Gedragsmanagement 2014-2015
ACADEMIE PEDAGOGIEK EN ONDERWIJS
saxion.nl/apo/cursus saxion.nl/apo
Inhoudsopgave Ik, het visitekaartje van de school
pag. 2
Wie pest, verpest het voor de rest
pag. 4
Bovenbouw, ik hou van jou! 1 t/m 5
pag. 5
Onderbouw, ik hou van jou!
pag. 6
Lastige jongens bestaan niet
pag. 7
Meidenvenijn
pag. 8
In m’n SAS met mijn klas!!!!
pag. 9
Treinreis naar en door Passend Onderwijs
pag. 10
Algemene informatie
pag. 14
1
Ik, het visitekaartje van de school De conciërge en andere ondersteuners: het gezicht van de school
Het is van groot belang dat conciërges en andere onderwijsondersteuners goed kunnen omgaan en communiceren
met leerlingen, ouders, collega’s en leidinggevenden. Steeds vaker hebben zij immers een direct en intensief
contact met personen die een relatie hebben met de school. Aan hun sociale- en communicatieve vaardigheden en het opvoedkundig inzicht worden dan ook steeds hogere eisen gesteld. Weten wat (jonge) mensen beweegt, hoe je
ze kunt motiveren, welke problemen en emoties ze hebben en op welke wijze je hun gedrag kunt sturen zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. De conciërge en de ondersteuners zijn vaak het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders en ook wordt hij/zij vaak als eerste geconfronteerd met incidenten. Uiteindelijk kom je als
schoolbetrokkene altijd bij hen terecht. Meestal is hij of zij het gezicht van de school, al direct bij binnenkomst. Pragmatische training
Via de training verwerven de ondersteuners het inzicht en de vaardigheden die hem/haar in staat stellen om te
voldoen aan de hoge (pedagogische) eisen die de functie stelt.
Er is tijdens deze praktische training veel aandacht voor het oefenen van vaardigheden. Voor wie?
Conciërges en ondersteuners, die veel contacten hebben met kinderen, ouders en collega’s en die meer willen/moeten weten over de omgang met kinderen, ouders en collega’s. Opzet opleiding
Elke bijeenkomst is opgebouwd uit verschillende elementen:
- training; een combinatie van het aanbieden van theorie en het oefenen van vaardigheden
- intervisie; via verschillende technieken ervaringen uitwisselen Er zijn 4 thema’s.
Thema 1:
Kinderen, motivatie en (groeps)gedrag
-(Hand)haven van waarden en normen -Omgaan met diversiteit ‘Wat kijk je sip, zei ik tegen een leerling die een formulier kwam brengen. En hup, daar kwamen de tranen en een heel verhaal…………………’ (medewerkster administratie)
‘Ik zelf en volgens mij veel leerlingen en personeelsleden voelen zich veilig omdat het onderwijs ondersteunend personeel waakt, ik zie hen als beschermengel’. (vertrouwenspersoon) Thema 2
Omgaan met moeilijk en grensoverschrijdend gedrag
-De school als haven van waarden en normen
-Omgaan met diversiteit
“Zegt die leerling tegen me: ‘Wacht jij maar……………’.”Ik weet je te wonen”. (conciërge)
Ik vraag aan een leerling me te helpen de kopjes op te ruimen. Zegt diezelfde leerling tegen mij: ’Daar ben ik niet voor, daar ben jij voor”. (conciërge) Ik vraag aan een leerling of ze even de brieven aan meester Ton wil geven. ”Nee”, zegt ze. Ik vroeg daarop: ”Waarom niet”? Ze antwoordt: “Je vroeg het toch”. (administratief medewerkster)
2
Ik corrigeerde een leerling. Hij zegt: ”Ik haal m’n vader wel op”.
Ik zeg: Ga je dreigen? Loop maar even mee naar de schoolleiding. Voor me uit graag.
Hebben we een gesprek. Zegt de schoolleiding: ‘Hij heeft het niet zo bedoeld’. Daarmee was het klaar. Ik voelde me
zo te kakken gezet”. (conciërge) Thema 3
Vriendelijkheid en een glimlach
-Professioneel gedrag; -De kleine kwaliteit aan de telefoon.
