faculteitsblad ruimtelijke wetenschappen
jaargang 42 / nummer 0 / september 2010
girugten SPECIALE EERSTEJAARSEDITIE
bouwprojecten in Groningen | alles over de UB | docentenoverzicht | facultaire organisaties | de beste artikelen van de vorige jaargang!
girugten
inhoud
jaargang 42, nummer 0, september 2010
colofon Girugten is het onafhankelijke faculteitsblad van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen. Girugten functioneert als een zelfstandige redactie onder faculteitsvereniging Ibn Battuta. eindredactie Wietske Wilts (hoofdredactrice) Bart Booij (vormgeving) redactie Robin Groenewold Debbie Lager Floris van der Lingen Guido Roegholt Mark Veenstra Inge de Vries druk Drukkerij Sikkema, Warffum oplage 230 stuks
redactioneel Beste eerstejaarsstudent, Voor je ligt het speciale eerstejaarsnummer van Girugten. In dit nummer stelt de redactie zich aan je voor en kom je van alles te weten over je nieuwe docenten! Natuurlijk word je wegwijs gemaakt op de faculteit, aan de hand van informatie en foto’s. Om een beeld te krijgen van de inhoud van Girugten hebben we de beste artikelen van de afgelopen jaargang nog eens geplaatst. In het artikel over de UB vertelt oud-redactielid Claire wat je allemaal (niet) wilt weten over de universiteitsbibliotheek. Ook worden de studentenorganisaties aan de faculteit aan je voorgesteld, evenals de nieuwe studieadviseur Niels Rambags. En omdat je als nieuwe Groninger geograaf of planoloog op de hoogte moet zijn van bouwprojecten in je nieuwe studiestad, hebben Robin en Floris alle gebouwen in wording besproken en gefotografeerd. De redactie van Girugten is op zoek naar een verse lading schrijvers. Dus: ben je na het lezen van dit nummer enthousiast geworden, stuur dan ons dan een mailtje. En wie weet staat er dan binnenkort een artikel van jouw hand in Girugten!
4
girugten de redactie
6
wegwijs op de faculteit ruimtelijke wetenschappen Guido Roegholt
Wietske Wilts
e-mail
[email protected] website www.girugten.nl postadres Postbus 800 9700 AV Groningen
Inge de Vries (uit: ruimte voor energie, januari 2010)
12
Wietske Wilts (uit: grenzen, juni 2010)
14
Wietske Wilts (uit: openbaar vervoer, december 2009)
15
rondje stad: Paramaribo Bart Booij (uit: Suriname, oktober 2009)
18
bouwput: bouwprojecten in Groningen
20
de UB Claire Vernède
22
docentenoverzicht
25
kennismaking met Niels Rambags
26
De eindredactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen artikelen in te korten, dan wel te weigeren.
28
8. de open wond van Berlijn
de wetenschapper: Yi-Fu Tuan
10
Veel leesplezier!
uitgelicht
de open wond van Berlijn
sightseeing Hoogezand-Sappemeer
Robin Groenewold & Floris van der Lingen
14. bouwput: Groningen
Wietske Wilts
facultaire organisaties
Pro Geo, Geo Promotion, Ibn Battuta & de student-lid FB
uit het buitenland: Lund, Zweden
Nienke Boneschansker
16. de UB
girugten zoekt:
nieuwe vormgever Ben jij creatief en heb je lay-outtalent? Wil jij elke twee maanden dit prachtige blad vormgeven? Stuur dan nu een mailtje naar info@girugten. nl!
2 · girugten september 2010
eerstejaarseditie
eerstejaarseditie even voorstellen: de redactie Girugten is het faculteitsblad van de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Alle studenten van de faculteit krijgen Girugten vijf keer per jaar thuisgestuurd. In Girugten lees je allerlei geografische en planologische artikelen, iedere keer met een ander thema. De redactie bestaat uit studenten en vergadert eens in de twee á drie weken. Kun JIJ schrijven en wil je de redactie komen versterken? Stuur dan een mailtje naar
[email protected]!
4 · girugten september 2010
Bart Booij vormgeving Culturele Geografie
Robin Groenewold Sociale Geografie & Planologie
Debbie Lager Research Master
Floris van der Lingen Planologie
Guido Roegholt Technische Planologie
Mark Veenstra Sociale Geografie & Planologie
Inge de Vries Research Master
Wietske Wilts Hoofdredactrice Culturele Geografie
eerstejaarseditie · 5
eerstejaarseditie - door Guido Roegholt -
Wegwijs op de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Het beginnen aan een nieuwe studie, de stap van de middelbare school naar de universiteit. Waar de middelbare school nog klein en overzichtelijk was kan een universiteit erg groot lijken. Gelukkig is de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen een van de kleinere van de universiteit, maar toch blijft het allemaal nieuw. Waar moet ik zijn voor tentamenuitslagen? Waar kan ik welke docenten vinden? Een greep uit de vragen waar een eerstejaarsstudent mee kan zitten. Dit artikel is daarom bedoeld om je alvast een klein beetje wegwijs te maken op onze faculteit. Daar waar de collegezalen in het Kapteynborg en aan de noordkant van het WSN-gebouw (Duisenbergpavilioen) te vinden zijn, zitten de medewerkers van de faculteit helemaal aan de andere kant van dit hoge (flat)gebouw. Als je de lange gang over de begane grond vanaf de collegezalen, met een knik naar rechts en daarna weer links, helemaal uitgelopen bent kom je vanzelf in het gebouw van de Faculteit Ruimtelijk Wetenschappen. De begane grond van het gebouw van de faculteit is ook direct de verdieping waar je als student het vaakst zal komen. Als eerste zal je aan je rechterhand de receptie zien, hier zit altijd een portier maar daar heeft een gemiddelde student weinig mee te maken. Direct na de ontvangst zit aan diezelfde kant wel een belangrijke kamer, de syllabiverkoop. Voor sommige vakken zal je losse readers moeten aanschaffen. Dat kan bij deze kamer, elke dag tussen tien uur en half twaalf. Als we daarna linksaf gaan komen
we wederom bij kamers waar je ongetwijfeld een keer binnen zal lopen, hier zitten namelijk de mensen van de Studenten Service Desk. Bij hen kan je onder andere terecht voor het bekijken van tentamenuitslagen, het inkijken van je gemaakte tentamen en vragen over je collegerooster. Inschrijven voor je tentamens kan hier niet, dat moet je via een aparte website doen. Je mentor kan je hier alles over vertellen. Direct hiernaast zit de studieadviseur, zoals de naam al doet vermoeden kan je bij hem terecht voor al je vragen over je studieprogramma. Mocht je er ook maar een beetje aan twijfelen of je je jaar wel gaat halen of als je wel-
licht toch over wilt stappen naar een andere studie, ga naar hem toe. Elke dinsdag en donderdag is er een open inloopspreekuur, daarbuiten kan je altijd een afspraak maken. Direct tegenover de studieadviseur zit de kamer degene waar je moet zijn als je in het buitenland wil gaan studeren. In de loop van je studie zal je meer te horen krijgen wat de mogelijkheden in het buitenland zijn en hoe je dat moet aanpakken. De begane grond wordt afgesloten met twee soorten computerruimtes. Een ‘gewone’ zaal (aan de rechterzijde) met een twintigtal werkplekken, hier kan elke student van de RUG met studentnummer en wachtwoord inloggen. Aan de andere kant van de gang zit de GIS-zaal. GIS staat voor Geografische Informatie Systemen. De computers in deze zaal zijn uitgerust met extra software voor deze toepassing, in je studieprogramma krijg je hier vanzelf een keer mee te maken.
langrijke kamers waar je snel op zoek naar zal zijn. Als je vervolgens de trap omhoog neemt kom je op de tweede verdieping, de overheersende kleur hier is oranje. De twee basiseenheden Economische Geografie en Culturele Geografie zitten hier bij elkaar. Enkele docenten die je in je eerste jaar van deze twee basiseenheden voor de collegezaal ziet staan zijn onder andere Diederiks, Meester en Strijker. Behalve een aantal docenten en medewerkers zitten ook op deze verdieping verder geen noemenswaardige zaken. Op de bovenste en derde verdieping is paars de kleur die je direct op zal vallen. Voornamelijk de eerstejaarsstudenten die Techni-
Als je weer iets terugloopt en je loopt de trap op naar de eerste verdieping zal je direct iets opvallen: elke verdieping heeft een eigen kleur. Waarom dit ooit bedacht is voor velen tot op de dag van vandaag onduidelijk, maar het is wel makkelijk onthouden waar een bepaalde docent zit. Zoals je misschien al gehoord hebt is de faculteit opgedeeld in een aantal basiseenheden, dit zijn een soort subafdelingen binnen de faculteit. Elke docent hoort bij zo’n basiseenheid, en dan natuurlijk altijd bij de eenheid welke het dichtst bij zijn of haar specialisme past. Over het algemeen zitten op elke verdieping de medewerkers van een bepaalde basiseenheid bij elkaar. Op de eerste verdieping (verdieping ‘groen’) zit de basiseenheid Demografie. Mocht je dus bijvoorbeeld op zoek zijn naar een docent van het vak Population and Development dan is de kans vrij groot dat je deze op de eerste verdieping moet zoeken. Verder zitten op deze etage geen be-
6 · girugten september 2010
eerstejaarseditie · 7
eerstejaarseditie sche Planologie gaan studeren zullen veel met mensen van deze verdieping te maken krijgen. Onder andere de onderwijsdirecteur van beide bachelors, dhr. Ike, heeft hier zijn kamer. Op deze verdieping zitten namelijk de medewerkers en docenten die bij de basiseenheid Planologie horen. Net als op de eerste en tweede verdieping tref je hier geen speciale kamers aan waar je als student vaak zal moeten aankloppen. Alleen als je een docent persoonlijk iets wilt vragen kan je hier natuurlijk wel terecht. Het klinkt misschien niet helemaal logisch dat je zomaar bij een docent kan aankloppen. Bij de grotere faculteiten in de stad moet je daarvoor vaak ver van tevoren een afspraak maken, als het even tegen zit ook nog eens op een tijd die jou niet uitkomt.
Gelukkig is het op onze faculteit net iets anders. Zoals al eerder gezegd kan je altijd even langs lopen bij een docent. Afspraken maken is bijna nooit nodig, tenzij je iets uitgebreids wilt bespreken of wanneer hiervoor nog iets uitgezocht moet worden. Docenten vinden het over het algemeen juist fijn als de student met vragen direct bij hem of haar komt, dan weet de docent ook waar mogelijke onduidelijkheden in de colleges zitten. De laagdrempeligheid is dan ook een van de positieve punten van de faculteit. Ook door het kleine aantal docenten zullen ze jou, als je een paar keer bij ze langs bent geweest, ook gaan kennen en weten wie je bent. Schroom je dus niet, maar loop gewoon langs als je daar behoefte aan hebt. Hoe dichter de docent bij de student staat, hoe beter hij of zij onderwijs kan geven!
Wil jij meehelpen aan Girugten?
Girugten is op zoek naar nieuwe redactieleden voor het volgende collegejaar! Wil jij je schrijf- en organisatietalenten botvieren in de redactie? Vind je het leuk om te werken aan de vormgeving van ons faculteitsblad?
Ben je geïntresseerd en wil je meer informatie? Sneup eens rond op www.girugten.nl, stuur een mailtje naar
[email protected] of spreek eens een redactielid aan in de koffiekamer van Ibn Battuta!
8 · girugten september 2010
eerstejaarseditie Yi-Fu Tuan
Uit: Ruimte voor Energie januari 2010
(1930)
- the most influential scholar you’ve never heard of -
- door Inge de Vries -
Dit keer verkennen we het werk en leven van een wetenschapper die waarschijnlijk bij velen van jullie onbekend is. Toch heeft Yi-Fu Tuan een enorme bijdrage geleverd aan de manier waarop we tegenwoordig over belangrijke concepten in de geografie denken. Niet gek dus dat een van zijn collega’s hem ‘the most influential scholar you’ve never heard of ’ noemde. Tijd om te kijken wat Tuan ons zonder dat we er bewust van zijn heeft bijgebracht.
Stompjes van jezelf
Tuan begon in 1948 zijn studie geografie in Oxford. Na het halen van zijn master ging hij naar de Universiteit van Berkeley, in California. Hij hield zich toen voornamelijk bezig met fysische geografie, maar sloeg in de jaren zestig een geheel andere richting in. Hij schreef namelijk een artikel over het berglandschap van de San Pedro Valley, waarbij hij niet inging op de geomorfologische aspecten, maar op de manier waarop we de dramatische eigenschappen van het landschap benaderen. Zo beschreef hij bergen als ruïnes, geveld door erosie. Het zijn de kale stompjes van hun eigen voormalige, grootse ‘ik’, en hoe langer ze ‘doorleven’, hoe meer ze naar beneden zullen afronden. Tuan herkende de mens in de bergen. Volgens hem werd er daarom zo vaak over bergen geschreven in gedichten. Deze filosofische gedachten waren de eerste voorzichtige stappen van Tuan in de richting van nog veel grootsere ideeën. Ze zetten hem op koers om een van de meest invloedrijke, maar ook eigenaardige, geografen van de twintigste eeuw te worden. Zijn bijdragen aan de humanistische geografie, een tak van de geografie die plaatsen en omgeving bestudeert als menselijke ervaringen, maakten hem een vooraanstaand wetenschapper. Tuan werd meer en meer gegrepen door de filosofische en psychologische aspecten van de relaties tussen mensen en landschap.
