Ethiek in de hengelsport Wie met dieren sport beoefent, wordt vaak met ethische vragen geconfronteerd. Mag je eigenlijk voor je plezier een paard of een hond zo snel mogelijk laten lopen? Een duif grote afstanden laten vliegen? Een paard de hoogste hindernissen laten nemen? Mag je een vis vangen om die vervolgens terug te zetten? Op dit soort vragen wordt erg uiteenlopend gereageerd. Door de bank genomen worden dierensporten als maatschappelijk aanvaardbaar ervaren zolang er geen
gruweldaden
mee
gepaard
gaan.
Zo
worden
katknuppelen,
palingtrekken,
hanengevechten, enz. in ons land niet getolereerd. De maatschappelijke aanvaardbaarheid is ook geografisch en cultureel gebonden. Zo zijn stierengevechten bij ons uit de boze, maar in Spanje de normaalste zaak.
Wat de sportvisserij betreft, wordt in ieder land anders gereageerd. Zo is wedstrijdvissen in Duitsland momenteel verboden en moet iedere gevangen vis op openbaar water onmiddellijk gedood worden. Sportvisserij wordt er met andere woorden als een vorm van dierenmishandeling beschouwd. In Groot-Brittannië en Frankrijk bv. zou men echter maar raar opkijken bij dergelijke reacties. In België zijn er geen noemenswaardige problemen wat de sportvisserij betreft, al zouden sommige (extreme) natuur- en dierenrechtenactivisten onze sport maar al te graag verboden zien.
Wie zelf vist of kinderen leert vissen, moet op een correcte wijze leren omgaan met ethische kwesties rond de hengelsport. Men moet zich realiseren dat het dieper gaat dan de vraag of je voor je plezier vis mag vangen. Het gaat ook om de vraag over hoe je met de vis en – bij uitbreiding – natuur omgaat. Met andere woorden, het gaat om weidelijk vissen. Het aanzien van de hengelsport staat of valt ermee.
Maatschappelijk en wettelijk kader Het toepassingsgebied van de Belgische Dierenwelzijnwet (Wet van 14 augustus 1986) is beperkt tot dieren die zich onder de hoede van de mens bevinden te beschermen en hun welzijn te verzekeren. Het gaat er dus helemaal niet om de fauna te beschermen of eventuele invloeden van menselijke activiteiten op deze fauna te controleren. De wet laat onder bepaalde 1
voorwaarden toe, en beschouwt bijgevolg als nuttig de jacht en de visvangst en laat haar wettelijk vastgelegde gebruiken toe.
Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap heeft dan ook zowel visserij als dierenwelzijn in het takenpakket en bepaalt mede de inhoud van de wetten betreffende deze onderwerpen. In een wet worden de maatschappelijk aanvaardbare normen vastgelegd. Overtredingen daarop worden door vrijwel iedereen afgekeurd en als strafbaar gezien. De overheid kan – indien wenselijk – een norm stellen in de wet en overschrijding daarvan strafbaar stellen.
In de wetgeving aangaande dieren stond traditioneel het menselijk belang centraal, o.a. de bescherming van dierlijk eigendom, van economische belangen en van volksgezondheid. De laatste decennia merken we een evolutie richting meer aandacht voor de belangen van het dier, zoals blijkt uit de wet op de dierenbescherming. De georganiseerde hengelsport is echter van mening dat de visserijwet het beste kader biedt voor een doelmatige bevissing van alle vissoorten en voor de instandhouding en actieve bescherming van deze vissoorten.
De overheid ziet de sportvisserij als een maatschappelijk aanvaard en wettelijk geregelde activiteit. Het aantal beoefenaars is groot en het vissen kent een lange traditie. In het begin van de eeuw werd er nog gevist met zwaar materiaal en grote haken. De gevangen vis werd geconsumeerd. Vanaf de jaren ’40 – ’50 werd het vissen met licht materiaal steeds populairder en kreeg de techniek meer aandacht. Er vond ook een mentaliteitsverandering bij de sportvisser zelf plaats: niet de vangst was het hoofddoel, maar het vissen zelf. De gevangen vis werd teruggezet en dat heeft zeker bijgedragen tot een betere behandeling ervan. De sportvisserij is voor velen een enerverende en tegelijk rustgevende vorm van openluchtrecreatie; een van de meest beoefende en willicht de meest georganiseerde van alle vrijetijdsactiviteiten. Naast de recreatieve betekenis heeft de hengelsport overigens een belangrijke economische relevantie; het is een miljoenenbusiness geworden.
