Antwoorden bij de Bever opgaven voor klas 1 en 2 november 2005 A1 Jan heeft onderstaande rechthoekige spiraal getekend en daarbij gebruik gemaakt van 2 logo opdrachten: vooruit 10 10 stappen vooruit van lengte 1; tijdens het vooruit gaan wordt een lijn getrokken links 90 een draai van 90 graden linksom
Welke van de volgende getallen zou de lengte van de spiraal kunnen weergeven? A. 250
B. 550
C. 170
D. 300
Tel maar na in stapjes van 10.
A2
Hoe zal de waarde van de functie =SOM(A1:A5)veranderen als de inhoud van cel A2 vermeerderen met 2? A. B. C. D.
Zal met 2 vermeerderen Zal niet veranderen Zal 10 keer zo groot worden Zal 2 keer zo groot worden
1
A3 In de volgende drie voorbeelden zijn de teksten op verschillende manieren uitgelijnd. Heer Halewyn zong een liedekijn, Al die dat hoorde wou bi hem zijn. En dat vernam een koningskind, Die was zoo schoon en zoo bemind. Zi ging voor haren vader staen: 'Och vader, mag ik naer Halewijn gaen?' 'Och neen, gy dochter, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor hare moeder staen: 'Och moeder, mag ik naer Halewyn gaen?' 'Och neen, gy dochter, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor hare zuster staen: 'Och zuster, mag ik naer Halewyn gaen?' 'Och neen, gy zuster, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor haren broeder staen: 'Och broeder, mag ik naer Halewyn gaen?' ''t Is my al eens, waer dat gy gaet, Als gy uw eer maer wel bewaerd En gy uw kroon naer rechten draegt!'
Heer Halewyn zong een liedekijn, Al die dat hoorde wou bi hem zijn. En dat vernam een koningskind, Die was zoo schoon en zoo bemind. Zi ging voor haren vader staen: 'Och vader, mag ik naer Halewijn gaen?' 'Och neen, gy dochter, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor hare moeder staen: 'Och moeder, mag ik naer Halewyn gaen?' 'Och neen, gy dochter, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor hare zuster staen: 'Och zuster, mag ik naer Halewyn gaen?' 'Och neen, gy zuster, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor haren broeder staen: 'Och broeder, mag ik naer Halewyn gaen?' ''t Is my al eens, waer dat gy gaet, Als gy uw eer maer wel bewaerd En gy uw kroon naer rechten draegt!'
1
Heer Halewyn zong een liedekijn, Al die dat hoorde wou bi hem zijn. En dat vernam een koningskind, Die was zoo schoon en zoo bemind. Zi ging voor haren vader staen: 'Och vader, mag ik naer Halewijn gaen?' 'Och neen, gy dochter, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor hare moeder staen: 'Och moeder, mag ik naer Halewyn gaen?' 'Och neen, gy dochter, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor hare zuster staen: 'Och zuster, mag ik naer Halewyn gaen?' 'Och neen, gy zuster, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor haren broeder staen: 'Och broeder, mag ik naer Halewyn gaen?' ''t Is my al eens, waer dat gy gaet, Als gy uw eer maer wel bewaerd En gy uw kroon naer rechten draegt!'
2
3
Bij welke van de voorbeelden is de tekst uitgevuld. A. Tekst 1
B. Tekst 2
C. Tekst 3
D. Bij geen van de teksten
De teksten 1, 2 en 3 zijn respectievelijk Links en Rechts uitgelijnd en Gecentreerd. Uitgevuld ziet de tekst er het volgende uit: Heer Halewyn zong een liedekijn, Al die dat hoorde wou bi hem zijn. En dat vernam een koningskind, Die was zoo schoon en zoo bemind. Zi ging voor haren vader staen: 'Och vader, mag ik naer Halewijn gaen?' 'Och neen, gy dochter, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor hare moeder staen: 'Och moeder, mag ik naer Halewyn gaen?' 'Och neen, gy dochter, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor hare zuster staen: 'Och zuster, mag ik naer Halewyn gaen?' 'Och neen, gy zuster, neen, gy niet: Die derwaert gaen, en keeren niet!' Zy ging voor haren broeder staen: 'Och broeder, mag ik naer Halewyn gaen?' ''t Is my al eens, waer dat gy gaet, Als gy uw eer maer wel bewaerd En gy uw kroon naer rechten draegt!'