De telefoon gaat op school. Administratief medewerkster neemt op: “Ja”. Moeder: “Spreek ik met basisschool Carpe Diem? Adm. Medewerkster: ”Ja”? Moeder: “Goede morgen, u spreekt met de moeder van René”. Adm. Medewerkster: “Ja”? Moeder: René is haar brood vergeten. Wilt u haar doorgeven dat ik het brood kom brengen”? Adm. Medewerkster: ”Welke klas zit hij”?Moeder:”René is een meisje”. Administratief medewerkster: ”Dat maakt in dit geval toch niet uit. In welke groep zit zij(!)”? Moeder: “In groep 3”. Adm. Medewerkster: “We hebben twee groepen 3, mevrouw(zucht)”. Moeder: ”Bij juf Monique”. Adm. Medewerkster: ”Die werkt hier niet”. Moeder: “Jawel, op dinsdag en donderdag”. Adm. Medewerkster: ”Nee, hoor, mij niet bekend. Moet u niet de andere locatie hebben”? Moeder: “Nee, als LIO- leerkracht verzorgt zij de lessen op dinsdag en donderdag”. Adm. Medewerkster: ”Oh, is het een stagiaire, dat kan ik niet allemaal bijhouden. Ik zal wel eens zien wat ik voor u doen kan.” (administratief medewerkster in een telefoongesprek met een ouder) Thema 4:
Verbale judo: Je beste beentje voor met een waakzaam oog
-Omgaan met agressie/ ongewenst gedrag
(aan de balie of entree van de school) -Professioneel en assertief -Omgaan met diversiteit
“Kom ik aanrijden, zie ik voor het hek van de school een man één van onze leerlingen rake klappen verkopen. Allemaal leerlingen erom heen. Niemand deed iets. Ik er op af Ik zeg: meneer, dit kan toch niet de bedoeling zijn. Gaat u mee naar binnen, dan praten we erover. Hij zegt: ‘Ze luisteren niet, ik kom nog terug, mijn zoon wordt door 5 van die jongens gepest’. En hij loopt weg. Ik ben erin gestapt zonder na te denken. Wat als hij zich tegen mij gekeerd had? Vanmorgen kreeg ik applaus in de personeelskamer. Verder is er niet meer over gesproken. Ik loop nog helemaal te trillen, als ik bedenk hoe anders het had kunnen lopen”. (conciërge)
Tijdschema
De cursus vindt plaats op maandagmiddag bij Saxion in Deventer van 13.00 tot 16.00 uur op de volgende data: 15 september 2014
29 september 2014
3 november 2014
17 november 2014
15 december 2014 (reservedatum) Investering
Voor deze bijeenkomsten investeert u slechts € 595,- per persoon. Dit bedrag is inclusief lesmateriaal. Incompany
De cursus wordt ook incompany gegeven, waarbij rekening gehouden wordt met uw specifieke wensen. Data en
locatie worden in overleg vastgesteld.
3
Wie pest, verpest het voor de rest Het begrip "pesten" zou je eenvoudig kunnen omschrijven als "voortdurend en voor de buitenwereld meestal
verborgen gedrag dat gericht is op het met opzet veroorzaken van menselijk lijden bij een bepaalde persoon". Maar om wat voor gedrag gaat het eigenlijk precies? Waarom gedragen mensen zich op die manier? Hoe kan het toch verborgen blijven? Wie worden er het slachtoffer van? En waarom blijkt pesten zo moeilijk bestrijdbaar te zijn? Pesten gaat verder dan plagen
Het is belangrijk pesten niet te verwarren met plagen. De negatieve opzet die bij pesten hoort, is bij plagen veel
minder sterk aanwezig. Ook is een plagerij een meer tijdelijk iets. De gevolgen zijn niet zo ernstig. Bij pesten is er echt sprake van een zich voortdurend herhalende, kwetsende machtsuitoefening over een meestal machteloos
slachtoffer. Het kan bijvoorbeeld gaan om minachtende opmerkingen over iemands uiterlijk, hobby's, of interesses. Het kan ook uitlopen op lichamelijk geweld tegen die persoon: duwen, aan de haren trekken, schoppen en slaan. Ook social media is een middel dat door pesters wordt ingezet. Doen alsof het slachtoffer gewoon helemaal niet bestaat kan echter ook een vorm van pesten zijn. Het zondebokfenomeen
Het verschijnsel pesten is een vorm van het zondebokfenomeen. Dit houdt in dat leden van
een groep om een bepaalde reden een soortgenoot mishandelen. Het komt overigens niet alleen bij mensen voor, maar ook bij dieren is het opgemerkt, o.a. bij kippen, apen en katten. Het zondebokfenomeen is aangetoond in gezinnen, in het leger, in kinderbeschermingstehuizen, in hobbyclubs en in het onderwijs. Het pesten is een ‘omgangsmechanisme’ geworden dat breder en dieper in de samenleving voorkomt dan voorheen. Ernstige gevolgen voor het slachtoffer
Pesten is een ernstige vorm van geestelijke en vaak ook van lichamelijke mishandeling. Veel slachtoffers
beschouwen de periode waarin zij gepest werden als een zwarte periode in hun leven. Maar ook lang nadat deze
periode voorbij is blijft de ervaring veelal onuitwisbaar in hun geheugen gegrift staan. Vooral wanneer een
pestslachtoffer geen mogelijkheid ziet om er, al dan niet met hulp van anderen bovenop te komen. Dan kunnen de mishandelingen het verdere levensgeluk van iemand voor een groot deel, of zelfs helemaal verwoesten. Als een
slachtoffer door ongeloof van buitenaf volledig alleen komt te staan, kunnen pesterijen zelfs tot gevolg hebben dat het slachtoffer neigingen gaat krijgen om zelfmoord te plegen, of daar zelfs daadwerkelijk toe overgaat. De trainingen
De leergang ‘Wie pest, verpest het voor de rest’ is erop gericht pestgedrag van jongens en meisjes in de schoolleeftijd aan te pakken.