10 · girugten september 2010
Tijdens een van zijn studiereisjes vond hij een plek die als onuitputtelijke bron voor zijn revolutionaire ideeën gold. Gek genoeg was dit een van de meest dorre, levenloze plekken op aarde: de woestijn. Tuan raakte zo gefascineerd door deze plek dat hij er vaak in z’n eentje in zijn auto kampeerde. Vooral als hij ontwaakte en de eerste zonnestralen als een paars en gouden schimmenspel tegen de bergen schenen raakte hij betoverd door de woestijn. Deze betovering gaf Tuan ideeën over hoe mensen de wereld vormen. Niet alleen met hun lichaam, maar vooral met hun emoties. Hij vond er inspiratie voor zijn opvattingen over de menselijke reactie op landschappen, bijvoorbeeld over de angst die bij ons opwelt bij het opdoemen van een groot donker bos of een grote open vlakte. Deze weken in de woestijn waren voor Tuan de meest plezierige van zijn leven. Hij ontwikkelde er zijn eigen visie op geografie door haar met filosofie, kunst, psychologie, religie en andere disciplines te vermengen.
Topophilia
Mensen spreken van ‘liefde op het eerste gezicht’. Tuan werd verliefd op een plaats: de woestijn. Hij raakte vele mensen met zijn ideeën over het liefhebben van plaatsen. Zijn ervaringen met deze gevoelens verwoordde Tuan in het baanbrekende boek Topophilia (1974). Het boek betekende een radicaal andere benadering van concepten als plaats, landschap en omgeving. Topophilia, dat al eens eerder in een gedicht gebruikt was door Gaston Bachelard, definieerde Tuan als ‘the affective bond between people and place’. Hij stelde dat mensen een emotionele behoefte hebben om zichzelf met bepaalde plaatsen te identificeren. Ze ‘construeren’ daarom als het ware zelf een plaats, door de herhaalde ervaringen die ze er hebben en door er telkens hetzelfde gedrag te vertonen. Denk maar aan het meertje waar je als er ijs ligt vaak gaat schaatsen. Doordat je altijd alleen maar schaatst op dat meer krijgt het een bepaalde betekenis voor je. Hoe vaker je op het meertje schaatst, hoe meer je een band met de plek krijgt. Een band die je niet met andere meren hebt. Zo creëer je een ‘sense of place’ met het meer. Ook in je latere leven blijft die band bestaan en zal je de plek herinneren als ‘het meer waar ik altijd schaatste’. Tijdens het schrijven van Topophilia ontdekte Tuan dat er ook een keerzijde van het begrip was: ‘topophobia’. In de daaropvolgende vijf jaar werkte hij de ideeën daarover uit, en zo verscheen in 1979 Landscapes of Fear. Dit boek beschrijft de negatieve belevingen van plaatsen. Ervaringen van angst worden vaak geassocieerd met bepaalde plaatsen. Plaatsen waar je eerder nare dingen hebt meegemaakt wekken later ook weer angst op. Wanneer je bijvoorbeeld beroofd bent in het Noorderplantsoen zul je daarna meer moeite hebben om er weer doorheen te fietsen, omdat je herinnerd wordt aan je nare ervaringen op die plek. Ook wekken bepaalde landschappen meer angst op dan andere. Een dicht, donker bos is bijvoorbeeld bedreigender dan een open parkje met groen gras en een paar bomen. Achter elke boom in het donkere bos kunnen zich enge wezens verschuilen. In het parkje heb je overzicht en daardoor voel je je meer op je gemak. Ten-
slotte constateert Tuan dat er landschappen zijn die ontworpen zijn om gevreesd te worden. Denk maar aan gevangenissen en psychiatrische inrichtingen.
Pauze in de tijd
Tuans gedachten over plaatsen hervormden alle ideeën die daarvoor over plaats en ruimte bestonden. In 1977 werkte hij zijn definities van plaats en ruimte verder uit in Space and place: the perspective of experience. Volgens Tuan zijn plekken niet vanzelfsprekend, maar is in beginsel alles ruimte. Zodra er een betekenis aan deze ruimte toegekend wordt, dus zodra er bepaalde gevoelens met de plek gepaard gaan, wordt deze ruimte omgevormd tot een plaats. Tuan maakte hiermee voor het eerst onderscheid tussen de abstracte ruimte en de persoonlijk ervaren plaats. Daarbij besteedde hij ook aandacht aan de temporele aspecten van ruimte en plaats. Hij zag plaatsen soms als een pauze in de tijd. Want als plaatsen een proces waren die constant aan verandering onderhevig zouden zijn, dan zouden wij mensen geen betekenis aan plaatsen kunnen toekennen. Daarom moet een plaats dingen bevatten die daar voor langere tijd zijn. Denk maar aan gebouwen en straten, die veranderen immers ook niet constant. Daardoor ziet Tuan plaatsen soms ook als een visuele expressie van tijd: oude pleinen en gebouwen zijn een herinnering aan het verleden. Tuan verraste ook veel van zijn collega’s met zijn kijk op de natuur. Voorheen werd verondersteld dat de mens de natuur uit economische redenen verandert (bijvoorbeeld het hakken van bomen voor hout). Maar Tuan stelde dat mensen de natuurlijke wereld vaak op subtiele manieren naar hun eigen smaak proberen om te vormen. Zo snoeien ze heggen in de vorm van zwanen, dwingen ze water te dansen in fonteinen en houden ze dieren als huisdieren. Deze ‘petification’ brengt de mens helemaal niet, zoals veel mensen veronderstellen, dichter bij de natuur. Het is juist een creatieve manier van macht uitoefenen op de natuur. Tuan liet daarmee ons verlangen om dieren te domineren en tegelijkertijd lief te hebben zien.
‘The hero is geography’
Tot zijn 38e woonde Tuan nooit langer dan vijf jaar in een plaats. Hij leefde, zoals hij zelf zegt, een ‘ongeworteld’ leven. Hij werd geboren in 1930 in Tianjin, China. Zijn vader was een diplomaat en daardoor verhuisde het gezin bijna voortdurend van plaats naar plaats, binnen en buiten de Chinese grenzen. Tuan heeft veel plaatsen zijn thuis moeten noemen: Tianjin, Nanjing, Shanghai, Kunming, Chongqing, Canberra, Sydney, Manila, Londen, Oxford, Parijs, Berkeley, Bloominton, Chicago, Albuquerque en Toronto. Daarna woonde hij veertien jaar in Minneapolis en nu woont hij al meer dan twintig jaar in Madison. Deze twee laatste plaatsen zijn volgens Tuan de enige twee plaatsen waarmee hij enige verbondenheid voelt. Maar, hij is naar eigen zeggen ‘rootless in more than one sense’. Ook sociaal vindt hij zichzelf namelijk een drijvend vlot. De enige verplaatsbare bodem die een mens natuurlijke ondergrond geeft – familie – is niet beschikbaar voor hem. Want zo luid hij spreekt over liefde voor plaatsen, zo stil blijft hij over liefde voor mensen. Geografie geeft hem een context voor deze gevoelens. De woestijn antwoordde hem door lange, eindeloze uitzichten te geven. Ze suste zijn angsten en voedde zijn trek naar filosofische vragen. Hij noemt de woestijn zelfs ‘my geographical double’. Want de ene kant van zijn leven was vol met grootse ideeën, de andere
kant was leeg en sober. Meerdere mensen die Tuan goed kennen spreken van zijn ‘twee kanten’. De ene kant is die van de briljante en revolutionaire professor. De andere is de verlegen, eenzame man. Beide persoonlijkheden vonden hun expressie in de woestijn: in de overzichtelijke schoonheid en open ruimte, en tegelijkertijd in de dorheid. Ondanks dat de woestijn bij zijn kluizenaarsleven paste, verliet hij haar bijna dertig jaar geleden. Hij keerde er nooit meer terug. Hij is, zoals hij zelf zegt, gered door de geografie. Geografie maakte zijn wereld beter begrijpbaar – maar vooral ook een betere plek. Zonder zijn genoegen in het denken over mensen en plekken zou zijn leven armzalig en zelfs onleefbaar zijn. Geografie is voor Tuan dan ook niet meer puur wetenschap. Het is voor hem een manier van leven. Hij gebruikt de geografie om diep in het verstand te graven en haalt er zijn levensvreugde en levenslessen uit. Het gaat voor Tuan om een paar morele vragen: wie zijn we, hoe moeten we leven, hoe moeten we verbonden zijn met de natuurlijke wereld en met onszelf, en wat vormt een ‘goed leven’. Dit maakt zijn schrijven niet alleen voor academici interessant en plezierig om te lezen, ook het grote publiek kan heel wat van zijn werk leren.
‘I want them to consume me’
Zijn studenten waren dol op de colleges van Tuan, en hij was dol op hen. Niemand had het lef om te laat te komen, en niemand verliet voor tijd de zaal. Niemand behalve Tuan zei een woord tijdens de colleges. Hij had absolute aandacht van de studenten. Ook buiten de collegezalen ging Tuan veel met zijn studenten om. Hij had zelfs een hele fotocollectie van al zijn studenten mét hun kinderen. Alsof hij ze geadopteerd had. Nu nog, na zijn pensioen, spendeert hij veel van zijn tijd aan zijn studenten. Hij neemt ze vaak mee uit eten, en kijkt dan graag hoe ze eten, en hoe hun wereld groeit terwijl ze voedsel, goede boeken en ideeën consumeren. In het bijzijn van jonge mensen voelt de verlegen, eenzame Tuan zich zelfverzekerd, en kan hij tenminste eindelijk eens zijn eigen wil aan mensen opleggen, maar tegelijkertijd ook zijn eigen onzekerheden openbaren: ‘I want them to consume me’. Dat lukt Tuan toch aardig: miljoenen mensen lezen met veel genoegen zijn inspirerende boeken. Bronnen: - Geographer Yi-Fu Tuan, geography.about.com, laatst bezocht op 04-012010. - Holloway, L., P. Hubbard (2001), People and place, Harlow: Pearson Education Limited. - Johnson, M. (2007), Geographer maps terrain of the soul, www.jsonline. com, laatst bezocht op 28-12-2009. - Yi Fu Tuan Biography, social.jrank.org, laatst bezocht op 28-12-2009. - Tuan, Y (1999), Who am I? An autobiography of emotion, mind and spirit, Madison: The University of Wisconson Press. - Starrs, P.F. (2000), “You are Yi-Fu!”, Geographical Review, 90 (3), 451-456.
eerstejaarseditie · 11
eerstejaarseditie
Uit: Grenzen juni 2010
de open wond van Berlijn
- door Wietske Wilts -
of waarom Berlijn het centrum van de wereld is Vorig jaar woonde ik een paar maanden in Berlijn en daar had ik een gammel lichtroze fietsje. Daarmee suisde ik tijdens de schemering door de groene Berliner alleeën, waarbij de stad zich ontrolde als een bijzonder behaaglijk paradijs. Ik ontmoette daar een bijzondere plek. (Kun je plaatsen ontmoeten?) Op één van mijn zomeravondfietstochten vanuit Prenzlauer Berg in noordwestelijke richting kwam ik na een tocht door het woeste woud der huizenblokken bij een open plek. (Voor de geïnteresseerden: Behmstraβe, vlak ten noorden van de S-Bahn Ring 41-42.) De weg ligt er verhoogd; hij overbrugt een wirwar aan treinen S-Bahnsporen. De zon was juist bezig onder te gaan, het was windstil en vanuit het asfalt voelde ik de warmte die het had opgespaard tijdens een hete dag in juni. Ik genoot van het uitzicht vanaf een stenen uitbouw aan de weg, een heus stadsbalkon. Alsof deze plek voor dit moment gemaakt was! Het bijzondere van deze plek is ook dat je er binnen één blikveld bijna alle vormen van transport kunt zien: wandelaars, fietsers, S-Bahnen, ICE’s, goederentreinen, bussen, trams en zelfs laagvliegende vliegtuigen. Een klein euforisch moment doemde in me op toen een S-Bahntrein met knarsende wielen uit een tunnel opkwam, toen ik de roze-oranje gekleurde luchten aanstaarde en de grootstedelijke idylle besefte. Tijd voor een halveliterfles bier van de dichtstbijzijnde Spätkauf… Op andere dagen ontmoette ik deze plek weer, op de afgesproken tijd van de ondergaande zon. Op de terugreis volgde ik dan een fietspad dat naar beneden liep. Dat fietspad is onderdeel van de Berliner Mauerweg, die - de naam zegt het al - de lijn markeert
“
Probeert het toeristische oog de Berlijnse open wond schoon te likken?
