faculteitsblad ruimtelijke wetenschappen
jaargang 41 / nummer 4 / april 2010
veertig jaar
girugten Girugten Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen
Speciale jubileumeditie Girugten Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen
Jaargang 39 / nummer 2 / december 2007
Rotterdam
Jaargang 39 / nummer 3 / februari 2008
Krimp en Ruimte Kansen voor het Noorden?
girugten
inhoud
jaargang 41, nummer 4, april 2010
colofon Girugten is het onafhankelijke faculteitsblad van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen. Girugten functioneert als een zelfstandige redactie onder faculteitsvereniging Ibn Battuta eindredactie Wietske Wilts (hoofdredactrice) Bart Booij (vormgeving) redactie Robin Groenewold Debbie Lager Floris van der Lingen Guido Roegholt Mark Veenstra Marjolein Verheijen Claire Vernède Inge de Vries druk Drukkerij Sikkema, Warffum oplage 1250 stuks e-mail
[email protected] website www.girugten.nl postadres Postbus 800 9700 AV Groningen De eindredactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen artikelen in te korten, dan wel te weigeren.
1970-1974
4
redactioneel
dr. W.F. Hermans
6
Beste FRW-studenten, FRW-medewerkers en oud-redacteuren van Girugten,
Dick Kuiper & Bart Booij
Mark Veenstra
1975-1979
Mark Frequin & Claire Vernède
girugten culinair
10
1980-1984
12
prof. dr. G.J. Ashworth
14
1985-1989
16
er gaat niets boven Groningen
18
1990-1994
22
bezocht door girugten
24
1995-1999
26
campania
28
Claire Vernède
Jan Lunsing & Debbie Lager
Inge de Vries & Wietske Wilts
Hans van Tellingen & Inge de Vries
Debbie Lager & Wietske Wilts
Akke Folmer & Marjolein Verheijen
Robin Groenewold & Marjolein Verheijen
Edmond Varwijk & Mark Veenstra
Robert Kemkers
2000-2004
30
natura 2000 & CDA
32
2005-2010
34
facultaire organisaties
26
faculteit ruimtelijke wetenschappen
28
Nico Karsijns, David Offereins, Maurits Schilt & Robin Groenewold
Jan van Grootheest
Wietske Wilts & Floris van der Lingen
Ibn Battuta, Pro Geo & Geo Promotion
prof. dr. P.H. Pellenbarg
2
8
girugten 1970-2010
uitgelicht 10. girugten culinair
Girugten bestaat veertig jaar en dat is te zien! Een kleurrijk exemplaar geeft het reilen en zeilen van veertig jaar Girugten weer. Een gekleurde tijdbalk met per vijf jaar een artikel van een oud-redacteur uit die tijd en een artikel van een huidig redactielid aan de hand van archiefmateriaal loodst je door veertig jaar Girugten. Daarnaast staat een ‘prikbord’ met allerhande curiositeiten overgenomen van Girugtens uit die periode. De tijdbalk is aangevuld met artikelen over terugkerende thema’s in de Girugtengeschiedenis. Een jubileumnummer maken is een hele klus. Het digitaliseren van het archief is medio 2008 al begonnen, maar het echte werk was iets van de laatste maanden, weken en dagen. De site LinkedIn.com heeft mij trouwe diensten bewezen in de zoektocht naar adressen van (ruim 200) oud-redacteuren. Leve het internettijdperk! Verder kwam dit nummer tot stand met taart, feesthoedjes en slingers. En natuurlijk veel vergaderen. Uit het creatieve brainstormproces ontsproten diverse fictieve rubrieken, zoals ‘scannen met Debbie’ (hoe krijg je anders ruim zeventig Girugtenvoorkanten ingescand?) en ‘peddelen met Inge’ (als variant van ‘Op de bank van…’). Het resultaat van alle feestvreugde is te zien op de middenpagina.
24. bezocht door girugten
Tot slot wil ik enkele mensen bedanken. De kleurrijke Gerda’s van de faculteit (Gerda Groen en Gerda Blouw) die het mogelijk hebben gemaakt dit jubileumnummer in full colour te laten drukken. Alle oud-redacteuren, Dick Kuiper, Mark Frequin, Jan Lunsing, Hans van Tellingen, Akke Folmer, Edmond Varwijk, Nico Karsijns, David Offereins, Maurits Schilt, Jan van Grootheest en Robert Kemkers, ben ik ongelofelijk dankbaar voor de uiteenlopende bijdragen aan dit nummer! Verder bedank ik prof. dr. Ashworth voor het inspirerende interview en Fedde Moedt als fotograaf voor de middenpagina. Ook wil ik hier Mathieu Drolinga noemen, met wie ik al vanaf 2008 bezig ben geweest met het digitale Girugtenarchief. Dan mijn redactiegenoten: Bart, Claire, Debbie, Floris, Guido, Inge, Marjolein, Mark en Robin. Natuurlijk bedank ik jullie voor het intensieve redactiewerk voor dit nummer - en Bart in het bijzonder voor het fotoshoppen en lay-outen (feesthoedje af!) - maar ook wil ik zeggen dat ik gewoon blij ben met jullie. We zijn een bijzonder stel mensen! Veel leesplezier! Wietske Wilts hoofdredactrice
girugten 1970-2010
28. campania
3
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010 toen: Dick Kuiper Die naam kwam uit de wetenschappelijke staf tot ons ‘Voor u ligt het eerste nummer van GIRUGTEN - die naam kwam uit de wetenschappelijke staf tot ons - het informatieblad van de Geografische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen.’ Een dergelijke zin heb ik veertig jaar geleden gebruikt als opening van het redactioneel artikel waarmee de komst van het nieuwe orgaan werd aangekondigd. De naamgever van GIRUGTEN was drs. W.W. de Jong en de eerste redactie bestond uit Anneke Assen, Harry van den Berg, Ane Glas (illustraties) en ondergetekende. Het blad dat zo’n zes keer per jaar verscheen, werd nodig geacht om alle geledingen van de faculteit op de hoogte teouden van het reilen en zeilen: informatie over de faculteitsraad, tentamendata, colleges, boekenlijsten, personeelsmutaties, lezingen en excursies. Een vast bestanddeel vormden de boekenaanwinsten van de bibliotheek. Een rubriek die werd verzorgd door Cathrinus Schaafsma, de enthousiaste bibliothecaris, en die regelmatig door de redactie moest worden ingeperkt om GIRUGTEN enigszins in balans te houden. Het werk van de toenmalige redactie was veelomvattend en vergde ook veel handwerk. Het betypen, bekrassen, uitdraaien en vergaren van stencilvellen was een tijdrovende aangelegenheid waarbij regelmatig iets misging en opnieuw moest worden begonnen. Medewerking was dan ook welkom en die liet niet lang op zich wachten. Een medewerker van het eerste uur was Stemawilgijs waarachter zich het collectief Steven Boerma, Maarten Post, Wil Schröder en Gijs Beets verschool.
nu: Bart Booij Tussen GIRUGTEN en Ibn Battuta bestond van meet af aan een hechte band. Het verenigingsnieuws nam in bijna alle edities een prominente plaats in. Ik heb daar zelf een bijdrage aan geleverd in de vorm van uitgebreide en - naar hedendaagse opvattingen wel erg studentikoze verslagen van lezingen, eerstejaarsweekenden en excursies naar onder andere Zuidwest-Friesland, Steenwijk, Moskou-Leningrad en Praag. In het verslag van deze laatste excursie van april 1971 is sprake van enige diepgaande contacten met Praagse geografiestudentes. Daarmee is niets teveel gezegd, zo blijkt achteraf, want één van deze studentes is in september 2009 met haar familie nog een weekje bij ons op bezoek geweest. Een journalistiek hoogtepunt in de eerste vijf jaar van GIRUGTEN? Ongetwijfeld het letterlijk verslag van een telefoongesprek van een anonieme medewerker met de toenmalige lector fysische geografie W.F. Hermans. Dit verslag is nadien vele malen geciteerd in de regionale en landelijke pers en heeft onze faculteit veel publiciteit opgeleverd.
op de voorpagina de Vismarkt. Het geparkeerde blik mag u er zelf bij denken.
Als mij in 1970 zou zijn gevraagd of de naam GIRUGTEN in 2010 nog zou bestaan, dan was mijn antwoord ongetwijfeld nee geweest. Het veertigjarig jubileum is voor mij dan ook een heel positieve verrassing en een gebeurtenis waarmee ik alle lezers, medewerkers en vooral de voormalige en huidige redactieleden van harte feliciteer.
[De numerus fixus heeft uiteindelijk geen doorgang gevonden, red.]
Vries, februari 2010 Dick Kuiper
4
er in een reeks nummers aan het einde van 1972 en het begin van 1973 gediscussieerd over de ‘fl. 1000,-wet’, die zou betekenen dat het collegegeld verhoogd zou worden naar fl. 1000,- (dat komt neer op zo’n € 1400,- in hedendaagse valuta). Eén van de redenen van de Geografische Federatie om het voorstel te verwerpen is dat het voorstel ‘een stap terug is op de weg naar gratis onderwijs voor iedereen’. Hoewel het collegegeld van 2009-2010 niet veel verschilt van het voorgestelde bedrag, zijn we inmiddels een paar flinke stappen terug aan het nemen op de weg naar gratis onderwijs. Dan is er natuurlijk de ‘W.F. Hermans-affaire’. De onvrede onder studenten over het functioneren van Hermans is in deze jaren vaak in Girugten verschenen. Vandaar dat ik in deze inleiding in de opstartjaren van Girugten jullie dit voorwoord uit april 1973 niet kan onthouden: ‘triest, in en in triest is het Geografisch Instituut van de R.U.Groningen -kortweg girug- langzamerhand geworden. We halen nog eens het NOS-journaal met onze vuile was, ondanks de voortreffelijke, weliswaar milieuverpestende wasmiddelen die op de markt gebracht worden.’ Groningen, februari 2010 Bart Booij
De Academische Raad adviseert minister De Brauw een numerus fixus in te stellen voor zeven studierichtingen, w.o. de sociale geografie. Hoeveel studenten kunnen worden toegelaten alvorens de stop in werking treedt liet de raad in het midden. Dat moeten de verschillende nog in te stellen subcommissies maar uitmaken vindt de raad. uit de Volkskrant dd. 24-4-1974
De opstart Tijdens de eerste vijf jaren was Girugten een mengeling tussen (sub)facultaire informatie richting studenten en medewerkers en interessante artikelen. Ieder nummer begon met ‘girugjes’ bestaande uit personeelswisselingen, aankondigingen voor tentamens en andere belangrijke mededelingen. Daarna volgde steevast een paar interessante artikelen over uiteenlopende onderwerpen. Er waren verslagen van lezingen van Ibn Battuta, commentaar van docenten op onderwijskundige maatregelen uit Den Haag en ook studenten gebruikten de ruimte om hun commentaar op de leiding van de subfaculteit sociale geografie te geven. Als afsluiting kwamen berichten uit de bibliotheek; welke nieuwe aanwinsten de studenten konden bewonderen. Het moge duidelijk zijn, in dit tijdperk voor e-mail en Nestor werd veel door middel van Girugten aan de man en vrouw gebracht. Girugten kwam dan ook iedere maand uit, zo’n acht of negen keer per jaar. Begin jaren zeventig werd Girugten ook gebruikt om actuele, soms hoog oplopende discussies aan studenten en medewerkers over te brengen. Zo werd
Hoeveel, oh hoeveel in Groningen?
Ook Groningen:
‘умом Россия нe пaнять’
Een sportbericht, dat is nagekomen:
Oftewel: ‘Met het verstand is Rusland niet te begrijpen.’ En verder: ‘Met de algemene maat niet te meten; het heeft een bijzondere status - in Rusland kan men alleen maar geloven.’
Basketball: De uitslag van de wedstrijd Geo’68 Geo ‘70 is 66 - 59 ten gunste van Geo ‘68, welke terecht gebruik maakte van zijn meerdere ervaring.
Heb zojuist in Sankt Moritz aan de Sjah van Perzië uitgelegd, dat de subfaculteitsraad der geografie ernstig bezwaar heeft tegen een verdere verhoging van de olieprijs. Z.M. heeft deze notie thans in studie, overweegt GSB en Siswo in te schakelen om advies. Voer zelf actie bij X stop. (Prof. Tamsma op een ansichtkaart aan het peroneel van de T.A.P.)
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
5
dr. W.F. Hermans
door Mark Veenstra
Hermans een rol speelde bij de breuk tussen de disciplines (1973, nr. 4). Na zijn ontslag verschenen er weinig artikelen meer over Hermans in Girugten.