Uitgangspunt is dat de uitvoerende schoolbetrokkene leert dé methode te zijn om pestgedrag onder jongens en meisjes tegen te gaan of op te lossen.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee onderdelen, namelijk: Ad 1; schoolniveau
Training voor docenten, leerkrachten, interne vertrouwenspersonen en teams om vaardigheden te verwerven. Deze
training is ontwikkeld als handreiking en ondersteuning om pestgedrag onder jongens en meisjes tegen te gaan of op te lossen.
Ad 2; groepsniveau
Training van een groep kinderen om samen met leerkrachten, kinderen/leerlingen vaardigheden aan te reiken. Deze interventie is ontwikkeld als handreiking en ondersteuning voor kinderen en coaching van de leerkracht/docent
binnen het basis- en middelbaar onderwijs om pestgedrag onder jongens en meisjes tegen te gaan of op te lossen. Incompany
De cursus wordt ook incompany gegeven, waarbij rekening wordt gehouden met uw specifieke wensen.
Data en locatie worden in overleg vastgesteld.
4
Bovenbouw, ik hou van jou! 1 t/m 5
Een post-hbo leergang ontwikkeld, speciaal gericht op het werken met de kinderen uit de bovenbouw van het
basisonderwijs. Steeds meer leerkrachten in de bovenbouw (groep 6, 7 en 8) vinden het moeilijk om een goede
relatie met hun groep aan te gaan en/of te behouden. Een belangrijke rol daarbij spelen: leefwereld, interesse, motivatie en zelfstandigheid. Aanleiding en doel
Groepsleerkrachten inzicht geven en uitzicht bieden in de sociaal-emotionele ontwikkeling, gedrag en
onderwijsbegeleiding van bovenbouwleerlingen. Dit gebeurt vanuit het perspectief van de leerkracht, het individuele kind, de groep kinderen, ouder(s), verzorger(s) en de school. Voor wie?
Leerkrachten, startende leerkrachten, herintredende leerkrachten en invalleerkrachten in de bovenbouw van het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs. Opbouw van de leergang
De leergang bestaat uit theoretische informatie, het werken aan opdrachten, discussies en veel direct in de praktijk toepasbare tips.
De thema’s voor de 5 bijeenkomsten: 1.
Opdrachtencircuit: het belang van een interactieve leeromgeving
2.
Groepsdynamica in de bovenbouw
4.
Sfeerverbetering in de groepen van de bovenbouw
3. 5.
Omgaan met moeilijk gedrag: aanpak, doorpak en uitpak Gesprekken met ouders
Tijdschema
De cursus vindt plaats op maandagavond bij Saxion in Deventer van 19.00 – 22.00 uur op de volgende data:
15-09-2014
29-09-2014 20-10-2014 03-11-2014 10-11-2014
17-11-2014 (reservedatum) Investering
Voor deze bijeenkomsten investeert u slechts € 675,- per persoon. Dit bedrag is inclusief lesmateriaal. Incompany
De cursus wordt ook incompany gegeven, waarbij rekening gehouden wordt met uw specifieke wensen.
Data en locatie worden dan in overleg vastgesteld
5
Onderbouw, ik hou van jou! Voor wie?
Leerkrachten, startende leerkrachten, herintredende leerkrachten en invalleerkrachten in de onderbouw van het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs.
Opzet
In de bijeenkomsten komt onder andere aan de orde waarom met name een sociaal interactieve leeromgeving voor de cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen op school in relatie tot ‘zelfstandigheid’, gevoel
van ‘eigenwaarde’ en het gevoel van ‘kunnen leren’ van belang is. Problemen die kinderen in de bovenbouw ervaren vinden haar oorsprong vaak al in de onderbouw. Er worden ontwikkelingslijnen, instructie- en klassenmanagement
modellen en signaleringlijsten (schoolvragenlijst voor jonge kinderen) aangeboden om aspecten hiervan te kunnen
inventariseren en organiseren voor in de klas.
‘Groepsprocessen’ in de onderbouw: de oriëntatiefase in de groepsdynamica Start van de eerste schoolweek. Planmatig werken in de onderbouw:Ontwikkelingslijnen m.b.t. de cognitieve, motorische en sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen in de onderbouw. Ontwikkelingslijnen. Ontwikkelingsgerichte benadering.
Psycho-sociale problemen van jonge kinderen Planmatig werken in de onderbouw: instructie- en klassenmanagement modellen voor kinderen in de onderbouw.
Wat doe je met ‘uitvallers’?; Hoe verloopt de overgang naar groep 3?; Problematiek rondom ‘herfstkinderen’. Verbeteren van het didactische- en pedagogisch klimaat door groepsdynamica: groepsbevorderende
oefeningen
Contacten/gesprekken met ouders; Genieten of slecht slapen? Hoe om te gaan met de ouder met het ‘mijn kind-syndroom’. Slecht- nieuwsgesprek; Het ‘belang’ van huisbezoeken.