Ook sportvissers zelf zijn de mening toegedaan dat tegen excessen en mishandeling van vissen opgetreden dient te worden. Ze ervaren het als een overschrijding van een ethische norm. De overheid voelt er echter, ondanks de aandrang van de dierenbescherming, niet veel voor om strikte bepalingen ten aanzien van de behandeling van vis door de sportvisser op te stellen. De voorkeur wordt gegeven aan de voorlichting gericht op de beïnvloeding van de mentaliteit
2
van de sportvisser ten aanzien van de behandeling van de vis. Voorbeelden hiervan zijn bv. de Code voor de Karpervisser, Code voor de Wedstrijdvisser, enz. Overigens doen de hengelsportorganisaties zelf het nodige aan voorlichting om het gedrag van de sportvisser gunstig te beïnvloeden. Zo worden alle wedstrijden en andere activiteiten van de georganiseerde hengelsport bedreven volgens het “No kill principe” en enquêtes wijzen uit dat slechts een kleine 5% der hengelaars nog steeds voor de pan vissen en aldus alle gevangen vis meenemen.
Punten van kritiek Ondanks het feit dat de sportvisserij in ons land maatschappelijk aanvaard is, staat het bij sommige mensen, o.a. natuur- en dierenbeschermers, toch ter discussie. Daarbij zijn verschillende vormen van kritiek te onderscheiden.
Voorstanders van een verbod zijn om ethische redenen tegen de hengelsport gekant. Zij concentreren zich op het individuele dier en stellen dat men die geen ongerief mag aandoen louter voor het plezier van de mens. Omdat dierenbeschermers beseffen dat een totaalverbod op korte termijn onhaalbaar is, richten ze hun pijlen op afzonderlijke onderdelen: levende aasvisjes, gebruik van leefnetten, wedstrijdvissen, enz.
Voorstanders van een beperking houden zich vooral bezig met de bescherming van soorten en populaties. Vanuit die hoek is de kritiek vooral gericht op het visstandbeheer (cf. visuitzettingen) en op de verstoring van de natuur. De hengelsport wordt daarom op bepaalde wateren niet toegestaan of beperkt: beperkte oeverlengte, nachtvissen verboden, enz.
De standpunten van natuurbescherming en sportvisserij staan dus vaak haaks op elkaar, maar toch lopen hun belangen meer parallel dan menigeen denkt. Een gezamenlijk optreden zou veel meer kunnen betekenen voor de vis, zijn leefomgeving en de natuur als geheel. In dit hoofdstuk alle standpunten voor en tegen de sportvisserij beschrijven zou ons te ver leiden. Meestal zijn ze toch terug te voeren tot drie hoofdonderwerpen. Een overzicht:
VISSEN IS EEN VORM VAN DIERENMISHANDELING Een vaak gehoord punt van kritiek is dat sportvissers dieren mishandelen. Wetenschappelijk onderzoek op karperachtigen in Nederland toont aan dat een aan de haak geslagen karper angst 3
en pijn ervaart. Uit het vier jaar durend onderzoek blijkt dat de angst overheerst, de pijn wordt gekwalificeerd als licht. Wie zegt dat de dieren enorm lijden, heeft van de zaak geen verstand, aldus de onderzoekers. Hengelen hoeft volgens hen dan ook niet verboden te worden.
Het zetten van de haak bleek de onderzochte karpers nauwelijks van hun stuk te brengen. Ze merkten de verwonding wel, echter zonder pijn te lijden. Het straktrekken van de lijn, het zogenaamde drillen, blijkt het dier ‘ongemak van lichte aard’ te bezorgen. Dat vissen gevoel hebben (‘pijn’ kunnen voelen), betekent nog niet dat ze als gevolg daarvan ook pijn kunnen lijden. Emoties als pijn en angst worden bij mensen in hersendelen opgewekt (zgn. neocortex) die in de hersens van vissen ontbreken. Wetenschappers zijn daarom van mening dat vissen de prik van de haak wel voelen (registreren) en daar instinctief een schrikreactie op vertonen, maar dat dit bij vissen niet de leedervaring tot gevolg heeft die mensen bij pijn of een verwonding hebben. Samengevat zouden we zo kunnen stellen dat een gehaakte en gedrilde vis ongemak van lichte aard ervaart. Dat bevestigt het gevoel van veel sportvissers dat de vis niet sterk onder de indruk is van zijn ervaring aan haak en lijn, als ten minste voorzichtig met de vis omgegaan wordt.
In de praktijk blijkt het efficiënt criticasters te laten zien met welk licht materiaal wordt gevist. Mensen die zelf niet vissen hebben vaak een volkomen verkeerd idee van hoe er wordt gevist. Ze zijn vaak uiterst verbaasd als ze zien welke minieme haakjes worden gebruikt. Dit in schril contrast met de reusachtige haken met enorme weerhaken waarmee wordt geadverteerd. De kleine haakjes die sportvissers gebruiken bezorgen de vis weinig tot geen schade in de mond. Bijkomend voordeel voor sportvissers is trouwens dat kleine haakjes meer en beter vangen.
