Opvallend hoogtepunt is de track “Back Atcha” waar de dertien jarige kleindochter van Otha Turner Sharde Thomas, met haar dwarsfluit, de scepter zwaait. Leuk gevonden trouwens, roots in de diepste zin van het woord dus. De Mali kant van de zesde release van Harris is even nog spannender. Daar maken Ali Farka Toure (ook wel bekent als The African John Lee Hooker), Ali Magassa en percussionist Souleyman Kane hun opwachting. De ritmiek is haast niet te volgen maar wie het oor goed te luisteren legt zal ontdekken dat Harris bezig is aan een kar te trekken waarin veel toehoorders zitten. Wij weten het zeker: Corey Harris loopt wederom voor de muziek uit, er zullen in de nabije toekomst nog vele papagaaien volgen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 2 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Hackensaw Boys
Album:
Keep It Simple
Label:
Independent
zondag 21 december 2003
De groep bestond al voordat "Oh Brother Where Art Thou" in de bioscoop verscheen. Een line-up van zeven tot twaalf tamelijk ruig uitziende mannen uit Charlottesville, stadje aan de voet van de Blue Ridge Mountains in Virginia. Ze luisteren naar maffe bijnamen als Pee Paw, Belouse Legosee en Kooky-Eyed Fox, om maar een paar voorbeelden te geven. Ze spelen op onversterkte instrumenten, die een eeuw geleden ook al gehanteerd werden in de streek, zoals banjo, accordeon, dobro, fiddle, mandoline, gitaar uiteraard en zelfs washboard, dat is altijd een hartstikke leuk ding! Nog geen idee wat ik me bij "charismo" - collection of portable musical junk - voor moet stellen trouwens. Het met liefde en enthousiasme gebrachte resultaat is een aanstekelijk mengsel van old-time music, bluegrass, country, met een cajun-pluimpje erop. De veertien tracks van "Keep It Simple" zijn inderdaad voor een groot deel eenvoudige zelfgeschreven wijsjes, gewoon met maar drie microfoons vastgelegd over een periode van vijf dagen. Ook als er gas teruggenomen wordt, blijft het geheel verrassend goed overeind. Nadat het album door de groep zelf uitgebracht was, belandde men na een lovende recensie in het hippe wereldje van de college-studenten, openend voor Cake notabene. Er werd veel rondgerausd in "the Dirty Bird", hun bus met geboortejaar 1964. "Give It Back" is een verzameling van twintig live-opnamen, bij elkaar gesprokkeld tijdens die lange tours. Makkelijke meezingers, zoals hun eigen gospelachtige "We Are Many", traditionals en een paar covers, van "Freeborn Man" tot een rammelend "I'll Fly Away" plus een fraai "Traveling Kind". Zo lelijk als de inlay van "Keep It Simple" is, zo herkenbaar is de collectie on-the-road foto's in het boekje van "Give It Back". The Hackensaw Boys, niet spectaculair maar zeker leuk om een feestje mee te bouwen! (Joanna Bodde)
Johanna Bodde
Artist:
Cara Luft
Album:
Tempting The Storm
Label:
Headroom Records
maandag 15 december 2003
Headroom Records is een nieuw onafhankelijk labeltje, gevestigd in het Engelse Huddersfield. Eigenaar Stephen Newman en zijn management-man Tony K hebben spitse oortjes en houden van de beter uitgevoerde songs, dus dat belooft wat. De eerste releases zijn in ieder geval een schot in de roos... Het album van Cara Luft bijvoorbeeld. Cara is een Canadese folkzangeres, tevens aktief in het trio The Wailin' Jennys, die de traditionele folk met de paplepel binnenkreeg, want haar ouders zaten ook al in het vak. Zelf wilde ze echter liever een rockster worden, de vrouwelijke versie van Jimmy Page ofzo, dus wat doe je dan? De boel combineren, waarom ook niet? Het resultaat is een energieke mix van traditie, waar Cara duidelijk veel vanaf weet, die gemengd wordt met rock tot een heel apart eigen geluid. Ze heeft een stem als een watervalletje (denk even richting Sonya Hunter), met een behoorlijk bereik dus en ze is ook een indrukwekkend getalenteerde gitariste, dat wordt vooral goed hoorbaar in het akoestische "I Didn't Know", waar de andere instrumenten weggelaten zijn. Op verschillende tracks zijn inventieve solo's te vinden, er wordt ook aandacht getrokken door de strijkinstrumenten en het pittige drumwerk. De driedubbel gelaagde koortjes zijn knap uitgevoerd, dat eindje van "Thinking Of You" is een gave vondst, de laatste track "The Blacksmith" wordt a-capella gezongen en gaat weer helemaal terug naar de wortels.Ondertussen is er een afwisselende kollektie songs voorbij gekomen, zowel bewerkte traditionals als eigen liedjes, gebracht door een zangeres/gitariste met zelfvertrouwen, die heel goed weet waar ze mee bezig is. "Love And Roses" is beslist meeslepend! Zoiets zouden ze eens voor een commercial moeten gebruiken, in plaats van... vul maar in. (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 3 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Tandy
Album:
To A Friend
Label:
Independent
maandag 15 december 2003
Op de terugweg van Take Root, in de auto met muziekliefhebbers die ik nog nooit eerder ontmoet had, begon iemand over Tandy. Tandy? Een band uit New York. 'n Paar weekjes later arriveert er een pakje met hun nieuwste (vijfde) CD. Daar ga ik even speciaal voor zitten, want zo vaak krijg ik niet een genummerde Limited Edition! "To A Friend" is schitterend uitgevoerd en zal het vast goed doen als bijzonder cadeautje voor een speciaal iemand tijdens de komende feestdagen. Bewerkte, enigszins abstract gemaakte foto's in blauwtinten met een zwaan en zonnebloemen, goudopdruk, mooi tekstboekje, gesigneerde bandfoto, glittersticker en videogedeelte op de disc: the works, indrukwekkend.Laat ik niet vergeten dat het om de muziek draait... Tien songs van deze viermansformatie inclusief zanger/songschrijver Mike Ferrio. Dit werk is het best te vangen onder de noemer alternatieve countryrock en het is verdraaid goed gemaakt ook! Mike heeft een hese, aansprekende stem en gooit de onontbeerlijke emotie in zijn zang. De vergelijking met John Prine vind ik wel op zijn plaats eigenlijk. Hij maakt zich in ieder geval niet makkelijk van de teksten af, dat zijn complete gedichten, zoals het lange en bijzonder sfeervolle "Superette" bijvoorbeeld. "Desire", een wat mysterieus verhaal, springt er ook direct uit.Het viertal deinst niet terug voor het bespelen van een minder gebruikelijk instrument, zoals Hawaiian Lap Guitar of Mandocello of Harmonium en de inzet van gasten, zoals een zangeres en blazers, dat komt de afwisseling alleen maar ten goede. Ik laat Cd’s altijd helemaal uitlopen, want ik ben dol op (liefst originele) hidden tracks, jawel, hier vind ik ook nog een extra liedje! Oh, de heren van Tandy zoeken een platenbaas, wie grijpt de kans om deze getalenteerde band vast te leggen? (Johanna Bodde)
Jan Janssen
Artist:
Gabriel Gordon
Album:
Gypsy Living
Label:
Trocedero Records
maandag 15 december 2003
Het zal erom gaan spannen, volgend jaar. Zal Gabriel Gorden met zijn nieuwe CD Gypsy Living, op het Duitse label Trocadero Records in Ratingen, net zoveel succes boeken als Kelly Pardekooper dat begin van dit jaar had? Het Real Roots Café heeft het sterke vermoeden van wel. De man oogt als een frisse Terence Trent D’arby maar wij willen hem toch op het muzikale platvorm tillen waar ooit ene Jeffrey Gaines (Hero In Me) en Lenny Krevitz hebben gestaan. Genoemde heren, en zo ook Gorden, putten uit de degelijke seventies sound van Steely Dan. Kortom, Jazz meet’s the bluesfunk maar zinspeelt op the modern way of making pop music. Zo we doen deze quote heel even in het Engels. De CD opent met de potentiële hit “Watch The Sky” en word vervolgd met “Easy With You”, ik hoor Donald Fagan in betere dagen. De muziek is voortreffelijk op de opvolger van “Frequency” (2000) en het, met zijn vader, (Ashford Gordon) opgenomen: “Planetary Man” van vorig jaar. De band waarmee Gabriel Gordon “Gypsy Living” heeft opgenomen zijn trouwens ook al van goede komaf. Zo treffen we ondermeer Andy Hess (Freedy Johnston), Jay Bellerose (Solomon Burke) en Tony Mason (Joan Osborne) aan. Het enige wat ons stoorde waren de doorstreepte titels van de liedjes op het digi pack van “Gypsy Living”. Maar goed blijft overeind het feit dat we volgend jaar rekening kunnen houden met de komst van Gabriel Gorden.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 4 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Jason Walker & The Last Drinks
Album:
Ashes & Wine
Label:
Laughing Outlaw Records
maandag 15 december 2003
Iemand die we onlangs tegen het lijf liepen zei “och, het is komkommer tijd in muziekwereld deze maand. Er komt niet veel bijzonders uit” Ik had zo iets van daar heb je er weer zo een die door een koker kijkt. Diezelfde dag nog brak bij ons in de luisterstudio de muzikale pleuris uit. Jason Walker & The Last Drinks knalde uit onze pik splinter nieuwe Dell Computer. Diens nieuwe album Ashes & Wine heeft misschien wel de luwte opgezocht maar de muziek van de uit down under, Sydney, afkomstige singer-songwriter is er niet minder om. De stem Walker heeft veel weg van een in topvorm verkerende Mick Jagger en de, met alle respect, iet wat minder bekende Fred Haring. Muzikaal krijgt u te maken met krachtige Rock ‘n’ Roll die bij het Real Roots Café herinneringen lost maakte aan het legendarische Sticky Fingers album van The Stones. Walker is een reiziger en een echte observator. De liedjes op Ashes & Wine komen als het ware vanuit een luie stoel. Hij is instaat om van een afstand ware gebeurtenissen aan mensen te koppelen die hij vereerd. Geniet en huiver van de songs Angel, Helpless Guy en Not Only Love bijvoorbeeld, en u weet meteen waarom koker kijken zo slecht voor u is. Jason Walker beslist een naam om te onthouden voor het jaar 2004.
Jan Janssen
Artist:
Lilium
Album:
Short Stories..
Label:
Glitterhouse Records
maandag 15 december 2003
Lilium, dat is de familienaam van lelies. Kleurrijk en grillig gevormd, zijn er kleine tere soorten maar ook grote stevige. Lilium is tevens de naam van een door Pascal Humbert (gitaar, bas) en Jean-Yves Tola (keyboards, percussie) opgezet samenwerkingsverband. Beide heren vormen trouwens, in een ander deel van hun leven, de ruggegraat van Sixteen Horsepower. Was hun debuut met Lilium instrumentaal, nu zijn er voor zeven tracks gastvocalisten aangetrokken die zelfs hun eigen tekst mochten meebrengen! Natuurlijk is David Eugene Edwards met een voor hem typerende bijdrage, "Whitewashed", aanwezig. Dan is er zangeres Kal Cahoone's opener "If They Cheered", mysterieus met Pascal's melodica. In nog een tweede stuk, gedeeltelijk in het Spaans gezongen, werkt zij samen met Tom Barman van dEUS, intrigerend! Daniel McMahon (Woven Hand) laat ook in een tweetal songs van zich horen. Vooral "Lover", van Jim Kalin, is prachtig, met die dubbel opgenomen vocalen en uiterst fraaie bottleneck-gitaarklanken. De instrumentals mogen ook niet onderschat worden, "Cavalcade" legt de nadruk op een saxofoon, terwijl het afsluitende "Angels" als moderne kerkmuziek klinkt.Al met al een weids spectrum van ingetogen Americana, wat niet alleen aan Sixteen Horsepower maar ook soms aan Willard Grant Conspiracy en The Walkabouts doet denken. Kunst zonder compromissen, fijn dat daar nog ruimte voor is in een rustige hoek van de jachtige, op financieel gewin beluste (muziek-)wereld!De mooie zachtgele uitvoering van cover, boekje en zelfs disc past helemaal bij de muziek. Teksten en alle info zijn afgedrukt, kon niet beter, vooral bij deze minder gemakkelijk toegankelijke werkjes zie ik graag de woorden voor me. Leuke foto van Pascal en Jean-Yves, rug aan rug, zeer spontaan lachend. Ik hoop dat hier een vervolg op komt, met weer andere gasten misschien? (Johanna Bodde)
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 5 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Mark Brine
Album:
For Karrie
Label:
Wild Oats Records
maandag 15 december 2003
Mark Brine, een singer-songwriter met een heel eigen benadering van de muziek, iemand die oprecht meent wat hij zingt. Daar hou ik wel van! Hij blijkt een veteraan te zijn, die al in de zestiger jaren begon met folk en vervolgens naar Nashville verhuisde: "But rejection became like food for me in Nashville", dus hij bleef gewoon zijn eigen non-commercieel dingetje doen en gelijk heeft hij!Mark klinkt dus meer country dan folk, met een beetje blues erbij soms en doet aan de vintage country stars (Hank Snow, Roy Acuff, Jimmie Rodgers) denken, ook omdat zijn songs vaak over herinneringen gaan. Zijn stem lijkt op een mix van John Prine, Bob Dylan en Dr. Hook! De viool is nadrukkelijk aanwezig in elke song, die blijkt bespeeld te worden door Boxcar Willie's fiddler: David Russell, als vervanger van de vaste violiste die daags voor de opnamen begonnen, haar pols brak. Mark speelt zelf akoestische gitaar, op een track samen met zijn zoon. Het hele album lang zijn voorbeelden van fraai spel te horen, drums en elektrische gitaar houden zich bescheiden op de achtergrond.Titelsong "For Karrie" is een liedje dat er jaren vergeten bij lag, Mark dacht dat zijn vrouw Karen er niets aan vond... "Once A Soldier (Always A Hero)" is de enige cover: "I don't believe in war but the war you didn't start". "Mae West Momma" is een uiterst geestig rock&rollend liedje: "She's got a mink that don't stop growin'." 't Mooist vind ik dat droevige "Stephen", waarin een overleden vriend bezongen wordt, die een film maakte en in New York's Chinatown woonde.Kan meneer Brine met zijn leuke strohoedje en brede gebloemde stropdas niet eens hierheen komen? (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Michael Weston King
Album:
A Decent Man
Label:
Independent
maandag 15 december 2003
De nieuwe CD van de in Southport geboren en getogen Michael Weston King heet vrij vertaald de fatsoenlijke man. King moet wel in een heel goed vel zitten, denk ik dan maar. De altijd maar weer verassende songwriter, die in het verleden furore maakte met de formatie The Good Sons, laat nu ook weer geen kans onbenut om de luisteraar te ontvoeren naar ondoorgrondelijke rhythm. Weston King wordt daardoor dan ook vaak door critici zwaar onderschat. Ook deze nieuwe vinding vergt tijd. Ten minste, dat was bij het Real Roots Café het geval. Op A Decent Man treft u vele muzikale invloeden aan die variëren van The Byrds (Celestial City) tot, ja zelfs onvervalste soul in When You Leave The Spotlight. Ik wil u wat daar tussenin zit besparen maar feit blijft overeind dat de muzikale ideeën van Weston King uniek in zijn soort zijn. In producer Jackie Leven heeft hij natuurlijk ook een prima penseel gevonden om de liedjes warm in te kleuren. De experimenten met samples en programming worden moeiteloos gecombineerd met traditionele instrumenten zoals daar zijn Cello, Padal Steel, Piano en Accordeon. En dat levert vaak weerzinwekkende momenten op. Je moet van die muzikale vernieuwing houden, hebben wij wel eens eerder geschreven. Dat laatste en portie geduld heeft u nodig om van Michael Weston King’s nieuwe album te kunnen genieten.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 6 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Tom Gillam
Album:
Dallas
Label:
Gotham Records
maandag 15 december 2003
Philadelphia is misschien wel niet de bakermat van het Alt Country of Americana genre maar namen van The Pinetops, Marah en Frog Holler hebben in Nederland inmiddels de ronde al gedaan. Het is misschien wel wat aan de late kant maar onlangs liep ik tegen een promo aan van de uit Philly afkomstige singer-songwriter Tom Gillam. Het probeerseltje hete Dallas? Tot mijn grote verbazing bleek het schijfje al in 2001 op de Amerikaanse markt uitgebracht te zijn. Spijtig genoeg is dit schijfje dan ook aan Hollanda volledig voorbij gevlogen. Jammer, heel jammer zelfs want de liedjes van Gillam verdienen gehoord te worden. Tom Gillam beschikt over een prima stemgeluid en is bovendien een ligt ontvlambaar slide gitarist. Dat roept ook direct beelden op van een ingetogener Sonny Landreth die beslist een breder publiek aan zal aanspreken. "A Little Too Strange", "High", en "Get My Groove On" zijn betonnen roots-rock nummers terwijl "A Place Called When" en "Every Morning, Every Night, Every Day" u meenemen naar de gebruikelijke verloren liefdesverhalen. Maar goed ik schreef het al, een beetje laat dus. Maar niet getreurd, aldus Tom Gillan's website komt de opvolger van "Firts Of All en "Dallas" natuurlijk er volgend jaar aan. Zou het gezegde "driemaal is scheepsrecht" nu toch gaan gelden?
Jan Janssen Artist:
Jolie Holland
Album:
Catalpa
Label:
Epitaph Europe
zaterdag 15 november 2003
Het werk van een meisje met de achternaam "Holland" belandt ooit hier, dat kan niet missen! Laat ik haar nu al kennen... In april 2001 beluisterde ik een showcase met singer-songwriters in San Francisco's Cafe Du Nord, alledrie dames en Jolie was de laatste, zij had twee muzikanten bij zich. Na veel geblader zag ik mijn recensie van die avond terug en ik concludeerde toen: "Interesting in a nerdy way". Jolie was blijkbaar nog zoekende, want ik vond dat ze teveel verschillende dingen in krap drie kwartier propte, er werd ook een heel arsenaal aan instrumenten gebruikt, inclusief een speelgoedaccordeon, national guitar en een vreemdsoortig, moeilijk te stemmen strijkinstrument. Natuurlijk was ik razend nieuwsgierig wat haar promootje inhield. Nou, ik ben alsnog gevloerd! Direct gegrepen door het eerste stuk "Alley Flowers", dat met de belletjes op de achtergrond uit een archief met oude volksmuziek lijkt te komen. Folk, oldtime music, countryblues, dit doet ook denken aan The Carter Family en The Be Good Tanyas. Jolie's meisjesachtige geluid krijgt een spaarzame akoestische begeleiding, vaak van een enkele simpele gitaar en soms komt daar een mandoline, banjo of mondharmonica bij. Alleen "Wandering Angus/Mule On The Mount" is wat meer opgevuld, tijdens het laatste gedeelte wordt er zelfs gedrumd! Ze zingt met dezelfde soort charme als een Vic Chesnutt bijvoorbeeld. Het geheel klinkt eigenlijk of er toevallig een tape meeliep bij een repetitie, wat onvast en technisch imperfect. "The littlest birds sing the prettiest songs" (wel eens naar een winterkoninkje geluisterd?), het straalt iets betoverends uit en is totaal fascinerend. Jolie Holland heeft dus alles in zich om een cultheldin te worden. Dat moet toch lukken, zelfs Tom Waits vindt haar goed! (Johanna Bodde) The works of a girl with "Holland" as a last name, have to end up here eventually, that's for sure! And I know her already... In April 2001 I attended a showcase of singer-songwriters at San Francisco's Cafe Du Nord, all three of them ladies and Jolie was the last one, she had two musicians with her. After turning over a lot of papers, I found my review back of that night and I concluded then: "Interesting in a nerdy way." Jolie was apparently still seeking, as I thought she crammed too many different things in barely fortyfive minutes. There was also a complete assortment of musical instruments used, including a toy-accordion, national guitar and an odd, hard to tune stringed instrument. Of course I was madly curious to hear the contents of her little promo. Well, I'm floored after all! Grabbed immediately by the first track "Alley flowers", which, with the little bells in the background, seems to be taken from an archive with old traditional music. Folk, oldtime, country-blues, this makes you also think of The Carter Family and The Be Good Tanyas. Jolie's girlish sound gets a sparse acoustic accompaniment, often from just one simple guitar and sometimes a mandolin, banjo or harmonica is added. Only "Wandering Angus / Mule On The Mount" is filled up a little more, during the last part there are even drums! She sings in the same charming way as a Vic Chesnutt for instance. Everything actually sounds like a tape that was running during a rehearsal, somewhat unsteady and technically imperfect. "The littlest birds sing the prettiest songs" (ever listened to a wren?), it just radiates something spell-binding and is totally fascinating. So Jolie Holland has everything inside her to become a cult-heroine. She should succeed in that, even Tom Waits thinks she's good! Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 7 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Chilli
Album:
Take Me to Graceland
Label:
Headroom Records
zaterdag 15 november 2003
Dit is de betere geheimzinnigheid: een promo-disc in een plastic jasje - alleen voorzien van een witte sticker met de hoogst noodzakelijke informatie - een band en een Engels platenlabel waar ik nog nooit van gehoord heb. Gelukkig komt er later nog een info-sheet bij, dus ik weet nu dat Chilli's zangeres Sarah Upton genaamd is, verder zijn er vier heren die geluid uit de gebruikelijke instrumenten (gitaren, bas en drums) halen. Dan vervolgens maar eens luisteren...'t Klinkt gelijk lekker, "Calling The Angels", de intro met drums en gitaren rockt en dan komt Sarah erbij met een hoge, heldere stem die op een voorjaarsbriesje lijkt, zo licht en luchtig. Er wordt gas teruggenomen in een folkachtig melodietje: "You're calling out someone else's name", als dat 's nachts gebeurt, oops... Het volgende stuk gaat weer meer richting blues met Sarah's zang op de voorgrond en dreigende gitaren erachter. "Killing Me" is ook al zo mooi gemixt en heeft een indrukwekkende solo van de elektrische gitaar, de titel van het album is ontleend aan een regel uit deze song.'t Is een afwisselende CD, dat is duidelijk, want er zijn nog een paar aantrekkelijke poppy liedjes ook. De teksten, die Sarah vaak behoorlijk gepassioneerd brengt, gaan voornamelijk over gevoelens, de liefde uiteraard en wat me opvalt is het expliciete taalgebruik, zoals in het zeven minuten lang rockende "Good Light". Er zijn niet veel zangeressen die het F-woord gebruiken, hitsig met een knipoog! In de akoestische afsluiter "(Sad Song)" is de rust helemaal teruggekeerd. Dit is simpel en ronduit adembenemend: "You're making promises you won't keep", eindigend met: "You know that you should start looking after me... (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Terri Binion
Album:
Fool
Label:
Richter Records
zaterdag 15 november 2003
Dit is een CD die er wel heel origineel uitziet! Op voor- en achterkant staat een amberkleurige foto afgedrukt met "Bottle People": uitgeknipte antieke foto's, geplaatst in oude flessen, creativiteit van een zekere Lynn Whipple. Dan gaan we nu naar Terri Binion en haar muziek!Ze doet iets speciaals met die teksten, dat valt een tekstenfreak als ondergetekende direct op. Haar stem is prettig om naar te luisteren, relaxed en zuidelijk als Lucinda (die warempel harmony zingt op de eerste track!), met een vleugje Tammy Wynette, iets doet ook een beetje denken aan vroeg werk van Michelle Shocked. De muziek is goed gespeelde tamelijk traditionele country, van bluegrass tot western swing, maar het is Terri's zingende voordracht van de teksten over die muziek: dat maakt het bijzonder!Geen afgepaste zinnetjes, maar veel lange regels die ook nog eens onevenwichtig opgebouwd zijn, de begeleiding stopt soms gewoon een momentje. Ze komt er glorieus mee weg! Terri heeft een directe aanpak, die je dwingt te luisteren naar wat ze te vertellen heeft over de mensen die ze tegenkwam. "GayleAnne" gaat over de muzikanten in Nashville, die nooit het succes zullen proeven: "God save us from those Broadway dives". De gevoelens uit titelsong "Fool", "I could have been her, but I'm not", zijn pijnlijk herkenbaar, net als die verhalen over de vrouwen uit "All She Ever Dreamed" en "Dreams Worn Thin". Het meest opmerkelijke stuk is nog dat meer dan zes minuten durende raadselachtige verhaal over "small time robbers" Richard Payne en Burton Post. Zelfs de hidden track met de "Voices on Rattlesnake Ridge" is bijzonder origineel en zo is de cirkel rond: Terri Binion is een originele
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 8 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Drive By Truckers
Album:
Decoration Day
Label:
New West Records
zaterdag 15 november 2003
Drie jaar geleden kwam de Southern Roots Rock band Drive-by Truckers met het, in Nederland zwaar onderschatte, album Pizza Deliverance (Zane Records) uit. The Mules - zoals ze zichzelf graag noemen – kwamen vorig jaar nog met het nu al legendarische album The Southern Rock Opera op Lost Highway Records uit. Nu alweer wil ik u confronteren met het vierde album genaamd Decoration Day. De mannen met Southern Rock ballen dachten vorig jaar nog bij Lost Highway Records een wereld deal gesloten te hebben, maar het liep allemaal anders. De maatschappij betaalde liever dure advocaten, om Mp3 piraten te dagvaarden, als dat men de band fatsoenlijk ging promoten. De centjes raakte op dus moest er bezuinigd worden. Voordat de boys het in de gaten hadden lagen ze weer op straat. Gelukkig raapte New West Records de band weer op en konden Patterson Hood, Mike Cooley, Earl Hicks en Brad Morgan, dit keer overigens zonder Rob Malone, alsnog het reeds gemixte album Decoration Day uitbrengen. Malone word overigens prima vervangen door Jason Isbell die meteen ook track zes “Outfit” voor zijn rekening neemt. Wat is er veranderd bij The Truckers vroeg ik me af, na ruim een maand intensief beluisteren? Eigenlijk best wel veel kan ik u nu melden. De voorgangers pakten op een of andere manier direct, dat is nu toch anders. Voor liedje als “Sounds Better In The Song” en “When The Pin Hits The Shell” moest ik toch even de tijd nemen. Deze beauty’s en het slotstuk “Loaded Gun In The Closet” laten Decoration Day toch weer tot grote hoogte stijgen. En dan heb ik het niet eens gehad over het prima verzorgde en patent waardige Digi Pack waarin de nieuwe Drive By Truckers tot u zou moeten komen.
Jan Janssen Artist:
Greg Brown
Album:
Over And Under
Label:
Trailer Records
zaterdag 15 november 2003
Eerst dacht ik dat hij zo'n typische muzikanten-muzikant was, met een stapeltje platen, vooral gewaardeerd en genomineerd door wat kollega's en de bizz. Zowel in San Francisco als later hier hoorde ik zijn naam een enkele keer. Toen kreeg ik recentelijk te maken met het enthousiasme van Kelly Pardekooper en Teddy Morgan, die hem als hun gewaardeerde mentor beschouwen en het leek hoog tijd om zelf de goede man eens te checken. 't Kwam dus van pas dat het Greg Brown-album uit een envelop rolde... Het begint met een realistisch verhaal over vier mannen die gingen vissen terwijl ze hartstikke dronken waren, loopt slecht af natuurlijk. Greg heeft een diepe donkere stem maar is toch geen geweldige zanger, hij doet me een beetje aan Chip Taylor en Kris Kristofferson denken. De muziek is zeer akoestische folk en countryblues; er spelen zoveel muzikanten met bijbehorende instrumenten mee, toch klinkt 't sober. Bij de derde song "Summer Evening", een wat melodieuzer folkballad met harmony en fiddle, begint er wel een kwartje te vallen... Sommige van de veertien tracks hebben -enigszins bizarre- humor, zoals "InaBell Sale", dat begint met een soort opgedragen mis en via een preek eindigt in een veiling. Er zijn juweeltjes bij, "Your Town Now" en het telefoontje naar "857-5413": "I'm too drunk to read my Bible, too sober to be here alone". De snelle stukken "Fairfield" en het rammelende "Almost Out Of Gas" doen het ook goed, net als dat deinende dansliedje "Beyond The Sunset", een instumentale traditional.Een eigenzinnige CD van iemand uit Iowa City, die eens hierheen zou moeten komen, zijn optredens schijnen speciaal te zijn: tijd om Europa te veroveren! En dat handschrift op en in de digipack (met foto's gemaakt door dochter Pieta), is dat van Greg Brown zelf? (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 9 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Jay Farrar
Album:
Terroir Blues
Label:
Act Resist Records
zaterdag 15 november 2003
Toen ik Jay Farrar zag optreden, in mei tijdens de Groningse Rhythm & Blues Night, was ik behoorlijk onder de indruk van zijn warmbruine stem en prachtige melodieuze liedjes. Hoewel hij natuurlijk een cultheld is die met zijn muziek in Uncle Tupelo en Son Volt al vele jaren beginnende en gevorderde vakbroeders inspireert, kende ik hem nog niet zo goed. Hij leek mij iemand die sympathiek maar introvert is, super-intelligent en wat mysterieus. Hij zal niet voor een makkelijke, gebaande weg kiezen maar zijn eigen visie over willen brengen. Ik denk, met zijn nieuwe album "Terroir Blues" in handen, dat ik hem die avond redelijk raak getypeerd heb. Hij heeft inmiddels zijn eigen label Act/Resist opgericht en kan dus doen wat hij wil op zijn CD, zoals 23 niet al te toegankelijke maar fraai gemaakte tracks neerzetten. Vier songs krijgen twee versies en dan is er nog, behalve een volledige instrumental, "Space Junk", vijf stukjes van minder dan een minuut met elektrische saz, synthesizer en achterstevoren opgenomen honingbijachtige geluiden. Behalve uiterst boeiend gitaarspel horen we ook een interessante instrumentatie, bijvoorbeeld terecht op de voorgrond tredende lapsteel (Mark Spencer was ook in Groningen aanwezig) en pedalsteel, verder een speelse fluit ("Out on the Road") en een broeierige cello ("Cahokian"), terwijl electric slide sitar wordt toegevoegd aan "Fool King's Crown" door Brian Henneman van The Bottle Rockets. Alt-Country in optima forma, Jay was tenslotte een grondlegger van deze muziek. In de teksten is hij een dichter, die herinneringen aan zijn recent overleden vader vastlegt, geschiedenis en politiek aanstipt, zingt over zijn stad St. Louis en de Mississippians maar ook over "California" en dat was mijn favoriete liedje tijdens zijn concert!
Johanna Bodde Artist:
Kevin Bowe And The Okemah Prophets
Album:
Angels On The Freeway (Crosses On The Road)
Label:
Corazong Records
zaterdag 15 november 2003
Het is alweer twee drie jaar geleden dat het debuut album van Kevin Bowe & the Okemah Prophets, Restoration, uitkwam op het independent label The Orchard. Bowe's strakke Roots-rock composities, in de trend van Steve Earle, The Replacements, en The Byrds gingen voor een groot deel aan ons land voorbij. Dit zal met Angels On The Freeway (lees gewoon Restoration) denk ik niet gauw gebeuren. De eigenzinnige Okeman Prophets, bestaande uit Andy Dee (lap steel), Marv Gohman (mandoline) John Haga (drums) en Dik Shopteau op bas worden nu via Corazong Records ons binnen geloodst en dat laatste zult u gaan merken ook. Want als ik het allemaal goed beluister heb zal Angels On The Freeway bijna in vol ornaat zelfs onze radio twee luisteraars plezieren. "Sault Ste. Marie", "The Land Of Cain" en het besnuffelende Tom Petty liedje "Permanently Temporary" hebben precies die groove die ik van hem Kevin Bowe verwachte. Hoewel Bowe, op Angels On The Freeway, ook wat raakvlakken met John Mellencamp (Lonesome Jubilee) vertoond en toch een wat minder Steve Earle touch heeft, is dit één van de betere Roots-rock CD's van het afgelopen jaar. Maar goed, ik zei dat vorig jaar ook over Reto Burrell's "Shaking Off Monkeys" het kwartje viel toen ook niet in Hollanda. Misschien word dat het nu onder een ander naam anders, luister zelf maar.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 10 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Old Reliable
Album:
Pulse Of Light Dark Landscape
Label:
Independent
zaterdag 15 november 2003
Hoe betrouwbaar zal deze recensie zijn als de band waarover we nu gaan schrijven Old Reliable heet? De derde CD van de uit Alberta, Canada afkomstige Roots-rock formatie heet Pulse Of Light Dark Landscape. Een korte observatie van de titel weerspiegelt precies waarom het allemaal draait, ritme van het licht en donkere landschappen. Het zijn, voor een groot deel, de muzikale uitspattingen van het singer-songwriters duo Mark Davis en Shuyler Jansen. De band borduurt voort, daar waar bijvoorbeeld Crazy Horse en Wild Turkey (wie kent ze nog?) ophielden. Nu kunt u dat plagiaat noemen waren het niet dat ik Old Reliable, technisch gezien, toch iets creatiever in schat. Het zijn namelijk vijf jonge honden die exact weten wat vandaag de dag allemaal te koop op productie gebied. Moderne Rock 'n' Roll wordt het ook wel eens genoemd. Oude ritmiek word verpakt in een zeer trendy technosound die we terugvonden in de tracks "Lighting Fast", het vliegende "Tight Knit Seams", "Catch That River" en het zeer toegewijde "Straight To Her Beauty". De Alt Country traditionals "Pulse Of Light" en "Broke Down Poor" steken daarentegen een beetje flets af en dat is enigszins jammer. Pulse Of Light Dark Landscape bevat maarliefst 5 zeer fraai uitgevoerde bones tracks waarvan ik de indruk kreeg dat men juist daar de lat naar een nog hoger niveau tilt. Uitgedragen muziek die we zelden tegenkomen en juist dat maakt deze recensie zo betrouwbaar.