”
waar de Berlijnse Muur heeft gestaan. De Berliner Mauerweg is 160 kilometer lang en volgt de gehele Muur die om het ‘eiland’ West-Berlijn heen stond, als grens met Oost-Duitsland. Onderweg zijn talloze monumenten, musea en andere elementen die aan de Muur herinneren te vinden. Hierdoor krijg je een interessante indruk van de invulling die wordt gegeven aan de ‘open plekken’ die de val van de Berlijnse Muur in 1989 heeft achtergelaten. Ik zeg hier bewust geen ‘lege plekken’, omdat een plek die tientallen jaren gescheidenheid, tegenstellingen en verschrikkingen heeft meegemaakt allerminst ‘leeg’ genoemd kan worden. De open plekken zijn een wond en een kans tegelijk. Waar voor Oost-Berlijners eerst de in beton gegoten ruimtelijke en culturele begrenzing van hun mogelijkheden lag, kwam in 1989 een open grens, gevolgd door open plekken, met nieuwe mogelijkheden. Dat tekent Berlijn tot op de dag van vandaag: het litteken van de Muur is overal voelbaar.
12 · girugten september 2010
figuur 1: Het wereldse uitzicht vanaf het zogenaamde ‘stadsbalkon’ In de Bernauer Straβe bijvoorbeeld. Waar eerst de Berlijnse muur liep, staat tegenwoordig het Mauermuseum, met informatie en foto’s over de Muur. Het museum bevat ook een toren met een platform dat uitkijkt op een gereconstrueerd stuk grensgebied: een dubbele Muur met kale ruimte ertussen. Het museum is zó populair geworden dat er in de komende jaren nog meer bijgebouwd wordt. Zo ontstaat op deze plek een compleet herinneringsoord, ter waarde van 37,5 miljoen euro. Hiertoe wordt onder andere een originele DDR-wachttoren naar het terrein versleept. Het frappante is dat even verderop nog een wachttoren staat die nooit is afgebroken. En dat Berlijn er geen rooie cent voor over heeft om deze te onderhouden. Wil men de Berlijnse Muur in een zo origineel mogelijke staat herdenken? Of biedt de afbraak ervan pas de afstand die nodig is om herdenken mogelijk te maken? Is de wil van de ‘consument’ (toerist) machtiger dan de objectieve historische ervaring? Probeert het toeristische oog de Berlijnse open wond schoon te likken? Het feit dat er midden door Berlijn een landsgrens heeft gelopen heeft vandaag de dag ook minder gecompliceerde voordelen. Natuurlijk leveren het ‘Baustellentourismus’ (in de jaren negentig) en het muurtoerisme Berlijn extra bezoekers op. Maar ook levert het ruimte op om in het centrum nieuwbouwprojecten uit te voeren die afgestemd zijn op de hedendaagse wensen. Neem bijvoorbeeld de Potsdamer Platz. Wat ooit het drukste verkeersplein van Europa was, jawel, met het eerste stoplicht ter wereld, was na de val van de Muur een immens grote zandvlakte. In de jaren negentig herrees de Potsdamer Platz door investeringen van grote ondernemingen. Zo bezitten hier tegenwoordig onder andere de Deutsche Bahn en Daimler Chrysler een prominent kantoorgebouw. Ook was er ruimte voor 2711 betonblokken om de vermoorde joden in Europa te herdenken. In welke andere Europese metropool tref je in het stadscentrum (heeft Berlijn een centrum?) zó veel ruimte aan voor dergelijke ruimtevretende bouwprojecten?
De meest open ‘open plek’ langs de Berliner Mauerweg is zonder twijfel het Mauerpark. En dat komt niet alleen door de gemoedelijkheid van muziek, stemmen, bier, sigaretten en boeken, maar ook door de ongedwongenheid die het park uitstraalt. Het park bestaat uit een grote grasweide met basketbalveldje, een klein stenen amfitheater en een met kasseien bestraat fietspad (Berliner Mauerweg) doorkruist het park. Tegen een helling liggen mensen te zonnen of te lezen. En aan de top van de helling kun je schommelend op de grote schommels genieten van het uitzicht over de stad (je raadt het al, in de schemering, met die prachtige oranje luchten!). De mogelijkheden zijn eindeloos. Elke dag
wordt opnieuw door steeds andere mensen invulling gegeven aan een plek die voor 1989 überhaupt niet te bezoeken was (tenzij je DDR-grenswachter was). In die zin staat de huidige functie van het gebied lijnrecht tegenover de grensfunctie ten tijde van de Berlijnse Muur. Doordat de ruimte zo open is nodigt het Mauerpark uit om er je eigen invulling aan te geven. Deze open plek is
De Berlijnse Muur werd gebouwd op 13 augustus 1961. 106 kilometer beton, 66 kilometer prikkeldraad, 302 wachttorens en massa’s grenswachters zorgden dat de Oost-Berlijners niet naar het westen konden vluchten, of, naar Oost-Duitse bronnen, beschermd werden tegen de kapitalistische vijand uit het westen. In de beginjaren wisten nog heel wat Oost-Duitsers te vluchten via ondergrondse gangen en dergelijke, maar naarmate de decennia verstreken werd de grens steeds strenger bewaakt. Vluchten was vrijwel onmogelijk en gebeurde dan ook nauwelijks meer. In de avond van 9 november 1989 viel de Berlijnse Muur als gevolg van onder andere grote demonstraties in Oost-Duitsland. Massaal trok het Oost-Berlijnse volk over de grens om de vrijheid te ervaren. Met de val van de Muur ging tevens het IJzeren Gordijn open en kwam er een einde aan de Koude Oorlog.
van niemand en tegelijk van iedereen samen. Juist dát geeft naar mijn idee de identiteit van de open plekken in Berlijn het beste weer.
“
Al fietsend over de Berliner Mauerweg lijm je de stad en de wereld aan elkaar
”
De open plek waarmee ik dit artikel opende, de Berliner Mauerweg waarmee ik het vervolgde en het Mauerpark waarmee ik eindigde staan alle symbool voor de vrijheid die de val van de Muur teweeg heeft gebracht. In vrijheid door Berlijn fietsen is misschien wel in het klein wat een wereldreis in het groot is. De grens tussen het Oost- en West-Berlijn staat symbool voor de grens tussen Oost- en West-Duitsland, tussen Oost- en WestEuropa en misschien wel tussen Oost- en West-Wereld (en daarmee bedoel ik de wereld van Amerika tot aan Rusland). Sinds de val van de Muur is er iets in die wereld gaan schuiven. Een globaliserende maalstroom van verbindingen vindt plaats over de hele wereld. Al fietsend over de Berliner Mauerweg lijm je de stad en de wereld aan elkaar. En als je dan die euforische open plek bereikt, dan besef je dat in de kolkende wereld waar treinen razen, fietsers suizen en S-Bahnen knarsen het scharnierpunt steeds Berlijn is.
figuur 2: Het Mauerpark met in het midden de Berliner Mauerweg.
eerstejaarseditie · 13
eerstejaarseditie
Uit: Openbaar Vervoer december 2009
- door Wietske Wilts -
Over het wel en wee in de servicebus Als ik slim ben en de juiste trein uit Groningen neem, staat de felgekleurde servicebus me al op te wachten bij station Hoogezand-Sappemeer, om me naar de plek van bestemming te brengen. En om me de ‘achterbuurten’ van Sappemeer te laten zien. Hoewel lopen sneller is (de route is nogal lusvormig), val ik toch iedere keer weer voor de charme van deze servicebus waarmee de crème de la crème van de lokale bevolking zich door het dorp beweegt… De servicebus is een initiatief van het OV-bureau GroningenDrenthe. Er wordt samengewerkt met de gemeenten (Assen, Delfzijl, De Wolden, Hoogezand-Sappemeer en Veendam) waar de bussen ingezet worden. Het doel is om minder mobiele mensen de mogelijkheid te bieden vanuit hun woonwijk naar de belangrijkste voorzieningen te reizen. Zo verbindt de servicebus in Hoogezand-Sappemeer twee stations en diverse winkelgebieden met woonwijken. De route is bepaald in overleg met een klantenpanel, dat sinds de komst van de bus vier keer per jaar bij elkaar komt om de route en de gang van zaken te evalueren en waar nodig aan te passen. De haltes in de woonwijken bevinden zich veelal bij de uitgang van een seniorenflat. Er kan met een euro(kaartje) of met een strippenkaart betaald worden en Wmopashouders (een Wmo-pas is een vervoerspas die iemand krijgt op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning) kunnen gratis mee. De bus rijdt eens per uur en er wordt per dag ongeveer zestig keer gebruik gemaakt van het vervoermiddel. De komst van de servicebus biedt ook een nieuwe baan aan enkele lokale werkloze chauffeurs en draagt op die manier bij aan de lokale werkgelegenheid. Terug naar het station waar ik zojuist uit de trein ben gestapt. De servicebuschauffeur zit al klaar voor vertrek. De chauffeur die, zoals de website van het OV-bureau Groningen-Drenthe belooft, de mindervalide passagiers “graag een handje helpt bij het instappen”. Bij deze chauffeur zit dat er helaas niet in, hij heeft
zelf namelijk al de grootste moeite om zijn bestuurdersstoel te bestijgen (wellicht speelt zijn niet-geringe omvang hier een rol bij). Gelukkig kan ík zelf instappen. Ik ben de enige passagier. Als we de hoofdstraat opdraaien begint een heuse ‘sightseeingtour’. Aan weerszijden doemen winkels en andere voorzieningen op. Jammer genoeg worden de bezienswaardigheden niet omgeroepen, die denk ik er daarom zelf bij. Irma Adema Textiel, een leegstaande bouwval met opdruk ‘Sappemeer’, de studio van Radio Compagnie en drie supermarkten waarvan één nog in aanbouw. Genoeg te zien dus. Ook wanneer we wat dieper in de bloemenbuurt verstrikt raken, deze jaren vijftigwijk is momenteel aan een ingrijpende herstructurering onderhevig. We luisteren Radio Noord. Willekeurig wordt de muziek harder en zachter gezet. Na een spannende omzwerving levert de chauffeur me af op de plaats van bestemming. Een ander tripje met dit fascinerende vervoermiddel laat ik beginnen bij het winkelcentrum. De reis die ik maak wordt gekenmerkt door een gelijkmatige verdeling van passagiers bij de haltes. Met als gevolg dat de zalige rit nóg langer duurt. Met een vrolijk ‘goedemiddag’ stap ik in. Passagiersaantal: drie oma’s en een kleinkind. Bij de volgende halte wacht een breed uitgevallen (jonge)dame met rollator. Ik help haar instappen. Uit een mand op de rollator steken drie pakken hopjesvla. Door de amicale omgang met de chauffeur wekt ze de indruk vaste klant in deze bus te zijn. Om de hoek is weer een halte met weer een rollator met een wachtende oude vrouw. Zij krijgt haar rollator zelf in de bus. Ik verlaat mijn klapstoeltje voorin om haar een rollatorstandplaats te bieden. Het traject dat we berijden wordt gekenmerkt door straffe hobbels. De wankele vrouwen veren op en neer op hun rollators. Balend dat ik dit prachtige gezelschap moet verlaten, maar voldaan door alweer een mooie rit stap ik uit bij de volgende halte.
Rondje stad: Paramaribo Laten we ons eens voorstellen dat we gisteravond op vliegveld Zanderij (tegenwoordig J.A. Pengel International geheten) zijn aangekomen. Vandaag staan we, nog niet bekomen van de vlucht en over de vochtige hitte nog niet te spreken, op om Paramaribo te verkennen. Wat doe je dan? Je loopt naar, of laat je door de taxi afzetten bij, Fort Zeelandia.
Fort Zeelandia (figuur 1)
Figuur 1: Fort Zeelandia Dit fort is in de zeventiende eeuw ontstaan. Het is, voor ons getrainde Nederlandse oog, duidelijk een Nederlands fort. Het is relatief klein, van baksteen en er staat een standbeeld van koningin Wilhelmina voor de deur, naast een rode postbus met het wapen van Nederland erop. Het fortje is sinds 1712, toen het grotere fort Nieuw-Amsterdam de defensieve rol van Zeelandia overnam in gebruik geweest als kazerne, in 1872 werd het een gevangenis. In de nacht van 8 op 9 december 1982 vonden er de beruchte ‘Decembermoorden’ plaats. Tegenwoordig is in het fort een museum gevestigd dat de geschiedenis van Suriname laat zien. Ook komen de verschillende bevolkingsgroepen aan bod en de kogelgaten van de Decembermoorden zijn nog steeds te bezichtigen.
Onafhankelijkheidsplein (figuur 2)
Van Fort Zeelandia lopen we in vijf minuten richting het Onafhankelijkheids‘plein’ dit plein is eigenlijk een groot grasveld waaraan onder andere de Nationale Assemblee (het Surinaamse parlement, figuur 3), het Ministerie van Financiën en het Presidentieel Paleis te vinden zijn. Je ziet in Paramaribo geen man een hond uit laten, deze beesten zijn Figuur 2: Onafhankelijkheidsplein immers waakhonden en zijn geen huisdier, je ziet daarentegen veel mannen hun vogeltje uitlaten. Met een kooitje in de hand lopen de heren een blokje om met hun huisdiertje. Op het onafhankelijkheidsplein vinden elke zondagochtend zangwedstrijden tussen deze vogeltjes plaats. Eén-tegen-één moeten ze zo veel mogelijk melodietjes fluiten, deze worden afgestreept op een krijtbordje. Goede vogeltjes kunnen al heel gauw veel geld opbrengen. Het is erg mooi om deze nationale passie mee te maken, ook al moet je er op zondag vroeg voor uit bed.