In de jaren vijftig, zestig en begin jaren zeventig werkte er aan de subfaculteit fysische geografie van de Rijksuniversteit Groningen een lector die in zijn carrière aan het GIRUG een bijzondere reputatie heeft opgebouwd. Zijn markante karakter alsook de gebeurtenissen rondom zijn persoon tijdens zijn carrière aan de faculteit zijn een verhaal in dit jubileumnummer van Girugten zeker waard. Willem Frederik Hermans (1921-1996) was naast wetenschapper ook schrijver. Hij wordt samen met Harry Mulisch en Gerard Reve gerekend tot ‘De Grote Drie’ naoorlogse auteurs. Bekende werken van zijn hand zijn onder meer Nooit meer slapen en De Donkere Kamer van Damokles. Ook lezers onder jullie met wat minder literaire bagage zouden laatstgenoemd werk misschien wel gelezen hebben voor de literatuurlijst op de middelbare school. Erosie is een geroemd boek dat hij over zijn vakgebied geschreven heeft. Met dit boek toonde Hermans aan dat ook over een fysisch geografisch onderwerp een goed leesbaar verhaal geschreven kon worden. Hierna heeft hij op zijn vakgebied weinig meer gepubliceerd. Wel heeft hij in enkele literaire werken de Rijksuniversiteit en de stad Groningen op de hak genomen, bijvoorbeeld in Onder Professoren. Dit boek schreef hij in 1975 en in dit verhaal leken sommige karakters en types wel ietwat op de werkelijke personen uit zijn universitaire werkkring. In ieder geval zoals hij ze zag. Hermans koesterde namelijk de nodige wrok jegens de universitaire wereld. Zijn betrekking aan het GIRUG ging niet altijd over rozen. In zijn tijd aan het GIRUG zorgde hij voor meerdere schandalen. Uitstellen en het geen doorgang vinden van tentamens, slecht voorbereide en saaie colleges en uit de hand lopende responsiecolleges waren een bekend fenomeen. Tevens bleek Hermans het niet eens met de hervormingen binnen het wetenschappelijk onderwijs, zoals de toegenomen studenteninspraak. De problemen werden serieus toen de responsiecolleges van Hermans niet doorgingen. Hij wilde wel weer responsiecolleges gaan geven, maar wilde van tevoren de namen van de deelnemende studenten krijgen, die zich als gevolg hiervan voor het college moesten inschrijven. De studenten wilden liever anoniem bij de colleges zijn. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat Hermans tijdens de responsiecolleges de rollen placht om te draaien en het kon gebeuren dat hij de studenten tijdens het college de vragen ging stellen in plaats van omgekeerd. Degene die een vraag van Hermans niet kon beantwoorden, omdat hij de stof (nog) niet goed beheerste kon van Hermans de wind van voren krijgen. Na een ingelaste ‘eerstejaars vergadering’, waarin besloten werd dat alle eerstejaars anoniem de colleges moesten kunnen bezoeken, nam de eerstejaarscommissie in 1971 de
6
Het eerste tienjarig jubileumnummer van Girugten, gepubliceerd in 1979, heeft eveneens een artikel aan Hermans gewijd, welke een compilatie was van alle in de tien jaar daarvoor geschreven berichten in Girugten. Na zijn vertrek bij het GIRUG heeft Hermans zich op het schrijverschap toegelegd. Hij ontving in 1977 de Prijs der Nederlandse Letteren. In 1990 ontving hij een eredoctoraat van de universiteit Luik voor zijn oeuvre.
telefoon ter hand en werd Hermans gebeld om hem te vertellen dat men belang stelde in zijn responsiecolleges en om te overleggen hoe een en ander het beste opgelost en afgesproken kon worden. Bij dit telefoongesprek ging het vanaf het begin al mis, omdat Hermans het ‘Goedemiddag’ van de redacteur, onbeleefd vond en erop stond dat hij met ‘Goedemiddag, meneer Hermans’ begroet werd voordat de beller zijn verhaal begon. En daar maakte hij een serieus punt van; misschien is dit wel illustratief voor zijn wat norse karakter. Het gesprek is deels afgedrukt in een uitgave van Girugten in 1971 (nr. 9). Aangezien Hermans het bij namen noemen schijnbaar belangrijk vond stond hij erop dat de eerstejaars zich intekenden en hij dus iedereen bij naam kende. Met de voorwaarde voor anonimiteit die de eerstejaars stelden was hij het dus niet eens.
Kijkend naar alle berichtgeving rondom Hermans zou je kunnen stellen dat hij een geweldige schrijver was. Het boek Onder Professoren heeft voor sommigen misschien herkenbare passages over het leven in Groningen en op de universiteit. Zijn carrière aan de Rijksuniversiteit Groningen had vervelende kanten, maar toch, hij heeft door zijn tijd als lector daar wel een paar mooie boeken over kunnen schrijven. En het schrijverschap heeft hem geen windeieren gelegd, maar veel prijzen en bekendheid. Waar een lectoraat al niet goed voor kan zijn! Bronnen: - Born, van den K. (2003), geschiedenis.vpro.nl, laatst bezocht op 11-02-2010 - Verscheidene Girugtenuitgaven uit het eerste decennium - Hermans, W.F (1975), Onder professoren, Amsterdam: De Bezige Bij - Hermans, W.F (1960), Erosie, Zaandijk: Heynis
Hierdoor dreigden de responsiecolleges niet door te gaan en het probleem was dat de faculteitsraad hem niet tot het geven van colleges kon verplichten, aangezien Hermans als lector wettelijk gezien vrij was in zijn manier van lesgeven. De subfaculteit Sociale Geografie kon enkel beslissen over de omvang en de plaats van studieonderdelen, niet over welke colleges Hermans wel of niet zou moeten geven. Hermans moest dus in overleg met de studenten. Ironisch was dat juist Hermans een hekel had aan alle democratiserende maatregelen binnen de universiteit eind jaren zestig. Hij dreef de spot met de overlegcultuur die hierdoor ontstond. De berichtgeving van Girugten over de perikelen rondom zijn persoon sijpelde door naar de Universiteitskrant en er verscheen een bericht in Trouw in 1972. Uiteindelijk kwam het zelfs tot Kamervragen naar aanleiding van de problemen op de faculteit. Dit is bijzonder omdat er normaal geen Kamervragen gesteld worden over een individueel arbeidsconflict. Hermans vertrok per 1 september 1973 van de subfaculteit geologie, waaronder fysische geografie toen opereerde. De reden van de breuk tussen sociale en fysische geografie twee jaar daarvoor lag volgens Girugten van november 1973 in botsingen in de persoonlijke sfeer. Toen Hermans vertrok reageerde men bij Sociale Geografie direct door een officiële brief, waarin gesteld werd dat het hoog tijd was dat de fysische geografie terugkwam bij de sociale geografie. Volgens Girugten was dit een bewijs dat
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
7
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010
Onze opstandigheid was overigens altijd lichtvoetig. Veel met humor doorspekte stukken. Favoriet was bij mij de rubriek “Getverderrie met Guus en Ferry”, die ik samen met Robbert Coops maakte. Vooral het verslag van de viswedstrijd, die door faculteitbeheerder Sibma werd gewonnen, door de vis tussen de lift te klemmen en omhoog te sturen, deed ’t goed. Maar we waren natuurlijk ook serieuze studenten. Samen met Oedzge Atzema, Rob Methorst en Robbert Coops maakte ik ook de rubriek Rapportage waarin wij onderzoeksrapporten bespraken. Dit alles werd vervolgens op “moedervellen” getikt (inclusief correcties met nagellak!). Die gingen de stencilmachine in en vervolgens “raapten” wij met een collectief de stapeltjes bijeen en werden de Girugten geniet. Dat was dus echt vuile handen werk. Maar dat deden wij met veel energie en plezier. Mark Frequin hoofdredacteur 1975-1976
studentbestuurder 1974-1975
Een nieuwe koers met nieuwe rubrieken In 1975 begint Joop Boertjens in zijn voorwoord met de volgende tekst: ‘Onder het motto “tussen Libelle en GT” proberen wij een actueel en leesbaar en soms een klein beetje geografisch blad te produceren’. Dit is het begin van een nieuwe koers binnen Girugten: ‘Guus Hoen mag (en later moet) de mededelingen doen’, ‘Hallo, hallo, hier is tante Jo’ (deze wordt later vervangen door ‘Getverderrie met Guus en Ferry’) en nog een drietal rubrieken die ik hieronder verder zal toelichten, behoren tot de vaste rubrieken van Girugten. Er zijn altijd (behalve in 1978) wel een paar recepten in de ‘Culinaire rubriek’ te vinden. Deze recepten variëren van een zomerstamppot met biefstuktartaar, ham in wijn-roomsaus of een lekkere kabeljauwfilet in witte wijnsaus tot aan rijst met asperges, een Libanese vleessoep en verscheidene noot- en kwarktaarten. Ook meldt de redactie van 1977 dat je voor een lage prijs in de Mensae van Mutua Fides of van Vera kan eten. Daarnaast is in elk nummer een ‘Rapportage’ te vinden. Hierover meldt de redactie van 1978, tijdens het derde lustrum van deze rubriek, het volgende: ‘De persoonlijke inbreng van de redactieleden, die geënt is op belangstelling en aktualiteit, heeft tot nu toe het gezicht van Rapportage bepaald’. Er worden dan ook voornamelijk samenvattingen gegeven van vakbladen zoals de Noorderbreedte, de Geokrant, Agora en Oikos.
‘het doel van deze rubriek de lezers kennis te laten maken met zoveel mogelijk personen met verschillende functies en bezigheden!’. Zo worden er interviews gehouden met onder andere prof. dr. Ashworth en prof. dr. W.J. van den Bremen, maar ook met werkcollegeassistenten en een studente van 23. De heer Manhoudt schreef zelfs zijn eigen interview! Deze rubriek doet erg aan de huidige rubriek ‘Op de bank van…’ denken, waarin nog steeds medewerkers en studenten van de faculteit geïnterviewd worden. Verder waren er nog ‘bedenkelijkheden’ te vinden en artikelen van Ibn Battuta en Pro Geo. Ook werd eind 1979 besloten dat Girugten niet meer gestencild zou worden, maar ‘geöffset’, waardoor ook foto's, kaarten en grafieken in Girugten geplaatst konden worden. Hierdoor behoorden de ‘vervelende moedervellen’ (Rob van Uden) eindelijk tot het verleden.
Top Tien van medewerkers
1. Pieter Terpstra (“een gezellige lawaaimaker en ..swinger”) 2. Frank Schône (“vriendelijk van vroeg tot laat”) 3. + 4. Jan Vos en Johan Voogd (“het blitse tweetal op het instituut”) 5. Henk Folmer (“de supersportman van het GIRUG”) 6. Piet Sijtsma (“altijd druk bezig en vrolijk”) 7. Ubbink (“de goedheid zelve”) 8. De Jong (“de zeer attente man”) 9. Manhoudt (“de magnifieke Sint”) 10. Zwart (“rookt heerlijke karameltabak”)
Bedenkelijk Je kunt eigenlijk nog beter ruim, dan ruimtelijk denken!
Kwarkpizza
Bedenkelijk Wisselwerking: voorkomt of veroorzaakt treinrampen
- 2 pak Korstmix - ½ kg tomaten Bedenkelijk - 1 groene paprika Denk na, na nagedacht te hebben - 4 eieren - 4 bakjes magere kwark (250 gr) - 2 ½ ons geraspte oude kaas - paprikapoeder - zout Maak de korstmix klaar volgens de aanwijzingen – met zout – op het pak. Vet vervolgens het bakblik in en beleg het met het uitgerolde deeg, waarvan u wat achter houdt om later reepjes uit te snijden. Doe de kwark, eieren, wat paprikapoeder, iets meer dan de helft van de geraspte kaas en wat zout in een kom en mix dit goed tot een homogene brei, die men dan kan uitspreiden over het deeg. Maak de tomaten en de paprika schoon en snijdt ze resp. aan plakjes en reepjes en leg deze over de brei. Verspreid dan de rest van de geraspte kaas er overheen en leg (als bij een appeltaart, bv gevlochten) daaroverheen de reepjes overgebleven deeg. Stop dit geheel in een matig hete oven en laat het daar – al naar gelang de oven – een driekwartier tot een uur in. Dan zal het er sterk gerezen en wat gebruind uitzien van boven. Zo kan men het opdienen, maar waarschuw de aanstaande eters dat het behoorlijk heet is, om niet het risico te lopen op te moeten draaien voor de ziekenhuisrekening van verbrande gehemelten, tongen, uitgevallen tanden en wat dies meer zij. Evenals de vorige keer zal hierbij een Frisse sla (!) zeer goed smaken.
Hallo, hallo, hier is tante Jo!
Bedenkelijk Is tijd niet het bezit, dat ons de meeste zorgen baart.
Werkelijkheid Hoe doe ik het in werkelijkheid? M.F. te G. - Vooral de volgorde is van groot belang. Eerst rustig beginnen met enquêteren, daarna operationaliseren en dan geleidelijk tot abstractie komen. Moe Ik kom altijd om half twaalf op het instituut. Na twee uur in de kantine ben ik al moe. En ik niet alleen. Iedereen om me heen ook. Weet u hier een goede remedie voor? M.F. te G. - Snel afstuderen en dan rustig verder slapen.
Bedenkelijk Sommige mensen worden voor zo groot gehouden, dat je je nauwelijks kunt voorstellen, dat ze ooit ook klein moeten zijn geweest.
Zo deden wij in Groningen verslag van onze aanvaring met lector Fysische Geografie, Willem Frederik Hermans. Hij wilde geen college geven en wij, studenten, probeerden daarover met hem in gesprek te komen. Voor dat gesprek (“Als u uw naam niet noemt, spreek ik niet met u” en “wilt u weten hoe ik tentamens nakijk; wel ik ga boven aan de trap staan en gooi ze naar beneden en wat boven de vijfde trede blijft liggen is een voldoende”). Een jaar later kregen wij overigens voortreffelijk college van hem. Ook met Professor Sociale Geografie Tamsma hadden wij aanvaringen. Hij vond ons een gideonsbende. Op die benaming waren wij best trots. Dat hebben wij ook tot omslag gemaakt van
Girugten. Daar was hij geïrriteerd over. Vervolgens boden wij hem weerwoord in Girugten aan. Dat wilde hij niet voordat wij excuses maakten. Eind van het Girugtenliedje was dat er twee lege pagina’s in het blad stonden met, als ik het mij goed herinner, de tekst: hier had het verhaal van Tamsma kunnen staan!
Bedenkelijk Wij zitten aan de lopende band de woorden in regels te lezen.
Na de studentenrevolte eind jaren zestig drong het langzaam bij de Rijksuniversiteit Groningen door dat de wereld veranderde. Studenten wilden beter onderwijs en wilden betrokken worden bij het bestuur van de (sub)faculteiten. Bij Sociale Geografie bracht dat ook flinke veranderingen met zich mee, zoals studenten in het faculteitsbestuur. Zelf was ik één van die eerste betaalde bestuurders. Girugten van die tijd, begin jaren zeventig, moet je tegen die achtergrond zien.
Bedenkelijk Boeken zijn net verdovende middelen: als je er teveel van krijgt, is erg geen verstand mee te bezeilen.
Bedenkelijk De man drukte z’n sigarettenpeuk uit en begon een hartroerend betoog over milieubeheersing.
Girugten na de studentenopstand
nu: Claire Vernède
Bedenkelijk Effectieve vraag: tentamenvraag, waar iedereen “instinkt”
toen: Mark Frequin
Roken
Over roken gesproken: de overeenkomsten tussen roken en tentamens is dat het ongezond is als je het veel doet. Iedereen kan dan wel nagaan hoe slecht het is als je het tegelijkertijd doet. Denk aan een ander (als je het niet aan jezelf doet) en rook niet tijdens tentamens.