A4 Met E-mail kun je makkelijk communiceren. Je kunt zelfs een kleurenfoto versturen met e-mail. Wat is in ieder geval nodig om een kleurenfoto te kunnen versturen per e-mail? A. B. C. D.
Je moet een speciaal foto verzendprogramma hebben Je moet in staat zijn om de foto te kunnen tonen op het scherm van je computer Er moet een kleurenprinter gekoppeld zijn aan je computer A, noch B, noch C zijn nodig
Verzenden kan als bijlage met gewone mail, dus A valt af. Je kunt best bijlagen versturen die je zelf niet kunt lezen of afdrukken, daarom ook geen B of C.
2
A5 Een scanner is een randapparaat . Welke functie heeft de scanner? A. B. C. D.
de scanner zorgt voor gegevensopslag de scanner zorgt voor gegevensinvoer de scanner zorgt voor gegevensuitvoer de scanner zorgt voor gegevensverwerking
A6 Sudoku. In een sudokupuzzel moeten de getallen 1 tot en met 9 worden ingevuld, zodat elk getal op elke rij, in elke kolom en in elk vierkant precies eenmaal voorkomt. In onderstaande puzzel zoeken we het getal dat op het blauwe vakje moet worden ingevuld.
Dat getal is: A. 1
B. 4
C. 5
D. 6
3
B1 De Logo-schildpad kan de volgende opdrachten uitvoeren: vooruit n n stappen vooruit van lengte 1; tijdens het vooruit gaan wordt een lijn getrokken rechts α een draai van α graden rechtsom herhaal 5 [vooruit 30 rechts 30] De acties vooruit 30 en rechts 30 worden achtereenvolgens uitgevoerd en daarna nog 4 keer herhaald de schildpad wijst omhoog bij het begin De opdracht: herhaal 5 [ vooruit 50 rechts …] tekent een ster:
Welk getal zou er in plaats van … kunnen staan? A. 120 B. 150 C. 144
D. 30
B2 Animaties worden soms gemaakt door een reeks van verschillende plaatjes snel na elkaar te laten zien. De volgende rij plaatjes moeten op die manier een vliegende vlinder laten zien. Er is een plaatje te veel ingevoegd.
1 2 3 Welke plaatje moet er tussenuit worden gehaald? A. 6 B. 2 C. 4
4
5
6
7
D. 5
B3 Waarschijnlijk heb je wel eens de rekenmachine op de computer gebruikt om delingen uit te voeren. Dat kan op verschillende manieren. Wat is de kortste manier (dat wil zeggen de manier met de minste aanslagen) om 0,25 in het venster te krijgen.
A. B. C. D.
door 25 gedeeld door 100 in te voeren door 0,25 in te voeren door 1 / 4 in te voeren door 4 in te voeren en daarna op “1/x” te drukken
Het aantal toetsaanslagen is respectievelijk 6, 4, 3 en 2.
4
B4 De logo-schildpad kan de volgende opdrachten uitvoeren: vooruit 3 links 3 de schildpad wijst omhoog bij het begin
3 stappen vooruit van lengte 1; tijdens het vooruit gaan wordt een lijn getrokken een draai van 3 graden linksom
Hoe vaak moet je deze twee opdrachten na elkaar uitvoeren om een gesloten figuur te krijgen. De schildpad moet weer op zijn beginplaats staan.
A. 10
B. 120
C. 150
D. 180
B5
In dit deel van de stad wilde het gemeentebestuur alleen maar eenrichtingswegen maken. Maar er is iets mis gegaan. Want sommige punten kun je niet bereiken en van andere punten kun je niet vertrekken. Wat is het minimum aantal straten waarin je een richting moet veranderen, zodat alle verbindingen tussen twee punten in de stad mogelijk zijn? A. 1
B. 2
C. 4
D. anders
Alleen de pijl van C naar A moet worden omgelegd.
