ARBO- en MILIEUBELEIDSPLAN. Van Hall Larenstein

ARBO- en MILIEUBELEIDSPLAN Van Hall Larenstein 2011 ----- 2015

Vastgesteld door CvB 22-02-2013, kenmerk 2013-123

Inhoudsopgave 1.

Uitgangspunten

3

2.

Hoofddoelstellingen

3

3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.

Organisatie Stuurgroep Arbo / milieu commissie Arbocoördinator en preventiemedewerkers Bedrijfshulpverlening Milieuzorg / Duurzaamheid

4 5 5 6 6 7

4. 4.1. 4.2.

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) Aanpak en voortgang Voorlichting

7 7 8

5.

Arbodienst/arbodeskundige(n)

8

6. 6.1. 6.2.

Ziekteverzuimbeleid Overleg Cijfers

8 8 8

7.

Speciale doelgroepen Uit te zenden medewerkers naar risicogebieden

8

8.

Arbeidstijdenbeleid

8

9.

Preventief beleid

9

10.

Beleid t.a.v. agressie, geweld, seksuele intimidatie en discriminatie

9

11.

Veilig werken in laboratoria, technologiehallen en werkplaatsen. Opslag en beheer van chemicaliën

9

12.

Registratie en melding van ongevallen

10

13.

Financiering

10

Bijlage:

1 2

Verdeling taken en verantwoordelijkheden Incidentenregistratieformulier

Arbo- en milieubeleidsplan Van Hall Larenstein Vastgesteld door CvB 22-02-2013, kenmerk 2013-123

11 12

2

1.

Uitgangspunten

De directie van Hogeschool Van Hall Larenstein is verantwoordelijk voor het arbo/milieu beleid. Bij het voorbereiden en uitvoeren van het arbo/milieu beleid hebben we ons laten leiden door de volgende algemene uitgangspunten:  het belang van een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces;  het voldoen aan kwaliteitseisen voor het onderwijs;  de wettelijke vereisten zoals deze zijn opgenomen in Arbo-wet, Arbobesluit, Arbocatalogus HBO de milieuvergunning en andere relevante arbo wet- en regelgeving;  de zorg voor de veiligheid en gezondheid van het personeel en studenten; 1  het voorkomen en beheersen van psychosociale arbeidsbelasting bij personeel.

2.

Hoofddoelstellingen

De directie van de hogeschool streeft naar optimale arbeidsomstandigheden voor haar personeel en studenten. Het arbobeleid is gericht op waarborging van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en studenten en op het voorkomen en beheersen van psychosociale arbeidsbelasting. Om dit te bereiken, organiseert de directie de school op een zodanige wijze dat onaanvaardbare risico’s in principe zijn uitgesloten. Vermijdbaar verzuim door ziekte en arbeidsongeschiktheid wordt zo veel mogelijk tegengegaan. Hiervoor worden jaarlijks realistische doelen en streefcijfers vastgesteld en geëvalueerd. Seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden. Het veilig werken van studenten in laboratoria is een belangrijke doelstelling. De doelstellingen van het arbobeleid worden in samenhang met de schooldoelstellingen geformuleerd. Dit gebeurt in nauw overleg met de medezeggenschapsraad (MR of GMR). De vastgestelde doelstellingen zijn onderwerp van het reguliere schooloverleg en worden opgenomen in het arbobeleidsplan. De doelstellingen worden eveneens vermeld in het plan van aanpak op basis van de RI&E (Risicoinventarisatie en –evaluatie). Het beleid van de directie is er op gericht de hierboven genoemde doelstellingen te realiseren. In het Arbobeleidsplan worden de beleidselementen die worden gehanteerd ter realisatie van de hoofddoelstellingen beschreven en worden in hoofdlijnen de arbo-activiteiten voor een periode van vier jaar beschreven. Van elk beleidselement wordt voor zover van toepassing aangegeven:  wie verantwoordelijk is;  welke procedures worden gevolgd;  welke instrumenten worden gebruikt;  welke vorm van interne of externe ondersteuning nodig is;  hoe de kwaliteitsborging is geregeld.

