Maart/April 2014 Jaargang 18 nummer 1
HET APG NIEUWSBLAD
1
Alphens Platform Gehandicaptenbeleid Postbus 559 2400 AN Alphen a/d Rijn e-mail:
[email protected]
Website:
www.stichtingapg.nl
Algemeen info nr.:
0172 – 490900
-----------------------------------------------------------------------------------------
Dagelijks bestuur APG Voorzitter
M. Orbons-Meijerink
tel.0172–490900
[email protected]
Secretaris
VACATURE!!
Penningmeester:
H. Orbons
tel.06 39836800
[email protected]
Cliëntenraad WWB
P. Wilschut
tel.0172-475793
[email protected]
Algemene leden
P. Kahn
tel.0172-437616
[email protected]
M.A. de Wolf
tel.0172-421966
[email protected]
E. Redegeld – Brandt tel.0172-490807
[email protected]
In het Alphens Platform zijn de volgende werkgroepen actief: Wet Maatschappelijke Ondersteuning
mevr. M. Orbons-Meijerink
tel.: 0172 – 490900
Toegankelijkheid/vervoer
de heer P. Kahn
tel.: 0172 – 437616
Voorlichting (o.a. scholen en APG-blad)
mevr. M.A. de Wolf
tel.: 0172 - 421966
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vóór 1 maart 2014.
Kopij kunt u sturen naar redactie nieuwsblad:
Gerda de Wolf, Evenaar 54, 2408MN Alphen aan den Rijn Email:
[email protected] of
[email protected] Verantwoording Het bestuur en de redactie aanvaarden op geen enkele grond aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheden van overgenomen gegevens. De inhoudelijke verantwoording van de artikelen berust bij de auteur. De inhoud van en de meningen in de artikelen verwoorden niet noodzakelijkerwijs die van het bestuur en/of de redactie.
Aan dit blad werkten buiten de redactie mee: Marjanne Orbons-Meijerink
voorzitter
Hub Orbons
penningmeester
Loes Gouweloos
columniste
Kinderen van de basisschool: de Fontein
2
VAN DE REDACTIE Tijden geleden heb ik er een column over geschreven. Over het feit dat de tijd te snel gaat. “Tempo Foetsie” noem ik dat. Voor je het weet is het al weer zomertijd en dat terwijl we volgens sommige mensen niet eens een behoorlijke winter hadden. Ik vond deze kwakkelwinter wel fijn. Géén sneeuw buiten waar je met een rolstoel of scootmobiel nauwelijks door komt. Maar wél nu al de narcissen in mijn voortuin. Yes! Kom maar op zomer, ik kan niet wachten. Ik hoop dat u dit blad met heel mooi weer kunt lezen, als u er tegen kan: “Lekker” in het zonnetje. Veel leesplezier! Gerda
INHOUD 4. 5. 6. 7. 8. 10. 11. 14. 15. 16. 17. 20. 22.
Van de voorzitter WMO Hulphonden Medicatiebeoordeling In de kantlijn Koortsblaasjes Aftrek belastingen Onderzoek darmkanker Dikke dokter Loesje Voorlichting scholen Nieuwe pacemaker piepklein Nieuwe heup beter beschermd
23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 32. 34.
-----
Van het A.P.G. zijn o.a. sponsor: Weerheim advertentie op bladzijde Medicorner, Bever
22 10 28
3
Nu al oppassen voor tekenbeten Iedereen kan lezen Recht op wijkverpleging Meeverhuizen naar verpleeghuis Minder zout bij diabetes Blindheid te lijf Ziezo beurs Medicijnverspilling Supportbeurs 2014 Wolvenspoor
VAN DE VOORZITTER De afgelopen twee keer heb ik me redelijk duidelijk uitgelaten over de zaken die gingen spelen en al speelden. Er zijn in Den Haag dus besluiten genomen, nog niet allemaal, maar we moeten het er wel mee doen. En met we bedoel ik voor een groot gedeelte de gemeente. Die moet met minder budget en met meer cliënten tot een balans zien te komen dat een ieder die zorg nodig heeft het ook krijgt. Wij hebben daar als WMO-adviesraad en als Alphens Platform Gehandicapten beleid ook een stem in. Dat moet ook wel, want als cliënt of belangenbehartiger kun je welwillende ambtenaren op punten wijzen (die gewoon uit de praktijk komen) waar men eigenlijk nog geen rekening had gehouden. Dus beter ter halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Het gaat er nu om waar de gemeente haar prioriteiten wil leggen. Het gaat op dit moment namelijk niet alleen om de allerarmsten die er zijn in Alphen aan den Rijn maar ook juist die groep die daarboven zit. Heeft de Gemeente het lef om te gaan schuiven met haar prioriteiten. De cijfers wijzen uit dat er steeds meer mensen in nood komen in Alphen aan den Rijn. Ouderen moeten weliswaar langer thuis blijven maar zoek dan ook een oplossing voor het schoonhouden van het huis. Vanaf volgend jaar (zo is het voorstel van staatssecretaris van Rijn) moet iedereen die gebruikt maakt van een voorziening een eigen bijdrage gaan betalen, dit gaat naar inkomen. In mijn stuk over de WMO leg ik uit welke gevolgen dit kan hebben voor de cliënt. Ook zijn er drie nieuwe leveranciers van de hulpmiddelen gekomen. Ook hier kom ik op terug in het WMO stuk. Zoals U ziet gesprekstof genoeg, alleen wil ik het hier deze keer bij laten. Ik hoop dat U kunt genieten van een mooi voorjaar, want dát is gratis!
Marjanne Orbons-Meijerink
4
WMO
De WMO op dit moment is een grote brij van onzekerheid. Wanneer alle voorstellen van de staatssecretaris doorgaan, moet iedereen een eigen bijdrage gaan betalen voor elke voorziening van de gemeente. Dit gaat naar inkomen, op zich is dit terecht. Alleen, er kunnen behoorlijk wat problemen komen wanneer men vast houdt aan de stelling dat bijvoorbeeld mensen die nu hun huishoudelijke hulp zelf betalen dit ook moeten gaan doen wanneer ze bijv. een eigen bijdrage moeten gaan betalen voor een scootmobiel. Een voorbeeld is dat iemand die op anderhalf keer modaal zit (geen vetpot dus), €352 per 4 weken eigen bijdragen moet gaan betalen!!! Als dezelfde mensen uit eigen zak dan ook nog hun huishoudelijke hulp moeten gaan betalen (wat ze eigenlijk altijd al gedaan hebben) gaan er dus grote financiële problemen komen. Hier moet dus een oplossing voor gevonden worden. Opstapeling van kosten kan niet. Ook had ik beloofd dat ik nog terug zou komen op de drie nieuwe leveranciers. Deze keer werden het er drie want dan zouden wij als gebruiker keuzevrijheid hebben. Tot onze grote verbazing kregen alle cliënten een brief van de gemeente in de brievenbus met de mededeling welke leverancier men toegewezen kreeg. Hoezo keuzevrijheid !!! Wij hebben hier vragen over gesteld en kregen als antwoord dat men niet zomaar over kon stappen naar een andere leverancier, daar moest men wel een gegronde reden voor hebben. Dit is dus GEEN KEUZEVRIJHEID!!! Als men na 1 mei echt niet met zijn leverancier door de bocht kan, dan kan men de tocht naar het serviceplein maken en vragen om overschrijving naar een andere leverancier. Wij horen graag van U hoe soepel deze procedure gaat. Wanneer U klachten of positieve ervaringen heeft laat dit ons weten, alleen zo kunnen wij er wat aan doen. (0172490900/0655541260) Bij voorkeur tussen 17.00 en 19.00 uur. Hier laat ik het deze keer bij. Marjanne Orbons-Meijerink
5
HULPHONDEN Zo nu en dan zie je in Alphen een hulphond over straat lopen, vaak een blindengeleidehond, soms een assistentie (ADL) hond. Er zijn tegenwoordig ook nog hulphonden die mensen helpen met trauma’s of andere beperkingen waardoor de zelfredzaamheid van de mensen stukken groter wordt. Het leven van een hulphond is niet altijd makkelijk. Ze vinden het fijn om hun baasje te helpen (dingen op te rapen, kleding uit te trekken, zorgen dat hij/zij weet waar hij/zij naar toe moet) en worden daar dan ook altijd voor beloond. Ook hebben ze geleerd om andere honden aardig te vinden en lief en vriendelijk te zijn naar andere mensen. Het wordt echter moeilijker voor een hulphond als iedereen deze vriendelijkheid gaat vertalen naar “oh wat een lieve hond” en hem vervolgens gezellig gaat aaien. Natuurlijk vindt een hulphond dit leuk want hij heeft geleerd om lief en vriendelijk te zijn en om positief te reageren op een vriendelijk gebaar. Wanneer je deze mensen vervolgens aanspreekt op het feit dat je een hulphond niet zomaar mag aaien, dan reageert men vaak beledigd of vindt men dat deze hond wel erg zielig is (of weinig aandacht krijgt). Hulphonden zijn echter speciaal opgeleid om de zelfredzaamheid hun baasje te vergroten. Door een hulphond kan zijn baas erop uit, is hij niet afhankelijk van anderen en kan hij/zij participeren in de maatschappij. Natuurlijk heeft een hulphond niet altijd “dienst”, kan hij ook vaak genoeg spelen, wordt geknuffeld en kan dan ook gewoon hond zijn. Elke baasje zal op die manier met zijn hulphond omgaan want het is ook je maatje. Als er nu te pas en te onpas mensen langslopen die dit niet snappen, dan wordt zo’n hulphond verpest (hij weet niet beter dan positief te reageren op een vriendelijk geluid) en gaat hij bij elke voorbijganger bedenken dat hij wel een aai wil hebben. Als je vervolgens bij een vergadering zit (met hulphond dus) en deze hulphond wil iedereen begroeten die binnenkomt, dan kun je niet op de juiste manier aan zo’n vergadering meedoen en schiet je je doel voorbij. Zelfs het effect van een tuig waarop met koeienletters staat: “LIEVER NIET AAIEN” is aan velen niet besteedt. Ik hoop dat dit schrijfsel ertoe bijdraagt dat mensen voortaan eerst aan het baasje vragen of de hulphond geaaid mag worden (want het mag vaak wel), het is en blijft zonde als die hele opleiding tot hulphond door ondoordachte aaitjes in het water wordt gegooid.
