Artikel Naar een verbeterde audit van de interne controle:
Continuous auditing Willem Scheeres
Een belangrijk deel van de accountantscontrole is gericht op het beoordelen van de opzet, het bestaan en de werking van de interne controlemaatregelen bij
In dit artikel wordt een samenvatting gegeven van een onderzoek naar de perspectieven van een tool voor het beoordelen van de interne controle omgeving die geïmplementeerd is in een ERP systeem [Scheeres, 2005].
organisaties. Dit is nog overwegend een handmatige activiteit. Doordat meer en meer bedrijfsprocessen wor-
Ontwikkelingen
den ondersteund door informatiesystemen is een
Als gevolg van de Amerikaanse Sarbanes-Oxley-wetgeving en de Nederlandse Tabaksblat-regelgeving heeft het beheer van het interne controleraamwerk de afgelopen jaren veel aandacht gekregen. Terugkijkend op deze ontwikkeling zien we dat het management van deze bedrijven – als eindverantwoordelijke voor het interne controleraamwerk – veel energie heeft gestoken in het documenteren en testen van de interne controlemaatregelen. Het management heeft expliciet moeten aangegeven wat de significante interne controlemaatregelen voor zijn organisatie zijn. Daarmee worden die maatregelen bedoeld die van essentieel belang zijn voor de audit van de jaarrekeningcontrole. Door deze nadrukkelijke keuze van het aantal controlemaatregelen is het nu mogelijk om gerichter dan voorheen een audit tool in te zetten voor het beoordelen van de interne controlemaatregelen. Als gevolg van een verschuiving van de interne controlemaatregelen naar ERP-systemen én de gevolgen van SOX en Tabaksblat mag verwacht worden dat een ‘continuous audit’ beter mogelijk is dan een aantal jaren geleden.
steeds groter deel van de interne controlemaatregelen ondergebracht in die informatiesystemen. Dit biedt de mogelijkheid om – een gedeelte van – de interne controle geautomatiseerd te testen. Hierdoor wordt het bovendien mogelijk om de interne controle (vrijwel) continu te toetsen voor een grotere zekerheid over de werking van het stelsel van interne controle.
Ing. W.G. (Willem) Scheeres RE MBA is Senior Business Developer bij Ernst & Young. In die rol bedient hij bedrijven in de sectoren transport & logistiek en de industrie. Zijn fascinatie voor continuous audit komt voort uit de mogelijkheden van de inzet van IT voor het nog efficiënter en effectiever uitvoeren van bedrijfsprocessen: ‘de partij met de laagste kosten en een goede kwaliteit heeft de meeste keuze’.
Wanneer een organisatie gebruikmaakt van een ERPsysteem, betekent dat in de meeste gevallen dat besloten is de bedrijfsprocessen beter met elkaar te integreren en te ondersteunen met IT. ERP-systemen worden cliëntspecifiek gemaakt door parameters in configuratiedatabases in te stellen. Ook de interne controlemaatregelen in een ERP-systeem worden op een overeenkomstige wijze geparametriseerd. Wanneer bijvoorbeeld voor een functionaris een inkooporderlimiet gesteld is op 400.000 euro, zal deze waarde in een bepaalde tabel worden vastgelegd. Deze parameter is daarna door een eenvoudige audittool uit te lezen en te toetsen aan een norm. Door de parameters van de significante interne controlemaatregelen gedurende het jaar stelselmatig uit te lezen en te toetsen aan een ingestelde norm, ontstaat een ‘continue’ beeld over het bestaan van de interne controlemaatregelen. Door de intervallen tussen het uitlezen te verkleinen – zodat bijvoorbeeld een paar maal per uur getoetst wordt – ontstaat er ‘in continuïteit’ een beeld over de werking van de interne controlemaatregelen. We spreken dan van ‘continuous audit’ van de interne controlemaatregelen. 10 | de EDP-Auditor nummer 3 | 2007
Continuous auditing
Het begrip ‘continuous auditing’ wordt in de literatuur te pas en te onpas gebruikt. De AICPA heeft in 1999 een rapport geschreven over de mogelijkheden van continuous auditing en een inventarisatie gemaakt van de verschillende financial audittoepassingen met de wens om daar onderzoek naar te doen. Het AICPA rapport wordt gezien als één van de standaardwerken over continuous auditing en bevat een duidelijke definitie: ‘Een methodologie waarmee (onafhankelijke) auditors een schriftelijke verklaring over een bedrijfsactiviteit kunnen afgeven op basis van een reeks controlerapporten die (bijna) gelijktijdig met het plaatsvinden van de bedrijfsactiviteit beschikbaar zijn.’ Deze definitie wordt hier overgenomen. Monitoring of auditing?