1

Onder psychosociale arbeidsbelasting worden verstaan de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen


3

3.

Organisatie

Aan de hand van het onderstaande organogram wordt de plaats van de diverse arbo-functies binnen Hogeschool Van Hall Larenstein op een overzichtelijke wijze weergegeven.

Organogram Arbo/Milieu

CVB VHL

Arbo-stuurgroep (incl milieu en duurzaam) Algemene directeur

Directeur Bedrijfsvoering Hoofd HRM Hoofd FD

Arbo/milieu- commissie Velp

Arbo/milieu-commissie Lwd.

Vertegenwoordiging management Arbocoordinator Preventiemedewerker HR adviseur Lid MR

Vertegenwoordiging management Arbocoordinator Preventiemedewerker HR adviseur Lid MR

De locatie Wageningen valt onder de beheersorganisatie van het Forum. Arbo en Veiligheid wordt georganiseerd door de locatiemanager in het Forum. VHL is onderdeel van Wageningen UR en draait mee in het BOKAM overleg. Het BOKAM overleg is een centraal overleg over Arbo en Milieu zaken . VHL is zelf verantwoordelijk voor uitvoering van Arbo en Milieuzaken maar wordt inhoudelijk ondersteund door afdeling Veiligheid en Milieu


4

3.1.

Stuurgroep

De Stuurgroep Arbo stelt het VHL-brede arbobeleid en de carboljaarplannen vast en overlegt met de Medezeggenschap. De Arbostuurgroep bestaat uit: Directeur Bedrijfsvoering Hoofd HRM Hoofd Facilitair Arbo-Cyclus De stuurgroep ziet er op toe dat de Arbocyclus goed wordt uitgevoerd. De Arbocyclus bestaat uit: 1 Het opstellen van de Arbojaarplannen per locatie (mede op basis van RIE ) 2 Het uitvoeren van de actiepunten uit het Arbojaarplan 3 Het opstellen van een Milieuzorg plan + evaluatie 3 Een Evaluatie en een rapportage aan de MR. 3.2.

Arbocommissie

De directie stelt voor de locaties Leeuwarden en Velp een Arbo/milieu commissie in. De Arbo/milieu commissie bestaat uit een vertegenwoordiger van het management, de arbocoördinator, een HR-adviseur en een lid van de medezeggenschap. De Arbocommissie adviseert gevraagd en ongevraagd over alle onderwerpen die met arbeidsomstandigheden te maken hebben. Hieronder volgt een opsomming van de activiteiten van de Arbo/milieu commissie:  ondersteuning en advisering directie bij het ontwikkelen van het arbobeleid  opstellen arbojaarplan locatie, zorgdragen voor uitvoering en opstellen voortgangsverslag  bewaakt de voortgang van de uitvoering van het arbobeleid  aanspreekpunt in de organisatie voor arbozaken (brievenbusfunctie)  meldpunt van arbo-incidenten en meldt deze –indien nodig- via de directie aan Arbeidsinspectie  opstellen van een milieujaarplan +evaluatie  doet voorstellen m.b.t. duurzaam  levert een bijdrage aan de voorlichting en instructie van medewerkers  maakt medewerkers 'arbo-minded'  organiseert BHV-oefeningen en trainingen, of zorgt dat dit gebeurt  houd zich op de hoogte van wetgeving en richtlijnen Samenstelling van de Arbo/milieu commissie De Arbo/milieu commissie dient te bestaan uit zowel leidinggevenden, staffunctionarissen als medewerkers in het primair proces. De leden kunnen deelnemen op basis van hun functie, specifieke kennis en affiniteit. Gezien het belang van continuïteit en kwaliteit wordt geadviseerd te kiezen voor deelname op basis van de functie. Het gaat daarbij om voldoende kennis en/of leidinggevende functies binnen de commissie. De Arbo/milieu commissies bestaan uit de volgende personen: Leeuwarden Vertegenwoordiger management Arbocoördinator Preventiemedewerker(s) HR-adviseur Lid MR