Hub Orbons en hulphond Luckie
6
HUISARTSEN EN APOTHEKERS: MEDICATIEBEOORDELING IS ZINVOL Huisartsen en apothekers vinden het uitvoeren van een medicatiebeoordeling bij polyfarmaciepatiënten zinvol. Dat blijkt uit een pilotonderzoek van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Voor de pilot zijn 60 medicatiebeoordelingen uitgevoerd. Bij alle patiënten is de medicatie gewijzigd. Huisartsen en apothekers selecteerden 60 patiënten die ouder waren dan 65 jaar en meer dan 5 medicijnen slikken per dag. Bij hen werden er in totaal 133 wijzigingen in de medicatie voorgesteld. Een derde van de wijzigingen was een voorstel om te stoppen met een geneesmiddel, in een kwart van de gevallen was het voorstel om met een geneesmiddel te starten. Het ging vooral om medicatie bij hart- en vaatziekten. In de pilot werd de richtlijn 'Polyfarmacie*) bij ouderen' gevolgd. Vooral omdat bij alle patiënten verbeterpunten werden gevonden, zijn de huisartsen en apothekers erg over medicatieboordelingen te spreken. Het verbetert ook de samenwerking, vinden ze. De deelnemers liepen echter ook tegen een aantal praktische problemen aan. Zo is het selecteren van patiënten die in aanmerking komen voor een medicatiebeoordeling en het vastleggen en uitwisselen van gegevens in de huidige informatiesystemen van huisartsen en apothekers nog niet goed mogelijk. Daarnaast konden sommige wijzigingen niet binnen de duur van het onderzoek worden uitgevoerd. Ook kostte het uitvoeren van een medicatiebeoordeling huisartsen en apothekers veel tijd. De onderzoekers pleiten voor het verbeteren van de informatiesystemen waar huisartsen en apothekers mee werken en het maken van regionale afspraken over wijzigingen in medicatie die in de tweede lijn geïnitieerd is. Vooral het verbeteren en beter afstemmen van de informatiesystemen van huisarts en apotheker zal een aanzienlijke tijdswinst opleveren. Een projectvoorstel daarvoor is ingediend bij het onderzoeksprogramma Goed Gebruik Geneesmiddelen van ZonMw.
Bron: IVM, 27 februari 2014. *) Meerdere medicijnsoorten tegelijk gebruiken
7
ONGENOEGEN
"Eigenlijk slaat het nergens op, want we kunnen toch niet meer met elkaar lullen", sprak mijn oude vader op zijn sterfbed. "Maar zet mijn urn toch maar zo dicht mogelijk naast die van mama, dan zijn we toch weer een beetje samen." Kort daarna overleed hij, en werd hij gecremeerd in hetzelfde crematorium als waar we nauwelijks een half jaar eerder afscheid hadden moeten nemen van mijn moeder. Een paar maanden later zette ik samen met mijn broer twee urnen bij in de urnentuin van het crematorium in Capelle aan de IJssel. Een donkerblauwe voor mijn vader, een lichtblauwe voor mijn moeder, zij aan zij. Zoals mijn vader dat gewild had. Dat is nu inmiddels vijf jaar geleden. De huurtermijn is verstreken en dus ontvang ik een brief: willen wij de huurtermijn verlengen of niet? Ik bezoek de urnentuin nog regelmatig, leg bloemen neer, mijmer onder de hoge bomen over mijn vader en mijn moeder die ik nog steeds zo mis. Dus ja, natuurlijk wil ik de huurtermijn verlengen. Het vreemde is alleen dat de brief uitsluitend gaat over de urn van mijn moeder. Mijn vader wordt doodgezwegen - een woordgrapje dat hij zelf gemaakt had kunnen hebben. Na een paar weken besluit ik toch maar eens te bellen. Het crematorium is inmiddels overgenomen door Dela, een uitvaartcoöperatie in Eindhoven. Dus word ik te woord gestaan door een jongedame met een onvervalst Brabants accent, die weliswaar heel vriendelijk is maar die niets weet van de urnentuin in het verre Capelle aan de IJssel. Ze kan er ook niet even snel een kijkje gaan nemen, ze kan alleen in haar computer kijken: "Het klopt dat de huur voor uw moeder moet worden verlengd. Maar voor uw vader heeft u betaald tot 2021, dus dat hoeft voorlopig nog lang niet." "Pik in, 't is winter", zou mijn financieel gehaaide vader met glimmende pretoogjes hebben gezegd bij deze onverwachte meevaller. Maar ik zit toch net iets anders in elkaar. Ik wijs de Deladame erop dat de urnen van mijn ouders op dezelfde dag zijn bijgezet, in het zelfde 'vak', en dat we voor beide een huur van vijf jaar hebben betaald. "Nee hoor, uw moeder staat alleen, in vak 19-014. En uw vader staat een eindje verderop, in een ander vak - samen met mevrouw Berini." "Mevrouw Berini?! Nooit van gehoord. Dit kan niet kloppen. En dit zou mijn vader ook helemaal niet leuk hebben gevonden." 8
"Toch staat het zo in het systeem", is het antwoord. "Hij staat bij mevrouw Berini, een nog jonge vrouw." Ze probeert gedecideerd over te komen, maar ik hoor de aarzeling al doorklinken in de stem van de Deladame. Ze belooft dan ook om contact op te nemen met het crematorium. Intussen slaat mijn fantasie op hol. Mijn vader hield wel van een goede grap. Hoe graag hij ook naast mijn moeder wilde staan, als hij nu zou weten dat hij naast ene mevrouw Berini staat, had hij daar betere grappen over gemaakt dan ik nu op dit moment kan verzinnen. Ik zie weer voor me hoe hij in de eenzame maanden na mijn moeders overlijden omging met de thuiszorgmedewerksters. Ondanks zijn wankele gezondheid en zijn immense verdriet, gingen zijn ogen fonkelen als ze met hem in discussie gingen. Tot mijn verrassing ontpopte hij zich op zijn 88ste soms tot een onvervalste charmeur die met zijn humor de vaak nog jonge verzorgsters volledig om zijn vinger wond. En nu zou hij dus, zelfs na zijn dood, gezellig in een tuintje staan met de jonge mevrouw Berini. Wat zou hij een plezier hebben gehad als hij dat wist! Een uurtje later belt Dela terug, nog steeds met een Brabantse g: "Dag mevrouw Gouweloos, ik heb het uitgezocht. Helaas is er een administratieve fout gemaakt. ("Tegenwoordig gaat er nergens meer iets goed!" hoor ik mijn boze vader weer uitroepen. Hij had helaas gelijk, zelfs nog vijf jaar na zijn dood). "Uw moeder staat in vak 19-014 en uw vader in 19-015. Ze staan dus echt wel naast elkaar. Ik begrijp dat u zich zorgen maakt dat uw vader een eind bij uw moeder vandaan staat. Maar da' is gelukkig nie." Ze vervolgt: "Het punt is dat het vaknummer van uw vader verkeerd was ingetypt: 19055. En daar staat mevrouw Berini. We hebben het gecorrigeerd, en nu staat uw vader ook administratief gezien gewoon weer naast uw moeder." Mooi zo. Maar mijn nieuwsgierigheid is nu wel gewekt: "Als mijn vader niet naast mevrouw Berini. staat, wie staat daar dan wel? Van wie is dan die urn die bij haar in vak 19-055 staat?" "Daar staat geen tweede urn. Mevrouw Berini staat helemaal alleen. En nu ook administratief, want we hebben uw vader bij haar weggehaald." Ach, arme mevrouw Berini... Het kan niet anders of ze was gehecht geraakt aan haar weliswaar veel oudere maar o zo geestige vakgenoot. Nu moet ze hem, na al die jaren, alsnog afstaan aan zijn echtgenote en moet ze tot in de eeuwigheid alleen verder. Mevrouw Dela doet mij met een harde klap in de werkelijkheid terug belanden: "Dit betekent wel dat u nu alsnog een tweede factuur kunt verwachten voor verlenging van de huurtermijn." Ik betwijfel of mijn vader mijn eerlijkheid op prijs zou hebben gesteld nu die geld blijkt te kosten. Maar ik ben blij dat ik voor de tweede keer sinds hun dood mijn ouders met elkaar heb kunnen herenigen. De afsluitende opmerking van de Deladame is dan ook niet echt nodig, maar wel leuk: "Sorry voor het ongenoegen." Loes Gouweloos, maart 2014.
9
KOORTSBLAASJES: OORZAKEN EN SYMPTOMEN Koortsblaasjes worden veroorzaakt door de activering van een besmettelijk virus dat zich in de zenuwbanen van de huid verschuilt. Het virus kan geactiveerd worden door heel wat factoren zoals koorts, vermoeidheid, stress, ziekte, zon, extreme warmte of koude, agressieve (lees chemische) make-up en zeep alsook door bepaalde voedingsmiddelen. De koortslipklachten beginnen meestal met plaatselijke jeuk en branderigheid van de huid. De huid zwelt op, wordt rood en vervolgens ontstaan kleine blaasjes. Na enkele dagen drogen de blaasjes in tot korstjes. Na ongeveer 10 dagen is de lip weer helemaal genezen. Kenmerkend voor een koortslip is dat hij met enige regelmaat terugkomt. Het herpesvirus in de koortslip is zeer besmettelijk. Het virus is aanwezig in de blaasjes en de verse korstjes en kan door zoenen of ander lichaamscontact worden overgebracht. Wanneer de huid weer genezen is kan er geen virus meer worden overgedragen. Het virus houdt zich schuil in de zenuwbanen van de huid, en kan vanuit deze schuilplaats weer toeslaan. Omdat het virus zich steeds weer terugtrekt in dezelfde zenuw, komt de koortslip ook typisch steeds op dezelfde plaats terug. Bron: ABCgezondheid.nl, 4 maart 2014.
Een greep uit ons assortiment:
aangepast bestek
aangepast servies
aankleedhulpen
ADL
allergeen dichte hoezen
antislipmateriaal
bandages
bloeddrukmeters
bloedsuikermeters
borstprothesen
braces
loophulpmiddelen
massageapparaten
medicijnverdeeldozen
opraapstokjes
rollators
rolstoelen
rug- en hoofdkussens
voetverzorgingsproducten
wandelstokken
warmte-ondergoed
Bij MEDiCORNER kunt u terecht voor al uw zorghulpmiddelen. Onze ervaren verpleegkundigen adviseren u graag. U kunt bij ons ook terecht voor uitleen en verhuur van hulpmiddelen. De incontinentieverpleegkundigen van MEDiCORNER houden wekelijks spreekuur. U kunt hiervoor een afspraak maken.
