Artikel
Ethiek in het pastorale gespreksproces. Op weg naar een geïntegreerde empirische ethiek Marina Riemslagh
Het moet mogelijk zijn een ethiek te ontwikkelen die het ethische aanvoelen van pastorale professionals ernstig neemt. Een ethiek die al het goede dat gebeurt, bevestigt en handvaten biedt om het eigen werk te toetsen en multidisciplinair te communiceren. De opzet van het onderzoeksproject 'ethische kwaliteit van het pastoraal gespreksproces'1 bestaat erin vanuit de pastorale praktijk een ethiek ten voordele van die praktijk te ontwikkelen. In dit artikel geef ik een voorproefje van de wijze waarop de praktijk en de systematische reflectie daarop, bronnen van ethiek zijn. Door deze bronnen te objectiveren, wordt de basis gelegd voor een geïntegreerde empirische ethiek. Instemmend met Nagy, wordt het goede, datgene dat we elkaar verschuldigd zijn, bepaald door wat past in de relatie. Goed is wat de personen én (het doel van) de verhouding recht doet. Ons christelijke geloof belijdt dat de medemens het 'goddelijke' in onze wereld is, beeld van God, en dat God
zelf Liefdevolle Relatie is. Mens en verhouding eerbiedigen, zijn bijgevolg ethisch correct en religieus geladen. Voor deze uitspraken baseer ik mij op het kerkelijke document Gaudium et Spes. Dan volgt een praktijkverslag met persoonlijke reflectie van de pastor2. Vervolgens schets ik beknopt het analytische kader, waarmee ik nadien het gespreksproces van de casus ontleed. Het gesprek dat ik daarover met de pastor voerde, speelt mee in enkele afsluitende overwegingen over het bevorderen van de ethiek in het pastorale gespreksproces.
Doel van de pastorale relatie realiseren Van oudsher is het doel van pastoraat 'van Godswege heil (van Christus) voor mens en wereld bewerken' 3. Dergelijke binnenkerkelijke uitspraak klinkt wereldvreemd. Zij is wel correct, maar multidisciplinair onbruikbaar. Tegelijk hecht ik waarde aan de betekenissen
1 Het onderzoek naar 'de ethische kwaliteit van het pastoraal gespreksproces', gesteund door het FWO Vlaanderen, wordt begeleid door R. Burggraeve (promotor) en A. Liégeois (copromotor). Hoe empirische ethiek tot stand komt, werd beschreven in L. VAN DER SCHEER & G. WIDDERSHOVEN, Geïntegreerde empirische ethiek: het einde van de normatieve ethiek?, in Ethische Perspectieven 14 (2004) 1, 42-53. 2 In het onderzoek gebruiken we geregistreerde pastorale gesprekken. In dit artikel neem ik een verbatim dat door een pastor voor pastorale supervisie is ingebracht als uitgangspunt. 3 Hoe wezenlijk pastoraat is voor de katholieke kerk, wordt in de constitutie Gaudium et Spes (1-3) verduidelijkt. Zie http://www.rkdocumenten.nl/index.php?docid=575 (toegang 25.02.2008).
26
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
die achter deze woorden schuilgaan. Pastores hebben immers het mandaat gekregen om deze betekenissen waar te maken, ze zijn gezonden om het goede/het heilige te doen.
Van Godswege Van Godswege staat voor 'zomaar', gratuit, vanuit de ultieme grond, gericht op wat
Heil Heil is weldoende geven wat hier-nu nodig is. Door juiste aandacht te krijgen, getroost, gesteund, geleid, verzoend te worden, kan iemand genezen, kunnen de kwetsuren van de ziel helen. Vandaar dat in het pastorale gesprek alles kan besproken worden dat de persoonskern kan ontlasten, bevrijden en voeden.
goed is zodat het leven kan doorgaan in zijn hoogste kwaliteit. Een pastor biedt aan er op deze grond helemaal te zijn, ten dienste van
'Actief respect' betonen voor personen in hun
de ander. De menslievende attributen die we
relaties, vormt bijgevolg de ethische grond-
aan God toekennen, mag de pastor op men-
structuur van het pastorale gesprek. De ethische
selijke maat voor de gesprekspartner
kwaliteit van een gesprek is af te leiden uit de
be-teken-en. Ik vertaal enkele eigenschappen
mate waarin 'actief respect' als centrale
in alledaagse termen, andere licht ik kort
handelingsoptie werd ingezet.