Het doel van deze cursus is groepsleerkrachten inzicht te geven in de sociaal- emotionele ontwikkeling, gedrag en onderwijsbegeleiding van jonge leerlingen. Dit gebeurt vanuit het perspectief van de leerkracht, het individuele kind, de groep kinderen, ouder(s)/ verzorger(s) en de school. Incompany
De cursus wordt ook incompany gegeven, waarbij rekening gehouden wordt met uw specifieke wensen.
Data en locatie worden dan in overleg vastgesteld
6
Lastige jongens bestaan niet Jongens en meisjes zijn totaal verschillend. Niks nieuws, zou je denken.
Er valt echter nog heel wat te leren over de manier waarop er les wordt gegeven aan de twee seksen.
Saxion biedt een training aan van twee bijeenkomsten met als doel de relatie met jongens in de klas te verbeteren. Lastig?
Onderzoek laat zien dat jongens drie à vier keer meer corrigerende opmerkingen krijgen dan meisjes en zo'n vijf keer minder positieve opmerkingen krijgen. Er wordt dan ook vaak gesproken over ‘die lastige jongens’. Maar
lastige kinderen bestaan niet! Jij als leerkracht hebt last van hun gedrag, dat is heel wat anders. Wat doet u daar aan?
Ja juf!
In stresssituaties staan de hersens van de gemiddelde jongen - in tegenstelling tot die van een meisje - op een
waakvlammetje.
Als vrouwen kinderen corrigeren gebruiken ze meer woorden, meer mimiek en is de intonatie heftiger dan bij mannen.
Er komen dus veel (stressvolle) indrukken af op zo'n jongen. En dus stopt hij tijdens een preek zijn vingers in zijn
oren, is het "ja juf', maar is het eigenlijk "nee juf'. Hoe gaat u daarmee om? Vrouwelijk format
Op scholen wordt een vrouwelijk format gehanteerd. Rustig, netjes, opgeruimd en gevaarmijdend is het credo.
Hierdoor zijn er steeds minder uitdagingen voor jongens. Zij ontwikkelen dan ook vaak tijdens de kinderperiode een schoolallergie, denken: "school is niet voor jongens". Met 'moeilijk gedrag' tot gevolg. We zullen dan ook beter moeten inspelen op en met jongens. Doelgroep
Leerkrachten primair onderwijs Tijdschema
De bijeenkomsten vinden plaats bij Saxion op maandagavond van 19.00 - 22.00 uur op: 22-09-2014 06-10-2014
27-10-2014 (reserve) Investering
Uw investering bedraagt € 345,00 per persoon. Dit bedrag is inclusief lesmateriaal. Incompany
De cursus wordt ook incompany gegeven, waarbij rekening gehouden wordt met uw specifieke wensen.
Data en locatie worden dan in overleg vastgesteld.
7
Meidenvenijn
Een subtiele machtsstrijd Doelgroep
Leerkrachten primair onderwijs Waarom
De ‘pikorde’ bij jongens wordt meestal bepaald door fysieke prestaties. De een voetbalt beter, de ander is sterker.
Bij meisjes is de status gebaseerd op relaties. Zij vormen clubjes, ze sluiten buiten. Als je eruit ligt, lig je eruit, al weet je niet waarom. Zo kan een kind weken doodongelukkig zijn. Doel
Moeders hun dochters kunnen helpen. Leerkrachten hun leerlingen kunnen helpen! Macht uitoefenen
Waarom gedragen meisjes zich af en toe zo venijnig? Dit heeft te maken met het uitoefenen van macht. Het is een
soort experiment waarbij je kijkt tot hoe ver je kunt gaan. Lukt het je om macht uit te oefenen, dan stijgt je status.
Je komt als het ware een stapje hoger in de pikorde. Jongens zijn daar net zo goed mee bezig, maar de strijd wordt bij hen veel openlijker gevoerd. 'Bij jongens wordt de pikorde meestal bepaald door meer fysieke dingen. Het gaat erom of je sterk bent of bijvoorbeeld goed kunt voetballen. Dus als je de strijd aangaat, weet je vanuit welke hoek
de klappen kunnen vallen. Bij meisjes is dat anders. Meisjes zijn, hetzij van nature, hetzij door opvoeding - daar is het laatste woord nog niet over gezegd - meer gericht op het versterken van hun relaties. Dat is dus hun sterke
kant, maar tegelijkertijd een punt waarop ze extra kwetsbaar zijn. En dus is dat ook het terrein waarop ze hun strijd voeren.'
Dit alles leidt tot moeilijk gedrag in de groep. We zullen dan ook op school moeten inspelen op Meidenvenijn. Tijdschema
De cursus vindt plaats bij Saxion in Deventer op donderdagavond van 19.00 tot 22.00 uur op de volgende data: 30-10-2014 13-11-2014
11-12-2014 (reserve) Investering
Uw investering bedraagt € 345,- p.p. Dit bedrag is inclusief lesmateriaal. Incompany
De cursus wordt ook incompany gegeven, waarbij rekening gehouden wordt met uw specifieke wensen.
Data en locatie worden dan in overleg vastgesteld.