Uit bovenstaande blijkt dat het onontbeerlijk is dat kinderen goed met de gevangen vis leren omgaan. Niet alleen een goede vistechniek is belangrijk, maar ook het juiste gebruik van vismateriaal en hulpmiddelen bij het vangen en terugzetten van gevangen vis. Wanneer ze dat onder de knie hebben, zal blijken dat de eventuele schade aan de vis minimaal is. Ook het percentage sterfte dat optreedt na de vangst bedraagt dan slechts enkele procenten.
Een laatste, zij het kleine, groep die principieel tegen sportvissen is, zijn (extreme) dierenrechtenactivisten. Vaak zijn het veganisten die geen dieren eten, geen leer dragen en zich onthouden van alle producten waar dieren bij te pas komen. Hun standpunt is dat vis niet mag
4
gevangen worden louter voor het plezier van de mens. Nochtans vinden sportvissers dat een belangrijke vorm van ontspanning en recreatie. De beroepsvisserij daarentegen, waarbij de vis ook ‘leed’ ondervindt, wordt niet of in veel mindere mate bekritiseerd. Een beroepsvisser vist immers voor eigen levensonderhoud, luidt het. Er is hier duidelijk sprake van selectieve verontwaardiging, m.a.w. er wordt gemeten met twee maten en gewichten.
SPORTVISSERS VERSTOREN DE NATUUR Sportvissers zouden volgens sommigen de natuur in ernstige mate verstoren. Niet alleen vanwege hun gedrag aan de waterkant (cf. lawaai, afval, enz.), maar ook op het gebied visstandbeheer (cf. visuitzettingen). Iedereen die maar enigszins thuis is in de hengelsportwereld weet dat de georganiseerde hengelsport van meet af aan fatsoenlijk omgaan met natuur en vis propageert. Evenals hengelsportauteurs dat al eeuwen doen. Zo geeft Izaak Walton in de eerste uitgave van “The Compleat Angler” uit 1653 al regels aan voor zgn. ‘natuurlijk gedrag’. Dat het boek duidelijk in een behoefte voorzag, blijkt uit de vijf edities die op 23 jaar tijd verschenen. Ook nog even meegeven dat in sommige gevallen betredingsverboden voor sportvissers zeker niet overbodig zijn, maar dan enkel en alleen wanneer ook alle andere recreanten uit het gebied worden geweerd.
Natuur en leefmilieu zijn tegenwoordig een brandend thema in de media, op straat, enz. Milieubewustzijn en de verbetering van het milieu staan vandaag bovenaan de lijst van maatschappelijke prioriteiten. Op zich uiteraard een goede zaak, wel mogen we niet vergeten dat het huidige milieubewustzijn gestoeld heeft op de dagelijks weerkerende rampzalige berichten over de aantasting van het milieu. In hoeverre angst en onwetendheid een rol spelen is dus zeer de vraag. De georganiseerde hengelsport wil via natuur- en milieueducatie iets doen aan dat gebrek aan kennis, door kinderen een bredere kijk te geven over de natuur en het milieu in en om het water. Kinderen leren niet alleen vissen, hun lespakket omvat veel meer.
KINDEREN LEREN VISSEN IS SCHANDALIG Of men het nu leuk vindt of niet, een feit is dat kinderen graag vissen. Dat vissen gebeurt uiteraard niet in alle gevallen goed. Wanneer ze niet goed begeleid worden, maken ze fouten. Ook hun omgang met gevangen vis en hun gedrag in de natuur zal vaak te wensen over laten. In plaats van in de luie zetel achterover te zitten neemt de georganiseerde hengelsport daarom
5
het voortouw om kinderen goed visgedrag bij te brengen door het inrichten van allerlei jeugdactiviteiten.
Eigen gedrag bij kritiek Vandaag zijn er over alles voor- en tegenstanders, zo ook bij het vissen. Sommigen beschouwen vissen als iets heel natuurlijks, anderen vergelijken sportvissers met jagers die fazanten uitzetten om daarna weer af te knallen. België is – gelukkig – nog steeds een land met vrije meningsuiting, dus respecteer te allen tijde andermans mening. Ook al respecteert die de uwe niet altijd.
Echter, vaak gaat het om meer dan een louter verschil in meningsuiting. Wegens onkunde en onwetendheid raken de gemoederen aan de waterkant wel eens verhit, met alle gevolgen van dien. Zelfs scheldpartijen komen voor, u wordt uitgekafferd voor dierenbeul of veel erger. Denk er in dergelijke gevallen altijd aan dat argumenten het altijd winnen van scheldwoorden. Bewaar daarom in het bijzijn van kinderen en jeugdige vissers altijd uw zelfbeheersing aan de waterkant.
6