Over de begrippen continuous auditing en continuous monitoring bestaat bij collega auditors enige verwarring [Warren,2003]. De Global Technology Audit Guide (GTAG) [2005] van de IIA brengt klaarheid in de discussie door uit te gaan van de onafhankelijkheid en het eigenaarschap van de gebruiker van een evaluatietool. GTAG stelt dat continuous auditing wordt uitgevoerd door (internal/ external) auditors en continuous monitoring wordt uitgevoerd door het management. De keuze voor de benaming van continuous audit of continuous monitoring is dan ook afhankelijk vanuit welke functie een evaluatietool wordt ingezet. De auteur werkt voor een accountantsorganisatie en spreekt dan ook over continuous auditing. Full-scope continuous audit?
Voor het auditen van een onderneming moeten vele activiteiten worden uitgevoerd. Vanuit de financial audit zijn deze activiteiten ten behoeve van het financial statement onder te verdelen in het auditen van ‘top management transactions’ en het auditen van ‘business transactions’ (zie figuur 1). Top management transactions betreffen niet-routinematige activiteiten die door het top management zelf worden uitgevoerd. Een voorbeeld is de aan- of verkoop van bedrijven. Door hun niet-routinematige karakter vallen deze transactions buiten de reikwijdte van het geautomatiseerde deel van het interne controle raamwerk. Om een volledige continuous audit uit te voeren zullen in principe alle activiteiten die de financial auditor uitvoert geautomatiseerd moeten worden. Omdat de niet-routine-
matige activiteiten niet zijn ondergebracht in een informatie systeem, is het niet mogelijk om deze geautomatiseerd te testen. Een full-scope continuous audit is vooralsnog niet realistisch. Een minder complexe toepassing voor een continuous auditing tool is het monitoren van het interne controleraamwerk. Het interne controleraamwerk van een organisatie is relatief statisch van aard, omdat de interne controlemaatregelen vaak gerelateerd zijn aan de processen en procedures van de organisatie en als gevolg daarvan niet vaak veranderen. Een toepassing voor het beoordelen van de interne controlemaatregelen lijkt dus een prima eerste stap in het verkennen van de mogelijkheden van een continuous audit. Economische realiteit continuous audit tool In de laatste 15 jaar zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd om na te gaan of continuous auditing technisch en theoretisch haalbaar is [Vasarhelyi,1991 Daigle,2000 Rezaee,2002 Searcy,2003 Warren,2003]. Deze onderzoeken hebben geleid tot het inzicht dat de technische en theoretische haalbaarheid van continuous auditing geen onderwerp van discussie meer is; ‘we kunnen het’. De discussie is verlegd van ‘kunnen we het?’ naar ‘willen we het?’. De vraag is dan ook of het economisch haalbaar is om een continuous auditing toepassing te gebruiken voor de evaluatie van het interne controleraamwerk ten behoeve van de jaarrekeningcontrole. Economisch haalbaar wil zeggen dat de besparingen die gerealiseerd kunnen worden door een deel van de interne controlemaatregelen geautomatiseerd te testen opwegen tegen de investeringen die nodig zijn om een continuous tool te bouwen en te gebruiken. De ervaring met continuous auditing in de praktijk is nog marginaal. Dit komt onder meer door de hoge implementatiekosten die mede een gevolg zijn van de multidisciplinaire kennis die nodig is om een continuous auditing project op te starten. De specialisten moeten gedetailleerde kennis hebben op het gebied van financial auditing, interne controle, audit software en verschillende modules van ERPsystemen. Naast deze kennis moeten de specialisten ook over voldoende overtuigingskracht beschikken om resources los te krijgen om de audit tool van de grond te tillen. Het ontwikkelen van een continuous auditing toepassing is immers alleen zinvol als het economisch haalbaar is.