Sterrenlaan 166, 2402 BC Alphen aan den Rijn Tel : 0172 536666. (bij serviceflat Driehoorne)
10
Dit jaar heeft Ieder(in), het netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte, www.meerkosten.nl gemaakt. Deze website is een wegwijzer voor mensen met hoge zorgkosten. Er is een wirwar aan regels. Om die inzichtelijk te maken, is deze website gemaakt. Meerkosten.nl volgt de opbouw van het elektronische aangifteformulier van de Belastingdienst. U kunt de informatie ook in brochurevorm bestellen. Voor de mensen zonder internet heb ik hieronder de meest belangrijke punten op papier gezet. Voor meer uitgebreide hulp moet u een beroep doen op het internet, eventueel met hulp.
AFTREK SPECIFIEKE ZORGKOSTEN OVER HET JAAR 2013 Hebt u aantoonbaar veel uitgaven voor zorg, hulpmiddelen en voorzieningen? Dan kunt u die vrijwel zeker aftrekken bij de aangifte inkomstenbelasting, onder het kopje ‘specifieke zorgkosten’. Hoe dat in zijn werk gaat? U leest het op deze pagina, in zes korte vragen en antwoorden. De aftrek van zorgkosten werd toch afgeschaft? Gelukkig niet. De regering was dat wel van plan. Maar door het herfstakkoord van oktober 2013 (en dankzij een intensieve lobby van de landelijke koepelorganisaties van mensen met een handicap en chronisch zieken) is de aftrek voor een groot deel blijven bestaan. Ook in 2014 en later. Wat moet ik doen om dit voordeel naar me toe te halen? Aangifte inkomstenbelasting doen. Ga naar de website Belastingdienst.nl en download het Aangifteprogramma 2013. Zorg dat u op tijd over een DigiD beschikt (aan te vragen op de website DigiD.nl), want u stuurt de aangifte in via internet. U kunt ook een belastingbiljet invullen: bel de Belastingtelefoon (0800-0543) en vraag een P-biljet aan. Aangifte doen? Ik kijk wel uit. Straks krijg ik nog een aanslag en moet ik bijbetalen! Die kans is niet groot. Bovendien betaalt u in feite wel degelijk belasting, al draagt u het niet zelf af. Ook als het gaat om minimumuitkeringen, zoals Wajong of de bijstand. De uitkeringsinstantie houdt namelijk elke maand een flink bedrag aan belastinggeld in. Kijk maar op uw loonstrookje, onder het kopje 'Loonheffing'. Een deel daarvan kunt u terugvragen bij de Belastingdienst, als u recht hebt op aftrek. Bijvoorbeeld voor specifieke zorgkosten. Zelfs als uw inkomen inderdaad zo laag is dat u nauwelijks of zelfs helemaal geen belasting hoeft te betalen, kunt u belastinggeld terugkrijgen vanwege aftrekbare specifieke zorgkosten. Dat komt door een speciale Tegemoetkomingsregeling. Als u specifieke zorgkosten hebt opgevoerd bij uw belastingaangifte en u voldoet aan de voorwaarden voor deze regeling, dan krijgt u daarover vanzelf bericht van de Belastingdienst. Welke kosten kan ik aftrekken? Voor de aftrek van specifieke zorgkosten gelden om te beginnen een aantal algemene voorwaarden en een aantal beperkingen. De belangrijkste regel is dat het moet gaan om kosten die u zelf draagt. Hebt u een vergoeding gekregen, dan kunt u de uitgaven niet ook nog eens aftrekken. U moet de kosten bovendien in 2013 betaald hebben. Verder gelden er per onderdeel van de aftrek soms gedetailleerde regels, die erg ingewikkeld zijn. Hieronder staan ze op een rijtje.
11
Genees- en heelkundige hulp. Het gaat bij dit onderdeel om (1) medische en paramedische zorg inclusief tandartskosten en (2) om uitgaven voor particuliere verpleging en verzorging. Uitgaven boven een bruto persoonsgebonden budget voor verpleging of verzorging vallen hier ook onder. Kosten voor ooglaser-behandelingen kunt u niet aftrekken. Reiskosten voor ziekenbezoek aan een (voormalige) huisgenoot die in 2013 minstens 10 km verderop verpleegd wordt. Reist u per openbaar vervoer of met een taxi, dan zijn de kosten volledig aftrekbaar. Neemt u de auto, dan geldt een standaardtarief van € 0,19 per kilometer. Voorgeschreven medicijnen. Het gaat alleen om geneesmiddelen op voorschrift van een arts, waar u geen (volledige) vergoeding voor hebt gekregen, bijvoorbeeld doordat u moest bijbetalen voor duurdere medicijnen. Ook homeopathische geneesmiddelen vallen hier onder, maar alleen als ze zijn voorgeschreven door een arts. Hulpmiddelen. Denk aan steunzolen, elastische kousen, prothesen (waaronder ook bruggen die een tandarts aanbrengt), rolstoelen en de laadkosten voor accu's van scootmobielen en elektrische rolstoelen. Kreeg u deze hulpmiddelen van uw zorgverzekeraar of van de gemeente en betaalde u daarvoor een eigen bijdrage, dan kunt u die eigen bijdrage niet aftrekken. Uitgaven voor brillen en contactlenzen zijn niet aftrekbaar. Ook loophulpmiddelen (stokken, krukken en rollators) zijn met ingang van 2013 niet meer aftrekbaar. De aftrek van rolstoelen en scootmobielen komt in 2014 (aangifte in het voorjaar van 2015) te vervallen. Vervoer. Het gaat hierbij om de vervoerskosten die u in 2013 maakte vanwege uw handicap of ziekte. Denk vooral aan ziekenvervoer voor bezoeken aan artsen of andere behandelaars. Reisde u per openbaar vervoer of met een taxi, dan zijn de kosten volledig aftrekbaar. Nam u de auto, ga dan uit van de werkelijke kosten per kilometer, dus inclusief afschrijving en onderhoud. U kunt die kilometerprijs berekenen op basis van de tabellen en rekenmodules van de ANWB of de Consumentenbond. Kreeg u een vergoeding van de zorgverzekeraar voor het ziekenvervoer, dan moet u die in mindering brengen op de aftrek. Ook de eigen bijdrage van € 95 die uw zorgverzekeraar van u verwachtte, kunt u niet aftrekken. Dieet op voorschrift van een arts of erkende diëtist. U kunt alleen dieetkosten opvoeren zoals die genoemd worden in de tabellen van de Belastingdienst. Extra uitgaven voor kleding en beddengoed. Kunt u aantonen dat u vanwege uw handicap of ziekte meer dan € 620 extra kosten hebt gemaakt voor kleding en beddengoed, dan mag u standaard € 775 aftrekken. Kunt u dat niet, maar blijkt 'uit algemene kennis of uit eerdere aangiften' dat uw handicap of ziekte inderdaad extra kosten voor kleding en beddengoed met zich meebrengt, dan mag u € 310 aftrekken. De bedragen gelden per persoon. Woningaanpassingen. De woning moet op medisch voorschrift zijn aangepast. Bovendien geldt een ingewikkelde verrekening met de mogelijke waardestijging. De regeling geldt ook voor huurwoningen, nieuwe woningen en vakantiehuisjes. De aftrek voor woningaanpassingen komt in 2014 (aangifte in het voorjaar van 2015) te vervallen. 12
Andere aanpassingen. Bijvoorbeeld specifieke aanpassingen aan uw auto. Uitgaven voor extra gezinshulp. Het gaat bij deze post alleen om particuliere hulp, zonder Wmo-indicatie. Ook uitgaven boven een bruto persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp vallen hier onder. Dat is heel wat. Kan ik al die kosten aftrekken? Helaas niet. Er geldt een drempel. Uw zorgkosten moeten hoger zijn dan die drempel. U kunt alleen de kosten boven de drempel aftrekken. De drempel is afhankelijk van uw inkomen. Hoe hoger uw inkomen, hoe hoger de drempel. Gebruikt u het aangifteprogramma, dan berekent het programma automatisch hoe hoog de drempel voor u is en of u die drempel haalt. Zul je net zien dat ik die drempel niet haal. U haalt de drempel vaak gemakkelijker dan u denkt. Want hebt u een laag inkomen, dan mag u een aantal specifieke zorgkosten verhogen met een vast percentage. De grens hiervoor ligt bij een (gezamenlijk) inkomen van niet meer dan € 33.555. Gebruikt u het Aangifteprogramma, dan berekent het programma automatisch de verhoging. De verhoging telt mee om de drempel te halen. Is het verstandig om deskundige hulp in te schakelen? Dat hoeft niet per se, maar vaak is het wel handig. Gelukkig zijn er veel organisaties die u kunnen helpen. Neem voor meer informatie contact op met uw gehandicaptenorganisatie, patiëntenvereniging, ouderenorganisatie, belastingwinkel of vakbond. De informatie op deze pagina gaat over het belastingjaar 2013, waar u aangifte over doet in het voorjaar van 2014. Over Ieder(in) Ieder(in) is de koepelorganisatie van mensen met een lichamelijke handicap, verstandelijke beperking of chronisch ziekte en ontstaan uit de fusie van de voormalige Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad (CGRaad) en Platform VG. Tweehonderdvijftig organisaties zijn bij Ieder(in) aangesloten. Ieder(in) is daarmee het grootste netwerk in Nederland van mensen met een beperking en behartigt de belangen van meer dan twee miljoen mensen.
Tijdig aangifte doen Krijgt u van de Belastingdienst een uitnodiging om aangifte te doen, dan staat erbij dat u uw aangifte moet insturen vóór 1 april 2013. Redt u het niet om voor 1 april alle gegevens op een rijtje te zetten, vraag dan uitstel tot 1 september. Doe dat wel vóór 1 april 2013. Om uitstel te krijgen hoeft u alleen maar even te bellen met de Belastingtelefoon 0800-0543. Doe dat wel vóór 1 april. Houd uw BSN-nummer (sofi-nummer) bij de hand. U krijgt namelijk niet echt iemand aan de telefoon. U doorloopt een keuzemenu, waarbij u op een gegeven moment uw BSN-nummer moet intoetsen op uw telefoon. Bent u fiscale partners, dan moet u allebei apart uitstel vragen.