En tot slot ‘het Interview’. Volgens de redactie van 1975 is
8
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
9
girugten culinair Eten is altijd een belangrijk thema binnen Girugten. Zo vergadert de redactie eens in de twee weken met elkaar, nadat we eerst gezamenlijk bij een redactielid een heerlijk maal hebben genuttigd. Dat eten een eerste levensbehoefte is, blijkt wel uit het themanummer ‘Eten & Drinken’. Hiermee werd in oktober 2007 nieuw leven in Girugten geblazen. De redactie groeide, evenals de oplage van het mooie faculteitsblad. Toen de redactie de archieven indook voor het veertigjarig jubileum, bleek dat eten niet alleen de gemoederen de afgelopen jaren bezighield, maar dat dit al in de jaren zeventig een geliefd thema was om over te schrijven. Er bestond zelfs een rubriek ‘Culinair’, die zich toewijdde aan allerlei verschillende recepten. In 1985 echter was de redactie door haar recepten heen en eindigde de rubriek met het recept ‘Het Laatste Avondmaal’. Dit was het einde van de zeer smaakvolle rubriek ‘Culinair’. Gelukkig kunnen we u nu verblijden met een aantal recepten van toen, die hieronder nogmaals worden gepubliceerd. Hiermee kan een heerlijk diner worden samengesteld bestaande uit zowel een voor-, hoofd- als nagerecht. Geniet ervan! / Bon appetit! / Eet ze! (zoals José en Cornie in 1977 ook schreven). Datering recepten - Minestronesoep = no. 8, jaargang 10 (december) 1979 - Libanese vleessoep = no. 8, jaargang 10 (december) 1979 - Geschnetzeltes nach Zürcher Art = no.3, jaargang 6 (april) 1975 - Chocoladesaus = no.2, jaargang 10 (maart) 1979 - Kwarktoetje = no.2, jaargang 10 (maart) 1979 - Het laatste avondmaal = 1985
Minestronesoep
door Claire Vernède
- 3 laurierblaadjes - 100 gram macaroni - geraspte kaas - peper en zout Bereiding: Snij de groenten en aardappelen klein. Bak het spek in 3 minuten uit en voeg dan de groenten toe, 5 minuten aanbakken. Doe vervolgens de bouillon met de laurierblaadjes en macaroni erbij en kook het geheel circa 10 minuten tot alles gaar is. Op smaak brengen met peper en zout, geraspte kaas er apart bij geven.
Libanese vleessoep
Ingrediënten voor 4 personen: - 2 uien - 4 appels en bananen - 2 ons ham - blik ananas - 4 tomaten - 2 blikjes tomatenpuree - 1 grote groene paprika - 1 bolletje gember (of gemberpoeder) - peper, zout en ketjap Bereiding: Fruit de gesnipperde uien en bak het ham even mee. Voeg dan de in stukjes gesneden appels en bananen toe. 5 minuten laten pruttelen. Vervolgens de stukjes ananas (+sap!), tomatenpuree en gember erbij + paprika. Eventueel nog wat water als het te dik is. Alles goed warm laten worden en peper en zout naar smaak toevoegen.
Geschnetzeltes nach Zürcher Art
Ingrediënten voor 4 personen: - klein blikje doperwten - 1 komkommer - 1 winterwortel - 3 aardappelen - 75 gram gerookt mager spek - 1 ui - 1 kleine prei - 1 liter kippen- of groentebouillon
10
Ingrediënten voor 4 personen: - 600 gram kalfsschnitzel - 300 gram champignons - 1 ui - 2 eetlepels olie
girugten 1970-2010
- 2 dl witte wijn - ¼ liter room (= slagroom) - 20 gram boter - 20 gram bloem - peper - zout - ‘Steuwürze’ (zoiets als strooimaggi, maar bouillonkorrels zijn ook wel goed) - verse peterselie Bereiding: Eerst moet de peterselie erg fijn gehakt worden, omdat ze dan niet kapot gekookt wordt, en de champignons in dunne plakjes gesneden worden. Het vlees snijdt u ook aan stukjes en de ui moet ook zo’n behandeling krijgen. De boter en de bloem kneedt u tot een bolletje (dat noemt men “beurre manié”). Dan verhit u de olie in een grote koekenpan, tot het een beetje begint te dampen en bakt u de in stukjes gesneden schnitzels aan beide kanten bruin. De gesneden ui en champignons doet u er daarna bij en laat u kort mee fruiten. Vervolgens giet u de wijn en room erbij, kruidt u het geheel pikant en doet u de beurre manié erbij. Er ontstaat een gebonden saus, waarover u de fijngehakte peterselie strooit…”… und schon können wir unsere herrliche Zürcher Spezialität servieren”.
Voeg dan al roerende de in stukjes gebroken chocolade en de eidooier toe. Flink blijven roeren tot het één geheel is geworden. De chocolademassa dan verdelen over het ijs of de peren en direct serveren.
Kwarktoetje
Ingrediënten voor 2 personen: - 250 gram kwark - scheutje melk (4 à 5 eetlepels naar smaak) - 3 eetlepels rozijnen (voorgeweekt, evt. in rum) - 1 eetlepel donkerbruine suiker - 1 theelepel kaneel - evtueel 2 eetlepels zemels en 2 eetlepels noten Bereiding: Meng al deze ingrediënten door elkaar.
Wat geven we erbij? Ik zou voor willen stellen: aardappelpuree, diepvriesdoperwten of de al eerder genoemde sla. Volgens opgave zijn de hoeveelheden voor vier personen. Mij lijkt het redelijk overdreven om dan 600 gram kalfsschnitzel te nemen, omdat dit nu eenmaal niet erg goedkoop is. Voor 5 à 6 personen, mits aangevuld met soep en eventueel een nagerecht, is het een goede hoeveelheid.
Warme chocoladesaus (voor bij ijs of voor peren uit blik)
Ingrediënten voor 4 personen: - half literblik peren of een halve liter ijs - 100 gram bittere chocolade - 1 eetlepel suiker (afgestreken) - 1 eidooier - 4 eetlepels water Bereiding: Verdeel de peren of het ijs over 4 kommetjes. Doe water en suiker in een pannetje en laat dit op zacht vuur aan de kook komen.
girugten 1970-2010
11
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010 toen: Jan Lunsing Hoe het er toentertijd (1982-1988) aan toe ging in de redactie en wat voor onderwerpen ‘hot’ waren. Eén keer was het echt spannend. Verder was het een gezapige tijd, de jaren dat ik in de redactie zat. De wereld was nog in de greep van de koude oorlog, maar de jaren zestig, die zich voornamelijk in de jaren zeventig hebben afgespeeld, waren voorbij en premier Lubbers was fors aan het bezuinigen. De werkloosheid was continu hoog. Het kabinet Wiegel-Van Agt was er niet in geslaagd de staatskas op orde te brengen. Wij studenten hadden ondertussen een luizenbaantje. Omdat er toch geen werk was - de babyboomers hadden alle banen - bleven we liever studeren. En hoewel we in theorie ons breed oriënteerden, liepen we kroeg en fantten we lanter. We voelden ons nergens verantwoordelijk voor. Girugten ging dus ook niet erg diep. We typten onze artikelen op typemachines, niet wetend dat dat gauw voorbij zou gaan. In 1987 schreef ik de eerste artikelen op een computer met een dotmatrixprinter. Het was makkelijker. En lelijk! Eén keer was het echt spannend. Het ging om een recensie van
nu: Debbie Lager een college van professor Tamsma. Tamsma had zich als een schoolmeester gedragen en dus omschreef ik hem als ‘meester Tamsma’. Dat raakte een zere plek. U moet weten, Tamsma had jaren daarvoor in de clinch gelegen met W.F. Hermans en was nogal naar beschreven in het boek Onder Professoren. Tamsma had ervoor gezorgd dat Hermans verlost werd van zijn onkundige collega’s. Hermans werd ontslagen en Tamsma werd belachelijk gemaakt in de krant. En nu was er weer een student die Tamsma belachelijk maakte. Bovendien had Tamsma wel de jaren zestig meegemaakt en dus meegemaakt dat professoren niet meer met u, maar met je werden aangesproken. Zijn ego was al gebutst. Ik had het voor wederhoor aan hem toegezonden, maar voordat Girugten gedrukt werd, kreeg ik een brief op poten. Ik zou de relatie tussen studenten en docenten op het spel zetten. Hier was duidelijk weer sprake van gebrek aan respect. Het artikel mocht niet geplaatst worden, want anders… Hoe nu? Tijd was krap. Schrappen niet mogelijk, want dan hielden we twee lege kantjes over. Overtypen was veel werk en we konden het natuurlijk niet snel in de computer aanpassen. De oplossing bleek simpel. Meester bestaat uit zeven letters en neemt even veel ruimte in als ‘de heer’. Nadat ik tien keer ‘de heer’ had getypt en erover had geplakt, was het goed. Dit neemt overigens niet weg dat ik Tamsma best respecteerde. Hij was niet de beste docent, maar zeker een toegewijd docent. En ik had geleerd dat geschreven teksten keihard kunnen aankomen. Jan R. Lunsing
Humor en spanning Dertig jaar geleden, het begin van de jaren tachtig. Die tijd lijkt lang vervlogen, maar waar studenten zich toentertijd mee bezig hielden heeft niet aan actualiteit ingeboet. Net als nu: een economische crisis, geen werk, een oorlog en de dagelijkse beslommeringen van het studentenleven. Aan dit studentenleven werd uitgebreid aandacht besteed in verschillende rubrieken. In ‘Brieven aan mijn moeder’ vertelde de schrijver over zijn nieuwe leven in Groningen; dat het plantje dat hij van zijn moeder kreeg dood was gegaan en wat hij gekookt had die dag. Een tijdje was Girugten boos, in de gelijknamige rubriek. Boos op het ‘ingeslapen gedrag van studenten’ bijvoorbeeld. Maar na een jaar wilde de redactie ‘niet meer boos zijn’ en werd de rubriek ‘Ik’ geïntroduceerd, persoonlijke overdenkingen van Jan Lunsing.
Wat humor en spanning was Girugten ook niet vreemd. In een feuilleton genaamd ‘De ondergang van W.F. Hermans’, veranderde de kelder van het WSN in een ware crimescene. De koppen rolden letterlijk over de grond. Uiteindelijk bloedde het vervolgverhaal dood na vijf delen, maar het was wel een goede manier om lezers te binden. Sommige dingen lijken van alle tijden te zijn maar tussen de regels door is het toch echt nog de jaren tachtig. De muur tussen West- en Oost-Berlijn stond nog en de redactie zat achter de typemachine. Debbie Lager
Het was vanaf dit jaar, 1983, dat Girugten een grote transformatie onderging, qua uiterlijk maar ook inhoudelijk. Van A4 naar A5 formaat, een nieuwe flitsende omslag, het schrijven in twee kolommen en geen ellenlange artikelen meer. Er verschenen meer geografisch getinte artikelen. Verslagen van buitenlandse excursies werden vanaf het begin van Girugten al gepubliceerd, maar hadden voornamelijk het doel een samenvatting te geven van de reis. Nu werd er ook geschreven over blues en geografie, de Canadese indianenproblematiek en de herkomst van straatnamen.
12
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
13
prof. dr. G.J. Ashworth hoe die maatschappij functioneert en woont niet in een expatbubble. Woe, ben ik nog een immigrant? Ik ben zeker een ally, een allochtoon, ik denk dat blijft altijd.’ G: ‘Maar hoe voelt u zich? U bent geen Nederlander, maar…’ A: ‘Ik woon hier omdat ik heb nog geen bettere plek gevonden, maar that’s te negatief. Mensen vragen af en toe, ‘waarom kom je naar Nederland?’, dat is niet de juiste vraag, dat is ‘waarom blijf je in Nederland?’. Iedereen is altijd op zoek naar een nieuwe baan, dat is de mobiele maatschappij.’
‘Ik hou veel van de tolerantie, en de eclecticism van geografie. It kan alles.’ ‘Oh my god, bloody hell’, klinkt het door kamer 3.25 van de faculteit als we een Girugten uit 1988 met Ashworths hoofd op de voorkant uit onze tas toveren. Professor Ashworth keert gedurende de dertig jaar dat hij aan de faculteit verbonden is steevast terug als onderwerp of auteur in Girugten. We prijzen ons gelukkig dat we de gelegenheid kregen met hem te spreken over Girugten, de faculteit, Groningen, en de wereld. En Baflo.’ Girugten: ‘Wat was uw eerste kennismaking met Girugten?’ Ashworth: ‘In juli 1979 kwam ik naar Groningen. Ik was bij een Ibn-feestje en toen werd mij gevraagd of ik wilde schrijven in Girugten. Ik heb een soort van column geschreven, vijf of zes jaargangen. ‘From the outside looking in’. Iemand had gezegd: ‘jij moet schrijven’. Het ging over van alles en nog wat, de maatschappij hier.’