8
In m’n SAS met mijn klas!!!! Naar een goede sfeer in de klas
Doelgroep
Leerkrachten primair onderwijs Waarom
Begeleiding van een groep kinderen in het primair onderwijs waar de situatie sociaal (gedrag van kinderen, orde,
etc.) zodanig uit de hand is gelopen dat de leerkracht, kind(eren) en ouders zich geen raad meer weten. Hoe lossen we dit probleem op. Doel
De volgende interventies vinden plaats, met als doel:
1. Verbetering van de onderlinge kindrelaties in de groep.
2. Ouderavond: kennismaking en ouders informeren over het plan van aanpak 3. Verbetering van de relatie(s) tussen kind(eren) en leerkracht(en)
4. Vergroting van de affiliatie (het gevoel ‘opgenomen’ te worden) in de groep 5. Ondersteuning van de solidariteit tussen ouders en leerkrachten –school 6. Advisering van directie en leerkracht(en)
7. Van ‘leiding nemen’, naar ‘begeleiding’ naar ‘coaching’ van leerkrachten door de begeleider 8. Afsluitende ouderavond: door de leerkracht(en) Opzet
Volgens afspraak wordt een start gemaakt met de interventies die in het voorgaande( punten 1 t/m 7)) genoemd
zijn. Na iedere bijeenkomst op de school worden de vervolgstappen besproken en gepland. Een nauw telefonisch contact (gedurende de intervallen van de gesprekken met de groep) tussen begeleider en leerkracht(en) is een
voorwaarde. De begeleider geeft zijn mobiele nummer om zo direct mogelijk geïnformeerd te kunnen worden. De
begeleider krijgt het privételefoonnummer van de leerkracht. De leerkracht is verantwoordelijk voor een goede afstemming naar de directeur. Het is van belang dat de directeur gevraagd en ongevraagd informeert naar het
verloop van het begeleidingsproces (ook bij de begeleider). Een voorwaarde is dat de school, gedurende de
begeleiding, bij interventies vooraf overleg heeft met de begeleider. Dit is belangrijk voor alle betrokkenen bij het groepsproces om alert te kunnen reageren op situaties die het begeleidingsproces negatief kunnen beïnvloeden.
Na één of twee gesprekken met de groep wordt er een ouderavond gehouden voor de ouders. Er vinden gedurende
het proces vijf á zes gesprekken met de groep plaats. Bij de gesprekken gaat het om het verschaffen van inzicht aan de leerlingen, leerkrachten en ouders, en niet om het aanwijzen van schuldigen. Op het moment dat de
schoolbetrokkenen het verantwoord vinden dat de externe ondersteuning stopt (meestal na zes gesprekken) wordt er een ‘afsluitende’ ouderavond voor de ouders georganiseerd door de leerkrachten. In de direct daarop volgende
dagen neemt de begeleider kort afscheid van de groep. De begeleider is hierna telefonisch bereikbaar voor ‘nazorg’ voor de leerkracht(en).
P.S. Indien nodig wordt een oudergesprek (of ouderbezoek) door de leerkracht en begeleider georganiseerd in het
belang van het welbevinden van de leerkracht en/of het kind en/of ouder en/of het gedrag van het kind in relatie
tot de groep. Een belangrijke voorwaarde is dat de leerkracht een positieve houding heeft in relatie tot de begeleiding. Incompany
De cursus wordt incompany gegeven, waarbij rekening gehouden wordt met uw specifieke wensen.
Data en locatie worden dan in overleg vastgesteld.
9
Treinreis naar en door Passend Onderwijs Passend Onderwijs verplicht scholen voor primair en voortgezet onderwijs tot een zorgplicht. Dit betekent dat de school verplicht is het kind, dat extra zorg nodig heeft, een zo goed mogelijke plek in het onderwijs aan te bieden. In het kader van Passend onderwijs verwachten alle kinderen een schoolomgeving waar ze tot hun recht komen en
kunnen leren. Ouders en leerkrachten verlangen een school die goede resultaten weten te behalen en de veiligheid
van kinderen weet te waarborgen. Onderstaande leergang, ‘Treinreis naar en door Passend Onderwijs’ is preventief en curatief in het waarborgen van vertrouwen, veiligheid, rust en wederzijdse waardering. Belangrijke voorwaarden om aan Passend Onderwijs vorm te geven.
‘Een cursus om de ware aard van het kind beter te leren kennen” Na het volgen van deze cursus kunt u: A. Een veilig pedagogisch klimaat creëren 1.
De ondersteuningsbehoeften van de groep, van subgroepjes en van individuele leerlingen herkennen.
2.
Waar nodig accenten formuleren die nodig zijn in eigen houding en handelen, de tijdsindeling en de
3.
Vorm geven aan deze accenten.
4.
ruimte.
Een pedagogische visie formuleren, bij voorkeur in samenhang met de visie van de school.
B. Omgaan met verschillen tussen leerlingen met ontwikkeling- en gedragsproblemen 1.
Tot een analyse komen, dat leidt tot een geïntegreerd beeld dat goede aanknopingspunten geeft voor het
2.