Ministerie van Financiën (gebouw op figuur 2)
Dit prachtige voorbeeld van 19e eeuwse Nederlandse architectuur was ooit bedoelt als stadhuis, maar heeft sinds de voltooiing in 1841 altijd met de financiële administratie van het land te maken gehad. Voor het gebouw staat het standbeeld van Johan Adolf ‘Jopie’ Pengel, deze politicus van de jaren zestig zou elk jaar uit Den Haag terugkomen met een cheque in de handen: ‘Ik heb het geld weer gekregen.’
Presidentieel Paleis (figuur 4)
Het Paleis is de voormalige woning van de gouverneur van Suriname. Ook weer een koloniaal gebouw zoals er zoveel zijn in de omgeving van het Onafhankelijkheidsplein. Het gebouw is ter gelegenheid van de twintigjarige onafhankelijkheid van Suri-
Al met al is de servicebus een groot succes. Binnenkort worden zelfs enkele drempels aangepast zodat het reizen comfortabeler wordt, aldus een bericht in de Regiokrant. Dat is een goed teken. Opdat de servicebus nog lang mag rijden. Voor de oudjes om hun boodschappen te doen, voor mij om nog een paar gezellige, lokale reisjes te maken! Bronnen: - www.arriva.nl - www.ovbgd.nl - www.hoogezand-sappemeer.nl
Figuur 3: de Nationale Assemblee
14 · girugten september 2010
Figuur 4: Presidentieel Paleis
eerstejaarseditie · 15
- door Bart Booij -
Sightseeing Hoogezand-Sappemeer
Uit: Suriname oktober 2009
eerstejaarseditie Figuur 9: Nederlandse Ambassade
Figuur 5: Centrale Markt name op kosten van Nederland gerenoveerd en doet nu dienst als Paleis van de President. De president, R.R. Venetiaan op dit moment, woont er dan wel niet, maar hij ontvangt er onder andere zijn buitenlandse gasten.
Centrale Markt (figuur 5)
Via de Waterkant (een straat langs… je raadt het al, de oever van de Surinamerivier) lopen we naar de Centrale Markt. In dit gebouwtje bieden verschillende kooplieden hun waren aan. Er zijn stukken markt voor groenten en fruit, voor vlees en voor vis. Alles natuurlijk dagvers: mango’s, bananen, ananas en alle andere fruitsoorten die je in een land dat voor 90% uit jungle bestaat mag verwachten.
De Brug (figuur 6)
Vanaf de Waterkant heb je een prachtig uitzicht over de rivier. Ook kan je het hoogste punt van Paramaribo zien: de J.A. Wijdenboschbrug over de Surinamerivier. Deze brug is zo hoog, omdat grote schepen ‘s lands belangrijkste exportproduct (bauxiet, grondstof voor aluminium) verder landinwaarts op moeten halen.)
Domineestraat (figuur 7)
Vanaf de markt lopen we in noordelijke richting, over de Jodenbreestraat naar de Domineestraat. De Domineestraat is zo ongeveer de Heerenstraat van Paramaribo. In deze straat zijn allerlei geïmporteerde goederen te vinden. Van goedkope kleding tot namaakzonnebrillen en gekopieerde Cd’s en Dvd’s van Surinaamse artiesten en anderen (het lijkt erop dat geen platenmaatschappij ‘echte’ Cd’s drukt). Als je het binnenland van Suriname wilt ontdekken moet je in deze straat zijn, er zijn veel reisbureaus te vinden die je graag meenemen naar de jungle en graag je Nederlandse euro’s aannemen. Van bijzondere gebouwen en bijzondere architectuur is in deze straat echter geen sprake.
Figuur 6: J.A. Wijdenboschbrug
16 · girugten september 2010
Figuur 10: ‘Dag der Inheemsen’ (nationale feestdag) in de Palmentuin
Figuur 7: Domineestraat
Hoogduitse Synagoge en Grote Moskee
Na het bezoek aan de Domineestraat keren we terug naar de Jodenbreestraat, om die helemaal in noordelijke richting uit te lopen. Dan komen we aan bij een Hoogduitse synagoge, gebroederlijk naast de Grote Moskee van de Surinaams-Islamitische Vereniging. Dit bijzondere aangezicht is typisch Surinaams: het bestaan van verschillende culturen naast elkaar zonder grote conflicten (zie ook de masterthesis van Mariët Veen in deze uitgave van Girugten).
Hervormde Kerk
We keren hier naar rechts om zo de over Keizerstraat richting de rivier te lopen. We laten het straatje met de naam ‘Knuffelsgracht’ rechts liggen en slaan links af de Korte Kerkstraat in. In het midden van deze straat vinden we een prachtig klein kerkje zonder toren. De vloer van deze kerk is gemaakt van grafstenen van het voormalige kerkhof. Eén van de stenen is de grafsteen van Suzanna Duplessis, zij stond in de 18e eeuw bekend om haar brute omgang met slaven. Toen de bliksem op het oude kerkhof insloeg, werd slechts één steen geraakt, de hare.
Nederlandse Ambasade (figuur 9)
Vanaf de kathedraal kunnen we een ommetje via de Nederlandse Ambassade nemen, dit postmodernistische gebouw is een van de modernste gebouwen van Paramaribo, een mooi visitekaartje voor Nederland dus. Om weer bij het Onafhankelijkheidsplein te komen lopen we langs de Palmentuin. Deze tuin bevindt zich achter het Paleis en pas een paar jaar opengesteld voor het publiek. Er worden nu veel feesten georganiseerd (zie figuur X), maar het is ’s avonds een onveilige plek om te zijn. En we zijn weer terug op het Onafhankelijkheidsplein. Hopelijk heeft deze rondleiding in Paramaribo je er enigszins toe bewogen het prachtige land Suriname eens te bezoeken. Natuurlijk heeft Suriname veel en veel meer te bieden, het land bestaat immers voor 75% uit ongerepte natuur. Bronnen: - Dalhuisen, L. (red) (2007) De geschiedenis van Suriname. Walburg Pers, Zutphen. - Bodegraven, J. van (2008) Suriname. Uitgeverij J.H. Gottmer/ H.J.W. Brecht, Haarlem.
Figuur 11: J.A. Pengel kijkt uit over het Onafhankelijkheidsplein.
Petrus-en-Pauluskathedraal (figuur 8)
We vervolgen onze weg door de Heerenstraat te kruisen en de Noorderkerkstraat in te lopen, aan het einde van deze straat zien we het grootste houten gebouw van ZuidAmerika staan: de Petrusen-Pauluskathedraal. Deze 44 meter hoge kathedraal werd tussen 1883 en 1901 gebouwd. Het gebouw werd over de kerk die er al stond heen gebouwd. De onderste Figuur 8: deed dan dienst als steun tijPetrus-en-Pauluskathedraal dens de werkzaamheden.
Figuur 12: Het rondje Paramaribo
eerstejaarseditie · 17
bouwput
- door Robin Groenewold & Floris van der Lingen -
eerstejaarseditie La Liberté, Zernikecomplex, Groninger Forum, Wielewaaltoren, Europapark
schikken over gebouwen die voldoen aan de eisen van deze tijd. Hiermee kan de RUG de concurrentie met andere universiteiten blijven aangaan. En alsof dat nog niet genoeg zal ook het Zernike Science Park, een bedrijventerrein voor bedrijven die zich bezighouden met wetenschappelijk onderzoek, gaan uitbreiden op het Zernikecomplex.
ningen de laatste jaren heeft gehad. Deze toren zal een nieuwe landmark worden voor de Oosterparkwijk. De toren is extra interessant voor studenten omdat de 151 appartementen volledig bedoeld zijn voor deze doelgroep en starters.
Europapark
Groninger Forum
Groen, prestigeprojecten en sociale woningbouw, Groningen heeft het! Als geograaf of planoloog in opleiding is het altijd leuk om te weten wat er aan nieuwbouwprojecten in onze eigen achtertuin – Groningen – plaatsvinden. Daarom deze keer een korte rondleiding langs de meest besproken locaties in de stad die momenteel zijn veranderd in een bouwput of inmiddels eruit aan het herrijzen zijn.
La Liberté
Momenteel wordt er hard gewerkt aan het bouwen van een nieuwe woontoren tegenover het alom bekende Gasuniegebouw – de apenrots – langs de snelweg richting Drachten. La Liberté zal 70 meter hoog worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Tasmantoren, die voor mensen met een hoog inkomen is gebouwd, zullen alle woningen vallen onder de sociale woningbouw. De futuristisch ogende blokkendoos is ontworpen door de welbekende Franse architect Dominique
Perrault, bekend van de Bibliothèque Nationale de France in Parijs. Naast het gebouw zelf zal om de toren heen een stadstuin aangelegd worden die de omgeving een groene en leefbare sfeer moet bieden, niet onverstandig gezien de locatie zo vlak naast de snelweg. Je begrijpt, het gebouw is een interessante toevoeging aan de skyline van Groningen, echter zal de locatie vast wel klachten gaan oproepen over geluidshinder van het voorbijgaande verkeer.
Zernikecomplex
Hoewel het geen bouwput meer is, verdient dit zeker nog wel een plekje in deze rubriek. Zoals ouderejaars uit eigen ervaring weten, heeft het Zernikecomplex de afgelopen jaren al grote veranderingen ondergaan. Recentelijk is de verbouwing van het hernoemde Duisenberggebouw (waar ook je hoorcolleges van Ruimtelijke Wetenschappen plaatsvinden) voltooid. Ook heeft onze eigen studievereniging een nieuw onderkomen gekregen binnen het gebouw. Daarnaast is afgelopen jaar de bibliotheek verhuisd naar de tweede verdieping die bij de start van je studie ook uitgerust zal zijn met extra ruimte voor boeken en zelfstudie. Aan de voorkant oogt het als een vrolijke rood/gele gevangenis. Naast deze verbouwing worden op het moment van schrijven ook twee nieuwe loopbruggen aangelegd die de afstand naar de bushaltes moeten verkleinen. Hopelijk rijden de bussen straks minder vaak voor je neus weg dan in het verleden het geval is geweest!
Hoewel de bouw nog moet beginnen, willen we jullie het laatste nieuws over het Groninger Forum natuurlijk niet onthouden. Vooral voor de nu startende planologen onder jullie zal dit project zeker interessant worden en hopelijk kunnen jullie het straks letterlijk vanuit de grond zien verrijzen vlak achter de Grote Markt. Voor degenen die niet bekend zijn met dit prestigeproject, even een beknopte samenvatting; het Groninger Forum is bedoeld als cultureel centrum en toekomstige toeristentrekker van een formaat vergelijkbaar met dat van het Groninger Museum. Naast het te bouwen forum zal er een nieuw stadsplein gebouwd worden; de Nieuwe Markt. Om dit nieuwe stadsplein te kunnen realiseren moet de oostwand van de Grote Markt verplaatst worden ,waardoor de Grote Markt weer de oppervlakte krijgt die het had voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Voor de leden van studentenverenging Vindicat komt dit project heel dichtbij, de sociëteit zal namelijk verhuizen naar een locatie vlak naast de Martinitoren waarna hun oude paleisje wordt platgewalst voor dit ambitieuze project. De sloop van de oostwand staat gepland voor 2011, de complete oplevering wordt echter nog niet aangegeven met een definitieve datum. Niet vreemd, gezien de vertragingen waarmee dit soort projecten vrijwel altijd geteisterd worden.
Tot slot werpen we nog even een blik op het Europapark. Dit gebied bestaat uit een woonwijk genaamd De Linie, die bijna voltooid is en vooral bestaat uit postmoderne laagbouw gericht op starters. Het zijn echter de twee witte krijtblokken bij het stadion van FC Groningen die onmiddellijk de aandacht trekken. Hier blijft het echter bij lange na niet bij. Eigenlijk is het gehele gebied nog volledig in aanbouw, met 2017 als opleveringsjaar. In 2011 zal een begin worden gemaakt met het bouwen van het definitieve treinstation Europapark, dat ook voorzien zal worden van twee fietsertunnels. Eén daarvan is dit jaar geopend als verbinding met de wijk Oosterpoort en een andere tunnel zal in 2012 ontsluiting bieden naar Helpman, aan de andere kant van het spoor. Daarnaast zullen er volgend jaar verschillende kantoorpanden verrijzen voor zowel het bedrijfsleven als de gemeente. Verder zal er langs het spoor aan de kant van Helpman ook een extra park verrijzen dat de grens tussen beide stadsdelen moet verminderen en de mogelijkheid tot recreatie vergroot. Zo klinkt het als een grote dynamische wijk, helaas is daar momenteel nog weinig sprake van. Wanneer je nu Europapark binnenfietst zit je al snel in de open vlakte en geeft het allemaal nog een verlaten gevoel. Eén ding is zeker: er valt voorlopig meer dan genoeg te bekijken in Groningen voor ons geografen en planologen.