‘Ik woon hier omdat ik heb nog geen bettere plek gevonden’ G: ‘Hoe heeft u Girugten ervaren?’ A: ‘Well, het is heel belangrijk, tezamen met Ibn Battuta. Voor een faculteit is het belangrijk zulke studentenorganisatie en -publicatie te hebben. Het is een levendig ding. En het is een groot voordeel voor de faculteit. Ik weet niet hoe dat bij andere faculteiten is.’ G: ‘Nou, volgens ons is het op andere faculteiten wat minder serieus dan dat wij het doen.’ A: ‘Jullie zijn serieus?? Het is niet een academische publicatie in that sinn. Meer een roddelblad. Recepten, wat is de beste café van de jaar, over wat er gebeurt op de faculteit. In het bijzonder onder studenten. Het gaat over wat er gebeurt met het bier in het Paard van Troje, waarom is Albert Heijn zo slecht?’ (bladerend door het blad uit 1988) ‘Meer dan een honderdduizend handtekeningen tegen Deetman! Ja, jullie weten niet wie dat is, dat was een of andere bezuinigingen.’ Girugten: ‘Wij hebben enkele uitspraken van u in oude nummers opgezocht en wij zijn benieuwd hoe u hier nu tegenaan kijkt.’ ‘In 1979 voelde u zich een immigrant, en geen expat. U woont hier nu dertig jaar, voelt u zich nog steeds een immigrant?’ Ashworth: ‘De verschil tussen expat en immigrant is dat een expat elke twee jaar op een andere plek is, dat soort van levensstijl, het maakt niets uit waar ze zijn. En een immigrant kijkt meer
14
G: ‘Maar waarom bent u niet weggegaan?’ A: ‘Exactly, that’s de juiste vraag. Omdat ik heb niks beters gevonden. De mogelijkheid heeft zich wel voorgedaan om ergens anders heen te gaan, maar er is veel dingen hier die zijn echt comfortabel. De grote voordeel van het Nederlandse systeem, en dit faculteit in ’t bijzonder, is - en mijn collega’s zullen daar niet blij mee zijn - de werkdruk is veel lager. Hier krijg je wel een goed salaris voor veel minder werk. Dat is de grote verrassing toen ik voor het eerst in de faculteit kwam, dat je maar 50% van de werkdruk had, veel minder colleges, tutorials bestaat niet. Het Britse systeem was zeventien contacturen per week, come on, that’s drie uur per dag!’ ‘Hier heb ik veel tijd. Wat doe ik? Right. Denken. En schrijven. Absolute total vrijheid hier. You do wat je wil. Dat betekent dat veel mensen doen niks. That’s the cost of that. Er is de mogelijkheid als je wil. En wat je doet is, ga naar congressen, even denken over de dingen, ga naar de bibliotheek, schrijven over dit of that. Ik ben een groot voorstander van de ouderwetse faculteit. Kijk, hier is je salaris, geef een paar colleges hier en daar en ga weg en doe iets. Ik denk that’s de hoofdreden waarom ik blijf hier.’ G: ‘Ik heb soms het idee dat er ook niet heel veel van de studenten wordt gevraagd.’ A: ‘That’s right. Ook van de docenten. That’s die andere kant van vrijheid. Ok, je bent vrij, doe wat je wil, sommige mensen denken, ja, ok, good, ik doe wat, of: have fun, ik zit in mijn achtertown en lees de krant. Hetzelfde geldt voor studenten.’ Girugten: ‘Nu iets heel anders, in 1988 zei u dat Europa de gevaarlijkste plek ter wereld is. Is dat nog steeds zo?’ Ashworth: ‘I was right! That’s voor 2005, voor de grootste terreuraanslagen op Europa, toen was het ook een heel onveilige plek, niet? Het is altijd centraal voor allerhande bewegingen en ideologieën.’ G: ‘Blijft het centraal?’ A: ‘Hmm, het is altijd die idee dat in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw Europa gaat naar de wereld, kolonisatie. Europese cultuur moet naar Afrika, Europese politiek moet naar ZuidAzië. En wat gebeurt na 1950 is precies
girugten 1970-2010
door Inge de Vries & Wietske Wilts
andersom: de wereld komt naar Europa! De wereld komt met al van z’n culturen, problemen, z’n issues, dit is nu in Londen, Parijs en Amsterdam. In that sinn zijn de Europese steden heel centraal. In de laatste vijftien jaar is Londen de hoofdstad van de wereld, dat is heel duidelijk. Als je loopt over straat, je bent in Calcutta, in Kasjmir, of Pakistan. Alles open 24 uur per dag, bazaars open de hele tijd, loodgieter van Polen doet dit voor je. De wereld komt naar Londen. That’s what gebeurt, voor goed of slecht. Het is allemaal politiek. Conflict over Kasjmir, conflict over Cyprus, conflict over sjiieten en soennieten. Waar starten die conflicten nu? Nou, die starten in Londen.’ Ashworth vraagt zich af of dit fenomeen ook naar Groningen komt: ‘Groningen wereldstad... Well… Ik herinner me de tijd in Groningen dat je kijkt op je horloge: ‘o, acht uur! Te laat, je kan bijna niet meer in Groningen eten’. Maar nu, Groningen komt langzaam op dezelfde lijn als Amsterdam, London. Nu heb je winkels in Groningen die zijn ook 24 uur per dag open. Well, niet echt, but bijna. Soms een paar avondwinkels. Dat is heel shokkend! Twintig jaar geleden? Winkel open na zes uur? Nee, álle winkels moesten dicht. Nu heb je een Marokkaanse winkel om de hoek die is open op zondags. Als je denkt ‘o my god, we hebben een tekort aan bier! Waar krijg ik een paar flessen bier op een zondag?’, well, in de Marokkaanse of Turkse winkel. Dus de wereld komt naar Groningen.’ ‘Maar dat is op onze faculteit ook! Komt de wereld niet naar onze faculteit in de laatste paar jaren? Misschien merken jullie dat niet zo. Maar ik wel. Twintig jaar geleden merkte je dat echt. Als je uit Utrecht kwam was je een hele vreemde vogel hier. En nu, elke keer dat ik in de gang loop hier zie ik een Chinees, iemand uit Turkije. So de wereld komt naar Groningen. Twintig jaar geleden was dit een monotalische universiteit. Je praat Nederlands. Algemeen Beschaafd Nederlands. Alle colleges, heel veel van de literatuur was in het Nederlands.’ Girugten: ‘U heeft wel eens gezegd dat je eerst een ander vak moet studeren en dán pas geografie…’ Ashworth: ‘Ja, dat was altijd de traditie in de geografie. Als je kijkt naar de grote geografen, die komen allemaal van een andere
‘Als je denkt ‘o my god, we hebben een tekort aan bier! Waar krijg ik een paar flessen bier op een zondag?’ Well, in de Marokkaanse of Turkse winkel. Dus de wereld komt naar Groningen.’ wereld. Ratzel: biologie; Vidal de la Blache: geschiedenis… Ik hou veel van de tolerantie, en de eclecticism van geografie. It kan alles. Het heeft veel verschillende richtingen. Meeste vakken niet. Daarbij heb je ‘dat is de kern, dat is what you do’. Geografen die zeggen ‘o, really? Dat is interessant!’ en niet ‘o, nee is niet ons’ [vakgebied, red.].’ G: ‘Maar dat lijkt onder docenten meer te leven dan onder
girugten 1970-2010
studenten…’ A: ‘Ja, studenten hebben meer de discipline van ‘ik heb zoveel jaren en ik moet dit halen en dit halen’… of course… Maar verandert de student door de jaren? Als je terugkijkt in Girugten?’ G: ‘Studenten lijken minder kritisch te zijn tegenover de wetenschap.’ A: ‘Je krijgt allemaal van die politieke bewegingen in laat jaren zestig. Dat komt dóór de universiteiten. Studenten waren ideologisch veel meer actief. Er kwamen allerlei actieve bewegingen, krakers bijvoorbeeld. Dat kwam allemaal later naar Nederland dan Engeland, en helemaal in Groningen want Groningen was heel ver weg. Maar toen in de loop van de jaren tachtig, kwam er veel meer economische troep. De lengte van de studie krimpt in. Je had eerst veel studenten die studeerden acht, tien, twaalf jaar. Ik heb vele feestjes gehad van studenten die vierden hun 12,5 jaar student-zijn. Zo’n soort lustrum. Het was een heel ander tijdperk. Studenten hadden veel meer tijd en interesse voor bewegingen en actieve politiek. Er was minder druk. Daardoor hadden studenten tijd om even te denken, te schrijven, te praten met elkaar, drinken, whatever. Vanuit dat komen bladen als Girugten.’ ‘Maar nu zijn er financiële gevolgen. Het is een andere wereld. Studenten zijn veel meer realistisch, pragmatisch. Op het eindresultaat af. Which is een beetje jammer… Maar de maatschappij heeft het geld niet meer. So what is de toekomst dan in deze realistische wereld? Oeehh. Ah, ik ben niet zo pessimistisch… En anders ook, wat doen jullie hier dan?’ Girugten: ‘U zei in 2003 in Girugten dat Nederland geen vakantieland is, maar elders zegt u dat toerisme belangrijk is omdat er anders niks bewaard blijft. Dat is een interessante paradox…’ Ashworth: ‘Ik zit nog met dit vraagstuk… Veel organisaties denken dat tourism de redder van alles is hier in het noorden. Maar dan moet ik zeggen ‘sorry jongens, maar Groningen zal nooit een grote toeristische trekpleister zijn’. Groningen is the end van niks…’ G: ‘Er gaat niets boven Groningen…!’ A: ‘Ja er is bijna niets boven Groningen… that’s the problem…’ G: ‘Nee… Behalve Baflo…’
‘Ik denk ik moet nóóit naar Baflo. Dan raak ik te veel van mijn illusies kwijt’ A: ‘Behalve Baflo! Absoluut! Een hele grote trekpleister.’ G: ‘Gaat u daar ooit nog eens heen?’ A: ‘Ik ben er nog nooit geweest. Ik denk Baflo voor mij is een symbolische plaats… Voor hetzelfde, ben je ooit eens in Atlantis geweest, of Camelot, of Nirvana? Eldorado? Die ideeën, die bestaan in de denkbeeldingskracht van de mens. Idealen, symbolen. Baflo is een symbool van alles dat noordelijk is. Het is een mental construct. Daar moet je nooit heen gaan. That’ll be fout. As you have a dream about Timboektoe. En als je daar komt, dan is je hele droom weg. Dus je moet nooit dat doen. Ik denk ik moet nóóit naar Baflo. Dan raak ik te veel van mijn illusies kwijt. That wouldn’t be right. Ja, er is een soort Baflogeest, het echte noordelijke ding.’
15
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010 toen: Hans van Tellingen Girugten! Dat was een goede tijd! Hoe vat ik het samen? Veel koffie! Redactievergaderingen om 10.00 uur ’s ochtends (oef J). Veel discussie. Maar bovenal: ons besluit om van een getypt (op een ouderwetse typemachine!) mededelingenblaadje het blad om te vormen tot iets dat leek op een echt faculteitsblad. Allereerst diende zich de digitale revolutie aan. Wij moesten maar eens af van die typemachine! Het was echter een hele heisa om de artikelen in Word Perfect 4.2 te zetten, een zeer primitieve tekstverwerker uit die tijd. Eerst op zoek naar een computer. Soms moest je uren wachten om die ene PC ter beschikking te krijgen die er voor de studenten was. Als dat dan lukte, waren de problemen nog niet voorbij. Het programma stond op een ‘5 én een kwart’ floppy disc die je in de diskdrive deed. Als je dan klaar was, diende je een andere floppy in de drive te doen en het bestand te saven. Dat ging dus wel eens mis! Maar goed, na deze stap genomen te hebben zag het er al een stuk aardiger uit. Met een gekleurd voorkantje. En zelfs met foto’s.
nu: Inge de Vries herinner was de aanval op de ‘vriendjespolitiek’ binnen Ibn. Misschien nog steeds een actueel thema? Een inhoudelijke noviteit uit die tijd betrof de speciale actie-uitgaven. Over de korting op de basisbeurs bijvoorbeeld (ja, ook toen al!). Een andere speciale uitgave was die over het jaarlijkse Ibn-feest. De cabaretiers van het geografencabaret werden geïnterviewd, er werd wervend gesproken over het grote festijn en de navenante opkomst op het feest was hoger dan ooit!
Wat stond er in het blad? Veel informatie over de faculteit uiteraard. Aankondigingen en verslagen van Ibn-bijeenkomsten bijvoorbeeld. Of ‘politieke’ informatie over de activiteiten van ProGeo. Ook ‘Girugten-Gerechten’ was een graag gelezen rubriek. Nieuw was de rubriek ‘Girugten-Gedichten’, dat uiteindelijk leidde tot de doorbraak op nationaal niveau van onze huisdichter - in zijn vierde jaar gestopt met geografie- Ruben van Gogh. Een fantastische rubriek betrof die van ‘rare kaartjes’, waarop de beperkte topografische kennis van menigeen werd tentoongespreid. Een spannend artikel betrof het interview met de toenmalige minister Nijpels. Een ander stuk dat ik mij nog
Al met al denk ik met heel veel plezier terug aan mijn Girugtentijd. Op naar het volgende jubileum!
‘Wat er in zit moet je uiten’
Educatief’ uitgebracht, die hij wilde gebruiken voor zijn colleges. De redactie had hier maar weinig werk aan: Dekker leverde zelf alle tekst aan. Deze Girugten telde maar liefst 96 pagina’s! (normaal was dit zo rond de 40).
“Wat is Girugten? Girugten lijkt op de National Geographic. Het grootste verschil is dat je voor Girugten niets betaalt”. Dit waren de eerste veelbelovende woorden van het Eerstejaarsnummer van 1986. Toch lijkt het altijd blauwe blaadje in die tijd nog veel op een soort faculteitsinfokrant. Het werd vooral gevuld met mededelingen van Ibn Battuta en Pro Geo, met roosterwijzigingen, buluitreikingen, nieuwe aanwinsten van de bibliotheek, enzovoort. Later veranderde dit. Girugten had in die tijd een minder serieus karakter dan nu, maar lijkt ook veel persoonlijker. Zo schreef Jan Lunsing de column ‘Ik’, waarin hij zijn gedachtespinsels over de wereld en zijn leven uitte, en bestond er zelfs een inspirerende poëzierubriek. Er verschenen ook enkele vervolgverhalen, bijvoorbeeld over de spannende zoektocht naar een verloren bul in ‘Waar is de bul van Jan R.?’, en over de avontuurlijke omzwervingen van Ibn Battuta in ‘Ibn – reiziger der islam’. Themanummers waren er nauwelijks. Één ervan is een knalgele over de ‘zesjaren maatregel’, die “het universiteitsleven op zijn grondvesten doet trillen”. Vele mensen spuwden hun gal over de maatregel in deze special. Ook duikt er een rode Girugten op. Hierin blijkt dat ook docenten invloed hadden op Girugten. Op initiatief van meneer Dekker werd namelijk deze ‘Girugten
16
Gedighten
Hans van Tellingen Student FRW 1985-1991 Girugten-redactielid 1986-1988 Bestuurslid Ibn Battuta lid 1988-1989 Tegenwoordig directeur/eigenaar van Strabo bv, Nederlands marktleider in onderzoek voor winkelcentra, www.strabo.nl; hans@ strabo.nl).