toe. Onze is God betrouwbaar (lees: het leven is betrouwbaar en de pastor toont zich zo). Je kan niet uit Zijn hand vallen (je bent
Van Christus
opgenomen in het netwerk van relaties, in
Christus staat voor leven en verrijzenis, leven voorbij alle dood. Christelijk geloof in Leven komt in gesprek tot uiting wanneer voorbij de status quo, de angst en het wantrouwen, 'en toch' kan klinken. 'In Christus' staat voor de triomf van het visioen dat wij als gelijkwaardige, rechtdoende mensen met elkaar kunnen samenleven. Vandaar dat in het gesprek getast wordt naar wat kiemend, potentieel in die richting aanwezig is.
het Mysterie). God is onze toekomst en wij kunnen aan die goedbedoelde toekomst hier-nu bijdragen. Het Rijk Gods is midden onder ons, het ligt voor het grijpen wanneer wij elkaar hier-nu aanvaarden. God kijkt om naar armen en verdrukten, met prioriteit en een groot hart voor wie tekort heeft; pijn, onrecht, verdrukking, miskenning ondergaat. God wil recht en gerechtigheid, klaagt de daden van wie onrecht doet aan en roept de persoon op tot ommekeer. Alleen God is God en mensen zijn kwetsbaar, onaf en sterfelijk. God is Liefde (tussen mensen en tussen mens, God en de schepping). Een pastor komt 'van Godswege' 'actief respect' betuigen door de persoon in zijn/haar relaties te bevorderen.
Voor mens en wereld Mensen zijn knooppunten van relaties. Alleen door de relaties waar iemand zich voor inzet te erkennen, wordt zijn/haar bijdrage aan deze wereld recht gedaan. In die zin engageert de pastor zich mee voor de verbintenissen die gesprekspartners zijn aangegaan.
Pastorale Perspectieven Nr. 138 - 2008/1
3727
hun relaties, vormt bijgevolg de ethische
hen al 8 jaar. Sinds vorig jaar bezoek ik hen regelmatiger. Na een viering gaf M aan dat hij zich al geruime tijd lusteloos voelde en graag eens wilde praten. Toen ik op bezoek kwam, voelde hij zich veel beter en leek er niets aan de hand. Anderhalve maand later sprak V me in tranen aan na een dienst. Ze maakte zich ernstig zorgen over haar man. Toen ik bij hen op bezoek kwam, was er 's morgens al een psychiater geweest en V vertelde me in de gang dat M wellicht zou worden opgenomen, maar dat hij niet vrijwillig wilde. Ik ben toen vrij lang bij hen geweest, ook omdat V niet alleen met hem durfde te zijn. Ik heb toen gewacht tot er één van de dochters was. M is die middag gedwongen opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis en is daar ongeveer twee weken gebleven. Daar heb ik hem ook bezocht. Hij weigerde medicijnen te nemen en na twee weken wilde hij weg. Hij was toen wel wat tot rust gekomen. Toen ik hen laatst thuis bezocht, was M goed aanspreekbaar.
grondstructuur van het pastorale gesprek.
M1
Hallo, kom verder.
P2
Hallo M, hallo V (geef hen een hand, doe m'n jas uit en loop naar de leefkamer. Ik ga op de bank zitten, M en V zitten ieder in een stoel. De stoelen staan schuin naast elkaar, recht voor mij).
het echtpaar M en V thuis. M is een man van
P3
Zo, hoe gaat het met jullie?
71 jaar, hij is gescheiden en heeft uit zijn
V4
Nou, ik maak me eigenlijk weer een beetje zorgen. M wordt weer drukker. Hij slaapt ook weer veel minder 's nachts en is weer met van alles tegelijk bezig.
Bewerken Heil bewerken, gebeurt altijd hier-en-nu, in contact met de pastorant, in echt gesprek of directe aanspraak. 'Over' de ander spreken of iemand 'toespreken' gaan aan de (inbreng van de) gesprekspartner voorbij. Alleen met iemand spreken doet recht aan de persoon. De wegen waarlangs een pastor 'er uit haalt wat er in zit', zijn verscheiden. Concreet gaan pastores naar mensen (in nood) uit, nodigen hen uit, zoeken hen op. Ze bieden relaties aan waar mensen nadien beroep op kunnen doen. Ze laten zich aanspreken of laten de situaties spreken. Ze bouwen mee aan hun netwerk van relaties. Allemaal omdat ze geloven dat mensen, als uniek beeld van de Levende God, in contact met elkaar meer mens kunnen worden en pas verbonden met elkaar tot hun recht komen. 'Actief respect' betonen voor personen in
De ethische kwaliteit van een gesprek is af te leiden uit de mate waarin 'actief respect' als centrale handelingsoptie werd ingezet.