0LAATS VAN HET INTERNE CONTROLE RAAMWERK 4OP MANAGEMENT TRANSACTIONS &INANCIAL 3TATEMENT "USINESS TRANSACTIONS )NTERNE CONTROLE RAAMWERK
Figuur 1
De kosten die nodig zijn om een continuous audit toepassing bij een organisatie in te richten en te beheren worden vooral bepaald door de (tijds)inspanning die de financial en IT-auditor moeten leveren ten behoeve van de audit. Vooral voor het operationele gebruik geldt dan: ‘Hoe meer IT-controls significant zijn in een proces, des te kostbaarder wordt de toepassing’. Elke extra IT-control vereist extra aandacht en dus geld, zowel in de analysefase als in de implementatiefase.
11 | de EDP-Auditor nummer 3 | 2007
Voor het terugverdienen van de investeringen in een continuous audit beheertool kan bij accountantskantoren gebruik gemaakt worden van de economische praktijk om investeringen te verdelen over meerdere jaarrekeningcontroles. Investeringen in tools voor gebruik bij meerdere cliënten zijn dus eerder economisch haalbaar. Vanwege de benodigde kennis én de economische haalbaarheid zou mogen worden verwacht dat accountantskantoren de lead nemen om te investeren in de evaluatie van de interne controlemaatregelen met behulp van continuous audit tools. Naast het economische motief is ook de kwaliteit van de audit van belang. Doordat de interne controlemaatregelen met kortere intervallen worden getoetst aan een norm, kan ook met meer zekerheid een uitspraak worden gedaan over het bestaan en de werking van de interne controlemaatregelen. Een continuous audit toepassing heeft hierdoor een positieve invloed op de kwaliteit van de audit. De investeringen zijn dan ook gedeeltelijk te verantwoorden met een verbetering van de kwaliteit van de audit. Het onderzoek In het onderzoek is gekeken of auditors behoefte hebben aan een effectievere en efficiëntere methode voor het geautomatiseerd auditen van het interne controle raamwerk en of er belemmeringen zijn om over te gaan op een geautomatiseerde aanpak. In het onderzoek stonden daarom de volgende twee vragen centraal: • Is er vanuit de audit business behoefte om op een effectievere en efficiëntere manier het interne controle framework geautomatiseerd te testen? • Wat zijn de hindernissen die genomen moeten worden voordat een continuous auditing toepassing voor de evaluatie van het interne controle framework kan worden geïmplementeerd?
/NDERZOEKSGROEP EN RESPONDENTEN !ANTAL )NTERNAL )4 AUDITOR
)4 AUDITOR
&INANCIAL AUDITOR
2ESPONDENTEN
Continuous auditing in de praktijk
Begrijpen auditors continuous auditing? Van de 154 auditors die hebben meegedaan aan het onderzoek geeft 40 procent (62) aan (figuur 3) dat ze redelijk tot volledig bekend zijn met het concept continuous auditing. 60 Procent (91 auditors) van de respondenten heeft nog onvoldoende zicht op de betekenis van continuous auditing. Onder de respondenten die praktijkervaring hebben opgedaan bevinden zich drie financial auditors. We kunnen hieruit concluderen dat, terwijl continuous auditing wel enige bekendheid heeft, er nog maar weinig financial auditors zijn die er in de praktijk ervaring mee hebben. Verwacht mag daarom worden dat het voor auditors lastig is om continuous audittoepassingen op hun waarde te beoordelen en organisaties te overtuigen van nut en noodzaak ervan. Continuous audittoepassingen moeten zich kennelijk eerst nog bewijzen voordat brede acceptatie haalbaar is. #ONTINUOUS AUDITING BEKENDHEID EN ERVARING !ANTAL