13
BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER VAN START Deze maand gaat het nieuwe bevolkingsonderzoek darmkanker van start. Het bevolkingsonderzoek kan op langere termijn jaarlijks 2.400 sterfgevallen aan darmkanker helpen voorkomen. In de loop van 2014 krijgen alle mannen en vrouwen die geboren zijn in 1938, 1939, 1947, 1949 en 1951 een uitnodiging tot deelname. Het bevolkingsonderzoek bestaat uit een ontlastingstest die men thuis kan doen. Darmkanker is een ernstige ziekte die vaak voorkomt. Elk jaar krijgen ruim 13.000 mensen te horen dat zij darmkanker hebben. Er sterven in ons land jaarlijks 5.000 mensen aan de gevolgen van deze ziekte. Darmkanker ontstaat vanuit poliepen in de darm, die meestal geen klachten geven. Poliepen komen vrij veel voor bij mensen die ouder zijn dan 55 jaar. Sommige poliepen kunnen uitgroeien tot een kwaadaardige tumor: darmkanker. Het bevolkingsonderzoek maakt het mogelijk om darmkanker in een vroeg stadium te ontdekken. In dit vroege stadium is behandeling van darmkanker vaak minder zwaar en de kans op overleven groter. Ook kan het bevolkingsonderzoek darmkanker voorkomen. Het bevolkingsonderzoek is voor iedereen van 55 tot en met 75 jaar. Elke twee jaar ontvangen zij een uitnodiging voor een ontlastingstest. Het bevolkingsonderzoek wordt geleidelijk ingevoerd. In 2014 ontvangen 875.000 mensen een uitnodiging. In 2019 is het bevolkingsonderzoek volledig ingevoerd. Iemands geboortejaar bepaalt wanneer hij of zij voor het eerst een uitnodiging ontvangt. Het bevolkingsonderzoek is een aanbod van de Rijksoverheid. Het RIVM coördineert het bevolkingsonderzoek, de uitvoering gebeurt door de vijf regionale screeningsorganisaties die ook de bevolkingsonderzoeken uitvoeren naar borstkanker en baarmoederhalskanker. Vanaf 13 januari ontvangen de eerste genodigden een brief thuis als vooraankondiging voor bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Twee weken daarna volgt een paarse envelop met daarin de ontlastingstest, een gebruiksaanwijzing en informatiefolder. Om de ontlastingstest te doen, prikt de deelnemer op vier plaatsen in de ontlasting. De test wordt voor analyse naar een laboratorium gestuurd waarbij naar bloed in de ontlasting gekeken wordt. Na twee weken volgt de uitslag. Als 1.000 mensen meedoen aan het bevolkingsonderzoek, is er bij 950 mensen geen aanleiding voor vervolgonderzoek. Als bloed in de ontlasting wordt gevonden, volgt een uitnodiging voor een coloscopie (inwendig kijkonderzoek) in een coloscopiecentrum. Door dit inwendige kijkonderzoek is vaak de reden van het bloed in de ontlasting te achterhalen. Dit kan te maken hebben met darmkanker, maar er zijn ook andere redenen mogelijk. Voordat de coloscopie plaatsvindt, is er eerst een intakegesprek in het coloscopiecentrum. Als van de 1.000 mensen 50 mensen een coloscopie ondergaan, dan wordt bij 4 van hen darmkanker geconstateerd. Bij 21 mensen is sprake van gevorderde poliepen en bij 12 van beginnende poliepen. Bij 13 mensen is er geen sprake van kanker of poliepen. Meer informatie: www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl Bron: Zorgportaal, januari 2014.
14
DIKKE DOKTER MAAKT WEINIG WERK VAN OBESITAS Huisartsen voelen zich verantwoordelijk voor preventie en behandeling van overgewicht. Veel vooral jongere huisartsen grijpen pas in als overgewicht al is toegenomen tot obesitas. En huisartsen met overgewicht en ernstig overgewicht, verwijzen hun te zware patiënten minder vaak voor dieetadvies. De dikke dokter maakt weinig werk van obesitas, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL en de VU in het wetenschappelijke tijdschrift BMC Obesity. Overgewicht is volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een wereldwijd probleem. Het aantal mensen met overgewicht is de laatste jaren snel toegenomen. In 2008 was al ruim een derde van de wereldbevolking te zwaar en 12% had ernstig overgewicht. In Nederland nam het percentage mensen met overgewicht toe van 28,2% in 1981 tot 36,8% in 2011. Het aantal mensen met ernstig overgewicht verdubbelde in die periode van 5,3% naar 11,4%. Als we hier niets aan doen, kampt in 2024 twee derde van de bevolking met overgewicht en heeft daardoor meer kans op bijvoorbeeld diabetes, hart- en vaatziekten, kanker en artrose. De mate van overgewicht wordt afgemeten aan de zogenoemde Body Mass Index (BMI): dit is iemands gewicht gedeeld door het kwadraat van zijn lengte. Een BMI tussen de 18,5 en 25 is gezond. Tussen de 25 en 30 is er sprake van overgewicht en hierboven van ernstig overgewicht of obesitas. Huisartsen (82,9%) zien preventie, bespreken en behandelen van overgewicht als een van hun taken. Vooral huisartsen die dit een belangrijke taak vinden, maken er werk van. De meesten komen echter pas in actie als een patiënt al kampt met ernstig overgewicht en het stadium van preventie al lang voorbij is. Op zich is dit wel in overeenstemming met de richtlijn, maar het voorkomen van obesitas is nog altijd gemakkelijker dan het behandelen. Ongeveer de helft van de patiënten met obesitas wordt verwezen voor voedings- of dieetadvies. Huisartsen onder de 48 jaar spreken met zware patiënten minder vaak over gewicht dan hun oudere collega’s. En huisartsen die regelmatig contact hebben met een diëtist verwijzen patiënten vaker voor voedings- of dieetadvies. Niet geheel onverwacht blijken dikke dokters patiënten met ernstig overgewicht minder vaak te verwijzen naar een diëtist. “Een huisarts met overgewicht functioneert op dit vlak natuurlijk ook minder als rolmodel voor zijn patiënten”, stelt NIVEL-onderzoeker Cindy Veenhof. “Wellicht gelooft deze zelf niet in het effect van een dieet.” Preventie en behandeling van obesitas in de huisartsenpraktijk kunnen dus nog beter. Daarvoor moet een aantal hordes worden genomen. De eerste is tijd. Huisartsen hebben doorgaans tien minuten voor een patiënt en geven aan dat dit te weinig is om overgewicht met hun patiënten te bespreken. Terwijl effectieve gewichtsvermindering patiënten chronische ziektes kan besparen of deze kan uitstellen. Dat zou dus op de lange duur tijd besparen. Een andere horde is motivatie. Veel patiënten zijn niet gemotiveerd om af te vallen. “Het is daarom van belang wat aan die motivatie te doen. Huisartsen hoeven dat niet zelf te doen. Praktijkondersteuners en diëtisten kunnen dat ook op zich nemen”, oppert Cindy 15
Veenhof. Aan vergoeding van de kosten van de diëtist ligt het volgens de ondervraagde huisartsen niet. Standaard krijgt iedereen drie uur behandeling vergoed via het basispakket. Voor het onderzoek hebben ruim 300 huisartsen een vragenlijst ingevuld. Bron: Nivel, 21 februari 2014.
Naschrift redactie: Bent u (veel) te zwaar en géén zin in een dieet? Zoek een dikke dokter!
----Kwam dit plaatje tegen op het internet. Side by Side is een patent, wat is aangevraagd door ontwerper Tammy Kalinsky . Het is een aanpassing, die past op traditionele rolstoelen. De begeleider duwt de rolstoel lopend naast de rolstoel, waardoor communicatie tussen beide mensen makkelijker is.
Ben benieuwd of ik deze voorziening tegen kom op de Supportbeurs in Utrecht.
16
VOORLICHTING SCHOLEN
MET EEN HANDICAP KUN JE NOG BEST GRAPJES MAKEN. Dat weet de groep van basisschool de Fontein inmiddels ook. Met zes man sterk heeft onze “voorlichtings-groep” een bezoek aan de bs. Fontein gebracht. Marjanne het haar echtgenoot Hub Orbons hebben zich al in de klas geïnstalleerd. Evenals Els Redegeld. Ook de blinde Pieternella van der Valk en Christine Dessauvagie komen binnen. Gearmd. Christine kan namelijk niet goed lopen omdat zij een been mist. “Pieternel geeft mij steun en ik zorg dat we niet van het pad afraken. Oftewel, de lamme en de blinde,” zegt Christine lachend. De gehandicapten van het APG vertellen de leerlingen op luchtige toon wat zij in het dagelijks leven meemaken en hoe zij met hun handicap omgaan. De kinderen luisteren ademloos en lijken erg onder de indruk. Bij de eerste anekdote van Marjanne, is er een lichte ontspanning in de groep merkbaar. De beide Orbons zitten in een rolstoel. Marjanne: “Een jongetje vroeg mij eens waarom ik in een buggy zit? Zeker omdat je moeder je vroeger heeft vergeten te leren lopen? Ik moest hard om die logica lachen.” Hub vindt dat iedereen alles mag vragen, als het maar met respect gebeurt. De 11jarige Daan vraagt zich af hoe je gehandicapt raakt. “Ik heb zes jaar geleden een ernstig ongeluk gehad en heb een dwarslaesie, maar Marjanne heeft een ziekte waardoor zij niet meer kan lopen,” legt Hub uit. Pieternel is als gevolg van de ziekte MS van de ene nacht op de andere blind geworden. “Toen ik wakker werk, zei ik tegen mijn man doe het licht eens aan. Het bleek al licht te zijn.” 17
De klas is even stil. “Bent u niet bang om overvallen te worden?” vraagt een leerling. “Zie je deze stok? Ik kan heel hard slaan hoor.” De klas moet lachen. “Je moet met Pieternella geen ruzie krijgen hoor,” reageert Gerda de Wolf. Zij heeft geen schildklier en heeft daarom o.a. een hormoonprobleem. “Sommige mensen zeggen dat ik net een puber ben, maar wel een gezellige puber hoor,” zegt zij. Sam (11) veert op. Hij herkent er iets in: “Mijn moeder slikt ook pillen voor haar schildklier. Zij is net zo’n puber als mijn zus”. Nu is het de beurt aan de gehandicapten om te lachen. Ïk vond ze heel aardig. Ze maken gewoon grapjes”, zegt Sam na afloop enigszins verbaasd.