Een praktijkverslag4 Het gesprek vindt plaats op een morgen bij
eerste huwelijk drie dochters. V is een vrouw van 69 jaar, ook gescheiden maar zonder kinderen. M en V kennen elkaar nu 30 jaar, waarvan ze 19 jaar getrouwd zijn. Ik volg
4 Pastor P leverde dit verslag in het kader van een pastorale training (KPV) waarin zij beter leerde bejegenen. Ze las deze tekst na en stemde in met de weergave, de bespreking en het gebruik ervan in dit artikel.
28
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
M5
Ik voel me prima hoor, ben minder moe dan een paar weken geleden.
P6
Herken je wat V zegt?
M7
Ja, ik ben misschien wel weer wat drukker. Maar dat vind ik beter dan de weken hiervoor. Toen was ik moe en zei ik niet zo veel. Het stoort me wel als V zegt dat ik nu weer drukker ben.
P8
Wat maakt dat dit jou stoort?
M9
Het herinnert me aan de vorige keer. Ik ben eigenlijk nog aan het verwerken wat er allemaal is gebeurd, dat ik opeens opgenomen werd zonder dat ik het wilde en die weken in de psychiatrie.
P10 Dat was voor jou ingrijpend allemaal. M11 (fel) Ja, je weet niet wat er gebeurt met je. Weg uit je huis moeten, dat je niet meer bij je vrouw mag blijven…. P11 Neem je dat V kwalijk? M12 Nee, dat niet. V13 Voor mij was het ook moeilijk. Je moet je man laten gaan. Maar ik sliep ook niet meer. Jij (kijkt naar M) was dag en nacht in de weer. Je sliep soms maar een uurtje. Ik was ook bang. Ik heb wel gedacht, als het nog langer duurt dan ga ik ergens anders naar toe. P15 Wat doet dat met jou, M, dat V dit zo zegt? M16 Ja, dat is nogal wat. Ik weet wel dat ik gek heb gedaan, maar dat het zo erg was dat heb ik me niet gerealiseerd. Ik wilde je echt niet bang maken V. V17 Dat weet ik wel, dat je dat niet wilde. Maar je was gewoon niet meer bereikbaar en dat maakte het zo angstig. M18 (tegen mij) Jij was hier 's morgens voor
mijn opname nog, dat herinner ik me wel. Was ik echt zo onbereikbaar? P19 Weet je nog dat je mij een tekening liet zien? M19 Ja, die mijn dochter had gemaakt van die trap waar ik bovenop stond en beneden allemaal mensen. P20 Ja, precies. Jij stond als het ware in een andere wereld. Ik kon jou toen ook niet bereiken weet ik nog wel. Maar M, je kon er niks aan doen, het overkwam jou zonder dat je dat zelf wilde. M21 Ik ben blij dat je dat zegt, ik heb het niet expres gedaan. Ik wist ook niet wat er allemaal gebeurde, ik had er geen grip meer op. Maar even wat anders, heb jij iets met de Pauluskerk? (er volgt een heel verhaal over hoe mooi deze kerk is. Uiteindelijk pakt M een doos met een legpuzzel onder de tafel vandaan. M wil me de legpuzzel geven omdat ze geen van beiden van puzzelen houden. Ik neem de puzzel aan. Intussen bedenk ik me hoe het gesprek weer op te pakken, maar V is mij al voor). V22 Vindt jij ook niet dat M. weer drukker is? M23 Je mag eerlijk zijn hoor, ik stel jouw mening op prijs. P24 (kijk afwisselend beiden aan). Ik vind je inderdaad weer drukker dan de laatste twee keren dat ik je heb gezien M. Toen was je stil en je zag er moe uit. Ik begrijp wel dat V zich zorgen maakt. Na een hele drukke periode voor en tijdens je opname, was je daarna een aantal weken moe en stil. En nu ben je drukker dan zoals ik je ken.