Tijdens deze jaren is ook het huidige bezorgsysteem van Girugten ontstaan. In een nummer in 1989 laat de redactie weten dat ze “bezorgd is om de Girugten-bezorging”. Tot dan toe werd het blad bezorgd door vrijwillige studenten, wat er op de een of andere manier toe leidde dat niet alle studenten een Girugten in de brievenbus kregen. Vandaar dat op de ALV van Ibn Battuta besloten werd dat er voortaan gebruik zou worden gemaakt van de Stadspost “om de Girugten vlekkeloos te laten bezorgen” (de contributie van Ibn zou dan wel met ƒ3,- per jaar omhoog gaan, maar dat was natuurlijk niet erg). Helaas merkt de huidige redactie dat Girugten nog steeds niet altijd bij alle studenten in de bus valt. Vandaar dat we de samenwerking met ingang van dit jubileumnummer toch maar eens verbreken. We gaan er dus vanuit dat iedereen deze feestelijke Girugten kan lezen!
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
17
er gaat niets boven Groningen
door Debbie Lager & Wietske Wilts
van de ‘muziek minnende hoerenrijder’. De gemeente Groningen wilde de dames van lichte zeden destijds verbannen naar de Bornholmstraat. De daar gevestigde bedrijven waren hier echter niet happig op. Een typische NIMBY-situatie volgens Harry van Emmerik. Waarom moeten de dames verbannen worden naar perifere gebieden? Het oudste beroep doet de oudste panden van Groningen juist eer aan.
Wie realistisch over citymarketing probeert te filosoferen komt bedrogen uit. Alle citymarketingcampagnes pretenderen het unieke van de stad naar voren te brengen. En zo lijkt iedere stad een florerend economisch, academisch en cultureel klimaat te hebben en kun je er uiterst comfortabel wonen. De paradox van citymarketing is dus dat campagnes de uniciteit (verschillen) van een stad uit proberen te dragen, terwijl het eigenlijk een bevestiging is dat de stad dezelfde eigenschappen (overeenkomsten) heeft als andere steden. Waar het om gaat is dat ‘zwevende kiezers’ overtuigd raken van de kwaliteiten van de stad en er komen wonen.
Voorzieningen Groningen zit goed in de voorzieningen. Uit het onderzoek ‘Winkelcentra en ruimtelijk koopgedrag, een leeronderzoek in Groningen-Noord’ uit 1972 van redactielid Jacob van der Vaart, blijkt dat dit al decennia lang het geval is. Een in 2004 door Wouter Onclin gemaakt metronetwerk van Groningen (zie afbeelding) laat zien dat ook het openbaar vervoer goed geregeld is. Zelfs perifere oorden als Beijum, Lewenborg, Haren, Hoogkerk en natuurlijk het Zernikecomplex zijn uitstekend bereikbaar. Ook is alvast rekening gehouden met het woon-werkverkeer vanuit het nog te ontwikkelen Meerstad!
Naar aanleiding van een speurtocht door het Girugtenarchief weten we écht wat de bijzondere aspecten van Groningen zijn. Sinds de start van de promotiecampagne ‘Er gaat niets boven Groningen’ in 1989 weet ook de rest van Nederland dat we ons water niet uit een put hoeven te halen en dat je via geasfalteerde wegen de stad kunt bereiken. Onderzoek aan onze faculteit heeft bijgedragen aan deze uiterst succesvolle campagne. Eén op de vijf Nederlanders buiten Groningen zag in 1992 de tv-spot met in de hoofdrol robots die de stad ‘ontdekten’. Maar is het niet eens tijd voor een frisse kijk op onze stad?
Tolerantie Wie je ook bent en wat je afkomst ook is, in Groningen zul je altijd vriendelijk bejegend worden. Ins besondere unsere Deutsche Gäste. Uit een leeronderzoek, waarover Martha Harssema in februari 1997 in Girugten schreef, blijkt dat de Duitse consument in de Groninger binnenstad een Duitstalig informatiepunt verlangt. In het artikel staat geschreven dat ‘gelet op de per saldo positieve waardering van de Duitse bezoeker voor de Groninger binnenstad, door een gerichte promotiecampagne en een betere informatievoorziening een groter marktaandeel van de Duitse consumenten voor de Groninger binnenstadsondernemers worden bereikt’. Welnu, bij dezen: Sehr geehrte Deutsche Kunden, unsere Laden haben immer etwas für Sie in petto. Under anderem Kaiserbrötchen und Wurst, und am Karfreitag dazu schöne Blumen! Also: Kommt nach der Groninger Altstadt, wir freuen uns auf Ihren Besuch.
Girugten lanceert op deze pagina’s een nieuwe citymarketingcampagne voor Groningen. De uitgemolken paradepaardjes krijgen een verrassende invulling. Omdat we vandaag de dag in een heuse consumptiemaatschappij leven, hebben wij het aspect ‘vermaak’ hoog in het vaandel. Verder heb je in het dagelijks leven ‘voorzieningen’ nodig en is ‘tolerantie’ een belangrijk aspect. Voor wie hieraan niet genoeg heeft, is ook nog een beetje ‘wetenschap’ toegevoegd. Vermaak Geld moet rollen, dat is het doel van iedere citymarketingcampagne. U kunt uw steentje bijdragen aan de lokale economie door u eens ongegeneerd te vermaken in ons ‘Kleine Las Vegas’. Met deze slogan kopt Marcel van der Wal in de Girugten in 1989 een artikel over de komst van het Holland Casino. Het casino, van buiten bekleed met Braziliaans grijs-roze graniet, is ontworpen door ir. Bonnema uit Hardegarijp. Een echte blikvanger dus, van Noord-Nederlandse bodem. Daar kan het Groninger Museum niet aan tippen.
Wetenschap Groningen beschikt over uitstekende mogelijkheden om de wetenschap te beoefenen, en dan met name de fysische geografie. Hierop wees ons ene Herman Heeres, die in de herfst van 1982 als gastschrijver een artikel publiceerde over volkstuinen. Hij meldt: ‘Grond is heel belangrijk, kontakt met de aarde, de inspanning’. Ook kunnen planologen hier het bouwrijpmaken oefenen: ‘de grond moest ook nog grotendeels ontgonnen worden’.
Wilt u nog meer genieten van Gronings erfgoed? Wandel dan door het A-Kwartier of de Nieuwstad. In de Hoekstraat is nog middeleeuwse woningbouw te bewonderen. Werp daar eens een blik door de ramen, hier wordt het oudste beroep ter wereld beoefend. In 1995 vormden de dames van lichte zeden volgens Jeroen Rispens en Jan-Willem Sijrier nog een ‘sociaal-ruimtelijk probleem’. ‘Tippeltourisme’ zorgde voor geluidsoverlast
18
Ben je een beetje van je stuk gebracht door deze ludieke citymarketingcampagne? Dat was ook de bedoeling. Kijk om je heen, zie de stad zoals je er nog nooit naar gekeken hebt. Net zoals wij en de oud-redacteuren van Girugten dat gedaan hebben. Herwaardeer je eigen omgeving, daar is hopelijk geen campagne voor nodig.
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
19
The making of... Scannen met Debbie Inge en Debbie doen... bodemonderzoek
ff Gerda en Gerda bellen... €€€
Peddelen met Inge
Inge en Debbie doen... archiefonderzoek
Redigeren met Guido
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010 toen: Akke Folmer
nu: Marjolein Verheijen Een deel van het werk speelde zich uiteraard op de faculteit af. Het was begin jaren negentig en we hadden nog geen laptops, mobiele telefoons, internet, e-mail of computers met Windows. Het is moeilijk om je dat voor te stellen, maar hier in het hotel is ook geen internet, en lijkt die tijd wat dichterbij dan wanneer ik thuis op mijn laptop zit te werken. Echt knippen met een schaar, plakken met lijm en kopiëren met de kopieermachine hoorden tot het takenpakket van een redactielid. Foto’s moesten we eerst rasteren voordat ze gekopieerd konden worden. Het was altijd veel werk om de Girugten voor de deadline klaar te hebben; we liepen zelfs om een tafel heen om de blaadjes te sorteren. Elk redactielid had bepaalde taken in het hele productieproces en daarin werkten we vaak in tweetallen. Ten slotte waren er natuurlijk werkzaamheden die zich in de buitenwereld afspeelden: de interviews met alumni van Sociale Geografie.
In een hotelkamer in Piran, Slovenië, met uitzicht op een plein met kerktoren in Venetiaanse stijl en stadhuis uit de Habsburgse periode, denk ik terug aan de tijd dat ik in de redactie van Girugten zat. De noordenwind waait hier hard over het plein en giert dwars door het hotel heen. Het is hier aan de Adriatische Zee hartje winter. In mijn herinneringen waren de Girugtenvergaderingen ook altijd in de winter. Dan fietste ik in het donker, in de kou en met harde wind door de stad, op weg naar de kamer van één van de redactieleden. Als je eenmaal binnen op de bank plofte en een biertje voor je op tafel kreeg, was je klaar om een paar uur te vergaderen. De vergaderingen verliepen in het begin heel chaotisch, maar uiteindelijk kwamen we er wel uit en dan gingen we nog even naar de kroeg. Later werd Ron Bakker de voorzitter. Hij maakte de agenda en liet ons er niet van afwijken. Hierdoor verliepen de vergaderingen een stuk efficiënter en hadden we meer tijd over om na te borrelen.
Ibn Battuta: “Hey Luitjes!”
De werkweek van…
Voor de rubriek ‘Oude Jongens Krentenbrood’, waarin de carrières van alumni centraal stonden, ben ik bijvoorbeeld een keer naar Harlingen geweest, om een interview te doen met een medewerkster van de Waddenvereniging. Volgens mij was het toen in het vroege voorjaar, we stapten uit de trein meteen een straffe westenwind in en waren blij dat het interview binnen was. Het interview was erg leuk en inspirerend. Sinds die tijd wilde ik zelf wel voor de Waddenvereniging werken. Wie weet heeft dat interview wel invloed gehad op mijn keuzes, want nu doe ik af en toe onderzoek naar toerisme in het Waddengebied voor het Lectoraat Marine Wetland Studies.
NIEUW! Afstudeerrichting: Technische Planologie
Wat ik vooral heb geleerd tijdens mijn werk voor de redactie, was samenwerken. Dat moet je later in je werk ook veel doen. Ik ga bijvoorbeeld straks samen met een collega een hoorcollege voorbereiden, daarvoor moeten we even het winderige plein oversteken naar een gezellig klein café waar ze internet hebben. Met een kopje cappuccino erbij, zal dat vast wel lukken!
Een Titel Dit is zeker een periode van bloei voor Girugten, wat in deze tijd trouwens nog als ‘GIRUGten’ werd geschreven. Girugten kwam 8 tot 10 keer per jaar uit in A5-formaat, met een behoorlijk aantal pagina’s en steevast een lichtblauwe voorkant. De inhoud bestond voornamelijk uit informatie afkomstig van de faculteit en Ibn Battuta; je treft maar weinig artikelen aan over andere onderwerpen. Vind je ze wel, dan is het veelal in de vorm van een vervolgverhaal, waardoor iedereen in die tijd nog meer dan nu met smart wachtte op het volgende nummer! Verder opmerkelijk aan de inhoud zijn de vele gedichten die geplaatst zijn, de recepten (met als hoogtepunt het kerstdiner onder de vijfentwintig gulden!), en de grote aandacht voor Oost-Europa, wat in de periode rond 1990 op zichzelf niet heel verbazingwekkend is.
in deze periode hoofdzakelijk hetzelfde. Wel zie je dat door de jaren heen alles wat professioneler en consequenter wordt. Vanaf 1994 treedt er wat de lay-out betreft wel een grote verandering op. De omslag wordt full colour! Daarnaast valt op dat in 1992 de nummering van de jaargang gelijk werd gezet met een studiejaar, wat maakt dat jaargang 23 slechts (!) vijf nummers kent en loopt van begin 1992 tot aan de zomer dat jaar. Dit zorgde er voor dat voorliggend jubileumnummer bijna een jaar te vroeg uitgebracht werd.
Niet alleen wat betreft de inhoud was Girugten in deze tijd anders ingevuld dan nu, ook wat betreft de organisatie waren er opmerkelijke verschillen. Zo komt de redactie elke woensdagmiddag om 11 uur samen om aan het blad te werken. Dit was tevens het inloopuur voor vragen en het inleveren van kopij. De lay-out blijft
22
Scriptie: Fietsende Ieren; “Een Ier op een fiets, waar vind je zoiets?” girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
23
bezocht door girugten Dat Girugten onlosmakelijk is verbonden met geografie is een welbekend feit. Het is dan ook geen wonder dat in de afgelopen veertig jaar zo ongeveer de hele wereld de revue heeft gepasseerd. Voor dit artikel hebben we een kijkje genomen in de geografische kaartenbak die Girugten de afgelopen jaren heeft opgebouwd en daaruit een mooie selectie gemaakt. Het resultaat: drie mooie kaarten die alles te maken hebben met de landen van Girugten.
als thema van Girugten hebben gediend. Hierbij is opvallend dat ook dit pas de laatste jaren echt op gang is gekomen. Vóór 2002 is er slechts vier keer een plaats als thema van Girugten gebruikt. We hopen met deze selectie een leuk beeld te geven van Girugten en zijn landen. Veel kijkplezier!
Girugten
Deze kaarten laten zien hoe divers de interesses van studenten en docenten kunnen zijn wanneer het aankomt op het verkennen van de wereld. Op je ontdekkingstocht kun je terecht komen in de rustige buitenwijk Gravenburg, je beland voor je stage in de Verenigde Staten of strijkt zelfs neer op een afgelegen eiland in Indonesië. Hoe dan ook, door de jaren heen is er veel gerapporteerd over de wereld en Girugten doet daar graag aan mee. Om te laten zien hoe actief wij geografen en planologen zijn geweest door de jaren heen baseren we de verschillende kaarten op drie verschillende rubrieken.
