APRIL 2014 Inhoud
Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 2013 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de centra seksuele gezondheid, aangiftecijfers en cijfers van de Stichting HIV Monitoring (SHM). Daarnaast worden ook trends gepresenteerd. Behalve bij de centra seksuele gezondheid, worden jaarlijks ook veel soa-testen uitgevoerd bij de huisarts; deze gegevens zijn niet meegenomen in deze thermometer, omdat de cijfers nog niet beschikbaar zijn. Belangrijkste bevindingen
• Het aantal uitgevoerde soa-consulten is opnieuw toegenomen in 2013 (+10%). • Hoewel licht gedaald, blijft het percentage bezoekers gediagnosticeerd met één of meer soa (chlamydia, gonorroe, infectieuze syfilis, hepatitis B of hiv) zeer hoog (14,7%). Bij MSM was het vindpercentage 19,3%, bij heteroseksuele mannen 13,9% en bij vrouwen 13,2%. • Het percentage positieve soa-testen is hoog bij personen die gewaarschuwd zijn voor een soa (30%). • Het absolute aantal opgespoorde gevallen van chlamydia is toegenomen door een toename in het aantal testen; het percentage positieve chlamydiatesten lijkt zich te stabiliseren. • Vergeleken met 2012 is zowel het aantal LGV-diagnoses als het vindpercentage LGV afgenomen naar respectievelijk 105 nieuwe gevallen en een vindpercentage van 6,7%. • Het aantal opgespoorde gonorroe-infecties steeg met 4% vergeleken met 2012, door een toename in het aantal uitgevoerde testen. Het percentage positieve gonorroetesten lijkt zich te stabiliseren. • Hoewel tegen de huidige eerste-keus-therapie (ceftriaxon) nog geen resistentie is gevonden, blijft monitoren van resistentie bij gonokokken essentieel. • Het aantal diagnoses van infectieuze syfilis is ten opzichte van 2012 met 10% gestegen naar 626 in 2013 door een toename in het aantal testen. Vanaf 2004 is een dalende trend waar te nemen in het percentage positieve testen voor syfilis, maar sinds 2012 lijkt dit zich te stabiliseren. Bij heteroseksuele mannen en vrouwen blijft het percentage positieve syfilistesten erg laag. • Van de bekend hiv-positieve MSM die de centra seksuele gezondheid bezochten werd 56% getest op hepatitis C, en bij 1,4% werd een infectie gevonden. • Het aantal nieuw geregistreerde personen in zorg met hiv in Nederland was 1.175 in 2013; dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. • Het percentage bezoekers van de centra seksuele gezondheid dat veel risicogedrag (≥3 partners in laatste 6 maanden en geen condoomgebruik bij het laatste contact met een losse partner) rapporteert blijft erg hoog, maar lijkt zich sinds 2012 te stabiliseren.
Pagina 1 van 9
Soa-consulten bij centra seksuele gezondheid
In 2013 zijn 133.585 nieuwe consulten geregistreerd, een toename van 10% ten opzichte van 2012 (fig. 1). De toename in het aantal consulten was bij vrouwen en MSM 12% naar respectievelijk 65.104 en 27.497 consulten. Bij heteroseksuele mannen steeg het aantal consulten met 6% tot 40.872. Het aandeel jonge bezoekers (<25 jaar) was 49%, vergelijkbaar met vorig jaar. Zevenenzestig procent was autochtone Nederlander, 16% was 1e generatie migrant, 15% was 2e generatie migrant en bij 2% was dit onbekend. Zoals ook vorig jaar, voldeed 99% van de bezoekers aan minimaal één van de gestelde indicatiecriteria. 25.0
70000 60000
20.0
50000 40000
15.0
30000
10.0
20000
5.0
10000 0
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
0.0
Vrouw aantal consulten
Heteroman aantal consulten
MSM aantal consulten
Vrouw vindpercentage
Heteroman vindpercentage
MSM vindpercentage
Figuur 1: Aantal consulten (linker as) en vindpercentage (rechter as), 2006-2013 Soa
In 2013 werd bij 14,7% van de bezoekers van de centra seksuele gezondheid één (of meer) soa gevonden (2012: 15,1%). Dit vindpercentage was hoger voor MSM (19,3%) dan voor heteroseksuele mannen (13,9%) en vrouwen (13,2%, fig. 1). Het vindpercentage verschilt ook per indicatiecriterium, met de hoogste vindpercentages bij personen die gewaarschuwd zijn voor een soa (30%, fig. 2).