Wielewaaltoren Een paar honderd meter verderop is inmiddels het nieuwe gebouw van Levenswetenschappen verrezen. Dit gebouw is een van de gebouwen op Zernike dat overduidelijk duurzaamheid als uitgangspunt heeft voor het ontwerp. Hiermee is het Zernikecomplex echter nog lang niet voltooid. De komende jaren zal het gebouw, dat direct te vinden is aan de rechterkant wanneer je onder het viaduct door fietst, verbouwd gaan worden. Zo zal ook de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen blijven be-
18 · girugten september 2010
Ondanks de economische crisis is er nu een begin gemaakt aan de Wielewaaltoren. Het slechte nieuws is dat deze toren wellicht door de crisis voorlopig de hekkensluiter is van de bloeiperiode van hoogbouw die Gro-
eerstejaarseditie · 19
- door Claire Vernède -
eerstejaarseditie De UB
De zes jaar die ik als student heb doorgebracht, had ik niet kunnen voltooien zonder een uniek gebouw. Een vrij lelijk, maar wel functioneel gebouw met vier verdiepingen, waarbij de ogen enkel op zijn overbuurman (het Academiegebouw) gericht zijn: de UB. De veelgenoemde afkorting van ‘Universiteitsbibliotheek’ waar menig student vele uren spendeert om tentamens te leren, papers te schrijven en de puntjes op de i te zetten van zijn of haar scriptie. Wanneer je nog niet bekend met dit gebouw bent, zal ik je meenemen naar alle noemenswaardigheden, feitjes en geheimen rondom de UB, waarbij ik waarschijnlijk nog de helft vergeet te vertellen. Om te beginnen de binnenkomst. Wanneer je je fiets netjes in een fietsenrek hebt geparkeerd voor het Academiegebouw, loop je richting de UB. Door een (vrij smalle) draaideur kom je het gebouw binnen. Vervolgens loop je langs de portiers naar de kluisjes. Het meenemen van je jas of tas is namelijk niet toegestaan. Vroeger haalde je je boeken, een blocnote en een pen uit je tas en stopte je de rest van je spullen in een kluisje. Het kon dus voorkomen dat je met ongeveer tien boeken op je armen vervaarlijk naar boven liep in de hoop dat je niks zou laten vallen. Gelukkig hebben ze later de mandjes ingevoerd. Denk hierbij aan de supermarkt, waarbij je een mandje pakt om je boodschappen in te gooien. In de UB zijn deze donkergroene mandjes bedoeld voor je boeken, laptop en wat je nog maar meer mee wilt nemen naar boven, behalve je jas en je tas dus. Altijd aan het eind van de dag waren deze mandjes niet meer netjes opgestapeld in rijen langs de kluisjes, maar stonden zij kriskras door elkaar en moest je ze als ware obstakels zien te omzeilen. Totdat in de lente van 2010 het volgende systeem werd bedacht: elk kluisje heeft zijn eigen mandje met een rode sticker op de voorkant en het bijbehorende kluisnummer erop. Op deze manier heb je ten eerste geen last meer van rondslingerende mandjes en ten tweede hoef je nooit meer je kluisnummer te vergeten (tenzij je je mandje onverhoopt kwijtraakt)! Mocht je je kluisnummer toch vergeten, dan moet je naar de receptie toe, die een speciale sleutel heeft om alle kluisjes open te maken. Echter moet je eerst een zeer uitgebreide beschrijving geven van je jas, tas en andere spullen die in je kluisje liggen. Dit om diefstal te verkomen.
20 · girugten september 2010
Goed, eindelijk heb je je mandje volgestouwd met spullen die je wilt meenemen voor een lange dag studeren en dan komt het tweede spektakel in de UB: het zoeken van een goede werkplek. Bij de trap van de begane grond hangt een groot tv-scherm met een plattegrond van de computers op de eerste en tweede verdieping. Wanneer de computers vrij zijn, worden deze met een groene kleur aangegeven, wanneer ze bezet zijn is de kleur van de computers rood. Vooral in tentamentijd is het zoeken van een computer een echte uitdaging. De UB gaat doordeweeks om half negen ‘s ochtends open en als je pas om half tien komt aankakken, zijn de meeste computers al vergeven. De beste computers bevinden zich op de tweede verdieping aan de raamkant. Dit vanwege de goede lichtinval. Op de eerste verdieping is er beduidend minder licht en een hele dag in tl-licht werken achter de computer is niet heel bevorderlijk voor jezelf en je eventuele studieresultaten. Zelf heb ik sinds enige maanden nog een andere heel lichtvolle én rustige plek gevonden: de computerlokalen op de eerste verdieping. Deze kunnen echter gereserveerd zijn voor colleges of door andere studenten (dus mocht je, vooral in tentamentijd, echt een computer nodig hebben, reserveren die handel!). De computers in deze lokalen zijn wel iets langzamer in het opstarten dan andere computers, maar hebben wel een eigen koptelefoon om ter ontspanning muziekjes te luisteren. Ook is er een RSI-programma geïnstalleerd waardoor je na twee uur typen een verzoek krijgt om door te gaan of niet. En anders sluit de computer automatisch af. Wanneer je meer dan een half uur weg bent geweest logt de computer ook uit, net zoals bij alle computers in de UB. Ik kan mij nog herinneren dat sommige studenten de hele middag gingen pauzeren en een schrift of boek op het toetsenbord hadden gelegd, zodat de computer toch bleef werken. Met dit systeem is daar een einde aan gekomen en is de kans dat wanneer je net iets meer dan een half uur weg bent geweest om pauze te houden, iemand anders achter jouw computer zit. Wel zo rechtvaardig! Het is handiger als je je laptop meeneemt. Beneden bij de receptie kun je een code vragen, waardoor je in het hele gebouw wireless kunt internetten. Op elke verdieping zijn speciale laptopplekken gemaakt met extra stopcontacten. Ook bestaan er speciale laptopkluisjes, zodat je, wanneer je even pauze gaat houden, niet je laptop hoeft mee te slepen naar de kantine. Als je wilt leren en je hebt geen computer nodig, zijn er volop werkplekken, over het gehele gebouw verspreid. Als echte geograaf zat ik altijd op de derde verdieping, in de buurt van de boeken van sociale geografie. Mijn uitzicht echter bestond altijd uit de rode kaften van Norusis, beter bekend als de SPSS-statistiekboeken. Altijd dacht ik ‘hoe groot is de kans dat ik hier de komende maanden/jaren nog zit’. Ik zat weliswaar op de derde verdieping, op de ‘geografenafdeling’ , maar in de wandelgangen staat de derde verdieping beter bekend als de ‘Albertusafdeling’. Als echte Vindi zou ik eigenlijk op de tweede moeten zitten, aangezien de ongeschreven regels zeggen dat dit de Vindicatafdeling is. Maar ik vond de derde wel prettig, omdat je hier juist niemand kent en echt kan leren in plaats van paraderen op de gang en heel belangrijk doen. Ondanks de bordjes ‘Híer praten stoort ons!’,
‘Híer graag stilte’ of ‘Graag doorlopen’ wordt er namelijk heel wat afgebeld en gesocialized op de gangen. In de UB is het dan ook voor een groot deel zien en gezien worden. Verder kent de derde verdieping ook het Aquarium. Als je binnenkomt op de derde en vervolgens naar rechts gaat en weer naar rechts kom je in een aparte zaal omringd door ramen. Ik denk dat hier de term ‘aquarium’ vandaan komt. In het Aquarium zitten echter vooral veel mensen van Aegir. Aquarium, water, roeien, de link is snel gelegd. Kom je nog een verdieping hoger, dan bevind je je op de vierde. Hier zitten veel Dizkartianen of studenten die écht hard moeten blokken en geen tijd meer hebben om te zien en gezien te worden. Een nadeel van deze verdieping is dat het zomers onder de schuine daken bloedheet wordt. Ondanks deze verschillende verdiepingen met verschillende studenten afkomstig van bepaalde verenigingen, ben ik er door de jaren heen achter gekomen dat elke verdieping schilderijen kent met een letter van het alfabet erop. Deze beginnen onderaan met de letter A en eindigen op de vierde verdieping met de letter Z (hoe verrassend!). Zo kent de tweede verdieping bij de ‘relaxte’ computers aan de raamkant een schilderij met in het wit erop de letter I erop. Deze is echter nauwelijks zichtbaar door het witte doek. De derde verdieping waar ik altijd hard zat te leren bood mij uitzicht op de letter R. Naar mijn idee kennen weinig studenten dit lettersysteem. In plaats van te zeggen ‘ik zit op de derde en dan tussen de boekenkast door bij de lange tafels aan het raam’ zou je dus gewoon kunnen zeggen ‘ik zit bij de letter R’. Naast deze openbare ruimtes kun je ook een studiehok (maximaal een week van tevoren) reserveren. Vervolgens haal je de sleutel op bij de portiers beneden in ruil voor je studentenkaart (deze krijg je later terug). In het studiehok is aan de muur een lange tafel vastgemaakt en er staan twee stoelen. Hier kun je in alle rust leren of met z’n tweeën de stof nog eens goed doornemen zonder anderen lastig te vallen door je gepraat. Na zo anderhalf uur hard leren ben je wel toe aan pauze. Je gaat dus naar boven, naar de kantine. Vroeger kende de kantine lelijke stoeltjes, aftandse tafels en een veel te groot rokershok. Nu rook ik niet, maar heb ik één keer de fout gemaakt om me vijf minuten in dat hok te begeven. De hele dag heb ik zo’n vieze rooklucht om mij heen gehad. Sinds de verbouwing van 2007 is dit rookhok verdwenen en kan er alleen nog gerookt worden op het dakterras. Verder zijn er overal witte tafels en stoelen en barkrukken aan hoge tafels neergezet. Ook kent de kantine aan de zijkant paarse banken en is er veel gebruik gemaakt van houttinten. Het voelt nu echt aan als een plek om even tot rust te komen, gezellig pauze te houden met vrienden of even de UK of SK te lezen. Zomers is het heerlijk vertoeven op het dakterras, hoewel sommige studenten hier zo rood als een kreeft weer vandaan komen. Insmeren dus! Verder kun je in de kantine ook pinnen, dus mocht je geen veertig cent bij je hebben voor de koffie, kun je toch gewoon afrekenen. Ideaal! Vaak vul ik nog even m’n flesje aan met water bij de wc’s. Op de derde verdieping heb ik gemerkt dat het water het koudst is. Over de wc’s gesproken, ik ben erachter gekomen dat op elke verdieping wel op minstens één deur van het damestoilet ‘I love Niels Bakker’ staat gekrast. Nu ken ik deze beste man en wanneer ik aan zijn donkere lokken en reebruine ogen denk, ben ik
het hier zeker wel mee eens! Overigens weet ik uit betrouwbare bron dat bij de mannen wc’bs vooral vrouwennamen staan. Verder schijnen (heb ik via via via gehoord) vooral de gehandicaptenwc’s ook voor andere doeleinden gebruikt te worden. Maar let op: na vijftien minuten gaan deze wc’s automatisch open… Gelukkig worden de waterclosets grondig schoongemaakt en hangen de schoonmakers dan ook een bordje op de deur dat ze aan het schoonmaken zijn. Je kan trouwens de wc’s niet eens bereiken als ze aan het schoonmaken zijn, want ze stallen hun schoonmaakwagen pal voor de ingang. Goed, genoeg gekkigheid op de welbekende stok. In de UB kun je natuurlijk ook boeken lenen. Het heet tenslotte niet voor niets universiteitsbibliotheek. Doordeweeks kun je via de catalogus van de RUG of op speciale computers die op elke verdieping staan, boeken reserveren. Als je dit voor vijf uur ‘s middags doet, kun je deze boeken (vaak nog) tot half zes dezelfde dag ophalen. Op zaterdag is de uitleenbalie open tot half één en hier geldt dat je tot twaalf uur boeken kunt reserveren en deze tot half één kunt ophalen. Naast de uitleenbalie bestaat ook speciale uitleenautomaten waarbij je zelf de boeken kunt lenen. Ook wanneer je boeken gereserveerd hebt terwijl ze nog uitgeleend zijn, kun je de boeken ophalen in de UB (als ze hier ook behoren te liggen). Thuis krijg je automatisch op een wit velletje of per e-mail bericht dat het betreffende boek is af te halen. Ook wanneer de boeken weer ingeleverd moeten worden, krijg je hier bericht van. Je hoeft overigens de boeken niet per se in de UB in te leveren. Dit mag ook in andere bibliotheken van de RUG. Normaal gesproken is het maximum aantal boeken dat je mag lenen 30, maar wanneer je bijvoorbeeld bezig bent met je scriptie wordt dit aantal verhoogd naar 50. Let wel op dat je je boeken op tijd verlengt of inlevert, want een boete bestaat eerst uit vijftig cent, maar dit loopt snel op. Wanneer je vijftig boeken te laat hebt ingeleverd kost dit je tenminste 25 euro. Zonde van je geld. De UB is overigens elke werkdag open vanaf half negen ‘s ochtends tot tien uur ‘s avonds. In het weekend vanaf tien uur ‘s ochtends tot vijf uur ‘s middags, behalve in tentamenperiodes. Dan hangen grote spandoeken in de gang bij binnenkomst, die melden dat de UB in het weekend geopend is van tien uur ’s ochtends tot tien uur ‘s avonds. Na een dag hard ploeteren hoor je altijd tien minuten voordat de UB sluit het volgende door de speakers: ‘Over tien minuten gaat de UB haar poorten sluiten. Houd hier alstublieft rekening mee’. Voordat deze boodschap echter medegedeeld wordt, is eerst de bekende mededelingentoon te horen. Helaas kan ik deze toon niet goed beschrijven, behalve dat deze voor de rest van de dag door je hoofd blijft galmen… Tot slot wil ik nog een kleine anekdote kwijt. Op een dag heb ik een heuse brandoefening meegemaakt. Via de speakers werd vermeld dat je je spullen achter moest laten en dat je je zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde nooduitgang moest begeven. Op deze manier kom je op plaatsen waar je in je eerdere UBjaren nog nooit was geweest. Binnen een kwartier stond de hele massa buiten. Deze brandoefening gaf toch zeker wel een gouden randje aan mijn UB-carrière!