Bron: AD, Rik Sneijder, 10-01-2014.
18
19
-----
NIEUWE PACEMAKER PIEPKLEIN!
Illustratie. © AD.
Er voltrekt zich een kleine revolutie in de medische wereld. Een piepkleine. Want de nieuwe pacemaker, die net voor het eerst bij een Nederlandse patiënt is ingebracht, meet slechts 1 kubieke centimeter en is maar een paar gram zwaar. En dat heeft grote voordelen. 'Dit is écht een doorbraak.' 20
Op een levend varken had hij de ingreep al een paar keer geoefend. Toch voelde cardioloog Lucas Boersma een gezonde spanning toen hij onlangs voor het eerst de draadloze minipacemaker bij een 'echte' patiënt implanteerde. Via een ader in de lies bracht hij een katheter in, met daarin het apparaatje, slechts 1 kubieke centimeter groot en luttele grammen zwaar. Eenmaal aangekomen in het hart, haakte Boersma de minipacemaker zorgvuldig vast op de juiste plek, in de rechter hartkamer. 'Het verliep als een zonnetje. De pacemaker zat meteen goed.' Zijn St. Antoniusziekenhuis in Nieuwegein is één van de drie Nederlandse ziekenhuizen die sinds kort 'experimenteren' met de draadloze minipacemaker, in het kader van internationaal onderzoek. Wereldwijd doen er 70 landen aan mee en totaal 780 patiënten. Het werd ook wel tijd voor een revolutie in de wereld van de pacemakers. Begin vorige eeuw bestonden er al enorme externe apparaten om het hart in een regelmatig ritme te houden. De eerste batterij-gedreven pacemaker kwam in 1957 op de markt, eveneens een enorme 'buitenboordkast'. Het jaar erop werd de eerste pacemaker in een mens geïmplanteerd. Vanaf dat moment werden de pacemakers kleiner, vernuftiger. Maar de tegenwoordige, traditionele pacemaker bestaat al tientallen jaren in zijn huidige vorm. Het is een relatief groot kastje dat onderhuids, vlak onder het sleutelbeen, wordt geplaatst en dat met lange draden wordt verbonden met het hart. Jaarlijks krijgen in Nederland meer dan tienduizend patiënten het apparaat geïmplanteerd, dat via stroomstootjes afwijkende hartritmes corrigeert. Medtronic, wereldmarktleider op het gebied van medische technologie, spendeerde de afgelopen 5 jaar miljoenen aan de ontwikkeling van de draadloze Micra, die het bedrijf met trots 's werelds kleinste pacemaker noemt. Op dit moment lopen wereldwijd 25 patiënten rond met de Micra, van wie zeven Nederland. Daarnaast ontwikkelde een kleinere fabrikant de Nanostim, eveneens een miniatuurversie. Deze is iets groter, dunner, wordt met een schroefkopje vastgemaakt in het hart. Hoewel beide minipacemakers nog in de (laatste) onderzoeksfase zitten, zijn de verwachtingen torenhoog. 'Het is echt een doorbraak, een technisch hoogstandje,' vindt cardioloog Boersma. 'Op zich heeft de huidige generatie pacemakers een goede reputatie, maar die draden zijn het zwakste punt van het systeem. Er kunnen infecties ontstaan, je kunt bij het inbrengen van de draad de long raken. Bij 5 procent van de patiënten treden er complicaties op. Een aanzienlijk deel dus.' Bovendien is het kastje bij veel mensen een zichtbare bobbel. En blijft er een litteken achter van de incisie. Met de minipacemakers ben je van al die medische en esthetische problemen af. Hoewel de laatste fase van het onderzoek nog loopt, zijn er minder complicaties, is de ingreep minder heftig en kan de patiënt ook weer sneller het alledaagse leven oppakken. Bron: AD, 8 maart 2014.
21
NIEUWE HEUP BETER BESCHERMD In Nederland kampen ongeveer 650.000 mensen met Osteoarthritis, beter bekend als artrose of gewrichtsslijtage. Na het vervangen van een versleten heupgewricht verdwijnen voor veel patiënten de klachten volledig. Vandaar dat deze vorm van behandeling al tientallen jaren in populariteit toeneemt. Het kan echter gebeuren dat de heupprothese na verloop van tijd loslaat, waardoor meer ingrijpende operaties nodig zijn. Nina Mathijssen onderzocht bij de afdeling Orthopedie van het Radboud umc twee methoden om heupprotheses beter te beschermen tegen loslating. Het plaatsen van een heupprothese gebeurt vaak met de zogenaamde botimpactietechniek. Hiermee wordt het heupgewricht versterkt met donorbot. Dit helpt het lichaam om bot en bloedvaten te laten terugkeren, zodat de heup op een natuurlijke manier herstelt. Een prothese kan gaan loslaten als de aangroei van nieuw bot de afbraak van donorbot niet bij kan houden. Uit het onderzoek blijkt dat lokaal toedienen van bisfosfonaten, die ook gebruikt worden bij de behandeling van botontkalking, de afbraak van het donorbot vertraagt. Dit levert beter nieuw bot op na toepassing van botimpactie. Bij twee procent van de patiënten met een nieuwe heup kan een infectie ontstaan. Hierdoor kan de heupprothese loslaten, maar kunnen ook ingrijpende complicaties ontstaan die leiden tot extra operaties en ziekenhuiszorg. Mathijssen onderzocht de bruikbaarheid van verschillende hygiënemaatregelen. Ze ontdekte in dieronderzoek dat het impregneren van het donorbot met antibiotica een effectieve methode kan zijn om de kans op infecties te verkleinen.
Bron: Radboud umc, 15 januari 2014.
22
NU AL OPPASSEN VOOR TEKENBETEN
Door de relatief hoge temperaturen zijn teken vroeger in het jaar actief dan anders. Wandelaars doen er daarom nu al verstandig aan om na een dagje in de natuur te controleren of ze door deze insecten gebeten zijn. © anp
Volgens Natuurbericht.nl zijn deze winter al 120 tekenbeten doorgegeven op Tekenradar.nl. De afgelopen week nam met het oplopen van de temperaturen het aantal gemelde tekenbeten sterk toe. De komende dagen zullen de beestjes naar verwachting nog actiever worden, vooral in het zuidoosten van het land. Een teek kan de Borrelia-bacterie bij zich dragen. Wie daarmee besmet raakt, ziet een rode kring rondom de tekenbeet verschijnen. De besmetting is te behandelen met antibiotica maar blijft vaak lang onopgemerkt. De ziekte van Lyme, die door deze bacterie wordt veroorzaakt, kan leiden tot ernstige hart- en gewrichtsklachten en zenuwaandoeningen en kan zonder behandeling uiteindelijk zelfs dodelijk zijn. bron: ANP, 9-3-14.
IEDEREEN KAN LEZEN ! Iedereen kan lezen is de gratis toegankelijke Regiobeurs met informatie en producten voor mensen met dyslexie, een verminderd gezichtsvermogen of laaggeletterden. Om te kunnen lezen en schrijven, en dus mee te doen in gelijkwaardigheid, zijn er vele oplossingen. Zoals speciale brillen of software waarmee de grootte van letters kan worden aangepast of teksten kunnen worden voorgelezen. Maar ook spraakondersteunde smartphones en tablets bieden tal van mogelijkheden. Evenals tot op enkele meters nauwkeurige en sprekende navigatie. Plus een apparaat waarmee de televisieondertiteling wordt voorgelezen. Het is allemaal op de beurs te vinden. Deskundige leveranciers van zeer uiteenlopende en interessante producten, nemen graag de tijd u uitgebreid te informeren. Bovendien is deze beurs interessant voor professionals uit onderwijs en (medische) zorg. Mis het dus niet en kom naar de Iedereen kan lezen Regiobeurs. U bent van harte welkom in de bibliotheek op het Aarplein 5, 2406 BZ Alphen aan den Rijn. Op donderdag, 15 mei a.s. van 10.00 -16.00 uur. Telefoon bibliotheek: 0172-475771. 23
RECHT OP WIJKVERPLEEGKUNDIGE ZORG Minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn regelen dat de wijkverpleegkundige vanaf 2015 in het basispakket van de zorgverzekeringswet wordt opgenomen. Hiermee is geregeld dat iedereen hier straks recht op heeft. Dit staat in de nieuwe aanspraak Wijkverpleging die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. De wijkverpleegkundige krijgt net als de huisarts een centrale plek in de wijk. Er gaat ongeveer € 3 miljard naar de Zorgverzekeringswet voor wijkverpleging. Mensen kunnen vanaf 2015 rechtstreeks of bijvoorbeeld via hun huisarts, Wmo-loket of gezondheidscentrum in contact komen met een wijkverpleegkundige. Zij staat aan de zijde van cliënten bij het beoordelen van wat ze nodig hebben aan verpleegkundige zorg om langer thuis te kunnen wonen. De wijkverpleegkundige hoeft niet altijd de persoon te zijn die daadwerkelijk de zorg verleent. Deze kan ook verleend worden door een verpleegkundige, een verzorgende of een casemanager dementie. De wijkverpleegkundige coördineert alle zorg rondom de cliënt en stemt af met andere hulpverleners, zoals de huisarts, medisch specialist en de maatschappelijk werker. De wijkverpleegkundigen krijgen straks de ruimte om zelf in te schatten hoeveel tijd er nodig is voor een cliënt. Ze worden dus niet op pad gestuurd met de boodschap dat ze maar x minuten of uren per cliënt mogen besteden. “De wijkverpleegkundige in een nieuw jasje dus, zonder stopwatch”, aldus Van Rijn. Op deze manier krijgen ze ruimte voor inzet van hun professionaliteit. De beroepsgroep voor verpleegkundigen en verzorgenden Nederland (V&VN) ontwikkelt een richtlijn waarin wordt omschreven hoe een wijkverpleegkundige beoordeelt wat een cliënt aan zorg nodig heeft en hoe de aansluiting met gemeentelijke ondersteuning in praktijk vorm zal kunnen krijgen. Staatssecretaris Van Rijn heeft op 5 maart getuigenschriften uitgereikt aan 13 ambassadeurs voor de wijkverpleegkundige. Deze ambassadeurs gaan het land in om wijkverpleging nieuwe stijl aan te bevelen. Ze gaan hun collega’s en andere partijen in het veld daar waar nodig ondersteunen in het vormgeven van wijkverpleging. Dit is een gezamenlijk initiatief van V&VN eerstelijnsverpleegkundigen en ZonMw *).