Pagina 2 van 9
35 30 25 20 15 10 5 0
2011
2012
2013
Figuur 2: Vindpercentages naar indicatiecriterium, 2011-2013
18000
700
16000
600
14000
500
12000 10000
400
8000
300
6000
200
4000
100
2000 0
2006
2007
2008
gonorroe
2009 chlamydia
2010
2011 syfilis
2012
2013
0
HIV
Figuur 3: Aantal diagnoses gonorroe, chlamydia (linker as), syfilis en hiv (rechter as), 2006-2013 Chlamydia Chlamydia was in 2013 met 15.767 nieuwe gevallen de meest gediagnosticeerde soa binnen de centra seksuele gezondheid, net als in voorgaande jaren (fig. 3). Het absolute aantal gevallen van chlamydia nam toe met 7% in vergelijking met 2012. Het percentage positieve testen voor chlamydia stijgt al sinds 2007 bij heteroseksuele mannen en vrouwen, maar lijkt nu iets af te nemen bij heteroseksuele mannen: van 13,3% in 2012 naar 12,8% in 2013. Bij vrouwen lijkt het zich te stabiliseren en is het percentage positieve testen net als in 2012 12,2%. Ook bij MSM daalde het percentage positieve testen: van 10,5% in 2012 naar 9,6% in 2013 (fig. 4). Net als in 2012, was met name bij jonge heteroseksuelen tot 25 jaar het percentage positieve testen hoog met 15,1%. Binnen deze groep lag het Pagina 3 van 9
hoogste vindpercentage bij 15-19 jarigen: 19,0%. In 2013 vonden 16.301 consulten onder jongeren zonder aanvullende indicatie plaats, die sinds de wijziging in het testbeleid alleen nog maar op chlamydia worden getest. Bij 1.273 (7,8%) consulten werd een chlamydia-infectie gevonden, waarna deze personen verder zijn getest; in 14 van deze consulten (1,1%) werd een gonorroe infectie gevonden, syfilis en hiv werden niet gevonden. 70000
14
60000
12
50000
10
40000
8
30000
6
20000
4
10000
2
0
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
aantal testen vrouwen
aantal testen heteroman
aantal testen MSM
vrouw % pos
heteroman % pos
MSM % pos
0
Figuur 4: Chlamydia: aantal testen (linker as) en percentage positieve testen (rechter as), 2006-2013 LGV In 2013 werd in 1857 consulten bij MSM een anorectale chlamydia infectie vastgesteld (vindpercentage 8,2%, fig. 5). Bij 84% (n=1560) van deze MSM met een anorectale chlamydia-infectie werd verder getest op LGV (2012: 81%) en het percentage positieve LGV-testen was 6,7% (n=105). Vergeleken met 2012 is zowel het aantal LGV-diagnoses als het vindpercentage LGV weer afgenomen (2012: n=183 en vindpercentage 12,7%). Achtenzeventig procent (n=83) van de LGVpatiënten was bekend hiv-positief en bij 2% (n=2) werd een nieuwe hiv-infectie gediagnosticeerd. 25 20 15 10
0
jan apr jul okt jan apr jul okt jan apr jul okt jan apr jul okt jan apr jul okt jan apr jul okt jan apr jul okt jan apr jul okt
5
2006
2007
2008
2009
2010
Figuur 5: LGV: aantal diagnoses per maand, 2006-2013
2011
2012
2013
Pagina 4 van 9
Gonorroe
Het aantal opgespoorde gevallen van gonorroe steeg met 4% tot 4.153 gevallen in 2013 (fig. 3). Bij vrouwen nam het aantal infecties licht toe van 964 in 2012 tot 991 gevallen in 2013, bij heteroseksuele mannen daalde het van 736 naar 621 gevallen en bij MSM steeg het aantal gevallen van 2.291 in 2012 tot 2.541 in 2013. Sinds 2010 is een licht stijgende trend te zien in percentage positieve testen bij zowel vrouwen (van 1,1% in 2010 tot 1,8% in 2013, fig. 6) als MSM (van 8,3% in 2010 tot 9,3% in 2013). Bij heteromannen is de toename in percentage positieve testen die tot en met 2012 te zien was gestabiliseerd (1,7% in 2013). 60000
12
50000
10
40000
8
30000
6
20000
4
10000
2
0