Jan Janssen Artist:
Richard Gilpin
Album:
33
Label:
RCM Records
zaterdag 15 november 2003
Dat Ierse immigranten verantwoordelijk zijn voor wat we voorheen noemde American Bluegrass, weten de meeste van jullie wel. Zonder alle Country afgeleide muziek categorieën te moeten doorlopen noemen we dat tegenwoordig gewoon Americana. En dat heeft toch geleid tot meer duidelijkheid want steeds meer bandje, ook buiten de States, meten zichzelf juist dit korset aan. De uit Ierland afkomstige singer-songwriter Richard Gilpin wil zich absoluut niet dat harnas aan laten meten. De opvolger van Beautiful Mistake, van vorig jaar, 33 kwam vorige week uit. De Ier balanceert, naar mijn mening, op de rand van Americana, catchy pop-rock en stevige Rock ‘n’ Roll. Geen eenvoudige klus dus om echt concreet te zijn maar 33 is op de valreep van 2003 een verassende muzikale plaat die mij trouwens goed bevallen is. “Man On The Moon And Me”, waarmee 33 opent, gaat over 3 decennia overleven en opgroeien in Belfast. Zonder dat ik het in de gaten had luisterde ik naar James McMurtry’s “Nevelland” van het album Where’d You Hide The Boby uit 1995. Deze cover voegt nog eens iets toe en dat hoor je tegenwoordig niet vaak meer. Een geweldig nummer vond ik het ruim zes minuten durende “Share These Chains With Me”. De Keltische violiste Maire Breatnach (Steve Cooney) en Liam Bradley (Van Morrisson) op percussie maken van dit nummer nu al een ware klassieker. De strakke band die Gilpin om zich heen heeft verzameld bestaat overigens uit Michael McGinty (Bas), Liam McGinty (drums) en de Nederlander Remco Rodrigues op Gitaar. Aantrekkelijk muzikale ervaring met een nieuwe generatie Ieren die hun afkost niet verloochenen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 11 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Sara K. & Chris Jones
Album:
Sara K. & Chris Jones Live
Label:
Stockfisch Records
zaterdag 15 november 2003
Sara K., geen verdachte uit een krantenbericht maar een Amerikaanse singer-songwriter, ik had nog nooit van haar gehoord, maar ik ken lang niet iedereen natuurlijk. De naam van virtuoze gitarist Chris Jones had ik wel eens horen ritselen in het circuit van muzikanten en kenners. Hij komt notabene uit Reno, een miniLas Vegas waar iedereen covers speelt in casino-lounges en deze man klinkt als een soort Ry Cooder... Hij hoorde Sara in een Duitse studio en wilde beslist met haar werken, platenbaas Gunter Pauler had hetzelfde idee op hetzelfde moment, prettig is dat.Deze CD bevat een ruim 71 minuten durend concert uit de gesponsorde Duitse tour van voorjaar 2002. (Gesponsord, door een luidsprekerfirma! Hoe krijg je dat voor elkaar?) Tussen alle opnamen was het resultaat van de show in Erlangen het meest overtuigend, er waren zelfs geen overdubs nodig. Sara bespeelt zelf een viersnarige (!) akoestische gitaar, Chris doet het met zes snaren en heeft ook nog een fraaie Dobro tot zijn beschikking. Met welke woorden beschrijf ik Sara's stem het best? Een alt met rijke klankkleur en groot bereik, een geheel eigen geluid. Ze doet soms even aan Lucinda Williams denken, bijvoorbeeld in het relaxte "Anymore", maar de emotionele uitbarstingen gaan weer richting Janis Joplin. Ze zingt veel bluesy stukken maar ik hoor ook wat invloeden uit jazz en folk, de geïmproviseerde solo's zijn uiterst boeiend. Professioneel uitgevoerd album, ook een lust voor het oog met het warm gekleurde schilderij dat zelfs op de disc terugkomt en de aansprekende muzikanten-in-aktie-foto's. Raad eens welke cover de toegift vormt? Don McLean's "Vincent" en nu hoor je pas weer wat een mooi lied dat eigenlijk is. (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Delbert McClinton
Album:
Delbert McClinton Live
Label:
New West Records
maandag 10 november 2003
Een beter cadeau voor onder de kerstboom kan ik me haast niet voorstellen. Ik heb het over het nieuwe en prima verzorgde live digi pack van Delbert McClinton. Dit in rood gekleurde verpakte dubbelalbum is vreemd genoeg opgenomen in Bergen, Noorwegen. Ik zeg vreemd genoeg omdat voor veel Nederlandse fans het niet te verkroppen is waarom deze man niet naar bloembollenland komt. Een pleister op de wond, zullen we maar zeggen, voor de diehards die dit lezen. Echter trouwe Amerikaanse fans weten waarom het nieuwe album van McClinton een live album is. Het enige wat de waanzinnige strakke rhythm sectie nog kan overtreffen is McClinton's uitzonderlijke stem tijdens zijn live optredens. McClinton’s carrière begon ergens midden vijftiger jaren begin negentiger jaren kreeg hij pas de erkenning die hij verdiende. 4 November 2003 werd deze dinosaurus 63 jaar en hij is nog steeds alive and kicking. Dit dubbel live album is volgens mij zijn twintigste release en geeft een prima overzicht van het hele oeuvre van deze veteraan. Het enige wat ik een beetje zonde vind is het feit dat we maarliefst 6 van de 19 tracks ook terugvinden op het 14 jaar geleden verschenen album “Live From Austin”. Daar staat weer tegenover dat het mij persoonlijk deugt doet dat hij de track “New York City”, van het vorig jaar verschenen Room To Breathe, ook heeft geselecteerd voor dit album. McClinton schreef deze track namelijk samen met een van onze nieuwe ontdekking van dit jaar Tom Faulkner. Een buitenkans dus voor doorgewinterde American Roots Music liefhebbers.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 12 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Roger Creager
Album:
Long Way To Mexico
Label:
Dualtone
maandag 10 november 2003
De cover van het derde album, bij platenstal Dualtone, van Roger Greager’s, Long Way To Mexico is zo misleidend als het maar kan zijn. De makers daarvan kenden waarschijnlijk de muzikale boodschap van dit super variërende album niet. Maar goed, laat ik maar direct met deur in huis komen vallen, als ik één album dit jaar een smeltkroes van muziek zal noemen is het deze CD. Ga er maar even voor zitten zou ik zeggen, daar gaan we. Pure country horen we op “Good Old Days”, killing me softly country treffen we aan op “All For The Sake Of The Song” en “Delicacy Of A Rose”. Temperamentvolle Latin is geprogrammeerd op nummertje 5 “Gypsyland”. “Shreveport To New Orleans” neigt naar Dixie. Het poppie omgetoverde Billy Joe Shaver liedje “Love Is So Sweet” kan zo commercieel vermarkt worden en de uitsmijter “Late Night Case Of The Blues” brengt u naar uw sofa om uit te rusten van hetgeen u zojuist allemaal is overkomen. Zo dat was hij. Wie is die goochelaar eigenlijk? Roger Creager was ooit op een blauwe maandag accountant in Houston, Texas en maakte tot dusver twee albums. Having Fun All Wrong (1998) en I Got the Guns (2000) belanden allen in de Music Charts, in The States. Creager stelt doelen en weet hoe hij daar moet komen. Deze eigenzinnigheid en de bijzonder samenstelling van de musici, Glen Fukunaga op bas (Jon Dee Graham), Joel Guzman accordeon (Aztex) en Lloyd Maines om er maar eens een paar uit te lichten, maken Long Way To Mexico tot de meest extreme mengelmoes CD van het moment. Ik zou zeggen ga maar eens luisteren en bepaal zelf maar ik welk schappie u Roger Creager neer zou zetten.
Jan Janssen Artist:
Hardpan
Album:
Hardpan Live
Label:
Blue Rose Records
zaterdag 1 november 2003
Wie had ooit gedacht dat Joseph Parsons idee, om vier singer-songwriters aan elkaar te koppelen en samen de studio in te duiken, zo’n impact zou hebben? Samen met Todd Thibaud, Terry Lee Hale en Chris Burrourghs namen de heren, één dag na 11 september 2001, in Tucson, Arizona de CD Hardpan op. Een jaar later bleek de gelegenheidsformatie Harpan een van de beste live acts uit de Blue Rose Records historie. De Hardpan gekte is voor een groot deel aan Nederland voorbij gegaan, maar feit is dat bovengenoemde heren in de door onze omringende landen voor een ware hype gezorgd hebben. In een maand werden daar maarliefst 20 concerten gegeven. Het succes zal navolging krijgen, melde het Duitse label onlangs nog. Vooralsnog moeten we het doen met Hardpan Live opgenomen begin oktober 2002 in Heilbronn. De dubbel-cd bevat niet alleen songs die u ook terug kunt vinden op het studioalbum, maar er staan ook tracks op die tijdens de Europa tournee ontstaan zijn. Todd Thibaud’s “I Don't Need It Anymore”, Joseph Parsons Concertkraker “Crocodile” en het gevoelige “Fickel Face”, Terry Lee Hale’s humerige “Take Away” en Chris Burroughs superballade “What It's All About” zijn bijvoorbeeld van die extra’s die u niet mag gaan missen. Verder wordt het Hardpan Live pakket geleverd met een heuse DVD waar zes songs prima in beeld gebracht worden met drie camera’s. Het geheel ziet er trouwens prima verzorgd uit. Voor diegene die het allemaal niet willen geloven dat ze vorig jaar iets gemist hebben, hebben Terry Lee Hale en Joseph Parsons interessante liner notes opgeschreven.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 13 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Rob Jungklas
Album:
Arkadelphia
Label:
Madjack Records
zaterdag 1 november 2003
Soms zijn er CD op de markt die zich onderscheiden van de rest. Enkele voorbeelden daarvan zijn, in mijn ogen, de muziek van The Bambi Molesters, The Willard Grant Conspiracy, Girls Say Yes en Woven Hand’s Blush. Eigenlijk zou ik graag elke maand wel een CD willen beschrijven die ik het predikaat buitencategorie zou willen meegeven. Maar zoals zovaak, dat heb je niet voor het zeggen je moet er eerst maar eens tegenaan lopen. Nagenoeg op het scheiden van het jaar, loop ik tegen de nieuwe CD van de uit Memphis afkomstige singer-songwriter Rob Jungklas “Arkadelphia” aan. Of Rob Jungklas aan een comeback bezig is weet ik even niet maar feit blijft dat hij in 1987 de LP’s “Closer To The Flame” en “Work Songs For A New Moon” afleverde. Beide, voor die tijd obscure albums, ken ik nog zeer goed en ik weet ook nog dat ze zeer goed werden ontvangen in de alternatieve media. We zijn nu dertien jaar verder en hoewel de CD eigenlijk dateert uit 2002 is Arkadelphia nu pas verschenen op het independent label Mad Jack Records. Buiten dat Jungklas beschikt over een bijtend stemgeluid bespeeld deze markante verschijning ook gitaar, mandoline, magnus en de meeste percussie-instrumenten op Arkadelphia. Verder treffen we ook John C. Stubblefield (North Mississippi Allstars) op contrabas aan. We horen ook hier en daar Susan Marshall (North Mississippi Allstars en Willy DeVille) meezingen. De donkere soms zelf religieuze teksten over de zelfkant van het leven maken dit album bij iedere draaibeurt steeds fascinerender en spannender. Sixteen Horsepower fans opgelet, Arkadelphia heeft zondermeer de Low Estate en Secret South competentie of komt nu eigenlijk pas aan licht waar David Eugene Edwards zijn imago vandaan heeft.
Jan Janssen Artist:
Eric Westbury
Album:
Burnt Tongues And Blue Truths
Label:
Barreltown Records
woensdag 29 oktober 2003
Met alle respect, maar ik heb Gurf Morlix altijd meer als producer kunnen waarderen dan als hij zelf iets op schijf zette. Toad Of Titicaca en Fishin' In The Muddy waren, wat mij betreft, nauw niet echt iets om naar huis te schrijven. Gek eigenlijk want is hij het niet die mensen als Slaid Cleaves, Mary Gauthier, Ray Wylie Hubbard en Tom Russell liet groeien tot grote hoogten? Jazeker dat is gitarist/producer Morlix op zijn sterkst. Nu wroet hij weer aan de talenten van de uit Canada afkomstige singer-songwriter Eric Westbury. Diens tweede album Burnt Tongues And Blue Truths wordt dan ook heftig ondersteund door de gitaarkunsten van Morlix. Alhoewel Burnt Tongues And Blue Truths voor mij pas de eerste kennismaking is met Westbury moet ik eerlijk bekennen dat de CD eigenlijk direct goed binnen gekopt werd. De liedjes gaan over het alledaagse leven en zijn zo herkenbaar als het maar kan zijn. Het donkerbruine en grommende stemgeluid roept enig vergelijk op met die van Rod Picott. Toch wil ik daar muzikaal gezien niet de lijn trekken. Westbury werk zijn muziek op Burnt Tongues And Blue Truths rustig, ja soms tergend traag, af iets waar u maar eens goed voor moet gaan zitten. Pas dan namelijk zult u in staat zijn nummers als “Nickeljack Cave”, overigens opgedragen aan Johnny en June Carter Cash, en “Walking Tracks” werkelijk te begrijpen. Maar dat laatste hoeft natuurlijk niet als u met een lekker glas wijn in uw hand voor de openhaard wilt genieten van de fantastische sfeer die deze CD mee kreeg.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 14 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Girls Say Yes
Album:
To Boys Who Say No
Label:
The Paisley Pop Label
dinsdag 28 oktober 2003
De CD heeft drie modellen op de voorkant, misleidend grapje, want Girls Say Yes is de naam van een muzikantenkollektief rond singer-songwriter Jim Huie uit Portland, Oregan. Ik ontmoette Jim voor het eerst tijdens de gedenkwaardige Europese tour van Russ Tolman's 2 Car Garage Band in het stormachtige najaar van 1998. Hij was de drummer. Hij vertelde me over zijn plannen, elke keer als er weer wat geld beschikbaar kwam, dook hij met Russ als co-producer de studio in. Ik bewonder mensen met doorzettingsvermogen en het resultaat, dat hij op zijn eigen Paisley Pop-labeltje uitgebracht heeft, mag er zijn! De referentie naar de befaamde Paisley Underground-scene is duidelijk, die hommage is ook een samenbindend element op dit album en behoedt het tevens voor het gevaar om fragmentarisch te worden, want er zijn veel verschillende dingen door veel verschillende mensen gedaan! Jim schrijft vrijwel alles (met humor!), bespeelt diverse instrumenten, maar zingt op slechts acht van de vijftien tracks zelf de leadvocals, dat zijn ook gelijk de songs die er het sterkst uitkomen. Vooral "How To Do Everything Right" blijft lang hangen.De rij gastmuzikanten is indrukwekkend, een paar namen: Richard McGrath (maatje van Russ uit True West), Mitch Easter (Let's Active, producer van REM) en Bobby Sutliff (The Windbreakers). Natuurlijk ontbreekt ook de 2 Car Garage Band niet: Russ bewijst weer wat een killer-gitarist hij nog altijd is. Jeff Kane bespeelt de 12-string en bassist Roland Couture laat op dertien stukken zijn spel horen, ook dat hij overweg kan met een banjo, 12-string en solo-gitaar!Behalve de Paisley is er ook de lekker vlotte Pop, al met al de moeite waard om te checken en je te laten verrassen door al die interessante muzikanten, maar vooral door Jim! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
Artist:
Edie Carey
Album:
When I Was Made
Label:
Independent
zaterdag 25 oktober 2003
Afgelopen augustus verscheen de opmerkelijke CD van Edie Carey genaamd When I Was Made. Ik hoorde hem via een Amerikaanse radiozender op het Internet, waarvan mij de naam trouwens is ontschoten. Ik dacht eerst dat ik naar iets exclusiefs van Alison Krauss zal te luisteren. Nu moet u weten dat ik Krauss het best vind als ze die prachtige ballades zingt. Kijk dat was nu juist waarom bij mij het kwartje viel toen ik plotseling tegen Edie Carey aanliep. Nu ik de CD al een paar heb beluisterd moet ik er iets over kwijt. Het zou immers zonden zijn als deze release onopgemerkt aan ons allen voorbij zou gaan. De vanuit New York opererende Edie Carey maakte tot dusver drie albums en was vorig jaar nog te horen op Melissa Ferrick’s album Listen Hard. Carey pende ruim de helft van de tien doorgaans ingetogen tot mid-tempo variërende liedjes op When I Was Made, waarvan ik “With Our Hand” en “Under The Sky” het absolute hoogtepunt vindt. “All The Way Down”, “Cemistry” en “I Need You” werd samen geschreven Evan Brubaker. De vocale ondersteuning van Brubaker op When I Was Made is prima gemixt door het A-team, wie dat dan ook mogen zijn. Deze CD en de voorgangers Come Close (Live), Call Me Home en The Falling zijn verkrijgbaar via www.cdbaby.com. Leuk om weer eens op een dergelijke manier iets positiefs te ontdekken.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 15 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Thad Cockrell
Album:
Warmth & Beauty
Label:
Yep Roc Records
zaterdag 25 oktober 2003
De debuutrelease, twee jaar geleden, van Thad Cockrell “Stack Of Dreams” (Mile Of Music) werd in een dag opgenomen en dat was te horen ook. Hoewel Caitlin Cary en Skillet Gilmore (Whiskeytown) en Tift Merritt (backing vocals) bijdroegen aan dit album konden mij de negen composities niet echt bekoren. Thad Cockrell heeft nu een deal bij Yep Roc Records en Warmth & Beauty is dus zijn tweede officiële release. Dit betekent dat er grote kans is dat dingen veranderd zijn. Cockrell en Ex Db’s Chris Stamey en produceerde dit tweede album gezamenlijk en dat doen deze keer op een prachtige en warme manier. Ziet u, de titel van dit album doet al van zich spreken, want als ik een overall uitspraak mag doen dan zou dat Warm & Beautiful zijn. Hoewel de opener, het countryrock liedje, “I’d Rather Have You” anders doet vermoeden klinkt Warmth & Beauty vooral ingetogen. Iets wat ik jammer vindt want zo zou u het gevoel kunnen krijgen dat de CD langzaam uitgaat als een nachtkaars. Dat laatste overkwam mij namelijk ook toen ik naar “She Ain’t No You” en “Breaking Of A Day” had geluisterd. Maar wie daar even voor gaat zitten komt tot de ontdekking dat het stuk voor stuk mooie songs zijn. Cockrell meent u als het ware aan zijn arm mee en zonder dat u het in de gaten heeft maakt u deel uit van zijn dierbare herinneringen.
Jan Janssen Artist:
Cliff Wagner & The Old # 7
Album:
Take Me Back To The Delta
Label:
Independent
vrijdag 24 oktober 2003
Als ik zo'n sympathiek, in eigen beheer uitgebracht album in handen krijg, smelt ik altijd een beetje. Het harde werk, het bij elkaar geschraapte spaargeld, hulp van de hele familie en vriendenkring, dat straalt er allemaal van af. Cliff Wagner & The Old # 7, traditionele bluegrass. Ik hou wel van de muzieksoort, hoe kan het ook anders na al die jaren als fan van Chris Hillman, die bluegrass als eerste liefde heeft en zelf een uitmuntend mandolinespeler is.Cliff heeft zo'n typerende stem die heel geschikt is voor bluegrass. Hij kreeg het ook met de paplepel binnen in Greenwood Mississippi, waar hij banjo leerde spelen. De titeltrack gaat over zijn geboorteplaats en was het favoriete nummer van vader Don Wagner, een contrabassist, die overleed voor het (aan hem opgedragen) album af was. Cliff bespeelt nu ook de fiddle, "Road Trip" kreeg bijvoorbeeld een knappe solo mee. The Old # 7 levert gitaar (door Jesse Harris, zoon van Burrito Brother Gregg Harris), mandoline en stand-up bass natuurlijk, plus de gebruikelijke tenor en baritone vocals voor de fraaie driestemmige zangpartijen. Prima muzikanten allemaal!In krap dertig minuten werkt men zich door elf nummers, waaronder drie instrumentals, maar ook de ballads zijn vertegenwoordigd. Cliff maakt zich er niet te makkelijk vanaf: er zijn maar twee traditionals opgenomen, verder wat werk van Don Reno en Harlan Howard/Freddie Hart, vijf tracks heeft hij zelf geschreven.Een goed in elkaar zittend album, wat zeker zijn weg naar de liefhebbers wel weet te vinden. Ik grasduin nog even door de bedankjes, wie staat er ook bij? Rufus, the studio dog! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 16 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Cracker
Album:
CountrySides
Label:
Cooking Vinyl
vrijdag 24 oktober 2003
Even opfrissen voor diegene die het nog niet wisten. Want laat ik eerlijk zijn ik wist het echt ook niet. Hoe bedoel je, vraagt u zich af? Nauw gewoon Cracker! Mijn alter ego en ik stonden werkelijk aan de grond genageld toen we voor het eerst kennis maakte met de ongelofelijke strakke sound van de highlight van het Take Root Festival 2003. Ja zeker u leest het goed David Lowery, John Hickman, Kenny Margolis, Frank Funaro en Brandy Wood waren, wat ons betreft, het hoogtepunt van het festival. Mijn luistervrienden bleken het gelijk aan hun zijde gehad te hebben toen ze zeiden “je moet je doodschamen dat je nog niets over Cracker’s zevende release CountrySides hebt geschreven op je website”. Met het schaamrood op mijn wangen heb ik dit stukje dan ook geschreven. Een straf was het bepaald niet want inmiddels heeft de hele Cracker collectie huize Janssen al op stelten gezet. Zeker weten dat met nummers als “Truckload Of Art” en “The Bottle Let Me Down” iedere fatsoenlijke tent in Nederland hetzelfde zal overkomen. Maar ik ga zelf voor het opzwepende en erg toegankelijke “Duty Free” en de ultieme country ballade “Buenas Noches From A Lonely Room”. Uit de genoemde titels kunt u opmaken waar Cracker - bij uitzondering trouwens, naar ik nu weet - uit put. Met messcherpe teksten, verfraaid met onvervalste Roots rock geschoeid op een traditionele country leest, geeft Cracker aan dat de mensheid niets heeft geleerd uit hun eigen historie. Luister maar eens naar het ironisch volgepakte “Up Against The Wall Redneck Mothers” Dieper wil ik hierop niet ingaan maar deze major formatie maakt zich daarmee bepaalt niet populair bij de ware Amerikaanse patriot. Professor David Flamm, schrijver van de inlage van het CD boekje, is het roerend met mij eens. Het zal mij een zorg zijn, gedumpt door Virgin Records en met open armen ontvangen door het independent label Cooking Vinyl, ik begroet de boys and Girl van Cracker. Keep on the good work; I can wait until number eight, nine or whatever sees daylight.
Jan Janssen Artist:
Jason Ringenberg
Album:
A Day At The Farm With Jason Ringenberg
Label:
Yep Roc Records
woensdag 15 oktober 2003
Jason Ringenberg was met zijn Scorchers de grondlegger van de cowpunk en hij deinst er nog altijd niet voor terug om boven op twee grote gestapelde speakerboxen te klimmen en een mondharmonica-solootje te spelen! Hij houdt ook heel erg veel van zijn dochtertjes en het leven op de boerderij met allerlei dieren. Tijdens zijn laatste bezoek aan Nederland vertelde hij al over het kinderalbum dat in de maak was en zong hij een leuk liedje over zijn tractor.Nu is de CD inderdaad hier gearriveerd, complimentjes voor Jason, want wat is dit een feilloos uitgewerkt leuk idee!! De doelgroep voor deze muziek bevindt zich onder peuters & kleuters, de aanstekelijke melodietjes en eenvoudige teksten zijn, met een beetje uitleg, ook voor nietEngelstalige kinderen makkelijk op te pikken. Het CD-boekje is uitgevoerd met heel grappige kleurrijke tekeningen bij elk liedje en een foto van Farmer Jason himself met zijn drie schatjes. Hij neemt de kinderen mee tijdens een dag op de boerderij, van het opstaan via een kennismaking met allerlei dieren tot een fraai slaapliedje dat hij zingt met TV-persoonlijkheid Tahra Dergee. Elk nummer wordt ingeleid door een kort (leerzaam) verhaaltje en de diverse dierengeluiden, zowel met stemmen als op instrumenten gerealiseerd, zijn hilarisch natuurlijk.Meespelende muzikanten zijn o.a. George Bradfute (tevens producer) en Fats Kaplin, niet de minsten. Addie Rose en Camille krijgen credits voor "The Doggie Dance" en zingen ook met vriendjes en vriendinnetjes in The Little Farmers Chorus. Met een knipoog naar de beruchte sticker luidt de Parental Advisory: This CD contains songs that will have you singing along with your kids! Waarom hadden wij zoiets leuks niet, toen we klein waren? (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 17 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Flying Buritto Brothers
Album:
The Red Album
Label:
Corazong Records
woensdag 15 oktober 2003
Om misverstanden te voorkomen: dit is een album van de in 1974 heropgestane Flying Burrito Brothers, met alleen de originele leden Sneaky Pete Kleinow (pedal steel) en Chris Ethridge (bas). Floyd "Gib" Guilbeau en ex-Byrd Gene Parsons waren erbij betrokken en Joel Scott Hill had men als zanger en leadgitarist gevraagd. Er werd gerepeteerd, opgetreden en materiaal op plaat gezet, tot in 1976, toen de line-up weer veranderde en het echt onoverzichtelijk werd. Voor de liefhebber staat er een verhaal met alle mogelijke namen en muzikale achtergronden in het CD-boekje, geschreven door de Nederlandse meneer, die ooit de befaamde "Hot Burrito" LP met rode hoes samenstelde! Oude foto's van de besnorde en bebaarde, langharige muzikanten ontbreken uiteraard niet. De zeventien netjes opgepoetste tracks zijn opgenomen tijdens een "'76 Hollywood studio party", waarschijnlijk was het live-album "From Another Time" al een soort onvolledige versie. Er worden bekende liedjes uitgevoerd van Gram Parsons en Chris Hillman, de grondleggers van de band en covers die op albums van de eerste lichting Burrito's stonden, zoals "White Line Fever", maar het prijsbeestje is toch wel "Building Fires" van Dan Penn. De inbreng van Cajun Gib Guilbeau maakt de CD extra interessant, hij zingt de fraaie eigen compositie "Bon Soir Blues" en het vrolijke "Diggy Liggy Li". Ook Gene en Sneaky Pete wagen zich tijdens het concert aan leadvocals, elk een stukje. Sneaky kan niet zingen, hoor!Kleinigheidje: track 14 is gewoon "Hot Burrito # 2", al heeft het door deze lineup geschreven nummertje 3 wel bestaan op de LP "Flying Again". Chris Hillman wordt nog altijd heel boos over het hergebruik van de bandnaam, wat meer met "money" dan met "music" te maken zal hebben... Dit is gewoon een lekker enthousiast gebracht concert en wat is daar op tegen? (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
Artist:
Mark Pengilly
Album:
Nothing Borrowed
Label:
Independent
vrijdag 10 oktober 2003
Welkom, Mark Pengilly uit Melbourne! Een Australische meneer in ons Real Roots Cafe, gezellig, de gasten komen van steeds verder. Hij zingt zijn folk in algemeen beschaafd Engels trouwens, zonder het typische Aussie-accent. Hoewel hij al sinds 1982 actief is, blijkt "Nothing Borrowed" pas zijn tweede album te zijn. Hij heeft het helemaal zelf gefinancierd, inderdaad: niets geleend, geen geld en ook geen ideetjes, want dit alles klinkt origineel, relaxed en zonnig. Mark is behalve singer-songwriter ook stand up-comedian en die kant van zijn persoonlijkheid is duidelijk terug te vinden in timing, woordgrapjes ("My alligators say "later crocodile" ") en vooral de songtitels, wat te denken van "Autopsy In Topsy Turvydom" bijvoorbeeld? Ik vermoed dat hij bij een optreden heel gave verhalen kan vertellen tussen zijn liedjes en ik ben benieuwd wat hij dan over "Part Time Mormon" zou zeggen... Mooie regeltjes: "After our lengthy jam session, your repertoire is still the same", er zit dus meer onder de oppervlakte in de slimme teksten! De volgorde van de tracks is goed gekozen, "Gee Geelong" is een catchy opener en "I Will Miss You (For Dad)" blijft als laatste mooi lang hangen.Sterkste punt van het album is de fraaie en afwisselende instrumentatie, Mark bespeelt de akoestische gitaar, verder zijn er o.a. een double-bass, klarinet, flagolet en mandoline de studio binnengebracht, complimentje voor al de werkers daar want de opnamen zijn technische perfect, helder en duidelijk. De schilderijen die gebruikt werden voor het CD-boekje laten aantrekkelijke oceaankusten zien, maar de binnenkant heeft een grapje: de teksten staan afgedrukt op een blauwe lucht met wolkjes en je ziet pas bij een nauwkeuriger inspectie onder aan een piepklein stukje skyline van een grote, ongetwijfeld Australische stad! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 18 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Wendy MaHarry
Album:
Released
Label:
Corazong Records
vrijdag 10 oktober 2003
Ojai is een relaxte kunstenaarskolonie in een Californische vallei. Singer-songwriter Wendy MaHarry vond daar haar ideale plekje en omdat de wereld eigenlijk maar klein is, werd haar dubbel-CD op een Nederlands label uitgebracht! Disc 1 bevat een live-opname (elf tracks) die in november 2000 gemaakt werd in het Zalk Theater van Ojai. Wendy is een verbluffend goede pianiste met een heel mooie, expressieve stem, helder met een hees randje. In de uitgebreide line-up zie ik tot mijn verrassing een aantal muzikanten die ik nog ken uit mijn tijd in Ventura! Jim Christie, drums en percussie (hij speelt bij Dwight Yoakam); Suzanne Paris en David Holster, akoestische gitaren en zang (waarom die twee nog niet doorgebroken zijn is een levensgroot raadsel!); Perla Batalla, een van de achtergrondstemmetjes; Randall Richman staat bij de executive producers; een feest der herkenning! Disc 2 brengt twaalf studio-tracks, die over de periode 19922001 opgenomen werden, o.a. in de befaamde Capitol Records Studios in Los Angeles. Hier wordt lustig gebruik gemaakt van de moderne techniek met synthesizers en drumloops, maar de fluit van Ian Anderson (Jethro Tull) zit er ook bij. Hoe zijn de songs zelf? Zeker interessant en vol gevoel, "Devil Feels At Home", "Ashes" en "909" vind ik zelf prachtig. "Dyan Is Resting", de enige song die zowel een studio- als live-versie kreeg, gaat over een dame uit de hoogste kringen die van een wolkenkrabber springt. De coverfoto is aansprekend, Wendy is schilderes, dus middenin het boekje zien we ook een van haar kunstwerken.Met de soms overdadige productie is het album niet zo geschikt voor akoestische puristen, maar wel zeer fraai!! Fijn, dat Wendy een kans kreeg bij CoraZong, ik hoop dat het label vaker de oortjes te luisteren legt daar in Ojai en Ventura.
Johanna Bodde
Artist:
Adrienne Young
Album:
Plow To The End Of The Row
Label:
AddieBelle Music
zondag 5 oktober 2003
For the garden and the farm en a fresh bunch of old rhymes and new tunes staat op de indrukwekkende voorkant van het debuutalbum van Adrienne Young, Plow To The End Of The Row. Ik weet even niet wat het was, maar nog voordat ik het schijfje in mijn CD speler duwde had ik al het gevoel dat ik me het komende uur zou gaan vermaken. Was het de cover of toch die tekst? Feit is dat boeren, zoals sommige freaky Amsterdammers ons noemen, zich aangetrokken voelen als er een singer-songwriter zich zo intensief bezig houd met teksten die je alleen maar kunt bedenken als het leven leeft of geleefd heb. Hiermee raak ik ook meteen de essentie van deze CD. De bouwstenen, van deze CD, bestaan uit traditionals zoals “Satan, Yer Kingdom Must Come Down” en “Stripes” er een paar zijn. Maar wat ik zeer verrassend vind zijn de die new tunes die juist bij de eigen geschreven nummers “Nippers’ Corner”, “Conestoga” en “Her Eyes Were Watching God” een eigen kleur mee krijgen. Nee ze kunnen het schudden, deze in Tallahassee geboren en in Clearwater, Florida grootgebrachte midden dertiger weet wat ze doet. Ook de samenwerking met Will Kimbrough – ken ik hem niet van Steve Forbert, Rodney Crowell en Todd Snider - pakt geweldig goed uit op de titeltrack van dit klankgekleurde album. Het was toch die zin volgens mij. Frisse gebundelde oude ritmiek voorzien van nieuwe melodieën die ik niet eens wil spiegelen met de gevestigde orde. Luister maar eens naar het fortuinlijke “Blinded By Stars” dat overigens opgenomen en kunstig gemixt werd door Richard McClaurin (Farmer Not So John) en u weet direct wat ik bedoel met wat het is, wat voor mij het einde is.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 19 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
John Cate & The Van Gogh Brothers
Album:
Two Brothers
Label:
Blue Rose Records
zondag 5 oktober 2003
De maanden september en oktober 2003 zullen, wat mij betreft, door het leven gaan als een overkill aan American Roots muziek releases. Waar komt die mooie muziek toch allemaal vandaan, schreef ik vorig jaar toen ik de vijfde release van The John Cate Band “V” recenseerde. Ik luister nu ruim een maand naar John Cate’s zesde release Two Brothers en wederom moet ik constateren dat deze prachtige plaat waarschijnlijk zal ondersneeuwen in juist die overkill. Met zijn band The Van Gogh Brothers maakt de van origine Brit melodieuze aanstekende up-tempo liedjes die makkelijk in het gehoor liggen. Ik had het de vorige keer over The Hooters maar dat is een jaar na dato toch wat achterhaalt. Met name “Innocent Girl”, “Visiouse Game” en het zwoegende “Pine box Walk” wijken daar nogal flink vanaf. Het klopt allemaal wat Paul Candilore, Jay FitzGibbons en Clayton Young voorschotelen. Zelfs de castagnetten in “Goodby Baby” komen daar waar je ze verwacht. Verder wil ik niet flauw doen maar de titeltrack “Two Brothers” zou Tom Petty of Bob Dylan niet beter afgaan zijn. De ballade “Under My Wheels” zou bijvoorbeeld door ieder vrachtwagenchauffeur kapot gedraaid moeten worden. Met die reflecterende tekst “under my wheels are the heart, broken by the road” hou ik het zelfs niet droog. John Cate & The Van Gogh Brothers, uit de platenstal van Blue Rose Records, zou eigenlijk eens flink in het zonnetje gezet moeten worden pas dan zal voor velen landgenoten het kwartje vallen. Jammer dat, dat laatste meer een wens is van de gedachte is.
Jan Janssen
Artist:
Brad Davis
Album:
I'm Not Gonna Let My Blues Bring Me Down
Label:
FGM Records
woensdag 1 oktober 2003
Ik begin deze recensie een beetje vreemd, ik kom er ook niet omheen. Net voordat Slaid Cleaves zijn nieuwe CD Wishbone op de markt gaat brengen wil ik uw aandacht vestigen op ene Bard Davis. Het is in mijn ogen een muzikale kloon van Cleaves met één belangrijk verschil, multi-instrumentalist Davis vertoefde een groot deel van zijn leven als lead gitarist on stage met Country, Honky Tonk en Rockabilly ster Marty Stuart. En spelen kan deze flatpicker, kan ik u vertellen. De CD waar we het over hebben heet overigens I’m Not Gonna Let My Blues Bring Me Down en is opgenomen met niet zo maar een paar namen. Tommy Shaw van Styx (harmony vocals op “Tell Me Son”), Earl Scruggs (banjo op “The Clock Strikes Twice” "), en Sam Bush (mandolin op “Old Number Nine”) zijn een paar van die namen. Laat u niet misleiden door de titel van dit doorgaans Americana klinkende album, want de CD heeft erg weinig met bluesmuziek te maken. De genoemde ingrediënten zijn allen aanwezig en laten nergens te wensen over. Met de prachtige country ballad “Rank Stranger”, een duet met Kelly Nolf, zet Davis net even een stapje verder dan zijn soortgenoot Cleaves. Het radioliedje “Where You Belong” met op backing vocals John Jorgenson is slechts één van de vele hoogtepunten van dit met veertien tracks gevulde schijfje. Van origine ben ik geen Americana digger maar Davis geeft me nu eenmaal een behaaglijk gevoeld en dat overkomt me niet vaak, moet ik u eerlijk bekennen. I’m Not Gonna Let My Blues Bring Me Down is een fris en vrolijk album waar u zonder enige moeite de donkere dagen voor kerst mee door zult komen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 20 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Forresters
Album:
Skindeep
Label:
Tom Thumb Records
woensdag 1 oktober 2003
Het is alweer oktober en the Real Roots Café blijft maar ontdekken en ontdekken. Neem nu de muziek van de Down Under pop-rock formatie The Forresters, ik had daar nog nooit eerder van gehoord. Ik weet waar het aan doet denken maar daar wil ik in de laatste zin van deze recensie nog op terugkomen. De band is geformeerd rondom singer-songwriter Anthony Bautovich. Na zijn terugkeer uit Memphis, waar hij de het laatste album Humblin’ van The Orange Humble Band opnam, begon Bautovich al te pennen aan het album Skindeep wat nu voor ons ligt. De ex frontman van The Orange Humble Band, waar overigens ook Ken Stringfellow (The Posies) van de partij was, word op Skindeep ondersteund door Nick Kennedy (drums), Steve Balbi (bas), Matt Galvin (gitaar), Cameron Bruce (piano) en gitarist Charlie Owen's (Dark Horses) De stem van Bautovich doet een beetje denken aan een volwassen David Gates (Bread). De hier en daar robuuste Rock ‘n’ Roll (Are You Ready en Fool In Love) staat als, en hoe kan het ook anders met twee gitaristen in de gelederen, een huis. De strakke composities volgen elkaar in sneltreinvaart op en komt heel even tot stilstand in de Roots ballad “Tremblin”. Heel even Steely Dan? Of toch weer Gates? Het is inhaken in een soort van “Sister Golden Hair” (America) klinkende “Missing You” Het pompende “Wake Up” en “Rescue Me” met voortreffelijke backing vocals van Nikki Bennet kunnen zo de hit charts in. Maar als er van dit album een hit getrokken zou moeten worden zou dat, naar mijn mening, de titeltrack Skindeep zijn. Het verborgen goudmijntje heeft het karakter van een REM c.q. This Picture productie maar dan met net iets meer ballen. O ja, voor ik het vergeet, tot slot die laatste zin. De muziek van The Forresters is Bold and Beautifull en daarmee zeg ik niets teveel.