Gefundeerd prioriteiten (doelen) stellen en verantwoordt die op basis van kennis/visie/waarden en
3.
U zelf ontwikkelen, planten en handelen op basis van kennis; theoretische en empirische verantwoording.
4.
5. 6.
handelen.
normen.
Het plan van aanpak, doorpak en uitpak of de methodiek correct uitvoeren.
Effectief afstemmen en wisselt tijdens de uitvoering uit en stuurt waar nodig direct bij (ultrakorte cyclus); kan daarbij schakelen in benaderingswijzen.
Duidelijk aangeven of de doelen bereikt zijn.
7.
Direct adequaat op de problematische situatie reageren dat veroorzaakt wordt door een gedragsprobleem;
8.
Zich bewust worden van de noodzaak van professionele distantie (problematiek ‘afstand en nabijheid’).
9.
schakelt daarbij tussen benaderingswijzen.
Bepaalde kinderen doen een extra appèl op de professionele houding van de leerkracht, vooral daar waar de leerkracht als mens geraakt wordt.
Succes toeschrijven aan het kind en gebrek aan uzelf, zo dat het leidt tot herbezinning op het eigen handelen.
10. Heeft u positieve verwachtingen van alle leerlingen en maakt verwachtingen expliciet naar de leerling en in de verslaglegging (indien nodig).
11. Balans tot stand brengen tussen eigen inbreng en die van de leerling.
12. Zelfevaluatie en zelfreflectie stimuleren, viert successen van het kind en leert het kind succes aan zichzelf toe te schrijven (stimulering positief zelfbeeld).
C. Groepsprocessen leiden en begeleiden, die leiden tot samenwerken binnen de groep 1.
Beheerst u een basishouding van gespreksvoering: respect, empathisch vermogen, actief luisteren, geloof
2.
Stemt u af op leeftijd, persoonlijkheid, mogelijkheden van het kind /de kinderen.
in het kind uitstralen, echtheid, warmte, verbale en non-verbale afstemming.
3.
Zet gesprekstechnieken bewust en effectief in, bijvoorbeeld: doorvragen en samenvatten, vervelende
4.
Kan omgaan met meningsverschillen en weerstanden, kan de-escaleren.
boodschappen overbrengen, confronteren.
10
D. (Effectief) Communiceren in de groep 1. 2.
3.
4.
Gesprekken analyseren vanuit het theoretische begrippenkader van de transactionele analyse, bijvoorbeeld: op inhoudelijk en op betrekkingsniveau.
De eigen rol en inbreng analyseren in het gesprek en kunt u, waar nodig, bijsturen.
Na oefening in de eigen praktijksituatie ervaren of de interactiedoelen bereikt zijn.
Blokkades herkennen die zich voordoen en kunt u lacunes herkennen en benoemen in eigen mogelijkheden en zet deze om in handelingsalternatieven.
E. Gesprekken voeren met ouders/verzorgers en derden 1.
2.
3.
4.
5.
6.
De eigen basishouding van gespreksvoering beheersen: respect, empathisch vermogen, actief luisteren,
geloof in het kind uitstralen, echtheid, warmte, verbale en non-verbale afstemming, zorgvuldig omgaan met vertrouwelijkheid.
Rekening houden met sociaal-culturele, religieuze en persoonlijkheidskenmerken van de gesprekspartner. Een duidelijk doel voor ogen hebben met het gesprek, evalueert aan het eind van het gesprek.
Zelfbewust en effectief gesprekstechnieken inzetten, bijvoorbeeld: de ouder als gelijkwaardige partner
benaderen, doorvragen en samenvatten, vervelende boodschappen overbrengen, confronteren, specifiek en concreet zijn.
Gesprekken analyseren vanuit de transactionele analyse: op zowel inhoudelijk als op betrekkingsniveau.
De eigen rol en inbreng in het gesprek analyseren, stuurt bij.
7.
Omgaan met verschillen, meningen, normen en waarden
9.
De kans op agressief gedrag inschatten en neemt zonodig preventieve maatregelen.
8.
Kunt u omgaan met meningsverschillen en weerstanden, u kunt de-escaleren.
10. Blokkades herkennen die zich voordoen: herkent en benoemt lacunes in eigen competenties en zet deze om in handelingsalternatieven.
Algemene inleiding
Gedrag, ook moeilijk gedrag, is per definitie interactie. En ook kinderen met zogenaamde ‘belemmeringen’ hebben
gewoon behoefte om erbij te horen, zonder daartoe te moeten worden ‘ behandeld’. Dus hoe komt u in de schoolse
context van de groep tot uw eigen pedagogische kracht, als leerkracht: De cursus is ook: ’ Een treinreis van kind,
leerkracht en ouder met eerherstel van het gewone pedagogisch- en didactische leven in de huidige onderwijstijd’.
De onderwerpen worden ondersteund met beeld en geluid(muziek).
