Uitgifte Repertoriumnummer
Uitgereikt aan
2014 / Datum van uitspraak
03 juni 2014
op € JGR
Rolnummer
2013/AB/554
Arbeidshof te Brussel derde kamer
Arrest
Arbeidshof te Brussel – 2013/AB/554 – p. 2
ARBEIDSRECHT - arbeidsovereenkomst bediende tegensprekelijk arrest definitief
GERARDIS & CO BVBA, met maatschappelijke zetel te 3001 HEVERLEE, Koning Leopold III laan 13, appellante, vertegenwoordigd door mr. CLEREBAUT Karlien loco mr. BLANPAIN Bruno, advocaat te 1150 BRUSSEL, Tervurenlaan 270.
tegen VHL, wonende te, geïntimeerde, verschijnend in persoon en bijgestaan door mevrouw BOEHLEN Cynthia, afgevaardigde van een representatieve organisatie van werknemers, houdster van een schriftelijke volmacht, kantoorhoudend te 3010 KESSEL - LO, Martelarenlaan 8.
*** * Na beraad, spreekt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest uit: Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid: -
het voor eensluidend verklaard afschrift van het bestreden vonnis, uitgesproken op tegenspraak op 21 maart 2013 door de arbeidsrechtbank te Leuven, 1e B kamer (A.R. 12/1117/A),
-
het verzoekschrift tot hoger beroep, ontvangen ter griffie van dit hof op 21 mei 2013,
-
de conclusie voor de appellante,
-
de conclusies voor de geïntimeerde,
-
de voorgelegde stukken. *** *
Arbeidshof te Brussel – 2013/AB/554 – p. 3
De partijen hebben hun middelen en conclusies uiteengezet tijdens de openbare terechtzitting van 6 mei 2014, waarna de debatten werden gesloten, de zaak in beraad werd genomen en voor uitspraak werd gesteld op heden. *** * I. FEITEN EN RECHTSPLEGING 1. Op 5 augustus 2009 ondertekenden de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een bvba Gerardis & Co Boekhoudersassociatie (hierna verkort aangeduid als Gerardis) en VHL een voltijdse arbeidsovereenkomst voor bedienden van onbepaalde tijd, waardoor VHL in dienst kwam op 10 augustus 2009. 2. Op 14 mei 2012 wordt VHL arbeidsongeschikt wegens ziekte en ze brengt een medisch attest binnen voor een vermoedelijke duur tot 16 mei 2012. Op 16 mei 2012 wordt een verlengingsattest tot 20 mei 2012 overgemaakt met vermelding dat het verlaten van de woonst is toegestaan en dat behoudens verwikkelingen de activiteiten volledig mogen worden hervat op 21 mei 2012. 3. Bij gerechtsdeurwaarderexploot van 18 mei 2012 wordt haar ontslag om dringende redenen betekend met opgave van volgende motieven: Heden, 18 mei 2012, kwamen ons immers volgende feiten ter kennis die een dergelijk ontslag rechtvaardigen. Maandag 14 mei zou u onwel geworden zijn op kantoor en klaagde u over maag- en darmklachten, u bent dan ook naar huis gegaan. Dinsdag kregen wij een getuigschrift van werkonbekwaamheid tot en met woensdag 16 mei 2012. Een uurtje nadat wij u woensdag hadden gebeld om te informeren of jij die avond naar de update cursus vennootschapsbelastingen waarvoor u ingeschreven zou gaan belde jij ons terug om te melden dat jij opnieuw naar de dokter was geweest en dat jij arbeidsongeschikt zou zijn tot zondag 20 mei 2012. Vandaag kregen wij het doktersbriefje aangetekend opgestuurd. Op de website van Kom op tegen Kanker http://www.1000km.be/ vinden wij echter een duidelijk bewijs dat u gisteren, tijdens uw ziekteverlof, actief hebt deelgenomen aan dit fietsevenement.
Arbeidshof te Brussel – 2013/AB/554 – p. 4
Arbeidsongeschikt zijn en ondertussen 1.000 km fietsen is onverenigbaar en beschouwen wij als een flagrante fout welke elke verdere samenwerking met onmiddellijke ingang onmogelijk maakt. In bijlage kan u een dubbel van onze vaststellingen, die wij ook laten bekrachtigen door een deurwaarder, vinden. … Bijlage bewijs inschrijving voor de 1000 km van Kom op tegen Kanker, 1 blz. Bewijs actieve deelname aan de 1000 km van Kom op tegen Kanker, 2 blz. 4. Bij aangetekende brief van 22 mei 2012 van de vakorganisatie van VHL wordt dit ontslag betwist, omdat de activiteit tijdens de arbeidsongeschiktheid (stress) gebeurde met akkoord van haar arts, terwijl geen controlearts de ziekte verifieerde. In een antwoordbrief van de raadsman van Gerardis werd dit gemotiveerd tegengesproken en werd het ontslag bevestigd. Bij brief van de vakorganisatie d.d. 19 juni 2012 werd volgende vordering gesteld: - een opzeggingsvergoeding van 3 maanden of € 7.587,54 - een pro rata eindejaarspremie van € 750 en het vertrekvakantiegeld hierop van € 115,05 - feestdagenloon voor 28 mei 2012 van € 86,96 en het vertrekvakantiegeld hierop van € 13,34. Bij antwoordbrief van de raadsman van de vennootschap werd deze vordering afgewezen. 5. Op 17 juli 2012 dagvaardde VHL Gerardis in betaling van bovenvermelde bedragen, vermeerderd met intresten en kosten en tot afgifte van de overeenstemmende sociale en fiscale documenten. 6. Bij vonnis van de arbeidsrechtbank te Leuven van 21 maart 2013 kende de rechtbank deze vordering toe. De dringende reden werd niet aanvaard. 7. Bij verzoekschrift tot hoger beroep, ontvangen ter griffie van het arbeidshof te Brussel op 21 mei 2013, tekende Gerardis hoger beroep aan en vroeg de afwijzing van de vordering.