Jan Janssen
Artist:
50 Lux
Album:
Every Time You Move Away
Label:
Independent
maandag 22 september 2003
Het Real Roots Café moet naar de maand juni 2003 terug om te constateren dat in die maand voor het laatst een van Nederlandse bodem afkomstige CD werd besproken. Voor alle duidelijkheid BJ’s Pawnshop viel de eer te beurt. Zelden werd het Real Roots Café zo aangenaam verrast met een Flatland CD zoals onlangs gebeurde. Het betrof het debuut album van 50 Lux genaamd Every Time You Move Away. Vraag me nu even niet waar de band vandaan komt het enige wat ik u kan vertellen is dat de band is gevormd rondom singersongwriter Marco Niemeijer. Niemeijer maakte drie jaar geleden zijn solo debuut met Back And Forth. Sindsdien hebben zich gitarist Wenko Millaard, drummer Jason Chong, bassist Gideon Hekkenber en Arjan van Helmond op gitaar en mondharmonica daaraan toegevoegd. Maar laten we ons eens concentreren op wat we horen. De CD opent relaxt met “City Song”. De mandoline kabbelt lekker door het schommelende liedje waarbij ik het gevoel krijg dat de band de leerschool van Roots dinosaurus Ad van Meurs (alias The Watchman) hebben gevold. Ook bij het ingetogen “Circles In My Heart” bekruipt mij dat gevoel, zouden ze dan toch uit Brabant komen? Spannend word het pas echt in het opbouwende “Something New” en het Caribische aandoende “It’s not You”. De contrabas neemt een prominente plaats in het gezelschap als het funky “Screaming” wordt geëtaleerd. De rootsy all-round sfeer van Every Time You Move Away word passend afgesloten met het wonderschone “Think I’ll Go Walking”. Nee, ik ga niet zeuren over een typische Nederlandse productie. 50 Lux heeft toekomst en de muziek daarvan mag gehoord worden.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 21 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
June Carter Cash
Album:
Wildwood Flower
Label:
Dualtone
maandag 22 september 2003
De CD is getiteld "Wildwood Flower", net als het album dat June Carter Cash in 1988 opnam met haar zussen Helen en Anita plus dochter Carlene. De enige keer dat ik haar zag optreden was een jaar eerder, met deze nieuwe Carter Family vormde ze een niet te missen act in de Johnny Cash Show. Ze was een sterke persoonlijkheid, een comédienne, ze kwam uit een legendarische familie en trouwde haar derde echtgenoot: de beroemde Man in Black. Haar boek "From the Heart" is nog altijd boeiende lektuur. Een fantastische zangeres is ze nooit geweest, al kwamen op de oude LP's sommige duetten met Johnny verrassend goed uit de verf. Met dit album laat een bejaarde vrouw een waardig testament achter. Ze zong een aantal van de bekende A.P. Carter-songs en wat andere familiewerkjes. Ze bespeelde haar trademark autoharp bij de titelsong en werd regelmatig liefdevol bijgestaan door een goed bij stem zijnde Johnny, hun zoon John Carter Cash was producer, een uitgebreide familie- en vriendenkring speelde en zong mee. 'n Paar namen: Marty Stuart, Norman Blake, Carlene Carter en haar dochter Tiffany, die nog trots de naam van stiefvader Nick Lowe gebruikt.Er zijn extra's: twee introotjes blijken heel oude opnames van Little Junie en de Carter Girls te zijn, er zit een video-bonus op de disc en er hoort een dik, luxueus uitgevoerd booklet bij, met veel foto's, de teksten en roerende liner notes van Rosanne Cash, inclusief haar toespraak bij de begrafenis. Ik denk dat June in mijn herinnering blijft als de vrouw in roze glitterjurk die haar pumps van het podium schopte en spontaan begon te dansen! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Ben Atkins
Album:
Mabelle
Label:
Hightone Records
zaterdag 20 september 2003
De Americana chart lijsten schieten als paddestoelen de grond uit. Daar zie ik vaak namen staan waarvan ik nog nooit heb gehoord. Enerzijds komt dat waarschijnlijk omdat ik me niet echt verdiep in het genre anderzijds betreft het vaak ook een naam van een nieuwkomer. Op nummer 1, in een van die bovengenoemde lijsten, liep ik onlangs tegen de naam, van de uit Texas afkomstige singer-songwriter, Ben Atkins aan. Een nieuwkomer dacht ik dus! Na enige verdieping bleek dat niets minder dan waar te zijn. Zijn Hightone Records debuut, Mabelle, blijkt de opvolger van Small Town Things (2000) en Patchouli (2001) te zijn. Een snelle blik, in het wat glad aandoende CD hoesje, leerde mij de volgende namen Lloyd Maines, Joel Guzman en Buddy Miller. Zo, dit moet dus kloppen! Atkins begint veel belovend. De titeltrack is duidelijk geschoeid op de Steve Earle lees. Al rollebollend roffelt het hoekige “Last Hard Bible” door mijn huiskamer. Ook met het dwepende “I’m To Blame” weet Atkins mijn aandacht te trekken. Er zit soul in die stem, u weet wel Marty Brown, Hank Willams III en Raul Malo hebben dat ook. We zijn pas bij nummer vier “I’ll Come Around” en ook hier weer verbaast Ben Atkins mij met ongekende muzikale veelzijdigheid. Met de prachtige roots-rock ballade “Another Place And Time”, het melodieuze “The Same” en “River And Pines” kon Atkins eigenlijk bij mij niet meer stuk. Maar zoals u weet heeft ieder zo zijn smaak. Atkins had de track “Milo Johnson”, wat mij betreft, achterwegen kunnen laten, het chaotische liedje staat namelijk in schril contrast met het o zo intieme slotstuk van, Mabelle, “Ask Me Why”.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 22 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Bocephus King
Album:
All Children Believe In Heaven
Label:
Sonic Rendezvous
zaterdag 20 september 2003
Ik neem even de vrijheid hoor. Als er één kameleon is in de country, jazz, soul en rock scene dan is het wel de uit Canada afkomstige singer-songwriter Bocephus King. Ik heb drie CD’s van de man in mijn veelgedraaide CD bak staan en niet een daarvan klinkt hetzelfde. Was Dolphins een uitprobeersel met een stel lokale Vancouver muziek freaks, Small Good Thing zijn eerste New West release met perfect gearrangeerde liedjes en klonk The Blue Sickness in totaliteit een beetje stuurloos nu is er dan All Children Believe In Heaven. Ook nu weer zet King een stap die ik in ieder geval niet van hem verwacht had. De mensen om hem heen zijn nagenoeg hetzelfde gebleven. Maar het lijkt erop dat John Shepp, met zijn synthesizer programming, de vrije hand heeft gekregen van King. Nu moet ik u erbij vertellen dat ik dergelijke vernieuwingen de laatste tijd wel erg spannend vind. Joseph Parsons sloeg deze weg al begin van dit millennium in. Ook Chuck Prophet, Richard Ashcroft, Shawn Mullins en Everlast volgenden deze weg en kijk eens wat het hun heeft gebracht. Bocephus King is ook zo’n wonderkind van de ritmiek. Hij doet het op zijn eigen manier en heeft, eerbiedig gezegd, schijt aan de gevestigde orde. Luister maar eens naar St. Hallelujah en Goodnight Forever Montgomery Cliff zelden heeft u zoiets gehoord. Het niet allemaal hightech King stap ook doodgewoon over in het hedendaagse. “Hollywood” en het naar Steely Dan lonkende “Lullaby Blues” hebben een motoriek om u van te zeggen. Nee, ze kunnen me wat Bocephus King vierde CD All Children Believe In Heaven komt ook gewoon weer in mijn special box.
Jan Janssen Artist:
Jeff Black
Album:
B-Sides And Confessions Volume One
Label:
Dualtone
zaterdag 13 september 2003
Bijna parallel aan de release van Honey en Salt ligt nu weer een nieuw album van Jeff Black in de stores. Niets is op wat het lijkt als u de titel, B-Sides And Confessions Volume One, in de CD schappen zult zien staan. Multi-instrumentalist, singer-songwriter Jeff Black laat zich doodeenvoudig van rustigere kant zien. 10 nieuwe, sober ingeklede, liedjes die u maar eens moet gaan beluisteren als u in een romantische bui bent. Niet dat de liedjes een romantisch karakter hebben maar de met akoestische gitaar, banjo, bas en piano begeleide songs voelen zo aan. Met uitgesproken stemmingsmuziek schildert Black emotionele landschappen die boeien zowel muzikaal als tekstueel. Met de tekst “Close your eyes and let things happen” opent Black zijn nieuwe album, en zo voelt het verdorie ook. Met het iet wat op Joe Cocker lijkende stem en het krachtige pianospel zet Black zichzelf in een spiegel en voordat je het in de gaten hebt zit je te bladeren in het zwarte tekstboekje. Je voelt gewoon dat de man iets te melden heeft. Het bluesy “Holy Roller”, met Michael Webb op bas, is zo zwoel dat je er pareltjes van op het voorhoofd krijgt. Op Black’s CD treffen overigens nog twee andere bassisten aan Byron House en David Jacques beide heren verdienden hun sporen bij respectievelijk Kristi Rose, Duane Jarvis en Patty Griffin, het is maar dat u het weet. Werkelijk alles klopt op B-Sides And Confessions Volume One. De ene keer plukt hij de dag in het wonderschone “To Be with you” dan kabbelt het weer voort in “Gold Heart Locket” om daarna weer te schemeren in “Bless My Soul”. Kijk dit had ik nauw graag op Take Root 2003 willen zien.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 23 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Tom Heyman
Album:
Boarding House Rules
Label:
Innerstate Records
zaterdag 13 september 2003
Fans van Steve Wynn en Chuck Prophet opgelet, ik heb hier een leuk CD-tje voor jullie! Wie Tom Heyman dan wel mag zijn? O, je kunt hem soms tegenkomen als "doorman" bij The Make-Out Room, een club in San Francisco. Of op een podium natuurlijk, de sterren van de hemel spelend (pedal steel) bij de twee beste bands van de scene: Map of Wyoming en The Court and Spark. Dit solo-album wilde ik al hebben sinds ik hoorde dat het eraan kwam en het heeft mijn verwachtingen overtroffen!Tom's manier van zingen doet sterk denken aan Steve Wynn en Russ Tolman, hij bespeelt gitaren (elektrisch, akoestisch, slide) en uiteraard de pedal steel. Zijn bassist Teenage Rob Douglas speelt ook in Chuck Prophet's Mission Express en... Chuck tekent hier voor lead guitar en six string bass op "Born To Bleed" (de enige cover). Chuck's partner Stephanie Finch zingt mee (en hoe!) op het afsluitende, zes minuten lange "The Loving Kind". De andere, zeer opvallende backing vocals komen van Virgil Shaw's bijzondere stem. Last but not least: Chris Von Sneidern heeft de productie in zijn ervaren handen en speelt ook nog even op diverse instrumenten mee. Wat een line-up... De teksten worden steeds mooier, naarmate je ze langer tot je door laat dringen. De songs zijn bevolkt met niet al te vrolijke personages, men worstelt met drank en heroine, met een religieuze opvoeding, een drinkende vader, zwaar werk en natuurlijk de Femme Fatale! Daardoorheen worden prachtige sfeerbeelden gevlochten: "The night air is making halos 'round the flashing neon signs" ("Sixteen Blocks To Go") Als ik weer eens last van heimwee naar San Francisco heb: de CD ligt klaar, oogjes dicht... en ik ben daar al. (Johanna Bodde)
Jan Janssen Artist:
Frank Carlier
Album:
Hellbound
Label:
Continental Record Services
donderdag 11 september 2003
Met stomme verbazing werd ik vorig jaar geconfronteerd met het debuut album van Frank Carlier, Born Again. Ik weet nog wat ik toen bedacht had. Born Again is een echte aanrader voor folkrock liefhebbers en voor mensen die willen ontdekken waarom een liedjes schrijven bijna hetzelfde is als kinderen opvoeden. En verdorie, de wandelende mysterie pakt wederom uit met een verbluffend aangenaam album genaamd Hellbound. Hoewel de digipack 2002 aangeeft is dit schijfje nu pas verkrijgbaar via www.cdbaby.com. We hebben het dus over een eigenbeheer CD. Aan de ene kant verwonderlijk maar aan de andere kant begrijpelijk. Kijk, wat Carlier op Hellbound laat horen is een klein beetje van alles een beetje het zwiert van Keltische klanken naar folk en vervolgens waait het weer naar bluegrass en roots-rock. Het is precies zoals hij het zelf om schrijft “mijn muziek zit vol met ironie en tweedeling”. Maar toch heeft Hellbound iets in mij lost gemaakt en om dat onder woorden te brengen valt niet echt mee en dat overkomt mij niet vaak. Neem nauw zo’n pop-rock liedje als “Star” en het daarop volgende instrumentale en honky tonkende titeltrack en het daarop weer volgende tropisch aandoende “Jamaican Getaway”, wat moet je daarvan zeggen? Verdeeldheid doet regeren misschien? Nee het zit in Frank Carlier’s Pools, Tsjechisch, Kroatisch en Belgisch bloed. En daar komt nog bij dat hij opgroeide temidden van het ruige mijnwerkers wereldje in West Virginia. Luister maar eens naar “Days Behind Me” en “Stompin Ground”, waar opnieuw Carol O’Quinn van zich doet spreken, dat moet toch perspectief bieden voor mensen die mee willen liften met deze muzikale trein die maar door lijkt te denderen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 24 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Patty Hurst Shifter
Album:
Beestinger Lullabies
Label:
Blue Rose Records
donderdag 11 september 2003
Je kunt je aardig vergissen als je de platenzaak instuift en je ziet een CD in het rek staan met de naam Patty Hurts Shifters. In eerste instantie dacht ik meteen aan een wilde hippie meid begin jaren zeventig maar al gauw kwam ik erachter dat het een bandnaam betrof. Even bladeren door het boekje en er ging ook nog een belletje rinkelen. Nieuwsgierig geworden? Vooruit dan even wat info vooraf. Patty Hurst Shifters is John Williams, Marc E. Smith en J. Chris Smith. De Roots-rock formatie is afkomstig uit North Carolina en hun debuut CD, Beesinger Lullabies, werd geproduceerd door Byron McCay (Kenny Roby en Two Dollar Pistols) Verder word de band nog muzikaal ondersteund door mensen als Skillet Gilmore (Whiskeytown), Rich Avery (Kenny Roby) en hoe kan het anders Caitlin Cary. Het cirkeltje is rond maar waar doet dit soundje aan denken? Ja, ik weet het weer Go To Blazes. De melodieuze lijntjes passen precies en vertonen een grote gelijkenis. “New Orleans Cocaine Blues” is zo’n lekker lang uitgerekt werkje dat openbaart en het daarop volgende “King’s Hill” doet mij weer hunkeren naar de Whiskeytown klassieker Stranger’s Almanac. De stem van Chris Smith doet heel even denken aan Steve Earle als “Goodnight Becomes The Enemy” voorbij komt, dat ook evengoed een soundtrack van een pakkende thriller zou kunnen zijn. Ik laat heel wat namen vallen, daar wil ik geen gewoonte van maken hoor, maar bij het hoogtepunt van de CD “Say It Like You Mean” valt de naam John Mellencamp. De Kenny Aronoff ritmiek en Smith’s samenzang met Rosa “The Queen” Martin maakt een overduidelijk Lonesome Jubilee gevoel in mij los. Kortom en super CD met het een hoofdletter S.
Jan Janssen Artist:
Jan Seides
Album:
Everyday People
Label:
Independent
dinsdag 9 september 2003
De zilverkleurige cover van deze CD glimt ons tegemoet. Je kunt je er warempel in spiegelen! Dat heeft dan weer te maken met de titelsong "Everyday People" en de regel die ook als motto op de achterkant staat: "Everyday heroes, they're in our mirrors..." Ondertussen probeer ik een indruk te krijgen van de muziek die deze, mij totaal onbekende mevrouw brengt. Jan Seides heeft een fraaie stem, dat is een feit en ze beweegt zich met haar zelfgeschreven materiaal tussen folk en country."Boys at the Border", Mexicaans getint met een accordeon erbij, is gelijk al een prijsbeestje: "They learned to sing at the altar and now they pray at the border. Singing sweet lullabies to the tourists at the gates of paradise", de jongens houden hoop, dat is het mooie! Jan heeft ook een goed gevoel voor humor, ik begon al te denken dat Amy Rigby en Duane Jarvis het patent op grappige liedjes hadden. "Bored", met een kazoo en fragmentjes uit TV-shows zit knap in elkaar, er is zelfs een song over Jenny Jones (nog erger als Jerry Springer!) en "Chevy Suburban" is echt verschrikkelijk leuk: "Sweet handsome Billy was the Chevy-dealer, so she said: Yep, I think you're the one for me!"Jan speelt zelf gitaar op sommige tracks van dit semi-akoestische album, maar achter de piano voelt ze zich ook thuis ("Old Friends" met strijkers!) en "Oh Hear the Wind" zingt ze a-capella, met producer Andy "Panda" Murphy, in klassieke folktraditie. We krijgen ook nog een hart onder de riem gestoken: "You got to hold on, one day you'll be dancin' down easy street..." Als dat zou kunnen? (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 25 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Little Muddy
Album:
Mayan Mud
Label:
Independent
dinsdag 9 september 2003
Normaal gesproken ben ik niet zo’n instrumentale muziekliefhebber. Ik mis al gauw een stem en daarom gaat het mij ook altijd snel vervelen. Ondanks dat alles heb ik mezelf onlangs betrapt op het feit dat ik de tweede CD Mayan Mud van de uit San Francisco afkomstige roots-rock formatie Little Muddy maar bleef draaien in mijn auto cd-speler. Gitarist Rich Goldstein, multi-instrumentalist Scott Shaw, percussionist Vince Littleton en de op melodica slim manoeuvrerende Thom Canova stalen mijn hart op ongenaakbare wijze. Let op Sonny Landreth, Calexico en The Iguanas liefhebbers, waarvan ik er één van ben, dit is iets om van te smullen. Natuurlijk miste ik een stem maar hier lag het net even iets anders. De emotionele en bewegende composities lijken te zingen en zonder dat je er erg in hebt weet je niet eens meer of er nu wel of niet gezongen werd. Bijna gewetenloos, nee hier en daar zelfs tegen het hypnotiserende aan allemaal schuift de CD langs. Luister maar eens naar het dwepende “Lujon” of het prikkelende “Mayan Mud”. Indrukwekkende en pakkende melodietjes die stuk voor stuk een highway feel hebben. Vooral bij de tracks “Nitro Burnin’ and Modified” en “Fury Train” was ik genoodzaakt mijn cruise control ingedrukt te houden. Gitarist Goldstein laat de melodieën “Touch Too Much” en “The last Hurray” op Mayan Mud met zijn subtiele gitaarspel echt zingen. Uitzonderlijk mooi en verfrissend iets waar ik na die hete zomerdagen echt aan toe was kennelijk.
Jan Janssen Artist:
Knife In The Water
Album:
Cut The Cord
Label:
Glitterhouse Records
dinsdag 2 september 2003
De voorkant van de CD maakt al duidelijk: dit is serieuze muziek! De crèmekleurige bewerking van een foto met de ernstig kijkende bandleden op een nachtblauwe ondergrond, zet gelijk de juiste toon. Voor mij is dit een interessante eerste kennismaking met de Texaanse band Knife In The Water, maar het blijkt al hun derde album te zijn. Ik vind het altijd mooi wanneer zowel een zanger als een zangeres zich laten horen. In dit geval zijn het Aaron Blount, tevens de songwriter en in een kleinere rol Laura Krause, die ook de keyboards bespeelt. Er wordt inventief gebruik gemaakt van een lapsteel en ook de klanken van de ritmetandem krijgen soms een belangrijke rol, zoals in "Biltmora Children". De hele CD, vijftig minuten lang, blijft de muziek traag en melancholiek, steeds vol ingehouden spanning balancerend op de rand van een afgrond waar dood, duisternis en wanhoop loeren, maar dan wel balancerend met de sierlijke, transparante gebaren van balletdansers. Dit zou heel goed als soundtrack bij een kunstzinnige film passen trouwens. 't Lijkt niet op iets anders wat ik ken, behalve Lambchop misschien. Er zitten veel invloeden uit de alternatieve folk in, duidelijke countrygeluidjes en verder Psychedelica, inderdaad met een hoofdletter. Knife In The Water noemt het zelf "Western Drug Music", wat een vondst, luister maar eens naar "Golden Calf Highway". Komen we bij de teksten, die netjes in crème met blauwe titels op de zwarte bladzijden gedrukt staan en die zich laten lezen en beluisteren als filosofische gedichten, waar je veel kanten mee op kunt qua uitleg. Het woord waar ik naar zocht is "existentialistisch". Dit is een album dat voorlopig in de buurt van mijn CDspeler blijft, ik hou nu eenmaal van intrigerend en ongrijpbaar!
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 26 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Scott Gibson
Album:
Make Ready
Label:
Hayden's Ferry
dinsdag 2 september 2003
Ik dacht al, loop ik dit jaar dan niets meer nieuws tegen het lijf? Ja hoor toch wel dus. Zijn naam is Scott Gibson en is afkomstig uit Austin, Texas. Zijn debuut CD Make Ready is het resultaat van “five years hard labor” zegt hij daar zelf over. En ik denk dat, dat ook zo is, de jongeman heeft het zich niet gemakkelijk af laten gaan. Toen eenmaal de slimme doordachte teksten gereed waren en het buideltje met centjes gevuld waren strikte hij niemand minder dan Mac McNabb (Trish Murphy) om zijn album te produceren. Daarom heen bouwde hij, volgens mij een band met maarliefst 200 jaar ervaring. Robbie Gjersoe en Rafael Gayol op respectievelijk Dobro en drums (beiden recent Joe Ely) en Chris Gage op mandoline, accordeon en gitaar (The Flatlanders) om er maar eens een paar gevestigde namen te noemen. Gibson maakt zelf, op bas, onderdeel uit van de strakke rhythm sectie. Make Ready begint met het heerlijk swingende “I Believe”. Dat liedje en het Ryan Adams Rockende “Robin-On Hudson” zoude trouwens niet misstaan op onze nationale radio stations. Maar ja dat is meer een wens dan realiteit dus stap ik daar maar direct overheen. Ik had het al over slimme teksten welnu de track “Hand It Over” is er zo een. Mij persoonlijke favoriet treft u aan op nummer zes “Ballad Of The Balladeer”. Het drieluikje, van drie waargebeurde verhalen, verpakt in één prachtig akoestische verhaal staat stijf van sentimenten waarbij ik het te kwaad kreeg. Ik word er in ieder geval vrolijk van en ik kan u verzekeren dat u met de aanschaf van Make Ready waarschijnlijk één van de beste alt country, folk-rock albums van dit jaar in huis haalt.
Jan Janssen Artist:
Chris Knight
Album:
The Jealous Kind
Label:
Dualtone
maandag 1 september 2003
Als er een artiest rondloopt die hier in Nederland zwaar word onderschat is het wel Chris Knight. Laat mij het u uitleggen. Een jaar of vijf jaar geleden liep ik tegen zijn ongetitelde debuut album aan. Als ik er nog eens goed over nadenk lag dat ding in de opruimingsbakken? Het was een klasbak album die zijn weerga niet kende, u weet wel zo eentje zoals Mellencamp ooit Scarecrow en Lonesome Jubilee maakte en Steve Earle The Hard Way en Feel Alright Now meedogenloos creëerde. Twee jaar geleden schafte ik blindelings Knight’s A Pretty Good Guy aan. En weer bewees deze, aan de Universiteit van Kentucky afgestudeerde, landbouwer dat hij geen eendagsvlieg was. En nu ben ik precies daar waar ik u graag wil hebben want bovengenoemde namen en albums weerspiegel precies wat er allemaal gebeurt op Chris Knight’s nieuwe album The Jealous Kind. Klassieke Alt Country vermengt met verbeten roots-rock leiden u langs landscapes, highway’s, glijdende geruisloze trucs en de nodige nostalgie over het leven op het platteland. Ik als plattelandsjongen voel de dramatiek die Knight uitspreekt in “Broken Plow”, de droom achtervolgd hem en muzikaal versiert hij de gevolgen met prachtig akoestisch gitaarspel. Co-producer Dan Baird (Georgia Satellites) werp zich weer op als een excellent slide gitarist en dat pakt verdraait goed uit op het samen met Chuck Prophet geschreven “Banging Away” ik kan op Chris Knight’s nieuwe album The Jealous Kind geen enkel dieptepunt vinden en ik hoop maar dat het gezegde “drie maal is scheepsrecht” nu echt op gaat voor deze strak ogende alleskunner.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 27 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
John Coinman
Album:
This Place Ain't What It Used To Be
Label:
Corazong Records
maandag 1 september 2003
Insiders weten waar we het over hebben als we gaan schrijven over John Coinman, maar er zijn er nog genoeg die het niet weten. Hoogste tijd voor een korte introductie dus. Coinman had in 1990 de supervisie over de filmmuziek van de met Oscars behangen film Dances With Wolves. Zeven jaar later werden maarliefst drie tracks van hem op de original soundtrack van de speelfilm The Postmen geplaatst. Ook in deze film zwaaide Kevin Costner opnieuw de scepter. In dat zelfde jaar maakt Coinman zijn debuut soloalbum The Man Called Someone. Vorig jaar nog verscheen River Of Fire. De CD werd direct op gepikt door leden van The Dutch Roots Radio Ring en werd zelfs, door enkele van hen, tot CD van het jaar uitgeroepen. Voor het Nederlandse label Corazong Records reden genoeg om heuse compilatie op de markt te brengen van de uit Tucson, Arizona afkomstige singer-songwriter. De release heet This Place Ain’t What It Used To Be en staat dus vol met trackt van Coinman’s vorige albums River Of Fire, 41 Crosses en Man Called Someone. Wat direct opvalt is het feit dat tracks zorgvuldig zijn gekozen hierdoor krijgt de CD toch een eigen sfeer. Het klinkt allemaal, en hoe kan het ook anders, zeer professioneel en je voelt je al bij één enkele luisterbeurt helemaal thuis bij deze compilatie. De titeltrack en het liedje “Hey Maria” hebben zo’n typische southern feel zoals ik dat ook graag mag horen van Bob Seger. Coinman heeft ook veel weg van het melodieuze en unieke geluid van ene Jude Cole, waar die tegenwoordig ook mag uithangen. Bij mij sloegen de stoppen pas echt door bij het robuuste maar o zo catchy “Even Geronimo Surrendered”. Een betere kennismaking kan ik me niet voorstelling
Jan Janssen Artist:
Guinan & RED
Album:
Danny Guinan & RED Live
Label:
Independent
donderdag 21 augustus 2003
Toevallig had ik er al over gehoord... Een bevriend stel was in de studio toen het album opgenomen werd. Dus Danny Guinan is een Ier die in ons landje woont, hij heeft de typisch Keltische rode krullen en de Nederlandse begeleidingsband heet Red. Ja, origineel! 't Zou leuk geweest zijn als Danny's haar op de hoesfoto ingekleurd was, nu ziet het geheel er toch een beetje somber uit, terwijl de CD juist zo warm en enthousiast klinkt! Nee, geen drink & dansmuziek, waar Iers soms als een soort parodie in ontaardt, want dat hou ik niet vijftig minuten lang vol. Gelukkig heeft Danny geen al te dik accent ook, beetje als Luka Bloom, net genoeg om de liedjes lekker te kruiden. Er zit een fijne afwisseling in tussen uiterst fraaie ballads en feestnummers, waarbij het studiopubliek mag klappen en roepen. De muzikale mix bestaat uit folk met wat invloeden uit country en verrassende gypsy-jazz, zeer professioneel gespeeld door de heren, van wie Siard de Jong zowel fiddle als bouzouki (!) en mandoline hanteert, accordeonist Onno Kuipers komt uit een favoriet bandje, Louisiana Radio. En wat staat er allemaal op? "Before I'm 30" is heel leuk, net als "The Flintstone Set", dat van een traditional overgaat in de bekende tune. "Yesterday's Here", ze komen zelfs weg met een Tom Waits-imitatie! Erg mooi zijn "If I Was Wise" en vooral "Save Me": "Broken into pieces I never thought I was made of". Deze CD is gesponsord, slim gedaan met die zeker niet storende logootjes in het boekje, wij weten gelijk welke zaken muziekvriendelijk zijn. De shows van Danny Guinan & Red schijnen NOG leuker te zijn als hier vastgelegd kon worden, ik moet beslist eens gaan luisteren, men treedt vaak genoeg op! (Johann Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 28 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Bambi Molesters
Album:
Sonic Bullets, 13 From The Hip
Label:
Dancing Bear
donderdag 21 augustus 2003
The Bambi Molesters, die naam! O.K., wel een naam die je onthoudt natuurlijk. Aangezien de band op het Orange Blossom Festival was, lijkt het me een goed idee om hun CD nog even onder de aandacht te brengen. Dit zijn Kroatische muzikanten die voornamelijk surf en rock& roll spelen, instrumentals dus, in de stijl van Link Wray en Dick Dale, om even een paar grote namen te laten rollen. Nu is het bijzondere, dat een aantal bekende muzikanten The Bambi Molesters errug goed vinden en aan hun album, dat gedeeltelijk in Seattle opgenomen werd trouwens, wilden meewerken. Peter Buck (jawel, die van R.E.M.) bijvoorbeeld, voegt gitaar en fuzz bass toe. Scott McCaughey (recentelijk actief in The Minus Five) doet een multiinstumentalist ding. Dan verzorgt Eduardo "Speedo" Martinez nog zijn Spaans gesproken intro en staartje bij een van de songs. Heel interessant en vrij mysterieus klinkt "Ice & Pinewood Trees" met vocal van Chris Eckman (The Walkabouts) in zijn typerende half gesproken stijl, aangevuld door een harmony van bassiste Lada Furlan. Op "Last Ride" speelt Chris akoestische gitaar, terwijl Terry Lee Hale opduikt om mee te fluiten en cowboygeluiden ("u-cha") te maken, originele vondst. De Kroaten zelf zorgen voor een solide basis met drums, bas en twee gitaren. De CD ziet eruit als een film-soundtrack, na het openvouwen van de inlay heb je gelijk een klein formaat poster met foto's van het model Tamara Videc en de band in gangster-stijl. Misschien hadden de tracks met vocalen en andere grapjes wat beter over het album verdeeld kunnen worden, nu staan ze achter elkaar, of heeft dat een bedoeling? Heel apart. Heel goed. Elke eerste vraag in ieder interview gaat vast over die naam! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Joe Ely
Album:
Streets Of Sin
Label:
Rounder Records
woensdag 13 augustus 2003
Joe Ely, Streets Of Sin (Rounder Records/CRS) Joe Ely's zestiende release, Streets Of Sin, ligt nu inmiddels alweer in de winkels. De uit Amerillo, Texas afkomstige en altijd maar weer grillige singer-songwriter is er weer in geslaagd een verzameling van gloednieuwe en een paar Butch Hancock klassiekers op een CD te krijgen. Op de CD vieren we de terugkeer van David Grissom op elektrische gitaar terwijl Robbie Gjersoe zijn Dobro kunsten nadrukkelijk laten horen op de tracks "Wind's Gonna Blow Away" en "That's Why I Love You Like I Do". De Tex-Mex invloeden worden u op een plateau geserveerd door niemand minder dan Joel Guzman (Aztex) op keyboards en accordeon. Ely stond in het verleden en staat trouwens nog steeds bekent om zijn op waarheid berustende teksten. Ook nu weer leest u, tussen de regels van zijn teksten door, dat de man iets te vertellen heeft. Al direct bij de opener van Streets Of Sin "Fightin' for My Life" maakt Ely duidelijk dat hij ook stevig kan rocken. Diezelfde overlevingsdrang treft u ook aan bij "Flood On Our Hands". Mij hoogtepunt van de CD is de titeltrack Streets Of Sin. De rootsrock balade en zoektocht naar geluk gaat bij door merg en been. Voor de trouwe aanhang niets nieuws onder de zon, Ely borduurt in feite voort op beeldende teksten die ondersteund worden door sterke en pakkende melodieën. Zouden ze er nog mogen zijn, voor nieuwe luisteraars is Streets Of Sin misschien niet het beste startpunt om Joe Ely's werk echt te leren kennen. Daarvoor verwijzen wij u graag naar "Love and Danger (1992)" of "Letter to Loredo (1995)".
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 29 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Mickeys
Album:
Finding Our Way
Label:
RiverBeat Music
woensdag 13 augustus 2003
Misschien is het mijn muzikale tekortkoming maar ik ben ze totnogtoe niet eerder tegengekomen, een, eeneiige tweeling in muziekwereld bedoel ik dan. De uit noord Michigan afkomstige Amy and Julie Mickey zijn dat. Één blik op de cover en u kunt er niet meer omheen. Daarmee bedoel ik niet alleen qua uiterlijk natuurlijk. Uitgedost met permanent gekrulde haren - of toch van zichzelf - treffen we op hun debuut CD, Finding Our Way, voornamelijk country, bluegrass en een tikkie Keltische getinte folkmuziek aan. De songs werden voor een groot samen gepend met het Tom Rogers en Kent Unruh. Volgens het CD profiel zouden The Mickeys al vanaf hun vierdelevensjaar samen zingen. Laat mij u nu vertellen dat, dat laatste ook duidelijk hoorbaar is. Zelden heb ik zulke mooi op elkaar afgestemde stemmen gehoord. De harmony timing word met uiterste precisie uitgevoerd. Jammer daarentegen is het dat daarnaast de dames niet zelf een instrument bespelen op de CD, want dan hadden ze waarschijnlijk ingezien dat de liedjes op Finding Our Way, musicerend gezien, niet echt hoogtepunten kent. Dat gegeven en hun vastbeslotenheid hun uiterlijk niet commercieel aan de man te brengen moet ik eerlijk bekennen dat ik toch overstag ben gegaan voor de eenvoud waarmee dit duo de liedjes heeft aangekleed. Een mooie stem hebben wil nog lang niet zeggen dat je dan ook goed kan zingen. The Mickeys beschikken echter over beide eigenschappen, ze hebben dat niet alleen maar weten daar ook mee om te gaan. Luister maar eens goed naar de chart gevoelige songs “All I Ever Wanted Was You”, "Smoke And Mirrors" en “I want To Talk To You”. Ontdek hoe de ingetogen zang deze zelfreflecterende liedjes net even die extra zwoele sfeer meegeeft. Dit horen we de laatste tijd veel te weinig, neem dat van mij aan.