Velp Vertegenwoordiger management Arbocoördinator Preventiemedewerker(s) HR-adviseur Lid MR

5

Voor het einde van ieder schooljaar evalueert de Arbocommissie de uitvoering van het arbobeleid aan de hand van het arbojaarplan en rapporteert aan de directie en overlegt dit aan de MR (arbojaarevaluatie ) 3.3.

Arbocoördinator en preventiemedewerkers

De directie is verantwoordelijk voor het arbobeleid. Zij zorgt voor de verdeling van arbotaken. Via het (G)MR-overleg beschikt het personeel over inspraak bij de totstandkoming van het arbobeleid. De Arbo-wet verplicht de werkgever om een aantal preventieve taken te beleggen bij een medewerker, ook wel preventiemedewerker genoemd. Deze preventiemedewerker moet over voldoende deskundigheid en ervaring beschikken om de preventietaken goed uit te kunnen voeren. Ook moet de preventiemedewerker voldoende tijd krijgen voor de uitvoering van zijn/haar taken. Hij/zij moet de gelegenheid krijgen om de taken zelfstandig en onafhankelijk te kunnen uitvoeren. De preventiemedewerker heeft drie wettelijke taken: 1. het (mede) opstellen en uitvoeren van de RI&E 2. het adviseren en nauw samenwerken met de MR over te nemen te maatregelen voor een goed arbeidsomstandighedenbeleid 3. het (mede) uitvoeren van de maatregelen bedoeld onder punt 2 De competenties voor preventiemedewerkers worden globaal bepaald door de risico’s die op de betreffende locaties aanwezig zijn. Ze zijn o.a. beschreven in de STECR-leidraad ‘Taken en Deskundigheid van Preventiemedewerkers’ (http://www.arbobondgenoten.nl/arbothem/arbodnst/preventiemedewerker/stecrleidraadpmdw.pdf) en in het Arbo-infoblad nr. 44, Preventiemedewerker. Op grond van de aangetroffen werkplekrisico’s mag van de preventiemedewerkers bij VHL worden verwacht dat op het terrein van arbeidsomstandigheden algemene deskundigheid aanwezig is, aangevuld met specialistische kennis over Gevaarlijke stoffen en biologische agentia Fysieke belasting Fysische factoren Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) De directie stelt voor iedere locatie een arbocoördinator aan, die de arbocommissie van de betreffende locatie leidt. In deze commissie is ook de preventiemedewerker vertegenwoordigd. De werkzaamheden van de arbocoördinator zijn vastgelegd in een functiebeschrijving (Hay profiel ) en beslaan 2 tot 4 uren per week. De preventiemedewerkers zorgen samen met de arbocoördinator voor de uitvoering van de arbotaken op de locaties. 3.4.

Bedrijfshulpverlening

De directie is verantwoordelijk voor de organisatie van de bedrijfshulpverlening (BHV). Zowel voor de locatie Leeuwarden als voor Velp is een hoofd BHV aangesteld die de uitvoering hiervan regelt. VHLlocatie in Wageningen maakt deel uit van de BHV-organisatie van het Forum. De noodzakelijke opleiding voor BHV’ers (die met scholingsgelden wordt bekostigd) wordt door een deskundige organisatie verzorgd. Minstens eenmaal per jaar wordt het ontruimingsplan geoefend. De organisatie en de procedures van de BHV zijn omschreven in het calamiteitenplan. Onderdeel van dit plan is het Ontruimingsplan en het BHV plan. Iedere medewerker heeft een uittreksel uit het BHV plan met de belangrijkste procedures m.b.t. ongevallen, brand en ontruiming. Per locatie is er een intern alarm nummer vastgesteld.