Bijeenkomst 1 Thema: Het pedagogisch klimaat van mijn school
In de eerste bijeenkomst krijgt u een beschrijving van drie modellen van schoolorganisatie. In deze typologie wordt de schoolorganisatie op de volgende aspecten omschreven: doelstellingen, leiderschap, overleg en samenwerking, besluitvorming, leerlingbegeleiding en betrokkenheid ouders. In relatie tot deze modellen wordt u in de
gelegenheid gesteld na te denken of het klimaat van uw eigen school wel of geen verbetering behoeft in ‘ De treinreis naar en door Passend Onderwijs’. Wat is uw positie?
Inleiding op de bijeenkomsten 2, 3, 4, en 5:
Klassenmanagement en Sociaal Emotionele Ontwikkeling
Leerprestaties van leerlingen worden voor een belangrijk deel bepaald door het gedrag van de leerkracht. Het begrip ‘leerprestaties’ wordt hier breed gedefinieerd: ook de sociaal-emotionele groei wordt er uitdrukkelijk onder
begrepen. Een effectieve school kan heel goed ook een affectieve school zijn. Klassenorganisatie wordt in deze
cursus gedefinieerd als het geheel aan maatregelen dat nodig is om een goede leeromgeving in te richten, met als
doel de voorwaarden te scheppen voor leerprestaties. Uit onderzoek is bekend welke aspecten van leerkrachtgedrag de leerprestaties beïnvloeden en in welke mate ze dat doen. Deze aspecten komen in de cursus bij de bijeenkomsten 2, 3,4 en 5 aan de orde.
11
Bijeenkomst 2 Thema: Klassenmanagement 1 Klasseninrichting en Groepsdynamica:
Groepsprocessen en mijn klas; ‘Moeilijke groepen bestaan niet, wel groepen met moeilijkheden’ (BvC).
Klasseninrichting
Kindkenmerken en de plaats in de groep
Bijeenkomst 3 Thema: Klassenmanagement 2
Directe instructiemodel: ‘De context van ‘ Omgaan met verschillen’, Passend Onderwijs en
‘Opbrengstgericht Gericht Werken’ met behulp van het Directe Instructiemodel heeft niemand mij kunnen uitleggen’(BvC).
Een vereenvoudigde uitwerking van het Directe Instructiemodel kan hierbij een handreiking zijn voor
leerkrachten en kinderen in het kader van Passend Onderwijs.
Zelfstandig werken of werken aan een zelfstandige leerhouding
Interactiepatronen en niveaudifferentiatie (onder andere werken met combinatieklassen)
Bijeenkomst 4 Thema: Klassenmanagement 3
Iedereen kent ze wel, de kinderen met concentratieproblemen. In iedere groep komen ze voor en volgens veel
leerkrachten komen er steeds meer kinderen met concentratieproblemen. Concentratie is dan het vermogen om uit de prikkels die op je afkomen je op die prikkels te richten die van belang zijn. De praktijk van het werkende kind is echter veel complexer dan uitsluitend de vaardigheid van het kunnen concentreren. Binnen de schoolsituatie gaat het niet om zo’n te isoleren functie, maar om een complex geheel van gedragingen dat wel werkgedrag wordt genoemd en dat kinderen kunnen vertonen als en nadat een min of meer gesloten (er wordt een duidelijk eindresultaat verwacht) opdracht krijgen/hebben gekregen. Dat betekent dat de aanduiding
‘concentratieproblemen’ ontoereikend is en we eigenlijk zouden moeten spreken van ‘werkhoudingproblemen in
taaksituaties’ en de begeleiding van deze kinderen die niet doorwerken. Dit mag niet (nooit) ten koste gaan van de
aandacht voor het kind dat gewenst gedrag laat zien! Ook de ‘gewone’ leerling staat centraal. Een aanpak hiervoor.
Taakgerichte leertijd en ervaren problemen Cognitieve stijl
Sociale ondersteuning van kinderen
Responsief en directief leerkrachtgedrag Afstemming leerling – leerkracht
Attributie (toeschrijving) van succes en falen
Bijeenkomst 5 Thema: Klassenmanagement 4
Thema:‘Probleemgedrag? Het is maar net hoe je het bekijkt?’
Welke ‘ bril’ zet u op bij het kijken naar kinderen?
Met behulp van eigen ervaring, kijkwijzers en handelingswijzers proberen we dichter bij de ware aard van het kind te komen i.p.v. bij de ‘belemmering’ of zogenaamde ‘stoornis’.
‘Moeilijke kinderen bestaan niet, wel kinderen met moeilijkheden’(BvC).
Bijeenkomst 6
Thema: Motivatie
Het verband tussen zelfbeeld en motivatie Een ontwikkelingslijn van motivatie
Het voeren van functioneringsgesprekken met kinderen Het voeren van motiveringsgesprekken met kinderen
12
Bijeenkomst 7 Thema: Werkdruk en leerkracht
‘Je doet het vaak jezelf aan, als je niet meer met plezier voor de klas kunt staan’(BvC)
Plezier hebben in werk heeft ook sterk te maken met de vraag of u uw werk goed kunt uitoefenen en of u goede
resultaten boekt en succesvol bent. Succesvol zijn betekent dat u in staat bent uw doelen te realiseren. Niet in elke functie is het resultaat makkelijk te meten. Verkopers weten vaak maandelijks welke resultaten zijn geboekt. Voor de meeste werknemers in het onderwijs ligt dat anders.