Arbeidshof te Brussel – 2013/AB/554 – p. 5
II. BEOORDELING 1. Het hoger beroep werd tijdig en met een naar de vorm regelmatige akte ingesteld, zodat het ontvankelijk is. Dit wordt overigens niet betwist. De dringende reden 2. Er is geen discussie tussen partijen dat de vormvereisten voor een ontslag om dringende redenen werden nageleefd. Ook over de feitelijkheid als dusdanig bestaat geen discussie, zij het dat aanvaard wordt dat VHL enkel op 18 mei 2012 deelgenomen heeft aan de benefietactiviteit door het rijden van een etappe van 250 km. De discussie betreft de appreciatie of deze feitelijkheid een ontslag om dringende reden kan verantwoorden. Over de randgegevens daarbij bestaat wel betwisting. De grond van de dringende reden 3. Artikel 35 van de arbeidsovereenkomstenwet omschrijft de dringende reden als de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk onmogelijk maakt. Hieruit volgt dat 3 voorwaarden cumulatief aanwezig moeten zijn: - er moet een ernstige tekortkoming zijn van de werknemer, - die elke professionele samenwerking onmogelijk maakt, - en dit op een bijzondere manier met name onmiddellijk en definitief. Artikel 35 laatste lid van de arbeidsovereenkomstenwet zegt dat de partij die een dringende reden inroept hiervan het bewijs dient te leveren. Naast het foutief karakter (Cass. 23 oktober 1989, JTT 1989, 432) zal de rechter dus tevens de ernst van de tekortkoming dienen te beoordelen. (cfr. J. MALLIE, noot onder Arbh. Brussel, 20.6.1980, T.S.R. 1981,41). Bij de beoordeling van een dringende reden dient uiteraard rekening te worden gehouden met de omstandigheden eigen aan de zaak. Het feit dat het ontslag om dringende reden rechtvaardigt, is immers het feit met inachtneming van alle omstandigheden die het feit het karakter van een zwaarwichtig motief geven (Cass., 13 december 1982, Arr. Cass., 19821983, 504; Cass., 16 juni 1971, JTT 1972, 37; Cass., 23 mei 1973, JTT 1973, 212).
Arbeidshof te Brussel – 2013/AB/554 – p. 6
4. Gerardis laat o.m. gelden dat het deelnemen aan de sponsoractiviteit van Kom op tegen Kanker op 18 mei 2012 over een afstand van 250 km onverenigbaar is met de voorgehouden arbeidsongeschiktheid en dat de deelname aan deze activiteit vooraf moest gepland zijn; een dergelijke deelname brengt het herstel in het gedrang. 5. Ze veronachtzaamt daarbij dat VHL lid was van een wielerclub met getrainde wielerliefhebbers, die dus ervaring hadden. Voor haar waren dergelijke deelnames niet uitzonderlijk of buitengewoon. De deelname gebeurde ook in het kader van de club. Of de sponsoring voor die dag op haar naam gebeurde, blijkt niet. Mogelijk engageerde de club zich voor een gezamenlijke prestatie of voor een aantal deelnames zonder de fietsers met naam te noemen. Zelfs indien de sponsoring voorbereid was, dan volgt daaruit nog niet meteen dat de deelname van VHL op vrijdag een absolute vereiste was. Het ging immers om een vierdaagse tijdens een lang week-end en anders dan Gerardis in de ontslagbrief voorhield, nam ze slechts deel aan 250 van de 1000 km, zodat deze afstand door haar ook op een vrije dag kon gereden worden. De uitweiding over het wel/geen verlof hebben aangevraagd, is dan ook weinig relevant voor de beoordeling van de dringende reden. 6. VHL houdt zelf voor dat haar ziekte het gevolg van stress is, niettemin behoort de reden van de arbeidsongeschiktheid in beginsel tot de privésfeer; al even irrelevant is waardoor de stress veroorzaakt werd; voor de objectieve beoordeling van de dringende reden kan een getuigenverhoor met een subjectieve interpretatie van medische gegevens niets bijbrengen. Stress wijst alleszins eerder op een mentale aandoening. Hierbij kan een fysieke inspanning een weldoende invloed hebben; de impact van deze inspanning wordt bepaald door de voorgeschiedenis en trainingervaring van de betrokkene. VHL houdt voor dat ze hierover medisch advies gevraagd heeft aan haar behandelende arts, die in een attest bevestigt dat ze tijdens de voorgaande periode van haar ziekteverlof (van 14/5/2012) medisch gevolgd werd in haar fietstraining. Het verlengingsattest van de arbeidsongeschiktheid tot 20 mei werd uitgeschreven door een arts van dezelfde groepspraktijk; noch het initiële attest, noch het verlengingsattest werden