‘Kijk op de wijk’ (onder)
Het gaat hierbij om twee rubrieken: ‘Kijk op de wijk’ en ‘Uit het buitenland’, waaruit meteen blijkt dat Girugten de geografie op verschillende schaalniveaus bekijkt. Beide rubrieken zijn relatief jong en vinden hun oorsprong in (respectievelijk) 2001 en 2002. De derde kaart gaat over de plekken die de afgelopen veertig jaar
Als eerste is de focus gelegd op het wel en wee van vijf verschillende wijken in Groningen. Van het ecologisch verantwoorde Drielanden tot het toendertijd verpauperde Beijum. Daarnaast hebben ook de oude wijk Kostverloren, de Rivierenbuurt en het recentelijk gebouwde Gravenburg een plek in deze rubriek gevonden.
24
door Robin Groenewold & Marjolein Verheijen
Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen
Jaargang 39 / nummer 4 / april 2008
België
girugten 1970-2010
‘Geografische thema’s’ (boven)
‘Uit het buitenland’ (onder)
Opvallend is de geografische spreiding van de verschillende plaatsen die als thema van een Girugteneditie hebben gediend. Wat ook opvalt is dat het schaalniveau zeer divers is; steden, regio’s, landen en continenten, niets is overgeslagen, over alles is geschreven.
Studeren in het buitenland, bij uitstek een onderneming voor geografen en planologen. In de loop der jaren zijn vele landen bezocht door studenten van deze faculteit. Dit is ook terug te zien in Girugten. In hun meest recente vorm zijn de verhalen van de reislustige studenten terug te vinden in deze rubriek. Van de verschillende locaties mag een kaart natuurlijk niet ontbreken.
girugten 1970-2010
25
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010 toen: Edmond Varwijk Zo heel serieus nam de Girugten-redactie zich ook weer niet, maar het verzoek voor een vaste knuffelpagina vol zacht nieuws van de faculteitsburelen deed ons toch wel huiveren. De pagina dwong ons na te denken over wat de Girugten was en moest zijn. Iets wat de semi-professionele magazines die uit Utrecht tot ons kwamen, nooit was gelukt. Voor een dergelijke uitgave waren onze middelen te beperkt en de betrokkenheid van de faculteit te gering. Girugten was liefdewerk van een paar studenten die er veelal net als ik, toevallig ingerold waren. Begonnen als lay-outer sloeg ik na twee nummers en evenveel redactiemeetings met als belangrijkste thema het gebrek aan kopij, zelf maar aan het schrijven (om nooit meer op te houden). Naast de knuffelclub en vaste pagina’s van Ibn Battuta, Pro Geo en Geo Promotion was het vol krijgen van het blad een maandelijks gevecht. Er was altijd het streven tot een evenwichtige verdeling van artikelen over de studierichtingen, maar regionalen
nu: Mark Veenstra deden alleen reisverslagen, planologen schreven bij voorkeur samenvattingen van beleidsstukken en boeken, en demografen schreven geheel niet. Dat althans is mijn beeld nu, jaren later. Redactieleden konden dan ook geen weekeindje weg of hen werd wel opgedragen er *iets* over te schrijven. Maandelijks was er vergadering bij een van de redactieleden thuis (koffie met Completa en bier van dubieuze merken). Dan bespraken we de planning, kopij die wel toegezegd maar nog niet ingeleverd was, en ook kregen we de reacties op het vorige nummer te horen. Dit laatste beperkte zich veelal tot een lang schrijven van J.B.R. Dekker. Dekker was de held van de redactie, en zeker niet alleen omdat hij als enige docent altijd bereid was een artikel te schrijven. Toen mijn laatste jaar aanbrak gingen we over op WordPerfect 6.0 en kregen we na een lange strijd budget voor een full-colouromslag. De extra inkomsten konden onze drukker niet redden en zo stond ik eens met het postscriptbestand van de nieuwste Girugten gespreid over een twintigtal diskettes op maandagmorgen in een dat weekeinde door schuldeisers volledig gestript pand dat vrijdag nog een drukkerij was. Het is de enige keer geweest dat we ook echt te laat verschenen zijn. Girugten proficiat! Edmond Varwijk
De opkomst van het internet Girugten ging na 1995 in dezelfde verschijningsvorm verder. Het A5-formaat was nog jarenlang in gebruik, evenals de fullcolouromslag. Er waren tot zeven nummers per jaar. Deze uitgaven stonden ondanks hun kleine formaat boordevol met de meest uiteenlopende teksten. De eerste jaren na 1995 had Girugten de diepgaande en stevige items over geografische en planologische onderwerpen zoals we die nu ook kennen. Een duidelijk verschil was dat in de toenmalige Girugten veel meer verslagen stonden van Ibn-activiteiten, zoals excursies en lezingen. Dit staat er nu niet meer in, ofwel in een kort rubriekje vermeld. Naast de uitgebreide excursiebeschrijvingen werd ook geschreven ook over de lezingen die Ibn Battuta organiseerde en werden de vergaderingen in de Faculteitsraad in de rubriek ‘F weet raad’ gedetailleerd uitgewerkt. Zelfs de bevindingen van de Knuffelclub kwamen aan bod! Uitnodigingen voor het ALV, de aankondiging van BEC-verkiezingen: het ging allemaal via Girugten. Zelfs wat er in en uit de mode was. Kortom, alles wat een student even moest weten stond erin. Eén en ander heeft vanzelfsprekend te maken met het nog zuinige gebruik van internet, dat destijds nog in de kinderschoenen stond. Met dit razendsnelle communicatiemiddel konden allerlei korte
26
dienstmededelingen later gewoon in een keer naar iedereen verspreid worden in een paar tellen. Dit is een duidelijke trend die zichtbaar wordt bij Girugtens die tussen 1995 en 1999 uitgegeven werden. In het begin werd er nog weinig aandacht aan besteed. Gaandeweg kwam ‘het net’ wat vaker door in de berichtgeving. Zo werd er al in een uitgave uit 1997 uitgeweid over een heuse internetliefdesrelatie en kwam er de rubriek ‘internetgeografie’, alwaar een aantal sites die voor geografen interessant waren genoemd werden. De zoekmachines waren immers nog niet zo slim als vandaag, dus hier werd vast dankbaar gebruik van gemaakt. Intussen was de inhoud van Girugten vrij dynamisch. De nummers hadden geen thema en de rubrieken verdwenen en verschenen in een hoog tempo. Maar de artikelen waren levendig en professioneel!
girugten 1970-2010
Ibn’s travellers tales
girugten 1970-2010
27
campania
door Robert Kemkers
Rond 2000-2001 verscheen van de hand van ondergetekende een reeks columns onder de titel Campania. Deze naam, die vanuit het Latijn vertaald kan worden als ‘platteland’, gaf direct aan waar het over ging: plattelands- of beter nog: dorpsgeografie, als tegenhanger voor de in die tijd naar de mening van de auteur aan de faculteit oververtegenwoordigde stadsgeografie. Hedendaagse geografische problemen en onderwerpen, alsmede traditionele geografische theorieën werden besproken en getoetst aan de hand van enkele voorbeelden uit het (Noord-) Nederlandse platteland; bij voorkeur niet te ver van Stad gelegen, opdat medewerkers en studenten op een vrije dag e.e.a. ter plekke zelf konden verifiëren. Na verloop van tijd verhuisde ik naar Hongarije, eerst tijdelijk, daarna permanent. Vanaf dat moment werd ik ‘correspondent Oostelijk Centraal-Europa’ voor Girugten en behalve vanuit een Hongaarse, werden de thema’s afwisselend ook vanuit een Roemeense of Poolse invalshoek beschreven. Na een verblijf van enkele jaren in de interessante stad Pécs (wier universiteit met de FRW een uitwisselingsprogramma heeft en welke plaats een van de Europese Culturele Hoofdsteden is dit jaar en een bezoek zeker waard!), heb ik ook hier de rust van het platteland opgezocht, ofwel vidék in het Hongaars. Dat begrip dient men echter ruim op te vatten, want volgens hoofdstedelingen valt daar alles onder dat aan gene zijde van het plaatsnaambord ‘Budapest’ is gelegen; sterker nog, volgens ‘echte Boedapesters’ vallen diverse buitenwijken van de hoofdstad er ook reeds onder. Dit laat een gebrek aan historisch besef en het verloochenen van de eigen afkomst zien, want net als in Parijs, is er ook in Boedapest naar mijn overtuiging niemand die niet tenminste een (over)grootouder afkomstig uit de ‘vidék’ heeft. Ik kan de lezer verzekeren dat ook het Hongaarse platteland
een zee van informatie oplevert voor de geograaf – en dat in een land zonder kust. Als ik in mijn vakantiehuis in het dorp Tevel (komitaat (provincie) Tolna) ben bijvoorbeeld, voel ik mij soms een beetje Geert Mak. Dit dorp met ongeveer 1600 inwoners – voor Hongaarse begrippen een redelijk groot dorp, er zijn plaatsen met stadsrechten met een lager bevolkingsaantal – is de Hongaarse samenleving in het klein. Iedereen lijkt elkaar te kennen en het dorp is vrijwel helemaal zelfvoorzienend; heb ik een timmerman, schilder, auto-electricien of dierenarts nodig, alles is ter plaatse aanwezig. Mede door bemiddeling mijnerzijds zijn inmiddels rond de 20 woningen (3%) in Nederlandse/Belgische/Engelse handen en de integratie verloopt voorspoedig. Natuurlijk kent het dorp zijn problemen en draagt het nog altijd de littekens van de volksverhuizingen van vlak na WOII met zich mee, over het algemeen is de bevolking zeer hartelijk en vertalen hun gevoelens die van de Magyar az utcában (‘Hongaar in de straat’), of het nou om politiek gaat, het behoud van normen en waarden, of reageren op de actualiteit. Tegelijk treedt ook hier vergrijzing, globalisering en schaalvergroting op en zie ik winkeltjes en andere voorzieningen verdwijnen op dezelfde wijze als een kwart eeuw terug in Nederland. Maar onderzoek kan nog dieper gaan, bijvoorbeeld in mijn eigen woonplaats, Karácodfa. Met een winterbevolking van 19 en in de zomer – afhankelijk van het weer – iets onder of boven 25 zijn wij zelfs naar Hongaarse maatstaven te klein om een eigen gemeente te vormen en maakt dit dorpje (want mét kerkje) in het komitaat Baranya sinds 1970 deel uit van het naastgelegen Szentkatalin (90 inwoners, geen kerk, wel een kroeg annex buurtwinkel). De bevolking is echter zeer internationaal, mijn buren – al dan niet gedeeltelijk met Hongaars bloed – hebben een paspoort of ouders uit Duitsland, Nederland, Monaco, Spanje, Engeland, de VS en zelfs Kaapverdië; de ‘echte’ Hongaren zijn in de
28
girugten 1970-2010
minderheid. Slechts een huis wordt bewoond door een ‘traditioneel echtpaar’ (1e man, 1e vrouw); de rest is gescheiden, hertrouwd, weduwnaar, bastaard of al of nog niet uit de kast gekomen. Ieder huisje heeft zijn kruisje en (bijna) iedereen respecteert elkaar volkomen. Kortom, niet zozeer de Hongaarse, maar de Europese of zelfs mondiale bevolking vindt hier een afspiegeling, al behoeft die niet representatief te zijn. Maar voor het doen van demografisch, fysisch- en sociaalgeografisch onderzoek is het een uitstekende plek en een dankbaar oord voor het uitoefenen van plattelandsgeografie. Ik ben thans bezig met de uitvoering van enkele ruimtelijke plannen, dus ook mijn planologische kennis kan ik zeker nuttig maken. Indien mijn vriendin besluit haar flat in Tatabánya te verruilen voor mijn plattelandsidylle, blijft deze jongen hier zeker nog jaren!
Robert Kemkers Robert Kemkers maakte van 2000 tot 2005 deel uit van de Girugtenredactie. Hij verzorgde in die tijd de rubriek ‘Campania’.
Het buitenhuis van Robert in Tevel
girugten 1970-2010
29
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010 Karsijns, David Offereins & toen: Nico Maurits Schilt
David Offereins
In 2002 vroeg Maurits Schilt (Winsum) aan Nico Karsijns (Thesinge) of hij oren had om in de eindredactie van Girugten zitting te nemen. “Ik wil dan wel hoofdredacteur worden, en David Offereins (Baflo) gaat de vormgeving op zich nemen. We zoeken dus nog een eindredacteur”, zei Maurits. In de volgende redactievergadering kon Karsijns melden dat hij op het aanbod in ging. Een geheel Groningse opvolging voor het trio Van Grootheest (Creil), Evertse (Gouda) en Van der Stoep (Zutphen) was geregeld.