Jan Janssen
Artist:
Steep Canyon Rangers
Album:
Mr. Taylor's New Home
Label:
Bonfire Records
zondag 10 augustus 2003
Een mooie wazige foto van bergen middenin het booklet. Een op de rug genomen foto van een vijftal muzikanten in actie op een ruim podium. Bluegrass! Veel gehoorde kritiek gaat over de soms nogal domme teksten, dezelfde traditionals die altijd maar weer voorbijkomen en shows die vaak ontaarden in wedstrijdjes wie het snelst kan spelen. Maar die bezwaren gelden NIET voor de Steep Canyon Rangers! Hun album "Mr. Taylor's New Home" is gevuld met virtuoos spel, de gebruikelijke line-up wordt gehandhaafd: mandoline, fiddle, contrabas, gitaar en banjo, op die akoestische instrumenten kun je geen enkel foutje in een geluidseffect verbergen! "Knob Creek" is een boeiende lange instrumental met veel solo's. The Rangers zingen om beurten leadvocals, er zijn ook verschillende combinaties gemaakt, van een stem tot en met vierstemmige harmonies. Prettige verrassing is Lizzie, die een bovengemiddeld mooi stemmetje heeft, gelukkig niet zo scherp en dat geeft gelijk een eigen geluid aan de groep, niet alleen mannen op vocals, al mogen die er ook best zijn hier. In de teksten bij bluegrass vallen altijd veel doden, op dit album komt "Norma Jean" om bij een auto-ongeluk en de titeltrack is een uiterst intrigerende murderballad. "He sits on his frontporch sipping soda and scotch, counting hours like money on his gold-plated watch', natuurlijk loopt het verkeerd af met Mr. Taylor! Van de covers is "Good Old Country Baptizing" een oude bekende, terwijl afgesloten wordt met Steve Young's fraaie "Travelling Kind". Toen ik in California woonde hebben we ooit een nieuw woord uitgevonden: "Prettiful!" (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 30 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Cash Brothers
Album:
A Brand New Night
Label:
Zoe Records
zondag 10 augustus 2003
Als u mij nu nog zou vragen wat was de CD van het jaar 2001 zou ik nu nog steeds zonder enige twijfel zeggen, dat was How Was Tomorrow van The Cash Brothers. We zien u fronzen met uw wenkbrauwen? En weet u wat, ik geef u een beetje gelijk. De broertjes Andrew en Peter Cash hebben, wat betreft de verkoopcijfers van How Was Tomorrow, het niet helemaal gemaakt in Nederland. Zelfs het geïmproviseerde maar klasse optreden tijdens het Blue Highways festival 2001, met een deel van de Nederlandse country formatie Cash On Delivery, kon daaraan geen positieve wending aan geven. Ik heb de broertjes daarna flink gevolgd en kan u nu zeggen dat wij in Nederland aardig hebben zitten pitten. In de States, Canada en Engeland gaat het The Cash Brothers echter wel erg voor de wind en dat is waarom u zojuist van mij maar een heel klein beetje gelijk hebt gekregen. De nieuwe release A Brand New Night heeft wederom alle ingrediënten in zich om Nederland wakker te schudden. De close harmony vocals van de broertjes Cash staat als een huis en de melodieën zijn slim verpakt in pop-rock liedjes waarmee het duo zondermeer een nog breder publiek zal aanspreken. Traditionalisten van het Americana genre hoeven niet direct af te haken maar zullen aan deze nieuw sound weldegelijk moeten wennen. Met name als de opener “Shadow Of Doubt” hip hoppend binnen komt springen. Het mag duidelijk zijn dat The Cash Brothers met de liedjes als “You’re It” en “Give Me your Hips” zich hebben genesteld in het rijtje bands die het Tom Petty virus met zich meedragen. Geen verlengstuk van de voorgangers maar echt een gloed nieuwe Cash Brothers dus.
Jan Janssen Artist:
Big Sandy And his Fly-Rite Boys
Album:
It's Time
Label:
Yep Roc Records
vrijdag 8 augustus 2003
Big Sandy and his Fly-Rite Boys, ik kende hen bij naam want ze opereerden rond Los Angeles, dezelfde omgeving waar ik gewoond heb. Ze reden zelfs in een old-timer tourbus! Het is er alleen nooit van gekomen om een show te zien. Gelukkig zijn er CD's en "It's Time" is hun nieuwste! De verpakking is al een lust voor het oog, uitgevoerd in fifties-stijl met van die typische tinten dieprood, okergeel, met zwart en wit. Het boekje heeft prachtig gestyleerde foto's van inderdaad forse, vriendelijk uitziende Big Sandy en zijn Boys, met keurig gekamde kuiven, ouderwetse kostuums en vintage instrumenten.Het is duidelijk: dit is een retroband en het zal niemand verbazen dat de heren zeer professioneel rockabilly spelen! Niet alleen dat, er komen duidelijke invloeden uit western swing en honky-tonk (dankzij de pedal steel guitar), boogie en jazz bij, gemengd tot een vitaal geheel. Gastmuzikant Chris Gaffney brengt met zijn accordeon een toetsje Cajun binnen op "Bayou Blue". Gene Taylor, de swingende pianist uit The Original Blasters speelt mee op "(You Mean) Too Much To Me".Vanaf de perfekt gekozen opener "Chalk It Up To The Blues" verdienen de knappe teksten ook alle aandacht, want er zit vaak een knipoogje in. Om Big Sandy (alias voor Robert Williams) te citeren: "A couple of the songs seem upbeat and happy but are actually kind of down. I like that contrast..." Het gaat dus van realistische verhalen op een springerige swingbeat als "Wishing Him Away" en het fraaie "Heaven Is The Other Way" tot een "silly" liedje als "Her Hair Is A Mess" en dat alles gezongen met fluwelen stem, ongelooflijk: 100 procent live opgenomen! Ik had toch naar een show moeten gaan, ze speelden weleens bij Nicholby's, geloof ik…
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 31 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Rob Lemothe
Album:
Above The Wing Is Heaven
Label:
South Groove Records
vrijdag 8 augustus 2003
Canada zet de laatste tijd steeds meer uitstekende singer-songwriters op Europese bodem weg. Wat dacht u van Kathleen Edward, Lynn Miles en Sarah Harmer om maar eens een paar succesvolle diva's te noemen. Ook de mannelijke garde doet het niet slecht als we kijken naar Fred Eaglesmith, Shannon Lyon en recent niet te vergeten The Cash Brothers. Sinds enige tijd komen we de naam van Rob Lamothe steeds vaker tegen in het Roots circuit. Voor buitenstaanders een nieuwe naam maar voor de goed gestoelde insider een bekende naam. De ex-frontman van de Riverdogs pent al meer dan dertig jaar liedjes en deelde, in het grijze verdelen, het podium met Cheap Trick en Guns n' Roses. Above The Wing Is Heaven is Lamothe's negende solo release en doet overigens helemaal niet denken aan het rockverleden van deze loner. De man verwijst, op Above The Wing Is Heaven, wel even naar zijn grote helden uit de jaren zeventig. De Black Sabbath cover Paranoid wordt heel subtiel samengesmeed tot een totaal eigen brouwsel. Daarbij wil ik de vocale talenten van Lisa Winn, alweer zo'n Canadese nachtegaal, even opnieuw bij u onder de aandacht brengen. Rob Lamothe is en blijft volgens mij een wolf in schaapskleren. Waarmee ik wil zeggen dat hij liefelijk overkomt als u zijn liedje gaat beluisteren maar ik heb de indruk dat hij evengoed diezelfde liedjes in bluesrock versies op CD had kunnen zetten. In alles is te merken dat Lamothe een huislijke sfeer probeert te creëren. The Wing Is Heaven is één en al sfeer die bij tijd en wijle, voor mij althans, onsterfelijk overkomt. Tja, en nu moet u weten dat zijn tiende release "Romeo's Barbershop" alweer voor de deur staat. Ik zou zeggen, laat maar komen.
Jan Janssen Artist:
4 Way Street
Album:
Pretzel Park
Label:
Sanctuary Records
zondag 3 augustus 2003
De muziek die 4 Way Street maakt komt uit de handen van Ben Arnold, Scott Bricklin, Jim Boggia en Joseph Parsons. Het zijn vier van de meest besproken singer-songwriters die Philadelphia momenteel herbergt. Een korte terug blik op ieders carrière levert de volgen de informatie op. Op gitaar en keyboard zit Ben Arnold, hij bracht in 1995 zijn debuutalbum “Almost Speechles” (Columbia Records) uit en ontving voor het liedje “Everywhere You Go” een ASCAP award. Bassist Scott Bricklin bracht bij A&M meerder zeer goed ontvangen albums uit met zijn band Bricklin. Gitarist Joseph Parsons bracht tot nu toe maarliefst zeven albums uit waarvan vier op het Blue Rose Records label in Duitsland. De meestal als sideman van o.a. Amanda Marshall, Juliana Hatfield, Jill Sobule en Jim Maddock’s Wood, fungerende multi-instrumentalist Jim Boggia trad onlangs nog uit de schaduw door zijn schitterende independent solodebuut release “Fidelity is the Enemy”. Wat zegt het allemaal als u nu naar het debuut album Pretzel Park van 4 Way Street gaat luistern? Ten eerste, probeer geen parallellen te trekken met Parsons vorige project Hardpan. Ten tweede 4 Way Street maakt een sterke mengelmoes van of rock, folk, 70's pop en R&B die bij alle betrokken individuen beslist niet vreemd is. En in de derde plaats, en misschien wat te voorbarig mijnerzijds, de close harmony liedjes, die u zult aantreffen op Pretzel Park, zijn absoluut van een buitencategorie. Pretzel Park, vrij Nederlands vertaald krakeling park, begint met “Change Gonne Come”. Na het catchy Hardpan liedje “Crocodile” schijnt Parsons de laatste tijd een neusje te hebben voor hitgevoelige liedjes. Ben Arnold neemt met zijn soulvolle bluesy stemgeluid de track twee “Maze” voor zijn rekening. De harmony vocals in dat nummer geeft direct aan wat het handelsmerk is van 4 Way Street. Het levendige “Shoot The Moon”, met gedreven afwisselende lead vocals, en “Countin On You” geven mij een typisch Share The Land (Guess Who) gevoel mee. Of de muziek van 4 Way Street ook de huidige patat en gameboy generatie zal aanspreken is afwachten maar als u het mij vraagt zeg ik u dat we hier echt te maken hebben met een reïncarnatie van Vanilla Fudge, Manassas, Buffalo Springfield en de early Crosby, Stills, Nash & Young.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 32 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Brian Webb
Album:
Broken Folk
Label:
Lucky Dice Music
vrijdag 1 augustus 2003
Er zijn tegenwoordig best veel heren die zich singer-songwriter noemen, een prettige stem (en een leuk koppie) hebben, slimme teksten schrijven en vaak ook nog goed met een gitaar overweg kunnen. Maar als er een onbekende zomaar op number one van Jos z'n jaarlijstje (Crossroads op onze Radio Ring) staat, dan trekt dat WEL mijn aandacht. Bij een eigen release duurt het altijd even voor je 'm te pakken krijgt, maar ik heb "Broken Folk" nu kunnen beluisteren! Van filosofisch ingestelde Brian Webb, die naar Boston verhuisde en daar in de stations van de T (metro) heeft gespeeld. En ik ben onder de indruk… "Leaving Atlanta" is adembenemend mooi, akoestische gitaar en banjo bij de stemmen van Brian en Rachel McCartney, die ook op andere tracks meezingt. "She waits like I was something to be waited for". Ik zou nog veel meer uit de knappe teksten willen citeren, uit "Martha" bijvoorbeeld: "It's not some kind of contest, that says in the end, if you love someone the most, you will get to keep them". In het rockende "Oh Lord" wordt een regel geleend van Bill Mallonee die ook wel weg weet met rake typeringen, maar dat is gelijk de enige bekende naam die ik zie. Het geheel klinkt afwisselend met uitgekiende arrangementen en Brian heeft zo'n stem, die je er onmiddellijk van overtuigt, dat hij meent wat hij zingt. Bonuspunten voor het design, niet alleen het schilderij op de voorkant is heel geestig, de foto van Brian met zijn hondje, die tevoorschijn komt als je de disk weghaalt, is zo mogelijk nog leuker!
Johanna Bodde
Artist:
Duane Jarvis
Album:
Deliciuos
Label:
Blue Buffalo Records
vrijdag 1 augustus 2003
Delicious, wat een geweldige titel voor deze CD! 't Is net zoiets als het menu van een goede chef-kok, die een beetje van dit en een snufje van dat gebruikt, om tenslotte met een uiterst smakelijk diner op te komen draven, dat alleen hij maar zo kan samenstellen. Is Duane Jarvis het best bewaarde geheim van EastNashville? Dit is al zijn vijfde solo-album, stuk voor stuk fantastische werkjes en alleen "Far From Perfect" (1998) kreeg wat aandacht hier. Ondertussen is Duane een veelgevraagde sidekick, recent tourde hij met Ellis Hooks, Amy Rigby en niemand minder dan Lucinda Williams, maar ik kende hem al van het onovertroffen "Silhouetted In Light", Gene Clark en Carla Olson live! Hij kan dus een beroep doen op een heel scala aan muzikale vrienden als hij zelf een CD opneemt. Buddy Miller doet hier al voor de derde keer mee, Chuck Prophet is een andere gast en co-writer met wie hij nogeens wil samenwerken, Tammy Rogers speelt altijd prachtig en George Marinelli (Bonnie Raitt's band) is nu de co-producer. Dit is het volmaakte singer-songwriter album, met excellent gitaarspel, originele intro's en boeiende arrangementen ("Spread My Soul Too Thin"), uiteraard een paar droevige liedjes maar ook de komische noot is aanwezig ("Coulda Shoulda Woulda") Duane's stem is net zo sympathiek als de man zelf, "Beyond Beautiful" klinkt op een intrigerende manier wat slepend en broeierig, Lucinda's invloed? En alle songs hebben hun eigen smaakje: country en oude soul, met vleugjes blues, rock en jazz plus een Mexicaans snufje. De hidden track is geheimzinnig zoals het hoort, maar ik ga niet alles verklappen, proef zelf maar! (Johanna Bodde)
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 33 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Lisa Winn
Album:
Out From Under
Label:
Independent
vrijdag 1 augustus 2003
Twee jaar geleden kreeg ik een telefoontje van een persoon, waarvan de naam mij helaas is ontschoten, die mij vroeg of ik zin en tijd had Lisa Winn die zelfde avond nog in ons programma op te nemen. Ik had zoiets van “what the hell, lets see what happens”. Lisa deed ons versteld staan van haar buitengewone mooie stem die ze tijdens haar unplugged sessie liet spreken. Wij vergeleken haar toen zonder blikken of te blozen met lady’s zoals Jewel, Patty Griffin of Sarah McLachlan. Winn, afkomstig uit Hamilton, Ontario was vaak in achtergrond koortjes te horen. Zo was ze onder andere te beluisteren op albums van Rob Lamothe, Shannon Lyon, Jamie Oakes, Gordon Lightfoot en Jacob Moon. Niet zomaar een paar artiesten zullen we maar zeggen! Wij waren echter erg benieuwd of ze de opvolger, van haar solo debuut Mother Earth (2000), met Out From Under zou kunnen overtreffen. En wat dan direct opvalt is dat Winn dit keer nagenoeg een geheel akoestisch album heeft gemaakt. Met het veel belovende en schommelende “Mean Shot Garden” opent ze het wat sober aangeklede schijfje. Toen live en nu val ik direct weer voor het prachtige en vertellende “Cover My Eyes”. Dit onthullende liedje zat dus al drie jaar in haar pen. De knagende en wonderschoon harmony gezongen liedjes “Tug Of War” en “Walk In The Park” ( met Erin Smith, Melissa McClelland en Janine Stoll), die ze op Out From Under heeft staan, hebben de kracht van de onsterfelijke Aphrodite die niet alleen de dochter van Zeus betoverde met haar klaagzang maar ondertussen ook mij. Het slot akkoord “Heading West” (Cindi Lauper), dat overigens in Nijmegen werd opgenomen, is daar wederom het onomstotelijke bewijs van. Lisa Winn stapt naar mijn menig definitief uit de anonimiteit met Out From Under.
Jan Janssen Artist:
Reamonn
Album:
Beautiful Sky
Label:
EMI Records
vrijdag 1 augustus 2003
Het komt niet vaak voor dat het Real Roots Café een uitstapje maakt naar het popgenre. Deze keer konden we echter niet om de nieuwe CD Beautiful Sky van de uit Baden-Württemberg, Duitsland, afkomstige poprock formatie Reamonn heen. Voordat ik meer vertel over de inhoud van deze subliem in elkaar zittende CD gaan we eerst 12 jaar terug in de tijd. De formatie hete This Picture en maakte in die tijd twee buitengewone albums Violent Impression (1991) en City To City (1993), waarvan u de singels “Naked Rain” en “Heart Of Another Man” beslist nog wel kunt herinneren. Nu moet u ook weten dat deze band sinds 1994 als van de aardbodem verdwenen is. Reamonn, genoemd naar de in Ierland geboren frontman Reamonn Garvey, doen op hun nieuwe album Beautiful Sky dit kunstje dunnetjes, maar perfect over. Vooral de stem Garvey doet vermoeden dat het de reïncarnatie is van Symon Bye. Zo nu hoop ik maar dat u nu meteen weet waarover we het nu gaan hebben. Ik had het me makkelijk kunnen maken door te schrijven kent u hun enorme hit, twee jaar geleden, “Supergirl” nog? Ik vond dat tekort door de bocht en bovendien dankte zij toen hun doorbraak aan de boys and girls uit de Nederlandse Starmaker series. Wat een hype zoal kan veroorzaken. Zelf de gevestigde orde vonden Reamonn destijds een openbaring. Maar wat ik nu niet begrijp is waarom deze plaat nu niet wordt opgepakt bij de massa? Laat ik het anders formuleren, heren critici, Beautiful Sky staat bomvol met “Supergirl” potentie. Ik als Roots man maak zelfs een knieval voor de groovy klinkende tracks “Star” en “Promised Land”. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de tot een climax gebrachte songs “Strong” en “Angels Fly”. Mijn hoop is nu gevestigd op de Real Roots Café bezoekers die waarschijnlijk voor het merendeel dit meesterwerkje in hun armen zullen sluiten.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 34 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Tish Hinojosa
Album:
The Best Of Live
Label:
Rounder Records
vrijdag 1 augustus 2003
Omdat ik een speciaal plekje in mijn hart heb voor Mexicaanse Amerikanen, vind ik het heel jammer dat Tish Hinojosa recentelijk tweemaal behoorlijk negatief in het nieuws was. Gelukkig valt er nu weer iets prettigs te melden: er is een fraaie live-CD uitgekomen! Ze schrijft zelf in de liner-notes: "I have taken right and wrong turns." Het is in ieder geval een goed en moedig plan om een zeventien liedjes lang retrospective van haar werk op te nemen tijdens een enkel concert, dat plaatsvond op een augustusavond in Austin, Texas. Een ruim 77 minuten durend vrijwel vlekkeloos resultaat vormt nu het album van onze nachtegaal, zingend in haar unieke mix van traditionele Mexicaanse muziek met Amerikaanse country en folk. In de Spaanse of Engelse taal en vaak beide, met een goede, zes man sterke band achter haar. Leuk om Tish met een wat vollere sound te horen dan de twee of drie muzikanten die ze meestal meenam naar Europa. Sidekick sinds het eerste uur gitarist Marvin Dykhuis speelt uiteraard mee EN niemand minder dan Santiago Jimenez Jr. komt voor drie nummers het podium op met zijn accordeon! Tish kiest songs van verleden ("Taos To Tennessee", eigen beheer in 1988) tot heden: ze voegt twee nieuwe werkjes toe. Jammer dat "Destiny's Gate" er niet opstaat, haar countryrock Linda Ronstadt-stijl mag ik altijd graag horen. Maar er is genoeg ander moois: "Something In The Rain", over families die op het veld werken, met alle gevaren die bestrijdingsmiddelen meebrengen. "West Side Of Town", over haar ouders. "God's Own Open Road" is een ander juweeltje. Laten we hopen dat Tish zich voortaan weer beperkt tot zingen en songs schrijven en misschien eens een tourtje hier? (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Townes Van Zandt
Album:
In The beginning…
Label:
Compadre Records
vrijdag 1 augustus 2003
Laat ik nu altijd gedacht hebben, dat de stokoude LP "For The Sake Of The Song" die hier in de kast staat, het eerste werkstuk van John Townes Van Zandt was. Nope, nu is er "In The Beginning", demo's opgenomen onder de hoede van zijn ontdekker Mickey Newbury in het jaar 1966, opgegraven uit een archief. En ik ben hier hartstikke blij mee, want dit is nu echt een verrijking van het oeuvre! De muzikale nalatenschap van Townes is de ergste puinhoop ter wereld, met wel 150 verschillende versies van zijn bekendste songs, het helpt ook niet als nabestaanden opeens overal dollars zien. Bovendien tekende hij tegen het einde van zijn leven ieder contract, voor allerlei opnamen, om maar weer wat geld beschikbaar te hebben, want slechte gewoonten zijn duur... Het resultaat was, een enkele uitzondering daargelaten, een aantal live-CD's, die je rillingen van plaatsvervangende schaamte bezorgen, omdat hij vaak gewoon niet meer tot optreden in staat was. Maar hier heeft hij die indrukwekkend prachtige, melancholieke stem nog helemaal, hij speelt zo mooi gitaar EN dit zijn tien onbekende songs! Misschien nog niet helemaal zo virtuoos als zijn latere werk, op mijn lievelingsalbum "Our Mother The Mountain" bijvoorbeeld, maar wel erg puur. Het is leuk om je te realiseren waar iets aan doet denken, want op sommige ideetjes en melodielijnen heeft hij duidelijk later voortgeborduurd. Aan het boekje is ook de nodige aandacht besteed, met uitgebreide liner-notes, de teksten, afbeeldingen van kunstwerken en oude foto's van Townes. De mooiste vind ik die waar hij in een stoel zit, brilletje op, blauw T-shirt met vuile spijkerbroek aan, op z'n sokken. Met een fles whiskey in zijn handen... (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 35 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Korby Lenker
Album:
Bellingham
Label:
Independent
woensdag 16 juli 2003
Dat fotootje van het meer achterop 't booklet herken ik: Bellingham. Een plaatsje in de staat Washington, tussen Seattle en de Canadese grens, ik heb er ooit een poosje gewoond. Blijkbaar ook Korby Lenker's woonplaats, waar hij het album naar vernoemde, al werd het in San Francisco opgenomen. In het voorbijgaan claimde hij ook een nieuw muziekgenre: alt.bluegrass. Terecht, want wat we horen is nog niet eerder gedaan. Korby zingt leadvocals, stem met een hees randje, op een wat slepende, broeierige manier die je zo ver naar het noorden niet meer verwacht. Daarbij speelt hij een fijn stukje akoestische gitaar. De show wordt echter gestolen door de dobro van Michael Grigoni, zowel hij als onze heldin Jolie Holland zingen wat aanvullende achtergrond-dingetjes. Andrew Simmons bespeelt bescheiden de contrabas. Zowel Korby als Michael zijn twintigers maar klinken of ze toch op z'n minst hun hele leven gespeeld hebben... Korby maakt ook al vier jaar deel uit van bluegrassband The Barbed Wire Cutters. Hij schrijft slimme teksten: "And I'll live out my life, like a wayfaring stranger" ("Traded My Diamond"). Zo zijn er nog meer citaatjes te vinden, luister maar eens opmerkzaam naar "Right This Time"! De songs zijn boeiend, het bluesy "Some Hallelujah" en de ballad over de walvisvaarders van Nantucket "Old Shenandore", terwijl "Punkin Brown" thuishoort in een "snake-handling congregation" ergens in het Appalachengebergte. De enige cover is "The Angels Rejoiced Last Night" van Ira en Charlie Louvin, weer heel anders uitgevoerd dan Gram & Emmylou dat deden. Hopelijk kunnen ze hun authenticiteit en bevlogenheid vasthouden, ook na de onafwendbare handtekening bij een groot label… (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Claire Holley
Album:
Dandelion
Label:
Yep Roc Records
maandag 14 juli 2003
Claire Holley is een plichtgetrouwe meid die op haar toekomst is voorbereid. Clichématig misschien, maar Holley levert elke twee jaar keurig een nieuw album af. Night Air (1997), Sanctuary (1999), het ongetitelde debuut op het Yep Roc Records label twee jaar geleden en nu dan Dandelion (Paardebloem) Over de toekomst hoeft Holley ook al niet wakker te liggen want ze heeft zich, als we diverse media mogen geloven, inmiddels tussen singer-songwriters als Emmylou Harris, Iris Dement en Nanci Griffith weten te nestelen. Laten we eens kijken of dat terecht is, dacht ik meteen. Holley kicked off met de veelbelovende countryrocker “6 miles To McKenney” om daarna vervolgens de titeltrack af te sluiten met de woorden “Your yellow won’t turn brown as we’re around”. Ik zie ze al een clip door het weiland rollebollen met al die jongens hunkerend naar de liefde die Holley ongetwijfeld uitstraalt. En vooral dat laatste, lief en onschuldig, zo klinkt Holley ook. Perfecte sfeervolle liedjes over zoetigheden van het leven die we tegenwoordig niet vaak meer horen. Niets mis mee hoor, begrijp me goed, het wordt per slot van rekening prima melodieuze verpakt en het is niet al te moeilijk om er over te geven. Maar met de typische radiosongs “Love Never Came” en “Waving Goodbye” benaderd Holley toch de muziek anders dan ze deed op haar voorgangers. Of dat nu ligt aan de manier van produceren, toen John Plymale en nu bassist Steve Graham en gitarist Rob Seals, weet ik niet naar het is mij net iets te zoet. De wereld ligt inderdaad aan haar voeten, maar soms slaat de media een beetje door is mijn conclusie. Het is maar dat u het weet!
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 36 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Jud Newcomb
Album:
Turbinado
Label:
Freedom Records
maandag 14 juli 2003
Ik weet niet hoe vaak ik het al heb opgeschreven maar dat ik een zwak heb voor alles wat te maken heeft met de countryrock formatie Loose Diamonds, zou zo langzamerhand wel bekend moeten zijn. De kopstukken van deze legendarische band Troy Young Campbell en Jud Newcomb zijn hun eigen muzikale paden ingeslagen en dat leverde tot nu toe altijd buitengewone interessante producties op. Terwijl Campbell al twee solo albums op de markt bracht “American Breakdown” en “Man vs. Beast” komt vreemd genoeg Newcomb nu pas met zijn solodebuut. Newcomb was overigens wel vaak en ook nadrukkelijk te horen op de recente releases van Bever Nelson en The Resentments. Onder de naam Scrappy Jud leverde Newcomb twee sublieme Rhythm & Blues en akoestische rock albums af. Waar die naam Scrappy vandaan komt moet ik u schuldig blijven maar feit is dat Newcomb bewijst dat jij solo ook erg goed uit de voeten kan. De composities op zijn debuut album Turbinado zijn slim in elkaar gezet en hebben zeker als ik naar “Empty Bottles”, You Were There For You”, “Night Of The Arrival”, Two Dreams” en “Honest Eyes” luister een Loose Diamonds extract. Zangtechnisch moet je van een dergelijke stem, die soms tegen Tom Waits aanhangt (Sweethearts Walking In The Rain), houden. Maar boven alles is en blijft Newcomb een echte gitarist en componist die liedjes complete nieuwe melodieën mee kan geven. Jud Newcomb is een kunstenaar die grossiert in Rhythm en extravagante groove (The Dove) muziek die uniek is en waarschijnlijk ook altijd wel zal blijven.
Jan Janssen
Artist:
Jeff Talmadge
Album:
Gravity, Grace And the Moon
Label:
Corazong Records
donderdag 10 juli 2003
Graag gaat men in het CD profiel, van de nieuwe CD van de uit Texas afkomstige singer-songwriter Jeff Talmadge "Gravity, Grace And The Moon", de vergelijking aan met singer-songwriters in de traditie van Townes Van Zandt of Guy Clark. Ik denk ook wel dat wat ik tot nu toe heb gehoord aardig klopt. Gravity, Grace And The Moon is overigens de vierde CD van deze, in Texas, kennelijk zeer gewaardeerde songwriter. Veel risico neemt hij niet want het klinkt allemaal heerlijk laidback en vooral sfeervol. De stem van Talmadge doet me ook enigszins denken aan iemand als John Gorka. Terwijl hij de muzikale omlijsting hier en daar voorziet van prachtig Dobro spel in combinatie met speelse mandoline, viool en plukkende bas (Glen Fukunaga, o.a. John Dee Graham en Eliza Gilkyson) komt Talmadge net iets krachtiger over. De toegevoegde waarde van de dames Lorrie Singer en Karen Mal is subtiel en komt daar waar je het in feite zou verwachten. Speels worden de opener “Photograph” en Innerstate Blues ingezet en zet in grote lijnen te toon van het hele album. Producer Bradley Kopp (Lloyd Maines, Richard Buckner en Omar & the Howlers) levert, naar mijn mening, pas echt absoluut klasse werk af in de tracks “Beyond The Headlights” en “Everything I Know”. Jeff Talmadge is een naam om te onthouden in het brede aanbod van gelouterde singer-songwriters die appetijtelijke muziek maken voor mensen die van niet al te veel gedoe aan hun hoofd houden.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 37 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Chris Smither
Album:
Train Home
Label:
Hightone Records
woensdag 9 juli 2003
Ik kan het me als de dag van gisteren herinneren toen ik aan Chris Smithers vroeg, na zijn solo optreden in de legendarische Nijmeegse rocktempel O42 (1994), of hij een handtekening wilde zetten op de zojuist aangeschafte CD's Happier Blue (1993) Ik kreeg en aai over mijn bol en heb daarna zeker een paar weken geen shampoo meer aangeraakt. Waar ik toen en nu nog steeds voor viel weet ik ook precies, dat was en is het rillende "Killing the Blues". Smithers geboren en getogen in New Orleans maakte tot dusver negen albums waarvan ik niet één het predikaat middelmatig zou kunnen meegeven. Nummer tien, Train Home, heb ik, op een Andalucies strand, inmiddels al grijsgedraaid. Ook nu weer levert deze gitaarvirtuoos met gitaar en uitstekend voetenwerk een zeer boeiende plaat af. Smithers laat niets aan het toeval over en schreef dit keer een groot aantal liedjes zelf, iets wat hem bijzonder goed is afgegaan. We vinden maar enkele covers op Train Home waarvan ik moet zeggen dat één daarvan, Candy Man (Missisippi John Hurt), net zogoed van eigenhand had kunnen zijn. Naadloos sluit het liedje aan bij het eigen gekalkte Call Time. De eenvoud zit verborgen in perfectie die vastgelegd is in elf heerlijke variërende klankkleuren. Luister naar de traditional "Inside In" en het zeer moderne uitgevoerde "Lola" (geen cover) en u zult dit soms wat bluesy, soms wat folky en hier en daar rockende document zeer welgevallen. Een magistraal stukje roots-blues die eigenlijk maar een man kan maken en bovendien mij het "Killing the Blues" gevoel weer meegeeft.
Jan Janssen
Artist:
Continental Drifters
Album:
Nineteen Ninety-three Drifters
Label:
Blue Rose Records
woensdag 9 juli 2003
Na het vertrek van Susan Cowsill en Russ Broussard was het erg stil geworden rondom de Continental Drifters. Veel fans verwachten in feite een nieuw album maar waren ook erg nieuwsgierig naar hoe de band er nu uit zou zien. Hoe de band er nu uitziet weten ze na hun nieuwste release Nineteen Ninety-three in feite nog steeds niet. Toch is er nu sprake van een nieuw album! Begin jaren negentig, toen The Continental Drifters nog bestonden uit Mark Walton, Peter Holsapple, Carlo Nuccio, Ray Ganucheau, en Gary Eaton, namen de Drifters nagenoeg een compleet album op. Het album werd destijds niet uitgebracht omdat toen diverse privé-verwikkelingen roet in het eten gooide. Exact tien jaar later ziet juist dat album het daglicht. De 13 liedjes, waarvan het Real Roots Café er twee kent “Invisible Boyfriend’ en “Mississippi”, zijn stuk voor stuk swingende eigenzinnige hoogstandjes. Het album Vermilion komt zelfs bij mij op. En nu moet u weten dat juist dat album één van de bestsellers was, dat ooit door het in Duitsland gevestigde label Blue Rose Records werd uitgebracht. Dat zou voldoende moeten zijn u aan te sporen eens aandachtig te luisteren naar het funky geslepen “No One Cares” of het Southern rockende “Karen A.” Ook het naar The Black Crowes lonkende “Dallas” is zeer goed te verhapstukken, vooral die harmony klopt als een bus. Het is ook erg goed te horen dat je in feite tien jaar terug wordt geworpen als u het bluesy “Side Steppin’ The Fire” en het soulvolle “Here I Am” door mij huiskamer klinkt. Waar is de tijd gebleven! Nineteen Ninety-three is wonderlijke zeer toegankelijke CD die veel nieuwe Driffer fans zal opleveren. Hopelijk is dat niet te laat!