eerstejaarseditie · 21
eerstejaarseditie docentenoverzicht De docenten van onze faculteit; een aantal zul je er vast al zijn tegen gekomen tijdens de introductiedagen, tijdens het college, of op het Zerniketerrein. Is een docent een rasechte Groninger en is hij al jaren aan de faculteit verbonden, of is een docent pas net nieuw in de stad, het Noorden, of in het vak
, op deze pagina’s worden alle docenten die colleges geven in het eerste jaar aan je voorgesteld. Je vindt hier de belangrijkste informatie over hun vakken, functies, projecten en onderzoeken, maar ook over hun (vroegere) carrière en hun afkomst. Doe er je voordeel mee, en verwerk (stiekem) deze persoonlijke informatie in één van je werkstukken. Wie weet maak je dan een goede beurt, want het zal een beetje geograaf niet koud laten als hij zijn geboorteplaats of iets dergelijks voorbij ziet komen. Dr. J.R. Beaumont Vak(ken): Ruimtelijke planning: the urban challenge (SGP & TP, 1b. Justin Beaumont (1973) was born in Welwyn Garden City, in the United Kingdom. He is currently Assistant Professor in the Planning Department of our faculty. From November 2009 he will give the new first year course, Ruimtelijke Planning: the urban challenge that introduces a range of urban topcis via a variety of media. His has expertise in the following topics: urban geographies; urban governance and politics; socio-spatial (in)justice in cities; postsecular cities/ urbanism; and faith-based organizations in Europe. He is currently developing new research on; (1) cities with success in Europe; and (2) postsecular spaces in the city in the UK and The Netherlands. Dr. A.E. Brouwer Vak(ken): Economische geografie 1 (SGP & TP, 1a). Aleid Brouwer is universitair docent bij de basiseenheid Economische Geografie. Zij zal in het eerste jaar Economische Geografie: Grote theorieën en actuele thema’s verzorgen, samen met dhr. Sijtsma. Daarnaast is zij in het eerste jaar betrokken bij Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek. in latere jaren kun je haar krijgen voor . Economische Geografie: Ruimtelijke Innovatie en Evolutie en Demografie van Bedrijven. Natuurlijk kun je ook bij haar afstuderen voor je Bachelor- of Masterthesis. Het onderzoek van Brouwer richt zich onder andere op FDI (Foreign Direct Investment), internationale (re)locatie, bedrijfsheterogeniteit en gedragseconomie. Brouwer is in 2005 gepromoveerd in de Ruimtelijke Wetenschappen op een bedrijfsdemografische onderwerp en aansluitend werkte zij als universitair docent bij de vakgroep International Economics & Business, ook bij de RuG. In haar vrije tijd bemoeit zij zich met provinciale politiek en wijkontwikkeling. Drs. M. de Bakker Vak(ken): Ruimtelijke informatiekunde: data en cartografie (SGP & en TP, 2a). Marien de Bakker werd in 1958 geboren in Wageningen. Na zijn studie fysische geografie aan de Vrije Universiteit Amsterdam heeft hij zich verdiept in het gebruik van geografische informatie systemen. Vooral de educatieve aspecten, toepassingen van de
22 · girugten september 2010
ruimtelijke informatiekunde (GIS en cartografie) en het management van geoinformatie hebben zijn interesse. Hij is de coördinator van het Centrum voor Ruimtelijke Informatiekunde CRIG van de faculteit. Henk Oosterhoff en Marien de Bakker verzorgen samen het eerstejaarsvak Ruimtelijke Informatiekunde: Data & Cartografie Drs. H.C. Diederiks Vak(ken): Algemene sociale geografie (SGP, 1a); Inleiding wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk presenteren (SGP & TP, 1b); Geografie en planologie van Nederland (SGP, 2b); Regio in kwestie: China (SGP, 2b). Chris Diederiks heeft na zijn middelbare school in Emmeloord net als jullie gekozen voor een studie aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Na zijn afstuderen (zijn scriptie ging over de effecten van de vergrijzing op de toeristische sector) heeft hij de Lerarenopleiding Aardrijkskunde gedaan. Vervolgens heeft hij een aantal jaren op verschillende middelbare scholen gewerkt totdat hij de kans kreeg om aan de slag te gaan als docent in de bacheloropleiding SG&P. Diederiks houdt erg van Groningen, en heeft dan ook al in veel delen van de stad gewoond. Zijn vrije tijd besteedt hij graag aan reizen en wielrennen. Veel SG&P’ers zullen al met hem te maken hebben gehad bij Algemene Sociale Geografie en tijdens de busrit naar Appelscha. Alle eerstejaars FRW zullen hem in het eerste jaar ook tegenkomen bij Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek. Daarnaast geeft hij het SG&P-vak Regio in kwestie: China. Dr. ir. T. van Dijk Vak(ken): Ruimtelijk ontwerpen: regionale strategieën (TP, 1a); Ruimtelijk ontwerpen: practicum (TP, 2b). Terry van Dijk (1975) verzorgt twee vakken (regionale strategieën en practicum; beide in je eerste jaar) in de nieuwe ontwerplijn van Technische Planologie. Hij heeft bij zijn aanstelling vorig jaar de bijzondere opdracht meegekregen om het belang van het ontwerp binnen de planologie te benadrukken in het onderwijs. Hij studeerde in Wageningen, promoveerde in Delft, deed een NWO-PostDoc onderzoek in Wageningen en is nu dus universitair docent bij ons. Heeft veel in het buitenland onderzoek gedaan, met name naar ingrepen in agrarische structuur en bescherming van open ruimte tussen grote steden - daarover heeft hij veel gepubliceerd. Van Dijk onderzoekt nu vooral de verleidingskracht van regionale ontwerpen: wat doet een ontwerp met mensen, hoe ze kijken naar hun regio, hoe beïnvloedt een ontwerp hun beslissingen? Prof. dr. J. van Dijk Vak(ken): Economie (SGP & TP, 2b). Jouke van Dijk (1956) is hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse en verschijnt om die reden vaak in het Dagblad van het Noorden. Hij is in 1981 afgestudeerd aan de economische faculteit en richtte zich in zijn proefschrift op ‘Migratie en Arbeidsmarkt’. Als onderzoeker houdt hij zich (volgens zijn website) bezig met ‘… arbeidsmarktvraagstukken als werkloosheid, werkgelegenheid, migratie en arbeidsmarktbeleid…’. In het eerste jaar
komen jullie hem samen met prof. dr. Strijker tegen bij economie. Dit vak is van belang om micro- en macro-economische processen op geografische vraagstukken te kunnen toepassen in de rest van de bachelor. Dr. P.D. Groote Vak(ken): Culturele geografie (SGP, 1a). Peter Groote werd in 1962 geboren in het Friese Oosterwolde, maar groeide op in Stadskanaal, in de Groninger veenkoloniën. Hij studeerde in 1988 aan onze eigen faculteit af in de regionale geografie op een afstudeeronderzoek naar de stedelijke planning in Lahore, Pakistan. Na zijn afstuderen verhuisde hij binnen het WSN-gebouw naar de Economische Faculteit, waar hij in 1995 zijn dissertatie over investeringen in infrastructuur in de negentiende eeuw verdedigde. Vanaf 1996 is hij weer terug op het oude nest, waar hij vooral cursussen culturele en politieke geografie verzorgt. Toch kruipt het bloed nog steeds waar het niet gaan kan, zodat hij nog steeds graag bijklust in de cultuurhistorie en de economische geschiedenis. In het eerste jaar heeft hij samen met prof. dr. Huigen het vak Culturele Geografie. Dr. T. Haartsen Vak(ken): Geografie en planologie van Nederland (SGP, 2b). Net als Chris Diederiks en Annemieke Logtmeijer is ook Tialda Haartsen geboren en getogen in de Noordoostpolder. Na haar studie Regionale Geografie (nu Culturele Geografie) aan onze Faculteit is zij, via wat omzwervingen richting onder andere het Arctisch gebied, als promovendus bij de FRW terecht gekomen. Haar promotieonderzoek ging over veranderingen in gebruik, eigendom en beelden van het platteland. Sinds eind 2002 werkt ze als universitair docent bij Culturele Geografie. In het eerste jaar verzorgt ze samen met Chris Diederiks en Annemieke Logtmeijer het vak Geografie en Planologie van Nederland, inclusief excursie. Onderdeel daarvan is natuurlijk een bezoek aan het wonderschone Flevoland! Prof. dr. P.P.P. Huigen Vak(ken): Culturele geografie (SGP, 1a). Paulus Petrus Philippus Huigen is hoogleraar Algemene Sociale Geografie, in het bijzonder de Regionale Geografie. Hij geeft jullie het vak Culturele Geografie, samen met dr. Groote. Huigen is geboren en getogen in het midden van het land, en behaalde in 1979 zijn doctoraalbul Sociale Geografie in Utrecht. Hier promoveerde hij in 1986 op onderzoek naar bereikbaarheid in Zuidwest Friesland. Hij werkte als docent aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen te Utrecht tot 1995. Toen nam hij het besluit om het in Groninger te proberen, aangezien Noord-Nederland al geruime tijd trok. De specialiteit van Huigen was plattelandsgeografie, inmiddels heeft hij zich op het terrein van de Culturele Geografie begeven. Prof. dr. I. Hutter Vak(ken): Population and development (SGP & TP, 1b). Inge Hutter werd in 1959 geboren in het Drentse Oosterhesselen. In 1988 studeerde ze af in Niet-westerse Demografie aan de RUG en in de Culturele Antropologie aan de Universiteit van Utrecht. Ze verrichtte veldwerk in Kameroen. Haar proefschrift verdedigde ze in 1994, met onderzoek naar de gezondheid van moeder en kind in India. Begin negentiger jaren verrichtte ze
daartoe veldwerk van twee jaar in Dharwad, een kleine stad in de staat Karnataka. Tijdens de daaropvolgende jaren was ze werkzaam als postdoc onderzoeker en universitair hoofddocent bij de Basiseenheid Demografie. India werd (en wordt) nog vele malen aangedaan: voor onderzoek, colleges en het vertalen van een onderzoek naar een voorlichtingscampagne. Naast India werden ook Bangladesh en Zuid-Afrika regelmatig bezocht. Deze internationale oriëntatie vindt zij terug bij de Basiseenheid Demografie, door de aanwezigheid van vele buitenlandse masterstudenten, promovendi en postdoc onderzoekers. In het eerste jaar verzorgt zij het vak Population and development samen met Marieke van der Pers. Prof. dr. ir. P. Ike Vak(ken): Ruimtelijk ontwerpen: bouwen (TP, 1b); Ruimtelijk ontwerpen: practicum (TP, 2b). Paul Ike werd in 1949 in Groningen geboren. Na het behalen van het HBS-B diploma aan het Heymans-lyceum in Groningen, ging hij Weg- en Waterbouwkunde studeren aan de HTS, eveneens in zijn geboortestad. Na zijn dienstplicht is hij naar Delft vertrokken om Civiele Techniek te gaan studeren aan de Technische Universiteit aldaar. Hij studeerde af in de richting Civiele Planologie, Verkeerskunde en Verkeersbouwkunde. Na zijn afstuderen heeft hij drie jaar als onderzoeker aan de Universiteit in Delft gewerkt. Vervolgens is hij als docent en onderzoeker bij de faculteit komen werken, aanvankelijk op het gebied van de milieuplanning. Later heeft hij zich meer gericht op de planning van infrastructuur en ontgrondingen. Hij promoveerde op het onderwerp ‘de planning van ontgrondingen’. Hij is thans bijzonder hoogleraar in de Technische Planologie. In het eerste jaar zullen jullie hem tegenkomen bij de TP-vakken Ruimtelijk Ontwerpen: Bouwen en het vak Ruimtelijk Ontwerpen: Practicum. Hij is de opleidingsdirecteur voor de bachelor SG&P en de bachelor TP en tevens secretaris van de examencommissie van de bachelor Technische Planologie. Dr. W.J. Meester Vak(ken): Statistiek 1 (SGP & TP, 2a). Wim Meester werd in 1953 in Heerenveen geboren en groeide op in Akkrum. Hij studeerde aan onze eigen faculteit, toen nog Geografisch Instituut geheten, en werkt er sinds 1983. Vanaf het begin heeft hij zich hier bezig gehouden met onderzoek, in het bijzonder naar imago’s van vestigingsplaatsen. Later is het onderwijs er als taak bijgekomen. Jullie zullen hem tegenkomen bij het vak Statistiek 1. Dr. L.B. Meijering Vak(ken): Inleiding wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk presenteren (SGP & TP, 1b). Louise Meijering studeerde regionale geografie aan de RUG. Na haar promotie heeft ze onder andere aan de Universiteit van Uppsala gewerkt. Binnen de bachelor geeft ze vooral vakken op het gebied van methodologie. Daarom zal ze in de propedeuse het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk presenteren verzorgen.