'Geluk is het besef van groei’ heeft een psycholoog ooit eens als definitie van geluk genoemd. Deze definitie is wel op alle werknemers van toepassing. Succes hebben betekent dat u zich in uw functie kunt ontwikkelen, groeit in bepaalde vaardigheden en dat uw kwaliteiten op het werk tot hun recht komen. Als dat niet meer het geval is, zeggen mensen vaak: - Ik ben hier uitgekeken. In deze bijeenkomst (7) en 8 gaan we in op werkdruk.
De energietest voor leerkrachten De waardetest voor leerkrachten
Bijeenkomst 8
Thema: werkdruk en leerkracht
Van Omgangsstijl naar Leerkrachtstijl (De Roos van Leary)
Optioneel en in overleg: ook een leerling van de leerkracht vult de Roos van Leary in over de leerkracht
De vriendelijke leerkracht
Bijeenkomst 9
Thema Ouders
Opvoedingsstijlen en ‘opvoeding verlegenheden’ van ouders
Het huisbezoek en Passend Onderwijs: ‘Dat past!’
Bijeenkomst 10 Thema: Ouders
Gesprekken en contacten met ouders (ook als het moeilijk wordt)
Incompany
De cursus wordt ook incompany gegeven, waarbij rekening gehouden wordt met uw specifieke wensen.
Data en locatie worden dan in overleg vastgesteld.
13
Algemene informatie Trainer Bart van Campen
Bart van Campen werkte éénentwintig jaar als groepsleerkracht, remedial teacher en ambulant leerlingbegeleider in
het Speciaal Basisonderwijs. In het Voorgezet onderwijs was hij remedial teacher, leerlingbegeleider en ib-
er/zorgcoördinator. Ook was hij lid van de schoolleiding aan een grote school voor speciaal basisonderwijs en
praktijkonderwijs aan Moeilijk Lerende Kinderen. Hij studeerde naast zijn werk onder andere voor de akte VSO-MLK, Levensbeschouwing, Lichamelijke Oefening voor vo, Algemene Technieken en Orthopedagogiek.
Vanaf 1992 heeft hij zich ook beziggehouden met onderwijsverandering, adaptief onderwijs en sociaal-emotionele
ontwikkeling. Ook heeft hij vier jaar ervaring opgedaan als voorzitter van een schoolbestuur en was hij vier jaar bestuurslid/regiocoördinator van het Landelijk Werkverband voor Praktijkonderwijs.
Door het vervullen van bovenstaande functies heeft Bart van Campen ervaring in het po, vo en hbo met opleiding,
nascholing, fusiebegeleiding, conflictbemiddeling, coaching, supervisie, functiebegeleiding, trainingen, verzorgen
van lezingen en ouderavonden, begeleiding van ‘onveilige’ groepen in het primaire proces, vertrouwenspersoon en onderwijsadviseur in relatie tot kinderen, leerkrachten, directies, besturen, gezinnen en ouders.
Hij werkte bij het Seminarium voor Orthopedagogiek, de IJsselgroep en sinds 2006 werkt hij bij Saxion,
Academie voor pedagogiek & onderwijs te Deventer. Bart van Campen, trainer, adviseur, orthopedagoog
E:
[email protected] M: 06 10512479 Incompany
De cursussen worden incompany gegeven, waarbij rekening wordt gehouden met uw specifieke wensen. De data en locatie worden in overleg vastgesteld. Certificering
U ontvangt een post-hbo bewijs van deelname, wanneer u bij tenminste 80% van de bijeenkomsten aanwezig bent geweest. Locatie
De bijeenkomsten van de open inschrijving vinden plaats bij Saxion, Handelskade 75 te Deventer. Het gebouw is op
loopafstand van het NS-station. Aanmelding open inschrijving
Na aanmelding ontvangt u bericht over de verdere procedure, zoals plaatsing en wijze van betalen. Aanmeldingen
worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Informatie
Voor meer informatie over de leergang en aanmelden kunt u contact opnemen met: Bureau Professionalisering
Yvonne Dijkhuizen, projectcoördinator Telefoon:
0570- 60 37 15
Website:
www.saxion.nl/apo
E-Mail:
[email protected]
14
Apeldoorn Kerklaan 21 Apeldoorn
Deventer Handelskade 75 Deventer
Enschede M.H.Enschede Tromplaan 28
Hengelo M.A. de Ruyterstraat 3 Saxion APO Transfer
Postbus 10120 Kerklaan 21
Postbus 70.000 75 Handelskade
Postbus M.H.70.000 Tromplaan 28 Postbus 057070.000 - 603 715 / 0570 - 603 184
7301 GC AA Apeldoorn KB Enschede KB Enschede 7311 Apeldoorn 7500 7417 DH Deventer 7500 7513 AB Enschede
7500 KB Enschede
[email protected]
Tel. (055) 527 57 57
[email protected] (074) 851 61 61
Tel. (0570) 603 663
Tel. (053) 487 11 11