0ERCENTAGE !ANTAL
6OLLEDIG
&INANCIAL AUDITOR
2EDELIJK
'EEN
%NIGSZINS
)4 AUDITOR
)NTERNAL )4 AUDITOR
.IET
"EKENDHEID 6RAAG
*A
%RVARING
&UNCTIE
"ENT U BEKEND MET HET CONCEPT CONTINUOUS AUDITING
6RAAG
(EEFT U PRAKTIJK ERVARING MET CONTINUOUS AUDITING
!NALYSE
2ESPONDENTEN MET ERVARING GECATEGORISEERD PER FUNCTIE I
Figuur 3
Beperkt gebruik auditsoftware
Een tool voor een continuous audit is een vorm van auditsoftware: het gaat om een specifieke functionaliteit ten behoeve van de audit. Ook voor auditsoftware geldt dat auditors er in hun praktijk betrekkelijk weinig gebruik van maken. Informatie hierover is te vinden in figuur 4. Het blijkt dat slechts 50 procent van de respondenten bij de jaarrekeningcontrole gebruik maakt van audit software en slechts 37 procent dat doet bij de beoordeling van de interne controle. In dit licht bezien is de beperkte ervaring die auditors met continuous audit hebben misschien niet eens zo bijzonder.
0OPULATIE
Figuur 2
Het onderzoek is uitgevoerd in het voorjaar van 2005 door middel van een on-line survey die is uitgezet onder 370 personen met een auditfunctie: financial auditors, IT-Auditors en internal auditors. In totaal hebben 154 auditors de survey ingevuld, hetgeen een response geeft van 42 procent.
De auditor is bij de aanwezigheid van een ERP systeem in principe in de gelegenheid om met behulp van audittools analyses te maken van processen of transacties. Vanuit accountancy-organisaties wordt veel inspanning gedaan om het analyseren van data te stimuleren om zo concrete evidence te verkrijgen. De percentages uit figuur 4 van auditors die audittools gebruiken bij de jaarverslagcontrole (50 procent), respectievelijk bij de beoordeling van de interne controle (37 procent) zijn beduidend lager dan het percentage
12 | de EDP-Auditor nummer 3 | 2007
'EBRUIK VAN AUDIT SOFTWARE
van 71 procent (zie figuur 5) dat in z’n werk te maken heeft met een ERP-systeem. Het lijkt er dus op dat de mogelijkheden om audittools in te zetten als de organisatie met een ERP-systeem werkt, onvoldoende benut worden.
0ERCENTAGE 6RIJWEL ALTIJD
*AARVERSLAG
)NTERNE #ONTROLE
'EREGELD
!F EN TOE
.EE 7EET NIET
6RAAG
-AAKT UW ORGANISATIE GEBRUIK VAN AUDIT SOFTWARE ZOALS !#, )$%! OF EIGEN PROGRAMMATUUR TIJDENS DE CONTROLE WERKZAAMHEDEN TBV HET JAARVERSLAG
6RAAG
-AAKT UW ORGANISATIE GEBRUIK VAN AUDIT SOFTWARE ZOALS !#, )$%! OF EIGEN PROGRAMMATUUR BIJ DE BEOORDELING VAN DE )NTERNE #ONTROLE MAATREGELEN
Figuur 4
'EBRUIKTE %20 SYSTEEM EN AUDIT ERVARING !ANTAL
0ERCENTAGE
3!0 2
0EOPLESOFT
/RACLE &INANCIALS
%XACT 'LOBE
RESPONDENTEN
NVT
#ODA .AVISION
JAAR
*$ %DWARDS
JAAR
"AAN
!XAPTA
!NDERS
JAAR
'EEN 7EET NIET
JAAR
%20 GEBRUIK
!UDIT ERVARING
-AAKT UW ORGANISATIE OF DE ORGANISATIE WAAR U UW VOORNAAMSTE WERKZAAMHEDEN VERRICHT GEBRUIK VAN mmN VAN DE VOLGENDE %NTERPRISE 2ESOURCE 0LANNING %20 SOFTWAREPAKETTEN