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 38 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Justin Trevino
Album:
The Scene Of The Crying
Label:
Texas Music Group
zaterdag 5 juli 2003
't Is net of je een LP draait van een countryheld, die beroemd was in de jaren vijftig en zestig. De tikken en het gekraak ontbreken, dus het moet iets anders zijn... Ja, inderdaad, de CD van Justin Trevino, een blindgeboren zanger die in Austin opgroeide. Zijn ouders namen hem gewoon mee naar de honky-tonks, pa bezat een enorme platenkollektie en gaf hem een gitaar toen hij zeven werd, logisch gevolg: als dertienjarige deed Justin al zijn eerste betaalde optreden. Hij is gezegend met een schitterende tenor en zingt met overtuiging al die droevige songs op "The Scene Of The Crying". De titel zegt genoeg, net als de overheersende rol van de pedal steel. Justin speelt electric bass en rhythm guitar, maar schrijft zelf geen songs. Het nieuwe materiaal komt van twee bandleden, voor het grootste deel van de CD is echter gegrepen naar minder voor de hand liggende songs, van - inderdaad - de oude helden! "Three's A Crowd" (George Jones) is een voortreffelijk voorbeeld: "You're still keeping little things he gave to you", simpele woorden met veel effekt. "She Didn't Color Daddy" is eigenlijk de ultieme smartlap en toch doet het je wat! Er zijn zelfs twee duetten opgenomen met grote namen uit het verleden, Wanda Jackson zingt mee op haar eigen song "What Have We Done" en Jimmy C. Newman wilde zijn hit "Daydreaming" uit 1954 nogeens opnemen als een Texas shuffle. "Rest Of My Years" is een niet eerder op plaat gezet liedje van Johnny Paycheck en er wordt afgesloten met "Old Faithful" van Mel Tillis. Goed geslaagd reisje langs het pad der herinneringen! (Johanna Bodde)
Jan Janssen Artist:
The Moondog Show
Album:
Bonne Espérance
Label:
Blue Buffalo Records
zaterdag 5 juli 2003
Het in Duitsland gevestigde platenlabel Blue Buffalo Records komt de laatste tijd met verbazingwekkende releases. De platenstal herbergt onder andere namen als The Amazing Rhythm Aces, Dan Baird, Duane Jarvis, Last Train Home en The Moondog Show. Met name de laats genoemde formatie wil ik u deze maand niet onthouden. De CD Bonne Espérance zou wat mij betreft de komende zomermaanden niet in uw CD lade mogen ontbreken. Vreemde naam voor een band trouwens? Op hun web site kom ik te weten dat de naam afkomstig is van een Amerikaans radio programma, uit de jaren vijftig, dat zwarte muziek draaide voor een blanke publiek. De heerlijke John Hiatt en Brendan Croker and the 5 O`Clock Shadows mix die de uit Basle, Switzerland afkomstige formatie The Moondog Show maakt heeft, naar mijn mening, alle potentie de Europese markt te gaan veroveren. Zoals u weet komt er veel goeds uit de Alpen. Het visitekaartje werd vorig jaar al afgegeven door Reto Burrell en diens broer Coal. Nu is daar het kwintet The Moondog Show bestaande uit Pink Pedrazzi (Vocals en Gitaar), Pascal Biedermann (Gitaar en Vocals), Hank Shizzoe (Gitaar en Lap Steel), Christoph Beck (Drums) en Michel Poffet op bas. Op de maarliefst 14 track tellende geluidsdrager kost het me moeite ook maar één slecht nummer te ontdekken. Hoe melodieuzer kan het trouwens als “Lie”, “Cut The Wires” en het stroperige “C’est La Vie” staan te dansen. Producent en singersongwriter Hank Shizzoe produceerde ook al het debuut album Far Beyond twee jaar geleden. Ook nu weet hij de swingende composities van The Moondog Show weer helemaal bloot te leggen. Open en eerlijke muziek die u tegenwoordig maar zelden aantreft.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 39 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Victoria Parks
Album:
Wild English Rose
Label:
Independent
zaterdag 5 juli 2003
Sommige Amerikanen hebben hun hele familiegeschiedenis nageplozen, tot een paar eeuwen terug. Ik kan altijd geabsorbeerd luisteren naar zulke verhalen. Victoria Parks heeft alles verwerkt tot een aantal songs op haar CD "Wild English Rose", wat resulteert in heel interessante, traditionele folkmusic. Ze heeft de daar perfect bijpassende stem: helder, soms wat kinderlijk klinkend, met een prachtig timbre en het Britse accent wat je nog vaak aan de Noordoost kust hoort. Er zijn Schotse invloeden, kompleet met Highland pipes in "Banks of the Kennebec", een song over haar voorouders die daar in Maine de Parks Ferry lieten varen. Ook in "Ballad of Uncle Davey", waar ze gepassioneerd verontwaardigd raakt over het harde leven van mijnwerkers. Er zijn ook Ierse invloeden, twee songs hebben een traditionele "jig" als basis, met whistle & bodhran en zelfs een hammered dulcimer! Bij het maken van dit album is beslist niet bezuinigd op muzikanten en een rijke variatie aan instrumenten, op "Song for Ostara" zingen de vogeltjes ook nog mee! Toch vallen de teksten het meest op en dan vooral het klassieke taalgebruik. Er zit een "cover" tussen, "Caroline of Edinboro Town", uit 1840, maar je zou zo geloven dat de meeste van de liedjes die Victoria zelf schreef, ook uit dezelfde periode stammen... Heel erg knap gedaan! De modernste song "We Are Not Alone" is toch mijn favoriet: "While leaders cover up their crimes and plan another war, we have all been shown the signs we've been told to ignore". Er staat een fascinerende foto van een graancirkel bij, zoals elke tekst in het boekje zijn eigen kunstwerkje heeft, voornamelijk kleurrijke schilderijen van getalenteerde Victoria zelf. Bijzonder album! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Tom Faulkner
Album:
Raise The Roof
Label:
Serrano Records
donderdag 3 juli 2003
Er word wel eens geroepen dat er zo weinig vernieuwende dingen op Roots gebied verschijnt de laatste jaren. Welnu, als u mij toestaat even bij u binnen te vallen met de nieuwe CD van Tom Faulkner, genaamd Raise The Roof, dan hoeft alleen nog maar achter uw PC te kruipen en kunt u de CD direct bij hem persoonlijk bestellen. U leest het goed Raise The Roof sloeg bij het Real Roots Café in als een bom, vandaar het wat opdringerige advies. De in New Orleans geboren maar nu in Dallas woonachtige singer-songwriter levert een ver bovengemiddelde CD af. Vorig jaar kwamen we zijn naam al tegen op Room To Breathe van Delbert McClinton. Samen met hem schreef hij de Amerikaanse kassakraker New York City. Faulkner's stem schakelt dan ook moeiteloos tussen die van McClinton, John Mellencamp en Lowell George (Little Feat) De muziek die deze zeer vindingrijke songwriter maakt heeft zelf ook hier en daar wat raakvlakken met bovengenoemde artiesten maar Faulkner weet het nog beter uit te musiceren. De finesse zit hem in het feit dat Faulkner Total Music maakt, om maar eens een Rinus Michels uitspraak te gebruiken. Vooral in de track Chulatown, waar de trompet en shaker waarvan je heel even het Dave Matthews gevoel meekrijgt, is daar een goed voorbeeld van. Maar ook hier weer stijgt deze nog onbekende grootheid daar weer ver bovenuit als het funky Why Should I langs komt. Samen met Dr. John en James Govan lanceert Fauklner het schitterende Blues Across America, waarbij het mij veel moeite kost ook maar een tiende van een seconde stil te zitten. Niet te veel gezegd, denk ik, als ik nogmaals zeg de plaat van 2003 moet en mag u niet missen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 40 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Amy Rigby
Album:
Til The Wheels Fall Off
Label:
Signature Sounds
dinsdag 1 juli 2003
Natuurlijk deed ik alles weer in omgekeerde volgorde, ik was haar aan het interviewen voor "Til The Wheels Fall Off" uitkwam en hoorde nu het resultaat pas... Wauw! Vrijwel iedereen maakt stapjes vooruit bij een volgende CD, Amy maakt sprongen, wat een verbluffend goed album! Aan een status van meest onderschatte female singer-songwriter heeft ze niet veel, hopelijk krijgt ze nu het sukses dat ze verdient!Amy's sterkste punt is haar humor met een tikje cynisme in de teksten, die verder van een scherpe blik en zelfreflektie getuigen, tegelijk durft ze zich kwetsbaar op te stellen. De emoties klinken duidelijk door in haar stem, die in de lagere regionen soms een beetje op Marianne Faithful's geluid begint te lijken. De songs gaan voornamelijk over relaties en Amy's eigen plek in het leven. "Are We Ever Gonna Have Sex Again", over onze druk-druk-drukke dagen, trekt natuurlijk de aandacht. "O'Hare" is prachtig: "You can't break a heart that doesn't work no more" en bij "Don't Ever Change" wenst toch iedereen dat het zo tegen je gezegd wordt: "Hey, I love you, you're perfect..."De sound van het album is een beetje poppy ("The Deal" lijkt bijvoorbeeld op een song uit een musical), met gevarieerde, ingenieuze arrangementen die de aandacht trekken. Todd Snider levert een perfekt passende duet vocal op de titeltrack met orgeltje en trombone-solo, ik hou van aparte instrumenten en onverwachte effecten! Bill Lloyd (ex-maatje van Radney Foster) schrijft en musiceert mee. Last but not least: onze favoriet, de virtuoze Duane Jarvis speelt gitaar op verschillende tracks. Cheers Amy, you did a great job, girl! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Missy Roback
Album:
Just Like Breathing
Label:
Independent
dinsdag 1 juli 2003
De naam van Missy Roback zag ik op een playlist bij de Radio Ring van ons Real Roots Cafe. Je weet hoe dat gaat: "Ken ik ergens van, maar..." en ik moest eerst de link leggen via haar partner Steven voor het me te binnen schoot. Neil Fest at the Justice League, 6 juni 1999 in San Francisco. Steven Roback speelde "The Needle and the Damage Done", bij zijn tweede song "Pocahontas" werd hij vocaal bijgestaan door Missy! Nu ik haar eigen, op een lokaal labeltje uitgebrachte CD "Just Like Breathing" beluister, hoor ik pas echt hoe goed ze is... Waarschijnlijk bedacht in die keuken van het hoesje, met pluizige poes erbij, ketel op het fornuis en gitaar in de hoek, vervolgens voortreffelijk uitgevoerd met Steven (ex-Rain Parade en Viva Saturn) als producer. Alternatieve folk: eerlijke, relaxte ballads van eigen hand, er zit maar een enkel midtempo stuk bij en toch slaat de verveling nergens toe tijdens het luisteren. Komt door de rijke, gevarieerde arrangementen met gitaren, piano, harmonies en keyboard (tape-loops) in een perfecte mix van drummer Tim Mooney (American Music Club), waarbij Missy's mooie engeltjesstem centraal blijft staan.Waar doet dit album aan denken? De donkere liefdesliedjes van Lynn Miles, wat psychedelische geluidseffecten van Rain Parade, de mystiek van Cowboy Junkies en misschien ook een beetje de creatieve instrumentatie van The Walkabouts, als Carla daar de lead-vocals doet natuurlijk. Hoewel ik de San Francisco-scene nog altijd een heel warm hart toedraag, ben ik hier onbevooroordeeld als ik zeg: Dit is PRACHTIG! "Angel eyes of mine, you've been a long time missing..." (Sight Unseen). (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 41 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Oh Susanna
Album:
Oh Susanna
Label:
Hot Records
dinsdag 1 juli 2003
Een intrigerende promo, met info-sheet gelukkig, want anders zou ik niet eens weten dat achter Oh Susanna de Canadese Suzie Ungerleider schuilgaat! Een soort stiefzusje van Gillian Welch en Linda Ronstadt met een warme, emotievolle stem die ze van laag tot hoog weet te benutten, tegen een muzikale achtergrond van moderne folk met rock- en country-invloeden.Het naar zichzelf vernoemde album "Oh Susanna" opent met een luchtig liedje over Suzie's ouders, die na veertig jaar nog bij elkaar zijn. Dan komen we al snel bij het interessantere werk: "Mama", over een vriendinnetje dat wegliep op haar dertiende wegens problemen thuis en door de politie teruggebracht werd van een paar duizend mijlen ver. "I'll Keep It With Mine" is een Dylansong die de grote meester alleen als demo opnam, Suzie doet een zeer goed geslaagde poging om het werkje te polijsten. Indrukwekkend vind ik "Cain Is Rising", dat op een dwingend ritme de gevoelens van de straatarme zwarte bevolking weergeeft, een jaar nadat de Twin Towers vielen. "Little White Lies" is ook zo'n muzikaal sterk nummer met herkenbare tekst over eenzaamheid en vreemdgaan on the road. "Down By The Quarry" zit vol solo's, waarbij Suzie haar muzikanten bij de naam roept. Het allermooiste is voor het laatst bewaard, de intieme Emmylou-achtige pianoballad "Billy", geschreven samen met bassist Bazil Donovan. Het verhaal van zijn neef, die als zovelen de totaal kansloze triestheid op de eilanden van Nova Scotia ontvluchtte, alleen om in Toronto aan drugs ten gronde te gaan. Zo ontroerend dat het je bij de keel grijpt. Conclusie als de demo weer in het doosje gestopt wordt: prachtalbum, dat geen seconde verveelt en een aantal ijzersterke teksten telt. (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Ester Brohus
Album:
Come To Me
Label:
Independent
maandag 30 juni 2003
Als Europeanen zich op countrymuziek werpen, moet het toch wel behoorlijk van kwaliteit zijn, wil ik er naar luisteren. De Deense singer-songwriter Ester Brohus en haar muzikanten weten in ieder geval mijn aandacht vast te houden. Ik ben eigenlijk best wel onder de indruk van Ester's stem, een alt met behoorlijk bereik (denk richting Caitlin Cary), de juiste snik is aanwezig, ook een licht accentje natuurlijk maar de uitspraak van "baby" is verrukkelijk! Af en toe klinkt ze een beetje Dolly Parton-achtig en daar is niks mis mee. De dame speelt zelfs mondharmonica! Haar sterkste punt zijn de composities, vooral de uptempo-stukken zijn geslaagd. Uitgewerkt in moderne country, waarbij iedereen de kans krijgt met veel speelplezier zijn solootjes te doen. N.O. Thorning is zeker een uitblinker, hij bespeelt alles wat toetsen heeft en mijn favoriete instrument is dan het orgeltje! In "Let Me Ease Your Pain" vormt dat een prachtige achtergrond voor mandoline en akoestische gitaar in het beste arrangement van de CD. Bij "I Need To Know" is het ook weer aanwezig, een duet met Sabrina Brohus (zusje?), dat mogen ze vaker doen! In "It's Alright", een overpeinzing op dinsdagochtend in de metro, spelen drums met pedalsteel-solo's een passende hoofdrol.De teksten kunnen nog wel wat aandacht gebruiken in de toekomst. Ja, ik weet hoe waanzinnig moeilijk het is om iets acceptabels eruit te krijgen in je tweede taal! Ester heeft gelukkig hulp gehad van Engelstalige cowriters bij verschillende songs en dat is de beste manier om veel te leren. De keuze van onderwerpen is al prima, zelfs de benadering van relaties... Eindigen met een Hank Williams-cover ("Alone And Forsaken") mag van mij! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 42 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Freda And The Firedogs
Album:
Freda And The Firedogs
Label:
Plug Music
maandag 30 juni 2003
Austin Texas, 1972. De legendarische Jerry Wexler had Doug Sahm en Willie Nelson al een contract met Atlantic Records laten tekenen en toen hoorde hij Freda and the Firedogs. Hij was voldoende onder de indruk om de band drie dagen te laten opnemen in een kleine studio in Tyler. Maar... verder is er toen nooit wat gebeurd. De originele tapes gingen verloren bij een brand. Jerry Wexler had nog een kopie, zei "You really fucked up by not signing the contract" en dertig jaar later kwam er eindelijk alsnog een album. Wie is het meisje met lang, donker haar en brilletje, op de leuke oude foto's, dat zich "Freda" noemde? Marcia Ball, tegenwoordig nog succesvol bezig met swamprock/rhythm & blues. Wat werd er destijds opgenomen? Twee traditionals waar Marcia piano speelt, beetje boogie-woogie stijl. Drie originals van bassist Bobby Earl Smith, de tweede vocalist in de band. Verder bevat het album goed doortimmerde countrymuziek, kompleet met droevige steelguitar. Songs die we na al die jaren nog als klassiekers kennen van Tammy Wynette en Loretta Lynn ("Fist City"!). Ook een midtempo "Jambalaya" en de Merle Haggard/Bonnie Owens-song "Today I Started Loving You Again" ontbreken niet. Leuk tijdsdocument, vooral door de verzorgde uitvoering met lang achtergrondverhaal en zelfs afdrukken van een paar oude, kunstig getekende concertposters. Alleen al de moeite waard voor Marcia's mooie vocals, ze had menige country-diva het nakijken kunnen geven, destijds in 1972. En nee, ik ben niet echt verbaasd over de combinatie Jerry Wexler en traditionele country, ik wist al dat hij ook de muziek van zijn ex-zwager Chris Hillman altijd hogelijk waardeerde! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Woven Hand
Album:
Blush
Label:
Glitterhouse Records
maandag 30 juni 2003
Bij het luisteren naar deze CD voel ik de wens opkomen om heel mooi te kunnen dansen. Normaal heb ik daar nooit last van, maar dit is dan ook de soundtrack van een balletvoorstelling... Pardon, we hebben het hier toch over muziek van Woven Hand, het andere project van David Eugene Edwards, de voorman van Sixteen Horsepower? Jawel, hij werkte samen met het Belgische ballet Ultima Vez en choreograaf Wim Vandekeybus. Dat resulteerde in twee albums: "Blush Music", waarvoor alles nogeens bewerkt werd door meneer Edwards. Dit is "Blush (The Original Score)", geïnspireerd door de Orpheus sage en het is heel apart! Wel typische David Eugene Edwards-muziek, vooral als de banjo op de voorgrond komt, maar net wat verfijnder. Hij zet gelukkig nergens de donderende domineestem op die me soms een ongemakkelijk gevoel geeft. Nee, de vocal is meestal wat meer naar achter gemixt en klinkt soms iets vervormd, zoals in het gedeelte van "Ain't No Sunshine", dat verwerkt zit in "Animalitos", soms zijn er ook fraaie koortjes toegevoegd. Een groot deel van het 64 minuten durende album is echter instrumentaal, filmische soundscapes kompleet met straatgeluiden en vogels, elektronische effecten, nadrukkelijke percussie, net wat op dat moment nodig is om spanning op te bouwen of drama te onderstrepen. Vooral het laatste deel, "Story And Pictures", weer met zang, is ongelooflijk mooi. Een "must" voor de fans natuurlijk! Ik vind het zelf heel inspirerende muziek om te draaien als ik aan het schrijven ben. Aan het ontwerp voor het in bruine tinten uitgevoerde digipack is duidelijk veel aandacht besteed. Ik heb al eens eerder gezegd dat Glitterhouse in zijn Mailorder-serie bijzondere dingen uitbrengt... (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 43 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Willard Grand Conspiracy
Album:
Regard The End
Label:
Glitterhouse Records
woensdag 11 juni 2003
Regard The End is de titel van het nieuwe album van The Willard Grant Conspiracy. Het heeft een tijdje geduurd, maar dit is dan het negende exemplaar en geloof het of niet, de eerste na bijna drie jaar. De iedere keer maar weer van samenstelling wisselende conspiracy kent als spinnen in een web de singersongwriter Robert Fisher en gitarist Paul Austin. De naam Willard Grant Conspiracy komt omdat de band hun eerste CD opnamen in een studio die in een straat lag genaamd The Willard Grant Street. Maar “who the fuck is Willard Grant” eigenlijk? Wie het weet mag het me vertellen maar hoe dan ook ik blijf deze mengelmoes van muzikanten fascinerend vinden. Ook nu weer moet ik constateren dat je The Willard Grant Conspiracy niet zomaar in een of andere muziekcategorie kunt plaatsen. De elf moody songs zijn daarvoor véél te divers waardoor ze van mij dan ook het kenmerk groei-songs meekrijgen. Dit keer zijn de liedjes in maarliefst drie verschillende steden op genomen. Ik kan me bij de plaatsnamen als Boston of London wel iets voorstellen, maar Ljubljana? Maar goed het complot is er wederom in geslaagd een bovengemiddelde CD af te leveren. Het ontroerende “The Ghost Of The Girl In The Well” (Kristen Hersh) is prachtig maar als je goed luistert krijg je het er te kwaad mee. Met een brok in mijn keel wil ik die man te lijf, terwijl ik naarstig opzoek ga naar dat meisje van veertien die kennelijk nog steeds niet gevonden is. Het amper uit tien regels bestaande liedje “Soft Hand” zegt daar in tegen veel minder maar muzikaal swingt het de pan uit en dat mag voor deze samenzwering een unicum genoemd worden. Perfecte uitgebalanceerde CD, hoe kan het ook anders, Chris Eckman (The Walkabouts), Simon Alpin (gitaar), Yuko Murata (keyboards), Josh Hillman (viool), Nathan Logus (drums), Dennis Cronin (trumpet). David Michael Curry (viola, zaag en vocals), Pete Sutton (bas), Peter Linnane (field organ), Robert Fisher (akoestische gitaar en vocals) Kristen Hersh, Jess Klein en zo etc. etc. etc. Kortom, ongeveer 30 leden uit 20 verschillende landen en vele culturen verder is Regard The End een wereld CD.
Jan Janssen
Artist:
Last Train Home
Album:
Time And Water
Label:
Blue Buffalo Records
dinsdag 3 juni 2003
Last Train Home, de naam zou door mijzelf bedacht kunnen zijn, na afloop van een concert onderweg naar het station! Het is echter een sinds 1997 bestaande band uit Washington D.C. die er nu serieus tegenaan gaat, de leden hebben zelfs hun baan opgezegd. De frontman Eric Brace was nightlife columnist voor The Washington Post notabene... Het is een negen mans-formatie (!) die zich in de bijgeleverde info-sheet met veel humor voorstelt. Met zo'n uitgebreide line-up kun je ieder instrument dat ooit uitgevonden is voor je CD gebruiken, met het gevaar dat het resultaat alle kanten opstuitert. Maar voor het album "Time And Water" hebben deze roots-rockers zich weten te beheersen. Er is inderdaad afwisseling, de invloeden gaan van bluegrass (de murder-ballad "See What Love Can Do") tot soul met saxofoon ("He's the Kind") en zelfs Latin (de afsluitende instumental "Las Lagrimas del Pollo Rico") Toch zit er een zekere eenheid in, vooral de warme stem van Eric drukt een eigen stempel op de songs, waarvan er zeven door hem geschreven zijn. De cover "Walls of Time" van Bill Monroe en Peter Rowan wordt verrassend omgevormd tot een stukje gitaarrock. Wat kunnen we verwachten van teksten, bedacht door een columnist? Leuke invalshoeken bij het gebruikelijke gedoe over relaties: "A long train come and a mean engineer" ("Quarter to 3") en de man die maar niet tot een vaste relatie kan besluiten vindt "A trail of yellow flowers leading from my backdoor to my car" ("Best Wishes").Last Train Home maakt plannen voor een Europese tour, zouden ze met z'n allen op het podium passen? (Johanna Bodde)
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 44 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
B.J. Baartmans
Album:
Red Light Tracks
Label:
New Road Music
zondag 1 juni 2003
Bij sommige singer-songwriters is de inkt nog niet droog of ze hebben alweer iets nieuws op het papier gekalkt. Één van die ploeteraars is Bart Jan Baartmans. Baartmans maakte de laatste vijf jaar maarliefst drie soloalbums en één samen met de formatie BJ's Pawnshop bestaande uit Gerald van Beuningen (bas), Eric de Vries (gitaar), Stephan van de Meijden (drums) en Bartel Bartels achter toetsen. Nu alweer ligt de twee van release van BJ's Pawnshop "Red Light Tracks" in de shops. Als ik zijn debuut solo album "The Pawnshop Guitar Chase" in mij ophaal en nu luister naar "Red Light Tracks" valt mij op dat het eigenlijk niet uitmaakt of je nu naar Bart Jan Baartmans solo luistert of naar de band BJ's Pawnshop. Wel is het zo dat de perfectionist Baartmans zich in de afgelopen vijf jaar heftig heeft ontwikkeld als gitarist. Ook The Pawnshop's hebben de laatste twee jaar niet stilgezeten, zo klinken de liedjes op "Red Light Tracks" weer stuk volwassener dan de voorganger "At Second Hand". Hoewel de meeste BJ's Pawnshop's nieuwe CD graag in het Americana of Roots rock rekkie zouden willen zetten hoor ik dat liedjes als "Helicopter Girl" en “Sally Tonight”, overigens een grappig duet met Eugene Ruffolo, daar toch ruim buitenvallen. De composities hebben de allure van echte popliedjes die duidelijk minder draaibeurten nodig hebben dan bijvoorbeeld "Sometimes A Heart" en het prikkende "All Around Stranger". Wat u er ook van zult vinden, of het nu BJ solo is of BJ's Pawnshop, in beide gevallen luistert u naar muziek die tot in de diepste finesse word uitgevoerd.
Jan Janssen
Artist:
Brooklyn Cowboys
Album:
Dodging Bullets
Label:
Leap Records
zondag 1 juni 2003
De foto van The Brooklyn Cowboys met hun kleurrijke, prachtig geborduurde pakken verraadt het eigenlijk al: de heren spelen country-rock, seventies style! Gelijk maar een complimentje voor het schilderij op de cover, waar de bandleden als cartoonfiguren afgebeeld zijn, erg knap gedaan. Dit is een professioneel gemaakt album van oude rotten in het vak. De 6-mans line-up zorgt met gastmuzikanten voor een vol geluid, het speelplezier spettert van de disk af en verveling kan onmogelijk toeslaan bij zoveel variatie. Walter Egan, Michael Webb en Brian Waldschlager wisselen elkaar af op (lead)vocals en worden bijgestaan door twee toegevoegde zangeressen. Lona Heins zorgt voor het Emmylou-effekt op de titel-track en het vintage countrynummer "Waycross Stables", meeslepend met dobro en pump organ. De rol van Joy Lynn White op twee andere tracks had nog wel wat prominenter mogen zijn! Sommige songs doen aan The Texas Tornados denken, "Hey Juanica" bijvoorbeeld, ook schiet mij de naam van Hoyt Axton te binnen. Verder ben ik zwaar onder de indruk van een man die de sterren van de hemel zit te spelen: Buddy Cage. Iedereen weet wat een moeilijk instrument de pedal steel guitar is, he? Luister eens naar die solo's, tegen een achtergrond van contrabas, op "You Never Quit On Me"! De teksten (Egan, Waldschlager en producer Fred Perry stoofden de songs klaar) zijn niet te hoogdravend maar op z'n minst interessant te noemen. Mijn favoriete liedje? "Trick Ponies", met fantastisch microfoon-effekt aan het begin: "I'm waiting for a dark horse to rise, among the trick ponies of life." (Johanna Bodde)
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 45 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Dan Bern
Album:
Fleeting Days
Label:
Cooking Vinyl
zondag 1 juni 2003
Toen de uit Iowa afkomstige singer-songwriter Dan Bern in 1993 zijn ongetitelde debuut album op de markt bracht, lag het voor de hand dat hij in de voetsporen zou treden van mensen als Bob Dylan, John Prine of Steve Forbert. Niets is minder dan waar gebleken kunnen we nu, naar ruim tien jaar en zes albums verder, wel zeggen. Bern staat nog steeds in de schaduw van de megasellers en breekt voornamelijk de harten bij echte insiders. Bern's zesde release Fleeting Days klinkt en voelt hij nog steeds hetzelfde. Hij is en blijft een humorrist en de combinatie van vingerwijzende, politiek getinte teksten en roots-rock-popmuziek mogen we gerust als uniek betitelen. De songwriter houd zich ook met stip staande in de melodieuze liedjes "Baby Bye Bye", "Eva", en het up-tempo en gedreven liedjes "Crow" en "Jane". Luister eens goed naar dat orgeltje ergens in het midden! Wie eerde werken van Dan Bern heeft gehoord moet onomstotelijk vaststellen dat Fleeting Days verdacht veel lijkt op zijn releases Smartie Mine en Fifty Eggs, met dat komische wijvenliedje over Chick Singers. Naar mijn bescheiden mening haalt Fleeting Days bij lange na niet het niveau van New American Language, waarmee Bern vorig jaar aan de muzikale boom schudde. En dat is zonde vooral gezien het feit dat ik het toch steeds gek blijf vinden dat Bern nog steeds niet is doorgebroken in de mainstream, wat dat laatste dan ook mogen zijn.
Jan Janssen Artist:
David Olney
Album:
The Wheel
Label:
Loudhouse Records
zondag 1 juni 2003
David Olney werd door mijn vriendin en mij verkozen tot beste act van Blue Highways 2001. Wij wilden graag een avond in een rustig cafeetje met hem over z'n liedjes praten... Dat is er nog niet van gekomen, maar gelukkig kreeg ik wel een nieuwe CD in handen. "The Wheel", alweer zijn elfde studio-album. Een episch relaas, waarin de songs min of meer met elkaar verbonden zijn door een aantal a-capella fragmenten. Je hoort als het ware dat wiel van de tijd doordraaien, ook in het ritme van de muziek, soms traag in de schitterende ballads, soms up-tempo in de al evenmin te versmaden rocksongs. De meerlaagse teksten, met een vaak filosofische inslag en soms apocalyptische beelden, zijn niet altijd even makkelijk te begrijpen, dus die zou ik graag nog eens als poëzie willen bestuderen. Beetje jammer dat ze niet in het boekje afgedrukt staan, al begrijp ik dat meer omvang de kosten opjaagt. Prachtige foto's van David overigens! Hij heeft drie songs samen met anderen geschreven, Janis Ian is het bekendst. David zelf neemt diverse gitaren voor zijn rekening, de meespelende muzikanten zijn zondermeer top. Mijn favoriete track is "The Girl I Love", heel mooi folkliedje met engelachtige koortjes. In "Now And Forever" en vooral in "Revolution" klinkt David een beetje als Townes Van Zandt, terwijl in de rocksongs zijn intense voordracht en nadrukkelijke frasering meer naar voren komen. Uit ouderwetse country ("Stonewall", "All The Love In The World") en gospel ("Voices On The Water") wordt ook nog geput, al die diverse muziekinvloeden, gegroepeerd rond David's warme bariton, maken dit album alleen maar interessanter! (Johanna Bodde)
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 46 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Fred Eaglesmith And The Flathead Noodlers
Album:
Balin
Label:
AML Records
zondag 1 juni 2003
Het lijkt wel een ware Canadese invasie van Canadese singer-songwriters. Ze overspoelden de Europese CD mark met, zoals ik onlangs hoorde, Canadiana Roots Muziek. Ik zal een lijstje onthouden maar neem van mij maar aan dat ze op het moment ontelbaar zijn. En van de grondleggers van de Canadese Roots invasie is ongetwijfeld singer-songwriter Fred Eaglesmith. De man maakt al tientallen jaren prachtige albums. Zo heb ik onlangs kennis genomen van zijn nieuwste release genaamd "Balin". Het totaal tripped down album, dat mij overigens direct deed denken aan de bekroonde speelfilmmuziek van O Brother Where Are Thou, vind ik persoonlijk niet zijn sterkste release. Geloof me als ik zeg dat het niet aan Eaglesmith ligt, maar dat het komt omdat ik nu eenmaal geen echte Bluegrass liefhebber ben. Toch heb ik Balin vele malen zitten te beluisteren. En dan luister ik voornamelijk naar de mens Eaglesmith en de muzikanten die hij, voor de gelegenheid, gebruik op zijn CD. Ik moet zeggen de loftrompet voor liedjes als "A Little Lost" en "Run-a-way Lane" en "John Deere B" die heerlijk voortkabbelen door de voortreffelijke muzikale begeleiding. Niet de minste in bluegrass wereld trouwens, Dobro picker Don Walsh, stand-up bassist Darcy Yates, mandoline freak Willie P. Bennett, Roger Marin en Banjo tokkelaar Graig Bignell. De soms humeurig maar dan weer humoristisch overkomende Eaglesmith in "I Shot Your Dog" lijkt op "Balin" een tandje terug geschakeld te hebben en dat vind ik jammer. Maar goed smaken verschillen en ik vind nog steeds dat Fred Eaglesmith rocks.
Jan Janssen Artist:
Plainsong
Album:
Pangolins
Label:
Blue Rose Records
zondag 1 juni 2003
Dat Iain Matthews een druk baasje is wisten we natuurlijk allang maar dat, nauwelijks na één jaar intensief toeren met het More Then A Song project met Ad Vanderveen en Eliza Gilkyson, nu alweer een gloed nieuw album van Plainsong op de planken staat mag wel heel verwonderlijk genoemd worden. De Engelse, Schotse, Ierse, en Walese combinatie, bestaande uit bovengenoemde en Andy Roberts, Mark Griffiths en Julian Dawson, brengen in de regel albums uit die, en hoe kan het ook anders, nooit misstaan hebben in ons prima gevuld Folk kastje. Ook bij de nieuwste release Pangolins staat al bij aanvang van “Milarepa’s Song” klip en klaar vast dat Plainsong nog steeds in die scene thuis hoort. Het is alweer een tijdje geleden dat, volgens mijn informatie, hun laatste release "A New Place Now" uitkwam. Op Pangolins kan ik, buiten de heftige en fraai ingeklede programming van Andy Metcalfe, eigenlijk niets nieuws ontdekken dat me doet afvragen van oeps wat hoor ik nu? De vakmannen doen hun werk en dat natuurlijk met de welvertrouwde overgave en klasse, maar ik vroeg me af of nummers als Here Comes The Rain en Barbed Wire Fence niet klinken als één uit een dozijn. Om een antwoord op deze vraag te kunnen geven moet u beslist eens eerst naar het debuut album "In Search Of Amelia Earhart" luisteren en u weet direct wat ik hiermee bedoel. De welgeprepareerde cover Sloth (Richard Tompson) en het slot akkoord "Blossom" laten Pangolins toch stijgen naar een, voor het heden ten dage aangebodene, bovengemiddeld niveau.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 47 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Caroline Herring
Album:
Wellspring
Label:
Continental Record Services
vrijdag 30 mei 2003
Het is alweer een poosje geleden dat ik iets gehoord had van de in Mississippi geboren singer-songwriter Caroline Herring. Herring maakte twee jaar geleden een ongelofelijk sterk debuut met haar album Twilight. Ik heb me toen mateloos zitten ergeren aan het feit dat de CD, na flink wat lobbywerk, toch niet in Nederland opgepikt werd. U kun zich voorstelen hoe teleurgesteld ik was toen ik ook nog eens hoorde dat Herring afhaakte bij het onlangs gehouden Blue Highways Festival 2003. Ik weet ook niet waarom de nieuwe CD "Wellspring" (Continental Record Service) nu wel opgepikt is. Het maakt mij ook geen moer uit maar het doet me deugd dat de country-folk en ja zelfs bluegrass nu ook de kans krijgt uw trommelvliezen te strelen. Doctoranders Caroline Herring studeerde eind 1999 af aan de universiteit van Austin, Texas. Misschien heeft u Herring trouwens wel eens eerder gehoord op de albums van Blue Mountain "Tales of a Traveler" of op Beaver Nelson's "Legends of the Super Heroes van vorig jaar. Met de nodige zelfkennis en een stukje maatschappelijke onderbouwing schrijft Herring fascinerende kritische teksten die u, als u eens mee leest in het prima verzorgde bijgeleverde boekje, stuk voor stuk bekent voor zullen komen. De visie van een vrouw op het hedendaagse leven die drommels goed muzikaal wordt ondersteund door voortreffelijke muzikale freaks. Nu maar hopen dat mijn gelijk, van een paar jaar geleden, nu ook door u wordt gehonoreerd.
Jan Janssen Artist:
Mack Starks
Album:
Elsewhere
Label:
Blue Rose Records
vrijdag 30 mei 2003
Wie kan zich nog de formatie Farmer Not So John herinneren? De band bestaande uit Mack Linebaugh, Brian Ray en Richard McLaurin maakte in het verleden twee ongelofelijk prachtige albums Farmer Not So John (1997) en Receiver (1998) Wel nu zie hier, ex frontman van deze formatie Mack Starks, toen hete hij nog Mack Linebaugh, is nu zijn debuut album Elsewhere aan het rondstrooien in Europa. Wat heeft Starks eigenlijk veranderd ten aanzien van het geluid van Farmer Not So John, vroeg ik me af toen ik na vele draaibeurten de CD onder de loep nam? Conclusie, eigenlijk helemaal niets! Richard McLaurin speelt gitaar en produceerde het album en drummer Brian Ray is, voor de gelegenheid, vervangen door Craig Krampf, that's really all. De sound is nog altijd te vergelijken met de legendarische albums van formaties als Prefab Sproud (Steve McQueen) en Toad the Wet Sprocket (Fear) En dat bied perspectief kan ik u vertellen. Onze vriend Starks presteert het, overigens net zoals zo velen Blue Rose Records protégés, niet één slecht nummer op zijn CD te zetten. Met nummers als “Mirage” en “Shameless” laat Starks zich van de rock zien terwijl hij in de middentracks van zijn CD “Slip Slide”, een typische Joseph Parsons loop, “Fragile World” en “Dead Man’s House” zijn talenten als songwriter weer specifiek naar voren komen. Overigens mag ik niet voorbij gaan aan de gitaarkunsten van collega McLaurin, die toch ook een stevig duitje in het rockende zakje doet van Starks nieuwe CD.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 48 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Mike Silver
Album:
Solid Silver
Label:
Stockfisch Records
vrijdag 30 mei 2003
Als mensen die geen achttien meer zijn, muziek nodig hebben voor zo'n rustige zondagavond met goede vrienden, dan kunnen ze nu de, fraai in groen met zilver uitgevoerde, CD van Mike Silver te voorschijn halen. "Solid Silver" is een collectie van twaalf schitterend gezongen ballads. Traditionele folk, die soms bijna tegen klassiek aanzit. Als het eerste nummer begint, dat een Cor Anglais arrangement meegekregen heeft, overkomt je bijna het gevoel dat je in een oud kerkje bent. Mike heeft een stem met indrukwekkend bereik, waarbij ik ook de resultaten van zangles meen te bespeuren. Hij bespeelt zijn akoestische gitaren in "open tuning", vaak met de capo erop geklemd. De andere (meest Duitse) muzikanten zijn ook benijdenswaardig goed en maken gebruik van uiterst interessante instrumenten. Wat te denken van bijvoorbeeld de hollow neck dobro, sitar, kantele, sarod, tin whistle en speciaal gebouwde Ped-a-Bro? Mike is een geboren verhalenverteller, die kleine soap-opera's neerzet, succesvol vanwege hun herkenbaarheid. "Sepia Sunset (Kodachrome Children)" met prachtige backingvocals van Christina Lux, is een bijzonder sterk nummer over zijn moeder in het verpleeghuis. Zelf vind ik "Elaina" het mooist, een echt gebeurd verhaal, alleen haar naam was anders: "She might have been here for a change in her plans, but I wasn't home when she called." "Leaving Song" over huisgenoten die niet helpen met het sjouwen van verhuisdozen, heeft humor en een geroofd regeltje uit een James Taylor-interview: "I'll be fine when I find the time to get me nailed down again." Ondertussen blijf ik nieuwsgierig naar de Ped-a-Bro, die wil ik weleens zien!