Maurits Schilt
Nu moest de koers voor het blad bepaald worden. Het werd een avond bij Offereins thuis, boven Stoffeerbedrijf van der Wiel aan de Aweg 27. Schilt stond erop om de verse worst mee te koken in de hutspot, in plaats van deze te bakken. En terwijl PSV door Arsenal vliegensvlug op een achterstand werd gezet ontspon Nico Karsijns zich een ambitieuze koersbepaling voor Girugten. Het werk van de voorgangers moest voortgezet worden. Sterker nog, in een hogere versnelling moest Girugten zich doorontwikkelen tot een volwaardig, volwassen maar ook sexy faculteitsblad met nationale uitstraling. Voor de vormgeving werden ideeën opgedaan in diverse bladen: het blad zou een eigentijds en ander jasje krijgen. De eindredactie 2002-2004 bevond zich in de gelukkige omstandigheid om aan het hoofd te staan van een meerkoppige en bovenal productieve redactie. Met namen als Kemkers (Nietap), Van der Stoep, Van Grootheest en Vriesinga (Warstiens) in de
Tijd voor verandering De 21e eeuw werd ingeleid met de oude vertrouwde formule zoals het faculteitsblad eruitzag gedurende de laatste jaren van de vorige eeuw. Maar al vrij snel in deze periode werd Girugten compleet vernieuwd; een nieuwe redactie, een ander formaat, andere ideeën, ambitieuze plannen en een totaal nieuw uiterlijk. Terugkijkend is hier de fundering voor de huidige vorm van Girugten al gelegd. Het blad werd voorzien van een modern jasje en verschillende rubrieken die ook nu nog in Girugten staan zijn ontsproten uit de creatieve geesten van de redactieleden van toen. Zo is de rubriek Uit het buitenland inmiddels een klassieker en gingen de redactieleden nog op de koffie bij i.p.v. neer te dalen op de bank van geïnterviewden. Aan deze interviews deden ook politici mee, zoals bijvoorbeeld CDA-kamerlid Pieter van Geel en Teun
30
nu: Robin Groenewold gelederen stond er een gedegen team op het veld, dat weinig coaching van de kant nodig had. Het productieproces vond plaats in een oergezellig hok in het Interimgebouw, waarvan de bordkartonnen wanden al snel behangen werd met alle pagina’s ‘Uithuizermeeden’ uit het noordelijke telefoonboek. Schilt duikelde een lijst met telefoonnummers op van BN’ers. Dit waren echter niet meer dan voorbereidende activiteiten voordat het echte werk begon. Na verloop van tijd stroomden de eerste artikelen binnen en een avondtoegangspas van het WSN-complex maakte het mogelijk om Girugten in de avonduren in elkaar te draaien. In het lege gebouw lichtten de ramen van het Girugtenhok met grote regelmaat helder op in hun donkere omgeving. Nadat het thema voor het volgende nummer op de redactievergadering was bepaald, was het aan ons als eindredactie1 om gastschrijvers te zoeken en auteurs achter de broek aan te zitten. Dat ging prima. De redactie breidde zich fors uit, met namen als Blikman (Zwolle), Jäckel (Groningen) en Kingma (Bussum). Bekende Nederlanders als Gerard Stinissen, Frits Bom en Teun Jan Zanen kwamen maar al te graag via Girugten in de media. Offereins was intussen minutieus bezig met zijn opmaak nieuwe stijl, werkende vanachter een oude computer met een illegale kopie van Pagemaker. Schilt tikte de laatste regels van het redactioneel en Karsijns redigeerde en viste spelfouten uit de diverse artikelen. Dit onder het genot van een Portugese pils (in grote hoeveelheden meegenomen tijdens de BEC Portugal in 2003) en een emotionele Jack van Gelder, die op Radio 1 de Nederlandse deelnames aan de Champions’ League van commentaar voorzag. Mooie avonden, die misschien niet een blad met nationale uitstraling opleverden, maar zeker resulteerden in enkele fraaie, sexy2 nummers en een prachtige nieuwe lay-out. 1 Onder deze eindredactie verschenen achtereenvolgens de themanummers: Het Noorden van Nederland, Treinen, Vakantie, Infrastructuur en Duurzaamheid. 2 Dat Girugten sexy kon zijn bewees Frits van den Berg met zijn artikel “Sexy treinen op het Hogeland”. Jan Zanen (Partij van het Noorden), of gingen politici en hoogleraren de discussie aan over een breed scala aan ruimtelijke onderwerpen. Er werd volop geschreven over de gebieden van de wereld in themanummers, reisdocumenten en verslagen ter plekke. Kortom, Girugten ging duidelijk op zoek naar een ambitieuze verbredende en verdiepende blik. Deze instelling betaalde zich uiteindelijk uit in records zoals een alumnioplage van meer dan 2150 stuks en een redactie van 23 studenten in 2002! Maar bovenal leidde het tot een supermooi faculteitsblad waar met trots op terug gekeken kan worden.
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
31
Via Natura 2000, een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden, wordt gewerkt aan een duurzame bescherming van de belangrijkste natuur in Europa. Ook Nederland doet hier aan mee. Er bevinden zich in ons land maar liefst 162 Natura 2000-gebieden en de ambtelijke molen is de laatste jaren druk met de definitieve aanwijzing van deze gebieden.
Niet bij iedereen kan de bescherming van Grote modderkruipers, Roerdompen, Korstmossen en Trilvenen in Natura 2000 op warme gevoelens rekenen. Het zal niemand verbazen dat met name vanuit de CDA-hoek diverse pogingen worden ondernomen om onder het Natura 2000-regime uit te komen. Immers, de agrarische sector lijdt onder het strenge regime, vindt het CDA. De pogingen van het CDA schetsen een beeld van gestuntel en Nederland op zijn smalst. De pogingen op een rij. Ten eerste het gepruts van de CDAvleugel van het kabinet-Balkenende IV rond de verdieping van de Westerschelde, een Natura 2000-gebied. Over deze verdieping bestaat een overeenkomst met België, om de haven van Antwerpen bereikbaar te houden voor grote schepen. Het onder water zetten van de Zeeuwse Hedwigepolder blijkt daarbij de beste optie te zijn om verlies van natuurwaarden in de Westerschelde te compenseren. Het CDA verkoos echter het belang van enkele agrariërs in de Hedwigepolder boven de afspraken met de Belgen. Poging twee. De naamgever van het kabinet-Balkenende IV heeft er vorig jaar bij voorzitter José Manuel Barroso van de Europese Commissie via een vertrouwelijke brief op aangedrongen de Natura 2000-richtlijnen te versoepelen. Volgens Balkenende bestaat er namelijk te weinig balans tussen ecologische waarden en economische (lees agrarische) belangen. Terwijl Nederland op het internationale podium graag aan iedereen laat weten het beste jongetje van de klas te willen zijn, geeft de clandestiene brief van Balkenende een heel ander beeld. Poging drie komt ook rechtstreeks uit de koker van Balkenende: de Crisis- en herstelwet. Via deze wet wordt beoogd om bestaande (economische) activiteiten te ontzien bij het nemen van maatregelen om de Natura 2000-doelen te halen. Het is geen geheim dat met name agrarische activiteiten een wissel trekken op de natuur, en dan met name vanwege de emissie van ammoniak vanuit (intensieve)
32
de schaar en de schriften
veehouderijen. Het ontzien van de bestaande agrarische sector bij maatregelen tot het realiseren van Natura 2000, is een volgende ondermijning van de duurzame bescherming van natuurgebieden. Daarnaast komt de broodnodige verduurzaming van de agrarische sector op deze manier nooit van de grond. Pogingen één en twee zijn beide mislukt. Het CDA is overstag gegaan bij het opgeven van de Hedwigepolder en Barrosso heeft Balkenende laten weten dat van versoepeling van de Natura 2000-richtlijnen geen sprake kan zijn. Poging drie heeft alles in zich om te mislukken. Hoewel de Eerste Kamer ondanks de val van het kabinet-Balkenende IV de Crisis- en herstelwet heeft goedgekeurd, zijn ernstige twijfels geplaatst bij de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid ervan. Daarbij slaat Nederland sowieso een internationaal modderfiguur met de pogingen tot uitholling van Europese Natura 2000-afspraken. Het gebrek aan affectie van het CDA met natuur is in principe geen nieuws, deze partij laat immers wel vaker het belang van de agrarische sector prevaleren boven andere belangen. Je zou het niet mogen verwachten van een partij die het rentmeesterschap predikt. Mocht je echter hechten aan onze internationale reputatie, bescherming van natuur en milieu en aan een duurzame agrarische sector, stem dan bij de verkiezingen van 9 juni niet op het CDA. Jan van Grootheest Vanaf jaargang 32 tot en met halverwege jaargang 35 (20022004) was Jan van Grootheest lid van de Girugtenredactie, waarvan bijna twee jaargangen als hoofdredacteur. In jaargang 34 had Jan een vaste column in Girugten, waarin hij op ludieke wijze inhaakte op een min of meer actueel thema. Speciaal voor het veertigjarig jubileum van Girugten heeft hij nogmaals een column geschreven.
Naast alle oude Girugtenexemplaren zijn de enige echte Girugtenschaar en enkele Girugtenschriften belangrijke objecten uit ons archief. Ook hebben zij een symbolische betekenis in het verstrijken der tijd.
door Wietske Wilts
door Jan van Grootheest
natura 2000 & CDA
De Girugtenschaar glimt elegant, is van roestvrij staal en is ingegraveerd met ‘Girugten’ op beide zijden. De schaar heeft ongetwijfeld een belangrijke rol gespeeld in de productie van Girugten in het precomputertijdperk, toen lay-outen nog bestond uit knippen en plakken met papier. Omdat knippen in de computer niet met een schaar gebeurt, dient de Girugtenschaar nu enkel nog als mascotte. Een schaar in functie is gewend te knippen, dingen te verdelen in kleinere delen. Een schaar buiten functie is daarentegen juist een verbindend element. De Girugtenschaar fragmenteert geen papieren meer, maar bindt redacteuren uit het gehele Girugtentijdperk! Er zijn drie schriften in ons bezit, van de periode 1986 tot 1997. De betreffende redacteuren zullen weten waar ik het over heb. Op mijn (vrije) paasdag moet ik eigenlijk dit stukje typen, maar de redacteurenbeslommeringen in de schriften houden me voortdurend van het werk. Waar tegenwoordig alle communicatie die nodig is om een Girugten de deur uit te krijgen per e-mail gaat, was in de jaren tachtig en negentig het Girugtenschrift het medium voor het doorgeven van boodschappen. Een tijd lang werden ook de notulen in het schrift gemaakt. Ook is te lezen wie de Girugten in een bepaalde wijk zou bezorgen (gelukkig is dat vanaf nu de taak van TNT!). Maar het meest om te smullen zijn toch de frustraties tijdens het productieproces. Een verloren floppy, een nieuwe nietmasjien en natuurlijk het (overigens ontzettend herkenbare) gezeur over de copystop…
Omdat het anders wit zou zijn... Een lege pagina en geen interessant artikel om het mee op te vullen? Gerard Nijesteen wist toch opvulling te vinden (1981). Hij scheef het stuk ‘Omdat het anders wit zou zijn...’ met nuttige en minder nuttige weetjes over de faculteit en andere zaken. Over smaak valt te twisten. Het WSN staat niet echt bekend als architecturaal hoogstandje. In een Girugten uit 1983 wordt studenten en medewerkers de vraag gesteld in welke kleur ze het gebouw zouden willen schilderen. Een eerstejaars antwoordt: ‘In verf die onzichtbaar maakt’. Een alumni noemt het WSN ‘zo grijs als de pakken van de werknemers’ en oppert de kleuren geel en rood. Zijn droom is nu, zeventien jaar later, in vervulling gegaan.
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
33
1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2010 toen: Wietske Wilts
nu: Floris van der Lingen
‘Kun jij een beetje schrijven?’ 14 september 2005. Zit een merkwaardig meisje met engelenhaar in de Ibn-kamer na een vervreemdend computerpracticum. Eerstejaars zeker. Ze wil wel thee en houdt zich verder wijselijk stil. Totdat één of andere redacteur van een doodbloedend blad haar iets vraagt. “Kun jij een beetje schrijven?” “Ja! Soms wel een pen per week!”, antwoordt ze, eigenwijs als ze is (eigenlijk veel te eigenwijs). Het zou misschien uit pure wanhoop geweest zijn, maar de redacteur (dat was natuurlijk Arvid Krechting) vroeg haar om eens bij de vergadering van het faculteitsblad te komen. Misschien zou ze uiteindelijk wel leren dat je schrijven niet met een pen doet – en dan zo slordig mogelijk – maar netjes op de computer. Aldus geschiedde. De week daarop was haar eerste redactievergadering een feit. Hoewel ze nogal vastberaden leek van haar eigen (frappante) standpunten, was ze stiekem toch wel een beetje bang voor de kritische blikken van de ‘mannen’, voor wie Girugten overigens iets aan prioriteit begon in te boeten ten gunste van het afstuderen.
In september 2007 werd ik officieel hoofdredactrice. Diverse redactieleden zijn gekomen en gegaan, en de redactie heeft meestal een omvang van tien mensen. Sinds dat moment zijn er veertien Girugtens uitgekomen. Met het maken van elk nummer zie je verbeterpunten, die je dan in de volgende nummers doorvoert. Dat lijkt oneindig zo te blijven. Je boekt progressie, maar op de één of andere manier schijn je nooit het perfecte nummer te kunnen maken… Toch overheerst een voldaan gevoel als je het versgedrukte blad uiteindelijk in handen krijgt. Ook zie ik dit jubileumnummer als een bijzonder hoogtepunt in mijn Girugtencarrière!
Welnu, ik zal mij maar bekend maken. Dat was ik. Boppo Anbeek, de andere nieuweling, en ik werden meteen hoofdredactie. Hans Kingma bracht ons de snufjes van Pagemaker bij, een layoutprogramma dat op een gegeven moment elke minuut uitviel. Na veel gezweef brachten we het nummer ‘Luchtvaart’ uit. Hoewel er nog enkele artikelen over het Midden-Oosten werden geschreven, was het daarna om ondefinieerbare redenen ‘Schluß’ met het blad. Ruim een jaar later was de redactie behoorlijk uitgedund en besloot ik de inmiddels zeer gedateerde artikelen er maar weer eens bij te pakken. Na ruim twee maanden amateuristisch lay-outen en wat gehannes met de verkeerde lettertypen en pixels kwam het Midden-Oostennummer alsnog uit. Girugten begon weer te leven en daar kwamen oude en nieuwe redactieleden op af!
Er is leven na de dood In de afgelopen vijf jaar is er binnen de redactie van alles en nog wat veranderd. Van de mensen die destijds in de redactie zaten, zijn enkel Wietske Wilts en ikzelf overgebleven. Op zich is dat geen vreemde ontwikkeling, maar de verjonging van de redactie heeft wel de nodige voeten in de aarde gehad. Dit hele proces is gelukkig zeer goed afgelopen en hoewel het blad in 2006 op sterven na dood was, waren we korte tijd later weer springlevend. Wietske heeft zich aan ons getoond als een geweldige, immer gemotiveerde en inspirerende hoofdredactrice. Ook is sinds de remonte van 2007 de redactie onverminderd goed gevuld geweest. Er zijn dan wel mensen uitgestapt, maar door de regelmatige aanwas waait er een constante frisse bries door de vergaderingen en de nummers. Bart en Arianne hebben er met hun technische kunnen en creativiteit voor gezorgd dat het blad er elke keer grafisch weer goed en leuk uitzag. Over het algemeen kan ik eigenlijk zeggen dat de redactie in de afgelopen vijf jaar een stuk enthousiaster is geworden. Regelmatig krijgen we ook positieve reacties op het werk dat we doen. Verder kan ik zeggen dat een aantal dingen, dat in het verleden redelijk op zijn beloop werd gelaten, nu gestructureerd is.