6RAAG
6RAAG
(OEVEEL JAREN ERVARING HEEFT U IN AUDIT FUNCTIES
Figuur 5
)NZET VAN AUDIT SOFTWARE 'EEN MENING
0ERCENTAGE
'EDEELTELIJK 6OLLEDIG MEE MEE EENS EENS
0ROCES EIGENAAR
'EDEELTELIJK 6OLLEDIG MEE MEE ONEENS ONEENS
$ATA
)NFORMATIE
)NTERNET
Uit vorenstaande kan voorzichtig worden geconcludeerd dat auditors weinig gebruik maken van auditsoftware tools voor de beoordeling van de interne controle terwijl de mogelijkheden er wel zijn. Wanneer men zelf geen praktische ervaring heeft met auditsoftwaretoepassingen, is het niet eenvoudig om anderen van het nut en de noodzaak te overtuigen. Indien auditsoftware de audits efficiënter en effectiever kan maken zal er naast de technische aspecten speciale aandacht moeten worden besteed aan het stimuleren van financial auditors om continuous auditing tools toe te passen in de praktijk. De wens tot verandering
Het management is verantwoordelijk voor het opstellen van een ‘in-control statement’. Sarbanes-Oxley en Tabaksblat verlangen dat de financial auditor hierover een verklaring afgeeft. Dit impliceert dat de financial auditor voldoende evidence in handen wil krijgen om deze verklaring met overtuiging te kunnen afgeven. Het is dus geen vreemde gedachte dat de financial auditor, al dan niet samen met de internal auditor, behoefte zal hebben aan auditsoftware waarmee opzet, bestaan en werking van de interne controlemaatregelen op een onafhankelijke wijze én in continuïteit kan worden vastgesteld. Het moet efficiënter
6RAAG "IJ HET GEBRUIK VAN AUDIT SOFTWARE IS HET GEMAKKELIJK OM DE PROCESEIGENAAR TE OVERTUIGEN TOEGANG TE VERLENEN TOT DE BENODIGDE DATA DE BENODIGDE DATA UIT HET )4 SYSTEEM TE KRIJGEN DE GEWENSTE INFORMATIE UIT DE ONTVANGEN DATA TE VERKRIJGEN DE PROCESEIGENAAR TE OVERTUIGEN TOEGANG TE GEVEN TOT DE DATA VIA EEN BEVEILIGDE INTERNET VERBINDING
Figuur 6
Behalve de aanwezigheid van een ERP-systeem en het bieden van de mogelijkheid tot het uitvoeren van een continuous audit is het ook belangrijk om vast te stellen of de auditor problemen verwacht bij de toegang tot de data. Dit levert in de praktijk nogal eens een probleem op omdat bedrijfsgegevens vaak als zeer vertrouwelijk worden gezien. In figuur 6 is te zien dat 55 procent van de respondenten denkt de proceseigenaar te kunnen overtuigen toegang tot de vereiste data te verlenen. Wordt gevraagd om dit te doen via een beveiligde internet verbinding, dan is dit nog maar 27 procent.
Uit figuur 7 is af te leiden dat de beoordeling van de interne controle bij organisaties nog valt te verbeteren. 87 procent van de respondenten is van mening dat de efficiency in de beoordeling van de interne controle moet worden verbeterd en 77 procent vindt dat dit ook voor de effectiviteit geldt. Bij auditors bestaat dus de wens om de evaluatie van het interne controle raamwerk te verbeteren. Dit is niet verbazingwekkend, omdat grote delen van het beoordelingsproces nog (vrijwel) handmatig zijn. Naar aanleiding van Sarbanes-Oxley is veel energie gestoken in het vastleggen van het interne controleraamwerk. Automatisering kan de evaluatie van dit raamwerk efficiënter maken.