Arbeidshof te Brussel – 2013/AB/554 – p. 7
gecontroleerd door een controledokter, uitgezonden door de werkgever, zodat kan aangenomen worden dat de vaststellingen en beweringen van de behandelende arts voldoende objectief, correct en geloofwaardig zijn. 7. De medische attesten die Gerardis voorlegt, kunnen daaraan geen afbreuk doen, omdat ze slechts algemene verklaringen bevatten, zonder dat er enig concreet klinisch onderzoek gebeurde. Bovendien waren de auteurs niet op de hoogte van de correcte omstandigheden, zoals de ervarenheid van VHL, de ploegbegeleiding en de medische opvolging. 8. Gerardis heeft het niet nodig gevonden om deze voor een juiste beoordeling onontbeerlijke randgegevens te checken, wat ze gemakkelijk had kunnen doen door VHL voorafgaandelijk te verhoren, zodat ze de juiste omstandigheden had kunnen vernemen. Thans heeft Gerardis zich beperkt tot het nazien van enkele feiten rond de sponsortocht op internet, zonder de weerslag op de situatie van VHL precies te onderzoeken. 9. Gelet op het medisch advies en begeleiding, komt de verweten tekortkoming er op neer dat ze het advies van haar behandelende arts heeft gevolgd en dit niet in vraag heeft gesteld. Zelfs indien de behandelende arts zich zou hebben vergist in zijn beoordeling, ziet men niet in hoe dit in hoofde van VHL een ernstige tekortkoming kan zijn. Alleszins kan vanuit de gegevens van de zaak niet vastgesteld worden dat ze op roekeloze wijze haar herstel in gevaar zou hebben gebracht. Ook het feit dat het herstel nog na het ontslag heeft voortgeduurd, is geen aanwijzing dat ze het herstel in het gedrang zou hebben gebracht, gelet op het advies dat ze van haar arts had gekregen. Het feit dat de behandelende arts anderzijds het volgen van een bijscholingscursus vanuit de stressproblematiek niet opportuun achtte, verandert in de beoordeling van de deelname aan de fietstocht niets. 10. Men kan met de eerste rechter enkel vaststellen dat Gerardis rekening houdend met de juiste omstandigheden geen ernstige tekortkoming kan aantonen die de professionele samenwerking onmiddellijk onmogelijk zou maken. Het verwijt dat de deelname haar medisch herstel zou hypothekeren is ongegrond.
Arbeidshof te Brussel – 2013/AB/554 – p. 8
Terecht werd de dringende reden niet aanvaard en de bijkomende, meestal overdreven subjectieve beschouwingen, kunnen hieraan geen afbreuk doen. Het hoger beroep is daardoor ongegrond. Immers, de gegrondheid van de vordering betreffende de opzeggingsvergoeding, pro rata eindejaarspremie en feestdagenloon met het daarbij horende vertrekvakantiegeld, wordt telkens aangevochten vanuit de verkeerde premisse dat er een dringende reden is. De becijfering van de vorderingen wordt nergens in concreto betwist.
OM DEZE REDENEN HET ARBEIDSHOF
Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op artikel 24, Recht sprekend op tegenspraak, Verklaart het hoger beroep ontvankelijk doch ongegrond. Bevestigt het bestreden vonnis. Veroordeelt appellante tot de gerechtskosten van het hoger beroep, deze aan de zijde van VHL vereffent op nihil, geen rechtsplegingsvergoeding verschuldigd zijnde, daar ze niet wordt bijgestaan door een advocaat.
Aldus gewezen en ondertekend door de derde kamer van het Arbeidshof te Brussel, samengesteld uit:
Arbeidshof te Brussel – 2013/AB/554 – p. 9
Lieven LENAERTS, Lucrèce REYBROECK, Koen DRIES, bijgestaan door : Kelly CUVELIER,
kamervoorzitter, raadsheer in sociale zaken, werkgever, raadsheer in sociale zaken, werknemer-bediende,
Lieven LENAERTS,
Kelly CUVELIER,
Lucrèce REYBROECK,
Koen DRIES.
griffier.
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van dinsdag 3 juni 2014 door: Lieven LENAERTS, kamervoorzitter, bijgestaan door Kelly CUVELIER, griffier.
Lieven LENAERTS,
Kelly CUVELIER.