Pastorale Perspectieven Nr. 138 - 2008/1
3729
M25 Een broer van me zei dat ik misschien manisch-depressief ben. P26 Of dat zo is, weet ik niet M. Dat zou je echt aan een arts moeten vragen. Maar ik merk wel een soort golfbeweging van druk zijn - moe en stil zijn druk zijn. Dat moet je wel serieus nemen denk ik. V27 De psychiater heeft gezegd dat het terug kan komen en dat je daarom medicijnen zou moeten nemen. M28 (boos). Je weet dat ik dat niet wil V. V29 Maar je hebt wel gezegd dat je graag wilde dat ik zou aangeven als ik merkte dat je weer drukker werd. Je slaapt weer minder en dat maakt me bang. Bang dat het weer terug komt. M30 Het komt allemaal best goed V. P31 Kun je horen dat V zegt dat ze bang is dat het terug komt? M32 (kijkt V aan; V heeft tranen in haar ogen). Ben je echt bang V dat het weer terug is? V33 Ja, eigenlijk wel. Je bent nog wel niet lang zo druk als de vorige keer, maar je bent anders dan dat ik je ken. Je dochter zei tegen me: je hebt een heel andere man gekregen. En dan denk ik, waarom wil je nu geen medicijnen slikken. De dokter zei dat het goed voor je zou zijn. M34 Ja, maar die medicijnen hebben allerlei bijwerkingen. Dat wil ik niet. Ik bepaal zelf wat ik wel en niet doe. P36 Natuurlijk bepaal je dat uiteindelijk zelf, maar je hebt ook een verantwoordelijkheid naar V toe. V37 Ik slik ook medicijnen voor mijn glaucoom, die kunnen ook bijwerkingen
30
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
hebben. Maar ik slik ze toch, want ik wil niet blind worden. Dat doe ik voor mezelf, maar ook voor jou. M38 Ja, we moeten het wel samen kunnen redden, dat is waar. Maar die psychiater heeft me maar even gezien, hoe weet hij nou wat goed voor me is. P39 Wat is het M dat je de medicijnen niet wilt slikken? M40 Het komt misschien door m'n eerste vrouw. Die is ook eens opgenomen geweest en kreeg allerlei medicijnen en daar werd ze helemaal apathisch van. Dat is een schrikbeeld voor me. P41 Nu begrijp ik het beter, je hebt bij medicijngebruik het beeld van je eerste vrouw voor je. M42 Ja, maar dat is natuurlijk wel bijna 35 jaar geleden en ik weet niet meer welke medicijnen ze toen had. V43 Precies, en de medicijnen worden toch steeds beter… M44 Ik wil ook niet nog een keer worden opgenomen. P45 Jullie hebben beiden angst. Jij M bent bang op weer opgenomen te moeten worden en jij V bent bang dat M weer zo druk wordt als de vorige keer. V46 Ja, ik merk gewoon aan M dat hij weer anders is dan anders. M47 Maar ik ben altijd een drukke prater geweest. In dienst zeiden ze al tegen me of het misschien pijn bij me deed als ik m'n mond moest houden (moet lachen). P48 (schiet in de lach, V ook). Maar M, V kent je nu 30 jaar, dus zij weet als geen ander hoe jij bent en zij merkt als eerste
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
als jij je anders gedraagt dan anders. M49 Ja, dat is waar. Ik wil het liefste wat ik heb ook niet bang maken. P50 Het ontroert me dat je dat zegt M. M51 Zo voel ik het ook (kijkt naar V) (ontroering bij V en M) V48 Ik zou graag willen dat we een afspraak maken met de dokter en eens goed praten daar. M49 Dat moeten we dan maar doen. P50 Dat lijkt me zeker goed om dat te doen… Dan stap ik nu maar eens op. (we nemen hartelijk afscheid).
Terugblik op eigen functioneren In het gesprek word ik bewogen door de impact van de gedwongen opname bij M, zijn angst voor herhaling en de angst bij V dat het terug komt. Betreffende mijn pastorale functioneren, probeer ik zodanig met hen in gesprek te gaan dat ze de angst bij elkaar horen en erkennen. Ethisch gezien heb ik geprobeerd het aspect van de verantwoordelijkheid naar elkaar te benoemen en bespreekbaar te maken.