Bron: Rijksoverheid.nl, 6 maart 2014.
*)ZonMw: Organisatie ter verbetering van preventie, zorg en gezondheid door het stimuleren en financieren van onderzoek, ontwikkeling en implementatie.
24
MEEVERHUIZEN NAAR EEN VERPLEEGHUIS MAG Mag een partner meeverhuizen als de ander opgenomen wordt in een verpleeghuis? Een artikel op Facebook hierover leidde tot veel onrust en vragen. Het antwoord op de vraag is: ja, in principe mag een partner mee naar een verpleeghuis. Wanneer een van twee partners een indicatie krijgt voor opname in een verpleeg- of verzorgingshuis, dan kan de ander kiezen of deze thuis wil wonen of wil meeverhuizen. Het is belangrijk dat die keuze er is. De mogelijkheid om mee te verhuizen als gezonde partner, is wettelijk vastgelegd in de AWBZ. Veel zorgorganisaties bieden de mogelijkheid dat een gezonde(re) partner mee verhuist naar een verpleeg- of verzorgingshuis. Een voorwaarde is alleen dat de zorgorganisatie van de keuze van de cliënt geschikte woonruimte beschikbaar heeft. Daarnaast is het afhankelijk van de zorgvraag van de cliënt; als iemand bijvoorbeeld zwaar dementerend is en op een gesloten afdeling moet verblijven, is het samenwonen met een partner moeilijk te realiseren. Voor het meeverhuizen heeft een partner geen indicatie nodig, en dat hoeft hij of zij dus ook niet aan te vragen. Maar het CIZ of het zorgkantoor kunnen wel behulpzaam zijn bij het vinden van andere woonruimte als er voor mensen bij het verpleeghuis van hun keuze geen plaats is. Zorgorganisaties die geschikte woonruimte voor een partner aanbieden, kunnen dit via het CIZ laten registreren, zo meldt het CIZ. Bron: Actiz (organisatie van zorgondernemers), 31 januari 2014.
Scootmobiel trekt paard
25
DIABETES? DAN MINDER ZOUT GEBRUIKEN! Ook een kleine beperking van de hoeveelheid zout die diabetespatiënten met nierschade binnenkrijgen, heeft voor hen al duidelijk gunstige gezondheidseffecten. Doordat zij meer dan gemiddeld veel zout gebruiken en omdat er snel gezondheidwinst is te behalen, dient de zoutinname van nierpatiënten met diabetes extra aandacht te krijgen. Dit blijkt uit gezamenlijk onderzoek van nefrologen *)van UMCG, Ziekenhuisgroep Twente en Medisch Centrum Leeuwarden. Zij publiceerden over hun resultaten in Lancet Diabetes Endocrinology. Diabetes is en belangrijke oorzaak van nierschade. Zowel dieet als medicijnen zijn nodig voor een goede behandeling. Uit eerder onderzoek bij nierpatiënten met andere oorzaken van de nierschade is al bekend dat nierbeschermende medicijnen niet werkzaam zijn als de patiënt teveel zout gebruikt. Bij diabetespatiënten met nierschade is er weliswaar veel aandacht voor hun dieet, maar over de rol van zoutgebruik was tot dusverre weinig bekend. In de DINAMO-studie werd in een grote groep diabetespatiënten in de urine gemeten hoeveel zout ze daadwerkelijk binnenkregen: dit bleek gemiddeld ruim 12 gram/dag. Dit is ruim boven de gemiddelde zoutinname in Nederland (7,5-8,5 gram per dag) en boven de hoeveelheid van 6 gram per dag die wordt aanbevolen door de Gezondheidsraad. Een groep van 45 patiënten volgde aansluitend gedurende 6 weken een zoutbeperkt dieet: hierdoor nam hun zoutinname af tot 8.7 gram per dag. Het resultaat voor deze groep van 45 was dat hierdoor niet alleen hun bloeddruk daalde, maar ook dat het eiwitverlies in de urine met ruim 40% afnam. Plastabletten, die een zout-afdrijvend effect hebben, hadden een soortgelijk effect; dit effect werd echter nog versterkt door gelijktijdige zoutbeperking. Volgens onderzoeksleider Gerjan Navis van het UMCG laten deze resultaten zien dat zoutinname juist bij nierpatiënten met diabetes extra aandacht verdient. Ten eerste omdat is gebleken dat deze groep bovengemiddeld veel zout gebruikt. Volgens Navis is dit mogelijk te verklaren doordat alle aandacht bij hen vooral op andere elementen van de voeding is gericht. Verder blijkt zelfs een kleine vermindering van het zoutgebruik bij deze groep al tot duidelijke gezondheidseffecten te leiden.
Bron: UMCG, 6 maart 2014. *): Nefrologie is het onderdeel van de interne geneeskunde dat zich met nieraando eningen bezighoudt. De arts van dit vakgebied heet nefroloog.
26
BLINDHEID TE LIJF MET GENEN, CELLEN EN IMPLANTATEN De afgelopen jaren zijn steeds meer genen ontdekt waarin erfelijke mutaties leiden tot aantasting van het zicht of die op termijn zelfs blindheid veroorzaken. Die kennis heeft geleid tot nieuwe experimentele behandelingen zoals gentherapie, stamceltherapie en geïmplanteerde chips die op de hersenen worden aangesloten. Internationale topwetenschappers presenteren op 25 maart in het Radboudumc de laatste ontwikkelingen op het gebied van netvliestherapieën. Veel gemuteerde genen veroorzaken netvliesproblemen. Als de schade aan de cellen van het netvlies nog beperkt is, lijkt gentherapie een serieuze behandeloptie. Dit blijkt onder andere uit het werk van prof.dr. Jean Bennett, moleculair geneticus in Philadelphia. Al in 2001 liet ze zien dat gentherapie effectief is bij honden met mutaties in het RPE65 gen, die lijden aan netvliesdegeneratie – een oogziekte die uiteindelijk tot blindheid leidt. Zeven jaar later publiceerde Bennett een artikel waaruit blijkt dat dezelfde techniek ook werkt bij de mens. Ze toonde ook aan dat de therapie meer effect heeft bij jonge kinderen, dan bij volwassenen bij wie de ziekte al verder is voortgeschreden. Vroeg toepassen van de behandeling lijkt dus het beste. Ook prof.dr. Robert MacLaren van Oxford University publiceerde onlangs in The Lancet gegevens over een andere toepassing van gentherapie. Hij behandelde zes patiënten met choroïderemie, een erfelijke oogziekte die het netvlies steeds verder aantast. Een half jaar na de behandeling was het zicht van twee patiënten duidelijk verbeterd en twee andere zagen kleuren weer helderder. En niet onbelangrijk: de therapie bleek veilig. “Het is mooi om te zien dat beide therapieën zijn gebaseerd op reparatie van genen die wij in Nijmegen hebben ontdekt”, zegt prof.dr. Frans Cremers, die samen met dr. Rob Collin het congres over netvliestherapieën organiseert. MacLaren past naast gentherapie ook celtherapie toe. Die therapie is vooral geschikt in een latere fase, wanneer veel netvliescellen al zijn gestorven en gentherapie geen soelaas meer biedt. Bij twaalf muizen met retinitis pigmentosa – ook een erfelijke ziekte van het netvlies – implanteerde hij stamcellen die zich vervolgens ontwikkelden tot netvliescellen. Twee weken later reageerden tien van de twaalf blinde muizen op licht. Ze konden weer zien. Wanneer het netvlies helemaal is verdwenen, biedt een ‘elektronisch netvlies’ dat lichtsignalen omzet in elektrische signalen, op termijn misschien uitkomst. Dr. Marco Mura, oogchirurg in het AMC in Amsterdam en het Oogziekenhuis Zonnestraal in Hilversum, heeft bij drie Nederlandse patiënten al zo’n chip geïmplanteerd. De chip biedt nu nog een zeer beperkt beeld, gebaseerd op de lichtflitsen die van de chip door de oogzenuw naar de hersenen worden gestuurd. Mura bespreekt onder andere de eerste ervaringen die artsen en patiënten met deze netvliesprothese hebben opgedaan en gaat in op toekomstige ontwikkelingen. Bron: Radboudumc, 19 maart 2014. Natuurlijk is het nog (voor het grootste gedeelte) toekomstmuziek. Maar toch . . . Je weet maar nooit. Soms gaan ontwikkelingen sneller dan je verwacht.
27
En nog een beurs voor blinden en slechtzienden, maar dan wat uitgebreider en ook iets verder weg. Dat is de. . .ZIEZO
BEURS
Openingstijden Locatie:
Donderdag 10 april 10.00 tot 17.00 uur Vrijdag 11 april 10.00 tot 17.00 uur Zaterdag 12 april 10.00 tot 16.00 uur Expo Houten Meidoornkade 24 3992 AE Houten
Van donderdag 10 t/m zaterdag 12 april 2014 organiseert het Oogfonds de ZieZobeurs in Houten. Het is de landelijke Oogbeurs voor iedereen die niet of niet goed kan zien. Toegang is bij persoonlijke aanmelding gratis. Heeft u moeite met het lezen van de krant of ondertiteling en helpt een gewone bril niet meer? Heeft u een oogziekte? Bent u blind of slechtziend? Dan kunt u naar de Ziezo beurs 2014. Iedereen die niet kan zien, minder ziet of een oogaandoening heeft, zit met vragen. Welke hulpmiddelen zijn handig of noodzakelijk? Hoe zit het met werken en leren? Hoe blijf ik zelfstandig en mobiel? Daarom organiseert het Oogfonds jaarlijks de ZieZo-Beurs. Op deze unieke beurs, die jaarlijks wordt bezocht door duizenden bezoekers, krijgt u in één dag een volledig overzicht van alle mogelijkheden als het gaat om wonen, werken, lezen, leren, ontspannen, kortom leven met een visuele beperking. Ook is er een groot aanbod van hulpmiddelen, waarvan u de meeste ter plekke direct kunt kopen!