13 | de EDP-Auditor nummer 3 | 2007
)NTERNE CONTROLE EVALUATIE ACTIVITEITEN 0ERCENTAGE
6OLLEDIG ONEENS 'EDEELTELIJK ONEENS
'EEN MENING
'EDEELTELIJK EENS
6OLLEDIG EENS
%FFICIENCY
%FFECTIVITEIT
6RAAG (ET IS NOODZAKELIJK OM DE EFFICIENCY VAN DE BEOORDELING VAN DE INTERNE CONTROLE TE VERBETEREN 6RAAG (ET IS NOODZAKELIJK OM DE EFFECTIVITEIT VAN DE BEOORDELING VAN DE INTERNE CONTROLE TE VERBETEREN
Figuur 7
interne controlemaatregelen gevraagd wordt (figuur 8, vraag 3). 93 Procent van de respondenten wil in antwoord op deze vraag elk kwartaal de interne controlemaatregelen testen. Belangrijk bij de interpretatie van deze gegevens is dat de vraagstelling expliciet spreekt van geautomatiseerd testen. De respondent zal door de vraagstelling veronderstellen dat het geautomatiseerd testen daadwerkelijk ook mogelijk is. De stijging van 43% (vraag 1, n=152) naar 92 procent (vraag 3, n=66) geeft aan dat het voor de auditor ook een kwestie is van de mogelijkheden zien en begrijpen. Kennelijk willen auditors wel met een hogere frequentie testen wanneer hun duidelijk wordt gemaakt dat geautomatiseerd testen inderdaad mogelijk is. Blijkt het geautomatiseerd testen van de interne controlemaatregelen mogelijk te zijn dan wil het overgrote deel van de auditors daar gebruik van maken. Versnelling accountantsverklaring
Bovenal bevordert het echter de effectiviteit van de controle door bijvoorbeeld zes keer per uur geautomatiseerd een interne controlemaatregel aan een norm te toetsen, in plaats van handmatig éénmaal per jaar. Ander gedrag
De wens tot verandering is aanwezig, maar slechts 43 procent van de ondervraagden (figuur 8, vraag 1) geeft aan de interne controlemaatregelen vaker dan één keer per jaar te willen testen. De andere 57 procent voelt hier weinig voor. Dit betekent dat de noodzaak niet wordt onderkend, of dat men denkt dat het geautomatiseerd testen van de interne controlemaatregelen niet mogelijk is of te veel tijd en geld zal gaan kosten. Van de respondenten die wel vaker dan een keer per jaar de interne controlemaatregelen willen testen geeft nog steeds 48% aan dat het voldoende is om slechts eenmaal per kwartaal te testen (figuur 8, vraag 2). Het is interessant om te zien dat slechts 8 procent van mening is dat de interne controlemaatregelen op dagbasis getest moeten worden, terwijl dat percentage opeens omhoog gaat naar 26 procent wanneer expliciet naar de werking van de
Door het geautomatiseerd testen van de interne-controlemaatregelen kan een deel van de controlewerkzaamheden efficiënter verlopen en is de mogelijkheid aanwezig om het tijdsinterval tussen einde boekjaar en het publiceren van het jaarverslag te verkorten. Van de ondervraagden vindt 72 procent dat het tijdsinterval tussen einde boekjaar en de publicatie van het jaarverslag korter moet (zie figuur 9). De productietijd van het jaarverslag zou volgens 86 procent van de ondervraagden idealiter korter dan één maand moeten zijn en 22 procent vindt dat deze productietijd korter dan één dag zou moeten zijn. 8 procent van de ondervraagden vindt minder dan één uur noodzakelijk. 62 procent van de respondenten ziet in de nabije toekomst de noodzaak van een on-line jaarverslag in dat de actuele financiële situatie van de organisatie weerspiegelt.
'EWENSTE VERSNELLING ACCOUNTANTSVERKLARING 0ERCENTAGE 6OLLEDIG EENS
6ERKORTEN INTERVAL
'EDEELTELIJK EENS
'EDEELTELIJK ONEENS 6OLLEDIG ONEENS
'EEN MENING
'EDRAGSVERANDERING BIJ TESTEN INTERNE CONTROLE 0ERCENTAGE 7EET NIET .EE
N
N
*A
4ESTEN VAKER DAN X PER JAAR 6RAAG
+WARTAAL
-AAND
7EEK
&REQUENTIE