Johanna Bodde Artist:
Ray Wylie Hubbard
Album:
Crowl
Label:
Philo Records
vrijdag 16 mei 2003
Met de vierde CD "Dangerous Spirits" zette, naar mijn mening, Ray Wylie Hubbard zich, zes jaar geleden, definitief op de muzikale menukaart van respectabele singer-songwriters coming from Texas. De opvolgers daarvan waren net allemaal even iets minder maar de lone star bleef CD's maken met een bovengemiddelde kwaliteit. De lowdown swamp countryblues die hij in de jaren veelal maakte met buddy Terry "Buffalo" Ware is en blijft nu ook uniek op nieuwe CD, Crowl. Wie Crowl opzet zal moeten toegeven dat al bij de opener The Knives Of Spain duidelijk wordt dat Hubbard uit een ander vaatje tapt. Dit keer helemaal zonder zijn good old buddy Buffalo Ware maar met Gurf Morlix, Buddy Miller, Scrappy Jud Newcomb (Loose Diamonds) en Rick Richards op slagwerk levert Ray Wylie een CD af die absoluut ruiger klinkt als zijn voorgangers. In het verleden schuwde Hubbard er namelijk niet voor pure country, ja zelf bluegrass schakelingen te maken. Op Crowl moet je die invloeden met een vergrootglas opzoeken. Het is mij echter tot dusver, gelukkig, nog niet gelukt. Met zijn licht geschuurde stem, fingerpicking op Dobro en slide gitaar verzorgt Hubbard wederom voor een ingenieuze geluidsdrager. Treffende voorbeelden komen we tegen in de tracks Rock 'n' Roll Is A Vicious Game, het swampy No Lie en het grappige Name Droppin'. In Hubberd’s slotakkoord, Screw You, We're From Texas, haalt hij voor een deel oude stinkende Texas wonden open. Wat heet, in essentie natuurlijk heel actueel maar het draait allemaal om het feit dat de beste American Roots muziek uit Texas afkomstig is.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 49 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Shaver
Album:
Freedom's Child
Label:
Compadre Records
vrijdag 16 mei 2003
Op de achterkant van de CD staat een foto in grijstinten van een kruis met een engel erachter, een oud grafmonument. Billy Joe Shaver is de afgelopen jaren vooral in het nieuws vanwege familietragiek en gezondheidsproblemen, om onduidelijke redenen was hij altijd iets minder bekend dan de andere great old men in de countrymuziek. Onterecht. "Freedom's Child" is een heel persoonlijk album met veel herinneringen, gebracht in simpele bewoordingen, recht uit het hart. "Day By Day', begeleid door die eenzame akoestische 12-string, geeft je bijna een ongemakkelijk gevoel als Billy Joe je meetrekt in de geschiedenis van zijn gezin. "There's many a moonbeam got lost in the forest, and many a forest got burnt to the ground". "Magnolia Mother's Love" is een soortgelijke song, hier wordt alleen de mandoline bespeeld. Opener "Hold On To Yours (And I'll Hold On To Mine)" geeft een wijs advies voor het behoud van een goede relatie: "So just be yourself and I'll keep being me" en in het indrukwekkende "That's Why The Man In Black Sings The Blues" klinkt Billy Joe zelfs als een goed bij stem zijnde Johnny Cash. "Honey Chile" heeft een voorzichtig Cajun-arrangementje gekregen, terwijl "That's What She Said Last Night" grappig en snel is, in "Deja Blues" (met Hank Williams-achtige yodel) zingt ook Todd Snider mee. Probleempje met "Good Ol' U.S.A.": ik heb de donkere kanten van dichtbij gezien daar! Er zijn popmuzikanten uitgezocht voor het album, er staan maar liefst twee bonus-tracks op: een kerstliedje (waarschijnlijk werd het in Amerika net voor de feestdagen uitgebracht) en dan komt, ontroerend eigenlijk, de hidden track: een lang stuk van gitaar-tijger zoon Eddy... (Johanna Bodde)
Jan Janssen Artist:
Stephen Fearing
Album:
That's How I Walk
Label:
Philo Records
vrijdag 16 mei 2003
De CD van Stephen Fearing, That’s How I Walk, is al een tijdje uit in Nederland maar toch wil dit zeer aantrekkelijk en fascinerend werkje opnieuw onder de aandacht brengen bij u. Ik heb daar eigenlijk maar één plausibele verklaring voor namelijk; toen ik voor het eerst het stemgeluid van Stephen Fearing hoorde, moest ik meteen aan Larry John McNally denken. Tja, en die laatste draag ik al jaren mee in mijn muzikale hart. Wanneer komt er eigenlijk weer eens iets nieuwe van hem uit, realiseer ik mij nu ineens? Singersongwriter Stephen Fearing, geboren in Vancouver, Canada bracht zijn jeugdjaren voornamelijk door in Dublin. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat zijn muzikale Roots in de Keltische Folk scène ligt. Verwacht, bij een eventuele aanschaf van deze CD, geen traditionele folk CD, nee daarvoor pakt Fearing het iets of wat te ruig aan. De productie is zeer verzorgd, Alt Sax, Trompet, viool, cello, stand-up bas, mandoline en ga zo maar even door, maar nergens verneem ik over productie. De rootspop van Fearing begint melodieus met “Like The Way You Said” en “The Finest Kind” met op backing vocals Shawn Colvin. De absolute topper vind ik op track nummer vijf. Het groovy meesterwerkje “On The Great Divide” laat eigenlijk in één nummer de veelzijdigheid van Stephen Fearing horen. De melancholische rustpuntjes op de CD zoals het jazzy Me & Mr. Blue, When My Baby Calls My Name en That’s How I Walk zijn aandoenlijk en bewijzen dat Fearing nog lang niet aan zijn muzikale tax zit. Nee we kunnen ons hart ophalen er gloort weer hoop in het muziekland van de diehard en Stephen Fearing’s zesde album That’s How I Walk is daar het levende bewijs van.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 50 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Iguanas
Album:
Plasic Silver 9 Volt Heart
Label:
Yep Roc Records
woensdag 7 mei 2003
Ik had geen idee wat ik in mij CD lade schoof toen ik voor het eerst de nieuwe CD van The Iguanas "Plastic Silver 9 Volt Heart" ging beluisteren. Nu gebeurd me dat de laatste tijd wel vaker, maar deze keer werd ik wel op een zeer aangename wijze vertroeteld door het toch al stevig aan de weg plaveiende Roots label Yep Roc Records. De in New Orleans, Louisiana's gevestigde formatie gevormd rondom zanger, gitarist Rod Hodges, bassist Rene Coman (Willy DeVille), drummer Doug Garrison, en saxofonisten Derek Huston en Joe Cabral maakten tot dusver vier albums waarvan maarliefst twee bij de major MCA Records (The Iguanas, 1993 en Nuevo Boogaloo, 1994). De luchtige mix van klassieke R&B, zydeco, cajun, Tex-Mex en rock & roll liggen goed in het gehoor en hebben allemaal iets speciaal te melden. Persoonlijk viel ik direct al bij de titeltrack 9 Volt Heart dat heerlijk altmodisch klinkt terwijl het weer prima past in deze hitsige Idols tijd. Je proeft New Orleans in de in het Creools gezongen Machete Y Mais, Abandanado en Un Avoin. En dat allemaal terwijl je de hitte van de Mexicaanse woestijn in je nek voelt. Begrijp me goed het is beslist geen verlengstuk van Calexico of van The Sadies, om er maar eens een paar te noemen, het is een uitgesproken eigentijdse muziekbedenksel die in de zuidelijke verenigde staten, buiten mijn medeweten om overigens, al jaren word gekoesterd. Gelukkig heeft Yep Roc Records nu een onverstoorbare Nederlandse distributeur gevonden (Sonic Rendezvous) zodat we in ons kleine kikkerlandje er nu ook niet meer omheen kunnen.
Jan Janssen
Artist:
Caitlin Cary
Album:
I'm Staying Out
Label:
Yep Roc Records
dinsdag 6 mei 2003
Caitlin Cary maakte drie jaar geleden haar solo debuut met haar EP Waltzie op het Yep Roc Records label. Vorig jaar lag, wat mij betreft, haar doorbraak "While You Weren't Looking" enigszins wat verlaat in de Nederlandse winkels. Nu alweer ligt de opvolger I'm Staying Out in mijn CD speler, voor de zoveelste keer te draaien. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik halsstarrig naar deze CD heb uitgekeken en ik kan u ook verzekeren dat de lat hoog lag. I'm Staying Out is wederom geproduceerd door Chris Stamey en klinkt iet wat meer solide dan zijn voorganger. De arrangementen hebben wat meer kleuring meegekregen hierdoor klinken de liedjes voller en zijn ze bovendien zeer toegankelijk geworden. Hier en daar doet haar stem zelfs denken aan Christine Mc Vie. Zeker bij de opener Empty Rooms (backing vocals Mary Chapin Carpenter), het goed gefundeerde The Next One en het overtuigende Beauty Fades Away is die vergelijking helemaal zo gek nog niet. Maar buiten dat Cary een prima zangeres en songwriter is, is ze bovenal natuurlijk ook violiste en dat weet ze perfect te doseren in doordachte catchy melodieën op I'm Staying Out. De liefde met de Whiskeytown sound is nog lang niet over, dat blijkt wel uit het feit dat Mike Daly en Skillet Gilmore nog steeds een stevig potje mee rocken. Opvallende naam, in mijn geval, is die van Greg Humphreys (backing vocals) die u zou moeten kennen van de alternatieve rock formatie Dillon Fence. Inderdaad de lat lag hoog, maar ik moet zeggen dat I'm Staying Out volledig aan mijn verwachtingen heeft voldaan.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 51 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Teddy Morgan
Album:
Freight
Label:
Sonic Rendezvous
dinsdag 6 mei 2003
Volgens mij is het alweer drie jaar geleden, dat Teddy Morgan and the Pistolas hun CD Lost Love & Highways op de Nederlandse mark brachten. Nu, anno 2003, doet de in Minneapolis geboren songwriter het echter in zijn eendje. Alhoewel Pistolas bassist Jon Penner nog steeds van de partij is was ik positief verrast na het luistern naar zijn nieuwe CD Freight. Je kan zeggen over Teddy Morgen wat je wilt, die zijn muzikale Roots ergens heeft liggen tussen The Allman Brothers Band en Lightnin' Hopkins, maar van oubolligheid kan je hem absoluut niet betichten, als u van plan bent naar zijn nieuwe CD te gaan luistern. Morgan moves mysterious ways. Traditionele bombastische countryrock worden hier en daar voorzien van een hightech formule die ik graag als erg vindingrijk wil betitelen. Luister maar eens naar het geprogrammeerde Train, 1000 Miles en het screamende Round Every Bend en u vat hem meteen. Enerzijds vernieuwende muziek maar anderzijds moet ik ook denken aan het voor mij nog steeds legendarische Teddy Morgan album Louisiana Rain uit 1996, waar Derek O'Brien, Kim Wilson, Blue Gene Taylor en Gurf Morlix nog de scepter zwaaide. Ja, het doet goed als je de origineel gecoverde Willy DeVille song, No Such Pain As Love, voorbij hoort komen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het Chris Isaak aanhorende World For The Knowing. Ik ben eruit, Freight is muziek voor mensen die echt iets willen ontdekken. Als u zich aangesproken voelt schaft u waarschijnlijk één van de beste groei CD's van het moment aan.
Jan Janssen
Artist:
Garrison Starr
Album:
Song From Take-Off To Landing
Label:
Back Porch Records
dinsdag 6 mei 2003
Het Amerikaanse, cross-country and cross-overlabel Back Porch Records heeft vorig jaar een indrukkende ontdekking gedaan. Vorig jaar verscheen de verzamelaar I-10 Chronicles, One More For The Road. Daar dook plotseling de naam van Garrison Starr op. Het prachtige It Isn't Gonna Be That Way, dat overigens exclusief op deze verzamelaar staat, zette me direct aan het snuffelen. Eenmaal aangekomen ontdekte ik dat deze in Hernando, Mississippi geboren singer-songwriter inmiddels al twee album gemaakt had. In 1996 debuteerde ze al met Stupid Girl en op haar twintigste maakte ze haar mainstream debuut "18 Over Me" (1997) Twee jaar later stortte ze volledig in en nam voor maarliefst twee en een half jaar afstand van de muziek scène. Dan stapt ze in vliegtuig van Nashville naar Los Angeles. Kijkend vanuit het raampje krijgt ze plots de volgende ingeving "het maakt niet uit waar je naar toe gaat, het gaat er juist om hoe daar komt". Het gevolg, haar nieuwe CD "Songs From Take-off To Landing". De ervaringen zijn zorgvuldig vastgelegd in de doorgaans robuuste countryrock liedjes die veel weg hebben van Shelby Lynn, Aimee Mann en Caitlin Cary. Garrison word overigens in Serves Me Right en Heart of This Thing bijgestaan door Steve Earle en Ray Kennedy. Verder is er ook nog een fraaie bijdrage van Mary Chapin Carpenter in de tracks Silent Night en Hardest Part of Living. Hoewel de CD al ruim een jaar uit is in de States is het maar moeilijk te verkroppen dat dit juweeltje helemaal niets in Nederland heeft gedaan.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 52 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Chrissy Flatt
Album:
Wings Of A Butterfly
Label:
Independent
donderdag 1 mei 2003
't Is altijd leuk om een CD van een onbekende artiest toegeschoven te krijgen. Chrissy Flatt, ik roep de naam naar een kenner en hij vraagt gniffelend: "Wie??" Zoet maar, ik luister zelf wel. Een mooie mevrouw met prinses Maxima-haar kijkt ons aan vanaf de cover, de handen uitgespreid en daarop is warempel een Monarch-vlinder geland, die komt ook weer terug op de zwarte disk. "Wings of A Butterfly". Op de achterkant staat een fotootje van een plattelandskerkhof, het album wordt opgedragen aan haar vader. Eerste indruk: sympathiek. Het afluisteren levert geen teleurstellingen op, ik hou van Chrissy's geluid en de muziek blijkt zelfs mijn eerste liefde te zijn, countryrock! Een fragiel stemmetje met stevig gitaarwerk op de achtergrond, creëert een spannende tegenstelling maar het vereist een perfecte balans in de mix, daar mankeert dan ook niks aan. Chrissy lijkt niet op een andere zangeres, ze heeft een heel toegankelijk album gemaakt met een eigen geluid. Iedere song is weer anders aangepakt, verschillend in tempo, hier en daar verleidend tot een dansje. Scrappy Jud Newcomb speelt mee als gitarist op twee tracks, de andere muzikanten doen het zeker net zo goed. Er zit een prachtige "fid-olin" bij, vooral "Once Again I Sit Here", met een stukje "Swing Low, Sweet Chariot" erin verwerkt, komt er mooi uit. Chrissy's teksten zijn eenvoudig maar aansprekend, eerste en laatste track gaan over een bewonderde grote zus. Producer/gitarist Eric Hisaw schreef er ook een: "You lifted a whole lot of weight, by letting me down." Ik hoor graag nogeens wat van je, Chrissy! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Lenore
Album:
Summer Dancing
Label:
Elaine Records
dinsdag 29 april 2003
Lenore heeft een perfect passende titel gevonden voor haar tweede CD. Ze kijkt opgewekt lachend naar een blauwe hemel met schapewolkjes en danst in haar dertien zelfgeschreven songs door diverse stijlen. Van akoestische roots-ballads, soms met een piano erbij, tot snelle rock & roll waar zelfs saxofoons om de hoek komen, iedere track klinkt weer anders. Ze heeft een heldere stem met een nogal nadrukkelijke dictie, wat me doet vermoeden dat ze zang- en misschien ook acteerlessen volgde. Als Canadese uit Toronto heeft ze een nette uitspraak, vergeleken met al die wonderlijke accenten waar we in de Americana aan gewend geraakt zijn... Poppy zomermuziek? Laten we nog even naar de teksten kijken! Daar staat een juweeltje bij als "I'll Tell on You", iedere kleuter zou dit al moeten leren want "you don't grow up in this world without meeting a pervert or two". Nog een prachtig werkje, "Wastin' Time", waar Lenore zingt: "And I'm not with the people I love, I'm not doing the things that I dreamed of", klinkt dat niet herkenbaar? De rokers onder ons zullen toch de humor van "The Smokin' Song" wel kunnen waarderen, terwijl ook Lenore's denkbeelden over een god in "My God" en "Just a Baby", het beluisteren waard zijn. Er spelen onbekende maar goede muzikanten mee, zowel de openingstrack (het titelnummer) als het afsluitende "Drivin'" ("findin' freedom for a while") zijn met zorg op die plek neergezet. Beslist meer dan een zonnig niemendalletje! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 53 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Sadies
Album:
Stories Often Told
Label:
Yeb Roc Records
maandag 28 april 2003
De broers Dallas en Travis Good stammen uit een muzikale Canadese familie: pa en oom zijn bekend geworden (ook in Nederland) met hun countryband The Good Brothers. Ma Margaret zingt ook een behoorlijk moppie, zoals we zelf op deze CD kunnen horen. Een album, niet eens hun eerste, van The Sadies, zoals de heren muzikanten zichzelf noemen. Ik had al een verbluffend goed mini-concert op de radio gehoord (VPRO's Club Lek, bravo voor de programmering!), dus ik wist ongeveer wat ik kon verwachten. Een ingenieuze mix van stijlen. De muziek zelf, met een aan de vaste line-up toegevoegde vibraphone plus keyboard met recorder, lijkt soms verdraaid veel op wat Calexico doet. Er zitten maar liefst vier instrumentals bij! Het maakt ook niet veel uit waar je bent, wat weidse landschappen betreft: de woestijn van Arizona of de graanvelden van Canada. Dan wordt er weer een uitstapje richting country gemaakt ("Such A Little Word" bijvoorbeeld), kompleet met steel, of dankzij de tapeloops richting psychedelica ("Of Our Land"), er is rock & roll bij en er zijn ballads, zoals het walsje van Dallas met ma. Hij moet nog een jongeman zijn, maar hij heeft al de donkerbruine stem van zo'n bejaarde cult-held die af en toe eens terug in de spotlights gehaald wordt. Ook broerlief klinkt niet slecht trouwens. Toch is het album met al die verschillende invalshoeken geen rommeltje geworden, The Sadies weten drommels goed wat ze doen en ze zijn er overtuigend mee bezig. Mag de volgende CD een beetje langer duren? En ik ben er nog niet helemaal achter, in "Tiger, Tiger", hebben ze daar nu medelijden met dat oude dier op de circustrein of dagen ze 'm een beetje uit? (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Tom Russell
Album:
Modern Art
Label:
Hightone Records
maandag 28 april 2003
Een aantal jaren geleden tipte iemand mij, dat een zekere Tom Russell zo'n mooie liedje over Gram Parsons opgenomen had. Ik ging op jacht en kwam terug met een cassette uit 1987, "Road to Bayamon", met het gezochte lied "Joshua Tree" en nog VEEL meer moois! Toen al bedankte hij Nanci Griffith als "friend and fellow songwriter", op zijn nieuwste album "Modern Art" zingen ze drie fraaie duetten! Nanci's eigen klassieker "Gulf Coast Highway", het recht uit het leven gegrepen "Bus Station" van Dave Alvin, ze komen zelfs weg met Emmylou's autobiografische "The Ballad of Sally Rose". Het zit wel goed met de muzikanten: gitarist Andrew Hardin speelt natuurlijk weer mee op dit album, maar ik vind hier bijvoorbeeld ook Gurf Morlix op pedal steel en Eliza Gilkyson die harmony zingt. Prijs voor lekkerste (Caribisch klinkende) arrangement gaat naar track 4 "Muhammad Ali". De volgorde van de songs is heel slim uitgedacht voor een prettige afwisseling. Storyteller Tom Russell zingt volmaakt mooi en weet als geen ander de emoties van zijn personages over te brengen. Van oude baseball-held Mickey Mantle tot de verdachte die wil dat succesvolle advocaat Racehorse Haynes hem verdedigt. Bijzonder intrigerend is "Tijuana Bible", waar een detective geobsedeerd raakt door de zaak van filmster Lana Turner's 14-jarige dochter die mama's vriend doodde, de gangster Johnny Stompanato. Nog een pareltje: "Crucifix in A Death Hand", Tom draagt een gedicht van Charles Bukowski voor en net als je denkt dat het afgelopen is, gaat hij zingend over in een gedeelte van Warren Zevon's ongeëvenaarde "Carmelita"! En NU zou ik meneer Russell weleens live in concert willen zien...
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 54 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Darrall Arnold And The Dead Buffaloes
Album:
Everday Stories
Label:
Independent
vrijdag 25 april 2003
Onlangs werd ik door ene Darrell Arnold via e-mail benaderd. Hij vroeg of ik geïnterneerd was een interview te doen met hem. Hij en zijn band The Dead Buffaloes (nee niet verkeert geschreven) traden op 28 juni 2003 namelijk op in het Bluescafé in Apeldoorn. Nu weet ik dat eigenaar Jan Kerseboom een neusje voor goede en interessante muziek heeft. Zonder dat ik ook maar iets gehoord had van de band stond ik daar natuurlijk niet afwijzend tegenover, binnen een paar dagen lagen er twee CD's bij ons op de deurmat. Everyday Stories (2002) en Here Or Somewhere Else (1999) frontman tekstschrijver en gitarist Darrell Arnold opereert op het moment vanuit Duitsland maar is afkomstig uit Nebraska. Toen ik voor het eerst kennis nam van het geluid van wat nu heet Darrell Arnold & The Dead Buffaloes hoefde ik maar enkele tracts te beluisteren om te ontdekken dat we hier te maken hebben met een band die weten waarmee ze mee bezig is. De liedjes van beide CD's doen sterk denken aan Hootie and the Blowfish en Cracker bands dus die uit het zuidoosten van de Verenigde Staten afkomstig zijn. De muziek, afkomstig van de heren Arnold, Mayo, Jauer en Bill Buffalo, gaan erin als zoete koek. Het moet gezegd worden dat Everyday Stories iets meer doordacht klinkt als zijn voorganger, vooral de teksten hebben meer diepgang en staan dichter bij u als u denkt. Ik doe er zelfs nog een scheppie bovenop, ik hoor hier en daar zelfs ook Rob Thomas (Matchbox Twenty) Helaas speelt deze band tijdens mijn verdiende verblijf bij het Moorse erfgoed van Andalusië. Geen redden dus voor u om dit spektakel te missen in het Bluescafé in Apeldoorn.
Jan Janssen Artist:
Jennie Stearns
Album:
Sing Desire
Label:
Lucky Dice Music
donderdag 24 april 2003
Terwijl nagenoeg iedere roots liefhebber gefocust is op de release van Lucinda Williams nieuwe album “World Without Tears”, dreigt in het kielzog van deze hype een aantal uitstekende releases in het niet te vallen. Een daarvan is het nieuwe album Sing Desire van Jennie Stearns. Wie is die Jennie Stearns eigenlijk, vroeg ik me direct af? Een bezoek op haar indrukwekkende site leverde niet echt veel op. Waar komt ze vandaan, wie het weet mag het zeggen? Rest natuurlijk wat is er zo bijzonder aan deze nightingale. Jennie Stearns maakt gebruik van moderne muziektechnologieën om daar vervolgens weer op een zeer traditionele wijze mee om te gaan. Haar zang is heerlijk loom en past precies bij de muziek die daaromheen is gemaakt. Alhoewel Stearns, in de media vergeleken word met Lucinda Willams en Emmylou Harris ontstijgt ze met Sing Desire, in mijn ogen, het niveau van de twee op routine draaiende dames. Het is niet voor niets dat het Real Roots Café deze CD u nu onder de aandacht wil brengen. Neem eens de vrijheid en luister eens naar de messcherpe titelsong en de het latin American aandoende “Sleeping” en stel vast de veelzijdigheid van dit ongekende talent. De sfeer en stemmingen is bij elk liedje anders en juist dat laatste maakt het luisteren naar Sing Desire zo verdomd aangenaam. Absolute uitersten zijn, wat mij betreft, de hightech opener “You Save Me”, het hemelse “Bitter Sweet” en het schommelende “Early Train”. Chad Crumm levert een prachtige overall productie af die bepaald ongewoon genoemd mag worden. Helaas voor al die gene die nu door een koker kijken.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 55 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Vic Chesnutt
Album:
Silver Lake
Label:
New West Records
woensdag 23 april 2003
Vic Chesnutt wordt alom gewaardeerd en gerespecteerd. Door muziekvrienden die hem in Duitsland gevolgd hebben: "He's so funny!", door een band die zich naar zijn album "West of Rome" vernoemde en door gevestigde Singer-songwriters zoals Terry Lee Hale, die met Vic Chesnutt toerde en zijn teksten nog regelmatig de hemel in prijst. Dus ik ging mij ook maar eens in een paar tapes met wat Chesnutt materiaal verdiepen. "Westport Ferry" van het samenwerkingsverband Brute was prachtig, solowerk deed mij af en toe aan een spoken wordartiest denken en ik snapte zijn teksten niet allemaal... Verwachtingsvol nam ik de nieuwe CD van deze interessante meneer "Silver Lake" (fraai vernoemd naar de plaats waar opgenomen werd, vermoed ik?) in ontvangst. Nee, ik ben niet teleurgesteld in dit aparte album! Vic's onmiskenbare stemgeluid (met die unieke frasering!) is prettig om naar te luisteren en wordt hier prachtig omlijst door een enorm arsenaal aan muziekinstrumenten, of... wat moet ik me precies voorstellen bij "Goat Nails (rat shells)"? Iedere song heeft een passend arrangement gekregen, soms met fraaie koortjes, zoals bij "In My Way, Yes". Er is maar een song korter dan 4 minuten, de hele CD (digipack) ziet er met zwart-wit fotografie en aansprekende portretten van Vic, schitterend uit: we krijgen dus waar voor ons geld. En die teksten? Ik pretendeer nog steeds niet dat ik alles begrijp, er blijven genoeg mysteries over, maar ik hoorde wel veel bijzonders om over na te denken. "I just wanted to bring folks together, but it seems that I am the biggest wedge" (Stay Inside) en "You've got to climb to the second floor, short chore great reward " (2nd Floor) Er zijn dikke boeken over de bedoelingen van dichters geschreven! (Johanna Bodde)
Johanna Bodde Artist:
Florence Dore
Album:
Perfect City
Label:
Slewfoot Records
zondag 20 april 2003
De jonge dame die ik nu aan u ga voorstellen is een recent afgestudeerd Amerikaans literair academicus. Haar eindscriptie baseerde ze op het literaire werk van William Faulkner. Desondanks en niettemin kwam onlangs toch haar debuut album Perfect City uit in Nederland. U leest het goed weer een vrouwelijke singersongwriter die het American Roots genre een tandje hoger schakelt. En dat laatste doet Florence Dore zeer zeker. Dore heeft namelijk in het verleden, in haar Boston periode, in verschillende punkrock bandjes gespeeld en juist dat maakt de muziek die ze maakt erg interessant. Dat gegeven, het feit dat ze in verschillende grote Amerikaanse steden woonde en haar literaire achtergrond vertaalt ze dan naadloos op haar hier en daar stevig rockende nieuwe CD Perfect City. Ik waarschuw u alvast, drummer en percussionist Dennis Diken rolt, bij de titeltrack, als een soort van Keith Moon bij u de huiskamer binnen. Maar Florence Dore moet het ook voor een belangrijk deel hebben van haar ingetogen en enigszins zwoel aandoende stemgeluid. Zijde jurken, groot huis, zittend op een veranda en kinderen spelend in de stof is de letterlijk vertaling van het melodieuze poprock liedje Postcard. In welke grote stad ze dat heeft opgepikt weet ik even niet maar die tekstuitsnde wilde ik u niet onthouden en bleef op de een of ander manier bij mij plakken. Wat zou dat toch zijn? Faulkner? Producer Eric “Roscoe” Amble (Bottle Rocktes en Blood Oranges) en Florence Dore leveren met Perfect City een literair naslagwerk die zijn weerga nog zal gaan kennen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 56 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Sloan Wainwright
Album:
The Song Inside
Label:
Farkie Music
vrijdag 18 april 2003
Toen ik inmiddels al een paar keer naar de nieuwe CD van Sloan Wainwright “The Song Inside” moest ik direct denken aan Joni Mitchell, Joan Armatrading en Sandy Denny. Mocht u de achternaam bekent voorkomen dan kan dat heel gemakkelijk kloppen. Zal ik u even helpen? Sloan is het jongere en pientere zusje van singer-songwriter Loudon Wainwright III. De man maakte hoofdzakelijk furore midden jaren zeventig en leverde ongeveer twintig prima folkplaten af. Onlangs nog verscheen More Love Songs op de Nederlandse markt. Alhoewel Sloan dus in een muzikale omgeving opgroeide heeft ze toch haar eigen weg geplaveid. The Song Inside is daar het ultieme bewijs van. De CD opent met het frisse Too Nice For Too Long. Sloan rockt op de een of andere manier en ik krijg nu niet bepaald de indruk dat ze dat akelig vind. Zeker bij de songs “You Are The Feast”, het bluesy “Bridgeburner” en het opbouwende “Less Is More” slaat ze haar tentakels om mij geen. Ik doe geen enkele poging mezelf te bevrijden want het voelt allemaal zwoel aan en ik huis nu eenmaal daar graag in. Krachtige teksten omgeven door een buitengewoon goed gekozen instrumentarium maken “The Song Inside” tot een prima flokrock CD die, zeker in deze tijd, positief overkomt. Alweer een artieste die ik graag terug zou willen zien op het Philadelphia Folk Festival dat op 22, 23 en 24 augustus 2003 zal worden gehouden in de “City of the Philly Sound of Philadelphia”.
Jan Janssen Artist:
Rick Danko
Album:
Time Like These
Label:
Corazong Records
donderdag 17 april 2003
De laatste plaat die Rick Danko maakte “Times Like These” is opnieuw uitgebracht door het in Koedijk gevestigde rootsrock label CaraZong Records. Danko overleed één dag voor zijn zesenvijftigste verjaardag en eenentwintig dagen voor het begin van het nieuwe millennium. Danko was samen met Robbie Robertson één van de dragers en bassist van de legendarische backingband van Bob Dylan “The Band”. Tja, en hoe hou je zo’n man in herinnering? Juist ja, door gewoon het exclusieve materiaal, dat in dit Idols land maar amper verkrijgbaar is, opnieuw op de mark te brengen. Voor de liefhebbers dus, zou je denken? Maar niets is minder dan waar. Danko bewijst met “Times Like These” dat hij en zijn buddy’s muzikaal de tijd ver vooruit was. De man werd geboren voor de ontwikkeling van de muziek en stierf ervoor in zijn slaap. De hangmat melodieën stralen een groende prairie uit waarover ik duizenden buffels zie grazen. Luister naar de illustere composities als Chain Gang, This Wheel’s On Fire en You Can Go Home en ziet een gefragmenteerde sunset die u nog nooit eerder hebt waargenomen. “Times Like These” word enigszins vingerverwijzend maar treffend afgesloten met het bluesy “Let the Four Winds Blow” en het stoffige People Of Conscience. Elf Leerzame en poëtische bespiegelingen liggen klaar om óók door een nieuw publiek ingekopt te worden.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 57 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Ezio
Album:
The Making Of Mr. Spoons
Label:
Eagle Records
dinsdag 15 april 2003
1995 was een belangrijk jaar voor het Real Roots Café veel muzikale ontdekkingen, die we eigenlijk nu nog steeds een warm hart toedragen, werden ontdekt. Een van die ontdekkingen toen was Ezio. Achter dit duo gaan de namen Ezio Lunedei en de minstens twee kopppen grotere Keniaan Mark “Booga” Fowell. Het veelzijdige duo trok mijn aandacht destijds met hun debuut “Black Boots On Latin Feet”. Na die tijd ben ik dit gezelschap altijd trouw blijven volgen. Kortom CD nummer vier “The Making Of Mr. Spoons” zit nu voor de zoveelste keer in mijn CD speler. Wat op valt is dat de heren nu nog meer de nadruk leggen perfecte melodie timing die doorgaans ergens tussen Blues, Jazz en Poprock zweven. Het zou mij zelfs niet eens verbazen als liedjes zoals “Waiting For Too Long”, “Mr. Spoons”, het koek-trommelig klinkende “The Same Mistake” en “Take Me Away” zomaar in een of andere hitlijst zou opduiken. Ik zou u graag willen uitnodigen om eens naar het slotstuk “My Friend Tonight” te luisteren, het is Ezio en Booga op s’en best, indringende maar altijd herkenbaar. Als we dan toch een vergelijking willen maken dan kan ik dat doen bij “The Mermaid Song”. Van Morrison komt dan heel even om de hoek kijken maar het uitgesponnen liedje zet u al na ongeveer 2 minuten totaal weer op het verkeerde been. Nee ik waag me er niet aan, daarvoor ken ik de historie van dit duo te goed. Ezio zou zo langzamerhand ook eens in Nederland opgepikt moeten worden, als was het maar dat “The Making Of Mr. Spoons” zo opgewekt en positief overkomt. Tip laat de CD rustig even uitlopen pas dan komt u ook te weten waarom Ezio mij zo aan het hart gaat. (The further we stretch heet de bonustrack en komt van Black Boots On Latin Feet)
Jan Janssen Artist:
Tony Joe White
Album:
Snakey
Label:
Munich Records
dinsdag 15 april 2003
Wat kan ik nog zeggen als Tony Joe White met een nieuw album uitkomt? Klinkt hij anders? Doet hij iets nieuws? Ik kan nog wel een paar andere vragen bij u oproepen, maar de belangrijkste is eigenlijk, is het een Tony Joe White plaat ja of nee? Wel nu ik kan u verzekeren dat de opvolger van, het totaal back to basic album, The Beginning “Snakey” een en al Tony Joe White is. De swamp fox heeft een album gemaakt waar we de komende zomermaanden, bij een warm open nachtelijk vuurtje, volop van kunnen gaan genieten. Tony Joe moet het namelijk niet hebben van het harde volume. Zelfs op de achtergrond blijft het allemaal spannend. Ik hoefde slechts bij de tracks Bayou Blues en Living Off The Land een volumetandje hoger te gaan al was het maar alleen omdat ik nog eens bevestigd wilde hebben waar Mark Knopfler het kunststukje van heeft geleerd. Met Marc “boom boom” Cohen op drums, Steve “little troll” Forrest op bas en Carson “Dr. Gloom” Whitsett achter keyboards is het als vanouds swingen in de doorgaans strak verpakte Louisiana swamp blues liedjes. Ook de stem van White blijft na al die Polk Salad Annie en Rainy Night In Georgia jaren verbluffend overeind. Zelden heb ik iemand zo passievol en stilistisch horen zingen over mijn geliefkoosd gebied The Ozark Mountains als de White dat doet in Rico (14) Field Worker. The guy keeps it on track with low down Swamp Rock, las ik onlangs ergens. Niets is minder dan waar. De fans zullen Snakey op handen dragen maar of White een nieuwe generatie muziekaanbidders zal aanboren waag ik te betwijfelen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 58 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Rory Gallagher
Album:
Wheels Within Wheels
Label:
BMG Records
zaterdag 5 april 2003
Wheels Within Wheels is de titel van de nieuwe CD van de Ierse blues-rockheld Rory Gallagher. Het album opent met de titeltrack dat eind jaren zeventig eigenlijk op een album had moeten staan. Gallagher’s liefde voor de Andalucische flamenco wordt tot in de finesse uitgevoerd in Flight To Paradise. Je ziet als het ware de vier gitaristen Richard Thompson, David Lindley, Juan Martin en Gallagher zelf natuurlijk tegenover elkaar zitten jammen. Maar bovenal was de, in 1995 helaas overleden, Gallagher bluesman in hart en nieren. Zelf heb ik Gallagher één maal live aan werk mogen aanschouwen op het PinkPop Festival in Geleen. Daarna heb ik altijd al een zwak gehad voor deze hard ploeterende geweldenaar. Ik groeide op met liedjes als Laundromat, Sinner Boy en het hartverscheurende For The Last Time. Ik kan u mededelen dat Wheels Within Wheels mij grotendeels terug heeft geworpen in die memorabele dagen van mijn jeugdjaren. Het is alsof de man op ons neer kijkt en zegt “listen to my dream and enjoy the music again, like you used to”. Treffende worden die passen bij de typerende songs als Barley & Grape Rag en The Cuckoo. Met een brok in de keel heb ik het bijna vijf minuten durende Goin’ To My Hometown uitgezeten. God mag weten waarom hij deze bluespoëet uit ons midden heeft weggerukt. Voor de trouwe fans is het sidderen en volop genieten van de doorgaans akoestische folk liedjes. Verder denk ik dat Gallagher met Wheels Within Wheels ook het nieuwe luisterpubliek zal aanspreken. Niet te missen dus!