5
B6 Door de zogenaamde “bever-code” worden woorden gesplitst in twee “deelwoorden”, waarbij het eerste deelwoord de oneven letters bevat en het tweede deelwoord de even letters. Dit proces wordt herhaald totdat alle “deelwoorden” een lengte hebben van 1 of 2 letters. Alle “deelwoorden” worden dan weer samengevoegd. Zo is de “bever-code” van computer het woord cumeotpr
levert het resultaat:
Wat is de Bever-code van het woord kangaroo? A. kanoargo
B. knaoagro
C. knagaoro
D. knaoorgn
kangaroo knao + agro ka + no + ar + go
C1 Je hebt het volgende “woord” in je tekstverwerker getypt.
DCDWCDCDCDCDCDCWCDCDCDWCDCDCDCDCDCDWCDCDCD Je geeft de opdracht om ‘DCD’ te zoeken en te vervangen door de letter ‘W’. Dat gebeurt van links naar rechts. Hoe vaak zal de letter ‘W’ in het nieuwe “woord” voorkomen? A. 8
B. 12
C. 14
D. 18
Van links naar rechts langslopen en ieder geheel fragment tellen. Niet alle stukken met DCD tellen, want soms is het begin ervan ook onderdeel van de vorige DCD…
6
C2 Hoeveel verschillende rijtjes van drie letters zijn er te maken met de letters A, B en C. De meeste zijn hieronder al gegeven. Hoeveel zijn er in totaal?
AAA AAB AAC A. 30
ABA ABB ABC
ACA ACB ACC
BAA BAB BAC
B.27
BBA BBB BBC
BCA BCB BCC
C. 24
CAB CAC
CBC
D. 21
Op elke plek zijn er drie mogelijkheden, dus in totaal 3*3*3.
C3 We hebben twee verschillende “smileys”. en . Ieder rijtje van drie smileys gemaakt met één of beide “smileys” noemen we een “driesmiley” Elk van de twee “smileys” kan worden gezet op elke plaats in een “driesmiley”. Twee “driesmileys” noemen we verschillend als op tenminste één plek in de “driesmiley” een andere “smiley”staat. Zo zijn de volgende drie “driesmileys” verschillend.
Hoeveel verschillende “driesmileys” zijn er te maken met de twee “smileys”? A. 6
B. 7
C. 8
D. 9
Op elke plaats zijn er twee mogelijke smileys. In totaal zijn er dus 2*2*2=8 mogelijkheden. De Jury heeft ook A goed gerekend. Uit de tekst, zo is gebleken, hebben vele leerlingen niet begrepen dat het niet noodzakelijk is dat beide “smileys” moeten voorkomen.
C4 Een bekende manier om door een doolhof te wandelen is aan de hand van het “rechterhand-algoritme”. Het zegt begin je wandeling met de rechterhand op een muur. Blijf dit doen tijdens de wandeling totdat je het doel bereikt hebt. Het doolhof hieronder heeft 10 doodlopende wegen. De eindpunten ervan zijn voorzien van de letters A tot en met J.
7
Hoeveel eindpunten van doodlopende wegen kom je tegen als je gebruik maakt van het “rechterhand-algoritme” om door de doolhof te wandelen en je start bij de pijl en het doel het centrum is (de plek die is aangegeven met een cirkel). A. 0
B. 3
C. 6
D. 9
8
C5 De volgende kolom bevat acht namen. Naast de kolom is een extra lege cel. Het enige wat je mag is een naam verschuiven naar een lege cel. Gebruik zo weinig mogelijk verschuivingen om de namen in de kolom op alfabetische volgorde te zetten. Valentina Judith Kim Anna Nienke Hamassa Ali Chris Wat is het minimaal aantal verschuivingen? A. 7
B. 8
C. 9
D. 10
Geen enkele naam staat op de goede plek. Je moet dus acht namen van hun plek halen, en één parkeren en daarna nog een keer verplaatsen. Totaal dus 9.
C6
Je hebt 8 zakjes met snoep, allen met een verschillend gewicht. En je hebt een balans. Je wilt het zwaarste zakje bepalen, door alleen maar de balans te gebruiken. Op elk van de schaaltjes kan maar één zakje. Het vergelijken van twee zakjes noemen we een weging. Wat is het minimum aantal wegingen, dat je nodig hebt om er zeker van te zijn, dat je het zwaarste zakje hebt gevonden? A. 7
B. 10
C. 13
D. 28
Ieder zakje valt af als het verloren heeft. Er zullen 7 zakjes moeten verliezen, dan heb je één winnaar over.
9