28
Ervaar welke mogelijkheden er zijn als je niet of niet goed ziet. Kom in contact met alle aanbieders van diensten en hulpmiddelen. Loepen en andere hulpmiddelen, activiteiten, geleidehonden, opleidingen, arbeidsbemiddeling, workshops, spelletjes, boeken, loepen, verenigingen, telefonie: er is voor ieder wat wils. Bron: www.ziezo.org
----ZO VOORKOM JE MEDICIJNVERSPILLING Zuinig aan met die medicijnen
Jaarlijks gooien we maar liefst 100 miljoen euro weg aan ongebruikte medicijnen. Daarnaast slikken we van alles wat we helemaal niet nodig hebben. Vier tips om medicijnverspilling te voorkomen. Nieuw medicijn? Eerst proberen Probleem: Een derde van de gebruikers houdt weleens medicijnen over, zo blijkt uit onderzoek van het Nivel. Van hen geeft 28 procent als reden: “Ik kreeg al snel een ander geneesmiddel in plaats van dit geneesmiddel.” Bijna een kwart van de ondervraagden zegt dat de arts te veel had voorgeschreven, bij ruim 10 procent had de apotheek meer meegegeven dan er op het recept stond. Judith Bijloos, woordvoerder van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP): “In principe levert de apotheek af wat de huisarts voorschrijft. Maar medicijnen zijn soms enorm goedkoop. Dan is het voor de apotheek economischer een vol doosje mee te geven dan om een nieuw doosje klaar te maken met een afgepast aantal pillen.” Oplossing: Vraag een nieuw geneesmiddel eerst twee weken op proef. Ook als u het veel langer gaat gebruiken. Kijk eerst of u het nieuwe medicijn goed verdraagt en of het werkt. Haal dan pas een grotere voorraad. De meeste huisartsen en apothekers regelen dat al zo. Gebeurt dat niet, vraag er dan zelf om. Besparing: Hoeveel precies bespaard wordt door van nieuwe medicijnen hoogstens voor twee weken voorraad in huis te halen, is moeilijk te zeggen. Maar we brengen jaarlijks voor maar liefst 100 miljoen euro aan ongebruikte medicijnen terug naar de apotheek. Slik niet te weinig of te kort Probleem: Veel mensen stoppen met een geneesmiddel terwijl ze het wel nodig hebben. Door bijwerkingen, angst voor bijwerkingen of doordat ze vinden dat het middel niet goed genoeg werkt, stopt 50 tot 70 procent van de patiënten al binnen een jaar met middelen tegen een verhoogde bloeddruk, met cholesterolverlagers, antidepressiva en pufjes tegen chronische longaandoeningen. Zij gebruikten de middelen vaak te kort om er baat bij te hebben, maar lang genoeg om last van bijwerkingen te krijgen.
29
Oplossing: Gebruik medicijnen precies zoals de bedoeling is. Neem ze op tijd in en neem genoeg. Stop niet zomaar met de medicatie, vooral niet als je een chronische aandoening hebt. Geen of te weinig medicatie gebruiken is niet zuinig, maar ongezond en daardoor uiteindelijk duur. Als je bijvoorbeeld je cholesterolverlager regelmatig vergeet in te nemen, daalt je cholesterolgehalte minder dan wanneer je hem elke dag inneemt. Soms is het onregelmatig innemen van een geneesmiddel zelfs slechter dan helemaal niets slikken. Prof. Marcel Bouvy, hoogleraar farmaceutische patiëntenzorg en apotheker: “Als je sommige antidepressiva één of twee dagen overslaat, krijg je al ontwenningsverschijnselen die erger kunnen zijn dan de kwaal. En bij middelen om de hartslag te verlagen, gaat de hartslag tijdelijk omhoog als je ze enkele dagen niet inneemt. Meestal is dat geen probleem, maar voor iemand met een zwak hart kan dat gevaarlijk zijn.” Besparing: 'Therapieontrouw' en ook ander incorrect gebruik van medicijnen veroorzaakten in 2006 ruim vierduizend acute ziekenhuisopnames, bijna 7 procent van deze patiënten overleed. (Recentere cijfers zijn er niet.) De kosten hiervan bedroegen 18,7 miljoen euro. Gebruik niet te lang en alleen wat je nodig hebt Probleem: Er zijn mensen die een geneesmiddel niet nodig hebben, maar het wel slikken. Zo worden antidepressiva en slaap- en kalmeringsmiddelen vaak te lang gebruikt. Dat geldt ook voor pijnstillers, neusspray en laxeermiddelen. Zomaar ineens stoppen is vaak niet verantwoord; je kunt dan veel last krijgen van ontwenningsverschijnselen. Oplossing: Check of je een geneesmiddel onterecht gebruikt. Dat is zo, als je: langer dan vier maanden een benzodiazepine gebruikt tegen angst en onrust (anxiolyticum) of langer dan vier weken als slaapmiddel. Je loopt dan risico op verslaving, afname van de werking en bijwerkingen. -(vrijwel) dagelijks pijnstillers tegen de hoofdpijn gebruikt. Deze kunnen een pijnstillerafhankelijke hoofdpijn veroorzaken die dag en nacht voortduurt. De enige oplossing is radicaal stoppen met de pijnstillers, bij voorkeur onder begeleiding van een arts. Ook als je op meer dan twee dagen per week triptanen tegen de migraine slikt, kun je daar juist hoofdpijn van krijgen. -langer dan vijf dagen xylometazoline, oxymetazoline of tramazoline (spray of druppels tegen een verstopte neus) gebruikt. Bij te lang gebruik zwelt het neusslijmvlies op; met doordruppelen beschadig je het slijmvlies blijvend. -langer dan drie dagen het laxeermiddel bisacodyl gebruikt tegen verstopte darmen. De darm kan er ‘lui’ van worden, de ontlasting komt niet meer vanzelf en je krijgt de neiging opnieuw laxeermiddel te gebruiken. -al langer dan een maand nicorette, nicotinepleisters of nicotinekauwgom gebruikt, maar nog steeds rookt. Dan heb je meer kans op bijwerkingen, en op ernstigere bijwerkingen zoals een hartinfarct. 30
Vraag de huisarts om je te begeleiden bij het stoppen. Je arts kan helpen heel geleidelijk de dosis af te bouwen in de loop van dagen, weken of zelfs maanden. Dit is ook met hulp niet gemakkelijk. Uit onderzoek van het Nivel blijkt dat huisartsen het zeer lastig vinden om patiënten die chronisch benzodiazepines gebruiken, daarmee te laten stoppen. Op www.benzodebaas.nl is informatie, lotgenotencontact en online-begeleiding te krijgen over stoppen met benzodiazepines. Besparing: Onnodig geneesmiddelen slikken is zonde van het geld en vaak ongezond en daardoor nog duurder. De kosten zitten niet zozeer in de prijs van de geneesmiddelen, maar in de kosten van gezondheidsschade door te lang doorgaan met slikken, en de economische schade door zieke werknemers. Ouderen die benzodiazepines gebruiken vallen vaker en lopen anderhalf keer zoveel kans op het breken van een heup. Laat je medicijngebruik doorlichten Probleem: Van alle geneesmiddelengebruikers gebruikt één op de tien meer dan vijf geneesmiddelen langdurig. Bij 65-plussers is dat één op de drie. Uit onderzoek onder veelgebruikers blijkt dat in Nederland in een kwart van de gevallen, mensen meer middelen of een hogere dosis kregen dan ze nodig hadden, in 17 procent van de gevallen juist minder. Hoe meer medicijnen je gebruikt en hoe ouder je wordt, hoe groter de kans dat die medicijnen niet goed op elkaar of op je lichaam zijn afgestemd. Door de veroudering van de organen wordt de kans op bijwerkingen steeds groter. Die bijwerkingen ontstaan vaak zo geleidelijk dat ze eerst niet opvallen, maar na verloop van tijd kunnen ze leiden tot bijvoorbeeld vallen of vergeetachtigheid. Oplossing: Vraag een medicatiecheck aan bij de huisarts of apotheker als je 65 jaar of ouder bent en/of vergeetachtiger wordt, het afgelopen jaar gevallen bent, een slechtere nierfunctie krijgt, of meer dan vijf verschillende medicijnen chronisch gebruikt, vooral als die niet allemaal door dezelfde arts worden voorgeschreven. De arts en apotheker bekijken dan samen of je niet onnodig veel of juist te weinig verschillende medicijnen slikt, of de dosis klopt en of de medicijnen met elkaar gecombineerd mogen worden. Per medicatiecheck worden in Nederland ongeveer drie of vier fouten in (combinaties van) recepten gevonden. Niet alle zorgverzekeraars vergoeden de medicatiecheck (volledig), zelfs niet wanneer die medisch én farmaceutisch noodzakelijk is. Je moet het dan (deels) zelf betalen uit je eigen risico (€60 tot €70). Besparing: Er zijn aanwijzingen dat een medicatiecheck de kans kleiner maakt dat je onnodig in het ziekenhuis belandt. Als iedereen die dat nodig heeft een medicatiecheck zou krijgen, zou dat naar schatting 150 tot 200 miljoen euro kunnen besparen. Uit de evaluatie van de medicatiecheck blijkt dat 10 tot 12 procent van de medicatie veilig kan worden gestopt. Voor patiënten van 65 jaar en ouder die vijf of meer verschillende medicijnen gebruiken, levert dit eveneens een besparing op van 150 tot 200 miljoen euro. Medicijnen over? Ongeveer de helft van de mensen die geneesmiddelen overhebben, levert ze in bij de apotheek. Daar halen ze de etiketten eraf vanwege de privacy, scheiden doosjes en bijsluiters van medicijnen, en leveren 31
de medicijnen in bij de gemeente als klein chemisch afval. In 2006 was de waarde van teruggebrachte medicijnen ongeveer 3,2 procent van de totale uitgaven aan medicijnen. Sinds die tijd zijn de prijzen van de meeste medicijnen zeer sterk gedaald. 8 procent van de mensen levert de medicijnen zelf in bij de chemokar of het afvaldepot van de gemeente. 11 procent gooit overgebleven medicijnen in de prullenbak en 2 procent spoelt ze door de wc. Bron: Gezondheidsnet/Liesbeth Jongkind, 24-03-2014.