Jan Janssen
Artist:
The Trembling Highburys
Album:
The Moon Is Mine
Label:
AG Music
vrijdag 4 april 2003
The Moon Is Mine is alweer de tweede volwassen CD van de The Trembling Highburys en toch heeft nog maar een vrij klein deel van het Nederlandse muziekpubliek kennis genomen van deze uit Beverwijk afkomstige RootsRock formatie. Ik zeg wel eens dat het lijkt dat het perse uit the States moet komen voordat we het echt waarderen. In 2000 liep ik per ongeluk op tegen hun debuut CD Six String Love Affair aan. Daarna heb ik ze één maal live zien knallen en nu sta ik weer perplex van dit on Nederlanse product. Om maar direct bij in de deur binnen te vallen is de muziek van de Beverwiekers in oog omslag te vergelijken met The Allman Brothers Band, Lynyrd Skynyrd, Steve Earle en ZZ Top (Do You Like It?). U leest het goed Amerikaanser kan het volgens mij haast niet. Een goede kennis zei laats nog tegen mij “je moet Amerika kunnen proeven en dat ontbreekt er vaak aan bij die Nederlanse RootsRock bandjes”. Bull talk dus! Proef eens aan de sound van de semi-akoestische rustpuntjes van de nieuwe Highburys A Song For You, Under My Trembling Tree, Blues and Boogie en When We Talk die allen van de hand komen van frontman en perfectionist Marco Nicola. Laat u eens lekker verwennen met de typische Southern rock in de tracks High Roller, Just Survive en het door Neil Young geïnspireerde I Love It Well. Als dat nog niet genoeg is lik dan, voor deze ene keer, het bordje maar eens leeg met Troubles. Het hitgevoelige liedje, omlijst met een Sitar (Stef Köhler) en Mondharmonica (Ed van Ettekoven), kan wat mij betreft in The Hall Of Classic Hits. The Moon Is Mine klinkt zo multicultureel dat je bijna zou vergeten dat je te maken hebt met vier, veel te bescheiden, Nederlandse mannen die het allemaal op zich af laten komen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 59 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Hal Ketchum
Album:
The King Of Love
Label:
Curb Records
dinsdag 18 maart 2003
Binnenkort verschijnt alweer het achtste solo album van singer-songwriter Hal Ketchum in de winkels. Hal Ketchum groeide op in de Adirondack Mountains (provincie New York) en debuteerde in 1988 op het indie label Watermelon Records met het album Threadbare Alibis. Als we de Greatest Hits uit 96 niet meetellen is The King Of Love echter zijn zevende die hij nu aflevert bij Curb Records. In Amerika is Ketchum een countryster in Nederland en in de landen om ons heen moet hij het echter hebben van echte Country diehards die hem dan ook echt op handen dragen. Toch vraag ik me af of dat na deze opvolger van Lucky Man (2001) nog zo zal zijn, want Ketchum laat zich duidelijk van een wat ruwere kant horen. Op The King Of Love zingt hij niet alleen over de liefde maar hij verpakt het dit keer met een echt Roots papiertje. Kijken we naar de samenstelling van de band dan valt dat ook meteen op. Russ Pahl (Curtis Young, Brent Mason, Billy Joe Walker), Tim O' Brien (Darrell Scott), Chris Kent (Jerry McPherson), Glen Caruba (The Mavericks en Raul Malo) en daar komt nog bij dat Jonell Mosser (Townes VanZandt) hier en daar ook op geheel eigen wijze de backing vocals voor haar rekening neemt. De tracks Run Loretta Run, The King Of Love, Takin' My Time en Evangeline (Charlie Daniels) krijgen een typische southern Sonny Landreth sfeertje mee. Uit het duet met Guy Clark, in The Carpenters Way en het rollende Too Much Of Nothing en het folky klinkende The Skies Over Dublin, blijkt pas echt hoezeer Ketchum het roer heeft omgegooid. Dus countryliefhebbers u bent gewaarschuwd, Hal Ketchum levert met The King Of Love een van zijn beste Roots platen af.
Jan Janssen Artist:
Sonny Landreth
Album:
The Road We're On
Label:
Sugar Hill Records
zondag 16 maart 2003
Ik kan me een tijd herinneren, toen ik de Real Roots Café web site aan het opzetten was in 1995, dat ik ooit over Sonny Landreth geroepen heb dat ik hem de beste behind the slide gitarist vond ter wereld. Twee dingen, de techniek waarover ik het heb is nu nog steeds uniek en ik baseerde mijn uitlating op het toen zeer actuele album South Of I-10. Ruim acht jaar na dato en drie albums verder wil ik dit laatste nog eens stevig benadrukken. Ook op Landreth’s nieuwe album The Road We’re On weet hij lyrische rhythm te voorzien van korte en bondige teksten waarbij de invloeden van schrijver William Falkner duidelijk waarneembaar zijn. Het, wat mij betreft, absolute hoogtepunt van de CD staat op nummertje 6 en heet Natural World. Fasten your seatbelts als u dit nummer in uw auto gaat beluisteren, het heeft mij althans al € 25 gekost. Wat stroomt er nog meer door Landreth’s aderen? Blues natuurlijk! Luister naar All About You, het daarop volgende A World Away, Ol’ Lady Luck, Gemini Blues en het Dobro slotakkoord Juke Box Mama en u staat weer met beide blues beentjes op de grond. Natuurlijk ontbreken de nodige Cajun en Zydeco invloeden niet en wees gerust Landreth doet het on his own unique way. Er hangt overigens een stevig Nantucket Sleighride sfeertje over de gehele duur van de CD. Zonder Leslie West, Felix Pappalardi, Steve Night en Corky Laing tekort doen heeft Sonny Landreth dit laatste tot in het diepste detail geperfectioneerd. Ik heb er weet een bij voor mijn lijstje eind dit jaar.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 60 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Steve Wynn & The Miracle 3
Album:
Static Transmission
Label:
Blue Rose Records
zondag 9 maart 2003
Toen ik de nieuwe CD van Steve Wynn, Static Transmission, de opdracht "play" gegeven had en het indrukwekkende "What Comes After" begon, moest ik denken aan een radioshow die ik hoorde in mei 1995. Steve zat in zijn Gutterball-periode en rolde binnen na een concert ergens in een club, slokje op, dollend met Alfred Lagarde. Toen volgde een perfect akoestisch setje. Nu levert hij een perfecte beauty van een album af, ook alsof het hem geen enkele moeite kost! Afwisseling is het sleutelwoord, van roots met prachtige arrangementen, zoals in mijn favoriete song "Charcoal Sunset" tot stevige rock. Steve weet emoties die iedereen herkent, pakkend vast te leggen, dat uitgebrande depri-gevoel in "Maybe Tomorrow" bijvoorbeeld, hij denkt dat de hoofdpersoon in geen twee dagen z'n bed uitkomt. Bij zijn teksten zie je de filmbeelden vaak al voor je: die regels over de "private runway in Argentina" ("One Less Shining Star")! En er zit nog een leuke hidden track op de CD ook... Steve's band The Miracle 3 is, na de befaamde twee maanden durende Europese tours en nog het nodige werk in Amerika, natuurlijk lekker op elkaar ingespeeld. Chris Cacavas, oud maatje van de Paisley Underground-scene, is een altijd welkome aanvulling. Kleinigheid: Linda Pitmon drumt niet alleen goed en prettig luidruchtig, ze heeft ook een mooi stemmetje en daar zou ik op een volgend album weer graag iets meer van willen horen! Terwijl ik muziekblad Oor, met Steve Wynn over twee pagina's, in mijn handen hield, dacht ik hoe leuk het zou zijn als hij net zo beroemd wordt als... Lou Reed of zo? (Johanna Bodde)
Jan Janssen Artist:
Chuck Pyle
Album:
Affected By The Moon
Label:
Bee 'n' Flower Music
donderdag 6 maart 2003
Ter promotie van zijn eerste internationale single Think I’ll Go To Texas, brengt Chuck tegelijk zijn zevende album op de markt. Chuck Pyle is een goed bewaard geheim in het countrywereldje. Hij verliet zowat 30 jaar geleden zijn thuisbasis Iowa om zich in Colorado te gaan vestigen, waar hij zich al die tijd aan de muziek wist te wijden. Vanwege zijn ‘New Age’-humor en zijn zadelpoëzie kreeg hij de bijnaam ‘The Zen Cowboy’, en ontpopte hij zich als een meesterperformer die met zijn warme kampvuurstem menig muziekliefhebber wist te bekoren. Hij werd sterk beïnvloed door Jerry Jeff Walker en schreef al een hele resem hits voor andere illustere songwriters als John Denver, The Nitty Gritty Dirt Band, Suzy Boguss (The Other Side Of The Hill) Chris Ledoux (die de titel van de Boguss-song omdoopte tot Cadillac Cowboy en er in 1991 een grote hit mee had) en Tisj Hinojosa (Drifter’s Wind, een song uit 1984 die op haar Culture Swing album terechtkwam). Chuck combineert genres als country, folk, jazz en blues maar geeft ze, mede dankzij de inbreng van zijn jarenlange vriend en violist Gordon Burt, een eigen sound mee. Hij is bovendien een meesterlijk gitarist die een eigen ‘Rocky Mountain Slam Pickin’ stijl heeft ontwikkeld die hij ook op het nieuwe album ruimschoots demonstreert (luister maar even naar het afsluitende instrumentale Spank en je weet genoeg). Het dertien songs bevattende nieuwe album biedt een verscheidenheid aan songmateriaal gaande van de jazzy-gypsy getinte titeltrack met Gordon Burt in een glansrol; het naar Chris Rea knipogende Blue Train; het bluesgetinte parlando gebrachte Inside Of My Face dat op het einde in een ware rocker ontaardt, om uiteindelijk uit te deinen in drie heerlijke songs waarvan het countryrockende Laurie Ann mij aan Billy Ray Cyrus deed denken, I Love You Back een heel hoog Waren Zevon gehalte in zich heeft en de single Think I’ll Go To Texas mij aan C’est La Vie van Emmylou deed denken. Voor de overige songs, waarop Chuck een beetje de crooner in zich naar boven laat komen, was ik niet zo te vinden. Gelukkig maakte zijn stem echter veel goed en viel de X-mas song Cowboy’s X-mas Dream nog best te pruimen. Affected By The Moon is een relaxte plaat die ons gedurende één uur wist te boeien en die ons een rustbrengende, ongenaakbare songwriter laat ontdekken die na dertig jaar trouwe dienst zijn vak weet te relativeren en die geniet van elke noot die hij speelt. Voor mij was dit een positieve ontdekking… nu jullie nog over de streep krijgen. (Bruno Depeyper)
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 61 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
David Gogo
Album:
Skeleton Key
Label:
Dixiefrog Records
donderdag 6 maart 2003
Sommige mensen klagen dat blues vaak lang draderig is en dat het ook niet echt opschiet. Als ik dat hoor krijg ik de kriebels moet ik u eerlijk zeggen. Diegene die dat zeggen weten volgens mij niet waar Abraham de mosterd haalt, laat staan dat men de moeite neemt om eens wat te ontdekken. Ik zie het als mijn taak zelfs deze mensen ervan te overtuigen dat blues niet is wat ze denken. Onlangs heb ik aandachtig zitten luisteren naar de inmiddels alweer vijfde CD van David Gogo, Skeleton Key. Wie naar de ex frontman van The Persuaders en de uit Canada afkomstige performer gaat luisteren zal tot de conclusie komen dat de bluesmuziek niet stil heeft gestaan het afgelopen decennia. Het raamwerk waarbinnen Gogo manoeuvreert is de bluesrock maar Gogo doet het net even met dat extra beetje flair. Zo doseert hij zorgvuldig Soul en Jazz elementen, in de titeltrack, Skeleton Key, BackStroke (Albert Collins) en Signed, Sealed, Delivered (Stevie Wonder) Ondanks deze, overigens fraaie uitgevoerde, covers weet hij juist in de eigen geschreven nummers de accenten te verleggen in traditiegetrouwe maar moderne bluesrock. Gogo’s muziekbelevingen op Skeleton Key word ondersteund door strakke ritmiek waarbij ik me afvraag welke invloed Rich Hopkins (orgel) gehad heeft bij deze blues update. Als ik het kort voor u mag samenvatten kan het haast niet anders of David Gogo is opgegroeid in één kribbe samen met On The Road Again (Canned Heat) en Moonlight On Vermont (Captain Beefheart) Projecteer dit in deze snelle tijd en vertel mij dan nu eens wat er eigenlijk niet opschiet?
Jan Janssen Artist:
Eli & Young Band
Album:
Eli & Young Band
Label:
Independent
donderdag 6 maart 2003
Al eens van The Eli & Young Band gehoord? Nee dat zou op korte termijn snel wel eens kunnen veranderen. Michael Eli (zang), Bryan Tyler (akoesticshe gitaar), James Young (leadgitaar), Jon Jones (basgitaar) en Chris Thompson op drums hebben sinds kort hun twee ongetitelde album uit. De uit Denton, Texas afkomstige country rock formatie heeft, juist in die George Bush staat, een aardige live reputatie opgebouwd. Een bezoek op de website toont dat onomstotelijk aan. Maar nu de opvolger van Here's To You uit 2000 uit is gekomen zou het wel eens kunnen zijn dat The Eli & Young Band de state borders van Texas snel gaan overschrijden. De sterke liedjes doen denken aan de Texaanse rock formatie Loose Diamonds. De liedjes When We Were Innocent, I Still Think It's Me, When You Came Down My Way en Uncertain vertonen een onweerstaanbare gelijkenis met deze door mij op handen gedragen formatie uit Austin Texas. Het is misschien daarom ook wel dat ik nu beweer dat de stem van Michael Eli als twee druppels water op die van Troy Young Campbell lijkt. Tekstueel draait het allemaal om het dagelijkse leven, tjonge wat worden er harten gebroken zeg. Het is wel erg jammer dat de nieuwe van The Eli & Young Band wat aan de korte kant is, maar goed ze zijn alle elf even sterk dus waar lul ik eigenlijk. Het muzikaal vaatje in Texas is zo te horen nog lang niet leeg en The Eli & Young Band smaakt naar meer. Dus ik zou zeggen trek aan de bel en doe me nog maar een rondje.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 62 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Ghosthouse
Album:
Ghosthouse
Label:
Inbetweens Records
donderdag 6 maart 2003
Vorig jaar nog kwam gitarist en liedjesschrijver Sam Lapides met zijn tweede solo album We've Walked These Streets uit. Lapides trok naar Boston toen de formatie, waar hij deel uitmaakte, Ghosthouse uit elkaar viel. Nu ruim 10 jaar later heb ik aandachtig zitten luisteren naar het debuut album van deze, na nu pas blijkt, legendarische formatie. Ik heb de vraag gesteld, wat had deze band eigenlijk extra wat ik nu mis in de popmuziek van today? Om te beginnen zijn we nu tien jaar verder en als ik het allemaal goed beluisterd heb past deze Ghosthouse CD helemaal in deze tijd. Indertijd omschreef men de muziek van Ghosthouse als progressieve alternatieve rock. Nu las ik onlangs in een medium dat men de melodieën op deze Ghosthouse CD afgeknepen en vrijwel identiek vind. Het mist de memorabele hook? Nou beste mensen ik vind dat dus de groots mogelijke onzin die je maar op kunt schrijven. De muziek van Ghosthouse blijkt even tijdloos als uniek te zijn. Billy Frank, Kurt Kummerfeldt, John Thoman en Sam Lapides rocken er hier en daar stevig op los maar navigeren zo weer naar ingetogen liedjes die dan weer voorzien zijn van pakte melodieën. Het indertijd door Steve Wynn geschreven Burn staat muzikaal gezien in schril contrast met het slotstuk Far Behind. Hoezo geen hook? Ook aan de inbreng van Chris Cacavas (orgel), Larry Goetz (slide gitaar) en de vocale ondersteuning van Robin Francis, bij ingetogen Take A Place, kan en mag ik niet voorbij gaan. Tja dat leg ik dan tegen het nieuwe werk van wat Steve Wynn nu maakt met de alles zeggende titel Static Transmission (statische versnelling) Begrijpt u nu wat ik bedoel?
Jan Janssen Artist:
Jolynn Daniel
Album:
Come Closer
Label:
Rebel Sky Music
donderdag 6 maart 2003
Waar komen ze toch vandaan vraag ik me telkens maar weer af. In Nederlands lopen we te neuzelen een slippertje aan het eind van liedje (hoog Idols gehalte dus) terwijl ze in Amerika als engeltjes uit de hemel vallen. Zo ook nu weer, Jolynn Daniel is de naam die u moet onthouden. Geboren in het pittoreske Del Moines, Iowa maar op het opererend vanuit Nashville Tennessee zet alweer haar derde album hier in Nederland op de schappen. De opvolger van Suspended en Cosmic Daughter, Come Closer, klinkt zoals ooit eens in een grijs verleden Sheryl Crow haar kunstje flikte. Dat was toen maar nu is er klaarblijkelijk Jolynn Daniel en hoe. Come Closer opent met twee stevig country rockende tracks Everybody Else Does en A little Closer. Jolynn Daniel laat niets aan het toeval over getuigen het sierlijke Love In A Bottle en het back to basic klinkende It Isn’t Me. Het CD profiel geeft aan dat Jolynn Daniel in het genre prikkelende organische pop vakje hoort te staan. Ik had zoiets van wat krijgen we nauw? Maar nadat ik het jazzy Girl I Used To Be had laten doordringen in dat kleine beetje grijze massa wat ik nog bezit had ik zoiets van, ze hebben nog gelijk ook. Plotseling schiet er weer een naam door mij heen bij poppie Tall Tall Hill, Jenai. Dat deerntje pakte me vorig jaar al bij de lurven en Jolynn Daniel drukt me nu weer met de neus op de feiten. Muzikaal gezien kan het haast ook niet stuk. Op Come Closer leunt ze onder andere op Matthew Ryan, Kami Lyle en Ken Coomer, allen ex Wilco, John Deaderick, die we kennen van Patty Griffin en David en Ned Henry (Cowboy Junkies) Wederom een stukje high-performance die zijn weg beslist zal vinden.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 63 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Kathleen Edwards
Album:
Failer
Label:
Zoe Records
donderdag 6 maart 2003
Je komt net van de middelbare school en besluit niet door te studeren. Je hebt je intussen muzikaal laten inspireren door het percussionele akoestische gitaarspel van Ani DiFranco om daarna vervolgens verslaaft te geraken aan Whiskeytown’s album Strangers Almanac uit 1997. Van het een komt het ander en twee jaar later stoom je, je eigen EP klaar (Building 55) U vraagt zich nu af wat moet ik hiermee? Welnu als er twee aspecten zijn die ik graag zou willen aanhalen bij het bespreken van nieuwe CD van de uit Canada afkomstige Kathleen Edwards zijn het juist deze twee aspecten. Ik weet het zeker Ryan Adams heeft nu één vrouwelijke tegenpool. Edwards, geboren in Ottawa, klinkt op haar bebuut CD Failer net als Adams loom, fris, en elegant tegelijk. Keurige mix van country rock liedjes waar het label Zoë Records kennelijk in grossiert (Cash Brothers en Jules Shear) De vinger word op de zere plek gelegd bij het donkere One More Song The Radio Won't Like. Heren DJ’s, het is maar dat u het weet. In het autobiografische Mercury verwijst Edwards naar een tijd die haar eigenlijk weer terugbracht naar haar roots, het eenzame leven op het platteland. Focus en ze overwon haar liefdesverdriet. Nee het is niet allemaal kommer en kwel luister maar naar lyrische Westby en het liefelijke Sweet Little Duck, het is Edwards ten voeten uit. Ja hoor het nieuwe millennium mag er wezen Cindi Boste Kasey Chambers, Mary Gauthier, Tift Merritt en nu 2003 Kathleen Edwards? Het kan haast niet meer kapot dit jaar.
Jan Janssen
Artist:
Spokane Chiefs
Album:
Tears Upon The Desert Ground
Label:
Sam Sam Music
donderdag 6 maart 2003
Mijn lelijkerd (mond) viel spontaan open toen ik las dat het in Noordwijk gevestigde platenlabel Sam Sam Music het debuut album van de nieuwe Nederlandse Alt Country formatie The Spokane Chiefs, Tears Upon The Desert Ground, niet alleen in Nederland maar ook in Europa, The States en Australië gaat promoten. Met name het bluegrass getinte Brand New Cadillac zal naar maarliefst 180 radio statons gezonden worden. Enkele maanden geleden kondigde het Real Roots Café de release al aan maar nu we eenmaal de tijd hebben genomen om de CD eens goed te beluisteren kan ik er in feite niet meet omheen er iets over te schrijven. Ik moet zeggen dat liedjesschrijver Tjebbe Borggreve, gitarist Robert P. van Voorden, basgitarist Jeroen Koning en drummer Tjeerd Klapwijk er niet helemaal in zijn geslaagd de bovengenoemde stijlen samen te pruttelen. Nee daar klinkt het mij allemaal te zoetjes voor. Maar dat neemt niet weg dat we hier te maken hebben met erg mooie close harmony zang met een echte country sfeertje. De geavanceerde country popliedje variëren voldoende om u nagenoeg een uur lang te amuseren. Met name Normandy, het naar Honkt Tonk Woman lonkende Time To Get Rough en wat mij betreft potentiële hit Rebel Song springen ver boven het gemiddelde uit. The Spokane Chiefs is glasheldere goed gesmeerde P-47 Thunderbolt muziek van on Nederlandse kwaliteit.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 64 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
The Barrelhouse Brothers
Album:
Pick It Up, Pass It On
Label:
Provogue Records
donderdag 6 maart 2003
Het Bluesrock label Provogue Records komt de laatste tijd met sterke blues releases op de markt. In de CD lade zat onlangs het debuut album van The Barrelhouse Brothers, genaamd Pick It Up, Pass It On. Achter dit gezelschap gaan de niet onbelangrijke namen, Eric Bell (Thin Lizzy), John Coughlan (Status Quo), Noel Redding (Jimi hendix Experience), Colin Earl (Mungo Jerry) en David Jackson (Van Der Graaf Generator) schuil. Onderleiding van Noel Jones (White Lightning) en Jeff Ward (Roy Harper) is het idee ontstaan en ik kan u vertellen dat het product er mag zijn. Op Pick It Up, Pass It On staan maarliefst 15 tracks en dat is niet alleen waarde voor uw geld maar ik mag het voor een blues album ook uitzonderlijk veel noemen. Wat u aantreft zijn in hoofdzaak klassieke bleus riedels van echte professionals die dit wiel al eens eerder hebben uitgevonden. Opvallende tracks vond ik in Country Road en het met een Mungo Jerry sausje overgoten I Want Some Of Your Pie. Verder deden de tracks Can’t Get You Off Of My Mind, It’s No Secret en Just A Dream mij weer terug verlangen naar een tijd toen ik Chicken Shack en Fleetwood Mac nog aanbad. De stroperige ballades doen Stan Webb en Peter Green weer helemaal herleven. Maar waar lul ik in vredesnaam over de The Barrelhouse Brothers zijn ieder op een eigen manier uniek klassiek. En laten we eerlijk zijn wat is er dan mooier als zoveel dino’s het samen ook nog eens goed met elkaar kunnen vinden. Blues mag weer, luister zelf maar.
Jan Janssen
Artist:
The Evinrudes
Album:
Somebody Has To Be Pat Boone
Label:
Flying Sparks Records
donderdag 6 maart 2003
Een paar jaar geleden heb ik wel eens zitten luisteren naar The Evinrudes. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik niet meer weet welke CD dat was maar het moet Little Red Stars of Drive Me Home geweest zijn. Nu heb ik me laten inspireren door hun nieuwe album genaamd Somebody Has To Be Pat Boone. Voor de jongere lezers onder ons Pat Boone was - of is - een zanger die mijn moeder, in de jaren vijftig en zestig, dagelijks op haar bandrecorder afdraaide. Bij het liedje Love Letters In Sand Again gingen dan, als het even kon, de voetjes van de vloer. Zo dat even ter verduidelijking nu weer terug The Evinrudes. Pat Boone en de uit Nashville afkomstige zangeres Sherry Cothran en Brian Reed hebben, buiten dat ze een liedje gemaakt hebben dat min of meer raakvlakken vertoond met good old Pat, niets in muzikale zin met elkaar te maken. The Evinrudes maken eigentijdse poprock die hier en daar stevig word afgekaderd met het robuuste gitaargeronk van multi-instrumentalist Brian Reed. Ik zou haast zeggen The Cowboy Junkies maar dan met ballen, wetende dat ik daarmee de stem van Margo Timmins weer tekort zou doen. Alhoewel, realiseer ik me nu Sherry Cothran's ode aan Otis Redding, in de track Otis, heeft natuurlijk weldegelijk die energieke drive van The Junkies. Het past muzikaal allemaal in deze tijd en dat maakt Somebody Has To Be Pat Boone nu al onsterfelijk CD.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 65 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Tim Easton
Album:
Break Your Mothers Heart
Label:
New West Records
donderdag 6 maart 2003
Als er een artiest is waarvan ik kan zeggen alle drie raak, zijn het de albums van de uit New York afkomstige singer-songwriter Tim Easton wel. Ook nu weer kan ik direct bij u in de deur vallen met het sublieme meesterwerk Break Your Mother’s Heart. De opvolger van The Truth About Us en Special 20 klinkt een tikkeltje ruiger waardoor Easton’s muziek waarschijnlijke een breder publiek zal aanspreken. De derde fase is ingegaan zullen we maar zeggen, want wat wil je met zo’n band achter je. Jim Keltner (drums), Hutch Hutchinson (bas, Bonnie Rait), Jai Winding (gitaar, Jackson Browne) en Heartbreaker in hart en nieren Mike Campbell tillen de nieuwe Tim Easton nagenoeg naar eenzame hoogte. Tekstueel doet Easton er ook nog een schepje boven op, luister zelf maar eens naar het onvoorwaardelijke Watching The Lightning en het wel zeer realistische Amor Azul. Het bredere publiek, waarover ik het al had, zal absoluut gaan voor de opener Poor Poor LA, Black Hearted Ways of het ontfutselende Hummingbird. De muzikale invalskoeken waarmee Tim Easton op Break Your Mother’s Heart uw oren zal strelen zijn zo divers dat ik me er niet aan waag ook maar één vergelijking te willen trekken. Het is Easton niet meer, en niets minder. Wat moet je nog meer schrijven over iemand die in feite nog steeds in de anonimiteit leeft in dit kleine kikkerlandje? Ik kan er een boek over schrijven zo verging het The Counting Crows en Ryan Adams ook en zo zullen we ongetwijfeld meer gaan horen van Tim Easton.
Jan Janssen
Artist:
Doyle Bramhall
Album:
Fitchburg Street
Label:
Yep Roc Records
zaterdag 22 februari 2003
Als ik de historie erop naleest is Doyle Bramhall geen onbekende Texas blues scène. De man schreef zelfs een veelvoud liedjes voor Stevie Ray Vaughan. En volgens mijn pende Bramhall onlangs nog een paar nummer mee op het actuele album van Eric Clapton’s Reptile. Maar goed de man from Dallas heeft nu een solo CD in de winkels liggen. Fitchburg Street zoals het album heet dankt zijn naam aan de omgeving waarin Doyle Bramhall opgroeide. De muzikale inspiratie putte Bramhall uit de leefomstandigheden in het zware industriegebied, aan de westkant van Dallas. Als ik goed luister heb heeft zijn stem veel weg van Steve Winwood en Jim Capaldi (Traffic) In zekere zin sluiten de muzikale verzinsels van Bramhall daar ook prima op aan, maar dan zonder toeters en bellen. De soul blues op Fitchburg Street is erg intersant. Vooral de aangenaam geconverteerde covers als I'd Rather Be (Blind, Crippled and Crazy), That's How Strong My Love Is, It Ain’t No Use en de podiumkraker van John Lee Hooker Maudie spreken erg tot de verbeelding. Bij het deep Southern swampy Fourty Four voelt u de intense arbeid die Bramhall aflevert en daar wordt hij best wel nat van onder zijn oksels. Persoonlijk zit voor mij het hoogtepunt in het zelf gepende Life By The Drop. Het iet wat poppie liedje komt de hele dag u kop niet meer uit. Doyle Bramhall zal u te overtuigen met de beste blues soul muziek, gemaakt in een tijd waarin geen plaats meer is voor hippies. The survivor has spoken.
Jan Janssen Artist:
Jan James
Album:
Limousine Blues
Label:
Provogue Records
donderdag 20 februari 2003
Zoals de naam al doet verraden is Jan James weer redelijk 'Back to Basics'. Terug dus bij de blues. En dat met de haar vertrouwde wat rauwe stem en natuurlijk weer met de vertrouwde ondersteuning van partner Craig Calvert, die ook voor de productie zorgde. Wel zorgt ze op deze 'Limousine Blues' voor een redelijke variatie binnen de blues vertolkingen. Soms komt ze in de buurt van de Janis Joplin-achtige uitvoering ('Rise Above'), dan weer zit ze dicht bij de bronnen en vooral de bovenstroom van de Mississippi, de delta Blues ('Montgomery'), en een enkele keer zit ze in het jazz-blues gebied ('Fool of Me'). Al met al een degelijke blues plaat die vooral drijft op Jan James haar stem. Voor de blues dame die vooral ook in Nederland grote bekendheid geniet vast wel weer een goede reden om binnen kort te komen toeren. (H.N.)
Jan Janssen woensdag 13 juni 2012
Pagina 66 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Monte Montgomery
Album:
Live At The Caravan Of Dreams
Label:
Texas Music Group
donderdag 20 februari 2003
Hierover ga ik heel kort zijn. Onlangs toen ik in Austin verbleef, héhé daar zijn we weer, werd ik door de voorzienigheid op een concert van deze heer gedropt. Enfin, als je één van z’n vorige cd’s kocht, kreeg je twee gratis vrijkaarten. Ik had iets kunnen vermoeden. Wij zijn inderdaad naar het concert geweest maar hebben de tent vroegtijdig verlaten, het voorprogramma was name-lijk stukken beter… Alejandro Ascevedo!! De dag nadien ben ik de ongeopende cd gaan inruilen voor de nieuwe van Randy Ro-gers, da’s nogal eens wat anders. En nu krijg ik die dubbel-cd hier in de bus, spijtig voor de Monte. Ik weet niet wie in dit e-zine er op dit soort gitaar soleren zit te wachten, ondergetekende zeker niet. Elke emotie, elk gevoel is hier overboord gekieperd, ik vraag mij zelfs af of dit nog wel iets met rootsmuziek te maken heeft. Ja, Monte speelt wel op een akoestische gitaar met metalen snaren, maar die heeft hij zo ‘gefijntuned’, op een waarschijnlijk elektrische manier (de dunste snaren en de laagste actie), dat hij razendsnel over z’n toonladders op en neer kan vliegen. Overdreven snelheid dus en daar is hij zeer goed in! Een kruising tussen Yngwie Malmsteen en Brian Adams, of met ander woorden, veel egotripperij gekoppeld aan vrij platte popmelodieën. Lord, I know I’m a poor sinner but please have mercy on me: ander en beter dus… (Luc Lenaerts)
Jan Janssen Artist:
The Resentments
Album:
Sunday night Line-Up
Label:
Blue Mood Records
donderdag 20 februari 2003
Dit is als het ware het afscheid van drummer/percussionist/wasbordrammelaar John ‘Mambo’ Treanor maar hij had zich geen beter afscheid kunnen wensen. Zijn laatste opname deed hij immers in het selecte gezelschap van Jon Dee Graham (ak. gitaar, lap steel), Scrappy Judd Newcomb (ak.gitaar – nog steeds de beste), Stephen Bruton (ak. gitaar en mandoli-ne) en Bruce Hughes (bas). “Supergroep” vind je een beetje overdreven? Tja, als je er een andere omschrijving voor hebt?! Hoe dan ook is dit de opname van een concert in The Saxon Pub in Austin, waar deze gasten al zo’n drie jaar zorgen voor hemelse zondagavonden. De naam van de groep is volgens het promopapiertje afgeleid van het Spaanse “resentia” wat zoveel betekent als “groepje onnozelaars”, maar ik denk dat de Engelse betekenis evenzeer van toepas-sing is: hoeveel liefhebbers bulken misschien wel van de wrevel dat ze nooit getuige mochten zijn van deze unieke avonden?! Songs van zowel Scrappy, Stephen, Jon en zelfs Bruce, met daartussen een paar zeer goed gekozen covers, gebracht met een goesting en geestdrift als ware het een hoop pubers die hun eerste orgie meemaken. Hun zang klinkt er ook een beetje naar, maar Jon en Stephen zijn sowieso al niet de grootste zangers. Echter, daar was het volk ongetwij-feld ook niet voor gekomen, wel voor de heren hun spontane virtuositeit op hun instrumenten. Enkele rootsrockertjes zoals opener That’s Love waarin Graham al meteen z’n steel laat piepen, het ouderwets groovende October, How Much I Lost waarin Stephen zich even laat gaan op de mandoline, Airplane Song met Graham ten voeten uit, en als klap op de vuurpijl Big Sweet Life waarin ze zich allemaal nog eens extra uitleven en akoestisch rocken als de pest. Er zit een blue-sy ondertoontje in Daydrinking, Hey Baby, Why en zeker in het trage Been So Wicked waarin Brutons mandolinespel probeert te ontsnappen aan de onheilspellende steel. De covers dan: een zeer begeesterd gebracht We Had It All; een schitterend eigenzinnige versie van Careless Love; het fantastisch uitzinnige Zombie For Love; het verschrikkelijk amu-sante Volver met Graham in z’n beste Mexicaanse sas, maar vooral Rhumba Boogie waarin Jon zowaar de strooien rok-jes uit z’n steel tovert en Scrappy zo’n fijnzinnig uitgelaten plukwerk etaleert dat je je afvraagt of z’n vingers nu áán dat stro zitten, dan wel eronder. En dit zijn dan nog maar een paar uitstrijkjes, u moest eens weten hoezeer ze over heel de cd voor de dag komen. Mja, ik houd het bij de Engelse betekenis van de naam… wrevel bij al die mindere, meer beken-de muzikantjes die nu uit pure frustratie hun instrumenten aan de wilgen hangen. (Marc Nolis)
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 67 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Woven Hand
Album:
Blush Music
Label:
Glitterhouse Records
donderdag 20 februari 2003
Een productieve tijd voor de heer Dave Eugene Edwards. Vorig jaar zowel een plaat met zijn 16 Horsepower, als een debuut plaat van zijn 'Woven Hand'. Heel kort door de bocht, zeg maar een nog meer verstilde uitvoering van 16HP. Zijn tweede 'Woven Hand' plaat is niet alleen een vervolg op de eerste maar is er ook een soort nadere uitwerking van. En dat heeft vooral als oorzaak dat D.E.E. door de Belgische choregraaf Wim Vandekeybus gevraagd is om muziek te schrijven voor diens nieuwe project (voor het dans gezelschap 'Ultima Vez'). Daartoe heeft D.E.E. niet alleen een aantal nieuwe nummers geschreven, maar heeft hij ook van zijn vorige een 4-tal nummers verder uitgewerkt. 'My Russia', 'Your Russia', Story and Pictures' en vooral 'Aint No Sunshine' hebben een opvallend andere vertolking gekregen. Onder andere door toevoeging van allerlei sounscapes. Niet alleen bij de 'oude' nummers, maar ook bij nieuwe zoals het fraaie 'Aeolian Harp (Under the Wordl)' is het af en toe moeilijk voor te stellen wat voor dans er bij hoort. Maar dat maakt de muziek niet minder. Zwart, zwaar en meeslepend zijn nog steeds de termen die de muziek van Edwards zo boeiend maken. Isolement en bevrijding zijn de termen waar de dans over gaat, en dat past wel! (H.N.)