6

3.5.

Milieuzorg / Duurzaamheid

De belangrijkste aandachtspunten m.b.t milieuzorg zijn  Energiezorg  Milieuzorg  Duurzame bedrijfsvoering

Van Hall Larenstein besteedt op structurele basis aandacht aan de duurzaamheidaspecten van de organisatie. Uitgangspunt is dat duurzaamheid een zaak is van alle medewerkers van VHL met als doel    

Het voldoen aan de wettelijke regelgeving Het voldoen aan convenanten als MJA3 en duurzaam inkopen in het hoger onderwijs Het invoeren van milieuzorg doormiddel van een milieuzorgsysteem Het implementeren van energiezorg door middel van een energiezorgsysteem

Afvalscheiding Een belangrijk punt bij milieuzorg is het beheersen en scheiden van de afvalstromen. Op dit moment worden de hoofdstromen gescheiden en geregistreerd (wettelijk verplicht) Het gaat hier met name om chemicaliën,papier,glas en restafval. Het is een wens vanuit de organisatie om verdere scheiding van het restafval te realiseren. E.e.a moet verder uitgewerkt worden door de Arbo werkgroep en aansluiten op het systeem van de Afvalverwerker. Het betreft vooral een scheiding van plastic, gft en rest.

4.

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van een RI&E. De RI&E wordt uitgevoerd door een veiligheidsmedewerker van de afdeling Veiligheid en Milieu of kan worden uitbesteed aan een Arbodienst. De RI&E moet worden getoetst door een gecertificeerde arbodeskundige van Wageningen UR of door een gecertificeerde Arbodienst. Door de sectie Veiligheid & Milieu van Wageningen UR (Facilitair Bedrijf, afdeling Vastgoed & Huisversting) wordt sinds 2010 de RIE Manager beschikbaar gesteld. De RIE Manager is een geautomatiseerd systeem om RI&E’s mee te maken en te beheren. De arbocoördinator bepaalt jaarlijks of gewijzigde omstandigheden een (gedeeltelijke) herhaling van de RI&E vereist.

4.1.

Aanpak en voortgang

Conform de Arbo-wet stelt de school (mede) naar aanleiding van de RI&E een plan van aanpak op. Hierin staat welke knelpunten en risico’s in welke volgorde aan bod moeten komen, welke werkzaamheden hiermee gepaard gaan, wie daarvoor verantwoordelijk is en welk budget in termen van tijd en geld daarmee gemoeid zijn. Ook is terug te lezen welke activiteiten al zijn uitgevoerd. Het plan van aanpak wordt aan de (G)MR voorgelegd. Aan het eind van het schooljaar wordt het plan van aanpak geëvalueerd en aangepast voor het volgende jaar. Dit gebeurt aan de hand van een door de arbocoördinator / preventiemedewerker te vervaardigen voortgangsverslag (een overzicht van al dan niet gerealiseerde arboactiviteiten). De bevindingen worden voorgelegd aan de (G)MR.


7

4.2.

Voorlichting

Op grond van de uitkomsten van de RI&E, teamvergaderingen en individuele gesprekken met teamleden wordt bepaald over welke risico’s het personeel voorlichting moet krijgen. In ieder geval wordt aandacht besteed aan:  de veiligheids- en werkinstructies voor docenten en studenten;  werkgebonden risico’s, zoals agressie, geweld en stress;  het verzuimbeleid en bijbehorende protocollen;  de ontwikkeling van het ziekteverzuim op school;  de introductie van nieuwe medewerkers, stagiair(e)s en studenten.

5.

Arbodienst/arbodeskundige(n)

De directie laat zich bij het vaststellen en uitvoeren van verzuimbeleid bijstaan door gecertificeerde arbodeskundigen (bedrijfsarts, arbo- en organisatiedeskundige) van Wageningen UR of van een gecertificeerde Arbodienst.