Leereffecten Aangaande mezelf heb ik geleerd dat ik het lastig vind met twee gesprekpartners tegelijk in gesprek te zijn. Het is een soort balanceren en alert zijn dat aan allebei recht gedaan wordt, door voor beide oog te hebben. Over V en M als echtpaar, heb ik geleerd dat de ziekte en de gedwongen opname van M groot impact heeft op hun relatie. De
ontspannenheid is er af en er is dagelijkse zorg, vooral bij V. Betreffende mijn vak heb ik geleerd dat je als pastor de gelegenheid en tijd hebt om verder door te praten over wat ieder apart en hen samen bezig houdt. Ze zeggen allebei vertrouwen in mij te hebben. Aangaande ethisch correct gedrag merkte ik dat juist dit vertrouwen me extra alert maakte op wat ik zei. Als ik bijvoorbeeld bevestigd zou hebben dat M wellicht manisch-depressief is, dan zouden ze dat van mij hebben aangenomen.
'Actief respect' analyseren 'Actief respect' wordt in het pastoraat al doende bewerkt door de personen die men ontmoet als deel van een relationeel netwerk te behandelen én door de actuele (pastorale) relatie te eerbiedigen. Hoe dit verloopt, maak ik zichtbaar voor analyse door middel van de bejegeningskringloop van Cuvelier. Dit analytische kader toont het proces waarlangs verbondenheid tussen mensen tot stand komt: door betrokkenheid, erkenning, toegankelijkheid, laten bezinken, eerlijke antwoord, daadwerkelijke inzet en effectbesef. In Verbondenheid beschrijft Cuvelier hoe elke levensvorm, ook de mens ontstaat en zich interactief ontwikkelt5. Voor hem is “ethiek verantwoordelijkheid nemen voor de relatie” die door op elkaar gerichte communicatie ontstaat6. Hij noemt twee grondregels: laten zijn wat is, en alles wat zich verbindt, bevorderen. 'Laten zijn wat is' slaat op “het goede in stand houden” en “waar mogelijk de kwaliteit vergroten”. Verbindingen bevorderen door “de bezieling,
5 F. CUVELIER, Verbondenheid. Het ontstaan van menselijke relaties, Kapellen, Pelckmans; Baarn, Agora, 1998. 6 Ibid., 112-115.
Pastorale Perspectieven Nr. 138 - 2008/1
3731
het persoonlijke engagement, het leveren van een bijdrage aan het leven” te stimuleren. Cuvelier bouwt verder op Kant met drie ethische imperatieven: “de waarheid spreken”, “het welzijn van anderen bevorderen” en “de ander als doel op zichzelf benaderen”. Levenbevorderend omgaan met elkaar noemt hij bejegenen. Dat werkt hij uit in Omgaan met zichzelf en met elkaar7. Vanuit de dieptestructuur van het verhaal ontwikkelt Cuvelier een schema, de bejegeningskringloop, om zowel deugdelijk met zichzelf, met medemensen, met de samenhang, als met het overstijgende om te gaan. Deze kring doorloopt zeven chronologisch opeenvolgende momenten, waarbij de kwaliteit van de voorgaande, de mogelijkheden van wat volgt bepalen. Ik heb aan dit zevendelige schema drie uitgangspunten die eigen zijn aan de pastorale relatie, toegevoegd8. Eerst benader ik de ander holistisch, als unieke verbonden persoon, vanuit een christelijk referentiekader. Vervolgens toon ik een pastor 'in functie'. Hij/zij representeert de Ander en/of staat samen met de gesprekspartner voor het Aanschijn. Vandaar dat een pastor getuige is én van de Een, én van de gesprekspartner én van de relatie tussen beide. Als laatste typeer ik de pastorale relatie. Iets van God laten oplichten, kan alleen door de personen in relatie te heiligen. God zelf is immers liefdevolle relatie. Wat wij van God vertellen, vormt bijgevolg de format of het model voor de wijze waarop pastor en pastorant met elkaar kunnen omgaan. Dit is het
verticale aspect van de pastorale relatie. Horizontaal neemt de pastor een medemenselijke positie in die gekenmerkt wordt door toegenegen aandacht en machtsongelijkheid. Deze ongelijkheid is enerzijds te wijten aan de drievoudige representatie die hij/zij vervult, anderzijds aan zijn/haar kennis en competentie als hulpverlener. Deze positie verplicht de pastor extra zorgzaam te zijn om zodoende de persoonlijke ruimte en de verhoudingen van de gesprekspartners te vrijwaren, te bevestigen en te stimuleren.