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
aantal testen vrouwen
aantal testen heteroman
aantal testen MSM
vrouw gonorroe % pos
heteroman gonorroe % pos
MSM gonorroe % pos
0
Figuur 6: Gonorroe: aantal testen (linker as) en percentage positieve testen (rechter as), 2006-2013 Gonokokkenresistentie In 2013 is bij 1.548 personen met gonorroe (48%) een gevoeligheidsbepaling gedaan in het kader van het GRAS project. Resistentie tegen het huidige middel van eerste keus ceftriaxon werd niet gevonden. De resistentie (volgens EUCAST criteria: e MIC > 0.12) tegen cefotaxim, een 3 generatie cefalosporine, was in 2013 2%, vergeleken met 3% in 2012, en werd in 2013 vooral bij heteroseksuele mannen, bij patiënten die seksueel contact hadden met CSW en bij patiënten van LatijnsAmerikaanse of Turkse afkomst gevonden. De resistentie tegen ciprofloxacine is in 2013 licht gestegen tot 34% ten opzichte van vorig jaar (2012: 28%). Zeven procent van de isolaten was resistent tegen azitromycine (2012: 6%). Hoewel er binnen GRAS nog geen therapie falen tegen de huidige 1e keus van behandeling (ceftriaxon) is gerapporteerd, blijft monitoring van belang, zeker gezien de gerapporteerde resistentie tegen 3e generatie cefalosporines in Europa.
Pagina 5 van 9
Syfilis
Het aantal diagnoses van infectieuze syfilis is in 2013 gestegen met 10% tot 626 diagnoses (fig. 3). Bij heteroseksuele mannen daalde het aantal infecties van 38 in 2012 naar 31 in 2013, bij MSM steeg het aantal diagnoses van 517 naar 581 (+12%) en bij vrouwen daalde het aantal diagnoses van 16 naar 14 infecties. Bij MSM was het vindpercentage in 2013 net als in 2012 2,1%, bij heteroseksuele mannen en vrouwen was het vindpercentage respectievelijk 0,09% en 0,03%. De lange termijn trend laat een daling zien tot en met 2011 in zowel het aantal diagnoses als het percentage positieve testen. In 2013 nam het aantal diagnoses echter weer toe en ook daalde het percentage positieve testen niet meer sinds 2012 (fig. 7). 60000
7
50000
6 5
40000
4
30000
3
20000
2
10000 0
1 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
aantal testen vrouwen
aantal testen heteroman
aantal testen MSM
vrouw % pos
heteroman % pos
MSM % pos
0
Figuur 7: Syfilis: aantal testen (linker as) en percentage positieve testen (rechter as), 2006-2013 Hepatitis B
In totaal werden in 2013 in het kader van de aangifteplicht 130 meldingen van acute hepatitis B gedaan (peildatum: 1 maart 2014), een afname van 23% vergeleken met 2012 (n=169). De meest gerapporteerde transmissieroutes zijn besmetting via heteroseksueel contact (34%) en via MSM (22%). Bij 28% was de transmissieroute onbekend. Binnen de centra seksuele gezondheid werden in 2013 172 diagnoses infectieuze hepatitis B (acuut en chronisch) gesteld, in 2012 waren dit er 175. Hepatitis C
Binnen de centra seksuele gezondheid werd in 2.990 consulten op hepatitis C getest. Zesenvijftig procent van de bekend hiv-positieve MSM werd op HCV getest (n=2.228). Er werd 36 keer de diagnose infectieuze hepatitis C gesteld, waarvan 34 (94%) bij MSM. Hiervan waren er 31 bekend hiv positief (vindpercentage 1,4%). In de aangiftecijfers van acute hepatitis C is het aantal meldingen ten opzichte van 2012 gestegen naar 62 nieuwe gevallen in 2013 (2012: 36), waarbij besmetting bij MSM de meest gerapporteerde transmissieroute was (n=51, 82%). Intraveneus druggebruik werd gerapporteerd bij 2 personen en bij 5 personen was de transmissieroute onbekend.