eerstejaarseditie · 23
eerstejaarseditie
Drs. H.A. Oosterhoff Vak(ken): Ruimtelijke informatiekunde: data en cartografie (SGP & TP, 2a). Henk Oosterhoff is al sinds jaar en dag de GIS-goeroe van de faculteit. Hij zal in de bachelor haarfijn kunnen uitleggen wat GIS is en wat je ermee kunt (een uitleg hier is dus overbodig). In het eerste jaar zal hij studenten enkele cartografische grondbeginselen en ‘do’s en don’ts’ op het gebied van kaartjes maken leren. M. van der Pers MSc Vak(ken): Population and development (SGP & TP, 1b). Marieke van der Pers studeerde in 2007 af aan onze faculteit. Zij heeft de Research Master Regional Studies gedaan waarbinnen zij zich gespecialiseerd heeft in de demografie. Haar scriptie schreef ze op het NIDI en ging over het gebruik van gezondheidsdiensten omtrent de zwangerschap en bevalling van zowel ontheemde als niet ontheemde vrouwen in Sri Lanka. Sinds januari 2008 is zij promovendus aan de afdeling demografie. Met haar promotieonderzoek wil zij inzicht krijgen in de functie van reproductief gedrag in het omgaan met het langdurig ontheemd zijn. Je komt Marieke van der Pers tegen bij het eerstejaarsvak Population and Development, dat zij samen met prof. dr. Hutter verzorgt. W. Rauws MSc Vak(ken): Ruimtelijk ontwerpen: regionale strategieën (TP, 1a); Ruimtelijk ontwerpen: practicum (TP, 2b). Ward Rauws, geboren in Lelystad, studeerde in 2009 af op een onderzoek naar de ontwikkeling van stad-land relaties in Montpellier, Frankrijk. Sindsdien is hij in dienst bij de faculteit als onderzoeker en docent bij de basiseenheid Planologie. Hij is betrokken bij onderzoeken naar peri-urbane gebieden, ruimtelijke conceptvorming en complexiteit & planning binnen Nederland en op Europees niveau. In het eerste studiejaar geeft hij college aan de TP-studenten. Hij is docent bij de vakken Ruimtelijk Ontwerpen: Regionale Strategieën (1a) en Ruimtelijk Ontwerpen: Practicum (2b). Daarnaast is hij medeoprichter van het Groninger Dispuut der Planologen Ekistics.
24 · girugten september 2010
Prof. dr. G. de Roo Vak(ken): Ruimtelijke planning: inleiding (TP, 1a). Gert de Roo (1963) is hooglerar in de planologie en hoofd van de Basiseenheid Planologie. Hij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van planologisch onderzoek en onderwijs aan de faculteit. Veel van zijn onderzoek is gericht op de gevolgen van decentralisatie-, integratie- en transitieprocessen. Een belangrijk deel van dat onderzoek betreft de ontwikkeling en de onderbouwing van beslissingsmodellen, die keuzes kunnen ondersteunen ten aanzien van ingrepen in de fysieke leefomgeving. Dr. F.J. Sijtsma Vak(ken): Economische geografie 1 (SGP & TP, 1a). Frans Sijtsma (1964) is docent economische geografie bij onze faculteit. Daarnaast doet hij ook veel werk voor de Faculteit Bedrijfskunde en Economie. Prof. dr. D. Strijker Vak(ken) Economie (SGP & TP, 2b). Dirk Strijker (1953) is hooglerar Culturele geografie en is verantwoordelijk voor de Mansholtleerstoel voor Plattelandsontwikkeling. Hij bekleed veel functies binnen de faculteit: zo is hij voorzitter van de Basiseenheid Culturele Geografie en voorzitter van de Faculteitsraad. Zijn interesse ligt vooral op het gebied van het platteland en kan elke student verbaast doen staan over zijn grote kennis van namen van kleine gehuchtjes in de Veenkoloniën (zoals daar is: Gasselterboerveenschemond). Samen met prof. dr. van Dijk geeft hij het vak Economie in blok 2b.
Een kennismaking met:
Niels Rambags Studieadviseur
Niels Rambags is de studieadviseur van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW). Hij volgde in juni 2010 mevrouw Muntinga op, die met pensioen ging. Tijd voor een nadere kennismaking! Wie is Niels Rambags? Formeel ben ik de studieadviseur van deze faculteit, maar dat wist je al. En verder kennen collega’s mij als de man met die zuidelijke tongval die met luid volume door de gangen loopt… en dan is het wel bekend! Wat heb je hiervoor gedaan qua studie en werk? En hoe ben je bij de FRW terechtgekomen? Toen ik nog op de middelbare school zat, wilde ik al Sociale Geografie gaan doen in Groningen. Toch maar geen Scandinavische Talen, want dan heb je weinig kans op werk. Maar Groningen was wel ver weg voor als ik in het weekend naar mijn ouders in Brabant wilde. Dus toen ben ik Sociale Geografie in Utrecht gaan studeren. Maar uiteindelijk ging ik nooit naar mijn ouders, dus ik had net zo goed hier kunnen studeren! Ik heb veel gedaan om mijn studie te rekken; zo heb ik gestudeerd in IJsland en Denemarken, ik heb in het bestuur gezeten van de studievereniging en in diverse onderwijscommissies gezeten. En toen moest ik toch maar eens gaan werken. Ik ging aan de slag bij Bureau Buitenland van de Universiteit Utrecht. Daar organiseerde ik uitwisselingen voor studenten. Daarna werd ik studieadviseur aan de Vrije Universiteit, bij Sociale Wetenschappen. Ik vond het heel leuk om studenten te begeleiden. Ik heb toen ook nog mijn propedeuse Scandinavische Talen gehaald (Deens). Vervolgens ging ik samenwonen in Groningen. Dat was wel een grote stap, want je bent minder mobiel wat het aannemen van een nieuwe baan betreft dan in de Randstad. Ik kreeg een baan als beleidsmedewerker, maar daar werd ik erg ongelukkig van. Ik ben gestopt en gaan werken bij de Lerarenopleiding Talen aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en daarna als studieadviseur bij Biologie en Farmacie aan de RUG. Toen de vacature voorbij kwam als studieadviseur bij Ruimtelijke Wetenschappen, was dat voor mij een unieke kans! Een baan van vier dagen in de week, zodat ik ook mijn studie Scandinavische Talen nog kan afmaken. En voorlichting geven vind ik gewoon heel erg leuk! Zo is het uiteindelijk toch Groningen en Sociale Geografie geworden… Ja! Ik ben heel erg blij met deze baan. Het is een goede mix van geografie en activiteiten. Het werken met mensen geeft mij het meeste energie. Vergeleken met Amsterdam zijn de studenten hier heel keurig, het is een erg prettige populatie. In Amsterdam zijn de studenten wat gehaaider. Hier in Groningen zijn ook de docenten veel toegankelijker, dat maakt het werken voor mij ook makkelijker.
Ik hoef eigenlijk al niet meer te vragen waarom je juist voor dit werk kiest…? Het is een goede combinatie van denken en doen. Je hebt veel contact met mensen. Het is goed dat mijn eigen studie niet vlekkeloos is verlopen, dan kan ik me de problemen van de studenten beter voorstellen. Je bent hier een spin in het web, je mag alles doen en je begeleidt studenten vanaf hun zestiende tot aan de arbeidsmarkt. Ja, je draait hier echt je eigen toko! Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik studeer dus nog, voor m’n lol. Ik wandel veel langeafstandswandelingen, ik volleybal, ik zit in het bestuur van de Scandinavische Vereniging Groningen en geef Deense les aan volwassenen. Ik heb veel vrienden in Utrecht, dus in de weekenden ben ik op pad. Ik wil heel veel. Dat typeert me. Daar gedij ik het beste bij. Ik heb een gunstig mechanisme: ik ben nooit ziek, dus áls ik ziek word weet ik dat ik even rustig aan moet doen. Een nieuwe studieadviseur betekent een nieuwe manier van werken. Welke Niels-dingen kunnen we verwachten? Ik wil graag een-op-een weten hoe het met studenten gaat, maar ook hoe het met de hele groep gaat. Ik ga rondvragen hoe het zit met het nieuwe bachelorprogramma. Een student moet een duidelijk overzicht kunnen krijgen van wat hij nog moet doen. Collega’s moeten vast wennen aan mijn rol, want ik wil heel veel op me nemen. Er zijn gelukkig een aantal studenten die helpen met voorlichting geven, maar zelf doe ik dat ook heel graag. En ik wil heel laagdrempelig zijn, zodat studenten makkelijk binnen kunnen komen. Met wie zou je graag eens een kopje koffie drinken? Hmm, dat is een moeilijke vraag. Heb je die zelf bedacht? Ik weet het niet. Misschien met iedereen wel! Ieder persoon heeft iets heel boeiends. Nee, ik kan zo niet één iemand bedenken. En als ik dat zou willen, zou ik er gewoon werk van maken! Wat wil je verder nog kwijt aan de nieuwe eerstejaars? Oei, dan moet ik goed nadenken want er komt een BSA aan (Bindend Studie Advies, red.). Ik zou zeggen, haal het optimale uit je studietijd! Volgens mij is deze studie prima te doen en kun je daarnaast genieten van sport en cultuur.
eerstejaarseditie · 25
- door Wietske Wilts -
Dr. ir. E.W. Meijles Vak(ken): Fysische geografie van de wereld (SGP & TP, 2a). Erik Meijles is geboren en getogen in West-Friesland (NoordHolland) en heeft, na zijn middelbare school, Bodem, Water en Atmosfeer gestudeerd in Wageningen. Hij studeerde af op een geomorfologische kartering in Costa Rica en op de invloed van het landbouwbedrijf op de bodemopbouw in Zeeland. Daarna heeft hij een promotieonderzoek afgerond in Plymouth (UK) over de gevolgen van begrazing en heidebranden op bodem en hydrologie van Dartmoor. Vervolgens heeft Erik onderwijservaring opgedaan bij Milieukunde aan het HBO Van Hall Larenstein (Groningen/Leeuwarden). Ook heeft hij zich in deze periode gericht op toepassingen van Geografische Informatiesystemen in omgevingswetenschappen. Sinds 2007 is Erik werkzaam aan de faculteit en terug bij zijn favoriete vakgebied: geografie van de natuurlijke omgeving, alhoewel hij GIS bij tijd en wijlen niet laten kan. In het eerste jaar verzorgt hij het (vernieuwde) vak Fysische Geografie van de Wereld.
facultaire organisaties Pro Geo
Bestuur Pro Geo 2010-2011:
Pro Geo
Ibn Battuta
Beste eerstejaarsstudent,
Beste eerstejaars,
Als je voor het eerst gaat studeren zul je merken dat er veel verschillen zijn tussen de middelbare school en de universiteit. Er komt een heleboel op je af. Een belangrijk verschil is de grote mate van zelfstandigheid die je hebt op de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW). Maar die zelfstandigheid wordt óók van jou verwacht: veel dingen moet je zelf regelen, zoals boeken kopen, inschrijven voor vakken en naar college gaan. Het is echter niet mogelijk om alles binnen de FRW zelf te regelen: en daarvoor bestaat Pro Geo. Deze stichting wordt bestuurd door vijf studenten en probeert de belangen van alle studenten aan de faculteit zo goed mogelijk te behartigen. Omdat dit misschien nogal vaag klinkt een paar voorbeelden van wat Pro Geo (dus ook voor jou!) doet:
Inmiddels zijn jullie al een tijdje bezig met studeren aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Een mooie faculteit die veel te bieden heeft voor elke student. Deze faculteit heeft ook een faculteitsvereniging; namelijk Ibn Battuta. Niet I.B.N. maar Ibn, wat ‘zoon van’ betekent. Ibn Battuta betekent dus “de zoon van Battuta”. Het is de naam van een Marokkaanse ontdekkingsreiziger, die in de veertiende eeuw op zijn kameel 120.000 kilometer heeft afgelegd. Hij is één van de grondleggers van de geografie.