WAT IS SUPPORT 2014? Support, een evenement dat u niet mag missen. Support is de grootste beurs en leukste in de Benelux voor iedereen met een fysieke beperking, hun omgeving en mensen die beroepshalve te maken hebben met de beperkingen die fysieke handicaps kunnen opleggen. Support biedt u zicht op de nieuwste trends en technieken. Compleet, branchebreed en representatief. Wilt u meer informatie over bijvoorbeeld hulpmiddelen, een hulphond, de aanschaf van een rolstoel of armondersteuning. Dan mag u deze beurs niet missen. Bovendien kunt u via de site: www.supportexpo.nl gratis toegangskaarten regelen. Support 2014 vindt plaats van woensdag 7 mei t/m zaterdag 10 mei 2014. Openingstijden: Woensdag 7 mei: Donderdag 8 mei: Vrijdag 9 mei: Zaterdag 10 mei:
10.00 10.00 10.00 10.00
tot tot tot tot
17.00 17.00 17.00 17.00
uur uur uur uur
Vragen tijdens uw bezoek? Alles uit handen, uw vraagbaak tijdens Support! Alles uit handen Tijdens Support staat Alles uit handen op diverse locatie op de beursvloer voor u klaar om u te informeren over diverse praktische zaken en u de weg te wijzen tijdens en op de beurs. U kunt hen herkennen aan het t-shirt met daarop een groot vraagteken Wilt u meer informatie? Of heeft u extra handen nodig? Vraag het gerust aan Alles uit handen. Zij helpen u graag! Alles uit handen verzorgt tevens een interessante en praktische workshop over autisme. ADL-assistentie nodig tijdens Support 2014? Fokus verleent kosteloos ADL-assistentie aan de bezoekers van Support 2014. Iedere dag staan er ADL-assistenten van Fokus klaar om u te helpen bij toiletgang, persoonlijke verzorging, aan- en uitkleden, eten, drinken en verplaatsingen in- en uit de rolstoel. Er zijn tilliften en er is een rustruimte aanwezig. De stand van Fokus bevindt zich in hal 7, nummer D111. Voor verpleegkundige handelingen als catheterisatie dient u zelf iemand mee te nemen die daartoe bekwaam is. Deze handelingen mogen de ADL-assistenten tijdens de beurs niet verrichten. 32
Testcircuit Nieuw: test de allernieuwste modellen rolstoelen, scootmobielen etc. live tijdens Support Deze editie van Support wordt er een groot testparcours aangelegd in de Jaarbeurs waar de nieuwste modellen rolstoelen, scootmobielen, fietsen etc. gratis uitgetest kunnen worden. Je kunt ze op het circuit uitgebreid testen en je laten adviseren. Dus ben je op zoek naar een nieuw vervoersmiddel en weet je nog niet precies wat je wilt? Kom naar Support en ga ze allemaal testen! Wintersport Experience Voor het eerst staat de Nederlandse Ski Vereniging met de Wintersport Experience op Support. Tijdens de beurs kunnen kinderen en volwassenen kennis maken met de wintersport! De Nederlandse Ski Vereniging brengt met de Wintersport Experience de bezoekers van Support in aanraking met skiën, snowboarden, langlaufen en biatlon. Zonder sneeuw, maar mét simulatoren, ergometers, videoprojecties van helmcamerabeelden en games kan iedereen op een bijzondere en leuke manier kennis met wintersport. Alles vindt plaats onder professionele begeleiding van het team. Na de leuke kennismaking worden de bezoekers uitgenodigd voor een kennismakingsaanbod bij één van de lokale wintersportaanbieders (vereniging of accommodatie) in de regio en kunnen enthousiast geworden bezoekers gebruik maken van een aantrekkelijk aanbod om bij de wintersportvereniging of –accommodatie te blijven wintersporten. Lijkt het je leuk om een keer te skiën/snowboarden dan brengen wij je graag in contact met de organisaties binnen Nederland waarbij aangepast skiën/snowboarden mogelijk is! De Wintersport Experience bevindt zich tijdens Support in hal 7. K-J Projects Rolstoelvaardigheidstraining Kees-Jan van der Klooster geeft sinds 2005 rolstoelvaardigheidstrainingen aan kinderen en volwassenen. Zijn aanpak en werkwijze werpen zijn vruchten af. Tijdens Support 2014 zal Kees-Jan op donderdag 8 mei en zaterdag 10 mei met zijn mobiele parcours aanwezig zijn om een ieder die dit wil tips en adviezen te geven hoe zij beter om kunnen gaan met hun handbewogen rolstoel. Uiteraard kunnen ook mensen die niet afhankelijk zijn van een rolstoel ervaren hoe het is om obstakels te overwinnen of hoe zij mensen met een rolstoel kunnen assisteren bij obstakel. De rolstoelvaardigheidstrainingen kun je vinden achterin in hal 7 naast de Wintersportexperience van de NSkiV. Dus . . . heel veel plezier op de supportbeurs in de jaarbeurshallen in Utrecht ! Gerda.
33
HET WOLVENSPOOR Op het moment dat ik die vrachtwagen in mijn achteruitkijkspiegel zie, bedenk ik me dat ik nu even geen uitwijkmogelijkheid heb om voor het gevaarte uit de weg te gaan. Als brommobielbestuurster realiseer ik me dat zo’n klein langzaam autootje erg lastig is voor de bestuurder of bestuurster van die grote wagens. En hoewel er behoorlijk groot 45 km op de achterkant staat, is dat blijkbaar moeilijk te lezen vanuit een vrachtwagencabine. Dus probeer ik ze zoveel mogelijk vrije doorgang te geven door –als dat kan- op tijd al, even helemaal naar rechts te gaan. Tot dan toe geen probleem. Dat wordt het pas als zo’n gigant gaat toeteren of lichtsignalen geeft. Op dat moment gaat mijn “autootje” zijn eigen beslissingen nemen en wil pertinent geen kilometer harder rijden dan toegestaan en ook het naar rechts gaan is ineen een probleem. Ik dacht altijd dat het aan mij lag, mede omdat ook mijn scootmobiel bepaalde eigenwijze trekjes heeft. Maar bij navraag, of “na zeer grondig onderzoek” het is maar waar u zich prettig bij voelt, bleek dat heel veel van die brommobieltjes een eigen leven gaan leiden zodra ze zich belaagd voelen door andere weggebruikers. En ja, ook scootmobielen denken af en toe dat ze best midden op het fietspad mogen rijden, vooral als er een hele kluit fietsers ze tegemoet komt. Want die willen je soms het liefst de berm in laten rijden (denkt zo’n scootmobiel) dus dat moet te allen tijde voorkomen worden. Daar ben ik dus mooi klaar mee als bestuurster. Ook al wil ik naar rechts als dat nodig is, op het moment dat er herrie achter me is of er lichtsignalen zijn kan ik het vergeten. HIJ WIL HET NIET! Lange tijd heb ik gedacht dat het fenomeen alleen bij gehandicapte rijders voorkwam, maar gelukkig. . . dat is niet zo. Ook andere weggebruikers met kleine autootjes hebben soms met het euvel te maken. Het heeft dus geen zin om die brom- en scootmobielen van de weg te halen, want er zullen altijd kleinere weggebruikers zijn dan de rest. Bovendien zijn dat er veel meer, dus het is niet reëel om dat als oplossing te zien. Ik denk dat er een betere oplossing zit in: “Even geduld” en misschien ook wat meer kennis van de verkeersregels. Want nee, een brommobiel (zo’n breed 45 km wagentje) mag NIET op het fietspad. (Een smal gehandicaptenwagentje wél) U mag hem wél inhalen, want het is strikt genomen géén auto. En als u achter mij aan rijdt krijgt u dus zeker de mogelijkheid, als dat veilig kan! Zolang er dus maar niet getoeterd of geseind wordt, want dan is mijn “autootje” tot in zijn wieldoppen beledigd en . . . tja . . . ach . . . Sorry, dat duurt even. Gerda.
34
Letterlijke tekst uit de statuten. De Stichting Alphens Platform Gehandicaptenbeleid stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan de instandhouding en de totstandkoming van een samenhangend en voldoend ontwikkeld aanbod van activiteiten en voorzieningen op het terrein van lichamelijk- zintuiglijk- en orgaangehandicapten. Het APG tracht deze doelstelling te bereiken door middel van activiteiten die worden uitgevoerd door de diverse werkgroepen. Tevens wonen vertegenwoordigers uit het bestuur de diverse vergaderingen bij van organisaties, die nauw betrokken zijn met, of dienst verlenen aan gehandicapten. Ook wordt voorlichting, informatie en advies gegeven aan onze doelgroep. ------------------------------------------------------------------------------------------------------
Verantwoording Het bestuur en de redactie aanvaarden op geen enkele grond aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheden van overgenomen gegevens. De inhoudelijke verantwoording van de artikelen berust bij de auteur. De inhoud van en de meningen in de artikelen verwoorden niet noodzakelijkerwijs die van het bestuur en/of de redactie. ------------------------------------------------------------------------------------------------------hier afknippen ------------------------------------------------------------------------------------------------------Afzender: Naam -------------------Adres
Alphens Platform Gehandicaptenbeleid
----------------Postbus 559 Postcode+woonplaats 2400 AN Alphen aan den Rijn --------------------Tel. Nummer - - - - - - - - - - - - - - - - - - - --
35
U wordt toch ook ”donateur ” van het APG? Het Alphens Platform Gehandicaptenbeleid is opgericht als Stichting. Een stichting kent geen leden en heeft dus geen contributie-inkomsten. Onze stichting kent echter wel ”donateurs” , die het APG jaarlijks ondersteunen met een financiële bijdrage. Draagt u het APG een warm hart toe en bent u van mening, dat dit vrijwilligerswerk blijvend moet zijn, vul dan het aanmeldingsformulier in en stuur dit naar het APG. Dan ontvangt u regelmatig het APG nieuwsblad en alle verdere informatie, die voor u van belang kan zijn. Let wel, u krijgt geen acceptgiro. Wij verzoeken u vriendelijk om uw donatie over te maken op onderstaand bankrekeningnummer. Bij voorbaat onze dank. Het bestuur.
---------------------------------------------------------
AANMELDING o
Ik/wij wil(len) het APG ondersteunen en geef mij/ons op als donateur.
o
De jaarlijkse donatie heb(ben) ik/wij bepaald op € . . . , . . (min.€ 12,00)
o
Als donateur wil(len) ik/wij ook graag het APG nieuwsblad ontvangen.
o
Ik/wij wil(len) het APG ondersteunen met een eenmalige gift van € ....,..
o
Graag wil(len) ik/wij actief deelnemen in een werkgroep van het APG.
Het door mij/ons ingevuld bedrag zal voor de eerste keer worden overgemaakt op iban-rekeningnummer NL26 RABO 0391 7308 86 van de Rabobank te Alphen a/d Rijn, onder vermelding van donatie/gift 2014.
Handtekening
36