Beknopte analyse van de ethische kwaliteit van de casus in 10 punten In de casus bekijken we of de pastor de uniciteit van M en V eerbiedigt en of ze hun relatie bevordert door hen ieder apart en hun huwelijksrelatie te heiligen. Hoe ze dat doet wordt onleed aan de hand van de zeven momenten van de bejegeningskringloop (1-7) en de drie toegevoegde uitgangspunten (A-C). In cursief geef ik eerst de uitgangspunten die in de contacten met M en V gelden. Dan bespreek ik chronologisch de zeven ijkpunten, gevolgd door de wijze waarop de pastor daaraan beantwoordt. Waar het gesprek dreigt dood te lopen, laat ik zien hoe de pastor door terug te gaan naar een voorgaand moment uit de bejegeningskringloop (4-5), het gesprek kwalitatief bijstuurt.
7 F. CUVELIER, Omgaan met zichzelf en met elkaar, Leuven - Apeldoorn, Garant, 1998., 71-132. Cuvelier komt p. 55-61 tot het letterwoord METHODE om zeven momenten in het gespreksproces uiteen te leggen. In de analyse markeer ik de momenten met hoofdletters. Schema p. 115. 8 M. RIEMSLAGH, Dat Ik Jou Ontmoeten mag…! Met Buber, Cuvelier en Firet op zoek naar ethische en religieuze kwaliteit in de pastorale bejegening (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling godgeleerdheid, K.U. Leuven), Leuven, 2004.
32
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
Drie geldende uitgangspunten
Actief respect in het gesprek zelf
A. De pastor gaat naar de gesprekspartners
1. Eens aanwezig, betrekt de pastor zich als pastorale medemens op M en V. De eenvoudige begroeting en vraag 'hoe gaat het met jullie?' geven hier ruimte voor. De pastor is direct alert wanneer M de zorgen van V wegwuift. Ze vertraagt het gesprek en vraagt of M herkent wat zijn vrouw zegt (P6). Zo betrekt ze M en V ook op elkaar.
uit als unieke, te kennen personen die met elkaar verbonden zijn. Ze maakte kennis met hen, bezoekt hen en gaat in op hun vraag. Ook toen het moeilijk ging, voor en tijdens de opname van M, was ze er. B. De pastor 'in functie' ontplooit een Jijgecentreerde grondhouding. M en V staan centraal in het gesprek. Ook als kerkkwesties ter sprake komen, wat voor pastores een valkuil is om in mee te gaan, houdt de pas-
Een pastor is getuige én van de Een,
tor de regie. Ze komt op voor wat hier en nu
én van de gesprekspartner
tussen hen beide van belang is. Ze beseft vanuit haar representatieve positie bij te
én van de relatie tussen beide.
dragen aan het leven van deze mensen. Haar machtspositie maakt haar extra alert en het weerhoudt haar in te stemmen met een diagnose. C. De pastor biedt een pastorale relatie aan waarbinnen
heil
van
Godswege
kan
geschieden. Door zelf betrouwbaar te zijn in woord en daad is zij levend teken van 'die we God noemen'. Ze is betrouwbaar in haar inbreng, eert het netwerk van relaties van M en V. Ze accepteert daadwerkelijk dat M geen op te geven psychiatrische patiënt is, dat V meer is dan een angstig slachtoffer. Ze ruikt onrecht wanneer angst niet meetelt en ze maakt aanspraak op wederzijdse verantwoordelijkheid. Ze gaat de ziekte van M niet uit de weg, maar benadert die liefdevol: de dodelijke angst heeft niet het laatste woord. Wat we eerder als doel van het pastoraal gesprek formuleerden, wordt in deze pastorale relatie in gesprek met elkaar vorm gegeven.