6.

Ziekteverzuimbeleid

De directie heeft in 2008 een ziekteverzuimbeleid ontwikkeld en ter instemming voorgelegd aan de personeelsvertegenwoordiging. Het verzuimbeleid wordt in 2011 aangescherpt. De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het verzuimbeleid. Zie de nota Ziekteverzuimbeleid voor een uitgebreide beschrijving. 6.1.

Overleg

Een aantal keren per schooljaar komt het sociaal-medisch team bij elkaar voor overleg. Het team bestaat uit bedrijfsarts, bedrijfs maatschappelijk werker, HR-adviseur en leidinggevende. Daarnaast wordt éénmaal per jaar een beleids-SMT gehouden waar ook een lid van de directie en hoofd HRM aan deelnemen. 6.2.

Cijfers

De managementinformatie over verzuim wordt regelmatig aan het management overlegd. De directie bespreekt de verzuimkengetallen in het managementgesprek met de leidinggevende en in het BeleidsSMT.

7.

Speciale doelgroepen

Er zal een VHL-breed introductiebeleid voor nieuwe medewerkers worden ontwikkeld. Een speciale groep zijn medewerkers of studenten die worden uitgezonden naar risico gebieden. Hiervoor worden gepaste veiligheidsmaatregelen genomen.

8.

Arbeidstijdenbeleid

De arbeidsduur en werktijden zijn conform hoofdstuk G van de CAO voor het hoger beroepsonderwijs en daarmee in overeenstemming met de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. Met de persoonlijke omstandigheden wordt – waar redelijkerwijs mogelijk – rekening gehouden bij het vaststellen van de arbeids- en rusttijden.


8

9.

Preventief beleid

De directie wil risico’s voor veiligheid, gezondheid en psychosociale arbeidsbelasting zo veel mogelijk beheersen. Zij laat zich daarbij ondersteunen door deskundige medewerkers (preventiemedewerkers). Waar uit een RI&E risico’s naar voren komen worden maatregelen genomen om deze te beheersen.

10.

Beleid t.a.v. agressie, geweld, seksuele intimidatie en discriminatie

Agressie, geweld, (seksuele) intimidatie en discriminatie jegens personeel en leerlingen worden niet getolereerd. Er is een klachtenregeling en er zijn op elke locatie vertrouwenspersonen aangesteld voor de medewerkers. Studenten kunnen tevens terecht bij decanen. VHL sluit aan bij het beleid van de WUR. Er is een registratiesysteem voor incidenten voor het melden van agressie, intimidatie en geweld. De registratie van incidenten wordt ieder half jaar besproken in de Arbocommisies en ter beschikking gesteld aan de directie. Afhankelijk van de aard en het aantal incidenten neemt de directie besluiten. Zie ook bijlage 2. De sociale veiligheid is een aandachtspunt. Er zijn signalen dat niet iedereen zich veilig voelt (oa uit MM 2010). Er is een klachtenregeling en er zijn vertrouwenspersonen. Echter van helder beleid is nog geen sprake. De directie wenst nog in 2011 beleid vast te stellen waarin minimaal is opgenomen;  Incidentenregistratie  Protocol voor directe opvang bij agressief of ander ongewenst gedrag  Training voor medewerkers die te maken hebben met agressieve klanten  Gedragsregels voor studenten en medewerkers  Voorlichting mbt gedragsregels en opvangvoorzieningen

11.