Jan Janssen
Artist:
Richard Thompson
Album:
The Old Kit Bag
Label:
Cooking Vinyl
dinsdag 18 februari 2003
Om de historie van folk rock legende Richard Thompson helemaal onder de loep te nemen zou ik pagina’s vol kunnen schrijven. Het enige wat ik aan u kwijt wil is dat Thompson geboren is West London en dat hij dit jaar nog 54 jaar jong wordt. Wie de naam Thompson in de mond neemt somt ook in een adem de folk rock pionieren uit de jaren zestig Ashley Hutchings, Iain Matthews, Judy Dyble (later Sandy Denny), Simon Nicol, en Martin Lamble oftewel The Fairport Convention op. The Old Kit Bag heet de nieuwe solo CD van Richard Thompson. Het sterke punt van Thompson is het feit dat hij nog steeds in staat is zijn liedjes te schrijven die in de fase waarin hij leeft modern en vooral herkenbaar zijn. Wie de opener Gethsemane, She Said It Was Destiny, Pearly Jim en Word Unspoken, Sight Unseen beluisterd zal het niet ontgaan dat die melodieën veel weg hebben van de klassieke krakers Tales Of Mystery & Imagination of Edgar Allan Poe en Ammonia Avenue van The Alan Parsons Project. Maar waarvan ik nu echt van in de nopjes ben is dat Thompson dit doet met maar drie muzikanten. Danny Thompson, Michael Jerome, Judith Owen en natuurlijk Thompson zelf laten op The Old Kit Bag de muziek de vrije loop. En dat hoor ik maar al te graag maar veel te weinig. Absolute toppers als I’ll Tag Along en One Door Opens zijn muzikaal en vocaal gezien totale tegenpolen, maar o wat word daar gemusiceerd zeg. Thompson verdeelt The Old Kit Bag in twee epilogen The Haunted Keepsake en The Pilgrims Fancy en dat wordt in woord en daad tot in de perfectie uitgevoerd.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 68 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Ad VanDerVeen
Album:
The Moment That Matters
Label:
Blue Rose Records
zaterdag 15 februari 2003
Hoe lang singer-songwriter Ad Vanderveen al aan de weg plaveit weet ik niet, maar het lijkt wel een eeuwigheid. De man die - op een blauwe maandag van zijn carrière - in en studio zat met Bill Halverson (producent C.S.N.&Y en Eric Clapton) en begin jaren negentig de voor mij nog steeds legendarische albums Personnel Only en Continuing Stories maakte, heeft bij mij in elk geval veel krediet opgebouwd. In die tijd vormende hij overigens samen met Philip Kroonenberg de Alt. Country formatie Personnel. Ik vraag mij telkens maar weer af waarom deze alleskunner niet in Nederland de waardering krijgt die hij verdiend. Vorig jaar nog actief in het gelegenheidproject More Than A Song komt deze Niel Young from the Lowlands alweer met een nieuw album. The Moment That Matters bevat 12 frisse liedjes die ergens tussen Country en roots rock zweven. De Multi-instrumentalist Vanderveen openen met het frivole Lottery Of Love en de melodieuze roots-rocker Every Thing Is Free. De finesse zit bij Vanderveen in de vingers als het gaat om sfeer te creëren. Luistert maar eens naar de vertellende en vooral openhartige liedjes The Moment That Matters en Old Friend Lonesome. Zo zit je heerlijk onderuit mee te schommelen om daarna weer meegesleurd te worden door de onweerstaanbare rhythm die de CD The Moment That Matters zo onnavolgbaar maakt. Met de vocale en muzikale ondersteuning van Iain Matthews, David Olney, Eliza Gilkyson, Astrid Young, Jim Morrison en natuurlijk niet te vergeten The O’ Niels moet er nog veel gebeuren wil deze CD niet op mijn jaarlijstje 2003 voorkomen
Jan Janssen Artist:
Johnny Irion
Album:
Unity Lodge
Label:
Yep Roc Records
zaterdag 15 februari 2003
De distributieafdeling van het in Alkmaar gevestigde Sonic Rendezvous weet kennelijk de kanalen van goede roots muziek haarfijn te traceren. Sinds kort distribueert men het Amerikaanse label Yep Roc Records. Ik wil niet lullig doen maar Yep Roc zou het slechter kunnen treffen met namen zoals Paul Weller, Jason Ringenberg, Claire Holley en Caitlin Cary om maar eens een paar actuele namen te noemen. Ik zit al enkele maanden te luisteren naar de CD Unity Lodge van Johnny Irion. Wat direct in mij opkwam was Neal Casal. Nu moet u weten dat ik Casal sinds begin jaren negentig al intensief volg. Ik haal de naam Neal Casal niet voor niets aan want nu ik de CD Unity Lodge eigen heb gemaakt weet ik het zeker, Irion’s stem lijkt er niet alleen op maar Johnny Irion’s lijkt er verdorie nog op ook. Johnny Irion groeide op in een muzikale en omgeving en komt uit Oklahoma. De nummers op Unity Lodge worden beeldig omgeven door banjo, piano en pedal steel. Zijn heldere maar hoge tenor stem laat hij echt spreken in de roots rock tracks Think Tank en Frontage Road. De akoestische traditional Thirty Inch Coal en Any Ol Where doen sterk denken aan die legendarische sound afkomstig uit de Woodstock Mountains begin jaren zeventig met namen als Woody Guthrie, Artie Traum en natuurlijk Gram Parsons. Professioneel stukje werk dat eindelijk weer eens iets positiefs te melden heeft in deze beangstigende dagen.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 69 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Cindy Alexander
Album:
Smash
Label:
Jamcat Records
dinsdag 4 februari 2003
De vrouwen komen ruimschoots aan hun trekken als we het hebben over de recensies in het Real Roots Café. Dit keer valt Cindy Alexander in de prijzen bij ons. Geboren in de City Of Angels, LA groeide ze op in muzikaal gezin waar oma de scepter zwaaide. Al tijdens haar studiejaren vloeide volop gedichten uit haar vulpen. Na wat omzwervingen in musicals, films en televisieprogramma’s pakte ze dat op wat ze het liefst deed, namelijk muziek maken. Op haar nieuwe album Smash treffen we een uitzonderlijke verzameling van catchy poprock nummers aan die ook zomaar uit de hoek van Meredith Brooks, Joan Osborne of Sarah McLachlan hadden kunnen komen. Aan de CD werkte onder andere de heren David Darling, Dennis Matkosky en Evan Frankfort (Wallflowers/The Muffs/Jayhawks), Christian Nesmith (ja hoor zoon van Michael Nesmith van de Monkeys) mee, en dat had ze slechter kunnen treffen. De opvolger van See Red (2000) is een stuk robuuster en dat pakt ze verdraaid goed op in de opener Masterpiece, het afgunstige I’m So Sad That You’re Happy en roots rocker Idiot Child. The tracks Carnival Junkie en Heaven Knows, die totnogtoe uitsluitend via MP3.com te downloaden waren staan nu in een ander gedaante op Smash. Op Heaven Knows is ook Kevin Montgomery te horen en dit levert dat typische Montgomery soundje op. Het is knap wat Cindy Alexander allemaal door onze oren duwt zeker als ik afgetikt word met het zelf beschouwende Born Again Virgin. Oh ja, en dan is er nog een ding, Alexander mag er ook nog eens wezen. En ik maar denken dat iets wat er mooi uit ziet niet kan zingen, foei. Ik ben eruit de nieuwe van Cindy Alexander, Smash, bevat 12 tricky composities waar je niet zomaar aan voorbij kan en mag gaan.
Jan Janssen Artist:
Diane Graig
Album:
Fortunes Told
Label:
Corazong Records
dinsdag 4 februari 2003
Je komt ze zo af en toe weer eens tegen. Ik bedoel daarmee de singer-songwriter die er naar streeft de oude muzikale plattelands tradities, in het zuiden van de Verenigde Staten, zo te perfectioneren dat je als luisteraar er niet meer omheen kunt. Het lijkt ook een soort van trend te worden als ik kijk naar de opvallende releases van de afgelopen tijd van de handen van Mary Gauthier, Alison Krauss en Grey DeLisle, om er maar eens een paar te noemen. In dit respectabele lijstje past met een aardige precisie het nieuwe album van Diane Graig genaamd Fortunes Told. De in Houston woonachtige maar in Huntsville, Alabama geboren en togen songwriter heeft een uitzonderlijke stem waarvan je beslist moet houden. Maar als je naar de tracks Your Mama Ain't Wrong, Leavin' Alabama en Fortunes Told luistert kun je, je moeilijk voorstellen dat iemand anders dit zo indrukwekkend neer zou kunnen zetten. Diane Graig blijkt ook een perfectionist te zijn - ik zei het al - als het gaat om het aansnijden tastbare gevoelige onderwerpen in de liedjes Dust Bunnies en I Guess I Always Will. Of daar co-writer Don Woodson van enige invloed is geweest weet ik niet maar feit blijft overeind dat er uit Huntsville, Alabama veel creativiteit komt. Luister zelf maar eens naar de zelf gepende ode aan Townes Van Zandt in The Ghost Of Townes Van Zandt en u weet ook waarom David Munyon - opvallend genoeg ook geboren in Huntsville, Alabama - ooit Guitar Road schreef en bezong op zijn CD Poet Wind. Er staat één cover op dit album die ik u niet wil onthouden. De mega seller The Letter van The Box Tops kon ik mijn niet voorstellen in een pure Bluegrass versie, nu echter weet ik beter. Diane Graig heeft een buitencategorie CD gemaakt en dat doet mijn poëtisch hart goed.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 70 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Grey DeLisle
Album:
Home Wrecker
Label:
Hummin' Bird Records
maandag 3 februari 2003
Als ik zing voel ik me actrice in een goede film. Ik probeer in de huid te kruipen van ieder liedje en ik laat daarbij mijn nuances zoveel mogelijk de vrijloop. Zo begint het CD profiel van de in San Diego geboren Grey De Lisle, ik had het niet beter kunnen omschrijven. Haar album Homewrecker, dat vorig jaar al uitkwam, heeft me zoals ik het nu bekijk diep getroffen. Na tientallen draaibeurten heeft deze muzikale tegenhanger van 16 Horsepower (‘Twas Her Hunger) me definitief weten te overtuigen. Alhoewel ik deze dame nog nooit eerder heb ontmoet of heb zien optreden heb ik de indruk dat Grey De Lisle een echte diva is. De diversiteit aan muzikale inkleuring, op Homewrecker, is dermate bont dat u beslist even de tijd dient te nemen om aan haar deels scherpzinnige liedjes deel te kunnen nemen. De in Old Country traditie gemusiceerde liedjes roomt ze af met moderne technologieën en dat mag ik gerust exceptioneel noemen. Zo opent Homewrecker met Borrowed And Blue, dat voorzien is met een nieuwe soort van pedal steel gitaar invulling. In het temperamentvolle Usted geeft De Lisle aan waar haar roots liggen. De glamour en glitter straalt van de tracks Beautiful Mistake, Homewrecker en Dead Cat. Grey De Lisle pakte mij pas echt met het superieure Showgirl (I’m Sorry). Ook daar weer bewijst Greg Liesz (Neal Casal) dat het bespelen van een pedal steel zich kan beperken tot daar waar nodig, mooi is. De Lisle schuwt ook het stevige werk niet. Krap achter uw oren bij Frozen In Time en het in tweeën gedeelde The Hole en u weet dat u te maken hebt met één en al Grey De Lisle CD die ongenaakbaar is.
Jan Janssen Artist:
Caitlin Cary
Album:
While You Weren't Looking
Label:
Yep Roc Records
dinsdag 28 januari 2003
Terwijl Caitlin Cary en haar band tijdelijk wat gas terug nemen komt haar CD While You Weren't Looking, die vorig jaar uitkwam in Nederland, plotseling wederom onder de aandacht. Of dit komt doordat haar label Yep Roc Records kennelijk nu pas een goed distributie kanaal heeft gevonden in ons land (Sonic Rendezvous) laat ik even in het midden, maar ik weet nu al zeker dat als er een juweeltje wederom aandacht verdiend dan is het deze CD wel. De in Seville, Ohio groot gebrachte en ex Whiskeytown prodigy stond in het verleden vooral in de schaduw van deze legendarische formatie. Maar op het veel geprezen Stranger's Almanac ontpopte Caitlin Cary zich reeds al een waardig opponent van Ryan Adams. Met de liedjes op While You Weren't Looking wordt dat eens temeer nog eens onderstreept. Ik moet toegeven het klinkt allemaal erg braaf maar desalniettemin het blijft indrukwekkend allemaal wat ik hoor. Waar ik de laatste tijd veel op let is hoe de artiesten hun geluidsdrager inrichten. Bij Cary breekt de CD bij de track 5, Thick Walls Down, in tweeën naar mijn gevoel. De enige up-tempo rocker op While You Weren't Looking is de overgang naar het gevoelige tweede deel van het album. Overgoten met de muzikale vondsten weet Caitlin Cary een zeer hoog niveau te bereiken die meer uitzondering is dan regel in het genre. Als ik Waltzie (2000) niet meereken werkt Cary inmiddels al aan haar tweede CD die overigens wederom geproduceerd zal worden door Chris Stamey. Ik moet eerlijk bekennen ik zie er al halsstarrig naar uit.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 71 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Velvet Breeze
Album:
Late Summer Thunder
Label:
Independent
maandag 27 januari 2003
Dat er in het noorden van ons aan de American Roots muziek weg getimmerd word weten we allemaal wel. Vorig jaar al liet het Real Roots Café u al kennis met het weergaloze geluid van singer-songwriter Robert Wierma. Nu wil ik aandacht vestigen op het troubadours duo Velvet Breeze. Willem Bos en Andrea Kosmis weten, op hun debuut CD Late Summer Thunder, het beste uit de Ierse en Amerikaanse folk genre samen te brengen tot een totaal eigentijds geluid. De op nagenoeg klassiek gestoelde liedjes hebben een zeer aparte sfeer die mij een warm gevoel meegeven. De stemmen van Bos en Kosmis passen uitstekend bij elkaar en dat komt met name zeer tot s’en recht bij de eerste twee liedjes op Late Summer Thunder, Suitcase On The Backseat en Wish Your Music Going On. Met het fragiele At My Window (Townes VanZandt) maakt het duo pas echt duidelijk dat we niet zomaar met een paar muzikanten te maken hebben. De close harmony in Longin’ For Horizon doet ijzersterk denken aan de Stephen Stills Mannassas en Buffalo Spingfield periode en met die laatste opmerking wilde ik eigenlijk al direct met u naar toe. Erg opvalland is het feit dat Velvet Breeze kennelijk aan dezelfde tafel dineren als het Real Roots Café doet. In hun CD tekst verwijst het duo naar David Munyon met de volgende mooi uitgesproken woorden: "Many thanks to David Munyon for his inspiration. On the road to our live gigs David Munyon’s music kept us company". Tja en wie ben ik omdat tegen te spreken. Kort samengevat Late Summer Thunder is een intieme luister CD waarmee het hele land zo snelmogelijk geconfronteerd moet worden. En wat mij betreft met de nadruk op moeten.
Jan Janssen Artist:
Kelly Pardekooper
Album:
House Of Mud
Label:
Trailer Records
zaterdag 11 januari 2003
Al eens van Kelly Pardekooper gehoord? Wees gerust, ik had er ook nog nooit van gehoord. Maar toen ik onlangs zijn vierde CD genaamd House Of Mud in de CD lade schoof had ik zoiets van klere wat is dit? Zijn achternaam doet sterk vermoeden dat er Nederlands bloed in zijn aderen stroomt maar niet is minder dan waar. De singer-songwriter is geboren in Iowa en maakt werkelijk prachtige muziek en dat hoor je direct al bij de opener, de titeltrack en zijn melodieuze opvolgers Drown in Alcohol en Whatever It was. Buiten de vaste crew, bestaande uit Matt Winegarner, Atom Robinson, verleenden ook Marty Letz, Dave Zollo en Bo Ramsey hun medewerking aan dit maar amper 40 minuten durende meesterwerkje. Pardekooper produceerde House Of Mud samen met niemand minder dan Teddy Morgan. En dat typische Pistolas geluidje is op Tell Me Quickly nadrukkelijk aanwezig. Het lijkt wel of Pardekooper precies daar ook de zwoele climax van zijn album heeft willen neerleggen. Op de liedjes Highway Home, Can’t Go There en Tiny Angel laat Pardekooper zich duidelijk van een andere kant horen. Met het semi-akoestische tweede deel van House Of Mud trekt Kelly mij definitief over de streep. Dit is een Pick-up Of The Week waard. Ja, ik weet het zeker een kort maar vakkundig geslepen juweeltje.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 72 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Beaver Nelson
Album:
Legens Of The Super Heroes
Label:
Freedom Records
woensdag 8 januari 2003
Ik werd voor het eert geconfronteerd met Beaver Nelson op de Glitterhouse mail order only compilatie CD The Luxury Liner serie. Kort daarna heb ik destijds (1998) The Last Hurray aangeschaft. Op dat album staat werkelijk geen enkel slecht nummer. De opvolger Little Brother (2000) heb ik wel maar op de een of andere manier boeide hij niet zo. Dus haakte ik af en daardoor heb Undisturbed (2001) gemist. Nu is er weer een nieuwe Beaver Nelson en heet Legends of the Super Heroes. Opmerkelijk genoeg lag het materiaal voor dit album al klaar voordat Undisturbed überhaupt uit kwam. Twee maanden later was Legends of the Super Heroes een feit. Zoals gezegd ik heb geen idee hoe Undisturbed geklonken moet hebben maar een ding is zeker Nelson heeft nu een totaal stripped-down album gemaakt. Het semi akoestische werkje start zoals ik Beaver ken, namelijk lekkere ritmisch. Clean It Up is weer zo'n echte radio kraker waarmee je als DJ absoluut geen flater kunt slaan. De vrolijke smartlap Digging A Well is zo catchy dat je het de rest van de dag niet meer uit je hoofd krijgt. Misschien komt het wel door de inbreng van Scrappy Jud Newcomb (Loose Diamonds) en J.M. Roe dat Legends of the Super Heroes muzikaal zo vredig klinkt. De singer-songwriter Nelson laat zich dit keer van een kant horen die ik nog niet kende en ik moet zeggen het bevalt me allemaal erg goed.
Jan Janssen Artist:
Hazy Malaze
Album:
Hazy Malaze
Label:
Morebarn Records
woensdag 8 januari 2003
Het is alweer een tijd geleden dat we iets hebben vernomen van Neal Casal. Terwijl Casal in Europa een waardige reputatie opbouwde, kijkend naar zijn zeven releases bij Glitterhouse Records in Duitsland, liep het in Amerika niet allemaal zoals hij het wilde. Nu twee jaar later is Casal weer back on front. Hazy Malaze is de naam van de band waarvan Neal Casal tegenwoordig deel uit maakt. Hazy Malaze ontstond on the road, zoals ze dat zelf zeggen. Buiten Neal Casal bestaat de band uit Jeff Hill op bas en Dan Fadel op drums. In Augustus 2002 betrad het trio de in LA gevestigde studio’s Village Recorders and Cello Studio’s. Samen met producer Eric Sarafin (Ben Harper, Acetone) werd het debuut schijfje een feit. Wie nu denkt een typisch Neal Casal CD aan te schaffen komt bedrogen uit. Hazy Malaze tapt uit een heel ander vaatje kan ik u vertellen. Het 10 track tellende groovy plaatje staat boordevol met bedachtzame blues en inspirerende soul. Ik kreeg het gevoel bij I Get The Feeling dat ik naar een reissue album zat je luisteren. Vreemd maar bij komen namen als The Hudson Brothers (Hollywood Situation) en The Cate Brothers (In One Eye And Out The Other) naar boven. Het rockt op What If Today Was Tomorow en het swingt de pan uit bij het instrumentale slotstuk Backward Barrell. De nieuwe Hazy Malaze is going back in the sound of the nation. Of moet ik zeggen eerlijke eigentijdse Rock ‘n’ Roll soul with balls? Wat maakt het ook uit, voor mij kan het jaar niet meer kapot.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 73 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Jeff & Vida
Album:
The Simplest Plans
Label:
Binky Records
woensdag 8 januari 2003
Toen ik een paar jaar geleden gebeld werd door Jeff Burke en Vida Wakeman, en groen licht kreeg om een zonder stekker sessie met ze te doen kon ik niet weten dat ik nu terug kan kijken naar één van de beste live sessies ooit. Jeff en Vida komen uit New Orleans en maken een soort van appalachian bluegrass, alt country, blues en rock 'n' roll. Op hun debuut album One Horse Town, van twee jaar geleden, trof ik een zangeres aan die ik toen vergeleek met Loretta Lynn, maar daar wil ik nu ook Nancy Griffin en Gillan Welch aan toevoegen. Vida Wakeman's stem is in de jaren namelijk enorm gegroeid. The Simplest Plans is de titel van tweede album en gaat over de moeilijke tijden op het hedendaagse platteland in The States. Je merkt aan de teksten, op The Simplest Plans, dat niet alle Amerikaan bezig zijn om Irak binnen te vallen. Eerst maar eens de binnenlandse problemen oplossen lijken Jeff en Vida ons te willen vertellen. The Simplest Plans is uit op het Binky Records label waar ook Bob Childers, Tom Skinner en Banjo legende Mike West huizen. Laatstgenoemde en Peter Holsapple, op accordeon, verlenen verdienstelijke bijdrage op dit zeer gevarieerde roots schijfje. Ook kan en mag ik niet vergeten de strakke stand-up bass partijen van Mike Kerwin te noemen. Jeff Burke en Vida Wakeman slaan doelbewust een brug tussen Old-time country en New Americana.
Jan Janssen Artist:
Jesse Malin
Album:
The Fine Art Of Self Destruction
Label:
Fargo Records
woensdag 8 januari 2003
Vorig jaar al uitgekomen? Maar wat mij direct opviel was dat de nieuwe CD van Jesse Malin, The Fine Art of Self Destruction, maar bij weinig collega’s op het jaarlijstje terechtkwam. Ik moet zeggen dat ik onlang pas zelf in het bezit kwam van dit subliem stukje hightech. Nee, denk nu niet dat u te maken hebt met een symfonische plaat. Nee als we het hebben over real instruments dan heb ik het over Jesse Malin en consorten. Ik val maar met de deur in huis. Die stem? Ja die stem, die lijkt als twee druppels water op die van de Australische singer-songwriter James Reyne. Gek eigenlijk dat ik van laatstgenoemde nagenoeg niets meer vernomen heb? It hurts als Malin uithaalt en zo voelt het ook. Al bij de eerste draaibeurt grijpt het je daar waar je nog nooit eerder bent gegrepen. De CD opent met het met roots soul overgoten Queen Of The Underworld om vervolgens door te stoten naar TKO dat zo van één van de platen van Ryan Adams af zou kunnen komen. Met de track Downliner, Riding On The Subway en High Lonesome koppelde Jesse Malin mij aan onverbiddelijk aan James Reyne. Apropos, Jesse Malin is niet alleen een prodigy van Adams maar Adams produceerde en mixte voor een groot deel ook het werk dat u aantreft op The Fine Art of Self Destruction. In zes dagen tijd hebben ze er een tactvol schijfje van gemaakt. Dat alles behalve zelf vernietigend is. Jesse Malin plaatst zich met The Fine Art of Self Destruction in het rijtje van een nieuwe moderne singer-songwriter lichting die de komende jaren ons zal doen genieten als nooit tevoren.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 74 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Kenny Butterill
Album:
Just A Songwriter
Label:
No Bull Songs
woensdag 8 januari 2003
Als ik een paar jaar terug denk en ik denk aan Kenny Butterill dan moet ik eerlijk bekennen dat ik, van deze in Canada geboren maar in Amerika opgegroeide songwriter, nog nooit eerder van hem had gehoord. Zijn debuut CD, No One You Know, waarover ik het heb, heb ik destijds betiteld als folky bluesmuziek. Bij zijn nieuwe album Just A Songwriter wil ik daar echter de kreet Americana aan toevoegen. Butterill is en meester in het maken van layback muziek. Langzaam schuiven de 14 tracks, allen van de hand van Butterill, op Just A Songwriter voorbij. Het instrumentarium mag er ook wezen, wat dacht van een de diepe sax op Making Love In LA en het catchy Canadian Road Trip met mandoline en mondharmonica. Het bluesy Are You Surprised en rootsy Chris Rea capriolen op If W Were Alone brengen Just A Songwriter naar de ontspannen climax waar we vandaag de dag zoveel behoeften aan hebben. Het klopt allemaal op Just A Songwriter. Soms bekruip mij gevoel van, is het niet allemaal te perfect maar wat wil je als met muzikanten werkt als Ray Bonneville op gitaar, Norton Buffalo op harmonica en de rhythm sectie bestaande uit Doug Hutchinson en Daoud Shaw. Just A Songwriter is een hartstochtelijke luister CD niet diepgaand maar wel veelzeggend.
Jan Janssen
Artist:
Ozark Mountain Daredevils
Album:
Men From Earth
Label:
New Era Productions
woensdag 8 januari 2003
Ik dacht ik begin het jaar maar eens met een reissue. Zoals u misschien al in de gaten had draag ik de uit Springfield, USA afkomstige Alt Country formatie The Ozark Mountain Daredevils al jaren op handen. Dit jaar zal het jaar worden van de reissues van het Daredevils materiaal op vinyl worden. Nagenoeg alle platen zullen op het hedendaagse glimmende CD schijfje uitkomen. Vorig jaar al kwam The Car Over The Lake Album in schappen dit jaar worden daar aan toegevoegd Men From Earth, It's Alive, Don't Look Down en de ultieme klassieker It'll Shine When It Shines. Als ik New Era Productions mag geloven vlogen de exemplaren van The Car Over The Lake Album als zoete broodjes over de toonbank. De tweede uit de serie is Men From Earth. De van origine vijfde release is volledig digitaal geremastered van de originele tapes en bevat het de 10 originele tracks plus drie bonus tracks. Één daarvan is de track Better Days en zoals ik het me nog kan herinneren noemde ik dat toen de flip-side van de monsterhit Jackie Blue. Nu anno 2003 blijkt pas dat The Daredevils tijdloze muziek hebben gemaakt. Toen waren de B-sides net zo goed als de A-tracks. Vergeef het vakjargon uit de jaren zeventig jongens en meisjes! Ik kan me nog steeds vinden in die specifieke close harmony liedjes zoals Fly Away Home en Breakaway. Met de tracks You Know Like I Know, Noah en Arroyo maakt het schrijvers trio Larry Lee, John Dillon en Steve Cash duidelijk dat ze hun tijd ver vooruit waren, als ik vandaag de dag het woord Alt Country in de mond neem. Laat maar komen die handel ik weet het zeker dit word weer een heerlijk jaar.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 75 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Rod Picott
Album:
Stray Dogs
Label:
Welding Rod Music
woensdag 8 januari 2003
Na het beluisteren van het debuut album Tiger Tom Dixon's Blues, van Rod Picott, beging vorig jaar, wist ik direct dat ik te maken had met niet zomaar een singer-songwriter. Picott pende in het verleden nog al eens liedjes samen met Slaid Cleaves. Terwijl Cleaves al een aardige reputatie in Europa heeft opgebouwd bleef Rod Picott echter in de luwte. Maar daar gaat, volgens mij, verandering in komen. Picott groeide op met de muziek van Bob Dylan en Bruce Springsteen en dat is nu precies de mix wat u te wachten staat als u zijn nieuwe CD Stray Dogs in uw CD player schuift. Met zijn doorleefde stem en de recht door zee teksten, op Stray Dogs, maakt Rod Picott net even dat stapje extra. Picott houd het allemaal spannend. Net als je denkt nu komt het houd hij zich subtiel in en daar waar je oogleden zwaar beginnen te worden pakt hij stevig uit. U moet er heel even doorheen maar als Picott de gevoelige snaar eenmaal heeft geraakt zult u - net zoals ik - tot de ontdekking komen dat Stray Dogs uitblinkt op alle denkbare fronten. Zonder andere titels tekort te doen kreeg ik ganzenhuid bij Angels And Acrobats, Need You Bad en River Runs. Kortom, het kan haast niet anders of deze sublieme CD en Rod Picott gaat komend jaar opgepikt worden in Europa.
Jan Janssen
Artist:
Rosanna Hill
Album:
Close Enough
Label:
Independent
woensdag 8 januari 2003
Tijdens de kerstdagen heb ik de tijd genomen om eens wat nauwkeuriger te luistern naar muziek die ik in het jaar 2002 klaarblijkelijk over het hoofd heb gezien. Ik weet het, het is schande maar ik neem nu eenmaal de tijd om de plaatjes mijn te maken. En dat laatste heeft erg goed uitgepakt want nadat ik een paar keer naar het debuut album, Close Enough, van de Australische singer-songwriter Rosanna Hill had geluisterd dacht ik daar kunnen we niet meer omheen JJ. Hill weet haar zwoele stem perfect doseren in de doorgaans indringende en ontroerende liedjes van haar. Ik heb zelden een debuut album gehoord waar ook zoveel op gemusiceerd word als op Close Enough. Rosanna Hill opereert nu vanuit Austin, Texas en heeft voor haar debuut niet de minste muziekgoden aangeroepen. In drie dagen tijd knutselde ze samen met John Inmon (gitaar), Mark Harris (bas), Stefano Intelisiano (orgel) en Paul Pearcy (drums) en Tommy Robinson (sax) en Noel Eskew (backing vocals) Close Enough in elkaar. Het resultaat is verbluffend. Hill mag wat mij betreft meer van die liedjes maken zoals het hoopvolle Love Will Walk Right In, Last Stand en het pijnlijke Suffering. En weet u wat het ergste is? De CD komt uit 2001 en dat doet pas echt pijn. Hoog tijd dus om Rosanna Hill de komende tijd in de gaten te houden.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 76 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Shannon Lyon
Album:
Wandered
Label:
Inbetweens Records
woensdag 8 januari 2003
Twee jaar geleden had ik singer-songwriter Shannon Lyon op een visite in de studio. De aardige Canadees zette een Summer Blond unplugged sessie neer die klonk als een klok. Vorig jaar kwam zijn, zeer door de pers geprezen, tweede CD Dharma uit op het Inbetweens Records Label. Daarna heeft de Canadees een indrukwekende live reputatie opgebouwd in ons land. Daar waar Dharma de donkere diepte opzocht is de opvolger Wandered veel krachtiger en nijgt hij meer naar pure country rock. Hij lonkt zelfs hier en daar naar straightaway popmuziek. Shannon weet ook nu weer te overtuigen als het gaat om het creëren van scherpe muzikale contrasten (Naive versus I’m Only Falling) De tracks zijn zorgvuldig neergezet op Wandered en dat geeft mij in ieder geval een behaaglijk gevoel. Werden de voorgangers Summer Blond en Dharma opgenomen in Canada met Canadese muzikanten, Wandered is daarentegen geheel opgenomen in Nederland (Boekend, Limburg) De muzikanten die aan Shannon’s nieuwe prima gedoseerde CD meewerken zijn, Bart Jan Baartmans, Harrie Brekelmans, Stephan van der Meijden, Ellen Ten Damme en gitaarvirtuoos Robin Berlijn (Fatal Flowers) Enerzijds denk ik dat vergelijkingen met Kurt Cobain, Jeff Buckley en Nick Drake misschien wel opgaan. Maar anderzijds denk ik ook dat ik daarmee Shannon Lyon onbedoeld in een hoek druk. Tweeslachtig, ik weet het, maar in feite komt het erop neer dat we te maken hebben met een unieke muzikant die nu afrekent met wat eens ooit was. Buitengewoon scherp!
Jan Janssen
Artist:
Mighty Sam McClain
Album:
One More Bridge To Cross
Label:
Independent
dinsdag 7 januari 2003
Eindelijk is het dan zo ver het nieuwe album van, de in Monroe, Louisiana geboren, Mighty Sam McClain genaamd One More Bridge To Cross is uit. Mighty Sam McClain brengt zijn nieuwe album dit keer uit op het eigenbeheer label Mighty Music uit. Een paar jaar geleden besloot hij samen met zijn vrouw Sandra dit album op te nemen. Als er iemand is waarvan ik kan zeggen dat hij zijn ziel verkocht niet aan de duivel heeft verkocht is het Mighty Sam McClain wel. Niet dat de man iets heeft met het legendarische Crossroads verhaal van Robert Johnson maar ik denk dat de muziek van de inmiddels al 60 jarige soulblues vocalist er een is van buitengewoon hoog normen en waarde gehalte. Ga maarvast rechtzitten. Het kan ook haast niet anders want al vanaf zijn vijfde levensjaar stond hij, samen met zijn moeder, al te zingen in het Gospelkoortje van de plaatselijke kerk. Zelf heb ik niet zo veel op met het promoten van het geloof zoals dat in onze kerken gebeurt vandaag de dag. De survivor, zoals Pulse Magazine het onlangs zo mooi uitdrukte, is een powerhouse. Ik zou iedere lezing feilloos uitzitten als Mighty Sam McClain het vocale deel maar voor zijn rekening zou nemen. Stroperige swamp blues in openingstrack Why Do We Have To Say Goodbye en Most Of All. Witness en de funky klinkende tracks If It Wasn’t 4 Da Blues en Are You Ready For Love zijn van die liedjes die het best zouden klinken in een volle kroeg, ik zie die koppeis al schommelen. Mighty Sam McClain doet me hier en daar denken aan Tony Joe White en Clapton in zijn beste tijd. Met de titeltrack One More Bridge To Cross zet Mighty Sam McClain de puntjes op de i. Er moet nog heel veel gebeuren wil deze CD niet terechtkomen in de daverende 10 van 2003.
Jan Janssen
woensdag 13 juni 2012
Pagina 77 van 78
www.realrootscafe.com
[email protected]
Artist:
Linde Nijland
Album:
Linde Nijland Sings Sandy Denny
Label:
Pink Records
zondag 5 januari 2003
Ze zit op de grond met een collectie LP's van Sandy Denny en Fairport Convention om zich heen. Ze zal ongetwijfeld goed over de keuze van de songs nagedacht hebben, want ik vind hier een soort dwarsdoorsnede van Sandy's oeuvre, ook Fotheringay en de werkzaamheden met The Strawbs zijn erbij gehaald. Het getuigt van durf, dat ze deze CD opgenomen heeft. Linde Nijland, zangeres van Ygdrassil. Ik heb dames met gevestigde internationale reputatie terug horen deinzen voor een vertolking van Sandy Denny's werk, omdat het zo bekend is en omdat het moeilijk te zingen spul is en omdat Sandy een legendarische, tragisch jong overleden zangeres is. Dit is een respectvolle hommage, Linde is gezegend met een prachtig, kristalhelder stemmetje en ze heeft - ook belangrijk! - een mooie uitspraak van het Engels. De fraaie ingetogen akoestische begeleiding komt van Linde zelf (gitaar) en drie heren: Eddy de Jonge (bas, gitaar), Bert Ridderbos (gitaar, citer, accordeon) en Hans Battenberg (viool). Leuke foto van het viertal in het boekje, zo van: band arriveert op winterdag bij houten wijkgebouw om te spelen, ze kijken of ze er zin in hebben! Er staan vier traditionals op de disk, zoals het meer dan elf minuten durende "Banks of the Nile" en een favorietje van mij "This train", plus zeven originele songs inclusief "Who knows where the time goes" als goedgekozen afsluiter.Klassieke folk, mag ik dat zo zeggen? Ik vind dit een indrukwekkend mooie CD, eigenlijk zou ook een doorgewinterde fan van Sandy Denny zich uit moeten spreken... Wat ik me nieuwsgierig afvraag: zouden muzikanten die met de echte Sandy gewerkt hebben, dit ook mooi vinden? Vast wel, he? (Johanna Bodde)
Johanna Bodde
woensdag 13 juni 2012
Pagina 78 van 78