34
Daardoor is het makkelijker om de taken te verdelen en toezicht te houden op de vorderingen en de kwaliteit van het werk. Uiteindelijk zijn er, ondanks dat er dus een stroeve periode tussen heeft gezeten, in deze periode eenentwintig edities van het blad uitgekomen, een aantal waar we trots op zijn. Het doet me tot op de huidige dag zeer veel plezier om deel uit te mogen maken van deze groep enthousiastelingen.
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
35
Ibn Battuta
Faculteitsvereniging Ruimtelijke Wetenschappen De relatie tussen Ibn Battuta en Girugten is altijd hecht geweest. Veel redacteuren van het blad zijn en waren ook actieve leden van de vereniging. Omdat Girugten geen eigen financiële middelen tot haar beschikking heeft worden de kosten voor het maken en verspreiden van het blad door de vereniging en de faculteit gedragen. Ibn Battuta is altijd op zoek naar mogelijkheden om de informatievoorziening te verbeteren en liet daarbij in het verleden regelmatig een begerig oog vallen op Girugten. Het blad heeft het de afgelopen jaren bij momenten zwaar gehad, waardoor een soort fusie logisch leek. Ibn Battuta zou dan kunnen profiteren van het bereik en het serieuze imago van Girugten, terwijl Girugten veel zou kunnen hebben aan de veel grotere poel actieve studenten om uit te vissen, op zoek naar redacteuren. De combinatie is echter niet zo logisch als het lijkt. Ibn Battuta heeft door het jaar heen veel activiteiten, die kort op elkaar zitten en een stevige promotie op korte termijn nodig hebben. Girugten is daarentegen een meer inhoudelijk blad, met een veel langere omlooptijd dan werkt voor de elkaar snel opvolgende activiteiten van Ibn Battuta. Bovendien is zes keer per jaar verschijnen weinig voor het blad van een actieve vereniging. Er zijn de afgelopen jaren regelmatig ‘hybrides’ verschenen, die de actualiteit en snelheid van Ibn Battuta combineren met wat inhoudelijke achtergrondverhalen en verslagen. Ibnews en aanverwante periodieken waren allemaal nogal ongemakkelijke compromissen, die uiteindelijk toch ook weer verdwijnen. Eigenlijk is de huidige rolverdeling daarom niet zo gek. Ibn Battuta brengt zijn programma en activiteiten zoveel mogelijk via internet en e-mail onder de aandacht van de studenten, terwijl Girugten er is voor de achtergrond en de verdieping. Zijn we gelijk af van de verslagen in de trant van en toen gingen we in de trein naar Den Haag en toen kregen we een rondleiding en toen hadden we vrije tijd en toen gingen we eten… Arvid Krechting voorzitter Ibn Battuta 2005-2006 eindredacteur Girugten 2004-2005
Stichting Geo Promotion feliciteert Girugten met haar 40-jarig bestaan!! Graag bedanken wij Girugten voor de plezierige samenwerking in de afgelopen jaren. Hierdoor stonden enkele edities van Girugten geheel in het teken van de door Stichting Geo Promotion georganiseerde congressen. Dit zien wij als een waardevolle toevoeging! Wij hopen dan ook deze samenwerking in de toekomst voort te kunnen zetten. Bestuur 2009/2010
Lustrum Ibn Battuta (1971) De lustrum-kommissie deelt mee, dat ondanks ‘t vrij grote aantal positieve reacties (24) het boot-feest-plan geen doorgang zal vinden, omdat afgezien van de kosten de te verwachten ± 120 mensen op zo’n groot schip nog geen feest zullen maken. Naarstig wordt gezocht naar alternatieven. Suggesties hiervoor zullen niet in de wind geslagen worden. Namens de lustrumfeest-kommissie, L.J. van Westerop
Kennismakingsweekend (1972)
Enkele bedragen
Ook dit jaar organiseert Ibn Battuta weer een kennismakingsweekend, en wel in Langweer op 29, 30 sept. en 1 okt. Tijdens dit weekend bestaat er uitgebreid gelegenheid kontakten te leggen de jaargenoten onderling, mensen uit andere jaren en stafleden. Het spreekt vanzelf dat dit weekend van het allergrootste belang is voor hen die hier pas zijn komen studeren. Daarnaast zal er uitgebreid informatie met betrekking tot de studie en de subfaculteit worden gegeven, en wordt er aandacht besteed aan enige geografisch interessante problemen van de streek waar wij verblijven. Er is nog gelegenheid om je op te geven voor dit gebeuren, tot 23 september. Opgavestrookjes en de bak waarin ze gedeponeerd moeten wordne bevinden zich op kamer 611.
Lidmaatschap 1972: ƒ 9,Lidmaatschap 2009-2010: € 14,Buitenlandse Excursie 1975 Straatsburg: ƒ 225,Buitenlandse Excursie 2010 Kroatië en Bosnië: € 450,-
36
girugten 1970-2010
Ruim veertig jaar Pro Geo Dat Girugten inmiddels al veertig jaar bestaat mag een hele prestatie genoemd worden. Laten we even teruggaan naar die begindagen rond 1970: er was veel aan de hand op de universiteiten in Nederland en daarbuiten. De naoorlogse generatie ging studeren en eiste inspraak in hun eigen studie. De druk op de voorheen meer elitaire universitaire studies nam sterk toe door groeiende studentenaantallen en studentenprotesten. De geschiedenis van Pro Geo begint eveneens in deze periode, want ook aan het Geografisch Instituut wilden studenten inspraak krijgen over hun eigen opleiding. Op het GIRUG voltrok dat proces zich echter via een vreedzaam poldermodel. In 1968 werd besloten de kort daarvoor ingestelde studiecommissaris van het bestuur van Ibn Battuta te vervangen door een onafhankelijke studiecommissie. Met vooral veel enthousiaste jongerejaarsstudenten werd zo Pro Geo geboren. Begin jaren zeventig werden zaken meer op de spits gedreven lijkt het, waarbij de affaire Hermans er natuurlijk uitspringt. Ook werd een ‘Aksiegroep sociale geografie’ opgericht en kreeg de Groninger Studentenbond (GSb) voet aan de grond. Men kreeg echter weinig gedaan in deze jaren, als we het verkiezingsprogramma uit 1980 mogen geloven: ‘de voorstellen van de studenten [werden] zelden of nooit aangenomen’. Of dit daadwerkelijk het geval is, valt moeilijk te beoordelen.
In 1987 werd Pro Geo zelfs een facultaire belangenorganisatie, toen de zelfstandige Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen werd opgericht. In 1992 kreeg de belangenclub een officieel karakter: Stichting Pro Geo werd opgericht ‘op 6 juli 1992 om 9:25 des ochtends’, aldus medeoprichter Paul Wissmann. Dit omdat Pro Geo voor het eerst de boekenverkoop aan eerstejaarsstudenten zelf ging organiseren en de aansprakelijkheid moest worden geregeld. Het afgelopen decennium is Pro Geo een moderne organisatie geworden met vijf bestuursleden die de stichting besturen en tevens zitting hebben in de Faculteitsraad. Een website en een nieuw logo werden ontworpen, en een Kascommissie en Raad van Advies werden aangesteld. Hoe de toekomst eruit ziet weet niemand, maar aangenomen mag worden dat Pro Geo nog wel eventjes voortbestaat! Jinko Rots
Treffend voor deze periode is wellicht de anonieme tekst die op de rug van de multomap met de oudste documenten staat: ‘uit de goede tijd toen iedereen lang haar had en de hele dag demonstreerde’. Misschien is dit deels waar, maar tevens kan worden aangenomen dat de inspraak, protesten en betrokkenheid van studenten bij het GIRUG in de jaren zeventig op lange termijn voor een cultuuromslag hebben gezorgd bij de (sub) faculteit. In de jaren tachtig verliep de inspraak beter lijkt het. De Subfakulteitsraad kreeg een officiëler karakter, waar vooral vele mappen met documentatie aan herinneren. Begrotingen, studieprogramma’s, onderwijscommissies en nog veel meer ‘cies getuigen van een stukje bureaucratisering van het moderne onderwijs. Wellicht dat door deze ‘saaie’ bureaucratische bedoening, de grootschalige belangstelling zoals die begin jaren zeventig bestond enigszins terugliep. Toch waren er de afgelopen dertig jaar altijd betrokken studenten die zich wilden inzetten voor hun medestudenten via Faculteitsraad, opleidingscommissie of op een andere manier.
girugten 1970-2010
37
volgende keer Toen ik nog jong was Girugten bestaat 40 jaar en de redactie vraagt mij er iets over te schrijven, omdat ik de enige in de facultaire gemeenschap ben die uit eigen herinnering nog iets over de startfase zou kunnen zeggen. Hoho, dat klopt direct al niet: onze studieadviseur Deliaan Muntinga was er toen ook al! Dat wil zeggen: ze was net als ik in 1970 nog student aan wat nu de FRW heet, maar toen algemeen werd aangeduid als het ‘Geografisch Instituut van de Rijks Universiteit Groningen’ afgekort GIRUG. Deliaan was van de lichting 1965, ik van 1964. Ik zat in 1970 vlak voor het afstuderen. Van de start van Girugten herinner ik me eerlijk gezegd niets. Als mij verteld was dat het in 1975 is gestart had ik het ook direct geloofd. Zoals u begrijpt heb ik de oude nummers niet bewaard. Ik bewaar wel een herinnering aan bepaalde nummers, die gewijd waren aan congresthema’s van Geo Promotion en/of waar ikzelf in geschreven heb, zoals de nummers in 1991 waarin de afleveringen van mijn ‘Siberisch Dagboek’ verschenen. Maar hoe ik ook mijn best doe: specifieke herinneringen aan de startfase van Girugten zijn er niet, behalve dan dat drs. Jan de Vries – onze toenmalige Oost-Europa specialist en tevens beheerder van het GIRUG – de naam heeft bedacht. Dat weet ik nog wel, omdat Jan de Vries nogal dol op acroniemen was. Hij had ook GIRUG bedacht als acroniem voor ons instituut en Girugten leek hem een leuke variant daarvan voor het faculteitsblad. Bij gebrek aan herinneringen over Girugten zelf, wat herinner ik mij dan van de toestand op de faculteit in 1970? Ook moeilijk hoor, ik ben kennelijk nog niet zo oud dat de herinneringen spontaan beginnen te focussen op de fase van de jeugd en jonge volwassenheid. Dat moet dan zeker nog komen. Ik herinner me natuurlijk wel veel van mijn persoonlijke omstandigheden uit die tijd. Het jaar tevoren was ik net getrouwd (jong trouwen was toen nog in de mode voor studenten) en in de zomer van 1970 hadden we geen vakantie, want ik zat te blokken voor een laatste tentamen en te werken aan mijn doctoraalscriptie. We konden in Groningen geen huis krijgen en woonden (net als veel pasgetrouwde studenten) op een flatje in Hoogezand. Ik zat te denken over wel of niet in militaire dienst gaan – wat voor mij correspondeerde met wel of niet een leraarsbaan zoeken (waarvoor je toen nog uitstel van dienst kreeg). Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht op de universiteit te zullen blijven, of hoogleraar worden, of decaan.
In juni verschijnt het volgende nummer van Girugten met als thema:
Huwelijk, huis en hoop op werk hielden mij meer bezig dan RUG en GIRUG.
grenzen
Toch was 1970 wel degelijk een cruciaal jaar voor de universiteit! De studentenrevoltes van Parijs (studentenopstand Mei 1968) en Amsterdam (Maagdenhuisbezetting Mei 1969) hadden hun vervolgeffecten ook hier gekregen. In Groningen werd zeer druk gediscussieerd over een ‘tussentijdse bestuursvorm’, waarin studenten en staf meer zeggenschap zouden krijgen bij het besturen van de universiteit, de faculteiten en instituten. Die discussie werd datzelfde jaar al beslecht met de invoering van de Wet Universitaire Bestuurshervorming (WUB 1970), die deze medezeggenschap regelde. De ‘radenuniversiteit’ was geboren, vlak voor mijn afstuderen. En in 1997 werd ze weer afgeschaft met de wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (MUB 1997). Die heb ik op onze faculteit mogen doorvoeren toen ik in 1994 – 1998 voor het eerst decaan was. Zowel WUB als MUB mag je wel als monumenten langs de weg van de universiteitsgeschiedenis beschouwen, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ikzelf ze geen van beide als zodanig heb ervaren. De werkelijkheid op de werkvloer veranderde in beide gevallen minder radicaal dan de wetswijzigingen kunnen doen vermoeden. Na 1997 is de universitaire organisatie niet ineens ondemocratisch geworden. En ook voor 1970, in de doctorale fase van mijn studietijd, was er al veel meer contact met de docenten, en overleg over de inhoud van het studieprogramma, en normaal werkoverleg tussen docenten en hoogleraren, dan voorheen. De geboorte van een informatief faculteitsblad als Girugten paste gewoon in de tijdgeest van een steeds meer meepratende faculteitsgemeenschap. Fijn dat het jong van toen zo mooi volwassen is geworden. Piet Pellenbarg decaan
Het begin van de carriere van onze decaan staat netjes opgetekend in het archief van Girugten. (zie onderste mededeling)
reageren?
www.girugten.nl
kopij? tot 5 mei
[email protected] vind girugten op facebook 38
girugten 1970-2010
girugten 1970-2010
Beste oud-redacteur, Bent u na het lezen van dit jubileumnummer tot de ontdekking gekomen dat u eigenlijk toch niet zonder Girugten kunt? Dan kunt u nu een abonnement nemen! Door voor 10 euro per jaar donateur te worden van faculteitsvereniging Ibn Battuta ontvangt u vijf maal jaarlijks Girugten in de brievenbus. U kunt ook kiezen voor een gratis internetabonnement (ja, Girugten bevaart digitale wateren). U krijgt dan een e-mail zodra een nieuwe editie uit is. Aanmelden kan via
[email protected].
39