Veilig werken in laboratoria /opslag en beheer chemicaliën

Op de laboratoria zijn veiligheidsvoorschriften en huishoudelijke reglementen aanwezig. De labdocenten en labbeheerders zijn verantwoordelijk voor de veiligheid en zien er op toe dat de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd. De voorzieningen m.b.t. veiligheid moeten aanwezig zijn en aan de wettelijke eisen voldoen. Labbeheerders zien er op toe dat het noodzakelijk onderhoud aan apparatuur en machines uitgevoerd wordt. (m.b.t. veiligheid ) Chemicaliën worden centraal ingekocht en opgeslagen in het chemicaliënmagazijn. De magazijnbeheerders van het chemicaliën magazijn zijn verantwoordelijk voor veilige opslag , beheer registratie en distributie. Op de laboratoria mag alleen een kleine werkvoorraad aanwezig zijn. Labbeheerder zorgen er voor dat chemisch afval van de laboratoria terug gaat naar het magazijn. De magazijnbeheerder zorgt voor een veilige afvoer naar de afvalverwerking . De beheerder houd een verplichte afvalregistratie bij.


9

12.

Incidenten registratie en melding van ongevallen

Er wordt een (bijna)ongevalregistratie bijgehouden. Per locatie registreert de arbocoördinator of een daarvoor aangewezen persoon de ongevallen met behulp van een digitaal incidenten meldingsformulier. Dit formulier staat op Intranet op de site van Veiligheid en Milieu. Intranet-Services---Veiligheid en Milieu----I -----Incidentenregistratie Het formulier moet binnen 24 uur na het ongeval door het betrokken personeelslid en/of student worden ingevuld. Het formulier is ook verkrijgbaar bij de arbocoördinator of bij de conciërge. Elk half jaar bespreekt de arbocoördinator het register met de Arbocommissies In het register worden ongevallen opgenomen die lichamelijk letsel en/of (ziekte)verzuim tot gevolg hebben. Ook als er sprake is van letsel zonder verzuim, wordt het ongeval vastgelegd. Uit de geregistreerde informatie blijkt of er gevaarlijke situaties zijn of kunnen ontstaan en welke acties moeten worden ondernomen. Conform artikel 9, lid 1 van de Arbo-wet meldt de werkgever alle arbeidsongevallen die leiden tot de dood, een blijvend letsel of een ziekenhuisopname direct aan de Arbeidsinspectie en rapporteert hierover desgevraagd zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de Arbeidsinspectie. Voor de melding aan de Arbeidsinspectie wordt gebruik van het digitale formulier op de site van de Arbeidsinspectie De registratie van ongevallen wordt opgenomen in de arbo-evaluatie en ter beschikking gesteld aan de directie en de (G)MR

13.

Financiering

Mede op basis van het plan van aanpak voortkomend uit de RI&E wordt er jaarlijks een afzonderlijk budget beschikbaar gesteld voor het aanpakken en oplossen van knelpunten op het gebied van arbeidsomstandigheden. De scholing van de arbocoördinator, preventiemedewerkers, BHV-ers en andere personeelsleden die belast zijn met het uitvoeren van taken op het gebied van arbeidsomstandigheden wordt gefinancierd uit het scholingsbudget dat wordt beheerd door de arbocoordinator.

Voor de locaties Velp en Leeuwarden is extra budget nodig voor het aanstellen van preventiemedewerkers. Het voorstel is Voor de locatie Leeuwarden 0,1 fte Voor de locatie Velp 0.05 fte De vestiging Leeuwarden vraagt meer aandacht omdat er veel laboratoria en technologiehallen zijn met specifieke veiligheidsaspecten. Het streven is om preventiemedewerkers aan te stellen vanuit het primaire proces.