Pagina 6 van 9
Hiv-infecties/AIDS
Centra seksuele gezondheid In 2013 zijn 356 nieuwe hiv-diagnoses gesteld, vergelijkbaar met 2012 (fig. 3). Vergeleken met 2012 bleef het percentage positieve testen gelijk bij zowel heteroseksuele mannen en vrouwen als bij MSM (respectievelijk 0,04%, 0,05% en 1,4%, fig. 8). Van alle heteroseksuele bezoekers had 0,1% een bekende positieve hiv-status en was 47% nog niet eerder op hiv getest; bij MSM was 15% bekend hiv positief en rapporteerde 12% niet eerder op hiv te zijn getest. In 2013 werd, net als in 2012, bij 31% van de bekend hiv-positieve MSM één (of meer) soa gevonden. 4
60000 50000
3
40000
2
30000 20000
1
10000 0
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
aantal testen vrouwen
aantal testen heteroman
aantal testen MSM
vrouw % pos
heteroman % pos
MSM % pos
0
Figuur 8: Hiv: aantal testen (linker as) en percentage positieve testen (rechter as), 2006-2013 Hiv-behandelcentra (SHM) Op 31 december 2013 werden er 21.723 hiv-geïnfecteerde personen (met bekende diagnosedatum) gemonitord door de behandelcentra en de SHM (17.344 mannen en 4.379 vrouwen). Hiervan zijn 19.511 patiënten nog in leven. In 2013 zijn 1.175 nieuwe hiv-patiënten in zorg aangemeld. In 2012 en 2011 waren dit er respectievelijk 1.234 en 1.343. Analyses naar diagnosejaar laten zien dat in 2012 1.005 nieuwe hiv-diagnoses zijn gesteld. In 2013 zijn dit er vooralsnog 829, maar dit aantal zal naar verwachting nog toenemen nadat rapportagevertraging is verwerkt. Het aandeel mannen van alle gediagnosticeerden is sinds 2003 gestegen van 70% tot 87% (2013). In 2013 was 70% geïnfecteerd door MSM-contact, 23% door heteroseksueel contact (mannen en vrouwen) en 5% had een andere of onbekende transmissieroute. Het totale aantal AIDS-diagnoses is de laatste jaren gedaald van 356 in 2005 naar 244 in 2012. In 2013 waren dit er tot nog toe 155.
Pagina 7 van 9
Seksueel gedrag
Net als in 2012, rapporteerde 57% van de mannelijke heteroseksuele bezoekers van de centra seksuele gezondheid 3 of meer seksuele contacten in de afgelopen 6 maanden, bij MSM was dit 74% en bij vrouwen 38% (fig. 9). Van alle heteroseksuele mannen wiens laatste sekscontact met een losse partner was, gebruikte 68% geen condoom, bij MSM was dit 58% en bij vrouwen 66%. Bij MSM is dit aandeel afgenomen in vergelijking met 2012 (66%). %
80 70 60 50 40 30 20
3 of meer partners in < 6 maanden 2009
2010
MSM
Heteroman
Vrouw
MSM
Heteroman
0
Vrouw
10
Geen condoom gebruikt bij laatste sekscontact met losse partner* 2011
2012
2013
* Condoomgebruik bij laatste sekscontact is pas sinds 2011 een verplichte vraag
Figuur 9: Trends in aantal gerapporteerde sekscontacten (2009-2013) en condoomgebruik tijdens laatste sekscontact met losse partner (2011-2013)
Pagina 8 van 9
Seksualiteitshulpverlening
In 2013 werden 11.029 Sense-consulten uitgevoerd binnen de centra seksuele gezondheid, een daling van 13% ten opzichte van 2012. De daling is deels te wijten aan een onderrapportage en aan de overgang op een nieuw registratiesysteem, waardoor de data van de laatste helft van 2013 (nog) incompleet zijn. Van de uitgevoerde consulten was 80% vrouw 20% man. Van de mannen was 84% geboren in Nederland, van de vrouwen 85%. Bij vrouwen was anticonceptie de meest gerapporteerde hulpvraag (30%), gevolgd door een soa- hulpvraag (22%, fig. 10). Bij mannen was een soa-hulpvraag (48%) het meest voorkomend, gevolgd door vragen over seksualiteit (32%).
4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
2011
2012
2013
vrouw
2011
2012
2013
man
Anticonceptie
Soa
Seksualiteit
Onbedoelde zwangerschap
Onbekend
Overig
Seksueel geweld
Fertiliteit
Figuur 10: Aantal Sense-consulten naar gespreksthema en geslacht, 2011-2013
Met dank aan alle centra seksuele gezondheid, GGD-en, Stichting HIV Monitoring, Rutgers WPF en de medisch microbiologische laboratoria.
Contact:
[email protected]
Pagina 9 van 9