- Pro Geo probeert klachten van studenten over de FRW op te lossen. Bijvoorbeeld als een docent niet komt opdagen, een collegezaal overvol is, een tentamen de stof niet dekt of een docent zijn afspraken niet nakomt, dan kun je met deze klacht naar Pro Geo stappen. Hierover nemen wij dan contact op met de docent of met de Opleidingscommissie (zie onder). Zo kun je bovendien anoniem blijven als je dat wilt. Op www.progeo.nl/klachten of via de e-mail kun je ons bereiken. - Ook kan Pro Geo vragen beantwoorden met betrekking tot je opleiding. Voor advies en voorlichting kun je dus ook bij ons terecht. Omdat we net als jij student zijn, zijn we vaak goed op de hoogte van wat er speelt bij vakken. - Pro Geo controleert de kwaliteit van het onderwijs aan de FRW. Dit gebeurt onder andere in de Faculteitsraad (F-raad), die zeggenschap heeft over de onderwijsprogramma’s. De vijf bestuursleden van Pro Geo zitten samen met vijf personeelsleden in de F-raad. Ongeveer vijf keer per jaar vergadert dit orgaan over belangrijke zaken binnen de FRW. Via verkiezingen in mei wordt de F-raad ieder jaar samengesteld. - Daarnaast stuurt Pro Geo de Onderwijscommissies (OC’s) aan: elke opleiding heeft er een. In een OC evalueren enkele studenten en docenten de vakken van een vorige periode. Ook voor komend jaar zijn we weer op zoek naar een eerstejaarsstudent SG&P en eerstejaarsstudent TP. Begin september kun je je hiervoor inschrijven. - Pro Geo organiseert samen met Ibn Battuta de boekenverkoop voor studenten in september en een Carrièredag waarop ouderejaarsstudenten kunnen kennismaken met de arbeidsmarkt. - Jaarlijks organiseert Pro Geo de FRW Onderwijsprijs voor de beste docent aan de faculteit. Met deze prijs proberen we docenten te inspireren om interessante colleges te geven. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van waar Pro Geo zich mee bezig houdt Meer informatie kun je vinden op de website of via een mailtje. Natuurlijk kun je ook een praatje maken met één van de bestuursleden van Pro Geo. Website: www.progeo.nl E-mail:
[email protected]
vlnr: Nienke Boneschansker (penningmeester), Pieter Meijer (secretaris), Melanie Bakema (voorzitter), Gwenda van der Vaart (commissaris OC’s) en Laura Been (vice-voorzitter).
Geo Promotion Beste eerstejaars, Op het moment dat je dit nummer leest, heb je ongetwijfeld een hoop nieuwe indrukken opgedaan. Na alle examenfeesten, reizen, introductie dagen en een hoop praatjes zie je waarschijnlijk door de bomen het bos niet meer. Toch wil ik jullie voorstellen aan Stichting Geo Promotion. Geo Promotion is een stichting die bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen hoort en jaarlijks een inhoudelijk congres organiseert. Dit congres gaat over een actueel thema. Op het congres zijn de laatste jaren tussen de 150 en de 200 mensen afgekomen. Dit zijn zowel studenten als mensen uit het bedrijfsleven, het onderwijs en het overheidswezen. Deze combinatie, samen met prominente sprekers uit diverse vakgebieden, maakt het congres zeer interessant. Zowel experts als ‘groentjes’ in het thema kunnen op het congres interessante dingen leren en boeiende mensen spreken. De organisatie van het congres ligt in handen van het stichtingsbestuur. Dit bestuur bestaat doorgaans uit vier tot zes studenten van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Dit jaar hebben de volgende personen zitting in het stichtingsbestuur:
Naast vele jaarlijkse activiteiten vindt er dit jaar een heel speciaal evenement plaats, namelijk het 10e lustrum van de vereniging. Dit betekent dat Ibn Battuta in 2011 al 50 jaar bestaat. Omdat een halve eeuw een hele tijd is, vieren we van 6 tot en met 15 mei het lustrum. Deze 10 dagen zullen in het teken staan van het thema ‘ongeëvenaard’. Het beloven prachtige dagen te worden met allerlei uiteenlopende activiteiten.
Kristan Margry - Voorzitter Bas van der Swaluw - Vice-voorzitter Peter van der Ven - Secretaris & Commiss. Interne Betrekkingen Jeroen Bakker - Penningmeester Herman Nienhuis - Commissaris Externe Betrekkingen
Ibn Battuta heeft ook zijn eigen huiskamer in het Duisenberggebouw, hier kun je elke dag een lekkere bak koffie of thee halen en tussen 10 en 14 uur is er altijd iemand van het bestuur aanwezig. Dus heb je een vraag, of gewoon zin in een gezellig praatje en een bak koffie, kom eens langs!
Lijkt dit congres je wat? Houd dan de website www.geopromotion.nl in de gaten voor meer informatie. Het congres zal plaatsvinden op vrijdag 13 mei 2011. Houd deze datum dus vrij in je agenda!
Lijkt het je leuk om mee te gaan met activiteiten van Ibn Battuta, schrijf je dan in via de site of het mededelingenbord bij de huiskamer. Wil je naast je studie ook actief worden in één van de commissies of werkgroepen van Ibn Battuta, kijk dan eens op de site of vraag een bestuurslid.
Mis het niet, Geo Promotion Congres 13 mei 2011!!! Actueel, veelzijdig en hip!
26 · girugten september 2010
Maar wat doet de vereniging Ibn Battuta eigenlijk? De vereniging organiseert leuke, studiegerelateerde en gezellige activiteiten. Zo beginnen we elk studiejaar met een introductiekamp, maar we doen nog veel meer. Hiervoor hebben we een bestuur en verschillende commissies en werkgroepen die voor alle leden van Ibn Battuta verscheidende activiteiten organiseren. Afgelopen jaar is er bijvoorbeeld een lezing geweest over duurzame ontwikkeling en was voor een andere lezing dhr. Hans van der Vlist, de secretaris generaal van VROM, te gast. Er zijn daarnaast ook veel dagexcursies waarmee je interessante projecten of plekken binnen en buiten Groningen bezoekt. Vorig jaar hebben we onder andere een bezoek gebracht aan het provinciehuis in Groningen en zijn we in Amsterdam geweest om de bouwwerkzaamheden aan de Noord/Zuidlijn te bezichtigen. Naast dagexcursies hebben we ook meerdaagse excursies. De buitenlandse excursie ging dit jaar naar Kroatië en Bosnië-Herzegovina en de korte buitenlandse excursie bracht ons in Hamburg. De wintersport en de liftwedstrijd zullen je ook een gezellig tijd bezorgen. EGEA organiseert daarnaast nog uitwisselingen met geografiestudenten in andere steden in Europa. Naast de vele studiegerelateerde activiteiten zijn er ook veel sociale activiteiten, zoals sporttoernooien, activiteiten voor eerstejaars, barbecues, en natuurlijk de borrels en feesten. Elke drie weken is er op dinsdagavond een borrel in café ’t Pleidooi. Het is er altijd erg gezellig en drinken kan er tegen een gereduceerd tarief.
Website: www.ibnbattuta.nl E-mail:
[email protected] Van links naar rechts: Thomas Kokshoorn Reinhilde Schmit Christianne Wouters Luuk Huttenhuis Moniek Daggenvoorde Tim van Huis
Commissaris Externe Betrekkingen Secretaris Vice-voorzitter Voorzitter Penningmeester Commissaris Interne Betrekkingen
Student-lid FB Mijn naam is Luuk Stelder en ik ben komend jaar het student-lid van het faculteitsbestuur (FB). Als studentlid van het faculteitsbestuur heb ik een adviserende functie tegenover het bestuur en praat mee over allerlei zaken die er spelen op de faculteit, variërend van onderwijsprogramma’s tot huisvestinging. Hierin is in de eerste plaats mijn visie vanuit de studenten van belang. Hoe ver sommige beslissingen ook van de studenten af lijken te staan, uiteindelijk zullen ze bijna altijd een gevolg hebben voor jullie. Mijn taak is vooral om na te denken wat voor, misschien onbedoelde, gevolgen beslissingen voor jullie kunnen hebben en hoe we hier beter mee om kunnen gaan. Verder onderhoud ik veel contact met de studentenfractie in de faculteitsraad, maar ook met andere studentenorganisaties die binnen onze faculteit actief zijn, zodat deze optimaal kunnen functioneren binnen onze faculteit. Mocht je ideeën hebben over de verbetering van onderwijs aan de faculteit of vragen over facultaire zaken kun je mij altijd een mailtje sturen. In ieder geval kan ik je dan vertellen waar je in de faculteit met je plannen het meest bereiken kunt.
[email protected]
eerstejaarseditie · 27
uit het buitenland - Lund, Zweden Van januari tot juni 2010 heb ik in Lund gestudeerd en vakken gevolgd voor mijn bachelor SG&P. Lund?! Ja, Lund, een klein universiteitsstadje met 90.000 inwoners in het zuiden van Zweden. Zowaar een echte fietsstad, maar dan met fietsen van mindere kwaliteit dan in Groningen en een iets heuvelachtigere omgeving. Lund ligt op een interessante locatie; dertien minuten met de trein verwijderd van Malmö, de derde stad van Zweden en in een uurtje ben je met dezelfde trein in Kopenhagen dat via de zestien kilometer lange Sontbrug inmiddels al tien jaar rechtstreeks met Zweden verbonden is. Indirect al veel langer. Lund ligt in Skåne, een gebied in het meest zuidelijke puntje van Zweden. Het gebied is in het verleden lange tijd door de Denen veroverd geweest en daar zie je in het landschap nog het een en ander van terug. Zo is de kleine heuvel op het universiteitsterrein in Lund de stille getuige van wat eens een Deens fort is geweest. Bij ons in Nederland is Skåne ook wel bekend als het land van Nils Holgersson, vanwege de gelijknamige kinderserie die in onze jeugd (jaren negentig) werd uitgezonden. Deze serie is geïnspireerd op een boek dat Selma Lagerlöf in 1906 over de jongen schreef en dat oorspronkelijk was bedoeld om de Zweedse jeugd op een speelse manier de aardrijkskunde van het land te leren. In Zweden kom je Nils nu nog dagelijks tegen op zijn gans op het twintig kronen briefje (ca. 2 euro). De grootste stad in Skåne is Malmö. Het is een mooie stad, maar zelf vond ik Kopenhagen interessanter. Bijzonder opvallend is het gebied Christiania in de stad. Eigenlijk is het een semi-onafhankelijke enclave die in de jaren zeventig is ontstaan na de kraak van een oude militaire kazerne door hippies. Tegenwoordig kan je er makkelijk een jointje kopen, maar enkele malen per maand valt de politie binnen om de softdrugs te verwijderen. Verder wordt het gekraakte gebied gedoogd en vooralsnog met rust gelaten. Hoe de inwoners van Christiania zelf over hun ‘thuisland’ denken, wordt duidelijk als je het gebied weer verlaat. Op de achterkant van de ingangspoort staat de boodschap: “You are now entering the EU”. Vanaf de kerktoren vlakbij Christiania heb je een goed overzicht op de ommuurde enclave die zich bevindt op een hele centrale plek in de stad. Als geograaf/planoloog lik je bijna je vingers af bij de gedachte van wat je allemaal met het gebied zou kunnen doen mocht het ooit leeggehaald worden en klaar zijn voor stedelijke herinrichting. We wachten af. Terug naar Zweden. Het mooie aan een Erasmuservaring in het buitenland is dat je naast je studiewerkzaamheden genoeg tijd hebt/kunt nemen om rond te reizen en het land van verblijf te leren kennen. In Zweden is veel te zien, maar je moet wel goed rekening houden met de grote afstanden die je soms moet afleggen. Zo had ik zelf de afstand Lund-Stockholm zwaar onderschat en bleek het ongeveer even ver van elkaar af te liggen als Groningen en Berlijn. Dit was echter nog niets vergeleken met de reis die ik naar Kiruna heb gemaakt in het noorden van Zweden. Hemelsbreed is dit stadje in Lapland 1400 kilometer van Lund verwijderd (iets verder dan Groningen – Barcelona). Kiruna is een mijnstadje waar sinds 1900 ijzererts wordt gewonnen. Doordat er steeds dieper geboord moet worden en de mijnschacht schuin onder de stad ligt, heeft men er nu last van verzakking. De Zweedse oplossing voor dit probleem: in de komende dertig jaar wordt Kiruna volledig verplaatst inclusief de 18.000 inwoners, kerk, station en ziekenhuis. Ik stond er zelf wel even van te kijken, maar dit is dus mogelijk in een land waar men ruimte genoeg heeft en blijkbaar ook genoeg geld voor zo’n grote operatie. Naast de functie als mijnstad is Kiruna steeds meer in trek bij toeristen. Vlakbij Kiruna ligt het ijshotel, een van Laplands grootste trekpleisters dat elke winter wordt opgebouwd uit het ijs van het nabijgelegen meer en vervolgens in de zomer weer smelt. Je kan er slapen, trouwen of een drankje doen in de ‘icebar’ waar je je alcoholische versnapering drinkt uit een ijsglas, dat ook afkomstig is uit het meer.. Daarnaast kunnen toeristen in de omgeving op sneeuwscooters rijden, ijswanden beklimmen en in een hondenslee afreizen naar voor auto’s onbegaanbare plekken zoals een traditioneel dorpje van de Saami, zoals de Lappen zichzelf liever noemen. Je kan hier zelfs overnachten, al moet wel je eigen hout hakken en zorgen dat het vuur in de hut ’s nachts niet uitgaat, maar dan is het prima vertoeven. Inmiddels slaap ik weer in mijn eigen bed in Groningen, maar in gedachten reis ik soms nog af naar Zweden en bezoek ik allemaal bijzondere plekken. Net zoals Nils Holgersson, maar dan zonder gans. Al zou dat best mooi zijn zo vanuit de lucht, dat had die jongen toch best goed bekeken. Nienke Boneschansker Vierdejaars Sociale Geografie & Planologie