10

Bijlage 1 Verdeling taken en verantwoordelijkheden In het onderwijs is het bevoegd gezag/bestuur als werkgever verantwoordelijk voor de uitvoering van het complete arbobeleid. In de praktijk vervult de directie (zie het directiestatuut) deze rol waar het gaat om een aantal belangrijke verplichtingen. Directie ziet erop toe dat de verplichtingen worden uitgevoerd. Om uitvoering te geven aan het arbobeleid is het noodzakelijk om de taken en verantwoordelijkheden te benoemen en te verdelen. De Algemene directie (in overleg met Arbostuurgroep )  vaststellen arbobeleidsplan;  vaststellen van een arbobudget;  mandateren van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, waaronder het aanstellen van arbocoördinator(en);  toekennen middelen;  overleg voeren met (G)MR  (laten) uitvoeren van de RI&E en vaststellen van het plan van aanpak;  verdelen van arbotaken  aanstellen van preventiemedewerkers en bedrijfshulpverleners;  informeren en adviseren over arbozaken. Leidinggevenden  overleg met team;  overleggen met en informatie verstrekken aan directie en vertrouwenspersoon;  verzuimbegeleiding. Personeelsvertegenwoordiging (G)MR  overleg en advies m.b.t. regels inzake arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden;  instemmingsrecht t.a.v. voorgenomen besluiten inzake o.a.: o contract Arbodienst o arbobeleid; o arbojaarplan en arbobeleidsplan o organisatie van preventietaken. Arbocoördinator  leiden en stimuleren arbocommissies;  overleggen met en adviseren aan schoolleiding, MR en vertrouwenspersonen;  signaleren risico’s;  coördineren/uitvoeren plan van aanpak;  coördineren/uitvoering RI&E;  coördineren bedrijfshulpverlening.  organiseren van scholing en training Deskundige medewerkers met preventietaken (preventiemedewerkers)  (mede)opstellen en uitvoeren van RI&E’s;  taken met betrekking tot bedrijfshulpverlening;  personeel van informatie voorzien;  signaleren van risico’s en bespreken in arbo-overleg;  uitvoeren van arbomaatregelen.


11

Bijlage 2

Incidentregistratieformulier Van Hall Larenstein Locatie: …………………………………………..

Naam getroffene:……………………………………………………………… Adres: ………………………………………………………………………….. Postcode en plaats: ……………………………………………………………. Getroffene is: Werknemer / stagiair / student/ anders namelijk ..................................... Datum en tijdstip incident:…………………………………………………… Vorm o o o o o o o

Fysiek Verbaal Dreigen Vernielzucht Diefstal Ongeval Anders

nl:……………………………………………………….. nl:……………………………………………………….. nl:……………………………………………………….. nl:……………………………………………………….. nl:……………………………………………………….. nl: nl:………………………………………………………..

Behandeling: o o o o o

Geen Behandeling in ziekenhuis/ EHBO Opname in ziekenhuis Ziekteverzuim / leerverzuim Anders nl:……………………………………………………………….

Schade: o o o o

Materieel Fysiek letsel Psych. Letsel Anders

Kosten: nl:……………………… nl:……………………… nl:……………………… nl:………………………

€………… €………… €……........ € ………..

Afhandeling: o o o

Politie ingeschakeld Melding arbeidsinspectie Psychische opvang

aangifte gedaan: ernstig ongeval: nazorg:

ja/nee* ja/nee* ja/nee*

*Doorhalen wat niet van toepassing is


12

Korte beschrijving van het incident/ongeval ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… …………………………………… Suggesties voor verdere afhandeling: ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... .................................

Suggesties voor preventie de toekomst: ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ............................................................................................................ ………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………..

Plaats………………………………… …..Datum…………………………………….. Handtekening getroffene………………………………………………………………..


13

Procedure registratie bij incidenten 

Alle incidenten worden geregistreerd.



De incidenten worden geregistreerd door de Arbocoordinator / preventiemedewerker



De Directie en de Arbocommisie worden op de hoogte gesteld door de Arbocoordinator



De registraties worden bewaard door de Arbocoordinator



De directie, Arbo-coordinator en HRM adviseurs hebben inzage



De registratie wordt besproken in de Arbocommisie .



Arbocommisie geeft advies aan de directie m.b.t. actiepunten.


14

ARBO- en MILIEUBELEIDSPLAN. Van Hall Larenstein

Recommend Documents