2. Empathisch exploreert en erkent de pastor de zelfexpressie van M en V. De pastor stimuleert M en V zich open in het bijzijn van elkaar en tegen elkaar uit te spreken. Eerst geeft ze de gelegenheid aan M en V te vertellen waarin ze elkaar dwars zitten. V praat 'over' het drukke gedrag van M overdag en 's nachts. M zegt 'over' V dat hem dit stoort. Met doorvragen naar achtergronden (P8) en gevoelens (P15), en door het ingrijpende te erkennen (P10), verdiept de pastor het relationele zelfbesef van M. Daardoor kan V haar man rechtstreeks aanspreken (V13). De pastor erkent wat beide hebben meegemaakt (P10) en maakt een opening voor mogelijke schade aan de verhouding met 'neem je dat V kwalijk?'. 3. De pastor is toegankelijk voor de invloed van M en V. Tot nog toe is de pastor helemaal bij M en V. Uit haar tussenkomsten blijkt dat ze meevoelt (P11). Nu komt de
Pastorale Perspectieven Nr. 138 - 2008/1
3733
pastor zelf meer in beeld, ook zij doet ertoe. Ze toont zich zowel toegankelijk voor het leed van M als voor de nood van V om door haar man serieus genomen te worden. Ook wanneer de pastor in M18, V22 en M23 als getuige van de waarheid wordt opgeroepen en wanneer ze aangemaand wordt in de waarheid te staan (M23), toont zij zich toegankelijk voor hun appel.
Actief respect vraagt niet alleen empathie, actief luisteren en erkennen, maar bovenal ook vertolken van het heilige dat in de waarheid van ieder apart en de zorgzame inzet voor elkaar tot uitdrukking komt.
4. De pastor overweegt in haar hart wat haar te doen staat. We hebben weinig inkijk in het hart van de pastor. Blijkbaar is ze erg begaan met mogelijke schuld tussen M en V (P11, P20). 5. De pastor drukt zich openhartig uit zodanig dat M en V erkenning kunnen opbrengen. De pastor opteert ervoor om helemaal vanuit haar eigen ervaring, met het materiaal dat waarneembaar was voor M en V, op hun maat bij hen aan te sluiten. Ze doet dit met een ik-boodschap (P20), waarbij ze eventuele schuld ontkracht. M is daar dankbaar voor en begint over iets anders. Vandaar dat we in de bejegening een stap terug maken naar het hart van de pastor. 4. Opnieuw overweegt zij in haar hart wat haar te doen staat. Voor de pastor is verhel-
34
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
deren wat toen gebeurde onvoldoende, M wordt hier-nu weer drukker. Ze overweegt hoe ze het gesprek terug kan oppakken. Ze kijkt hen ook allebei aan, toetsend of ze het gewicht van haar woorden kunnen dragen. 5. De pastor drukt zich opnieuw openhartig uit met het oog op erkenning door M en V. De pastor komt nu nog helderder te voorschijn (P24). Ze beschrijft hoe ze M waarneemt, erkent dat V grond heeft om zich zorgen te maken. Door deze erkenning staat ze in de waarheid. Daarop komt M met een diagnose van zijn broer te voorschijn. 6. Dan beïnvloedt de pastor daadkrachtig en helder, op maat van M en V. De pastor neemt M, V, hun relatie, zichzelf en de situatie ernstig. Doordat ze niet meegaat in de diagnose, kan ze M als unieke verantwoordelijke persoon blijven aanspreken (P26). Alert op wat hier-nu tussen de echtgenoten gebeurt (V27, M28, M30) vraagt ze of M de angst van V kan herkennen. Vanuit haar betrokkenheid, getuigt ze van de waarheid, van de eerlijke zorg van V en van de liefdesrelatie tussen beide. Door haar krachtige en heldere vraag bepaalt ze beide partners bij elkaar (P31). Ondertussen houdt ze haar handen vrij om bij M door te vragen naar de grond van zijn verweer (P39). Ze toont begrip voor de angst van M (P41) en van beide (P45), en gaat daaraan voorbij: ze bepaalt hen bij hun liefde voor elkaar (P48). 7. De pastor beseft welk effect ze heeft teweeggebracht en krijgt feedback. De pastor benoemt haar ontroering bij de liefdesuitdrukking van M (P50). Ze hoort welke afspraak M en V maken en besluit dat het
Ethiek in het pastorale gespreksproces.
goed geweest is, tijd voor een hartelijk afscheid. Lees je deze casus, dan weet je: dit was een goed gesprek. Want het doel van het gesprek, deze twee mensen én hun verbondenheid eerbiedigen, is bereikt. Hoe dit procesmatig tot stand kwam, heb ik zichtbaar gemaakt door het gesprek te ontleden met de bejegeningskringloop. Actief respect vraagt niet alleen empathie, actief luisteren en erkennen, maar bovenal ook vertolken van het heilige dat in de waarheid van ieder apart en de zorgzame inzet voor elkaar tot uitdrukking komt.
Enkele overwegingen
verder bouwen aan pastorale stevigheid. Pastores ervaren gedurende en na een pastoraal gesprek 'ethische kriebels' die van groot belang zijn in de correcte omgang met mensen. In deze casus neemt de pastor haar eigen ethische aanvoelen serieus door tijdens en na het gesprek systematisch na te denken over de momenten die goed liepen en die 'wat wrongen'. Dergelijke overwegingen doen pastores groeien in hun opdracht 'van Godswege heil te bewerken voor mens en wereld', ze doen groeien in actief respect. Tot slot schets ik hoe een geïntegreerde empirische ethiek van het pastoraal ge-
Een ethisch kwalitatief pastoraal gesprek voeren, vereist van de pastor bewustzijn van en trouw aan het pastorale doel dat hij/zij te vertolken heeft. Religieus vertaald: besef van de God waar hij/zij voor staat. Hij/zij moet zich afvragen wie of wat hij/zij door luisteren en spreken 'in feite' dient. Is dat de god van de harmonie, van de strijd en het gelijk, van het goed- en wegpraten, van liever wegwezen dan bijblijven of de liefdevolle God van gerechtigheid, de God van het evangelische verbond? Zoals blijkt uit de casus, vereist een bevrijdende God be-teken-en behoorlijk wat spirituele stevigheid.
spreksproces tot stand komt. Uitgangspunt
Heeft een pastor het doel dat hij/zij dient helder voor ogen, dan staat hij/zij voor de opgave de vaardigheden te ontwikkelen om deze God te dienen. De pastor uit de casus voelde zich tegelijk blij en onzeker over het gesprek. Zo krachtig bij de zaak blijven, was nieuw gedrag voor haar. Ze vroeg zich af of ze niet te stevig uit de hoek gekomen was. Een liefdevolle God een kans geven, vraagt
aanvoelen van gevormde pastores valabel is.
is de pastorale gesprekspraktijk (opgenomen pastorale gesprekken). De pastor beoordeelt eerst zelf het eigen werk. Dat vormt de basis van een gesprek tussen pastor en onderzoeker. Vervolgens worden de getranscribeerde pastorale gesprekken gecodeerd met criteria voor 'actief respect'. Op basis daarvan wordt het gesprek geanalyseerd. Tot slot wordt de zelfevaluatie van de pastor vergeleken met een
instrument
voor
'actief
respect'.
Hypothese daarbij is dat de evaluatie door pastores klopt met de ontwikkelde criteria voor 'actief respect', m.a.w. dat het ethisch De zo bekomen ethiek is empirisch gefundeerde ethiek, want ontstaan uit de pastorale praktijk. Geïntegreerd wordt hij wanneer hij voor pastores bruikbaar blijkt om hun systematisch ethische reflectie op hun praktijk te onderbouwen. Dat maakt hen multidisciplinair gezien, beter verstaanbaar en weerbaar.
Pastorale Perspectieven Nr. 138 - 2008/1
3735
Over de auteur
Verder lezen
Marina Riemslagh is pastoraal
F. CUVELIER, Omgaan met zichzelf en met elkaar.
supervisor, werkte jarenlang
Leuven-Apeldoorn, Garant, 1998.
als pastor in de MS-kliniek te Melsbroek. Ze werkt momenteel
aan
de
theologische
faculteit te Leuven, waar ze
F. CUVELIER, Verbondenheid. Het ontstaan van menselijke relaties. Kapellen, Pelckmans, Baarn, Agora, 1998.
een doctoraatsonderzoek voert
M. RIEMSLAGH, Dat Ik Jou Ontmoeten mag…!
over de ethische kwaliteit van het pastorale
Met Buber, Cuvelier en Firet op zoek naar ethi-
gesprek (
[email protected]).
sche en religieuze kwaliteit in de pastorale bejegening (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling godgeleerdheid, K.U. Leuven), Leuven, 2004. L. VAN DER SCHEER & G. WIDDERSHOVEN, Geïntegreerde empirische ethiek: het einde van de normatieve ethiek?, in Ethische Perspectieven 14 (2004) 1, 42-53.
36
Ethiek in het pastorale gespreksproces.